Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent
De beschrijving van deze term werd 10 keer aangepast.
ruiken, een geur waarnemen
Die ‘t eerst riekt, z’n holleke piept/pikt. (uitdrukking)
ook wel: Degene die ’t eerst riekt, die heeft ’t geflikt.
Degene die het eerst een kwalijke windgeur waarneemt en er (figuurlijk) lucht aan geeft, die is er verantwoordelijk voor.
West-Vlaams: Riek je gie dat ook? Ze zien hier entwaarsen (entwaarten) een beerput aan ’t legen.
Antwerps: Riekte gij dat ook? Ze zèn ier ieverans nen beerput aan ’t leeg maken.
> andere betekenis van rieken
ruiken, een geur waarnemen
Die ‘t eerst riekt, z’n holleke piept/pikt. (uitdrukking)
ook wel: Degene die ’t eerst riekt, die heeft ’t geflikt.
Degene die het eerst een kwalijke windgeur waarneemt en er (figuurlijk) lucht aan geeft, die is er verantwoordelijk voor.
West-Vlaams: Riek je gie dat ook? Ze zien hier entwaarsen (entwaarten) een beerput aan ’t legen.
Antwerps: Riekte gij dat ook? Ze zèn ier ieverans nen beerput aan ’t leeg maken.
ruiken, een geur waarnemen
Die ‘t eerst riekt, z’n nolleke piept. (uitdrukking)
ook wel: Degene die ’t eerst riekt, die heeft ’t geflikt.
Degene die het eerst een kwalijke windgeur waarneemt en er (figuurlijk) lucht aan geeft, die is er verantwoordelijk voor.
West-Vlaams: Riek je gie dat ook? Ze zien hier entwaarsen (entwaarten) een beerput aan ’t legen.
Antwerps: Riekte gij dat ook? Ze zèn ier ieverans nen beerput aan ’t leeg maken.
(slecht) ruiken, stinken; een geur waarnemen
Die ‘t eerst riekt, z’n nolleke piept. (uitdrukking)
ook wel: Degene die ’t eerst riekt, die heeft ’t geflikt.
Degene die het eerst een kwalijke windgeur waarneemt en er (figuurlijk) lucht aan geeft, die is er verantwoordelijk voor.
West-Vlaams: Riek je gie dat ook? Ze zien hier entwaarsen (entwaarten) een beerput aan ’t legen.
Antwerps: Riekte gij dat ook? Ze zèn ier ieverans nen beerput aan ’t leeg maken.
ruiken, een geur waarnemen
Die ‘t eerst riekt, z’n nolleke piept. (uitdrukking)
ook wel: Degene die ’t eerst riekt, die heeft ’t geflikt.
Degene die het eerst een kwalijke windgeur waarneemt en er (figuurlijk) lucht aan geeft, die is er verantwoordelijk voor.
West-Vlaams: Riek je gie dat ook? Ze zien hier entwaarsen (entwaarten) een beerput aan ’t legen.
Antwerps: Riekte gij dat ook? Ze zèn ier ieverans nen beerput aan ’t leeg maken.
ruiken
Die ‘t eerst riekt, z’n nolleke piept. (uitdrukking)
ook wel: Degene die ’t eerst riekt, die heeft ’t geflikt.
Degene die het eerst een kwalijke windgeur waarneemt en er (figuurlijk) lucht aan geeft, die is er verantwoordelijk voor.
West-Vlaams: Riek je gie dat ook? Ze zien hier entwaarsen (entwaarten) een beerput aan ’t legen.
Antwerps: Riekte gij dat ook? Ze zèn ier ieverans nen beerput aan ’t leeg maken.
(iets) ruiken
Die ‘t eerst riekt, z’n nolleke piept. (uitdrukking)
ook wel: (Degene) die ’t eerst riekt, die heeft ’t geflikt.
Degene die het eerst een kwalijke windgeur waarneemt en er (figuurlijk) lucht aan geeft, die is er verantwoordelijk voor.
West-Vlaams: Riek je gie dat ook? Ze zien hier entwaarsen (entwaarten) een beerput aan ’t legen.
Antwerps: Riekte gij dat ook? Ze zèn ier ieverans nen beerput aan ’t leeg maken.
(iets) ruiken
Die ‘t eerst riekt, z’n nolleke piept. (uitdrukking)
ook wel: (Degene) die ’t eerst riekt, die heeft ’t geflikt.
Degene die het eerst een kwalijke windgeur waarneemt en er (figuurlijk) lucht aan geeft, die is er verantwoordelijk voor.
Riek je gie dat ook? Ze zien hier entwaarsen een beerput aan ’t legen.
(iets) ruiken
Die ‘t eerst riekt, z’n nolleke piept. (uitdrukking)
ook wel: (Degene) die ’t eerst riekt, die heeft ’geflikt.
Degene die het eerst een kwalijke windgeur waarneemt en er (figuurlijk) lucht aan geeft, die is er verantwoordelijk voor.
Riek je gie dat ook? Ze zien hier entwaarsen een beerput aan ’t legen.
(iets) ruiken
Die ‘t eerst riekt, z’n nolleke piept. (uitdrukking)
Degene die het eerst een kwalijke windgeur waarneemt en er (figuurlijk) lucht aan geeft, die is er verantwoordelijk voor.
Riek je gie dat ook? Ze zien hier entwaarsen een beerput aan ’t legen.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.