Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent
De beschrijving van deze term werd 5 keer aangepast.
negentig.
Vermoedelijk van het Oudgermaanse ‘tien-negen’: *‘hant-negen’ > *‘t-negen’, waarvan de t in het Standaardnederlands enkel bij ‘t-achtig’ is bewaard en waaraan opnieuw het suffix ‘-tig’, zijnde tien, werd toegevoegd.
Of minder waarschijnlijk: gevormd naar analogie met ‘tachtig’.
De vorm ‘tnegentig’ is zeldzamer dan de andere, want moeilijk uitspreekbaar.
Algemeen in gebruik in West- en Oost-Vlaanderen evenals Zeeland, daarbuiten (sterk) verouderd maar niet uitgestorven.
Dialectkaart ‘tnegentig’ van A.A. Weijnen (bron: Jan Stroop, twitter.com)
?Tveertig, tvijftig, tsjestig, tsjeeëntig, tachtig, tnegentig.
Mijn pépé en mémé zijn allebei in de tnegentig geworden, hij eenennegentig en zij vierennegentig.
negentig.
Vermoedelijk van het Oudgermaanse ‘tien-negen’: *‘hant-negen’ > *‘t-negen’, waarvan de t in het Standaardnederlands enkel bij ‘t-achtig’ is bewaard en waaraan opnieuw het suffix ‘-tig’, zijnde tien, werd toegevoegd.
Of minder waarschijnlijk: gevormd naar analogie met ‘tachtig’.
De vorm ‘tnegentig’ is zeldzamer dan de andere, want moeilijk uitspreekbaar.
Algemeen in gebruik in West- en Oost-Vlaanderen evenals Zeeland, daarbuiten (sterk) verouderd maar niet uitgestorven.
?Tveertig, tvijftig, tsjestig, tsjeeëntig, tachtig, tnegentig.
Mijn pépé en mémé zijn allebei in de tnegentig geworden, hij eenennegentig en zij vierennegentig.
negentig.
Vermoedelijk van het Oudgermaanse ‘tien-negen’: *‘hant-negen’ > *‘t-negen’, waarvan de t in het Standaardnederlands enkel bij ‘t-achtig’ is bewaard en waaraan opnieuw het suffix ‘-tig’, zijnde tien, werd toegevoegd.
Of minder waarschijnlijk: gevormd naar analogie met ‘tachtig’.
De vorm ‘tnegentig’ is zeldzamer dan de andere, want moeilijk uitspreekbaar.
?Tveertig, tvijftig, tsjestig, tsjeeëntig, tachtig, tnegentig.
Mijn pépé en mémé zijn allebei in de tnegentig geworden, hij eenennegentig en zij vierennegentig.
negentig.
Vermoedelijk van het Oudgermaanse ‘tien-negen’: *‘hant-negen’ > *‘t-negen’, waarvan de t in het Standaardnederlands enkel bij ‘t-achtig’ is bewaard en waaraan opnieuw het suffix ‘-tig’, zijnde tien, werd toegevoegd.
Of minder waarschijnlijk: gevormd naar analogie met ‘tachtig’.
De vorm ‘tnegentig’ is zeldzamer dan de andere, want moeilijk uitspreekbaar.
Tveertig, tvijftig, tsjestig, tsjeeëntig, tachtig, tnegentig.
Vermoedelijk van het Oudgermaanse ‘tien-negen’: *‘hant-negen’ > *‘t-negen’, waarvan de t in het Standaardnederlands enkel bij ‘t-achtig’ is bewaard en waaraan opnieuw het suffix ‘-tig’, zijnde tien, werd toegevoegd.
Of minder waarschijnlijk: gevormd naar analogie met ‘tachtig’.
De vorm ‘tnegentig’ is zeldzamer dan de andere, want moeilijk uitspreekbaar.
Tveertig, tvijftig, tsjestig, tsjeeëntig, tachtig, tnegentig.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.