Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent

    het

    Dit is slechts 1 definitie voor "het." Bekijk alle definities.

    het
    (+ werkwoord)

    er/der + werkwoord, enkel aan het begin van een zin

    Ook in Oost-Vlaanderen
    zie ook t

    zie andere definities van het

    ’t Staan verzekers duusd ottos in panne op de autostrade.

    ’t Ga morgen eindelijk ne keer ewa regen vallen.

    ’t Is hier geen kat.

    4 reactie(s)  |  oudere versies
    Toegevoegd door nthn en laatst gewijzigd door de Bon (05 Aug 2021 10:47)

    👍
    143

    Reacties

    Bij nader inzien is dit een duplicaat van http://vlaamswoordenboek.be/definities/toon/17898.

    Volgens mij is dit algemeen Vlaams, wordt alleszins in West- en Oost-Vlaanderen gebruikt, maar liefst nog bevestiging van Brabanders en/of Limburgers. ‘k Heb het ingevoerd als ’het’ en niet ‘t’ gelijk dat het wordt uitgesproken om het gemakkelijker te vinden.

    Toegevoegd door nthn op 28 Jul 2018 00:10

    Voor zover ik weet wordt het in Antwerpen en de Antwerpse Kempen niet gebruikt.

    Is het hetzelfde als dit in het WNT? (Dus Middelnederlands en bewaard in o.a. West-Vlaanderen)

    “In de vroegere taal (het Mnl.) en thans nog in Zuid-Ndl. (zie de bo 374 b e.v. (1873)) als voorlooper van een aanstonds te noemen enkel- of meervoudig onderwerp; dus in eene constructie en op de plaats waar thans in niet-gewestelijke taal gewoonlijk daar (er) staat.
    Het quamen drie ruyters geloopen. Antw. Liedb. 87.
    Het voer een maechdelijn over rijn, 91.
    Het bloeden de Planeten, de castelein, Bal. 8.
    Twassen selden goey vruchten uut quaden troncken, a. bijns 163.
    Het gater vele gecleedt int zwarte, Gentsche Ref. 153.
    Het seggen veel, wie sal enz., marnix, Ps. 4, 3.
    Het sweeft een frisschen dauw, hooft, Ged. 2, 252 1613.
    Het hanght een heuvel oover deeze stadt, hooft, N.H. 6 1642.
    Het viel … een’ dikke sneeuw, 297.”

    Toegevoegd door de Bon op 28 Jul 2018 21:01

    Bedankt, de Bon! Aan de hand van die voorbeeldzinnen lijkt het mij inderdaad om precies hetzelfde te gaan. Als ik het goed begrijp was ‘het’ vroeger algemeen verspreid, nadien beperkt tot de zuidelijke Nederlanden en nu misschien beperkt tot West- en Oost-Vlaanderen. Hier is ‘het’ alleszins nog niet op zijn retour.

    Toegevoegd door nthn op 29 Jul 2018 14:48

    Toch wel in sommige regio’s van de Antwerpse Kempen: Herentals, Geel, Olen. Vooral die 2de voorbeeldzin klinkt heel vertrouwd.

    Toegevoegd door fansy op 11 Mar 2019 13:13

    Voeg een reactie toe

    Ingelogde gebruikers kunnen reacties aan deze definitie toevoegen.

    Log in

    Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

    Uw gebruikersnaam
    Uw geheime paswoord

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.