Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent
Dit is slechts 1 definitie voor "bricoleur." Bekijk alle definities.
1) Prutser, Negatieve vorm van doe het zelver
2) knutselaar
vgl bricoleren, bricolage, kleuteraar, kleuteren,
1) Da muurje staat zo krom gelijk ne zikkel, verzekers van een bricoleur gezet!
2) Die bricoleur maakt mooie vliegtuigjes in modelbouw.
Het is niet altijd negatief of kleinerend:
“Belgen zijn ‘bricoleurs’, knutselaars die ergens aan beginnen en dan wel zien waar ze uitkomen. Nederlanders zijn ingenieurs, die gaan eerst vergaderen over het bouwplan.” (VADB)
‘De typische Nederlandse ingenieur is bedreven in het máken van een plan; de typisch Belgische bricoleur is zeer bekwaam in het trékken van zijn plan.’ (Kampioen grote bek, nederlandkunde door Belgische ogen)
Ingelogde gebruikers kunnen reacties aan deze definitie toevoegen.
Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.