Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
1) bevestigend tussenwerpsel
2) vragend tussenwerpsel
3) tiens-tiens: dubbel vragend tussenwerpsel
(Graag verbetering of verduidelijking van deze beschrijving)
>Fr. tenir: houden
vgl. deh
1) Dat is nogal duidelijk, tiens. Ge ziet toch dat dit de grootste is!
2) Tiens, ik dacht dat hij al vertrokken was?
3) Tiens-tiens, mompelde Witse toen de verdachte zich versprak.
uitroep, met div. betekenissen (verbastering van Fr. tiens)
Deh, bès dich al trèg? (Welwel, ben jij al terug? – drukt verbazing uit)
Deh nau! (Hoe bestaat het! Dat verwondert me. Kom nu! Ik begrijp niet waarom je nu lastig doet …)
Deh, haaj hébste ’t (Hier, pak aan!)
oogvuil, ogendracht, ‘prut’ in de ogen
vgl. prut, krotoge, biske, slaperke
Het kind liep met lepen in de ogen.
oogvuil, ogendracht, ‘prut’ in de ogen
vgl. prut, krotoge, biskes, slaperke
Het kind liep met lepen in de ogen.
Dun, zonder echte kleur, flauw haar. Sluik haar dat zonder veel fut naar beneden valt en geen specifieke kleur heeft. Donker blond, geel, beige?
Dat arme meiske had geen geluk, ze had het melkboerenhondenhaar van haar moeder geërfd. Het zag er nooit eens vrolijk of mooi uit.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.