Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent

    nonnepietje

    Dit is slechts 1 definitie voor "nonnepietje." Bekijk alle definities.

    nonnepietje
    (zn. o. -s)

    Oude Zeemanstaal voor hondepint, hondepietje
    Eindsplits.

    Manier om uitrafelen van een geslagen touw te vermijden.
    De kardelen werden omgebogen en terug in zichzelf gesplist.
    Dit touweinde noemt men ook een tamp en met waanzinnig veel fantasie kan men er een penis in herkennen… vandaar.

    < waarschijnlijk een verbastering van hondepietje dat zelf een aanpassing is van hondepint.
    Volgens het Woordenboek der Nederlandsche Taal was pint vroeger een benaming voor het mannelijk lid.
    In de samenstelling hondepint: “eigenlijk: hondevede; eertijds, als zeemansterm, ook als schertsende benaming voor: stopper.”

    Die lijn kan je niet inscheren…
    (Een lijn invoeren in een blok) want zo’n dik “nonnepietje” krijg je nooit door dat blok.

    (Een blok is voor de zeeman wat een katrol is voor verhuizers en andere landrotten.)

    Nog even dit; aan boord zijn er geen touwen, ze hebben allemaal een naam en mocht iemand de juiste naam niet kennen… dan spreekt men over een lijn.

    2 reactie(s)  |  oudere versies
    Toegevoegd door Gargamelius en laatst gewijzigd door de Bon (11 Jul 2021 19:08)

    👍
    327

    Reacties

    Ik ben zeeman geweest en wij noemden dat een “hondepietje”.

    Toegevoegd door dsa op 07 Mar 2011 20:23

    WNT: hondepint < pint
    Punt, spits, uitstekend gedeelte van iets.
    Door KIL. vermeld en in het Westvlaamsch gewoon. Vermoedelijk een bijvorm van Punt en dan een ander woord als het onder II) genoemde.
    Pint. j. punt. Punctus, cuspis, KIL.
    De pint van een nagel, van eene spelde, van eenen doorn, DE BO (1873).
    De doornappels, de distels, enz. zijn met scherpe pintjes omzet, DE BO (1873).

    Hondepint, eigenlijk: hondevede; eertijds, als zeemansterm, ook als schertsende benaming voor: stopper (”Bosse, bosses. Honde-pinten, Stoppers. Les Bosses sont des bouts de corde d’une médiocre longueur, aiant à leurs extrémités des noeuds nommez Cul-de-port doubles. L’usage des bosses est de rejoindre une manoeuvre rompue, ou qu’un coup de canon aura coupée”, AUBIN, Dict. de Mar. 110 (1702); verg. ook WITSEN, Scheepsb. 494 a (1671))

    Toegevoegd door fansy op 01 Nov 2013 17:51

    Voeg een reactie toe

    Ingelogde gebruikers kunnen reacties aan deze definitie toevoegen.

    Log in

    Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

    Uw gebruikersnaam
    Uw geheime paswoord

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.