Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent
Dit is slechts 1 definitie voor "plaatslager." Bekijk alle definities.
carrosseriewerker, koetswerker (plaatbewerker)
Een plaatslager ook wel carrossier herstelt schade aan het koetswerk van een wagen. Bij kleinere bedrijven is het vaak het een allround vakman die meerdere technieken tegelijk beheerst: uitblutsen, lassen en spuiten.
Plaatslager en carrossier zijn volop te googelen.
Koetswerker had me een logischer woord geleken. Weinig googels. Wel: koetswerkhersteller en: de sector koetswerk.
Koetswerk om het geheel van de carrosserie te beschrijven wordt nog gbruikt in NL.
medewerker wordt in de betekenis van werker gebruikt zoals in: bibliotheekmedewerker, secretariaatsmedewerker, …
Maar ik denk dat het hier misschien over een geval van taalpurisme gaat waar de adverteerders het woord carrossier heeft willen vermijden?
I.d.d. carrossier is volop te googelen in Vlaanderen én Walonië. zie: http://www.youtube.com/watch?v=2mIJLt6XX0k&feature=player_embedded
In het filmpje passeren o.a. de woorden: uitblutsen (uitdeuken) en ‘de schilderij’ voor schilderwerkplaats.
‘Medewerker’ is een een eufemisme voor arbeider, al weer een tijd geleden in Nederland bedacht. In VL is ‘arbeider’ voor de zwaardere handberoepen meer in gebruik gebleven.
Een dubbel gebakken!
Zal het overschrijven van zodra ik wat nieuws heb.
Oei, LG, het was niet mijn bedoeling het lemma te laten veranderen. Carrossier staat er al in. Maar misschien is ‘plaatslager’ nog een idee. De googlementen in NL hebben precies nogal betrekking op VL.
Ook in de scheepvaart is dit een gekende term. Bij scheepsherstellingsbedrijven blutst een plaatslager kleine deuken uit een scheepshuid. Vroeger met een brander en een voorhamer, tegenwoordig met hydraulisch gereedschap.
Slagers, een slag.
‘Slagers’ bewerken in NL alleen nog maar het vlees. Het is met het werkwoord ‘slagen’ voor slaan helemaal uitgestorven.
Op de scheepswerven in NL is het ‘ijzerwerk’ aan een schip verdeeld in ijzerwerkers (plaatwerkers) die al het voorbereidende (ijzer)werk doen en de lassers die alles aflassen. Hoe kleiner de werf hoe meer de baas zelf moet doen. Nooit zal ik de ijzerwerker vergeten die met een heetstoker en een natte lap een lelijke deuk eruit ‘kromp’.
In de tijd dat er nog geklonken werd waren er veel meer specialisaties. O.a. ‘de nageljongens’ die zich met het verhitten, opgooien, vangen en aanbrengen van de klinknagels bezig hielden. Een tegenhouder aan de buitenkant en een klinker in het schip maakten de boel af.
Stokdoof werden ze.
Allemaal.
Ingelogde gebruikers kunnen reacties aan deze definitie toevoegen.
Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.