Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent
Dit is slechts 1 definitie voor "autostrade." Bekijk alle definities.
autosnelweg
vnw: snelweg, autoweg
afleiding: fietsostrade, velostrade
zie ook wegcode
Op de autostrade moogt ge 120 rijden.
Op Van Algemeen Nut, dat archiefprogramma over de BRT van toendertijd, kwam de familie Florquin haar opwachting maken. De kinderen Florquin werden door vader Joos Florquin wekelijks opgevoerd in het taalverbeteringsprogramma Hier spreekt men Nederlands. Hilarische fragmenten natuurlijk waaruit blijkt dat die zeg-niet-zus-maar-wel-zo aanpak totaal belachelijk was. Die kinderen wisten destijds ook niet beter, maar gevraagd naar de opvolging van vader Joos Florquin was er toch een van de dochters die als germaniste opmerkte dat de andere gast Helmut Lotti een taalfout had gemaakt door autostrade te zeggen in de plaats van autoweg of autosnelweg. Anno 2019! Zou het dan toch een genetische afwijking zijn? Nu, Helmut Lotti verdedigde zijn woordkeuze terecht met de opmerking dat autostrade veel lyrischer klinkt dan autosnelweg. Een argument waar geen enkele taalregel tegenop kan. Tiritomba… tiritomba…
Ik heb het eens bekeken. Bovenop het feit dat ze een beetje lachen met die aanpak komt eigenlijk de pure ironie dat ze ‘Lutteke’ ondertitelen als ‘Lutje’, niet in de uitzending van toen maar in de uitzending van nu. Allez jong… Helmut Lotti zijn reactie op die autostrade-zever was wel prachtig: kurkdroog “Oh, jammer.”, en daaropvolgend een volledig terechte opmerking dat woorden als ‘gympjes’ en ‘deleten’ evenmin Nederlands zouden mogen zijn als autostrades dat niet mogen, waarop dat die madam in feite met haar mond vol tanden stond. “Ja maar gympjes komt van gymnastiek dus dat is goed Nederlands.” “Ja, maar turnen ook he.”
Wat dat mij wel enigszins goed stemt is dat het ‘lomp boerken’, dat naar voren werd (en wordt) geschoven om de achterlijke en zelfs lelijke dialectspreker alias holbewoner tegenover de slimme, knappe en rijke ABN-prater te plaatsen, nog altijd perfect verstaanbaar is. Daar heb ik nu eens keet van.
Ingelogde gebruikers kunnen reacties aan deze definitie toevoegen.
Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.