Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent

    gerief

    De beschrijving van deze term werd 37 keer aangepast.

    Versie 37

    gerief
    (het ~ (o.), geen mv.)

    1. gereedschap, uitrusting, gerei, spullen
    eetgerief, huisgerief, kantoorgerief, kampeergerief, kookgerief, keukengerief, knutselgerief, kuisgerief, naaigerief, scheergerief, schildergerief, schoolgerief, schrijfgerief, slaapgerief, tekengerief, toiletgerief, tuingerief, turngerief, visgerief, zwemgerief,…

    DS2015 geen standaardtaal
    taaladvies.net: standaardtaal in België

    zie ook goed gerief; schoon gerief; gerief, dat is een ~

    2. mannelijke geslachtsdelen

    Van Dale online: gerief: (1376-1400 ‘genot, voordeel, winst’)
    etymologie onzeker, wel te verbinden met Middelnederlands r?ve (mild, overvloedig)
    > BE be­no­digd­he­den: ge­rei
    ook als twee­de lid in sa­men­stel­lin­gen als de vol­gen­de, waar­in het eer­ste lid een han­de­ling of een werk­ter­rein noemt:
    bakgerief, borduurgerief, bouwgerief, douchegerief, hengelgerief, kampeergerief, klimgerief, rookgerief, voetbalgerief, werkgerief, zitgerief

    1. Ik zal mijn gerief pakken om uwen band te plakken.
    Doet dat computergerief eens van de tafel af, we gaan eten.

    1. Politie vindt gerief voor plantage (Turnhout) – De Standaard

    2. Zijn broek spant zodanig dat je duidelijk zijn gerief ziet zitten.

    Goed gerief moet onder een afdak hangen.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Georges Grootjans op 02 Sep 2024 19:25
    12 reactie(s)

    Versie 36

    gerief
    (het ~ (o.), geen mv.)

    1. gereedschap, uitrusting, gerei, spullen
    eetgerief, huisgerief, kantoorgerief, kampeergerief, kookgerief, keukengerief, knutselgerief, kuisgerief, naaigerief, scheergerief, schildergerief, schoolgerief, schrijfgerief, slaapgerief, tekengerief, toiletgerief, tuingerief, visgerief, zwemgerief,…

    DS2015 geen standaardtaal
    taaladvies.net: standaardtaal in België

    zie ook goed gerief; schoon gerief; gerief, dat is een ~

    2. mannelijke geslachtsdelen

    Van Dale online: gerief: (1376-1400 ‘genot, voordeel, winst’)
    etymologie onzeker, wel te verbinden met Middelnederlands r?ve (mild, overvloedig)
    > BE be­no­digd­he­den: ge­rei
    ook als twee­de lid in sa­men­stel­lin­gen als de vol­gen­de, waar­in het eer­ste lid een han­de­ling of een werk­ter­rein noemt:
    bakgerief, borduurgerief, bouwgerief, douchegerief, hengelgerief, kampeergerief, klimgerief, rookgerief, voetbalgerief, werkgerief, zitgerief

    1. Ik zal mijn gerief pakken om uwen band te plakken.
    Doet dat computergerief eens van de tafel af, we gaan eten.

    1. Politie vindt gerief voor plantage (Turnhout) – De Standaard

    2. Zijn broek spant zodanig dat je duidelijk zijn gerief ziet zitten.

    Goed gerief moet onder een afdak hangen.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Georges Grootjans op 15 Jan 2024 09:04
    12 reactie(s)

    Versie 35

    gerief
    (het ~ (o.), geen mv.)

    1. gereedschap, uitrusting, gerei, spullen
    eetgerief, huisgerief, kantoorgerief, kampeergerief, kookgerief, keukengerief, knutselgerief, kuisgerief, naaigerief, scheergerief, schildergerief, schoolgerief, schrijfgerief, slaapgerief, tekengerief, toiletgerief, tuingerief, visgerief, zwemgerief,…

    DS2015 geen standaardtaal
    taaladvies.net: standaardtaal in België

    zie ook goed gerief; schoon gerief; gerief, dat is een ~

    2. mannelijke geslachtsdelen

    Van Dale online: gerief: (1376-1400 ‘genot, voordeel, winst’)
    etymologie onzeker, wel te verbinden met Middelnederlands r?ve (mild, overvloedig)
    > BE be­no­digd­he­den: ge­rei
    ook als twee­de lid in sa­men­stel­lin­gen als de vol­gen­de, waar­in het eer­ste lid een han­de­ling of een werk­ter­rein noemt:
    bakgerief, borduurgerief, bouwgerief, douchegerief, hengelgerief, kampeergerief, klimgerief, rookgerief, voetbalgerief, werkgerief, zitgerief

    1. Ik zal mijn gerief pakken om uwen band te plakken.
    Doet dat computergerief eens van de tafel af, we gaan eten.

    1. Politie vindt gerief voor plantage (Turnhout) – De Standaard

    2. Zijn broek spant zodanig dat je duidelijk zijn gerief ziet zitten.

    Goed gerief moet onder een afdak hangen.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Georges Grootjans op 15 Jan 2024 09:03
    12 reactie(s)

    Versie 34

    gerief
    (het ~ (o.), geen mv.)

    1. gereedschap, uitrusting, gerei, spullen
    eetgerief, huisgerief, kantoorgerief, kampeergerief, kookgerief, keukengerief, knutselgerief, kuisgerief, naaigerief, scheergerief, schildergerief, schoolgerief, schrijfgerief, slaapgerief, tekengerief, toiletgerief, tuingerief, visgerief, zwemgerief,…

    DS2015 geen standaardtaal
    taaladvies.net: standaardtaal in België

    zie ook goed gerief; schoon gerief

    2. mannelijke geslachtsdelen

    Van Dale online: gerief: (1376-1400 ‘genot, voordeel, winst’)
    etymologie onzeker, wel te verbinden met Middelnederlands r?ve (mild, overvloedig)
    > BE be­no­digd­he­den: ge­rei
    ook als twee­de lid in sa­men­stel­lin­gen als de vol­gen­de, waar­in het eer­ste lid een han­de­ling of een werk­ter­rein noemt:
    bakgerief, borduurgerief, bouwgerief, douchegerief, hengelgerief, kampeergerief, klimgerief, rookgerief, voetbalgerief, werkgerief, zitgerief

    1. Ik zal mijn gerief pakken om uwen band te plakken.
    Doet dat computergerief eens van de tafel af, we gaan eten.

    1. Politie vindt gerief voor plantage (Turnhout) – De Standaard

    2. Zijn broek spant zodanig dat je duidelijk zijn gerief ziet zitten.

    Goed gerief moet onder een afdak hangen.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Georges Grootjans op 27 Feb 2023 07:32
    12 reactie(s)

    Versie 33

    gerief
    (het ~ (o.), geen mv.)

    1. gereedschap, uitrusting, gerei, spullen
    eetgerief, huisgerief, kampeergerief, kookgerief, keukengerief, knutselgerief, kuisgerief, naaigerief, scheergerief, schildergerief, schoolgerief, schrijfgerief, slaapgerief, tekengerief, toiletgerief, tuingerief, visgerief, zwemgerief,…

    DS2015 geen standaardtaal
    taaladvies.net: standaardtaal in België

    zie ook goed gerief; schoon gerief

    2. mannelijke geslachtsdelen

    Van Dale online: gerief: (1376-1400 ‘genot, voordeel, winst’)
    etymologie onzeker, wel te verbinden met Middelnederlands r?ve (mild, overvloedig)
    > BE be­no­digd­he­den: ge­rei
    ook als twee­de lid in sa­men­stel­lin­gen als de vol­gen­de, waar­in het eer­ste lid een han­de­ling of een werk­ter­rein noemt:
    bakgerief, borduurgerief, bouwgerief, douchegerief, hengelgerief, kampeergerief, klimgerief, rookgerief, voetbalgerief, werkgerief, zitgerief

    1. Ik zal mijn gerief pakken om uwen band te plakken.
    Doet dat computergerief eens van de tafel af, we gaan eten.

    1. Politie vindt gerief voor plantage (Turnhout) – De Standaard

    2. Zijn broek spant zodanig dat je duidelijk zijn gerief ziet zitten.

    Goed gerief moet onder een afdak hangen.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Georges Grootjans op 16 Jun 2020 10:16
    12 reactie(s)

    Versie 32

    gerief
    (het ~ (o.), geen mv.)

    1. gereedschap, uitrusting, gerei, spullen
    eetgerief, huisgerief, kampeergerief, kookgerief, keukengerief, knutselgerief, kuisgerief, naaigerief, scheergerief, schildergerief, schoolgerief, schrijfgerief, slaapgerief, tekengerief, toiletgerief, tuingerief, visgerief, zwemgerief,…

    DS2015 geen standaardtaal
    taaladvies.net: standaardtaal in België

    zie ook goed gerief; schoon gerief

    2. mannelijke geslachtsdelen

    Van Dale online: gerief: (1376-1400 ‘genot, voordeel, winst’)
    etymologie onzeker, wel te verbinden met Middelnederlands r?ve (mild, overvloedig)
    > BE be­no­digd­he­den: ge­rei
    ook als twee­de lid in sa­men­stel­lin­gen als de vol­gen­de, waar­in het eer­ste lid een han­de­ling of een werk­ter­rein noemt:
    bakgerief, borduurgerief, bouwgerief, douchegerief, hengelgerief, kampeergerief, klimgerief, rookgerief, voetbalgerief, werkgerief, zitgerief

    1. Ik zal mijn gerief pakken om uwen band te plakken.
    Doet dat computergerief eens van de tafel af, we gaan eten.

    1. Politie vindt gerief voor plantage (Turnhout) – De Standaard

    2. Zijn broek spant zodanig dat je duidelijk zijn gerief ziet zitten.

    Goed gerief moet onder een afdak hangen.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Georges Grootjans op 06 Jun 2020 10:10
    12 reactie(s)

    Versie 31

    gerief
    (het ~ (o.), geen mv.)

    1. gereedschap, uitrusting, gerei, spullen
    eetgerief, huisgerief, kampeergerief, kookgerief, keukengerief, knutselgerief, kuisgerief, naaigerief, scheergerief, schildergerief, schoolgerief, schrijfgerief, slaapgerief, tekengerief, toiletgerief, tuingerief, visgerief, zwemgerief,…

    DS2015 geen standaardtaal
    taaladvies.net: standaardtaal in België

    zie ook goed gerief; schoon gerief

    2. mannelijke geslachtsdelen

    Van Dale online: gerief: (1376-1400 ‘genot, voordeel, winst’)
    etymologie onzeker, wel te verbinden met Middelnederlands r?ve (mild, overvloedig)
    > BE be­no­digd­he­den: ge­rei
    ook als twee­de lid in sa­men­stel­lin­gen als de vol­gen­de, waar­in het eer­ste lid een han­de­ling of een werk­ter­rein noemt:
    bakgerief, borduurgerief, bouwgerief, douchegerief, hengelgerief, kampeergerief, klimgerief, rookgerief, voetbalgerief, werkgerief, zitgerief

    1. Ik zal mijn gerief pakken om uwen band te plakken.
    Doet dat computergerief eens van de tafel af, we gaan eten.

    1. Politie vindt gerief voor plantage (Turnhout) – De Standaard

    2. Zijn broek spant zodanig dat je duidelijk zijn gerief ziet zitten.

    Goed gerief moet onder een afdak hangen.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Georges Grootjans op 05 Jun 2020 09:11
    12 reactie(s)

    Versie 30

    gerief
    (het ~ (o.), geen mv.)

    1. gereedschap, uitrusting, gerei, spullen
    eetgerief, huisgerief, kampeergerief, kookgerief, keukengerief, knutselgerief, kuisgerief, naaigerief, scheergerief, schildergerief, schoolgerief, schrijfgerief, slaapgerief, tekengerief, toiletgerief, tuingerief, visgerief, zwemgerief,…

    DS2015 geen standaardtaal

    zie ook goed gerief; schoon gerief

    2. mannelijke geslachtsdelen

    Van Dale online: gerief: (1376-1400 ‘genot, voordeel, winst’)
    etymologie onzeker, wel te verbinden met Middelnederlands r?ve (mild, overvloedig)
    > BE be­no­digd­he­den: ge­rei
    ook als twee­de lid in sa­men­stel­lin­gen als de vol­gen­de, waar­in het eer­ste lid een han­de­ling of een werk­ter­rein noemt:
    bakgerief, borduurgerief, bouwgerief, douchegerief, hengelgerief, kampeergerief, klimgerief, rookgerief, voetbalgerief, werkgerief, zitgerief

    1. Ik zal mijn gerief pakken om uwen band te plakken.
    Doet dat computergerief eens van de tafel af, we gaan eten.

    1. Politie vindt gerief voor plantage (Turnhout) – De Standaard

    2. Zijn broek spant zodanig dat je duidelijk zijn gerief ziet zitten.

    Goed gerief moet onder een afdak hangen.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Georges Grootjans op 05 Jun 2020 09:05
    12 reactie(s)

    Versie 29

    gerief
    (het ~ (o.), geen mv.)

    1. gereedschap, uitrusting, gerei, spullen
    eetgerief, huisgerief, kampeergerief, kookgerief, keukengerief, knutselgerief, kuisgerief, naaigerief, scheergerief, schildergerief, schoolgerief, schrijfgerief, slaapgerief, tekengerief, toiletgerief, tuingerief, visgerief, zwemgerief,…

    DS2015 geen standaardtaal

    zie ook goed gerief; schoon gerief

    2. mannelijke geslachtsdelen

    Van Dale online: gerief: (1376-1400 ‘genot, voordeel, winst’)
    etymologie onzeker, wel te verbinden met Middelnederlands r?ve (mild, overvloedig)
    > BE be­no­digd­he­den: ge­rei
    ook als twee­de lid in sa­men­stel­lin­gen als de vol­gen­de, waar­in het eer­ste lid een han­de­ling of een werk­ter­rein noemt:
    bakgerief, borduurgerief, bouwgerief, douchegerief, hengelgerief, kampeergerief, klimgerief, rookgerief, voetbalgerief, werkgerief, zitgerief

    1. Ik zal mijn gerief pakken om uwen band te plakken.
    Doet dat computergerief eens van de tafel af, we gaan eten.

    1. Politie vindt gerief voor plantage (Turnhout) – De Standaard

    2. Zijn broek spant zodanig dat je duidelijk zijn gerief ziet zitten.

    Goed gerief moet onder een afdak hangen.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Georges Grootjans op 19 Oct 2019 13:18
    12 reactie(s)

    Versie 28

    gerief
    (het ~ (o.), geen mv.)

    1. gereedschap, uitrusting, gerei, spullen
    eetgerief, huisgerief, kampeergerief, kookgerief, keukengerief, knutselgerief, kuisgerief, naaigerief, scheergerief, schildergerief, schoolgerief, schrijfgerief, slaapgerief, tekengerief, toiletgerief, tuingerief, visgerief, zwemgerief,…

    DS2015 geen standaardtaal

    zie ook goed gerief; schoon gerief

    2. mannelijke geslachtsdelen

    Van Dale online: gerief: (1376-1400 ‘genot, voordeel, winst’)
    etymologie onzeker, wel te verbinden met Middelnederlands r?ve (mild, overvloedig)
    > BE be­no­digd­he­den: ge­rei
    ook als twee­de lid in sa­men­stel­lin­gen als de vol­gen­de, waar­in het eer­ste lid een han­de­ling of een werk­ter­rein noemt:
    bakgerief, borduurgerief, bouwgerief, douchegerief, hengelgerief, kampeergerief, klimgerief, rookgerief, voetbalgerief, werkgerief, zitgerief

    1. Ik zal mijn gerief pakken om uwen band te plakken.
    Doet dat computergerief eens van de tafel af, we gaan eten.

    1. Politie vindt gerief voor plantage (Turnhout) – De Standaard

    2. Zijn broek spant zodanig dat je duidelijk zijn gerief ziet zitten.

    Goed gerief moet onder een afdak hangen.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Georges Grootjans op 18 Oct 2019 16:06
    12 reactie(s)

    Versie 27

    gerief
    (het ~ (o.), geen mv.)

    1. gereedschap, uitrusting, gerei, spullen
    eetgerief, huisgerief, kampeergerief, kookgerief, keukengerief, knutselgerief, kuisgerief, naaigerief, scheergerief, schildergerief, schoolgerief, schrijfgerief, slaapgerief, tekengerief, toiletgerief, tuingerief, visgerief, zwemgerief,…

    DS2015 geen standaardtaal

    zie ook goed gerief; schoon gerief

    2. mannelijke geslachtsdelen

    Van Dale online: gerief: (1376-1400 ‘genot, voordeel, winst’)
    etymologie onzeker, wel te verbinden met Middelnederlands r?ve (mild, overvloedig)
    > BE be­no­digd­he­den: ge­rei
    ook als twee­de lid in sa­men­stel­lin­gen als de vol­gen­de, waar­in het eer­ste lid een han­de­ling of een werk­ter­rein noemt:
    bakgerief, borduurgerief, bouwgerief, douchegerief, hengelgerief, kampeergerief, klimgerief, rookgerief, voetbalgerief, werkgerief, zitgerief

    1. Ik zal mijn gerief pakken om uwen band te plakken.
    Doet dat computergerief eens van de tafel af, we gaan eten.

    1. Politie vindt gerief voor plantage (Turnhout) – De Standaard

    2. Zijn broek spant zodanig dat je duidelijk zijn gerief ziet zitten.

    Goed gerief moet onder een afdak hangen.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Georges Grootjans op 17 Oct 2019 20:22
    12 reactie(s)

    Versie 26

    gerief
    (het ~ (o.), geen mv.)

    1. gereedschap, uitrusting, gerei, spullen
    eetgerief, huisgerief, kampeergerief, kookgerief, keukengerief, knutselgerief, kuisgerief, naaigerief, scheergerief, schildergerief, schoolgerief, schrijfgerief, slaapgerief, tekengerief, toiletgerief, tuingerief, visgerief, zwemgerief,…

    DS2015 geen standaardtaal

    zie ook goed gerief; schoon gerief

    2. mannelijke geslachtsdelen

    Van Dale online: gerief: (1376-1400 ‘genot, voordeel, winst’)
    etymologie onzeker, wel te verbinden met Middelnederlands r?ve (mild, overvloedig)
    > BE be­no­digd­he­den: ge­rei
    ook als twee­de lid in sa­men­stel­lin­gen als de vol­gen­de, waar­in het eer­ste lid een han­de­ling of een werk­ter­rein noemt:
    bakgerief, borduurgerief, bouwgerief, douchegerief, hengelgerief, kampeergerief, klimgerief, rookgerief, voetbalgerief, werkgerief, zitgerief

    1. Ik zal mijn gerief pakken om uwen band te plakken.
    Doet dat computergerief eens van de tafel af, we gaan eten.

    1. Politie vindt gerief voor plantage (Turnhout) – De Standaard

    2. Zijn broek spant zodanig dat je duidelijk zijn gerief ziet zitten.

    Goed gerief moet onder een afdak hangen.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Georges Grootjans op 17 Oct 2019 20:22
    12 reactie(s)

    Versie 25

    gerief
    (het ~ (o.), geen mv.)

    1. gereedschap, uitrusting, gerei, spullen
    eetgerief, huisgerief, kookgerief, keukengerief, knutselgerief, kuisgerief, naaigerief, scheergerief, schildergerief, schoolgerief, schrijfgerief, slaapgerief, tekengerief, toiletgerief, tuingerief, visgerief, zwemgerief,…

    DS2015 geen standaardtaal

    zie ook goed gerief; schoon gerief

    2. mannelijke geslachtsdelen

    Van Dale online: gerief: (1376-1400 ‘genot, voordeel, winst’)
    etymologie onzeker, wel te verbinden met Middelnederlands r?ve (mild, overvloedig)
    > BE be­no­digd­he­den: ge­rei
    ook als twee­de lid in sa­men­stel­lin­gen als de vol­gen­de, waar­in het eer­ste lid een han­de­ling of een werk­ter­rein noemt:
    bakgerief, borduurgerief, bouwgerief, douchegerief, hengelgerief, kampeergerief, klimgerief, rookgerief, voetbalgerief, werkgerief, zitgerief

    1. Ik zal mijn gerief pakken om uwen band te plakken.
    Doet dat computergerief eens van de tafel af, we gaan eten.

    1. Politie vindt gerief voor plantage (Turnhout) – De Standaard

    2. Zijn broek spant zodanig dat je duidelijk zijn gerief ziet zitten.

    Goed gerief moet onder een afdak hangen.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Georges Grootjans op 16 Oct 2019 21:44
    12 reactie(s)

    Versie 24

    gerief
    (het ~ (o.), geen mv.)

    1. gereedschap, uitrusting, gerei, spullen
    eetgerief, huisgerief, kookgerief, keukengerief, knutselgerief, kuisgerief, naaigerief, scheergerief, schildergerief, schoolgerief, schrijfgerief, slaapgerief, tekengerief, toiletgerief, tuingerief, visgerief, zwemgerief,…

    DS2015 geen standaardtaal

    zie ook goed gerief; schoon gerief

    2. mannelijke geslachtsdelen

    Van Dale online: gerief: (1376-1400 ‘genot, voordeel, winst’)
    etymologie onzeker, wel te verbinden met Middelnederlands r?ve (mild, overvloedig)
    > BE be­no­digd­he­den: ge­rei
    ook als twee­de lid in sa­men­stel­lin­gen als de vol­gen­de, waar­in het eer­ste lid een han­de­ling of een werk­ter­rein noemt:
    bakgerief, borduurgerief, bouwgerief, douchegerief, hengelgerief, kampeergerief, klimgerief, rookgerief, voetbalgerief, werkgerief, zitgerief

    1. Ik zal mijn gerief pakken om uwen band te plakken.
    Doet dat computergerief eens van de tafel af, we gaan eten.

    1. Politie vindt gerief voor plantage (Turnhout) – De Standaard

    2. Zijn broek spant zodanig dat je duidelijk zijn gerief ziet zitten.

    Goed gerief moet onder een afdak hangen.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Georges Grootjans op 15 Oct 2019 22:33
    12 reactie(s)

    Versie 23

    gerief
    (het ~ (o.), geen mv.)

    1. gereedschap, uitrusting, gerei, spullen
    eetgerief, huisgerief, kookgerief, keukengerief, knutselgerief, kuisgerief, naaigerief, scheergerief, schildergerief, schoolgerief, schrijfgerief, slaapgerief, tekengerief, toiletgerief, tuingerief, visgerief, zwemgerief,…

    DS2015 geen standaardtaal

    zie ook goed gerief

    2. mannelijke geslachtsdelen

    Van Dale online: gerief: (1376-1400 ‘genot, voordeel, winst’)
    etymologie onzeker, wel te verbinden met Middelnederlands r?ve (mild, overvloedig)
    > BE be­no­digd­he­den: ge­rei
    ook als twee­de lid in sa­men­stel­lin­gen als de vol­gen­de, waar­in het eer­ste lid een han­de­ling of een werk­ter­rein noemt:
    bakgerief, borduurgerief, bouwgerief, douchegerief, hengelgerief, kampeergerief, klimgerief, rookgerief, voetbalgerief, werkgerief, zitgerief

    1. Ik zal mijn gerief pakken om uwen band te plakken.
    Doet dat computergerief eens van de tafel af, we gaan eten.

    1. Politie vindt gerief voor plantage (Turnhout) – De Standaard

    2. Zijn broek spant zodanig dat je duidelijk zijn gerief ziet zitten.

    Goed gerief moet onder een afdak hangen.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Georges Grootjans op 15 Oct 2019 22:15
    12 reactie(s)

    Versie 22

    gerief
    (het ~ (o.), geen mv.)

    1. gereedschap, uitrusting, gerei, spullen
    eetgerief, huisgerief, kookgerief, keukengerief, knutselgerief, kuisgerief, naaigerief, scheergerief, schildergerief, schoolgerief, schrijfgerief, slaapgerief, tekengerief, toiletgerief, tuingerief, visgerief, zwemgerief,…

    DS2015 geen standaardtaal

    zie ook goed gerief

    2. mannelijke geslachtsdelen

    Van Dale online: gerief: (1376-1400 ‘genot, voordeel, winst’)
    etymologie onzeker, wel te verbinden met Middelnederlands r?ve (mild, overvloedig)
    > BE be­no­digd­he­den: ge­rei
    ook als twee­de lid in sa­men­stel­lin­gen als de vol­gen­de, waar­in het eer­ste lid een han­de­ling of een werk­ter­rein noemt:
    bakgerief, borduurgerief, bouwgerief, douchegerief, hengelgerief, kampeergerief, klimgerief, rookgerief, voetbalgerief, werkgerief, zitgerief

    1. Ik zal mijn gerief pakken om uwen band te plakken.
    Doet dat computergerief eens van de tafel af, we gaan eten.

    1. Politie vindt gerief voor plantage (Turnhout) – De Standaard

    2. Zijn broek spant zodanig dat je duidelijk zijn gerief ziet zitten.

    Goed gerief moet onder een afdak hangen.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Georges Grootjans op 15 Oct 2019 20:46
    12 reactie(s)

    Versie 21

    gerief
    (het ~ (o.), geen mv.)

    1. gereedschap, uitrusting, gerei, spullen
    eetgerief, huisgerief, kookgerief, keukengerief, knutselgerief, kuisgerief, naaigerief, scheergerief, schildergerief, schoolgerief, schrijfgerief, slaapgerief, tekengerief, toiletgerief, tuingerief, visgerief, zwemgerief,…

    2. mannelijke geslachtsdelen

    Van Dale online: gerief: (1376-1400 ‘genot, voordeel, winst’)
    etymologie onzeker, wel te verbinden met Middelnederlands r?ve (mild, overvloedig)
    > BE be­no­digd­he­den: ge­rei
    ook als twee­de lid in sa­men­stel­lin­gen als de vol­gen­de, waar­in het eer­ste lid een han­de­ling of een werk­ter­rein noemt:
    bakgerief, borduurgerief, bouwgerief, douchegerief, hengelgerief, kampeergerief, klimgerief, rookgerief, voetbalgerief, werkgerief, zitgerief

    1. Ik zal mijn gerief pakken om uwen band te plakken.
    Doet dat computergerief eens van de tafel af, we gaan eten.

    2. Zijn broek spant zodanig dat je duidelijk zijn gerief ziet zitten.

    Goed gerief moet onder een afdak hangen.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Georges Grootjans op 01 Apr 2018 10:16
    12 reactie(s)

    Versie 20

    gerief
    (het ~ (o.), geen mv.)

    1. gereedschap, uitrusting, gerei, spullen
    huisgerief, kookgerief, keukengerief, knutselgerief, kuisgerief, naaigerief, scheergerief, schildergerief, schoolgerief, schrijfgerief, slaapgerief, tekengerief, toiletgerief, tuingerief, visgerief, zwemgerief,…

    2. mannelijke geslachtsdelen

    Van Dale online: gerief: (1376-1400 ‘genot, voordeel, winst’)
    etymologie onzeker, wel te verbinden met Middelnederlands r?ve (mild, overvloedig)
    > BE be­no­digd­he­den: ge­rei
    ook als twee­de lid in sa­men­stel­lin­gen als de vol­gen­de, waar­in het eer­ste lid een han­de­ling of een werk­ter­rein noemt:
    bakgerief, borduurgerief, bouwgerief, douchegerief, hengelgerief, kampeergerief, klimgerief, rookgerief, voetbalgerief, werkgerief, zitgerief

    1. Ik zal mijn gerief pakken om uwen band te plakken.
    Doet dat computergerief eens van de tafel af, we gaan eten.

    2. Zijn broek spant zodanig dat je duidelijk zijn gerief ziet zitten.

    Goed gerief moet onder een afdak hangen.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 07 Dec 2017 16:46
    12 reactie(s)

    Versie 19

    gerief
    (het ~ (o.), geen mv.)

    1. gereedschap, uitrusting, gerei, spullen
    huisgerief, kookgerief, keukengerief, knutselgerief, kuisgerief, naaigerief, scheergerief, schildergerief, schoolgerief, schrijfgerief, slaapgerief, tekengerief, toiletgerief, tuingerief, visgerief, zwemgerief,…

    2. mannelijke geslachtsdelen

    VD online: gerief: (1376-1400 ‘genot, voordeel, winst’)
    etymologie onzeker, wel te verbinden met Middelnederlands r?ve (mild, overvloedig)
    > BE be­no­digd­he­den: ge­rei
    ook als twee­de lid in sa­men­stel­lin­gen als de vol­gen­de, waar­in het eer­ste lid een han­de­ling of een werk­ter­rein noemt:
    bakgerief, borduurgerief, bouwgerief, douchegerief, hengelgerief, kampeergerief, klimgerief, rookgerief, voetbalgerief, werkgerief, zitgerief

    1. Ik zal mijn gerief pakken om uwen band te plakken.
    Doet dat computergerief eens van de tafel af, we gaan eten.

    2. Zijn broek spant zodanig dat je duidelijk zijn gerief ziet zitten.
    Goed gerief moet onder een afdak hangen.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 13 Dec 2015 03:01
    12 reactie(s)

    Versie 18

    gerief
    (het ~ (o.), geen mv.)

    1. gereedschap, uitrusting, gerei, spullen
    huisgerief, kookgerief, keukengerief, knutselgerief, kuisgerief, naaigerief, scheergerief, schildergerief, schoolgerief, schrijfgerief, slaapgerief, tekengerief, toiletgerief, tuingerief, visgerief, zwemgerief,…

    2. mannelijke geslachtsdelen

    VD online: gerief: (1376-1400 ‘genot, voordeel, winst’)
    etymologie onzeker, wel te verbinden met Middelnederlands r?ve (mild, overvloedig)
    > BE be­no­digd­he­den: ge­rei
    ook als twee­de lid in sa­men­stel­lin­gen als de vol­gen­de, waar­in het eer­ste lid een han­de­ling of een werk­ter­rein noemt:
    bakgerief, borduurgerief, bouwgerief, douchegerief, hengelgerief, kampeergerief, klimgerief, naaigerief, rookgerief, voetbalgerief, werkgerief, zitgerief

    1. Ik zal mijn gerief pakken om uwen band te plakken.
    Doet dat computergerief eens van de tafel af, we gaan eten.

    2. Zijn broek spant zodanig dat je duidelijk zijn gerief ziet zitten.
    Goed gerief moet onder een afdak hangen.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 13 Dec 2015 03:00
    12 reactie(s)

    Versie 17

    gerief
    (het ~ (o.), geen mv.)

    1. gereedschap, uitrusting, gerei, spullen
    huisgerief, kookgerief, keukengerief, knutselgerief, kuisgerief, naaigerief, scheergerief, schildergerief, schoolgerief, schrijfgerief, slaapgerief, tekengerief, toiletgerief, tuingerief, visgerief, zwemgerief, enz.;

    2. mannelijke geslachtsdelen

    VD:
    (1376-1400 ‘genot, voordeel, winst’)
    etymologie onzeker, wel te verbinden met Middelnederlands r?ve (mild, overvloedig)

    1. Ik zal mijn gerief pakken om uwen band te plakken.

    2. Zijn broek spant zodanig dat je duidelijk zijn gerief ziet zitten.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Georges Grootjans op 21 Nov 2014 16:23
    12 reactie(s)

    Versie 16

    gerief
    (het ~ (o.), geen mv.)

    1. gereedschap, uitrusting, gerei, spullen
    huisgerief, kookgerief, keukengerief, knutselgerief, kuisgerief, naaigerief, scheergerief, schildergerief, schoolgerief, schrijfgerief, slaapgerief, tekengerief, toiletgerief, tuingerief, visgerief, zwemgerief, enz.;

    2. mannelijke geslachtsdelen

    VD:
    (1376-1400 ‘genot, voordeel, winst’)
    etymologie onzeker, wel te verbinden met Middelnederlands r?ve (mild, overvloedig)

    1. Ik zal mijn gerief pakken om uwen band te plakken.

    2. Zijn broek spant zodanig dat je duidelijk zijn gerief ziet zitten.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 17 Dec 2012 01:51
    12 reactie(s)

    Versie 15

    gerief
    (het ~ (o.), geen mv.)

    gereedschap, uitrusting, gerei, spullen
    huisgerief, kookgerief, keukengerief, knutselgerief, kuisgerief, naaigerief, scheergerief, schildergerief, schoolgerief, schrijfgerief, slaapgerief, tekengerief, toiletgerief, tuingerief, visgerief, zwemgerief, enz.;

    mannelijke geslachtsdelen

    < Van Dale: (1376-1400 ‘genot, voordeel, winst’) etymologie onzeker, wel te verbinden met Middelnederlands r?ve (mild, overvloedig)

    Ik zal mijn gerief pakken om uwen band te plakken.
    Zijn broek spant zodanig dat je duidelijk zijn gerief ziet zitten.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 05 Feb 2012 15:11
    12 reactie(s)

    Versie 14

    gerief
    (het ~ (o.), geen mv.)

    gereedschap, uitrusting, gerei, spullen
    mannelijke geslachtsdelen

    < Van Dale: (1376-1400 ‘genot, voordeel, winst’) etymologie onzeker, wel te verbinden met Middelnederlands r?ve (mild, overvloedig)

    Ik zal mijn gerief pakken om uwen band te plakken.
    Zijn broek spant zodanig dat je duidelijk zijn gerief ziet zitten.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 19 Sep 2011 17:01
    12 reactie(s)

    Versie 13

    gerief
    (het ~ (o.), geen mv.)

    gereedschap, uitrusting
    -mannelijke geslachtsdelen

    (1376-1400 ‘genot, voordeel, winst’) etymologie onzeker, wel te verbinden met Middelnederlands r?ve (mild, overvloedig)

    WNT: Etymologie: komt van gafuori.
    1. Nut, voordeel, gewin. Oudfries: f?re: ‘voordeel, nut’
    Zij bereiken echter niet de kroon van de eeuwige erfenis en de tafel van de goddelijke aanschouwing, omdat zij al hun werken doen ter wille van de wereldse roem en ter wille van aards gewin. LW 103,28 Egmond, Holland, ca. 1100.
    2. Gemak, gerief, comfort.
    *gifuori // jafuer. Gemak, gerief, comfort. FEW XVI, 6 Noord-Frankrijk, Noord-Frankrijk, 1150.
    Literatuur: FEW XVI 6
    zie:http://gtb.inl.nl/iWDB/search?actie=article&wdb=ONW&id=ID1808&betekenis=gerief&citaatcompleet=gerief&article=gerief

    Overige historische woordenboeken: MNW: gevoere (znw.o.)
    zie: http://gtb.inl.nl/iWNTLINKS/DATADIR/paginazy.html?EWN+/iWDB/search?actie=article_content&wdb=EWN&id=ewn004997

    Ik zal mijn gerief pakken om uwen band te plakken.

    - Zijn broek spant zodanig,dat je duidelijk zijn gerief ziet zitten.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 03 Jun 2011 10:12
    12 reactie(s)

    Versie 12

    gerief
    (het ~ (o.), geen mv.)

    gereedschap, uitrusting
    -mannelijke geslachtsdelen

    WNT: Etymologie: komt van gafuori.
    1. Nut, voordeel, gewin. Oudfries: f?re: ‘voordeel, nut’
    Zij bereiken echter niet de kroon van de eeuwige erfenis en de tafel van de goddelijke aanschouwing, omdat zij al hun werken doen ter wille van de wereldse roem en ter wille van aards gewin. LW 103,28 Egmond, Holland, ca. 1100.
    2. Gemak, gerief, comfort.
    *gifuori // jafuer. Gemak, gerief, comfort. FEW XVI, 6 Noord-Frankrijk, Noord-Frankrijk, 1150.
    Literatuur: FEW XVI 6
    zie:http://gtb.inl.nl/iWDB/search?actie=article&wdb=ONW&id=ID1808&betekenis=gerief&citaatcompleet=gerief&article=gerief

    Overige historische woordenboeken: MNW: gevoere (znw.o.)
    zie: http://gtb.inl.nl/iWNTLINKS/DATADIR/paginazy.html?EWN+/iWDB/search?actie=article_content&wdb=EWN&id=ewn004997

    Ik zal mijn gerief pakken om uwen band te plakken.

    - Zijn broek spant zodanig,dat je duidelijk zijn gerief ziet zitten.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 03 Jun 2011 02:30
    12 reactie(s)

    Versie 11

    gerief
    (het ~ (o.), geen mv.)

    gereedschap, uitrusting
    -mannelijke geslachtsdelen

    WNT: Etymologie: komt van gafuori.
    1. Nut, voordeel, gewin. Oudfries: f?re: ‘voordeel, nut’
    Zij bereiken echter niet de kroon van de eeuwige erfenis en de tafel van de goddelijke aanschouwing, omdat zij al hun werken doen ter wille van de wereldse roem en ter wille van aards gewin. LW 103,28 Egmond, Holland, ca. 1100.
    2. Gemak, gerief, comfort.
    *gifuori // jafuer. Gemak, gerief, comfort. FEW XVI, 6 Noord-Frankrijk, Noord-Frankrijk, 1150.
    Literatuur: FEW XVI 6

    Overige historische woordenboeken: MNW: gevoere (znw.o.)
    zie: http://gtb.inl.nl/iWNTLINKS/DATADIR/paginazy.html?EWN+/iWDB/search?actie=article_content&wdb=EWN&id=ewn004997

    Ik zal mijn gerief pakken om uwen band te plakken.

    - Zijn broek spant zodanig,dat je duidelijk zijn gerief ziet zitten.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 03 Jun 2011 02:26
    12 reactie(s)

    Versie 10

    gerief
    (het ~ (o.), geen mv.)

    gereedschap, uitrusting
    -mannelijke geslachtsdelen

    WNT: Etymologie: komt van gafuori.
    1. Nut, voordeel, gewin. Oudfries: f?re: ‘voordeel, nut’
    Zij bereiken echter niet de kroon van de eeuwige erfenis en de tafel van de goddelijke aanschouwing, omdat zij al hun werken doen ter wille van de wereldse roem en ter wille van aards gewin. LW 103,28 Egmond, Holland, ca. 1100.
    2. Gemak, gerief, comfort.
    *gifuori // jafuer. Gemak, gerief, comfort. FEW XVI, 6 Noord-Frankrijk, Noord-Frankrijk, 1150.
    Literatuur: FEW XVI 6

    Overige historische woordenboeken: MNW: gevoere (znw.o.)

    Ik zal mijn gerief pakken om uwen band te plakken.

    - Zijn broek spant zodanig,dat je duidelijk zijn gerief ziet zitten.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 03 Jun 2011 02:24
    12 reactie(s)

    Versie 9

    gerief
    (het ~ (o.), geen mv.)

    gereedschap, uitrusting
    -mannelijke geslachtsdelen

    WNT: Etymologie: komt van gafuori.
    1. Nut, voordeel, gewin. Oudfries: f?re: ‘voordeel, nut’
    Zij bereiken echter niet de kroon van de eeuwige erfenis en de tafel van de goddelijke aanschouwing, omdat zij al hun werken doen ter wille van de wereldse roem en ter wille van aards gewin. LW 103,28 Egmond, Holland, ca. 1100.
    2. Gemak, gerief, comfort.
    *gifuori // jafuer. Gemak, gerief, comfort. FEW XVI, 6 Noord-Frankrijk, Noord-Frankrijk, 1150.
    Literatuur: FEW XVI 6

    Ik zal mijn gerief pakken om uwen band te plakken.

    - Zijn broek spant zodanig,dat je duidelijk zijn gerief ziet zitten.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 02 Jun 2011 23:29
    12 reactie(s)

    Versie 8

    gerief
    (het ~ (o.), geen mv.)

    gereedschap, uitrusting

    -mannelijke geslachtsdelen

    Ik zal mijn gerief pakken om uwen band te plakken.

    - Zijn broek spant zodanig,dat je duidelijk zijn gerief ziet zitten.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door hamamelis op 14 Jan 2010 20:16
    12 reactie(s)

    Versie 7

    gerief
    (het ~ (o.), geen mv.)

    gereedschap, uitrusting

    Ik zal mijn gerief pakken om uwen band te plakken.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Diederik op 14 Mar 2008 14:08
    12 reactie(s)

    Versie 6

    gerief
    (het ~ (o.), geen mv.)

    gereedschap, uitrusting

    Ik zal mijn gerief pakken om uw band te plakken.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Grytolle op 12 Feb 2008 23:10
    12 reactie(s)

    Versie 5

    gerief
    (het ~ (o.), geen mv. )

    gereedschap, uitrusting

    Ik zal mijn gerief pakken om uw band te plakken.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door haloewie op 09 Feb 2008 22:31
    12 reactie(s)

    Versie 4

    gerief
    (het ~, gerieven)

    gereedschap, uitrusting

    Ik zal mijn gerief pakken om uw band te plakken.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Grytolle op 23 Jan 2008 00:37
    12 reactie(s)

    Versie 3

    gerief
    (het ~)

    gereedschap, uitrusting

    Ik zal mijn gerief pakken om uw band te plakken.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door aliekens op 09 Jan 2008 16:09
    12 reactie(s)

    Versie 2

    gerief

    gereedschap, uitrusting

    Ik zal mijn gerief pakken om uw band te plakken.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door aliekens op 20 Nov 2007 17:56
    12 reactie(s)

    Versie 1

    gerief

    gereedschap

    Ik zal mijn gerief pakken om uw band te plakken.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door aliekens op 16 Sep 2007 18:18
    12 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.