Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent

    Vlaamse uitspraak

    De beschrijving van deze term werd 137 keer aangepast.

    Versie 137

    Vlaamse uitspraak
    (uitspraakvarianten)

    Heel wat woorden worden in Vlaanderen anders uitgesproken dan in Nederland. Dan gaat het niet zozeer over regelgebonden uitspraken zoals de zachte g, maar over woorden zoals pyjama dat in Vlaanderen als pie-zja-ma en in Nederland als pie-jaa-maa uitgesproken wordt. Of over klemtonen zoals bij burgemeester waarbij in Vlaanderen het accent op de eerste lettergreep valt en in Nederland op de derde. Bij leenwoorden hanteert men in Nederland zeer dikwijls een nabootsing volgens de Nederlandse klankwetten van de klanken in de oorspronkelijke taal (meestal Engels of Frans), terwijl de uitspraak in Vlaanderen vervlaamst wordt. Soms wordt in Vlaanderen een Franse uitspraak gehanteerd, dan volgt de uitspraak in Nederland meestal het Engels.

    Voor Engelse leenwoorden met korte a is er een afzonderlijk lemma waar deze gevallen ondergebracht kunnen worden.

    Het spijtige is dat de Vlaamse media voor deze woorden de Nederlandse uitspraak gebruiken ondanks dat de Vlaamse uitspraak in Vlaanderen zeer algemeen is. Dit is een aanfluiting van de V die voor Vlaams staat in o.a. vrt en VTM.

    Wat klemtonen betreft kan voor het West-Vlaams algemeen gesteld worden dat de klemtoon zeer dikwijls op de eerste lettergreep ligt (zoals ook in het nabije(re) Engels), ook en wellicht het meest opmerkelijk bij eigennamen. Bijvoorbeeld, waar een doorsnee Vlaming of Nederlander de naam Stefanie zal uitspreken zoals de Fransen, met de klemtoon op de laatste lettergreep, heet deze vrouw in West-Vlaanderen Stefanie. De West-Vlaamse politieker Vande Lanotte heet in zijn thuisprovincie Vande Lanotte.

    In de Vlaamse audiovisuele media, en bij uitstek bij de VRT, verzint men ook dikwijls een zogenaamd correcte uitspraak, die evenwel door Vlamingen noch door Nederlanders wordt gedragen. Deze gevallen worden ook aan dit lemma toegevoegd. Zie bij deze ook het lemma vrt-taal.

    zie ook Breda, Spa: vokaalreductie

    alfabetische lijst:

    ‘s anderendaags: VL: san·dren·da(a)gs; NL: san·de·ren·daags
    advocaat: VL: ad·vo·kaat; NL: at·fo·kaat
    Afrika: VL: a·fri·ka; NL: aa·fri·kaa
    alfabet: VL: al·fa·bet (Grieks, Latijn, Frans, enz.); NL: al·fa·bet (Engels)
    Amerika: VL: a·mee·ri·ka; NL: a·mee·ri·kaa
    Antarctica (idem Arctica): an·tarc·ti·ca; NL: an·tarc·ti·caa
    archipel: VL: ar·chi·pel; NL: ar·chi·pel
    asfalt: VL: as·falt; NL: as·falt
    azalea: VL: a·za·lee·ja; NL: a·zaa·lee·jaa
    bacon: VL: bak.ko (Frans); NL: ·ken (Engels)
    badminton: VL: bat·min·ton (fonetisch); NL: bèt·min·ten (Engels)
    Belgrado: VL: bel·gra·do; NL: bel·gra·do
    Bernard: VL: ber·naar (Frans); NL: bern·(h)art (Engels)
    bijna: VL: bij·na(a)/be·na(a) (zie ook bekan); NL: bij·naa
    bikini: VL: bi·ki·ni; NL: bi·ki·ni
    braderie: VL: bra·de·ri; NL: braa·de·rie
    braderij: VL: bra·de·rij; NL: braa·de·rij
    buggy: VL: bu·gi (zachte g); NL: bu·Gi (g van Frans ’grand’ of Engels ‘great’)
    burgemeester: VL: bur·ge·mees·ter; NL: bur·ge·mees·ter
    cacao: VL: ca·ca·oo; NL: ca·caa·oo
    carnaval: VL: kar·na·val (Frans); NL: kar·ne·val (Engels); VRT-uitspraak: kar·naa·val
    casino: VL: ca·zi·noo; NL: ca·sie·noo (zie ook Vlaamse geslachten)
    catalogus: VL: ca·ta·loo·gus (scherpe u; eigenlijk eerder cataloog); NL: ca·taa·lo·chus (doffe u)
    cello: VL: sje·loo (vervlaamst Italiaans); NL: sel·loo (fonetisch); VL en NL ook: tje(l)·loo (Italiaans)
    chips (patatten): VL: tjips (scherpe i); NL: sjips (doffe i)
    cichorei: VL: sji·ko·rei; NL: sie·cho·rei (± fonetisch)
    claxon: VL: kla·kson (Frans); NL: klak·son (Engels)
    clitoris: VL: cli·too·ris (beide i’s als in fiets); NL: cli·to·ris (beide i’s als in dik)
    compagnie: VL: kom.pa.nie; NL-SN: kom.panj.ie
    conciërge: VL: kon·s·jer·zje (± Frans); NL: kon·zjer·zje
    coup: VL: koe (Frans); NL: koep (± fonetisch)
    dement: VL: dee·ment; NL: de ment
    dementie: VL: dee·men·sie; NL: de·men·tsie
    detective: VL: de·tek·tie·ve/de·dek·tie·ve (fonetisch); NL: die·tek·tif (Engels)
    Doornroosje: VL: doo·rn·roo·sje; NL: doo·rn·roo·sje
    doorprikken: VL: door·prik·ken; NL: door·prik·ken
    dossier: VL: dos·sier (fonetisch); NL: do·sjee (Frans)
    elixir: VL: ee·liek·sier/ee·lieg·zier (Arabisch, ‘g’ uitgesproken als in het Engelse ‘good’); NL: ee·lik·ser (‘lik’ uitgesproken als ‘dik’)
    encyclopedie: VL: en·cy·clo·pe·die (fonetisch); NL: aun·cy·clo·pe·die (Frans, de ‘aun’ is nasaal)
    energie: VL: e·ner·gie (fonetisch); NL: e·ner·zjie/e·ner·sjie (Frans)
    epidemie: VL: ee·pi·dee·mi (korte i); NL: ee·pi·dee·mie (Frans)
    essay: VL: es· (Frans); NL: es·seej/es·seej (Engels)
    Europa: VL: eu·roo·pa; NL: eu·roo·paa
    exo- (bv. exorbitant, exotisch): VL: eG·zoo (G = stemhebbende k); NL: ek·soo
    festival: VL: fest·ti·val; NL: fes·ti·val
    flirten: VL: flir·ten (fonetisch); NL: fleur·ten (Engels)
    foto: VL: fo·too; NL: foo·too
    fotografie: VL: fo·to·gra·fie; NL: foo·too·gra·fie
    garantie: VL: ga·ran·tie (Frans; ook ga·ran·sie); NL: ga·ran·tsie
    gelijkvloers: VL: ge·lijk·vloers; NL: ge·lijk·vloers
    Gerard: VL: zjee·raar (Frans); NL: gee·rart (fonetisch)
    gilet: VL: zjie·lee; NL: zjie·lèt
    goal: VL: gool (zachte g); NL: Gool (g van Frans ‘grand’ of Engels ‘great’)
    golf: VL: golf (zachte g); NL: Golf (g van Frans ‘grand’ of Engels ‘great’)
    Google: VL: goe·gel/Goe·Gel (korte oe-klank; G = stemhebbende k); NL: Goe·Gel (lange oe-klank; G = stemhebbende k)
    hifi: VL: haai·fi (Brits Engels); NL: haai·faai (Amerikaans Engels)
    hostess: VL: hos·tès; NL: hos·tes (Engels)
    hygiëne: VL: hy·gjee·ne; NL: hy·gjèè·ne (Frans)
    ingewikkeld: VL: in·ge·wik·keld; NL: in·ge·wik·keld
    intensief: VL: in·ten·sief; NL: in·ten·zief
    intrige: VL: in·trie·ge (fonetisch); NL: in·trie·zje/in·trie·sje (hypercorrecte uitspraak van intrige met /ž/ -Frans intrigue)
    Iran: VL: i·ran; NL: i·raan (zie ook Iranees
    Israël: VL: iez·ra·jel (‘i’ als in ‘kiwi’); NL: is·ra·‘el (‘i’ als in ‘dik’)
    item: VL: i·tem (korte i, doffe e); NL: aaj·tem (Engels)
    jacuzzi: dja·koe·zi/zja·koe·zi; NL: ja·koe·zi
    jenever: VL: zje·nee·ver; NL: je·nee·ver (fonetisch)
    Jos: VL: zjos; NL: jos
    junior: VL: zju·njor (scherpe u); NL: ju·ni·jor (scherpe u en i)
    kameleon: VL: ka·mee·lee·jon; NL: ka·mee·lie·jon
    kathedraal: VL: ka·tee·draal; NL: kat·te·draal
    koala: VL: ko·a·la; NL: koo·aa·laa
    Koran: VL: koo·ran; NL: ko·raan
    labrador: VL: la·bra·dor; NL: laa·braa·dor
    landrover: VL: land·roe·ver; NL: land·ro·ver
    lavabo: VL: la·va·boo; NL: la·vaa·boo/la·vaa·boo
    Lutgart: VL: lut·gart; NL: lutgart
    make-up: VL: mee·kup; NL: meek·up (in het Vlaams: smink)
    mammoet: VL: mam·moet; NL: mam·moet
    Mercedes: VL: Mèr·ce·dès (scherpe e achteraan; ± Spaans); NL: Mèr·cee·des (doffe e achteraan; ± Engels)
    meteen: VL en NL: mè·teen (‘mè’ als in ‘bed’); VL media: me·teen (‘me’ als in ‘der’)
    mobilhome: VL: mo·bi·loom (scherpe i); NL: moo·bel·hoom (doffe e)
    Monaco: VL: Mo·na·coo; NL: Moo·naa·coo
    monopoly: VL: mo·no·poo·ly; NL: mo·no(o)·pe·ly (Engels)
    namiddag: VL: na·mid·dag; NL: na·mid·dag
    nasi (goreng): VL: naa·zi; NL: na·si
    Nieuwjaar: VL: nieuw·jaar; NL: nieuw·jaar
    Nobelprijs: VL: No·bel·prijs; NL: No·bèl·prijs
    noga, nougat: VL: noega(t); NL: noga
    nostalgie: VL: nos·tal·gie (fonetisch); NL: nos·tal·zjie/nos·tal·sjie (Frans)
    nylon: VL: ni·lon / nij·lon (Frans / vervlaamst); NL: naaj·lon (Engels)
    omwenteling: VL: om·wen·te·ling; NL: om·wen·te·ling
    onderhoud: VL: on·der·houd; NL: on·der·houd
    onderzoek: VL: on·der·zoek; NL: on·der·zoek
    Oostende: VL: os·ten·de; NL: oost en·de
    opkalefateren: VL: op·ka·le·faa·te·ren (oorspronkelijke uitspraak); NL: op·kaa·le·faa·te·ren (verlenging van de oorspronkelijk korte a uit ‘kalfateren’ < Frans ‘calfater’)
    pallet: VL: pa·lèt; NL: pèl·let (Engels)
    pandemie: VL: pan·dee·mi (korte i); NL: pan·dee·mie (Frans)
    parameter: VL: pa·ra·mee·ter; NL: pa·raa·m?·ter
    parfum: VL: par·fui (Frans, de ‘ui’ is nasaal; eigenlijk reuk; zie ook Vlaamse geslachten); NL: par·fum (fonetisch)
    passagier: VL: pas·sa·gier (fonetisch); NL: pas·sa·zjier/pas·sa·sjier
    Patrick: VL: Pa·trik (scherpe i); NL: Pet·rik (doffe i)
    pedalo: VL: pee·da·loo; NL: pee·daa·loo
    per: VL: ‘per’ als ‘der’; NL: ‘per’ als ‘ver’
    percent: VL: per·cent (‘per’ als ‘der’); NL: per·cent (‘per’ als ‘ver’)
    per se: VL: per see (‘per’ als ‘der’); NL: pèr see (Latijn, ‘pèr’ als ‘ver’)
    pikken: VL: pi·ken (scherpe i); NL: p?·ken (doffe i)
    pissen: VL: pi·sen (scherpe i); NL: p?·sen (doffe i)
    pistolet: VL: pis·to·lee; NL: pis·to·lèt
    plasma: VL: plaz·ma; NL: plas·maa
    platform: VL: plat·form; NL: plat·form
    pointe: VL: pwèèn·te; NL: pwan·te
    pyjama: VL: pi·zja·ma; NL: pie·jaa·maa
    radar: VL: ra.daar; NL: raa.dar
    reclame: VL: ree·claa·me (echter dikwijls reklam, wél met een doffe e); NL: re·claa·me (beide e’s zijn dof)
    record: VL: re·kort (fonetisch); NL: ree·koor (Frans)
    recital: VL: re·si·tal (scherpe i, Frans); NL: rie·saaj·tel (Engels)
    reportage: VL: ree·por·taa·zje; NL: re·por·taa·sje (beide e’s zijn dof)
    reünie: VL: ree·ju·nie; NL: ree·u·nie (Franse klemtoon)
    Robert: VL: ro·beir (Frans); NL: ro(o)·bert (Engels)
    robot: VL: ro·bot; NL: roo·bot
    rondpunt: VL: rond·punt; NL: rond·punt
    Roodkapje: VL: rood·kap·je; NL: rood·kap·je
    salami: VL: sa·la·mi; NL: sa·laa·mi
    sceptisch: VL: sep·ties; NL: skep·ties
    serieus: VL: ser·jeus (doffe e); NL: see·ri·eus
    service: VL: ser·vis (scherpe e en i, Frans); NL: seur·vis (doffe i, Engels)
    site: VL: sitte; NL: saajt
    Sneeuwwitje: VL: sneeuw·wi·tje; NL: sneeuw·wit·je
    stadhuis: VL: sta·tuis; NL: stad·huis
    steak: VL: stek/stik (Frans); NL: steek (Engels)
    super, hyper: VL én NL: su·per, hy·per; VL media: sup·per, hip·per
    tabak: VL: ta·bak (zie ook toebak); NL: ta·bak (Frans)
    tarmac: VL: tar·mac; SN: tar·mac
    Tenerife: VL: ·ne·rif ; NL: tee·nee·rif (korte, scherpe i); VRT-uitspraak: tee·nee·rie·fee
    tenzij: VL: ten·zij (‘e’ als in ‘der’, komt van "’t en zij’); NL: ten·zij, ten·zij (‘e’ in beide varianten als in ‘bed’)
    terras: VL: tèr·ras; NL: te ras
    tic: VL: tik (scherpe i, zie ook tic nerveux); NL: tik (doffe i)
    ticket: VL: tie·kèt (Frans); NL: tik·ket (Engels)
    trainen: VL: trei·nen; NL: treej·nen (Engels)
    urgent: VL: ur·gent (scherpe u); NL: ur·gent (doffe u)
    vanille: VL: va·nie·le (fonetisch); NL: va·nie·je (Frans)
    vennootschap: VL: ver·noot·schap; NL: vén·noot·schap (tegen alle regels in)
    verkoop: VL: ver·koop; NL: vér·koop (bij gebruik als zelfstandig naamwoord)(tegen alle regels in); ver·koop (bij gebruik als werkwoord)
    virus: VL: vi·rus (scherpe korte i, scherpe korte u); NL: vie·res (lange i, doffe e)
    voormiddag: VL: voor·mid·dag; NL: voor·mid·dag
    vrijgezel: VL: vrij·ge·zel; NL: vrij·ge·zel
    werkloos: VL: werk·loos; NL: werk·loos
    werkloosheid: VL: werk·loos·heid; NL: werk·loos·heid
    werknemer: VL: werk·nee·mer; NL: werk·nee·mer
    wodka: VL: vod·ka (Slavisch, de ‘d’ is eerder stemhebbend); NL: wot·kaa (de ‘t’ is stemloos)
    yoghurt: VL: joe·choert (soms joe·goert; ± Turks); NL: jo·chert, jo·ggert (fonetisch)
    YouTube: VL: joe·toep; NL: joew·tsjoewp
    zone: VL: zoo·ne; NL: zoa·ne (Frans)
    zonsondergang: VL: zon·zon·der·gang; NL: zons·on·der·gang
    zonsopgang: VL: zon·zop·gang; NL: zons·op·gang

    woorden op —ist/—isme/—isch: VL: —ist/—isme/—isch (‘i’ als in ‘fiets’); NL: —?st/—?sme/—?sch (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —tie: VL: —sie; NL: —tsie
    woorden op —tje/—dje: VL: —tje (de t- en j-klanken komen samen zoals in ‘checken’); NL: —t·je (de t- en j-klanken worden apart uitgesproken)
    woorden met —ci— of —ti— (bv. ‘officieel’, ‘politioneel’): VL: —s·j— (de s- en j-klanken worden apart uitgesproken); NL: —sj—, —tsj— (de s- en j-klanken komen samen zoals in ‘sjaal’ of ‘checken’)
    woorden met dis—: VL: dis— (‘i’ als in ‘fiets’); NL: d?s— (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —achtig: VL: klemtoon op woord zelf; NL: klemtoon op achtig en adempauze tussen woord en achtig → bv. VL: ze·nu·wach·tig; NL: ze·nuw acht·ig
    woorden op —polis: VL: klemtoon op ‘po’; NL: klemtoon op lettergreep voorafgaand aan ‘polis’ (bv.: VL: ki·ne·po·lis, tech·no·po·lis; NL: ki·ne·po·l?s, tech·no·po·l?s)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door JvandeS op 26 Feb 2024 12:36
    114 reactie(s)

    Versie 136

    Vlaamse uitspraak
    (uitspraakvarianten)

    Heel wat woorden worden in Vlaanderen anders uitgesproken dan in Nederland. Dan gaat het niet zozeer over regelgebonden uitspraken zoals de zachte g, maar over woorden zoals pyjama dat in Vlaanderen als pie-zja-ma en in Nederland als pie-jaa-maa uitgesproken wordt. Of over klemtonen zoals bij burgemeester waarbij in Vlaanderen het accent op de eerste lettergreep valt en in Nederland op de derde. Bij leenwoorden hanteert men in Nederland zeer dikwijls een nabootsing volgens de Nederlandse klankwetten van de klanken in de oorspronkelijke taal (meestal Engels of Frans), terwijl de uitspraak in Vlaanderen vervlaamst wordt. Soms wordt in Vlaanderen een Franse uitspraak gehanteerd, dan volgt de uitspraak in Nederland meestal het Engels.

    Voor Engelse leenwoorden met korte a is er een afzonderlijk lemma waar deze gevallen ondergebracht kunnen worden.

    Het spijtige is dat de Vlaamse media voor deze woorden de Nederlandse uitspraak gebruiken ondanks dat de Vlaamse uitspraak in Vlaanderen zeer algemeen is. Dit is een aanfluiting van de V die voor Vlaams staat in o.a. vrt en VTM.

    Wat klemtonen betreft kan voor het West-Vlaams algemeen gesteld worden dat de klemtoon zeer dikwijls op de eerste lettergreep ligt (zoals ook in het nabije(re) Engels), ook en wellicht het meest opmerkelijk bij eigennamen. Bijvoorbeeld, waar een doorsnee Vlaming of Nederlander de naam Stefanie zal uitspreken zoals de Fransen, met de klemtoon op de laatste lettergreep, heet deze vrouw in West-Vlaanderen Stefanie. De West-Vlaamse politieker Vande Lanotte heet in zijn thuisprovincie Vande Lanotte.

    In de Vlaamse audiovisuele media, en bij uitstek bij de VRT, verzint men ook dikwijls een zogenaamd correcte uitspraak, die evenwel door Vlamingen noch door Nederlanders wordt gedragen. Deze gevallen worden ook aan dit lemma toegevoegd. Zie bij deze ook het lemma vrt-taal.

    zie ook Breda, Spa: vokaalreductie

    alfabetische lijst:

    ‘s anderendaags: VL: san·dren·da(a)gs; NL: san·de·ren·daags
    advocaat: VL: ad·vo·kaat; NL: at·fo·kaat
    Afrika: VL: a·fri·ka; NL: aa·fri·kaa
    alfabet: VL: al·fa·bet (Grieks, Latijn, Frans, enz.); NL: al·fa·bet (Engels)
    Amerika: VL: a·mee·ri·ka; NL: a·mee·ri·kaa
    Antarctica (idem Arctica): an·tarc·ti·ca; NL: an·tarc·ti·caa
    archipel: VL: ar·chi·pel; NL: ar·chi·pel
    asfalt: VL: as·falt; NL: as·falt
    azalea: VL: a·za·lee·ja; NL: a·zaa·lee·jaa
    bacon: VL: bak.ko (Frans); NL: ·ken (Engels)
    badminton: VL: bat·min·ton (fonetisch); NL: bèt·min·ten (Engels)
    Belgrado: VL: bel·gra·do; NL: bel·gra·do
    Bernard: VL: ber·naar (Frans); NL: bern·(h)art (Engels)
    bijna: VL: bij·na(a)/be·na(a) (zie ook bekan); NL: bij·naa
    bikini: VL: bi·ki·ni; NL: bi·ki·ni
    braderie: VL: bra·de·ri; NL: braa·de·rie
    braderij: VL: bra·de·rij; NL: braa·de·rij
    buggy: VL: bu·gi (zachte g); NL: bu·Gi (g van Frans ’grand’ of Engels ‘great’)
    burgemeester: VL: bur·ge·mees·ter; NL: bur·ge·mees·ter
    cacao: VL: ca·ca·oo; NL: ca·caa·oo
    carnaval: VL: kar·na·val (Frans); NL: kar·ne·val (Engels); VRT-uitspraak: kar·naa·val
    casino: VL: ca·zi·noo; NL: ca·sie·noo (zie ook Vlaamse geslachten)
    catalogus: VL: ca·ta·loo·gus (scherpe u; eigenlijk eerder cataloog); NL: ca·taa·lo·chus (doffe u)
    cello: VL: sje·loo (vervlaamst Italiaans); NL: sel·loo (fonetisch); VL en NL ook: tje(l)·loo (Italiaans)
    chips (patatten): VL: tjips (scherpe i); NL: sjips (doffe i)
    cichorei: VL: sji·ko·rei; NL: sie·cho·rei (± fonetisch)
    claxon: VL: kla·kson (Frans); NL: klak·son (Engels)
    clitoris: VL: cli·too·ris (beide i’s als in fiets); NL: cli·to·ris (beide i’s als in dik)
    compagnie: VL: kom.pa.nie; NL-SN: kom.panj.ie
    conciërge: VL: kon·s·jer·zje (± Frans); NL: kon·zjer·zje
    coup: VL: koe (Frans); NL: koep (± fonetisch)
    dement: VL: dee·ment; NL: de ment
    dementie: VL: dee·men·sie; NL: de·men·tsie
    detective: VL: de·tek·tie·ve/de·dek·tie·ve (fonetisch); NL: die·tek·tif (Engels)
    Doornroosje: VL: doo·rn·roo·sje; NL: doo·rn·roo·sje
    doorprikken: VL: door·prik·ken; NL: door·prik·ken
    dossier: VL: dos·sier (fonetisch); NL: do·sjee (Frans)
    elixir: VL: ee·liek·sier/ee·lieg·zier (Arabisch, ‘g’ uitgesproken als in het Engelse ‘good’); NL: ee·lik·ser (‘lik’ uitgesproken als ‘dik’)
    encyclopedie: VL: en·cy·clo·pe·die (fonetisch); NL: aun·cy·clo·pe·die (Frans, de ‘aun’ is nasaal)
    energie: VL: e·ner·gie (fonetisch); NL: e·ner·zjie/e·ner·sjie (Frans)
    epidemie: VL: ee·pi·dee·mi (korte i); NL: ee·pi·dee·mie (Frans)
    essay: VL: es· (Frans); NL: es·seej/es·seej (Engels)
    Europa: VL: eu·roo·pa; NL: eu·roo·paa
    exo- (bv. exorbitant, exotisch): VL: eG·zoo (G = stemhebbende k); NL: ek·soo
    festival: VL: fest·ti·val; NL: fes·ti·val
    flirten: VL: flir·ten (fonetisch); NL: fleur·ten (Engels)
    foto: VL: fo·too; NL: foo·too
    fotografie: VL: fo·to·gra·fie; NL: foo·too·gra·fie
    garantie: VL: ga·ran·tie (Frans; ook ga·ran·sie); NL: ga·ran·tsie
    gelijkvloers: VL: ge·lijk·vloers; NL: ge·lijk·vloers
    Gerard: VL: zjee·raar (Frans); NL: gee·rart (fonetisch)
    gilet: VL: zjie·lee; NL: zjie·lèt
    goal: VL: gool (zachte g); NL: Gool (g van Frans ‘grand’ of Engels ‘great’)
    golf: VL: golf (zachte g); NL: Golf (g van Frans ‘grand’ of Engels ‘great’)
    Google: VL: goe·gel/Goe·Gel (korte oe-klank; G = stemhebbende k); NL: Goe·Gel (lange oe-klank; G = stemhebbende k)
    hifi: VL: haai·fi (Brits Engels); NL: haai·faai (Amerikaans Engels)
    hostess: VL: hos·tès; NL: hos·tes (Engels)
    hygiëne: VL: hy·gjee·ne; NL: hy·gjèè·ne (Frans)
    ingewikkeld: VL: in·ge·wik·keld; NL: in·ge·wik·keld
    intensief: VL: in·ten·sief; NL: in·ten·zief
    intrige: VL: in·trie·ge (fonetisch); NL: in·trie·zje/in·trie·sje (hypercorrecte uitspraak van intrige met /ž/ -Frans intrigue)
    Iran: VL: i·ran; NL: i·raan (zie ook Iranees
    Israël: VL: iez·ra·jel (‘i’ als in ‘kiwi’); NL: is·ra·‘el (‘i’ als in ‘dik’)
    item: VL: i·tem (korte i, doffe e); NL: aaj·tem (Engels)
    jacuzzi: dja·koe·zi/zja·koe·zi; NL: ja·koe·zi
    jenever: VL: zje·nee·ver; NL: je·nee·ver (fonetisch)
    Jos: VL: zjos; NL: jos
    junior: VL: zju·njor (scherpe u); NL: ju·ni·jor (scherpe u en i)
    kameleon: VL: ka·mee·lee·jon; NL: ka·mee·lie·jon
    kathedraal: VL: ka·tee·draal; NL: kat·te·draal
    koala: VL: ko·a·la; NL: koo·aa·laa
    Koran: VL: koo·ran; NL: ko·raan
    labrador: VL: la·bra·dor; NL: laa·braa·dor
    landrover: VL: land·roe·ver; NL: land·ro·ver
    lavabo: VL: la·va·boo; NL: la·vaa·boo/la·vaa·boo
    Lutgart: VL: lut·gart; NL: lutgart
    make-up: VL: mee·kup; NL: meek·up (in het Vlaams: smink)
    mammoet: VL: mam·moet; NL: mam·moet
    Mercedes: VL: Mèr·ce·dès (scherpe e achteraan; ± Spaans); NL: Mèr·cee·des (doffe e achteraan; ± Engels)
    meteen: VL en NL: mè·teen (‘mè’ als in ‘bed’); VL media: me·teen (‘me’ als in ‘der’)
    mobilhome: VL: mo·bi·loom (scherpe i); NL: moo·bel·hoom (doffe e)
    Monaco: VL: Mo·na·coo; NL: Moo·naa·coo
    monopoly: VL: mo·no·poo·ly; NL: mo·no(o)·pe·ly (Engels)
    namiddag: VL: na·mid·dag; NL: na·mid·dag
    nasi (goreng): VL: naa·zi; NL: na·si
    Nieuwjaar: VL: nieuw·jaar; NL: nieuw·jaar
    Nobelprijs: VL: No·bel·prijs; NL: No·bèl·prijs
    noga, nougat: VL: noega(t); NL: noga
    nostalgie: VL: nos·tal·gie (fonetisch); NL: nos·tal·zjie/nos·tal·sjie (Frans)
    nylon: VL: ni·lon / nij·lon (Frans / vervlaamst); NL: naaj·lon (Engels)
    omwenteling: VL: om·wen·te·ling; NL: om·wen·te·ling
    onderhoud: VL: on·der·houd; NL: on·der·houd
    onderzoek: VL: on·der·zoek; NL: on·der·zoek
    Oostende: VL: os·ten·de; NL: oost en·de
    opkalefateren: VL: op·ka·le·faa·te·ren (oorspronkelijke uitspraak); NL: op·kaa·le·faa·te·ren (verlenging van de oorspronkelijk korte a uit ‘kalfateren’ < Frans ‘calfater’)
    pallet: VL: pa·lèt; NL: pèl·let (Engels)
    pandemie: VL: pan·dee·mi (korte i); NL: pan·dee·mie (Frans)
    parameter: VL: pa·ra·mee·ter; NL: pa·raa·m?·ter
    parfum: VL: par·fui (Frans, de ‘ui’ is nasaal; eigenlijk reuk; zie ook Vlaamse geslachten); NL: par·fum (fonetisch)
    passagier: VL: pas·sa·gier (fonetisch); NL: pas·sa·zjier/pas·sa·sjier
    Patrick: VL: Pa·trik (scherpe i); NL: Pet·rik (doffe i)
    pedalo: VL: pee·da·loo; NL: pee·daa·loo
    per: VL: ‘per’ als ‘der’; NL: ‘per’ als ‘ver’
    percent: VL: per·cent (‘per’ als ‘der’); NL: per·cent (‘per’ als ‘ver’)
    per se: VL: per see (‘per’ als ‘der’); NL: pèr see (Latijn, ‘pèr’ als ‘ver’)
    pikken: VL: pi·ken (scherpe i); NL: p?·ken (doffe i)
    pissen: VL: pi·sen (scherpe i); NL: p?·sen (doffe i)
    pistolet: VL: pis·to·lee; NL: pis·to·lèt
    plasma: VL: plaz·ma; NL: plas·maa
    platform: VL: plat·form; NL: plat·form
    pointe: VL: pwèèn·te; NL: pwan·te
    pyjama: VL: pi·zja·ma; NL: pie·jaa·maa
    radar: VL: ra.daar; NL: raa.dar
    reclame: VL: ree·claa·me (echter dikwijls reklam, wél met een doffe e); NL: re·claa·me (beide e’s zijn dof)
    record: VL: re·kort (fonetisch); NL: ree·koor (Frans)
    recital: VL: re·si·tal (scherpe i, Frans); NL: rie·saaj·tel (Engels)
    reportage: VL: ree·por·taa·zje; NL: re·por·taa·sje (beide e’s zijn dof)
    reünie: VL: ree·ju·nie; NL: ree·u·nie (Franse klemtoon)
    Robert: VL: ro·beir (Frans); NL: ro(o)·bert (Engels)
    robot: VL: ro·bot; NL: roo·bot
    rondpunt: VL: rond·punt; NL: rond·punt
    Roodkapje: VL: rood·kap·je; NL: rood·kap·je
    salami: VL: sa·la·mi; NL: sa·laa·mi
    sceptisch: VL: sep·ties; NL: skep·ties
    serieus: VL: ser·jeus (doffe e); NL: see·ri·eus
    service: VL: ser·vis (scherpe e en i, Frans); NL: seur·vis (doffe i, Engels)
    site: VL: sitte; NL: saajt
    Sneeuwwitje: VL: sneeuw·wi·tje; NL: sneeuw·wit·je
    stadhuis: VL: sta·tuis; NL: stad·huis
    steak: VL: stek/stik (Frans); NL: steek (Engels)
    super, hyper: VL én NL: su·per, hy·per; VL media: sup·per, hip·per
    tabak: VL: ta·bak (zie ook toebak); NL: ta·bak (Frans)
    tarmac: VL: tar·mac; SN: tar·mac
    Tenerife: VL: ·ne·rif ; NL: tee·nee·rif (korte, scherpe i); VRT-uitspraak: tee·nee·rie·fee
    tenzij: VL: ten·zij (‘e’ als in ‘der’, komt van "’t en zij’); NL: ten·zij, ten·zij (‘e’ in beide varianten als in ‘bed’)
    terras: VL: tèr·ras; NL: te ras
    tic: VL: tik (scherpe i, zie ook tic nerveux); NL: tik (doffe i)
    ticket: VL: tie·kèt (Frans); NL: tik·ket (Engels)
    trainen: VL: trei·nen; NL: treej·nen (Engels)
    urgent: VL: ur·gent (scherpe u); NL: ur·gent (doffe u)
    vanille: VL: va·nie·le (fonetisch); NL: va·nie·je (Frans)
    vennootschap: VL: ver·noot·schap; NL: vén·noot·schap (tegen alle regels in)
    verkoop: VL: ver·koop; NL: vér·koop (bij gebruik als zelfstandig naamwoord) (tegen alle regels in);ver·koop (bij gebruik als werkwoord)
    virus: VL: vi·rus (scherpe korte i, scherpe korte u); NL: vie·res (lange i, doffe e)
    voormiddag: VL: voor·mid·dag; NL: voor·mid·dag
    vrijgezel: VL: vrij·ge·zel; NL: vrij·ge·zel
    werkloos: VL: werk·loos; NL: werk·loos
    werkloosheid: VL: werk·loos·heid; NL: werk·loos·heid
    werknemer: VL: werk·nee·mer; NL: werk·nee·mer
    wodka: VL: vod·ka (Slavisch, de ‘d’ is eerder stemhebbend); NL: wot·kaa (de ‘t’ is stemloos)
    yoghurt: VL: joe·choert (soms joe·goert; ± Turks); NL: jo·chert, jo·ggert (fonetisch)
    YouTube: VL: joe·toep; NL: joew·tsjoewp
    zone: VL: zoo·ne; NL: zoa·ne (Frans)
    zonsondergang: VL: zon·zon·der·gang; NL: zons·on·der·gang
    zonsopgang: VL: zon·zop·gang; NL: zons·op·gang

    woorden op —ist/—isme/—isch: VL: —ist/—isme/—isch (‘i’ als in ‘fiets’); NL: —?st/—?sme/—?sch (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —tie: VL: —sie; NL: —tsie
    woorden op —tje/—dje: VL: —tje (de t- en j-klanken komen samen zoals in ‘checken’); NL: —t·je (de t- en j-klanken worden apart uitgesproken)
    woorden met —ci— of —ti— (bv. ‘officieel’, ‘politioneel’): VL: —s·j— (de s- en j-klanken worden apart uitgesproken); NL: —sj—, —tsj— (de s- en j-klanken komen samen zoals in ‘sjaal’ of ‘checken’)
    woorden met dis—: VL: dis— (‘i’ als in ‘fiets’); NL: d?s— (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —achtig: VL: klemtoon op woord zelf; NL: klemtoon op achtig en adempauze tussen woord en achtig → bv. VL: ze·nu·wach·tig; NL: ze·nuw acht·ig
    woorden op —polis: VL: klemtoon op ‘po’; NL: klemtoon op lettergreep voorafgaand aan ‘polis’ (bv.: VL: ki·ne·po·lis, tech·no·po·lis; NL: ki·ne·po·l?s, tech·no·po·l?s)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door JvandeS op 26 Feb 2024 12:36
    114 reactie(s)

    Versie 135

    Vlaamse uitspraak
    (uitspraakvarianten)

    Heel wat woorden worden in Vlaanderen anders uitgesproken dan in Nederland. Dan gaat het niet zozeer over regelgebonden uitspraken zoals de zachte g, maar over woorden zoals pyjama dat in Vlaanderen als pie-zja-ma en in Nederland als pie-jaa-maa uitgesproken wordt. Of over klemtonen zoals bij burgemeester waarbij in Vlaanderen het accent op de eerste lettergreep valt en in Nederland op de derde. Bij leenwoorden hanteert men in Nederland zeer dikwijls een nabootsing volgens de Nederlandse klankwetten van de klanken in de oorspronkelijke taal (meestal Engels of Frans), terwijl de uitspraak in Vlaanderen vervlaamst wordt. Soms wordt in Vlaanderen een Franse uitspraak gehanteerd, dan volgt de uitspraak in Nederland meestal het Engels.

    Voor Engelse leenwoorden met korte a is er een afzonderlijk lemma waar deze gevallen ondergebracht kunnen worden.

    Het spijtige is dat de Vlaamse media voor deze woorden de Nederlandse uitspraak gebruiken ondanks dat de Vlaamse uitspraak in Vlaanderen zeer algemeen is. Dit is een aanfluiting van de V die voor Vlaams staat in o.a. vrt en VTM.

    Wat klemtonen betreft kan voor het West-Vlaams algemeen gesteld worden dat de klemtoon zeer dikwijls op de eerste lettergreep ligt (zoals ook in het nabije(re) Engels), ook en wellicht het meest opmerkelijk bij eigennamen. Bijvoorbeeld, waar een doorsnee Vlaming of Nederlander de naam Stefanie zal uitspreken zoals de Fransen, met de klemtoon op de laatste lettergreep, heet deze vrouw in West-Vlaanderen Stefanie. De West-Vlaamse politieker Vande Lanotte heet in zijn thuisprovincie Vande Lanotte.

    In de Vlaamse audiovisuele media, en bij uitstek bij de VRT, verzint men ook dikwijls een zogenaamd correcte uitspraak, die evenwel door Vlamingen noch door Nederlanders wordt gedragen. Deze gevallen worden ook aan dit lemma toegevoegd. Zie bij deze ook het lemma vrt-taal.

    zie ook Breda, Spa: vokaalreductie

    alfabetische lijst:

    ‘s anderendaags: VL: san·dren·da(a)gs; NL: san·de·ren·daags
    advocaat: VL: ad·vo·kaat; NL: at·fo·kaat
    Afrika: VL: a·fri·ka; NL: aa·fri·kaa
    alfabet: VL: al·fa·bet (Grieks, Latijn, Frans, enz.); NL: al·fa·bet (Engels)
    Amerika: VL: a·mee·ri·ka; NL: a·mee·ri·kaa
    Antarctica (idem Arctica): an·tarc·ti·ca; NL: an·tarc·ti·caa
    archipel: VL: ar·chi·pel; NL: ar·chi·pel
    asfalt: VL: as·falt; NL: as·falt
    azalea: VL: a·za·lee·ja; NL: a·zaa·lee·jaa
    bacon: VL: bak.ko (Frans); NL: ·ken (Engels)
    badminton: VL: bat·min·ton (fonetisch); NL: bèt·min·ten (Engels)
    Belgrado: VL: bel·gra·do; NL: bel·gra·do
    Bernard: VL: ber·naar (Frans); NL: bern·(h)art (Engels)
    bijna: VL: bij·na(a)/be·na(a) (zie ook bekan); NL: bij·naa
    bikini: VL: bi·ki·ni; NL: bi·ki·ni
    braderie: VL: bra·de·ri; NL: braa·de·rie
    braderij: VL: bra·de·rij; NL: braa·de·rij
    buggy: VL: bu·gi (zachte g); NL: bu·Gi (g van Frans ’grand’ of Engels ‘great’)
    burgemeester: VL: bur·ge·mees·ter; NL: bur·ge·mees·ter
    cacao: VL: ca·ca·oo; NL: ca·caa·oo
    carnaval: VL: kar·na·val (Frans); NL: kar·ne·val (Engels); VRT-uitspraak: kar·naa·val
    casino: VL: ca·zi·noo; NL: ca·sie·noo (zie ook Vlaamse geslachten)
    catalogus: VL: ca·ta·loo·gus (scherpe u; eigenlijk eerder cataloog); NL: ca·taa·lo·chus (doffe u)
    cello: VL: sje·loo (vervlaamst Italiaans); NL: sel·loo (fonetisch); VL en NL ook: tje(l)·loo (Italiaans)
    chips (patatten): VL: tjips (scherpe i); NL: sjips (doffe i)
    cichorei: VL: sji·ko·rei; NL: sie·cho·rei (± fonetisch)
    claxon: VL: kla·kson (Frans); NL: klak·son (Engels)
    clitoris: VL: cli·too·ris (beide i’s als in fiets); NL: cli·to·ris (beide i’s als in dik)
    compagnie: VL: kom.pa.nie; NL-SN: kom.panj.ie
    conciërge: VL: kon·s·jer·zje (± Frans); NL: kon·zjer·zje
    coup: VL: koe (Frans); NL: koep (± fonetisch)
    dement: VL: dee·ment; NL: de ment
    dementie: VL: dee·men·sie; NL: de·men·tsie
    detective: VL: de·tek·tie·ve/de·dek·tie·ve (fonetisch); NL: die·tek·tif (Engels)
    Doornroosje: VL: doo·rn·roo·sje; NL: doo·rn·roo·sje
    doorprikken: VL: door·prik·ken; NL: door·prik·ken
    dossier: VL: dos·sier (fonetisch); NL: do·sjee (Frans)
    elixir: VL: ee·liek·sier/ee·lieg·zier (Arabisch, ‘g’ uitgesproken als in het Engelse ‘good’); NL: ee·lik·ser (‘lik’ uitgesproken als ‘dik’)
    encyclopedie: VL: en·cy·clo·pe·die (fonetisch); NL: aun·cy·clo·pe·die (Frans, de ‘aun’ is nasaal)
    energie: VL: e·ner·gie (fonetisch); NL: e·ner·zjie/e·ner·sjie (Frans)
    epidemie: VL: ee·pi·dee·mi (korte i); NL: ee·pi·dee·mie (Frans)
    essay: VL: es· (Frans); NL: es·seej/es·seej (Engels)
    Europa: VL: eu·roo·pa; NL: eu·roo·paa
    exo- (bv. exorbitant, exotisch): VL: eG·zoo (G = stemhebbende k); NL: ek·soo
    festival: VL: fest·ti·val; NL: fes·ti·val
    flirten: VL: flir·ten (fonetisch); NL: fleur·ten (Engels)
    foto: VL: fo·too; NL: foo·too
    fotografie: VL: fo·to·gra·fie; NL: foo·too·gra·fie
    garantie: VL: ga·ran·tie (Frans; ook ga·ran·sie); NL: ga·ran·tsie
    gelijkvloers: VL: ge·lijk·vloers; NL: ge·lijk·vloers
    Gerard: VL: zjee·raar (Frans); NL: gee·rart (fonetisch)
    gilet: VL: zjie·lee; NL: zjie·lèt
    goal: VL: gool (zachte g); NL: Gool (g van Frans ‘grand’ of Engels ‘great’)
    golf: VL: golf (zachte g); NL: Golf (g van Frans ‘grand’ of Engels ‘great’)
    Google: VL: goe·gel/Goe·Gel (korte oe-klank; G = stemhebbende k); NL: Goe·Gel (lange oe-klank; G = stemhebbende k)
    hifi: VL: haai·fi (Brits Engels); NL: haai·faai (Amerikaans Engels)
    hostess: VL: hos·tès; NL: hos·tes (Engels)
    hygiëne: VL: hy·gjee·ne; NL: hy·gjèè·ne (Frans)
    ingewikkeld: VL: in·ge·wik·keld; NL: in·ge·wik·keld
    intensief: VL: in·ten·sief; NL: in·ten·zief
    intrige: VL: in·trie·ge (fonetisch); NL: in·trie·zje/in·trie·sje (hypercorrecte uitspraak van intrige met /ž/ -Frans intrigue)
    Iran: VL: i·ran; NL: i·raan (zie ook Iranees
    Israël: VL: iez·ra·jel (‘i’ als in ‘kiwi’); NL: is·ra·‘el (‘i’ als in ‘dik’)
    item: VL: i·tem (korte i, doffe e); NL: aaj·tem (Engels)
    jacuzzi: dja·koe·zi/zja·koe·zi; NL: ja·koe·zi
    jenever: VL: zje·nee·ver; NL: je·nee·ver (fonetisch)
    Jos: VL: zjos; NL: jos
    junior: VL: zju·njor (scherpe u); NL: ju·ni·jor (scherpe u en i)
    kameleon: VL: ka·mee·lee·jon; NL: ka·mee·lie·jon
    kathedraal: VL: ka·tee·draal; NL: kat·te·draal
    koala: VL: ko·a·la; NL: koo·aa·laa
    Koran: VL: koo·ran; NL: ko·raan
    labrador: VL: la·bra·dor; NL: laa·braa·dor
    landrover: VL: land·roe·ver; NL: land·ro·ver
    lavabo: VL: la·va·boo; NL: la·vaa·boo/la·vaa·boo
    Lutgart: VL: lut·gart; NL: lutgart
    make-up: VL: mee·kup; NL: meek·up (in het Vlaams: smink)
    mammoet: VL: mam·moet; NL: mam·moet
    Mercedes: VL: Mèr·ce·dès (scherpe e achteraan; ± Spaans); NL: Mèr·cee·des (doffe e achteraan; ± Engels)
    meteen: VL en NL: mè·teen (‘mè’ als in ‘bed’); VL media: me·teen (‘me’ als in ‘der’)
    mobilhome: VL: mo·bi·loom (scherpe i); NL: moo·bel·hoom (doffe e)
    Monaco: VL: Mo·na·coo; NL: Moo·naa·coo
    monopoly: VL: mo·no·poo·ly; NL: mo·no(o)·pe·ly (Engels)
    namiddag: VL: na·mid·dag; NL: na·mid·dag
    nasi (goreng): VL: naa·zi; NL: na·si
    Nieuwjaar: VL: nieuw·jaar; NL: nieuw·jaar
    Nobelprijs: VL: No·bel·prijs; NL: No·bèl·prijs
    noga, nougat: VL: noega(t); NL: noga
    nostalgie: VL: nos·tal·gie (fonetisch); NL: nos·tal·zjie/nos·tal·sjie (Frans)
    nylon: VL: ni·lon / nij·lon (Frans / vervlaamst); NL: naaj·lon (Engels)
    omwenteling: VL: om·wen·te·ling; NL: om·wen·te·ling
    onderhoud: VL: on·der·houd; NL: on·der·houd
    onderzoek: VL: on·der·zoek; NL: on·der·zoek
    Oostende: VL: os·ten·de; NL: oost en·de
    opkalefateren: VL: op·ka·le·faa·te·ren (oorspronkelijke uitspraak); NL: op·kaa·le·faa·te·ren (verlenging van de oorspronkelijk korte a uit ‘kalfateren’ < Frans ‘calfater’)
    pallet: VL: pa·lèt; NL: pèl·let (Engels)
    pandemie: VL: pan·dee·mi (korte i); NL: pan·dee·mie (Frans)
    parameter: VL: pa·ra·mee·ter; NL: pa·raa·m?·ter
    parfum: VL: par·fui (Frans, de ‘ui’ is nasaal; eigenlijk reuk; zie ook Vlaamse geslachten); NL: par·fum (fonetisch)
    passagier: VL: pas·sa·gier (fonetisch); NL: pas·sa·zjier/pas·sa·sjier
    Patrick: VL: Pa·trik (scherpe i); NL: Pet·rik (doffe i)
    pedalo: VL: pee·da·loo; NL: pee·daa·loo
    per: VL: ‘per’ als ‘der’; NL: ‘per’ als ‘ver’
    percent: VL: per·cent (‘per’ als ‘der’); NL: per·cent (‘per’ als ‘ver’)
    per se: VL: per see (‘per’ als ‘der’); NL: pèr see (Latijn, ‘pèr’ als ‘ver’)
    pikken: VL: pi·ken (scherpe i); NL: p?·ken (doffe i)
    pissen: VL: pi·sen (scherpe i); NL: p?·sen (doffe i)
    pistolet: VL: pis·to·lee; NL: pis·to·lèt
    plasma: VL: plaz·ma; NL: plas·maa
    platform: VL: plat·form; NL: plat·form
    pointe: VL: pwèèn·te; NL: pwan·te
    pyjama: VL: pi·zja·ma; NL: pie·jaa·maa
    radar: VL: ra.daar; NL: raa.dar
    reclame: VL: ree·claa·me (echter dikwijls reklam, wél met een doffe e); NL: re·claa·me (beide e’s zijn dof)
    record: VL: re·kort (fonetisch); NL: ree·koor (Frans)
    recital: VL: re·si·tal (scherpe i, Frans); NL: rie·saaj·tel (Engels)
    reportage: VL: ree·por·taa·zje; NL: re·por·taa·sje (beide e’s zijn dof)
    reünie: VL: ree·ju·nie; NL: ree·u·nie (Franse klemtoon)
    Robert: VL: ro·beir (Frans); NL: ro(o)·bert (Engels)
    robot: VL: ro·bot; NL: roo·bot
    rondpunt: VL: rond·punt; NL: rond·punt
    Roodkapje: VL: rood·kap·je; NL: rood·kap·je
    salami: VL: sa·la·mi; NL: sa·laa·mi
    sceptisch: VL: sep·ties; NL: skep·ties
    serieus: VL: ser·jeus (doffe e); NL: see·ri·eus
    service: VL: ser·vis (scherpe e en i, Frans); NL: seur·vis (doffe i, Engels)
    site: VL: sitte; NL: saajt
    Sneeuwwitje: VL: sneeuw·wi·tje; NL: sneeuw·wit·je
    stadhuis: VL: sta·tuis; NL: stad·huis
    steak: VL: stek/stik (Frans); NL: steek (Engels)
    super, hyper: VL én NL: su·per, hy·per; VL media: sup·per, hip·per
    tabak: VL: ta·bak (zie ook toebak); NL: ta·bak (Frans)
    tarmac: VL: tar·mac; SN: tar·mac
    Tenerife: VL: ·ne·rif ; NL: tee·nee·rif (korte, scherpe i); VRT-uitspraak: tee·nee·rie·fee
    tenzij: VL: ten·zij (‘e’ als in ‘der’, komt van "’t en zij’); NL: ten·zij, ten·zij (‘e’ in beide varianten als in ‘bed’)
    terras: VL: tèr·ras; NL: te ras
    tic: VL: tik (scherpe i, zie ook tic nerveux); NL: tik (doffe i)
    ticket: VL: tie·kèt (Frans); NL: tik·ket (Engels)
    trainen: VL: trei·nen; NL: treej·nen (Engels)
    urgent: VL: ur·gent (scherpe u); NL: ur·gent (doffe u)
    vanille: VL: va·nie·le (fonetisch); NL: va·nie·je (Frans)
    vennootschap: VL: ver·noot·schap; NL: vén·noot·schap (tegen alle regels in)
    verkoop: VL: ver·koop; NL: vér·koop (tegen alle regels in)
    virus: VL: vi·rus (scherpe korte i, scherpe korte u); NL: vie·res (lange i, doffe e)
    voormiddag: VL: voor·mid·dag; NL: voor·mid·dag
    vrijgezel: VL: vrij·ge·zel; NL: vrij·ge·zel
    werkloos: VL: werk·loos; NL: werk·loos
    werkloosheid: VL: werk·loos·heid; NL: werk·loos·heid
    werknemer: VL: werk·nee·mer; NL: werk·nee·mer
    wodka: VL: vod·ka (Slavisch, de ‘d’ is eerder stemhebbend); NL: wot·kaa (de ‘t’ is stemloos)
    yoghurt: VL: joe·choert (soms joe·goert; ± Turks); NL: jo·chert, jo·ggert (fonetisch)
    YouTube: VL: joe·toep; NL: joew·tsjoewp
    zone: VL: zoo·ne; NL: zoa·ne (Frans)
    zonsondergang: VL: zon·zon·der·gang; NL: zons·on·der·gang
    zonsopgang: VL: zon·zop·gang; NL: zons·op·gang

    woorden op —ist/—isme/—isch: VL: —ist/—isme/—isch (‘i’ als in ‘fiets’); NL: —?st/—?sme/—?sch (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —tie: VL: —sie; NL: —tsie
    woorden op —tje/—dje: VL: —tje (de t- en j-klanken komen samen zoals in ‘checken’); NL: —t·je (de t- en j-klanken worden apart uitgesproken)
    woorden met —ci— of —ti— (bv. ‘officieel’, ‘politioneel’): VL: —s·j— (de s- en j-klanken worden apart uitgesproken); NL: —sj—, —tsj— (de s- en j-klanken komen samen zoals in ‘sjaal’ of ‘checken’)
    woorden met dis—: VL: dis— (‘i’ als in ‘fiets’); NL: d?s— (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —achtig: VL: klemtoon op woord zelf; NL: klemtoon op achtig en adempauze tussen woord en achtig → bv. VL: ze·nu·wach·tig; NL: ze·nuw acht·ig
    woorden op —polis: VL: klemtoon op ‘po’; NL: klemtoon op lettergreep voorafgaand aan ‘polis’ (bv.: VL: ki·ne·po·lis, tech·no·po·lis; NL: ki·ne·po·l?s, tech·no·po·l?s)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 05 Jul 2023 20:44
    114 reactie(s)

    Versie 134

    Vlaamse uitspraak
    (uitspraakvarianten)

    Heel wat woorden worden in Vlaanderen anders uitgesproken dan in Nederland. Dan gaat het niet zozeer over regelgebonden uitspraken zoals de zachte g, maar over woorden zoals pyjama dat in Vlaanderen als pie-zja-ma en in Nederland als pie-jaa-maa uitgesproken wordt. Of over klemtonen zoals bij burgemeester waarbij in Vlaanderen het accent op de eerste lettergreep valt en in Nederland op de derde. Bij leenwoorden hanteert men in Nederland zeer dikwijls een nabootsing volgens de Nederlandse klankwetten van de klanken in de oorspronkelijke taal (meestal Engels of Frans), terwijl de uitspraak in Vlaanderen vervlaamst wordt. Soms wordt in Vlaanderen een Franse uitspraak gehanteerd, dan volgt de uitspraak in Nederland meestal het Engels.

    Voor Engelse leenwoorden met korte a is er een afzonderlijk lemma waar deze gevallen ondergebracht kunnen worden.

    Het spijtige is dat de Vlaamse media voor deze woorden de Nederlandse uitspraak gebruiken ondanks dat de Vlaamse uitspraak in Vlaanderen zeer algemeen is. Dit is een aanfluiting van de V die voor Vlaams staat in o.a. vrt en VTM.

    Wat klemtonen betreft kan voor het West-Vlaams algemeen gesteld worden dat de klemtoon zeer dikwijls op de eerste lettergreep ligt (zoals ook in het nabije(re) Engels), ook en wellicht het meest opmerkelijk bij eigennamen. Bijvoorbeeld, waar een doorsnee Vlaming of Nederlander de naam Stefanie zal uitspreken zoals de Fransen, met de klemtoon op de laatste lettergreep, heet deze vrouw in West-Vlaanderen Stefanie. De West-Vlaamse politieker Vande Lanotte heet in zijn thuisprovincie Vande Lanotte.

    In de Vlaamse audiovisuele media, en bij uitstek bij de VRT, verzint men ook dikwijls een zogenaamd correcte uitspraak, die evenwel door Vlamingen noch door Nederlanders wordt gedragen. Deze gevallen worden ook aan dit lemma toegevoegd. Zie bij deze ook het lemma vrt-taal.

    zie ook Breda, Spa: vokaalreductie

    alfabetische lijst:

    ‘s anderendaags: VL: san·dren·da(a)gs; NL: san·de·ren·daags
    advocaat: VL: ad·vo·kaat; NL: at·fo·kaat
    Afrika: VL: a·fri·ka; NL: aa·fri·kaa
    alfabet: VL: al·fa·bet (Grieks, Latijn, Frans, enz.); NL: al·fa·bet (Engels)
    Amerika: VL: a·mee·ri·ka; NL: a·mee·ri·kaa
    Antarctica (idem Arctica): an·tarc·ti·ca; NL: an·tarc·ti·caa
    archipel: VL: ar·chi·pel; NL: ar·chi·pel
    asfalt: VL: as·falt; NL: as·falt
    azalea: VL: a·za·lee·ja; NL: a·zaa·lee·jaa
    bacon: VL: bak.ko (Frans); NL: ·ken (Engels)
    badminton: VL: bat·min·ton (fonetisch); NL: bèt·min·ten (Engels)
    Belgrado: VL: bel·gra·do; NL: bel·gra·do
    Bernard: VL: ber·naar (Frans); NL: bern·(h)art (Engels)
    bijna: VL: bij·na(a)/be·na(a) (zie ook bekan); NL: bij·naa
    bikini: VL: bi·ki·ni; NL: bi·ki·ni
    braderie: VL: bra·de·ri; NL: braa·de·rie
    braderij: VL: bra·de·rij; NL: braa·de·rij
    buggy: VL: bu·gi (zachte g); NL: bu·Gi (g van Frans ’grand’ of Engels ‘great’)
    burgemeester: VL: bur·ge·mees·ter; NL: bur·ge·mees·ter
    cacao: VL: ca·ca·oo; NL: ca·caa·oo
    carnaval: VL: kar·na·val (Frans); NL: kar·ne·val (Engels); VRT-uitspraak: kar·naa·val
    casino: VL: ca·zi·noo; NL: ca·sie·noo (zie ook Vlaamse geslachten)
    catalogus: VL: ca·ta·loo·gus (scherpe u; eigenlijk eerder cataloog); NL: ca·taa·lo·chus (doffe u)
    cello: VL: sje·loo (vervlaamst Italiaans); NL: sel·loo (fonetisch); VL en NL ook: tje(l)·loo (Italiaans)
    chips (patatten): VL: tjips (scherpe i); NL: sjips (doffe i)
    cichorei: VL: sji·ko·rei; NL: sie·cho·rei (± fonetisch)
    claxon: VL: kla·kson (Frans); NL: klak·son (Engels)
    clitoris: VL: cli·too·ris (beide i’s als in fiets); NL: cli·to·ris (beide i’s als in dik)
    compagnie: VL: kom.pa.nie; NL-SN: kom.panj.ie
    conciërge: VL: kon·s·jer·zje (± Frans); NL: kon·zjer·zje
    coup: VL: koe (Frans); NL: koep (± fonetisch)
    dement: VL: dee·ment; NL: de ment
    dementie: VL: dee·men·sie; NL: de·men·tsie
    detective: VL: de·tek·tie·ve/de·dek·tie·ve (fonetisch); NL: die·tek·tif (Engels)
    Doornroosje: VL: doo·rn·roo·sje; NL: doo·rn·roo·sje
    doorprikken: VL: door·prik·ken; NL: door·prik·ken
    dossier: VL: dos·sier (fonetisch); NL: do·sjee (Frans)
    elixir: VL: ee·liek·sier/ee·lieg·zier (Arabisch, ‘g’ uitgesproken als in het Engelse ‘good’); NL: ee·lik·ser (‘lik’ uitgesproken als ‘dik’)
    encyclopedie: VL: en·cy·clo·pe·die (fonetisch); NL: aun·cy·clo·pe·die (Frans, de ‘aun’ is nasaal)
    energie: VL: e·ner·gie (fonetisch); NL: e·ner·zjie/e·ner·sjie (Frans)
    epidemie: VL: ee·pi·dee·mi (korte i); NL: ee·pi·dee·mie (Frans)
    essay: VL: es· (Frans); NL: es·seej/es·seej (Engels)
    Europa: VL: eu·roo·pa; NL: eu·roo·paa
    exo- (bv. exorbitant, exotisch): VL: eG·zoo (G = stemhebbende k); NL: ek·soo
    festival: VL: fest·ti·val; NL: fes·ti·val
    flirten: VL: flir·ten (fonetisch); NL: fleur·ten (Engels)
    foto: VL: fo·too; NL: foo·too
    fotografie: VL: fo·to·gra·fie; NL: foo·too·gra·fie
    garantie: VL: ga·ran·tie (Frans; ook ga·ran·sie); NL: ga·ran·tsie
    gelijkvloers: VL: ge·lijk·vloers; NL: ge·lijk·vloers
    Gerard: VL: zjee·raar (Frans); NL: gee·rart (fonetisch)
    gilet: VL: zjie·lee; NL: zjie·lèt
    goal: VL: gool (zachte g); NL: Gool (g van Frans ‘grand’ of Engels ‘great’)
    golf: VL: golf (zachte g); NL: Golf (g van Frans ‘grand’ of Engels ‘great’)
    Google: VL: goe·gel/Goe·Gel (korte oe-klank; G = stemhebbende k); NL: Goe·Gel (lange oe-klank; G = stemhebbende k)
    hifi: VL: haai·fi (Brits Engels); NL: haai·faai (Amerikaans Engels)
    hostess: VL: hos·tès; NL: hos·tes (Engels)
    hygiëne: VL: hy·gjee·ne; NL: hy·gjèè·ne (Frans)
    ingewikkeld: VL: in·ge·wik·keld; NL: in·ge·wik·keld
    intensief: VL: in·ten·sief; NL: in·ten·zief
    intrige: VL: in·trie·ge (fonetisch); NL: in·trie·zje/in·trie·sje (hypercorrecte uitspraak van intrige met /ž/ -Frans intrigue)
    Iran: VL: i·ran; NL: i·raan (zie ook Iranees
    Israël: VL: iez·ra·jel (‘i’ als in ‘kiwi’); NL: is·ra·‘el (‘i’ als in ‘dik’)
    item: VL: i·tem (korte i, doffe e); NL: aaj·tem (Engels)
    jacuzzi: dja·koe·zi/zja·koe·zi; NL: ja·koe·zi
    jenever: VL: zje·nee·ver; NL: je·nee·ver (fonetisch)
    Jos: VL: zjos; NL: jos
    junior: VL: zju·njor (scherpe u); NL: ju·ni·jor (scherpe u en i)
    kameleon: VL: ka·mee·lee·jon; NL: ka·mee·lie·jon
    kathedraal: VL: ka·tee·draal; NL: kat·te·draal
    koala: VL: ko·a·la; NL: koo·aa·laa
    Koran: VL: koo·ran; NL: ko·raan
    labrador: VL: la·bra·dor; NL: laa·braa·dor
    landrover: VL: land·roe·ver; NL: land·ro·ver
    lavabo: VL: la·va·boo; NL: la·vaa·boo/la·vaa·boo
    Lutgart: VL: lut·gart; NL: lutgart
    make-up: VL: mee·kup; NL: meek·up (in het Vlaams: smink)
    mammoet: VL: mam·moet; NL: mam·moet
    Mercedes: VL: Mèr·ce·dès (scherpe e achteraan; ± Spaans); NL: Mèr·cee·des (doffe e achteraan; ± Engels)
    meteen: VL en NL: mè·teen (‘mè’ als in ‘bed’); VL media: me·teen (‘me’ als in ‘der’)
    mobilhome: VL: mo·bi·loom (scherpe i); NL: moo·bel·hoom (doffe e)
    Monaco: VL: Mo·na·coo; NL: Moo·naa·coo
    monopoly: VL: mo·no·poo·ly; NL: mo·no(o)·pe·ly (Engels)
    namiddag: VL: na·mid·dag; NL: na·mid·dag
    nasi (goreng): VL: naa·zi; NL: na·si
    Nieuwjaar: VL: nieuw·jaar; NL: nieuw·jaar
    Nobelprijs: VL: No·bel·prijs; NL: No·bèl·prijs
    noga, nougat: VL: noega(t); NL: noga
    nostalgie: VL: nos·tal·gie (fonetisch); NL: nos·tal·zjie/nos·tal·sjie (Frans)
    nylon: VL: ni·lon / nij·lon (Frans / vervlaamst); NL: naaj·lon (Engels)
    omwenteling: VL: om·wen·te·ling; NL: om·wen·te·ling
    onderhoud: VL: on·der·houd; NL: on·der·houd
    onderzoek: VL: on·der·zoek; NL: on·der·zoek
    Oostende: VL: os·ten·de; NL: oost en·de
    opkalefateren: VL: op·ka·le·faa·te·ren (oorspronkelijke uitspraak); NL: op·kaa·le·faa·te·ren (verlenging van de oorspronkelijk korte a uit ‘kalfateren’ < Frans ‘calfater’)
    pallet: VL: pa·lèt; NL: pèl·let (Engels)
    pandemie: VL: pan·dee·mi (korte i); NL: pan·dee·mie (Frans)
    parameter: VL: pa·ra·mee·ter; NL: pa·raa·m?·ter
    parfum: VL: par·fui (Frans, de ‘ui’ is nasaal; eigenlijk reuk; zie ook Vlaamse geslachten); NL: par·fum (fonetisch)
    passagier: VL: pas·sa·gier (fonetisch); NL: pas·sa·zjier/pas·sa·sjier
    Patrick: VL: Pa·trik (scherpe i); NL: Pet·rik (doffe i)
    pedalo: VL: pee·da·loo; NL: pee·daa·loo
    per: VL: ‘per’ als ‘der’; NL: ‘per’ als ‘ver’
    percent: VL: per·cent (‘per’ als ‘der’); NL: per·cent (‘per’ als ‘ver’)
    per se: VL: per see (‘per’ als ‘der’); NL: pèr see (Latijn, ‘pèr’ als ‘ver’)
    pikken: VL: pi·ken (scherpe i); NL: p?·ken (doffe i)
    pissen: VL: pi·sen (scherpe i); NL: p?·sen (doffe i)
    pistolet: VL: pis·to·lee; NL: pis·to·lèt
    plasma: VL: plaz·ma; NL: plas·maa
    platform: VL: plat·form; NL: plat·form
    pointe: VL: pwèèn·te; NL: pwan·te
    pyjama: VL: pi·zja·ma; NL: pie·jaa·maa
    radar: VL: ra.daar; NL: raa.dar
    reclame: VL: ree·claa·me (echter dikwijls reklam, wél met een doffe e); NL: re·claa·me (beide e’s zijn dof)
    record: VL: re·kort (fonetisch); NL: ree·koor (Frans)
    recital: VL: re·si·tal (scherpe i, Frans); NL: rie·saaj·tel (Engels)
    reportage: VL: ree·por·taa·zje; NL: re·por·taa·sje (beide e’s zijn dof)
    reünie: VL: ree·ju·nie; NL: ree·u·nie (Franse klemtoon)
    Robert: VL: ro·beir (Frans); NL: ro(o)·bert (Engels)
    robot: VL: ro·bot; NL: roo·bot
    rondpunt: VL: rond·punt; NL: rond·punt
    Roodkapje: VL: rood·kap·je; NL: rood·kap·je
    salami: VL: sa·la·mi; NL: sa·laa·mi
    sceptisch: VL: sep·ties; NL: skep·ties
    serieus: VL: ser·jeus (doffe e); NL: see·ri·eus
    service: VL: ser·vis (scherpe e en i, Frans); NL: seur·vis (doffe i, Engels)
    site: VL: sitte; NL: saajt
    Sneeuwwitje: VL: sneeuw·wi·tje; NL: sneeuw·wit·je
    stadhuis: VL: sta·tuis; NL: stad·huis
    steak: VL: stek/stik (Frans); NL: steek (Engels)
    super, hyper: VL én NL: su·per, hy·per; VL media: sup·per, hip·per
    tabak: VL: ta·bak (zie ook toebak); NL: ta·bak (Frans)
    tarmac: VL: tar·mac; SN: tar·mac
    Tenerife: VL: ·ne·rif ; NL: tee·nee·rif (korte, scherpe i); VRT-uitspraak: tee·nee·rie·fee
    tenzij: VL: ten·zij (‘e’ als in ‘der’, komt van "’t en zij’); NL: ten·zij, ten·zij (‘e’ in beide varianten als in ‘bed’)
    terras: VL: tèr·ras; NL: te ras
    tic: VL: tik (scherpe i, zie ook tic nerveux); NL: tik (doffe i)
    ticket: VL: tie·kèt (Frans); NL: tik·ket (Engels)
    trainen: VL: trei·nen; NL: treej·nen (Engels)
    urgent: VL: ur·gent (scherpe u); NL: ur·gent (doffe u)
    vanille: VL: va·nie·le (fonetisch); NL: va·nie·je (Frans)
    verkoop: VL: ver·koop; NL: vér·koop (tegen alle regels in)
    virus: VL: vi·rus (scherpe korte i, scherpe korte u); NL: vie·res (lange i, doffe e)
    voormiddag: VL: voor·mid·dag; NL: voor·mid·dag
    vrijgezel: VL: vrij·ge·zel; NL: vrij·ge·zel
    werkloos: VL: werk·loos; NL: werk·loos
    werkloosheid: VL: werk·loos·heid; NL: werk·loos·heid
    werknemer: VL: werk·nee·mer; NL: werk·nee·mer
    wodka: VL: vod·ka (Slavisch, de ‘d’ is eerder stemhebbend); NL: wot·kaa (de ‘t’ is stemloos)
    yoghurt: VL: joe·choert (soms joe·goert; ± Turks); NL: jo·chert, jo·ggert (fonetisch)
    YouTube: VL: joe·toep; NL: joew·tsjoewp
    zone: VL: zoo·ne; NL: zoa·ne (Frans)
    zonsondergang: VL: zon·zon·der·gang; NL: zons·on·der·gang
    zonsopgang: VL: zon·zop·gang; NL: zons·op·gang

    woorden op —ist/—isme/—isch: VL: —ist/—isme/—isch (‘i’ als in ‘fiets’); NL: —?st/—?sme/—?sch (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —tie: VL: —sie; NL: —tsie
    woorden op —tje/—dje: VL: —tje (de t- en j-klanken komen samen zoals in ‘checken’); NL: —t·je (de t- en j-klanken worden apart uitgesproken)
    woorden met —ci— of —ti— (bv. ‘officieel’, ‘politioneel’): VL: —s·j— (de s- en j-klanken worden apart uitgesproken); NL: —sj—, —tsj— (de s- en j-klanken komen samen zoals in ‘sjaal’ of ‘checken’)
    woorden met dis—: VL: dis— (‘i’ als in ‘fiets’); NL: d?s— (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —achtig: VL: klemtoon op woord zelf; NL: klemtoon op achtig en adempauze tussen woord en achtig → bv. VL: ze·nu·wach·tig; NL: ze·nuw acht·ig
    woorden op —polis: VL: klemtoon op ‘po’; NL: klemtoon op lettergreep voorafgaand aan ‘polis’ (bv.: VL: ki·ne·po·lis, tech·no·po·lis; NL: ki·ne·po·l?s, tech·no·po·l?s)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Georges Grootjans op 27 Dec 2022 07:06
    114 reactie(s)

    Versie 133

    Vlaamse uitspraak
    (uitspraakvarianten)

    Heel wat woorden worden in Vlaanderen anders uitgesproken dan in Nederland. Dan gaat het niet zozeer over regelgebonden uitspraken zoals de zachte g, maar over woorden zoals pyjama dat in Vlaanderen als pie-zja-ma en in Nederland als pie-jaa-maa uitgesproken wordt. Of over klemtonen zoals bij burgemeester waarbij in Vlaanderen het accent op de eerste lettergreep valt en in Nederland op de derde. Bij leenwoorden hanteert men in Nederland zeer dikwijls een nabootsing volgens de Nederlandse klankwetten van de klanken in de oorspronkelijke taal (meestal Engels of Frans), terwijl de uitspraak in Vlaanderen vervlaamst wordt. Soms wordt in Vlaanderen een Franse uitspraak gehanteerd, dan volgt de uitspraak in Nederland meestal het Engels.

    Voor Engelse leenwoorden met korte a is er een afzonderlijk lemma waar deze gevallen ondergebracht kunnen worden.

    Het spijtige is dat de Vlaamse media voor deze woorden de Nederlandse uitspraak gebruiken ondanks dat de Vlaamse uitspraak in Vlaanderen zeer algemeen is. Dit is een aanfluiting van de V die voor Vlaams staat in o.a. vrt en VTM.

    Wat klemtonen betreft kan voor het West-Vlaams algemeen gesteld worden dat de klemtoon zeer dikwijls op de eerste lettergreep ligt (zoals ook in het nabije(re) Engels), ook en wellicht het meest opmerkelijk bij eigennamen. Bijvoorbeeld, waar een doorsnee Vlaming of Nederlander de naam Stefanie zal uitspreken zoals de Fransen, met de klemtoon op de laatste lettergreep, heet deze vrouw in West-Vlaanderen Stefanie. De West-Vlaamse politieker Vande Lanotte heet in zijn thuisprovincie Vande Lanotte.

    In de Vlaamse audiovisuele media, en bij uitstek bij de VRT, verzint men ook dikwijls een zogenaamd correcte uitspraak, die evenwel door Vlamingen noch door Nederlanders wordt gedragen. Deze gevallen worden ook aan dit lemma toegevoegd. Zie bij deze ook het lemma vrt-taal.

    zie ook Breda, Spa: vokaalreductie

    alfabetische lijst:

    ‘s anderendaags: VL: san·dren·da(a)gs; NL: san·de·ren·daags
    advocaat: VL: ad·vo·kaat; NL: at·fo·kaat
    Afrika: VL: a·fri·ka; NL: aa·fri·kaa
    alfabet: VL: al·fa·bet (Grieks, Latijn, Frans, enz.); NL: al·fa·bet (Engels)
    Amerika: VL: a·mee·ri·ka; NL: a·mee·ri·kaa
    Antarctica (idem Arctica): an·tarc·ti·ca; NL: an·tarc·ti·caa
    archipel: VL: ar·chi·pel; NL: ar·chi·pel
    asfalt: VL: as·falt; NL: as·falt
    azalea: VL: a·za·lee·ja; NL: a·zaa·lee·jaa
    badminton: VL: bat·min·ton (fonetisch); NL: bèt·min·ten (Engels)
    Belgrado: VL: bel·gra·do; NL: bel·gra·do
    Bernard: VL: ber·naar (Frans); NL: bern·(h)art (Engels)
    bijna: VL: bij·na(a)/be·na(a) (zie ook bekan); NL: bij·naa
    bikini: VL: bi·ki·ni; NL: bi·ki·ni
    braderie: VL: bra·de·ri; NL: braa·de·rie
    braderij: VL: bra·de·rij; NL: braa·de·rij
    buggy: VL: bu·gi (zachte g); NL: bu·Gi (g van Frans ’grand’ of Engels ‘great’)
    burgemeester: VL: bur·ge·mees·ter; NL: bur·ge·mees·ter
    cacao: VL: ca·ca·oo; NL: ca·caa·oo
    carnaval: VL: kar·na·val (Frans); NL: kar·ne·val (Engels); VRT-uitspraak: kar·naa·val
    casino: VL: ca·zi·noo; NL: ca·sie·noo (zie ook Vlaamse geslachten)
    catalogus: VL: ca·ta·loo·gus (scherpe u; eigenlijk eerder cataloog); NL: ca·taa·lo·chus (doffe u)
    cello: VL: sje·loo (vervlaamst Italiaans); NL: sel·loo (fonetisch); VL en NL ook: tje(l)·loo (Italiaans)
    chips (patatten): VL: tjips (scherpe i); NL: sjips (doffe i)
    cichorei: VL: sji·ko·rei; NL: sie·cho·rei (± fonetisch)
    claxon: VL: kla·kson (Frans); NL: klak·son (Engels)
    clitoris: VL: cli·too·ris (beide i’s als in fiets); NL: cli·to·ris (beide i’s als in dik)
    compagnie: VL: kom.pa.nie; NL-SN: kom.panj.ie
    conciërge: VL: kon·s·jer·zje (± Frans); NL: kon·zjer·zje
    coup: VL: koe (Frans); NL: koep (± fonetisch)
    dement: VL: dee·ment; NL: de ment
    dementie: VL: dee·men·sie; NL: de·men·tsie
    detective: VL: de·tek·tie·ve/de·dek·tie·ve (fonetisch); NL: die·tek·tif (Engels)
    Doornroosje: VL: doo·rn·roo·sje; NL: doo·rn·roo·sje
    doorprikken: VL: door·prik·ken; NL: door·prik·ken
    dossier: VL: dos·sier (fonetisch); NL: do·sjee (Frans)
    elixir: VL: ee·liek·sier/ee·lieg·zier (Arabisch, ‘g’ uitgesproken als in het Engelse ‘good’); NL: ee·lik·ser (‘lik’ uitgesproken als ‘dik’)
    encyclopedie: VL: en·cy·clo·pe·die (fonetisch); NL: aun·cy·clo·pe·die (Frans, de ‘aun’ is nasaal)
    energie: VL: e·ner·gie (fonetisch); NL: e·ner·zjie/e·ner·sjie (Frans)
    epidemie: VL: ee·pi·dee·mi (korte i); NL: ee·pi·dee·mie (Frans)
    essay: VL: es· (Frans); NL: es·seej/es·seej (Engels)
    Europa: VL: eu·roo·pa; NL: eu·roo·paa
    exo- (bv. exorbitant, exotisch): VL: eG·zoo (G = stemhebbende k); NL: ek·soo
    festival: VL: fest·ti·val; NL: fes·ti·val
    flirten: VL: flir·ten (fonetisch); NL: fleur·ten (Engels)
    foto: VL: fo·too; NL: foo·too
    fotografie: VL: fo·to·gra·fie; NL: foo·too·gra·fie
    garantie: VL: ga·ran·tie (Frans; ook ga·ran·sie); NL: ga·ran·tsie
    gelijkvloers: VL: ge·lijk·vloers; NL: ge·lijk·vloers
    Gerard: VL: zjee·raar (Frans); NL: gee·rart (fonetisch)
    gilet: VL: zjie·lee; NL: zjie·lèt
    goal: VL: gool (zachte g); NL: Gool (g van Frans ‘grand’ of Engels ‘great’)
    golf: VL: golf (zachte g); NL: Golf (g van Frans ‘grand’ of Engels ‘great’)
    Google: VL: goe·gel/Goe·Gel (korte oe-klank; G = stemhebbende k); NL: Goe·Gel (lange oe-klank; G = stemhebbende k)
    hifi: VL: haai·fi (Brits Engels); NL: haai·faai (Amerikaans Engels)
    hostess: VL: hos·tès; NL: hos·tes (Engels)
    hygiëne: VL: hy·gjee·ne; NL: hy·gjèè·ne (Frans)
    ingewikkeld: VL: in·ge·wik·keld; NL: in·ge·wik·keld
    intensief: VL: in·ten·sief; NL: in·ten·zief
    intrige: VL: in·trie·ge (fonetisch); NL: in·trie·zje/in·trie·sje (hypercorrecte uitspraak van intrige met /ž/ -Frans intrigue)
    Iran: VL: i·ran; NL: i·raan (zie ook Iranees
    Israël: VL: iez·ra·jel (‘i’ als in ‘kiwi’); NL: is·ra·‘el (‘i’ als in ‘dik’)
    item: VL: i·tem (korte i, doffe e); NL: aaj·tem (Engels)
    jacuzzi: dja·koe·zi/zja·koe·zi; NL: ja·koe·zi
    jenever: VL: zje·nee·ver; NL: je·nee·ver (fonetisch)
    Jos: VL: zjos; NL: jos
    junior: VL: zju·njor (scherpe u); NL: ju·ni·jor (scherpe u en i)
    kameleon: VL: ka·mee·lee·jon; NL: ka·mee·lie·jon
    kathedraal: VL: ka·tee·draal; NL: kat·te·draal
    koala: VL: ko·a·la; NL: koo·aa·laa
    Koran: VL: koo·ran; NL: ko·raan
    labrador: VL: la·bra·dor; NL: laa·braa·dor
    landrover: VL: land·roe·ver; NL: land·ro·ver
    lavabo: VL: la·va·boo; NL: la·vaa·boo/la·vaa·boo
    Lutgart: VL: lut·gart; NL: lutgart
    make-up: VL: mee·kup; NL: meek·up (in het Vlaams: smink)
    mammoet: VL: mam·moet; NL: mam·moet
    Mercedes: VL: Mèr·ce·dès (scherpe e achteraan; ± Spaans); NL: Mèr·cee·des (doffe e achteraan; ± Engels)
    meteen: VL en NL: mè·teen (‘mè’ als in ‘bed’); VL media: me·teen (‘me’ als in ‘der’)
    mobilhome: VL: mo·bi·loom (scherpe i); NL: moo·bel·hoom (doffe e)
    Monaco: VL: Mo·na·coo; NL: Moo·naa·coo
    monopoly: VL: mo·no·poo·ly; NL: mo·no(o)·pe·ly (Engels)
    namiddag: VL: na·mid·dag; NL: na·mid·dag
    nasi (goreng): VL: naa·zi; NL: na·si
    Nieuwjaar: VL: nieuw·jaar; NL: nieuw·jaar
    Nobelprijs: VL: No·bel·prijs; NL: No·bèl·prijs
    noga, nougat: VL: noega(t); NL: noga
    nostalgie: VL: nos·tal·gie (fonetisch); NL: nos·tal·zjie/nos·tal·sjie (Frans)
    nylon: VL: ni·lon / nij·lon (Frans / vervlaamst); NL: naaj·lon (Engels)
    omwenteling: VL: om·wen·te·ling; NL: om·wen·te·ling
    onderhoud: VL: on·der·houd; NL: on·der·houd
    onderzoek: VL: on·der·zoek; NL: on·der·zoek
    Oostende: VL: os·ten·de; NL: oost en·de
    opkalefateren: VL: op·ka·le·faa·te·ren (oorspronkelijke uitspraak); NL: op·kaa·le·faa·te·ren (verlenging van de oorspronkelijk korte a uit ‘kalfateren’ < Frans ‘calfater’)
    pallet: VL: pa·lèt; NL: pèl·let (Engels)
    pandemie: VL: pan·dee·mi (korte i); NL: pan·dee·mie (Frans)
    parameter: VL: pa·ra·mee·ter; NL: pa·raa·m?·ter
    parfum: VL: par·fui (Frans, de ‘ui’ is nasaal; eigenlijk reuk; zie ook Vlaamse geslachten); NL: par·fum (fonetisch)
    passagier: VL: pas·sa·gier (fonetisch); NL: pas·sa·zjier/pas·sa·sjier
    Patrick: VL: Pa·trik (scherpe i); NL: Pet·rik (doffe i)
    pedalo: VL: pee·da·loo; NL: pee·daa·loo
    per: VL: ‘per’ als ‘der’; NL: ‘per’ als ‘ver’
    percent: VL: per·cent (‘per’ als ‘der’); NL: per·cent (‘per’ als ‘ver’)
    per se: VL: per see (‘per’ als ‘der’); NL: pèr see (Latijn, ‘pèr’ als ‘ver’)
    pikken: VL: pi·ken (scherpe i); NL: p?·ken (doffe i)
    pissen: VL: pi·sen (scherpe i); NL: p?·sen (doffe i)
    pistolet: VL: pis·to·lee; NL: pis·to·lèt
    plasma: VL: plaz·ma; NL: plas·maa
    platform: VL: plat·form; NL: plat·form
    pointe: VL: pwèèn·te; NL: pwan·te
    pyjama: VL: pi·zja·ma; NL: pie·jaa·maa
    radar: VL: ra.daar; NL: raa.dar
    reclame: VL: ree·claa·me (echter dikwijls reklam, wél met een doffe e); NL: re·claa·me (beide e’s zijn dof)
    record: VL: re·kort (fonetisch); NL: ree·koor (Frans)
    recital: VL: re·si·tal (scherpe i, Frans); NL: rie·saaj·tel (Engels)
    reportage: VL: ree·por·taa·zje; NL: re·por·taa·sje (beide e’s zijn dof)
    reünie: VL: ree·ju·nie; NL: ree·u·nie (Franse klemtoon)
    Robert: VL: ro·beir (Frans); NL: ro(o)·bert (Engels)
    robot: VL: ro·bot; NL: roo·bot
    rondpunt: VL: rond·punt; NL: rond·punt
    Roodkapje: VL: rood·kap·je; NL: rood·kap·je
    salami: VL: sa·la·mi; NL: sa·laa·mi
    sceptisch: VL: sep·ties; NL: skep·ties
    serieus: VL: ser·jeus (doffe e); NL: see·ri·eus
    service: VL: ser·vis (scherpe e en i, Frans); NL: seur·vis (doffe i, Engels)
    site: VL: sitte; NL: saajt
    Sneeuwwitje: VL: sneeuw·wi·tje; NL: sneeuw·wit·je
    stadhuis: VL: sta·tuis; NL: stad·huis
    steak: VL: stek/stik (Frans); NL: steek (Engels)
    super, hyper: VL én NL: su·per, hy·per; VL media: sup·per, hip·per
    tabak: VL: ta·bak (zie ook toebak); NL: ta·bak (Frans)
    tarmac: VL: tar·mac; SN: tar·mac
    Tenerife: VL: ·ne·rif ; NL: tee·nee·rif (korte, scherpe i); VRT-uitspraak: tee·nee·rie·fee
    tenzij: VL: ten·zij (‘e’ als in ‘der’, komt van "’t en zij’); NL: ten·zij, ten·zij (‘e’ in beide varianten als in ‘bed’)
    terras: VL: tèr·ras; NL: te ras
    tic: VL: tik (scherpe i, zie ook tic nerveux); NL: tik (doffe i)
    ticket: VL: tie·kèt (Frans); NL: tik·ket (Engels)
    trainen: VL: trei·nen; NL: treej·nen (Engels)
    urgent: VL: ur·gent (scherpe u); NL: ur·gent (doffe u)
    vanille: VL: va·nie·le (fonetisch); NL: va·nie·je (Frans)
    verkoop: VL: ver·koop; NL: vér·koop (tegen alle regels in)
    virus: VL: vi·rus (scherpe korte i, scherpe korte u); NL: vie·res (lange i, doffe e)
    voormiddag: VL: voor·mid·dag; NL: voor·mid·dag
    vrijgezel: VL: vrij·ge·zel; NL: vrij·ge·zel
    werkloos: VL: werk·loos; NL: werk·loos
    werkloosheid: VL: werk·loos·heid; NL: werk·loos·heid
    werknemer: VL: werk·nee·mer; NL: werk·nee·mer
    wodka: VL: vod·ka (Slavisch, de ‘d’ is eerder stemhebbend); NL: wot·kaa (de ‘t’ is stemloos)
    yoghurt: VL: joe·choert (soms joe·goert; ± Turks); NL: jo·chert, jo·ggert (fonetisch)
    YouTube: VL: joe·toep; NL: joew·tsjoewp
    zone: VL: zoo·ne; NL: zoa·ne (Frans)
    zonsondergang: VL: zon·zon·der·gang; NL: zons·on·der·gang
    zonsopgang: VL: zon·zop·gang; NL: zons·op·gang

    woorden op —ist/—isme/—isch: VL: —ist/—isme/—isch (‘i’ als in ‘fiets’); NL: —?st/—?sme/—?sch (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —tie: VL: —sie; NL: —tsie
    woorden op —tje/—dje: VL: —tje (de t- en j-klanken komen samen zoals in ‘checken’); NL: —t·je (de t- en j-klanken worden apart uitgesproken)
    woorden met —ci— of —ti— (bv. ‘officieel’, ‘politioneel’): VL: —s·j— (de s- en j-klanken worden apart uitgesproken); NL: —sj—, —tsj— (de s- en j-klanken komen samen zoals in ‘sjaal’ of ‘checken’)
    woorden met dis—: VL: dis— (‘i’ als in ‘fiets’); NL: d?s— (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —achtig: VL: klemtoon op woord zelf; NL: klemtoon op achtig en adempauze tussen woord en achtig → bv. VL: ze·nu·wach·tig; NL: ze·nuw acht·ig
    woorden op —polis: VL: klemtoon op ‘po’; NL: klemtoon op lettergreep voorafgaand aan ‘polis’ (bv.: VL: ki·ne·po·lis, tech·no·po·lis; NL: ki·ne·po·l?s, tech·no·po·l?s)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 30 Oct 2020 18:54
    114 reactie(s)

    Versie 132

    Vlaamse uitspraak
    (uitspraakvarianten)

    Heel wat woorden worden in Vlaanderen anders uitgesproken dan in Nederland. Dan gaat het niet zozeer over regelgebonden uitspraken zoals de zachte g, maar over woorden zoals pyjama dat in Vlaanderen als pie-zja-ma en in Nederland als pie-jaa-maa uitgesproken wordt. Of over klemtonen zoals bij burgemeester waarbij in Vlaanderen het accent op de eerste lettergreep valt en in Nederland op de derde. Bij leenwoorden hanteert men in Nederland zeer dikwijls een nabootsing volgens de Nederlandse klankwetten van de klanken in de oorspronkelijke taal (meestal Engels of Frans), terwijl de uitspraak in Vlaanderen vervlaamst wordt. Soms wordt in Vlaanderen een Franse uitspraak gehanteerd, dan volgt de uitspraak in Nederland meestal het Engels.

    Voor Engelse leenwoorden met korte a is er een afzonderlijk lemma waar deze gevallen ondergebracht kunnen worden.

    Het spijtige is dat de Vlaamse media voor deze woorden de Nederlandse uitspraak gebruiken ondanks dat de Vlaamse uitspraak in Vlaanderen zeer algemeen is. Dit is een aanfluiting van de V die voor Vlaams staat in o.a. vrt en VTM.

    Wat klemtonen betreft kan voor het West-Vlaams algemeen gesteld worden dat de klemtoon zeer dikwijls op de eerste lettergreep ligt (zoals ook in het nabije(re) Engels), ook en wellicht het meest opmerkelijk bij eigennamen. Bijvoorbeeld, waar een doorsnee Vlaming of Nederlander de naam Stefanie zal uitspreken zoals de Fransen, met de klemtoon op de laatste lettergreep, heet deze vrouw in West-Vlaanderen Stefanie. De West-Vlaamse politieker Vande Lanotte heet in zijn thuisprovincie Vande Lanotte.

    In de Vlaamse audiovisuele media, en bij uitstek bij de VRT, verzint men ook dikwijls een zogenaamd correcte uitspraak, die evenwel door Vlamingen noch door Nederlanders wordt gedragen. Deze gevallen worden ook aan dit lemma toegevoegd. Zie bij deze ook het lemma vrt-taal.

    zie ook Breda, Spa: vokaalreductie

    alfabetische lijst:

    ‘s anderendaags: VL: san·dren·da(a)gs; NL: san·de·ren·daags
    advocaat: VL: ad·vo·kaat; NL: at·fo·kaat
    Afrika: VL: a·fri·ka; NL: aa·fri·kaa
    alfabet: VL: al·fa·bet (Grieks, Latijn, Frans, enz.); NL: al·fa·bet (Engels)
    Amerika: VL: a·mee·ri·ka; NL: a·mee·ri·kaa
    Antarctica (idem Arctica): an·tarc·ti·ca; NL: an·tarc·ti·caa
    archipel: VL: ar·chi·pel; NL: ar·chi·pel
    asfalt: VL: as·falt; NL: as·falt
    azalea: VL: a·za·lee·ja; NL: a·zaa·lee·jaa
    badminton: VL: bat·min·ton (fonetisch); NL: bèt·min·ten (Engels)
    Belgrado: VL: bel·gra·do; NL: bel·gra·do
    Bernard: VL: ber·naar (Frans); NL: bern·(h)art (Engels)
    bijna: VL: bij·na(a)/be·na(a) (zie ook bekan); NL: bij·naa
    bikini: VL: bi·ki·ni; NL: bi·ki·ni
    braderie: VL: bra·de·ri; NL: braa·de·rie
    braderij: VL: bra·de·rij; NL: braa·de·rij
    buggy: VL: bu·gi (zachte g); NL: bu·Gi (g van Frans ’grand’ of Engels ‘great’)
    burgemeester: VL: bur·ge·mees·ter; NL: bur·ge·mees·ter
    cacao: VL: ca·ca·oo; NL: ca·caa·oo
    carnaval: VL: kar·na·val (Frans); NL: kar·ne·val (Engels); VRT-uitspraak: kar·naa·val
    casino: VL: ca·zi·noo; NL: ca·sie·noo (zie ook Vlaamse geslachten)
    catalogus: VL: ca·ta·loo·gus (scherpe u; eigenlijk eerder cataloog); NL: ca·taa·lo·chus (doffe u)
    cello: VL: sje·loo (vervlaamst Italiaans); NL: sel·loo (fonetisch); VL en NL ook: tje(l)·loo (Italiaans)
    chips (patatten): VL: tjips (scherpe i); NL: sjips (doffe i)
    cichorei: VL: sji·ko·rei; NL: sie·cho·rei (± fonetisch)
    claxon: VL: kla·kson (Frans); NL: klak·son (Engels)
    clitoris: VL: cli·too·ris (beide i’s als in fiets); NL: cli·to·ris (beide i’s als in dik)
    compagnie: VL: kom.pa.nie; NL-SN: kom.panj.ie
    conciërge: VL: kon·s·jer·zje (± Frans); NL: kon·zjer·zje
    coup: VL: koe (Frans); NL: koep (± fonetisch)
    dement: VL: dee·ment; NL: de ment
    dementie: VL: dee·men·sie; NL: de·men·tsie
    detective: VL: de·tek·tie·ve/de·dek·tie·ve (fonetisch); NL: die·tek·tif (Engels)
    Doornroosje: VL: doo·rn·roo·sje; NL: doo·rn·roo·sje
    doorprikken: VL: door·prik·ken; NL: door·prik·ken
    dossier: VL: dos·sier (fonetisch); NL: do·sjee (Frans)
    elixir: VL: ee·liek·sier/ee·lieg·zier (Arabisch, ‘g’ uitgesproken als in het Engelse ‘good’); NL: ee·lik·ser (‘lik’ uitgesproken als ‘dik’)
    encyclopedie: VL: en·cy·clo·pe·die (fonetisch); NL: aun·cy·clo·pe·die (Frans, de ‘aun’ is nasaal)
    energie: VL: e·ner·gie (fonetisch); NL: e·ner·zjie/e·ner·sjie (Frans)
    epidemie: VL: ee·pi·dee·mi (korte i); NL: ee·pi·dee·mie (Frans)
    essay: VL: es· (Frans); NL: es·seej/es·seej (Engels)
    Europa: VL: eu·roo·pa; NL: eu·roo·paa
    exo- (bv. exorbitant, exotisch): VL: eG·zoo (G = stemhebbende k); NL: ek·soo
    festival: VL: fest·ti·val; NL: fes·ti·val
    flirten: VL: flir·ten (fonetisch); NL: fleur·ten (Engels)
    foto: VL: fo·too; NL: foo·too
    fotografie: VL: fo·to·gra·fie; NL: foo·too·gra·fie
    garantie: VL: ga·ran·tie (Frans; ook ga·ran·sie); NL: ga·ran·tsie
    gelijkvloers: VL: ge·lijk·vloers; NL: ge·lijk·vloers
    Gerard: VL: zjee·raar (Frans); NL: gee·rart (fonetisch)
    gilet: VL: zjie·lee; NL: zjie·lèt
    goal: VL: gool (zachte g); NL: Gool (g van Frans ‘grand’ of Engels ‘great’)
    golf: VL: golf (zachte g); NL: Golf (g van Frans ‘grand’ of Engels ‘great’)
    Google: VL: goe·gel/Goe·Gel (korte oe-klank; G = stemhebbende k); NL: Goe·Gel (lange oe-klank; G = stemhebbende k)
    hifi: VL: haai·fi (Brits Engels); NL: haai·faai (Amerikaans Engels)
    hostess: VL: hos·tès; NL: hos·tes (Engels)
    hygiëne: VL: hy·gjee·ne; NL: hy·gjèè·ne (Frans)
    ingewikkeld: VL: in·ge·wik·keld; NL: in·ge·wik·keld
    intensief: VL: in·ten·sief; NL: in·ten·zief
    intrige: VL: in·trie·ge (fonetisch); NL: in·trie·zje/in·trie·sje (hypercorrecte uitspraak van intrige met /ž/ -Frans intrigue)
    Iran: VL: i·ran; NL: i·raan (zie ook Iranees
    Israël: VL: iez·ra·jel (‘i’ als in ‘kiwi’); NL: is·ra·‘el (‘i’ als in ‘dik’)
    item: VL: i·tem (korte i, doffe e); NL: aaj·tem (Engels)
    jacuzzi: dja·koe·zi/zja·koe·zi; NL: ja·koe·zi
    jenever: VL: zje·nee·ver; NL: je·nee·ver (fonetisch)
    Jos: VL: zjos; NL: jos
    junior: VL: zju·njor (scherpe u); NL: ju·ni·jor (scherpe u en i)
    kameleon: VL: ka·mee·lee·jon; NL: ka·mee·lie·jon
    kathedraal: VL: ka·tee·draal; NL: kat·te·draal
    koala: VL: ko·a·la; NL: koo·aa·laa
    Koran: VL: koo·ran; NL: ko·raan
    labrador: VL: la·bra·dor; NL: laa·braa·dor
    landrover: VL: land·roe·ver; NL: land·ro·ver
    lavabo: VL: la·va·boo; NL: la·vaa·boo/la·vaa·boo
    Lutgart: VL: lut·gart; NL: lutgart
    make-up: VL: mee·kup; NL: meek·up (in het Vlaams: smink)
    mammoet: VL: mam·moet; NL: mam·moet
    Mercedes: VL: Mèr·ce·dès (scherpe e achteraan; ± Spaans); NL: Mèr·cee·des (doffe e achteraan; ± Engels)
    meteen: VL en NL: mè·teen (‘mè’ als in ‘bed’); VL media: me·teen (‘me’ als in ‘der’)
    mobilhome: VL: mo·bi·loom (scherpe i); NL: moo·bel·hoom (doffe e)
    Monaco: VL: Mo·na·coo; NL: Moo·naa·coo
    monopoly: VL: mo·no·poo·ly; NL: mo·no(o)·pe·ly (Engels)
    namiddag: VL: na·mid·dag; NL: na·mid·dag
    nasi (goreng): VL: naa·zi; NL: na·si
    Nieuwjaar: VL: nieuw·jaar; NL: nieuw·jaar
    Nobelprijs: VL: No·bel·prijs; NL: No·bèl·prijs
    noga, nougat: VL: noega(t); NL: noga
    nostalgie: VL: nos·tal·gie (fonetisch); NL: nos·tal·zjie/nos·tal·sjie (Frans)
    nylon: VL: ni·lon / nij·lon (Frans / vervlaamst); NL: naaj·lon (Engels)
    omwenteling: VL: om·wen·te·ling; NL: om·wen·te·ling
    onderhoud: VL: on·der·houd; NL: on·der·houd
    onderzoek: VL: on·der·zoek; NL: on·der·zoek
    Oostende: VL: os·ten·de; NL: oost en·de
    opkalefateren: VL: op·ka·le·faa·te·ren (oorspronkelijke uitspraak); NL: op·kaa·le·faa·te·ren (verlenging van de oorspronkelijk korte a uit ‘kalfateren’ < Frans ‘calfater’)
    pallet: VL: pa·lèt; NL: pèl·let (Engels)
    pandemie: VL: pan·dee·mi (korte i); NL: pan·dee·mie (Frans)
    parameter: VL: pa·ra·mee·ter; NL: pa·raa·m?·ter
    parfum: VL: par·fui (Frans, de ‘ui’ is nasaal); NL: par·fum (fonetisch)
    passagier: VL: pas·sa·gier (fonetisch); NL: pas·sa·zjier/pas·sa·sjier
    Patrick: VL: Pa·trik (scherpe i); NL: Pet·rik (doffe i)
    pedalo: VL: pee·da·loo; NL: pee·daa·loo
    per: VL: ‘per’ als ‘der’; NL: ‘per’ als ‘ver’
    percent: VL: per·cent (‘per’ als ‘der’); NL: per·cent (‘per’ als ‘ver’)
    per se: VL: per see (‘per’ als ‘der’); NL: pèr see (Latijn, ‘pèr’ als ‘ver’)
    pikken: VL: pi·ken (scherpe i); NL: p?·ken (doffe i)
    pissen: VL: pi·sen (scherpe i); NL: p?·sen (doffe i)
    pistolet: VL: pis·to·lee; NL: pis·to·lèt
    plasma: VL: plaz·ma; NL: plas·maa
    platform: VL: plat·form; NL: plat·form
    pointe: VL: pwèèn·te; NL: pwan·te
    pyjama: VL: pi·zja·ma; NL: pie·jaa·maa
    radar: VL: ra.daar; NL: raa.dar
    reclame: VL: ree·claa·me (echter dikwijls reklam, wél met een doffe e); NL: re·claa·me (beide e’s zijn dof)
    record: VL: re·kort (fonetisch); NL: ree·koor (Frans)
    recital: VL: re·si·tal (scherpe i, Frans); NL: rie·saaj·tel (Engels)
    reportage: VL: ree·por·taa·zje; NL: re·por·taa·sje (beide e’s zijn dof)
    reünie: VL: ree·ju·nie; NL: ree·u·nie (Franse klemtoon)
    Robert: VL: ro·beir (Frans); NL: ro(o)·bert (Engels)
    robot: VL: ro·bot; NL: roo·bot
    rondpunt: VL: rond·punt; NL: rond·punt
    Roodkapje: VL: rood·kap·je; NL: rood·kap·je
    salami: VL: sa·la·mi; NL: sa·laa·mi
    sceptisch: VL: sep·ties; NL: skep·ties
    serieus: VL: ser·jeus (doffe e); NL: see·ri·eus
    service: VL: ser·vis (scherpe e en i, Frans); NL: seur·vis (doffe i, Engels)
    site: VL: sitte; NL: saajt
    Sneeuwwitje: VL: sneeuw·wi·tje; NL: sneeuw·wit·je
    stadhuis: VL: sta·tuis; NL: stad·huis
    steak: VL: stek/stik (Frans); NL: steek (Engels)
    super, hyper: VL én NL: su·per, hy·per; VL media: sup·per, hip·per
    tabak: VL: ta·bak (zie ook toebak); NL: ta·bak (Frans)
    tarmac: VL: tar·mac; SN: tar·mac
    Tenerife: VL: ·ne·rif ; NL: tee·nee·rif (korte, scherpe i); VRT-uitspraak: tee·nee·rie·fee
    tenzij: VL: ten·zij (‘e’ als in ‘der’, komt van "’t en zij’); NL: ten·zij, ten·zij (‘e’ in beide varianten als in ‘bed’)
    terras: VL: tèr·ras; NL: te ras
    tic: VL: tik (scherpe i, zie ook tic nerveux); NL: tik (doffe i)
    ticket: VL: tie·kèt (Frans); NL: tik·ket (Engels)
    trainen: VL: trei·nen; NL: treej·nen (Engels)
    urgent: VL: ur·gent (scherpe u); NL: ur·gent (doffe u)
    vanille: VL: va·nie·le (fonetisch); NL: va·nie·je (Frans)
    verkoop: VL: ver·koop; NL: vér·koop (tegen alle regels in)
    virus: VL: vi·rus (scherpe korte i, scherpe korte u); NL: vie·res (lange i, doffe e)
    voormiddag: VL: voor·mid·dag; NL: voor·mid·dag
    vrijgezel: VL: vrij·ge·zel; NL: vrij·ge·zel
    werkloos: VL: werk·loos; NL: werk·loos
    werkloosheid: VL: werk·loos·heid; NL: werk·loos·heid
    werknemer: VL: werk·nee·mer; NL: werk·nee·mer
    wodka: VL: vod·ka (Slavisch, de ‘d’ is eerder stemhebbend); NL: wot·kaa (de ‘t’ is stemloos)
    yoghurt: VL: joe·choert (soms joe·goert; ± Turks); NL: jo·chert, jo·ggert (fonetisch)
    YouTube: VL: joe·toep; NL: joew·tsjoewp
    zone: VL: zoo·ne; NL: zoa·ne (Frans)
    zonsondergang: VL: zon·zon·der·gang; NL: zons·on·der·gang
    zonsopgang: VL: zon·zop·gang; NL: zons·op·gang

    woorden op —ist/—isme/—isch: VL: —ist/—isme/—isch (‘i’ als in ‘fiets’); NL: —?st/—?sme/—?sch (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —tie: VL: —sie; NL: —tsie
    woorden op —tje/—dje: VL: —tje (de t- en j-klanken komen samen zoals in ‘checken’); NL: —t·je (de t- en j-klanken worden apart uitgesproken)
    woorden met —ci— of —ti— (bv. ‘officieel’, ‘politioneel’): VL: —s·j— (de s- en j-klanken worden apart uitgesproken); NL: —sj—, —tsj— (de s- en j-klanken komen samen zoals in ‘sjaal’ of ‘checken’)
    woorden met dis—: VL: dis— (‘i’ als in ‘fiets’); NL: d?s— (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —achtig: VL: klemtoon op woord zelf; NL: klemtoon op achtig en adempauze tussen woord en achtig → bv. VL: ze·nu·wach·tig; NL: ze·nuw acht·ig
    woorden op —polis: VL: klemtoon op ‘po’; NL: klemtoon op lettergreep voorafgaand aan ‘polis’ (bv.: VL: ki·ne·po·lis, tech·no·po·lis; NL: ki·ne·po·l?s, tech·no·po·l?s)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 15 Oct 2020 18:52
    114 reactie(s)

    Versie 131

    Vlaamse uitspraak
    (uitspraakvarianten)

    Heel wat woorden worden in Vlaanderen anders uitgesproken dan in Nederland. Dan gaat het niet zozeer over regelgebonden uitspraken zoals de zachte g, maar over woorden zoals pyjama dat in Vlaanderen als pie-zja-ma en in Nederland als pie-jaa-maa uitgesproken wordt. Of over klemtonen zoals bij burgemeester waarbij in Vlaanderen het accent op de eerste lettergreep valt en in Nederland op de derde. Bij leenwoorden hanteert men in Nederland zeer dikwijls een nabootsing volgens de Nederlandse klankwetten van de klanken in de oorspronkelijke taal (meestal Engels of Frans), terwijl de uitspraak in Vlaanderen vervlaamst wordt. Soms wordt in Vlaanderen een Franse uitspraak gehanteerd, dan volgt de uitspraak in Nederland meestal het Engels.

    Voor Engelse leenwoorden met korte a is er een afzonderlijk lemma waar deze gevallen ondergebracht kunnen worden.

    Het spijtige is dat de Vlaamse media voor deze woorden de Nederlandse uitspraak gebruiken ondanks dat de Vlaamse uitspraak in Vlaanderen zeer algemeen is. Dit is een aanfluiting van de V die voor Vlaams staat in o.a. vrt en VTM.

    Wat klemtonen betreft kan voor het West-Vlaams algemeen gesteld worden dat de klemtoon zeer dikwijls op de eerste lettergreep ligt (zoals ook in het nabije(re) Engels), ook en wellicht het meest opmerkelijk bij eigennamen. Bijvoorbeeld, waar een doorsnee Vlaming of Nederlander de naam Stefanie zal uitspreken zoals de Fransen, met de klemtoon op de laatste lettergreep, heet deze vrouw in West-Vlaanderen Stefanie. De West-Vlaamse politieker Vande Lanotte heet in zijn thuisprovincie Vande Lanotte.

    In de Vlaamse audiovisuele media, en bij uitstek bij de VRT, verzint men ook dikwijls een zogenaamd correcte uitspraak, die evenwel door Vlamingen noch door Nederlanders wordt gedragen. Deze gevallen worden ook aan dit lemma toegevoegd. Zie bij deze ook het lemma vrt-taal.

    zie ook Breda, Spa: vokaalreductie

    alfabetische lijst:

    ‘s anderendaags: VL: san·dren·da(a)gs; NL: san·de·ren·daags
    advocaat: VL: ad·vo·kaat; NL: at·fo·kaat
    Afrika: VL: a·fri·ka; NL: aa·fri·kaa
    alfabet: VL: al·fa·bet (Grieks, Latijn, Frans, enz.); NL: al·fa·bet (Engels)
    Amerika: VL: a·mee·ri·ka; NL: a·mee·ri·kaa
    Antarctica (idem Arctica): an·tarc·ti·ca; NL: an·tarc·ti·caa
    archipel: VL: ar·chi·pel; NL: ar·chi·pel
    asfalt: VL: as·falt; NL: as·falt
    azalea: VL: a·za·lee·ja; NL: a·zaa·lee·jaa
    badminton: VL: bat·min·ton (fonetisch); NL: bèt·min·ten (Engels)
    Belgrado: VL: bel·gra·do; NL: bel·gra·do
    Bernard: VL: ber·naar (Frans); NL: bern·(h)art (Engels)
    bijna: VL: bij·na(a)/be·na(a) (zie ook bekan); NL: bij·naa
    bikini: VL: bi·ki·ni; NL: bi·ki·ni
    braderie: VL: bra·de·ri; NL: braa·de·rie
    braderij: VL: bra·de·rij; NL: braa·de·rij
    buggy: VL: bu·gi (zachte g); NL: bu·Gi (g van Frans ’grand’ of Engels ‘great’)
    burgemeester: VL: bur·ge·mees·ter; NL: bur·ge·mees·ter
    cacao: VL: ca·ca·oo; NL: ca·caa·oo
    carnaval: VL: kar·na·val (Frans); NL: kar·ne·val (Engels); VRT-uitspraak: kar·naa·val
    casino: VL: ca·zi·noo; NL: ca·sie·noo (zie ook Vlaamse geslachten)
    catalogus: VL: ca·ta·loo·gus (scherpe u; eigenlijk eerder cataloog); NL: ca·taa·lo·chus (doffe u)
    cello: VL: sje·loo (vervlaamst Italiaans); NL: sel·loo (fonetisch); VL en NL ook: tje(l)·loo (Italiaans)
    chips (patatten): VL: tjips (scherpe i); NL: sjips (doffe i)
    cichorei: VL: sji·ko·rei; NL: sie·cho·rei (± fonetisch)
    claxon: VL: kla·kson (Frans); NL: klak·son (Engels)
    clitoris: VL: cli·too·ris (beide i’s als in fiets); NL: cli·to·ris (beide i’s als in dik)
    compagnie: VL: kom.pa.nie; NL-SN: kom.panj.ie
    conciërge: VL: kon·s·jer·zje (± Frans); NL: kon·zjer·zje
    coup: VL: koe (Frans); NL: koep (± fonetisch)
    dement: VL: dee·ment; NL: de ment
    dementie: VL: dee·men·sie; NL: de·men·tsie
    detective: VL: de·tek·tie·ve/de·dek·tie·ve (fonetisch); NL: die·tek·tif (Engels)
    Doornroosje: VL: doo·rn·roo·sje; NL: doo·rn·roo·sje
    doorprikken: VL: door·prik·ken; NL: door·prik·ken
    dossier: VL: dos·sier (fonetisch); NL: do·sjee (Frans)
    elixir: VL: ee·liek·sier/ee·lieg·zier (Arabisch, ‘g’ uitgesproken als in het Engelse ‘good’); NL: ee·lik·ser (‘lik’ uitgesproken als ‘dik’)
    encyclopedie: VL: en·cy·clo·pe·die (fonetisch); NL: aun·cy·clo·pe·die (Frans, de ‘aun’ is nasaal)
    energie: VL: e·ner·gie (fonetisch); NL: e·ner·zjie/e·ner·sjie (Frans)
    epidemie: VL: ee·pi·dee·mi (korte i); NL: ee·pi·dee·mie (Frans)
    essay: VL: es· (Frans); NL: es·seej/es·seej (Engels)
    Europa: VL: eu·roo·pa; NL: eu·roo·paa
    exo- (bv. exorbitant, exotisch): VL: eG·zoo (G = stemhebbende k); NL: ek·soo
    festival: VL: fest·ti·val; NL: fes·ti·val
    flirten: VL: flir·ten (fonetisch); NL: fleur·ten (Engels)
    foto: VL: fo·too; NL: foo·too
    fotografie: VL: fo·to·gra·fie; NL: foo·too·gra·fie
    garantie: VL: ga·ran·tie (Frans; ook ga·ran·sie); NL: ga·ran·tsie
    gelijkvloers: VL: ge·lijk·vloers; NL: ge·lijk·vloers
    Gerard: VL: zjee·raar (Frans); NL: gee·rart (fonetisch)
    gilet: VL: zjie·lee; NL: zjie·lèt
    goal: VL: gool (zachte g); NL: Gool (g van Frans ‘grand’ of Engels ‘great’)
    golf: VL: golf (zachte g); NL: Golf (g van Frans ‘grand’ of Engels ‘great’)
    Google: VL: goe·gel/Goe·Gel (korte oe-klank; G = stemhebbende k); NL: Goe·Gel (lange oe-klank; G = stemhebbende k)
    hifi: VL: haai·fi (Brits Engels); NL: haai·faai (Amerikaans Engels)
    hostess: VL: hos·tès; NL: hos·tes (Engels)
    hygiëne: VL: hy·gjee·ne; NL: hy·gjèè·ne (Frans)
    ingewikkeld: VL: in·ge·wik·keld; NL: in·ge·wik·keld
    intensief: VL: in·ten·sief; NL: in·ten·zief
    intrige: VL: in·trie·ge (fonetisch); NL: in·trie·zje/in·trie·sje (hypercorrecte uitspraak van intrige met /ž/ -Frans intrigue)
    Iran: VL: i·ran; NL: i·raan (zie ook Iranees
    Israël: VL: iez·ra·jel (‘i’ als in ‘kiwi’); NL: is·ra·‘el (‘i’ als in ‘dik’)
    item: VL: i·tem (korte i, doffe e); NL: aaj·tem (Engels)
    jacuzzi: dja·koe·zi/zja·koe·zi; NL: ja·koe·zi
    jenever: VL: zje·nee·ver; NL: je·nee·ver (fonetisch)
    Jos: VL: zjos; NL: jos
    junior: VL: zju·njor (scherpe u); NL: ju·ni·jor (scherpe u en i)
    kameleon: VL: ka·mee·lee·jon; NL: ka·mee·lie·jon
    kathedraal: VL: ka·tee·draal; NL: kat·te·draal
    koala: VL: ko·a·la; NL: koo·aa·laa
    Koran: VL: koo·ran; NL: ko·raan
    labrador: VL: la·bra·dor; NL: laa·braa·dor
    landrover: VL: land·roe·ver; NL: land·ro·ver
    lavabo: VL: la·va·boo; NL: la·vaa·boo/la·vaa·boo
    Lutgart: VL: lut·gart; NL: lutgart
    make-up: VL: mee·kup; NL: meek·up (in het Vlaams: smink)
    mammoet: VL: mam·moet; NL: mam·moet
    Mercedes: VL: Mèr·ce·dès (scherpe e achteraan; ± Spaans); NL: Mèr·cee·des (doffe e achteraan; ± Engels)
    meteen: VL en NL: mè·teen (‘mè’ als in ‘bed’); VL media: me·teen (‘me’ als in ‘der’)
    mobilhome: VL: mo·bi·loom (scherpe i); NL: moo·bel·hoom (doffe e)
    Monaco: VL: Mo·na·coo; NL: Moo·naa·coo
    monopoly: VL: mo·no·poo·ly; NL: mo·no(o)·pe·ly (Engels)
    namiddag: VL: na·mid·dag; NL: na·mid·dag
    nasi (goreng): VL: naa·zi; NL: na·si
    Nieuwjaar: VL: nieuw·jaar; NL: nieuw·jaar
    Nobelprijs: VL: No·bel·prijs; NL: No·bèl·prijs
    noga, nougat: VL: noega(t); NL: noga
    nostalgie: VL: nos·tal·gie (fonetisch); NL: nos·tal·zjie/nos·tal·sjie (Frans)
    nylon: VL: ni·lon / nij·lon (Frans / vervlaamst); NL: naaj·lon (Engels)
    omwenteling: VL: om·wen·te·ling; NL: om·wen·te·ling
    onderhoud: VL: on·der·houd; NL: on·der·houd
    onderzoek: VL: on·der·zoek; NL: on·der·zoek
    Oostende: VL: os·ten·de; NL: oost en·de
    pallet: VL: pa·lèt; NL: pèl·let (Engels)
    pandemie: VL: pan·dee·mi (korte i); NL: pan·dee·mie (Frans)
    parameter: VL: pa·ra·mee·ter; NL: pa·raa·m?·ter
    parfum: VL: par·fui (Frans, de ‘ui’ is nasaal); NL: par·fum (fonetisch)
    passagier: VL: pas·sa·gier (fonetisch); NL: pas·sa·zjier/pas·sa·sjier
    Patrick: VL: Pa·trik (scherpe i); NL: Pet·rik (doffe i)
    pedalo: VL: pee·da·loo; NL: pee·daa·loo
    per: VL: ‘per’ als ‘der’; NL: ‘per’ als ‘ver’
    percent: VL: per·cent (‘per’ als ‘der’); NL: per·cent (‘per’ als ‘ver’)
    per se: VL: per see (‘per’ als ‘der’); NL: pèr see (Latijn, ‘pèr’ als ‘ver’)
    pikken: VL: pi·ken (scherpe i); NL: p?·ken (doffe i)
    pissen: VL: pi·sen (scherpe i); NL: p?·sen (doffe i)
    pistolet: VL: pis·to·lee; NL: pis·to·lèt
    plasma: VL: plaz·ma; NL: plas·maa
    platform: VL: plat·form; NL: plat·form
    pointe: VL: pwèèn·te; NL: pwan·te
    pyjama: VL: pi·zja·ma; NL: pie·jaa·maa
    radar: VL: ra.daar; NL: raa.dar
    reclame: VL: ree·claa·me (echter dikwijls reklam, wél met een doffe e); NL: re·claa·me (beide e’s zijn dof)
    record: VL: re·kort (fonetisch); NL: ree·koor (Frans)
    recital: VL: re·si·tal (scherpe i, Frans); NL: rie·saaj·tel (Engels)
    reportage: VL: ree·por·taa·zje; NL: re·por·taa·sje (beide e’s zijn dof)
    reünie: VL: ree·ju·nie; NL: ree·u·nie (Franse klemtoon)
    Robert: VL: ro·beir (Frans); NL: ro(o)·bert (Engels)
    robot: VL: ro·bot; NL: roo·bot
    rondpunt: VL: rond·punt; NL: rond·punt
    Roodkapje: VL: rood·kap·je; NL: rood·kap·je
    salami: VL: sa·la·mi; NL: sa·laa·mi
    sceptisch: VL: sep·ties; NL: skep·ties
    serieus: VL: ser·jeus (doffe e); NL: see·ri·eus
    service: VL: ser·vis (scherpe e en i, Frans); NL: seur·vis (doffe i, Engels)
    site: VL: sitte; NL: saajt
    Sneeuwwitje: VL: sneeuw·wi·tje; NL: sneeuw·wit·je
    stadhuis: VL: sta·tuis; NL: stad·huis
    steak: VL: stek/stik (Frans); NL: steek (Engels)
    super, hyper: VL én NL: su·per, hy·per; VL media: sup·per, hip·per
    tabak: VL: ta·bak (zie ook toebak); NL: ta·bak (Frans)
    tarmac: VL: tar·mac; SN: tar·mac
    Tenerife: VL: ·ne·rif ; NL: tee·nee·rif (korte, scherpe i); VRT-uitspraak: tee·nee·rie·fee
    tenzij: VL: ten·zij (‘e’ als in ‘der’, komt van "’t en zij’); NL: ten·zij, ten·zij (‘e’ in beide varianten als in ‘bed’)
    terras: VL: tèr·ras; NL: te ras
    tic: VL: tik (scherpe i, zie ook tic nerveux); NL: tik (doffe i)
    ticket: VL: tie·kèt (Frans); NL: tik·ket (Engels)
    trainen: VL: trei·nen; NL: treej·nen (Engels)
    urgent: VL: ur·gent (scherpe u); NL: ur·gent (doffe u)
    vanille: VL: va·nie·le (fonetisch); NL: va·nie·je (Frans)
    verkoop: VL: ver·koop; NL: vér·koop (tegen alle regels in)
    virus: VL: vi·rus (scherpe korte i, scherpe korte u); NL: vie·res (lange i, doffe e)
    voormiddag: VL: voor·mid·dag; NL: voor·mid·dag
    vrijgezel: VL: vrij·ge·zel; NL: vrij·ge·zel
    werkloos: VL: werk·loos; NL: werk·loos
    werkloosheid: VL: werk·loos·heid; NL: werk·loos·heid
    werknemer: VL: werk·nee·mer; NL: werk·nee·mer
    wodka: VL: vod·ka (Slavisch, de ‘d’ is eerder stemhebbend); NL: wot·kaa (de ‘t’ is stemloos)
    yoghurt: VL: joe·choert (soms joe·goert; ± Turks); NL: jo·chert, jo·ggert (fonetisch)
    YouTube: VL: joe·toep; NL: joew·tsjoewp
    zone: VL: zoo·ne; NL: zoa·ne (Frans)
    zonsondergang: VL: zon·zon·der·gang; NL: zons·on·der·gang
    zonsopgang: VL: zon·zop·gang; NL: zons·op·gang

    woorden op —ist/—isme/—isch: VL: —ist/—isme/—isch (‘i’ als in ‘fiets’); NL: —?st/—?sme/—?sch (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —tie: VL: —sie; NL: —tsie
    woorden op —tje/—dje: VL: —tje (de t- en j-klanken komen samen zoals in ‘checken’); NL: —t·je (de t- en j-klanken worden apart uitgesproken)
    woorden met —ci— of —ti— (bv. ‘officieel’, ‘politioneel’): VL: —s·j— (de s- en j-klanken worden apart uitgesproken); NL: —sj—, —tsj— (de s- en j-klanken komen samen zoals in ‘sjaal’ of ‘checken’)
    woorden met dis—: VL: dis— (‘i’ als in ‘fiets’); NL: d?s— (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —achtig: VL: klemtoon op woord zelf; NL: klemtoon op achtig en adempauze tussen woord en achtig → bv. VL: ze·nu·wach·tig; NL: ze·nuw acht·ig
    woorden op —polis: VL: klemtoon op ‘po’; NL: klemtoon op lettergreep voorafgaand aan ‘polis’ (bv.: VL: ki·ne·po·lis, tech·no·po·lis; NL: ki·ne·po·l?s, tech·no·po·l?s)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 14 Oct 2020 00:26
    114 reactie(s)

    Versie 130

    Vlaamse uitspraak
    (uitspraakvarianten)

    Heel wat woorden worden in Vlaanderen anders uitgesproken dan in Nederland. Dan gaat het niet zozeer over regelgebonden uitspraken zoals de zachte g, maar over woorden zoals pyjama dat in Vlaanderen als pie-zja-ma en in Nederland als pie-jaa-maa uitgesproken wordt. Of over klemtonen zoals bij burgemeester waarbij in Vlaanderen het accent op de eerste lettergreep valt en in Nederland op de derde. Bij leenwoorden hanteert men in Nederland zeer dikwijls een nabootsing volgens de Nederlandse klankwetten van de klanken in de oorspronkelijke taal (meestal Engels of Frans), terwijl de uitspraak in Vlaanderen vervlaamst wordt. Soms wordt in Vlaanderen een Franse uitspraak gehanteerd, dan volgt de uitspraak in Nederland meestal het Engels.

    Voor Engelse leenwoorden met korte a is er een afzonderlijk lemma waar deze gevallen ondergebracht kunnen worden.

    Het spijtige is dat de Vlaamse media voor deze woorden de Nederlandse uitspraak gebruiken ondanks dat de Vlaamse uitspraak in Vlaanderen zeer algemeen is. Dit is een aanfluiting van de V die voor Vlaams staat in o.a. vrt en VTM.

    Wat klemtonen betreft kan voor het West-Vlaams algemeen gesteld worden dat de klemtoon zeer dikwijls op de eerste lettergreep ligt (zoals ook in het nabije(re) Engels), ook en wellicht het meest opmerkelijk bij eigennamen. Bijvoorbeeld, waar een doorsnee Vlaming of Nederlander de naam Stefanie zal uitspreken zoals de Fransen, met de klemtoon op de laatste lettergreep, heet deze vrouw in West-Vlaanderen Stefanie. De West-Vlaamse politieker Vande Lanotte heet in zijn thuisprovincie Vande Lanotte.

    In de Vlaamse audiovisuele media, en bij uitstek bij de VRT, verzint men ook dikwijls een zogenaamd correcte uitspraak, die evenwel door Vlamingen noch door Nederlanders wordt gedragen. Deze gevallen worden ook aan dit lemma toegevoegd. Zie bij deze ook het lemma vrt-taal.

    zie ook Breda, Spa: vokaalreductie

    alfabetische lijst:

    ‘s anderendaags: VL: san·dren·da(a)gs; NL: san·de·ren·daags
    advocaat: VL: ad·vo·kaat; NL: at·fo·kaat
    Afrika: VL: a·fri·ka; NL: aa·fri·kaa
    alfabet: VL: al·fa·bet (Grieks, Latijn, Frans, enz.); NL: al·fa·bet (Engels)
    Amerika: VL: a·mee·ri·ka; NL: a·mee·ri·kaa
    Antarctica (idem Arctica): an·tarc·ti·ca; NL: an·tarc·ti·caa
    archipel: VL: ar·chi·pel; NL: ar·chi·pel
    asfalt: VL: as·falt; NL: as·falt
    azalea: VL: a·za·lee·ja; NL: a·zaa·lee·jaa
    badminton: VL: bat·min·ton (fonetisch); NL: bèt·min·ten (Engels)
    Belgrado: VL: bel·gra·do; NL: bel·gra·do
    Bernard: VL: ber·naar (Frans); NL: bern·(h)art (Engels)
    bijna: VL: bij·na(a)/be·na(a) (zie ook bekan); NL: bij·naa
    bikini: VL: bi·ki·ni; NL: bi·ki·ni
    braderie: VL: bra·de·ri; NL: braa·de·rie
    braderij: VL: bra·de·rij; NL: braa·de·rij
    buggy: VL: bu·gi (zachte g); NL: bu·Gi (g van Frans ’grand’ of Engels ‘great’)
    burgemeester: VL: bur·ge·mees·ter; NL: bur·ge·mees·ter
    cacao: VL: ca·ca·oo; NL: ca·caa·oo
    carnaval: VL: kar·na·val (Frans); NL: kar·ne·val (Engels); VRT-uitspraak: kar·naa·val
    casino: VL: ca·zi·noo; NL: ca·sie·noo (zie ook Vlaamse geslachten)
    catalogus: VL: ca·ta·loo·gus (scherpe u; eigenlijk eerder cataloog); NL: ca·taa·lo·chus (doffe u)
    cello: VL: sje·loo (vervlaamst Italiaans); NL: sel·loo (fonetisch); VL en NL ook: tje(l)·loo (Italiaans)
    chips (patatten): VL: tjips (scherpe i); NL: sjips (doffe i)
    cichorei: VL: sji·ko·rei; NL: sie·cho·rei (± fonetisch)
    claxon: VL: kla·kson (Frans); NL: klak·son (Engels)
    clitoris: VL: cli·too·ris (beide i’s als in fiets); NL: cli·to·ris (beide i’s als in dik)
    compagnie: VL: kom.pa.nie; NL-SN: kom.panj.ie
    conciërge: VL: kon·s·jer·zje (± Frans); NL: kon·zjer·zje
    coup: VL: koe (Frans); NL: koep (± fonetisch)
    dement: VL: dee·ment; NL: de ment
    dementie: VL: dee·men·sie; NL: de·men·tsie
    detective: VL: de·tek·tie·ve/de·dek·tie·ve (fonetisch); NL: die·tek·tif (Engels)
    Doornroosje: VL: doo·rn·roo·sje; NL: doo·rn·roo·sje
    doorprikken: VL: door·prik·ken; NL: door·prik·ken
    dossier: VL: dos·sier (fonetisch); NL: do·sjee (Frans)
    elixir: VL: ee·liek·sier/ee·lieg·zier (Arabisch, ‘g’ uitgesproken als in het Engelse ‘good’); NL: ee·lik·ser (‘lik’ uitgesproken als ‘dik’)
    encyclopedie: VL: en·cy·clo·pe·die (fonetisch); NL: aun·cy·clo·pe·die (Frans, de ‘aun’ is nasaal)
    energie: VL: e·ner·gie (fonetisch); NL: e·ner·zjie/e·ner·sjie (Frans)
    epidemie: VL: ee·pi·dee·mi (korte i); NL: ee·pi·dee·mie (Frans)
    essay: VL: es· (Frans); NL: es·seej/es·seej (Engels)
    Europa: VL: eu·roo·pa; NL: eu·roo·paa
    exo- (bv. exorbitant, exotisch): VL: eG·zoo (G = stemhebbende k); NL: ek·soo
    festival: VL: fest·ti·val; NL: fes·ti·val
    flirten: VL: flir·ten (fonetisch); NL: fleur·ten (Engels)
    foto: VL: fo·too; NL: foo·too
    fotografie: VL: fo·to·gra·fie; NL: foo·too·gra·fie
    garantie: VL: ga·ran·tie (Frans; ook ga·ran·sie); NL: ga·ran·tsie
    gelijkvloers: VL: ge·lijk·vloers; NL: ge·lijk·vloers
    Gerard: VL: zjee·raar (Frans); NL: gee·rart (fonetisch)
    gilet: VL: zjie·lee; NL: zjie·lèt
    goal: VL: gool (zachte g); NL: Gool (g van Frans ‘grand’ of Engels ‘great’)
    golf: VL: golf (zachte g); NL: Golf (g van Frans ‘grand’ of Engels ‘great’)
    Google: VL: goe·gel/Goe·Gel (korte oe-klank; G = stemhebbende k); NL: Goe·Gel (lange oe-klank; G = stemhebbende k)
    hifi: VL: haai·fi (Brits Engels); NL: haai·faai (Amerikaans Engels)
    hostess: VL: hos·tès; NL: hos·tes (Engels)
    hygiëne: VL: hy·gjee·ne; NL: hy·gjèè·ne (Frans)
    ingewikkeld: VL: in·ge·wik·keld; NL: in·ge·wik·keld
    intensief: VL: in·ten·sief; NL: in·ten·zief
    intrige: VL: in·trie·ge (fonetisch); NL: in·trie·zje/in·trie·sje (hypercorrecte uitspraak van intrige met /ž/ -Frans intrigue)
    Iran: VL: i·ran; NL: i·raan (zie ook Iranees
    Israël: VL: iez·ra·jel (‘i’ als in ‘kiwi’); NL: is·ra·‘el (‘i’ als in ‘dik’)
    item: VL: i·tem (korte i, doffe e); NL: aaj·tem (Engels)
    jacuzzi: dja·koe·zi/zja·koe·zi; NL: ja·koe·zi
    jenever: VL: zje·nee·ver; NL: je·nee·ver (fonetisch)
    Jos: VL: zjos; NL: jos
    junior: VL: zju·njor (scherpe u); NL: ju·ni·jor (scherpe u en i)
    kameleon: VL: ka·mee·lee·jon; NL: ka·mee·lie·jon
    kathedraal: VL: ka·tee·draal; NL: kat·te·draal
    koala: VL: ko·a·la; NL: koo·aa·laa
    Koran: VL: koo·ran; NL: ko·raan
    labrador: VL: la·bra·dor; NL: laa·braa·dor
    landrover: VL: land·roe·ver; NL: land·ro·ver
    lavabo: VL: la·va·boo; NL: la·vaa·boo/la·vaa·boo
    Lutgart: VL: lut·gart; NL: lutgart
    mammoet: VL: mam·moet; NL: mam·moet
    Mercedes: VL: Mèr·ce·dès (scherpe e achteraan; ± Spaans); NL: Mèr·cee·des (doffe e achteraan; ± Engels)
    meteen: VL en NL: mè·teen (‘mè’ als in ‘bed’); VL media: me·teen (‘me’ als in ‘der’)
    mobilhome: VL: mo·bi·loom (scherpe i); NL: moo·bel·hoom (doffe e)
    Monaco: VL: Mo·na·coo; NL: Moo·naa·coo
    monopoly: VL: mo·no·poo·ly; NL: mo·no(o)·pe·ly (Engels)
    namiddag: VL: na·mid·dag; NL: na·mid·dag
    nasi (goreng): VL: naa·zi; NL: na·si
    Nieuwjaar: VL: nieuw·jaar; NL: nieuw·jaar
    Nobelprijs: VL: No·bel·prijs; NL: No·bèl·prijs
    noga, nougat: VL: noega(t); NL: noga
    nostalgie: VL: nos·tal·gie (fonetisch); NL: nos·tal·zjie/nos·tal·sjie (Frans)
    nylon: VL: ni·lon / nij·lon (Frans / vervlaamst); NL: naaj·lon (Engels)
    omwenteling: VL: om·wen·te·ling; NL: om·wen·te·ling
    onderhoud: VL: on·der·houd; NL: on·der·houd
    onderzoek: VL: on·der·zoek; NL: on·der·zoek
    Oostende: VL: os·ten·de; NL: oost en·de
    pallet: VL: pa·lèt; NL: pèl·let (Engels)
    pandemie: VL: pan·dee·mi (korte i); NL: pan·dee·mie (Frans)
    parameter: VL: pa·ra·mee·ter; NL: pa·raa·m?·ter
    parfum: VL: par·fui (Frans, de ‘ui’ is nasaal); NL: par·fum (fonetisch)
    passagier: VL: pas·sa·gier (fonetisch); NL: pas·sa·zjier/pas·sa·sjier
    Patrick: VL: Pa·trik (scherpe i); NL: Pet·rik (doffe i)
    pedalo: VL: pee·da·loo; NL: pee·daa·loo
    per: VL: ‘per’ als ‘der’; NL: ‘per’ als ‘ver’
    percent: VL: per·cent (‘per’ als ‘der’); NL: per·cent (‘per’ als ‘ver’)
    per se: VL: per see (‘per’ als ‘der’); NL: pèr see (Latijn, ‘pèr’ als ‘ver’)
    pikken: VL: pi·ken (scherpe i); NL: p?·ken (doffe i)
    pissen: VL: pi·sen (scherpe i); NL: p?·sen (doffe i)
    pistolet: VL: pis·to·lee; NL: pis·to·lèt
    plasma: VL: plaz·ma; NL: plas·maa
    platform: VL: plat·form; NL: plat·form
    pointe: VL: pwèèn·te; NL: pwan·te
    pyjama: VL: pi·zja·ma; NL: pie·jaa·maa
    radar: VL: ra.daar; NL: raa.dar
    reclame: VL: ree·claa·me (echter dikwijls reklam, wél met een doffe e); NL: re·claa·me (beide e’s zijn dof)
    record: VL: re·kort (fonetisch); NL: ree·koor (Frans)
    recital: VL: re·si·tal (scherpe i, Frans); NL: rie·saaj·tel (Engels)
    reportage: VL: ree·por·taa·zje; NL: re·por·taa·sje (beide e’s zijn dof)
    reünie: VL: ree·ju·nie; NL: ree·u·nie (Franse klemtoon)
    Robert: VL: ro·beir (Frans); NL: ro(o)·bert (Engels)
    robot: VL: ro·bot; NL: roo·bot
    rondpunt: VL: rond·punt; NL: rond·punt
    Roodkapje: VL: rood·kap·je; NL: rood·kap·je
    salami: VL: sa·la·mi; NL: sa·laa·mi
    sceptisch: VL: sep·ties; NL: skep·ties
    serieus: VL: ser·jeus (doffe e); NL: see·ri·eus
    service: VL: ser·vis (scherpe e en i, Frans); NL: seur·vis (doffe i, Engels)
    site: VL: sitte; NL: saajt
    Sneeuwwitje: VL: sneeuw·wi·tje; NL: sneeuw·wit·je
    stadhuis: VL: sta·tuis; NL: stad·huis
    steak: VL: stek/stik (Frans); NL: steek (Engels)
    super, hyper: VL én NL: su·per, hy·per; VL media: sup·per, hip·per
    tabak: VL: ta·bak (zie ook toebak); NL: ta·bak (Frans)
    tarmac: VL: tar·mac; SN: tar·mac
    Tenerife: VL: ·ne·rif ; NL: tee·nee·rif (korte, scherpe i); VRT-uitspraak: tee·nee·rie·fee
    tenzij: VL: ten·zij (‘e’ als in ‘der’, komt van "’t en zij’); NL: ten·zij, ten·zij (‘e’ in beide varianten als in ‘bed’)
    terras: VL: tèr·ras; NL: te ras
    tic: VL: tik (scherpe i, zie ook tic nerveux); NL: tik (doffe i)
    ticket: VL: tie·kèt (Frans); NL: tik·ket (Engels)
    trainen: VL: trei·nen; NL: treej·nen (Engels)
    urgent: VL: ur·gent (scherpe u); NL: ur·gent (doffe u)
    vanille: VL: va·nie·le (fonetisch); NL: va·nie·je (Frans)
    verkoop: VL: ver·koop; NL: vér·koop (tegen alle regels in)
    virus: VL: vi·rus (scherpe korte i, scherpe korte u); NL: vie·res (lange i, doffe e)
    voormiddag: VL: voor·mid·dag; NL: voor·mid·dag
    vrijgezel: VL: vrij·ge·zel; NL: vrij·ge·zel
    werkloos: VL: werk·loos; NL: werk·loos
    werkloosheid: VL: werk·loos·heid; NL: werk·loos·heid
    werknemer: VL: werk·nee·mer; NL: werk·nee·mer
    wodka: VL: vod·ka (Slavisch, de ‘d’ is eerder stemhebbend); NL: wot·kaa (de ‘t’ is stemloos)
    yoghurt: VL: joe·choert (soms joe·goert; ± Turks); NL: jo·chert, jo·ggert (fonetisch)
    YouTube: VL: joe·toep; NL: joew·tsjoewp
    zone: VL: zoo·ne; NL: zoa·ne (Frans)
    zonsondergang: VL: zon·zon·der·gang; NL: zons·on·der·gang
    zonsopgang: VL: zon·zop·gang; NL: zons·op·gang

    woorden op —ist/—isme/—isch: VL: —ist/—isme/—isch (‘i’ als in ‘fiets’); NL: —?st/—?sme/—?sch (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —tie: VL: —sie; NL: —tsie
    woorden op —tje/—dje: VL: —tje (de t- en j-klanken komen samen zoals in ‘checken’); NL: —t·je (de t- en j-klanken worden apart uitgesproken)
    woorden met —ci— of —ti— (bv. ‘officieel’, ‘politioneel’): VL: —s·j— (de s- en j-klanken worden apart uitgesproken); NL: —sj—, —tsj— (de s- en j-klanken komen samen zoals in ‘sjaal’ of ‘checken’)
    woorden met dis—: VL: dis— (‘i’ als in ‘fiets’); NL: d?s— (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —achtig: VL: klemtoon op woord zelf; NL: klemtoon op achtig en adempauze tussen woord en achtig → bv. VL: ze·nu·wach·tig; NL: ze·nuw acht·ig
    woorden op —polis: VL: klemtoon op ‘po’; NL: klemtoon op lettergreep voorafgaand aan ‘polis’ (bv.: VL: ki·ne·po·lis, tech·no·po·lis; NL: ki·ne·po·l?s, tech·no·po·l?s)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 10 Oct 2020 21:41
    114 reactie(s)

    Versie 129

    Vlaamse uitspraak
    (uitspraakvarianten)

    Heel wat woorden worden in Vlaanderen anders uitgesproken dan in Nederland. Dan gaat het niet zozeer over regelgebonden uitspraken zoals de zachte g, maar over woorden zoals pyjama dat in Vlaanderen als pie-zja-ma en in Nederland als pie-jaa-maa uitgesproken wordt. Of over klemtonen zoals bij burgemeester waarbij in Vlaanderen het accent op de eerste lettergreep valt en in Nederland op de derde. Bij leenwoorden hanteert men in Nederland zeer dikwijls een nabootsing volgens de Nederlandse klankwetten van de klanken in de oorspronkelijke taal (meestal Engels of Frans), terwijl de uitspraak in Vlaanderen vervlaamst wordt. Soms wordt in Vlaanderen een Franse uitspraak gehanteerd, dan volgt de uitspraak in Nederland meestal het Engels.

    Voor Engelse leenwoorden met korte a is er een afzonderlijk lemma waar deze gevallen ondergebracht kunnen worden.

    Het spijtige is dat de Vlaamse media voor deze woorden de Nederlandse uitspraak gebruiken ondanks dat de Vlaamse uitspraak in Vlaanderen zeer algemeen is. Dit is een aanfluiting van de V die voor Vlaams staat in o.a. vrt en VTM.

    Wat klemtonen betreft kan voor het West-Vlaams algemeen gesteld worden dat de klemtoon zeer dikwijls op de eerste lettergreep ligt (zoals ook in het nabije(re) Engels), ook en wellicht het meest opmerkelijk bij eigennamen. Bijvoorbeeld, waar een doorsnee Vlaming of Nederlander de naam Stefanie zal uitspreken zoals de Fransen, met de klemtoon op de laatste lettergreep, heet deze vrouw in West-Vlaanderen Stefanie. De West-Vlaamse politieker Vande Lanotte heet in zijn thuisprovincie Vande Lanotte.

    In de Vlaamse audiovisuele media, en bij uitstek bij de VRT, verzint men ook dikwijls een zogenaamd correcte uitspraak, die evenwel door Vlamingen noch door Nederlanders wordt gedragen. Deze gevallen worden ook aan dit lemma toegevoegd. Zie bij deze ook het lemma vrt-taal.

    zie ook Breda, Spa: vokaalreductie

    alfabetische lijst:

    ‘s anderendaags: VL: san·dren·da(a)gs; NL: san·de·ren·daags
    advocaat: VL: ad·vo·kaat; NL: at·fo·kaat
    Afrika: VL: a·fri·ka; NL: aa·fri·kaa
    alfabet: VL: al·fa·bet (Grieks, Latijn, Frans, enz.); NL: al·fa·bet (Engels)
    Amerika: VL: a·mee·ri·ka; NL: a·mee·ri·kaa
    Antarctica (idem Arctica): an·tarc·ti·ca; NL: an·tarc·ti·caa
    archipel: VL: ar·chi·pel; NL: ar·chi·pel
    asfalt: VL: as·falt; NL: as·falt
    azalea: VL: a·za·lee·ja; NL: a·zaa·lee·jaa
    badminton: VL: bat·min·ton (fonetisch); NL: bèt·min·ten (Engels)
    Belgrado: VL: bel·gra·do; NL: bel·gra·do
    Bernard: VL: ber·naar (Frans); NL: bern·(h)art (Engels)
    bijna: VL: bij·na(a)/be·na(a) (zie ook bekan); NL: bij·naa
    bikini: VL: bi·ki·ni; NL: bi·ki·ni
    braderie: VL: bra·de·ri; NL: braa·de·rie
    braderij: VL: bra·de·rij; NL: braa·de·rij
    buggy: VL: bu·gi (zachte g); NL: bu·Gi (g van Frans ’grand’ of Engels ‘great’)
    burgemeester: VL: bur·ge·mees·ter; NL: bur·ge·mees·ter
    cacao: VL: ca·ca·oo; NL: ca·caa·oo
    carnaval: VL: kar·na·val (Frans); NL: kar·ne·val (Engels); VRT-uitspraak: kar·naa·val
    casino: VL: ca·zi·noo; NL: ca·sie·noo (zie ook Vlaamse geslachten)
    catalogus: VL: ca·ta·loo·gus (scherpe u; eigenlijk eerder cataloog); NL: ca·taa·lo·chus (doffe u)
    cello: VL: sje·loo (vervlaamst Italiaans); NL: sel·loo (fonetisch); VL en NL ook: tje(l)·loo (Italiaans)
    chips (patatten): VL: tjips (scherpe i); NL: sjips (doffe i)
    cichorei: VL: sji·ko·rei; NL: sie·cho·rei (± fonetisch)
    claxon: VL: kla·kson (Frans); NL: klak·son (Engels)
    clitoris: VL: cli·too·ris (beide i’s als in fiets); NL: cli·to·ris (beide i’s als in dik)
    compagnie: VL: kom.pa.nie; NL-SN: kom.panj.ie
    conciërge: VL: kon·s·jer·zje (± Frans); NL: kon·zjer·zje
    coup: VL: koe (Frans); NL: koep (± fonetisch)
    dement: VL: dee·ment; NL: de ment
    dementie: VL: dee·men·sie; NL: de·men·tsie
    detective: VL: de·tek·tie·ve/de·dek·tie·ve (fonetisch); NL: die·tek·tif (Engels)
    Doornroosje: VL: doo·rn·roo·sje; NL: doo·rn·roo·sje
    doorprikken: VL: door·prik·ken; NL: door·prik·ken
    dossier: VL: dos·sier (fonetisch); NL: do·sjee (Frans)
    elixir: VL: ee·liek·sier/ee·lieg·zier (Arabisch, ‘g’ uitgesproken als in het Engelse ‘good’); NL: ee·lik·ser (‘lik’ uitgesproken als ‘dik’)
    encyclopedie: VL: en·cy·clo·pe·die (fonetisch); NL: aun·cy·clo·pe·die (Frans, de ‘aun’ is nasaal)
    energie: VL: e·ner·gie (fonetisch); NL: e·ner·zjie/e·ner·sjie (Frans)
    epidemie: VL: ee·pi·dee·mi (korte i); NL: ee·pi·dee·mie (Frans)
    essay: VL: es· (Frans); NL: es·seej/es·seej (Engels)
    Europa: VL: eu·roo·pa; NL: eu·roo·paa
    exo- (bv. exorbitant, exotisch): VL: eG·zoo (G = stemhebbende k); NL: ek·soo
    festival: VL: fest·ti·val; NL: fes·ti·val
    flirten: VL: flir·ten (fonetisch); NL: fleur·ten (Engels)
    foto: VL: fo·too; NL: foo·too
    fotografie: VL: fo·to·gra·fie; NL: foo·too·gra·fie
    garantie: VL: ga·ran·tie (Frans; ook ga·ran·sie); NL: ga·ran·tsie
    gelijkvloers: VL: ge·lijk·vloers; NL: ge·lijk·vloers
    Gerard: VL: zjee·raar (Frans); NL: gee·rart (fonetisch)
    gilet: VL: zjie·lee; NL: zjie·lèt
    goal: VL: gool (zachte g); NL: Gool (g van Frans ‘grand’ of Engels ‘great’)
    golf: VL: golf (zachte g); NL: Golf (g van Frans ‘grand’ of Engels ‘great’)
    Google: VL: goe·gel/Goe·Gel (korte oe-klank; G = stemhebbende k); NL: Goe·Gel (lange oe-klank; G = stemhebbende k)
    hifi: VL: haai·fi (Brits Engels); NL: haai·faai (Amerikaans Engels)
    hostess: VL: hos·tès; NL: hos·tes (Engels)
    hygiëne: VL: hy·gjee·ne; NL: hy·gjèè·ne (Frans)
    ingewikkeld: VL: in·ge·wik·keld; NL: in·ge·wik·keld
    intensief: VL: in·ten·sief; NL: in·ten·zief
    intrige: VL: in·trie·ge (fonetisch); NL: in·trie·zje/in·trie·sje (hypercorrecte uitspraak van intrige met /ž/ -Frans intrigue)
    Iran: VL: i·ran; NL: i·raan (zie ook Iranees
    Israël: VL: iez·ra·jel (‘i’ als in ‘kiwi’); NL: is·ra·‘el (‘i’ als in ‘dik’)
    item: VL: i·tem (korte i, doffe e); NL: aaj·tem (Engels)
    jacuzzi: dja·koe·zi/zja·koe·zi; NL: ja·koe·zi
    jenever: VL: zje·nee·ver; NL: je·nee·ver (fonetisch)
    Jos: VL: zjos; NL: jos
    junior: VL: zju·njor (scherpe u); NL: ju·ni·jor (scherpe u en i)
    kameleon: VL: ka·mee·lee·jon; NL: ka·mee·lie·jon
    kathedraal: VL: ka·tee·draal; NL: kat·te·draal
    koala: VL: ko·a·la; NL: koo·aa·laa
    Koran: VL: koo·ran; NL: ko·raan
    labrador: VL: la·bra·dor; NL: laa·braa·dor
    landrover: VL: land·roe·ver; NL: land·ro·ver
    lavabo: VL: la·va·boo; NL: la·vaa·boo/la·vaa·boo
    Lutgart: VL: lut·gart; NL: lutgart
    mammoet: VL: mam·moet; NL: mam·moet
    Mercedes: VL: Mèr·ce·dès (scherpe e achteraan; ± Spaans); NL: Mèr·cee·des (doffe e achteraan; ± Engels)
    meteen: VL en NL: mè·teen (‘mè’ als in ‘bed’); VL media: me·teen (‘me’ als in ‘der’)
    mobilhome: VL: mo·bi·loom (scherpe i); NL: moo·bel·hoom (doffe e)
    Monaco: VL: Mo·na·coo; NL: Moo·naa·coo
    monopoly: VL: mo·no·poo·ly; NL: mo·no(o)·pe·ly (Engels)
    namiddag: VL: na·mid·dag; NL: na·mid·dag
    nasi (goreng): VL: naa·zi; NL: na·si
    Nieuwjaar: VL: nieuw·jaar; NL: nieuw·jaar
    Nobelprijs: VL: No·bel·prijs; NL: No·bèl·prijs
    noga, nougat: VL: noega(t); NL: noga
    nostalgie: VL: nos·tal·gie (fonetisch); NL: nos·tal·zjie/nos·tal·sjie (Frans)
    nylon: VL: ni·lon / nij·lon (Frans / vervlaamst); NL: naaj·lon (Engels)
    omwenteling: VL: om·wen·te·ling; NL: om·wen·te·ling
    onderhoud: VL: on·der·houd; NL: on·der·houd
    onderzoek: VL: on·der·zoek; NL: on·der·zoek
    Oostende: VL: os·ten·de; NL: oost en·de
    pallet: VL: pa·lèt; NL: pèl·let (Engels)
    pandemie: VL: pan·dee·mi (korte i); NL: pan·dee·mie (Frans)
    parameter: VL: pa·ra·mee·ter; NL: pa·raa·m?·ter
    parfum: VL: par·fui (Frans, de ‘ui’ is nasaal); NL: par·fum (fonetisch)
    passagier: VL: pas·sa·gier (fonetisch); NL: pas·sa·zjier/pas·sa·sjier
    Patrick: VL: Pa·trik (scherpe i); NL: Pet·rik (doffe i)
    pedalo: VL: pee·da·loo; NL: pee·daa·loo
    per: VL: ‘per’ als ‘der’; NL: ‘per’ als ‘ver’
    percent: VL: per·cent (‘per’ als ‘der’); NL: per·cent (‘per’ als ‘ver’)
    per se: VL: per see (‘per’ als ‘der’); NL: pèr see (Latijn, ‘pèr’ als ‘ver’)
    pikken: VL: pi·ken (scherpe i); NL: p?·ken (doffe i)
    pissen: VL: pi·sen (scherpe i); NL: p?·sen (doffe i)
    pistolet: VL: pis·to·lee; NL: pis·to·lèt
    plasma: VL: plaz·ma; NL: plas·maa
    platform: VL: plat·form; NL: plat·form
    pointe: VL: pwèèn·te; NL: pwan·te
    pyjama: VL: pi·zja·ma; NL: pie·jaa·maa
    radar: VL: ra.daar; NL: raa.dar
    reclame: VL: ree·claa·me (echter dikwijls reklam, wél met een doffe e); NL: re·claa·me (beide e’s zijn dof)
    record: VL: re·kort (fonetisch); NL: ree·koor (Frans)
    recital: VL: re·si·tal (scherpe i, Frans); NL: rie·saaj·tel (Engels)
    reportage: VL: ree·por·taa·zje; NL: re·por·taa·sje (beide e’s zijn dof)
    reünie: VL: ree·ju·nie; NL: ree·u·nie (Franse klemtoon)
    Robert: VL: ro·beir (Frans); NL: ro(o)·bert (Engels)
    robot: VL: ro·bot; NL: roo·bot
    rondpunt: VL: rond·punt; NL: rond·punt
    Roodkapje: VL: rood·kap·je; NL: rood·kap·je
    salami: VL: sa·la·mi; NL: sa·laa·mi
    sceptisch: VL: sep·ties; NL: skep·ties
    serieus: VL: ser·jeus (doffe e); NL: see·ri·eus
    service: VL: ser·vis (scherpe e en i, Frans); NL: seur·vis (doffe i, Engels)
    site: VL: sitte; NL: saajt
    Sneeuwwitje: VL: sneeuw·wi·tje; NL: sneeuw·wit·je
    stadhuis: VL: sta·tuis; NL: stad·huis
    steak: VL: stek/stik (Frans); NL: steek (Engels)
    super, hyper: VL én NL: su·per, hy·per; VL media: sup·per, hip·per
    tabak: VL: ta·bak (zie ook toebak); NL: ta·bak (Frans)
    tarmac: VL: tar·mac; SN: tar·mac
    Tenerife: VL: ·ne·rif ; NL: tee·nee·rif (korte, scherpe i); VRT-uitspraak: tee·nee·rie·fee
    tenzij: VL: ten·zij (‘e’ als in ‘der’, komt van "’t en zij’); NL: ten·zij, ten·zij (‘e’ in beide varianten als in ‘bed’)
    terras: VL: tèr·ras; NL: te ras
    tic: VL: tik (scherpe i, zie ook tic nerveux); NL: tik (doffe i)
    ticket: VL: tie·kèt (Frans); NL: tik·ket (Engels)
    trainen: VL: trei·nen; NL: treej·nen (Engels)
    urgent: VL: ur·gent (scherpe u); NL: ur·gent (doffe u)
    vanille: VL: va·nie·le (fonetisch); NL: va·nie·je (Frans)
    verkoop: VL: ver·koop; NL: vér·koop (tegen alle regels in)
    virus: VL: vi·rus (scherpe korte i, scherpe korte u); NL: vie·res (lange i, doffe e)
    voormiddag: VL: voor·mid·dag; NL: voor·mid·dag
    vrijgezel: VL: vrij·ge·zel; NL: vrij·ge·zel
    werkloos: VL: werk·loos; NL: werk·loos
    werkloosheid: VL: werk·loos·heid; NL: werk·loos·heid
    werknemer: VL: werk·nee·mer; NL: werk·nee·mer
    wodka: VL: vod·ka (Slavisch, de ‘d’ is eerder stemhebbend); NL: wot·kaa (de ‘t’ is stemloos)
    yoghurt: VL: joe·choert (soms joe·goert; ± Turks); NL: jo·chert, jo·ggert (fonetisch)
    YouTube: VL: joe·toep; NL: joew·tsjoewp
    zone: VL: zoo·ne; NL: zoa·ne (Frans)
    zonsondergang: VL: zon·zon·der·gang; NL: zons·on·der·gang
    zonsopgang: VL: zon·zop·gang; NL: zons·op·gang

    woorden op —ist/—isme/—isch: VL: —ist/—isme/—isch (‘i’ als in ‘fiets’); NL: —?st/—?sme/—?sch (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —tie: VL: —sie; NL: —tsie
    woorden op —tje/—dje: VL: —tje (de t- en j-klanken komen samen zoals in ‘checken’); NL: —t·je (de t- en j-klanken worden apart uitgesproken)
    woorden met —ci— of —ti— (bv. ‘officieel’, ‘politioneel’): VL: —s·j— (de s- en j-klanken worden apart uitgesproken); NL: —sj—, —tsj— (de s- en j-klanken komen samen zoals in ‘sjaal’ of ‘checken’)
    woorden met dis—: VL: dis— (‘i’ als in ‘fiets’); NL: d?s— (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —achtig: VL: klemtoon op woord zelf; NL: klemtoon op achtig en adempauze tussen woord en achtig → bv. VL: ze·nu·wach·tig; NL: ze·nuw acht·ig

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 06 Oct 2020 00:10
    114 reactie(s)

    Versie 128

    Vlaamse uitspraak
    (uitspraakvarianten)

    Heel wat woorden worden in Vlaanderen anders uitgesproken dan in Nederland. Dan gaat het niet zozeer over regelgebonden uitspraken zoals de zachte g, maar over woorden zoals pyjama dat in Vlaanderen als pie-zja-ma en in Nederland als pie-jaa-maa uitgesproken wordt. Of over klemtonen zoals bij burgemeester waarbij in Vlaanderen het accent op de eerste lettergreep valt en in Nederland op de derde. Bij leenwoorden hanteert men in Nederland zeer dikwijls een nabootsing volgens de Nederlandse klankwetten van de klanken in de oorspronkelijke taal (meestal Engels of Frans), terwijl de uitspraak in Vlaanderen vervlaamst wordt. Soms wordt in Vlaanderen een Franse uitspraak gehanteerd, dan volgt de uitspraak in Nederland meestal het Engels.

    Voor Engelse leenwoorden met korte a is er een afzonderlijk lemma waar deze gevallen ondergebracht kunnen worden.

    Het spijtige is dat de Vlaamse media voor deze woorden de Nederlandse uitspraak gebruiken ondanks dat de Vlaamse uitspraak in Vlaanderen zeer algemeen is. Dit is een aanfluiting van de V die voor Vlaams staat in o.a. vrt en VTM.

    Wat klemtonen betreft kan voor het West-Vlaams algemeen gesteld worden dat de klemtoon zeer dikwijls op de eerste lettergreep ligt (zoals ook in het nabije(re) Engels), ook en wellicht het meest opmerkelijk bij eigennamen. Bijvoorbeeld, waar een doorsnee Vlaming of Nederlander de naam Stefanie zal uitspreken zoals de Fransen, met de klemtoon op de laatste lettergreep, heet deze vrouw in West-Vlaanderen Stefanie. De West-Vlaamse politieker Vande Lanotte heet in zijn thuisprovincie Vande Lanotte.

    In de Vlaamse audiovisuele media, en bij uitstek bij de VRT, verzint men ook dikwijls een zogenaamd correcte uitspraak, die evenwel door Vlamingen noch door Nederlanders wordt gedragen. Deze gevallen worden ook aan dit lemma toegevoegd. Zie bij deze ook het lemma vrt-taal.

    zie ook Breda, Spa: vokaalreductie

    alfabetische lijst:

    ‘s anderendaags: VL: san·dren·da(a)gs; NL: san·de·ren·daags
    advocaat: VL: ad·vo·kaat; NL: at·fo·kaat
    Afrika: VL: a·fri·ka; NL: aa·fri·kaa
    alfabet: VL: al·fa·bet (Grieks, Latijn, Frans, enz.); NL: al·fa·bet (Engels)
    Amerika: VL: a·mee·ri·ka; NL: a·mee·ri·kaa
    Antarctica (idem Arctica): an·tarc·ti·ca; NL: an·tarc·ti·caa
    archipel: VL: ar·chi·pel; NL: ar·chi·pel
    asfalt: VL: as·falt; NL: as·falt
    azalea: VL: a·za·lee·ja; NL: a·zaa·lee·jaa
    badminton: VL: bat·min·ton (fonetisch); NL: bèt·min·ten (Engels)
    Belgrado: VL: bel·gra·do; NL: bel·gra·do
    Bernard: VL: ber·naar (Frans); NL: bern·(h)art (Engels)
    bijna: VL: bij·na(a)/be·na(a) (zie ook bekan); NL: bij·naa
    bikini: VL: bi·ki·ni; NL: bi·ki·ni
    braderie: VL: bra·de·ri; NL: braa·de·rie
    braderij: VL: bra·de·rij; NL: braa·de·rij
    buggy: VL: bu·gi (zachte g); NL: bu·Gi (g van Frans ’grand’ of Engels ‘great’)
    burgemeester: VL: bur·ge·mees·ter; NL: bur·ge·mees·ter
    cacao: VL: ca·ca·oo; NL: ca·caa·oo
    carnaval: VL: kar·na·val (Frans); NL: kar·ne·val (Engels); VRT-uitspraak: kar·naa·val
    casino: VL: ca·zi·noo; NL: ca·sie·noo (zie ook Vlaamse geslachten)
    catalogus: VL: ca·ta·loo·gus (scherpe u; eigenlijk eerder cataloog); NL: ca·taa·lo·chus (doffe u)
    cello: VL: sje·loo (vervlaamse Italiaans); NL: sel·loo (fonetisch); VL en NL ook: tje(l)·loo (Italiaans)
    chips (patatten): VL: tjips (scherpe i); NL: sjips (doffe i)
    cichorei: VL: sji·ko·rei; NL: sie·cho·rei (± fonetisch)
    claxon: VL: kla·kson (Frans); NL: klak·son (Engels)
    clitoris: VL: cli·too·ris (beide i’s als in fiets); NL: cli·to·ris (beide i’s als in dik)
    compagnie: VL: kom.pa.nie; NL-SN: kom.panj.ie
    conciërge: VL: kon·s·jer·zje (± Frans); NL: kon·zjer·zje
    coup: VL: koe (Frans); NL: koep (± fonetisch)
    dement: VL: dee·ment; NL: de ment
    dementie: VL: dee·men·sie; NL: de·men·tsie
    detective: VL: de·tek·tie·ve/de·dek·tie·ve (fonetisch); NL: die·tek·tif (Engels)
    Doornroosje: VL: doo·rn·roo·sje; NL: doo·rn·roo·sje
    doorprikken: VL: door·prik·ken; NL: door·prik·ken
    dossier: VL: dos·sier (fonetisch); NL: do·sjee (Frans)
    elixir: VL: ee·liek·sier/ee·lieg·zier (Arabisch, ‘g’ uitgesproken als in het Engelse ‘good’); NL: ee·lik·ser (‘lik’ uitgesproken als ‘dik’)
    encyclopedie: VL: en·cy·clo·pe·die (fonetisch); NL: aun·cy·clo·pe·die (Frans, de ‘aun’ is nasaal)
    energie: VL: e·ner·gie (fonetisch); NL: e·ner·zjie/e·ner·sjie (Frans)
    epidemie: VL: ee·pi·dee·mi (korte i); NL: ee·pi·dee·mie (Frans)
    essay: VL: es· (Frans); NL: es·seej/es·seej (Engels)
    Europa: VL: eu·roo·pa; NL: eu·roo·paa
    exo- (bv. exorbitant, exotisch): VL: eG·zoo (G = stemhebbende k); NL: ek·soo
    festival: VL: fest·ti·val; NL: fes·ti·val
    flirten: VL: flir·ten (fonetisch); NL: fleur·ten (Engels)
    foto: VL: fo·too; NL: foo·too
    fotografie: VL: fo·to·gra·fie; NL: foo·too·gra·fie
    garantie: VL: ga·ran·tie (Frans; ook ga·ran·sie); NL: ga·ran·tsie
    gelijkvloers: VL: ge·lijk·vloers; NL: ge·lijk·vloers
    Gerard: VL: zjee·raar (Frans); NL: gee·rart (fonetisch)
    gilet: VL: zjie·lee; NL: zjie·lèt
    goal: VL: gool (zachte g); NL: Gool (g van Frans ‘grand’ of Engels ‘great’)
    golf: VL: golf (zachte g); NL: Golf (g van Frans ‘grand’ of Engels ‘great’)
    Google: VL: goe·gel/Goe·Gel (korte oe-klank; G = stemhebbende k); NL: Goe·Gel (lange oe-klank; G = stemhebbende k)
    hifi: VL: haai·fi (Brits Engels); NL: haai·faai (Amerikaans Engels)
    hostess: VL: hos·tès; NL: hos·tes (Engels)
    hygiëne: VL: hy·gjee·ne; NL: hy·gjèè·ne (Frans)
    ingewikkeld: VL: in·ge·wik·keld; NL: in·ge·wik·keld
    intensief: VL: in·ten·sief; NL: in·ten·zief
    intrige: VL: in·trie·ge (fonetisch); NL: in·trie·zje/in·trie·sje (hypercorrecte uitspraak van intrige met /ž/ -Frans intrigue)
    Iran: VL: i·ran; NL: i·raan (zie ook Iranees
    Israël: VL: iez·ra·jel (‘i’ als in ‘kiwi’); NL: is·ra·‘el (‘i’ als in ‘dik’)
    item: VL: i·tem (korte i, doffe e); NL: aaj·tem (Engels)
    jacuzzi: dja·koe·zi/zja·koe·zi; NL: ja·koe·zi
    jenever: VL: zje·nee·ver; NL: je·nee·ver (fonetisch)
    Jos: VL: zjos; NL: jos
    junior: VL: zju·njor (scherpe u); NL: ju·ni·jor (scherpe u en i)
    kameleon: VL: ka·mee·lee·jon; NL: ka·mee·lie·jon
    kathedraal: VL: ka·tee·draal; NL: kat·te·draal
    koala: VL: ko·a·la; NL: koo·aa·laa
    Koran: VL: koo·ran; NL: ko·raan
    labrador: VL: la·bra·dor; NL: laa·braa·dor
    landrover: VL: land·roe·ver; NL: land·ro·ver
    lavabo: VL: la·va·boo; NL: la·vaa·boo/la·vaa·boo
    Lutgart: VL: lut·gart; NL: lutgart
    mammoet: VL: mam·moet; NL: mam·moet
    Mercedes: VL: Mèr·ce·dès (scherpe e achteraan; ± Spaans); NL: Mèr·cee·des (doffe e achteraan; ± Engels)
    meteen: VL en NL: mè·teen (‘mè’ als in ‘bed’); VL media: me·teen (‘me’ als in ‘der’)
    mobilhome: VL: mo·bi·loom (scherpe i); NL: moo·bel·hoom (doffe e)
    Monaco: VL: Mo·na·coo; NL: Moo·naa·coo
    monopoly: VL: mo·no·poo·ly; NL: mo·no(o)·pe·ly (Engels)
    namiddag: VL: na·mid·dag; NL: na·mid·dag
    nasi (goreng): VL: naa·zi; NL: na·si
    Nieuwjaar: VL: nieuw·jaar; NL: nieuw·jaar
    Nobelprijs: VL: No·bel·prijs; NL: No·bèl·prijs
    noga, nougat: VL: noega(t); NL: noga
    nostalgie: VL: nos·tal·gie (fonetisch); NL: nos·tal·zjie/nos·tal·sjie (Frans)
    nylon: VL: ni·lon / nij·lon (Frans / vervlaamst); NL: naaj·lon (Engels)
    omwenteling: VL: om·wen·te·ling; NL: om·wen·te·ling
    onderhoud: VL: on·der·houd; NL: on·der·houd
    onderzoek: VL: on·der·zoek; NL: on·der·zoek
    Oostende: VL: os·ten·de; NL: oost en·de
    pallet: VL: pa·lèt; NL: pèl·let (Engels)
    pandemie: VL: pan·dee·mi (korte i); NL: pan·dee·mie (Frans)
    parameter: VL: pa·ra·mee·ter; NL: pa·raa·m?·ter
    parfum: VL: par·fui (Frans, de ‘ui’ is nasaal); NL: par·fum (fonetisch)
    passagier: VL: pas·sa·gier (fonetisch); NL: pas·sa·zjier/pas·sa·sjier
    Patrick: VL: Pa·trik (scherpe i); NL: Pet·rik (doffe i)
    pedalo: VL: pee·da·loo; NL: pee·daa·loo
    per: VL: ‘per’ als ‘der’; NL: ‘per’ als ‘ver’
    percent: VL: per·cent (‘per’ als ‘der’); NL: per·cent (‘per’ als ‘ver’)
    per se: VL: per see (‘per’ als ‘der’); NL: pèr see (Latijn, ‘pèr’ als ‘ver’)
    pikken: VL: pi·ken (scherpe i); NL: p?·ken (doffe i)
    pissen: VL: pi·sen (scherpe i); NL: p?·sen (doffe i)
    pistolet: VL: pis·to·lee; NL: pis·to·lèt
    plasma: VL: plaz·ma; NL: plas·maa
    platform: VL: plat·form; NL: plat·form
    pointe: VL: pwèèn·te; NL: pwan·te
    pyjama: VL: pi·zja·ma; NL: pie·jaa·maa
    radar: VL: ra.daar; NL: raa.dar
    reclame: VL: ree·claa·me (echter dikwijls reklam, wél met een doffe e); NL: re·claa·me (beide e’s zijn dof)
    record: VL: re·kort (fonetisch); NL: ree·koor (Frans)
    recital: VL: re·si·tal (scherpe i, Frans); NL: rie·saaj·tel (Engels)
    reportage: VL: ree·por·taa·zje; NL: re·por·taa·sje (beide e’s zijn dof)
    reünie: VL: ree·ju·nie; NL: ree·u·nie (Franse klemtoon)
    Robert: VL: ro·beir (Frans); NL: ro(o)·bert (Engels)
    robot: VL: ro·bot; NL: roo·bot
    rondpunt: VL: rond·punt; NL: rond·punt
    Roodkapje: VL: rood·kap·je; NL: rood·kap·je
    salami: VL: sa·la·mi; NL: sa·laa·mi
    sceptisch: VL: sep·ties; NL: skep·ties
    serieus: VL: ser·jeus (doffe e); NL: see·ri·eus
    service: VL: ser·vis (scherpe e en i, Frans); NL: seur·vis (doffe i, Engels)
    site: VL: sitte; NL: saajt
    Sneeuwwitje: VL: sneeuw·wi·tje; NL: sneeuw·wit·je
    stadhuis: VL: sta·tuis; NL: stad·huis
    steak: VL: stek/stik (Frans); NL: steek (Engels)
    super, hyper: VL én NL: su·per, hy·per; VL media: sup·per, hip·per
    tabak: VL: ta·bak (zie ook toebak); NL: ta·bak (Frans)
    tarmac: VL: tar·mac; SN: tar·mac
    Tenerife: VL: ·ne·rif ; NL: tee·nee·rif (korte, scherpe i); VRT-uitspraak: tee·nee·rie·fee
    tenzij: VL: ten·zij (‘e’ als in ‘der’, komt van "’t en zij’); NL: ten·zij, ten·zij (‘e’ in beide varianten als in ‘bed’)
    terras: VL: tèr·ras; NL: te ras
    tic: VL: tik (scherpe i, zie ook tic nerveux); NL: tik (doffe i)
    ticket: VL: tie·kèt (Frans); NL: tik·ket (Engels)
    trainen: VL: trei·nen; NL: treej·nen (Engels)
    urgent: VL: ur·gent (scherpe u); NL: ur·gent (doffe u)
    vanille: VL: va·nie·le (fonetisch); NL: va·nie·je (Frans)
    verkoop: VL: ver·koop; NL: vér·koop (tegen alle regels in)
    virus: VL: vi·rus (scherpe korte i, scherpe korte u); NL: vie·res (lange i, doffe e)
    voormiddag: VL: voor·mid·dag; NL: voor·mid·dag
    vrijgezel: VL: vrij·ge·zel; NL: vrij·ge·zel
    werkloos: VL: werk·loos; NL: werk·loos
    werkloosheid: VL: werk·loos·heid; NL: werk·loos·heid
    werknemer: VL: werk·nee·mer; NL: werk·nee·mer
    wodka: VL: vod·ka (Slavisch, de ‘d’ is eerder stemhebbend); NL: wot·kaa (de ‘t’ is stemloos)
    yoghurt: VL: joe·choert (soms joe·goert; ± Turks); NL: jo·chert, jo·ggert (fonetisch)
    YouTube: VL: joe·toep; NL: joew·tsjoewp
    zone: VL: zoo·ne; NL: zoa·ne (Frans)
    zonsondergang: VL: zon·zon·der·gang; NL: zons·on·der·gang
    zonsopgang: VL: zon·zop·gang; NL: zons·op·gang

    woorden op —ist/—isme/—isch: VL: —ist/—isme/—isch (‘i’ als in ‘fiets’); NL: —?st/—?sme/—?sch (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —tie: VL: —sie; NL: —tsie
    woorden op —tje/—dje: VL: —tje (de t- en j-klanken komen samen zoals in ‘checken’); NL: —t·je (de t- en j-klanken worden apart uitgesproken)
    woorden met —ci— of —ti— (bv. ‘officieel’, ‘politioneel’): VL: —s·j— (de s- en j-klanken worden apart uitgesproken); NL: —sj—, —tsj— (de s- en j-klanken komen samen zoals in ‘sjaal’ of ‘checken’)
    woorden met dis—: VL: dis— (‘i’ als in ‘fiets’); NL: d?s— (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —achtig: VL: klemtoon op woord zelf; NL: klemtoon op achtig en adempauze tussen woord en achtig → bv. VL: ze·nu·wach·tig; NL: ze·nuw acht·ig

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 06 Oct 2020 00:09
    114 reactie(s)

    Versie 127

    Vlaamse uitspraak
    (uitspraakvarianten)

    Heel wat woorden worden in Vlaanderen anders uitgesproken dan in Nederland. Dan gaat het niet zozeer over regelgebonden uitspraken zoals de zachte g, maar over woorden zoals pyjama dat in Vlaanderen als pie-zja-ma en in Nederland als pie-jaa-maa uitgesproken wordt. Of over klemtonen zoals bij burgemeester waarbij in Vlaanderen het accent op de eerste lettergreep valt en in Nederland op de derde. Bij leenwoorden hanteert men in Nederland zeer dikwijls een nabootsing volgens de Nederlandse klankwetten van de klanken in de oorspronkelijke taal (meestal Engels of Frans), terwijl de uitspraak in Vlaanderen vervlaamst wordt. Soms wordt in Vlaanderen een Franse uitspraak gehanteerd, dan volgt de uitspraak in Nederland meestal het Engels.

    Voor Engelse leenwoorden met korte a is er een afzonderlijk lemma waar deze gevallen ondergebracht kunnen worden.

    Het spijtige is dat de Vlaamse media voor deze woorden de Nederlandse uitspraak gebruiken ondanks dat de Vlaamse uitspraak in Vlaanderen zeer algemeen is. Dit is een aanfluiting van de V die voor Vlaams staat in o.a. vrt en VTM.

    Wat klemtonen betreft kan voor het West-Vlaams algemeen gesteld worden dat de klemtoon zeer dikwijls op de eerste lettergreep ligt (zoals ook in het nabije(re) Engels), ook en wellicht het meest opmerkelijk bij eigennamen. Bijvoorbeeld, waar een doorsnee Vlaming of Nederlander de naam Stefanie zal uitspreken zoals de Fransen, met de klemtoon op de laatste lettergreep, heet deze vrouw in West-Vlaanderen Stefanie. De West-Vlaamse politieker Vande Lanotte heet in zijn thuisprovincie Vande Lanotte.

    In de Vlaamse audiovisuele media, en bij uitstek bij de VRT, verzint men ook dikwijls een zogenaamd correcte uitspraak, die evenwel door Vlamingen noch door Nederlanders wordt gedragen. Deze gevallen worden ook aan dit lemma toegevoegd. Zie bij deze ook het lemma vrt-taal.

    zie ook Breda, Spa: vokaalreductie

    alfabetische lijst:

    ‘s anderendaags: VL: san·dren·da(a)gs; NL: san·de·ren·daags
    advocaat: VL: ad·vo·kaat; NL: at·fo·kaat
    Afrika: VL: a·fri·ka; NL: aa·fri·kaa
    alfabet: VL: al·fa·bet (Grieks, Latijn, Frans, enz.); NL: al·fa·bet (Engels)
    Amerika: VL: a·mee·ri·ka; NL: a·mee·ri·kaa
    Antarctica (idem Arctica): an·tarc·ti·ca; NL: an·tarc·ti·caa
    archipel: VL: ar·chi·pel; NL: ar·chi·pel
    asfalt: VL: as·falt; NL: as·falt
    azalea: VL: a·za·lee·ja; NL: a·zaa·lee·jaa
    badminton: VL: bat·min·ton (fonetisch); NL: bèt·min·ten (Engels)
    Belgrado: VL: bel·gra·do; NL: bel·gra·do
    Bernard: VL: ber·naar (Frans); NL: bern·(h)art (Engels)
    bijna: VL: bij·na(a)/be·na(a) (zie ook bekan); NL: bij·naa
    bikini: VL: bi·ki·ni; NL: bi·ki·ni
    braderie: VL: bra·de·ri; NL: braa·de·rie
    braderij: VL: bra·de·rij; NL: braa·de·rij
    buggy: VL: bu·gi (zachte g); NL: bu·Gi (g van Frans ’grand’ of Engels ‘great’)
    burgemeester: VL: bur·ge·mees·ter; NL: bur·ge·mees·ter
    cacao: VL: ca·ca·oo; NL: ca·caa·oo
    carnaval: VL: kar·na·val (Frans); NL: kar·ne·val (Engels); VRT-uitspraak: kar·naa·val
    casino: VL: ca·zi·noo; NL: ca·sie·noo (zie ook Vlaamse geslachten)
    catalogus: VL: ca·ta·loo·gus (scherpe u; eigenlijk eerder cataloog); NL: ca·taa·lo·chus (doffe u)
    cello: VL: tje·loo/sje·loo (Italiaans/vervlaamse Italiaans); NL: sel·loo (fonetisch)
    chips (patatten): VL: tjips (scherpe i); NL: sjips (doffe i)
    cichorei: VL: sji·ko·rei; NL: sie·cho·rei (± fonetisch)
    claxon: VL: kla·kson (Frans); NL: klak·son (Engels)
    clitoris: VL: cli·too·ris (beide i’s als in fiets); NL: cli·to·ris (beide i’s als in dik)
    compagnie: VL: kom.pa.nie; NL-SN: kom.panj.ie
    conciërge: VL: kon·s·jer·zje (± Frans); NL: kon·zjer·zje
    coup: VL: koe (Frans); NL: koep (± fonetisch)
    dement: VL: dee·ment; NL: de ment
    dementie: VL: dee·men·sie; NL: de·men·tsie
    detective: VL: de·tek·tie·ve/de·dek·tie·ve (fonetisch); NL: die·tek·tif (Engels)
    Doornroosje: VL: doo·rn·roo·sje; NL: doo·rn·roo·sje
    doorprikken: VL: door·prik·ken; NL: door·prik·ken
    dossier: VL: dos·sier (fonetisch); NL: do·sjee (Frans)
    elixir: VL: ee·liek·sier/ee·lieg·zier (Arabisch, ‘g’ uitgesproken als in het Engelse ‘good’); NL: ee·lik·ser (‘lik’ uitgesproken als ‘dik’)
    encyclopedie: VL: en·cy·clo·pe·die (fonetisch); NL: aun·cy·clo·pe·die (Frans, de ‘aun’ is nasaal)
    energie: VL: e·ner·gie (fonetisch); NL: e·ner·zjie/e·ner·sjie (Frans)
    epidemie: VL: ee·pi·dee·mi (korte i); NL: ee·pi·dee·mie (Frans)
    essay: VL: es· (Frans); NL: es·seej/es·seej (Engels)
    Europa: VL: eu·roo·pa; NL: eu·roo·paa
    exo- (bv. exorbitant, exotisch): VL: eG·zoo (G = stemhebbende k); NL: ek·soo
    festival: VL: fest·ti·val; NL: fes·ti·val
    flirten: VL: flir·ten (fonetisch); NL: fleur·ten (Engels)
    foto: VL: fo·too; NL: foo·too
    fotografie: VL: fo·to·gra·fie; NL: foo·too·gra·fie
    garantie: VL: ga·ran·tie (Frans; ook ga·ran·sie); NL: ga·ran·tsie
    gelijkvloers: VL: ge·lijk·vloers; NL: ge·lijk·vloers
    Gerard: VL: zjee·raar (Frans); NL: gee·rart (fonetisch)
    gilet: VL: zjie·lee; NL: zjie·lèt
    goal: VL: gool (zachte g); NL: Gool (g van Frans ‘grand’ of Engels ‘great’)
    golf: VL: golf (zachte g); NL: Golf (g van Frans ‘grand’ of Engels ‘great’)
    Google: VL: goe·gel/Goe·Gel (korte oe-klank; G = stemhebbende k); NL: Goe·Gel (lange oe-klank; G = stemhebbende k)
    hifi: VL: haai·fi (Brits Engels); NL: haai·faai (Amerikaans Engels)
    hostess: VL: hos·tès; NL: hos·tes (Engels)
    hygiëne: VL: hy·gjee·ne; NL: hy·gjèè·ne (Frans)
    ingewikkeld: VL: in·ge·wik·keld; NL: in·ge·wik·keld
    intensief: VL: in·ten·sief; NL: in·ten·zief
    intrige: VL: in·trie·ge (fonetisch); NL: in·trie·zje/in·trie·sje (hypercorrecte uitspraak van intrige met /ž/ -Frans intrigue)
    Iran: VL: i·ran; NL: i·raan (zie ook Iranees
    Israël: VL: iez·ra·jel (‘i’ als in ‘kiwi’); NL: is·ra·‘el (‘i’ als in ‘dik’)
    item: VL: i·tem (korte i, doffe e); NL: aaj·tem (Engels)
    jacuzzi: dja·koe·zi/zja·koe·zi; NL: ja·koe·zi
    jenever: VL: zje·nee·ver; NL: je·nee·ver (fonetisch)
    Jos: VL: zjos; NL: jos
    junior: VL: zju·njor (scherpe u); NL: ju·ni·jor (scherpe u en i)
    kameleon: VL: ka·mee·lee·jon; NL: ka·mee·lie·jon
    kathedraal: VL: ka·tee·draal; NL: kat·te·draal
    koala: VL: ko·a·la; NL: koo·aa·laa
    Koran: VL: koo·ran; NL: ko·raan
    labrador: VL: la·bra·dor; NL: laa·braa·dor
    landrover: VL: land·roe·ver; NL: land·ro·ver
    lavabo: VL: la·va·boo; NL: la·vaa·boo/la·vaa·boo
    Lutgart: VL: lut·gart; NL: lutgart
    mammoet: VL: mam·moet; NL: mam·moet
    Mercedes: VL: Mèr·ce·dès (scherpe e achteraan; ± Spaans); NL: Mèr·cee·des (doffe e achteraan; ± Engels)
    meteen: VL en NL: mè·teen (‘mè’ als in ‘bed’); VL media: me·teen (‘me’ als in ‘der’)
    mobilhome: VL: mo·bi·loom (scherpe i); NL: moo·bel·hoom (doffe e)
    Monaco: VL: Mo·na·coo; NL: Moo·naa·coo
    monopoly: VL: mo·no·poo·ly; NL: mo·no(o)·pe·ly (Engels)
    namiddag: VL: na·mid·dag; NL: na·mid·dag
    nasi (goreng): VL: naa·zi; NL: na·si
    Nieuwjaar: VL: nieuw·jaar; NL: nieuw·jaar
    Nobelprijs: VL: No·bel·prijs; NL: No·bèl·prijs
    noga, nougat: VL: noega(t); NL: noga
    nostalgie: VL: nos·tal·gie (fonetisch); NL: nos·tal·zjie/nos·tal·sjie (Frans)
    nylon: VL: ni·lon / nij·lon (Frans / vervlaamst); NL: naaj·lon (Engels)
    omwenteling: VL: om·wen·te·ling; NL: om·wen·te·ling
    onderhoud: VL: on·der·houd; NL: on·der·houd
    onderzoek: VL: on·der·zoek; NL: on·der·zoek
    Oostende: VL: os·ten·de; NL: oost en·de
    pallet: VL: pa·lèt; NL: pèl·let (Engels)
    pandemie: VL: pan·dee·mi (korte i); NL: pan·dee·mie (Frans)
    parameter: VL: pa·ra·mee·ter; NL: pa·raa·m?·ter
    parfum: VL: par·fui (Frans, de ‘ui’ is nasaal); NL: par·fum (fonetisch)
    passagier: VL: pas·sa·gier (fonetisch); NL: pas·sa·zjier/pas·sa·sjier
    Patrick: VL: Pa·trik (scherpe i); NL: Pet·rik (doffe i)
    pedalo: VL: pee·da·loo; NL: pee·daa·loo
    per: VL: ‘per’ als ‘der’; NL: ‘per’ als ‘ver’
    percent: VL: per·cent (‘per’ als ‘der’); NL: per·cent (‘per’ als ‘ver’)
    per se: VL: per see (‘per’ als ‘der’); NL: pèr see (Latijn, ‘pèr’ als ‘ver’)
    pikken: VL: pi·ken (scherpe i); NL: p?·ken (doffe i)
    pissen: VL: pi·sen (scherpe i); NL: p?·sen (doffe i)
    pistolet: VL: pis·to·lee; NL: pis·to·lèt
    plasma: VL: plaz·ma; NL: plas·maa
    platform: VL: plat·form; NL: plat·form
    pointe: VL: pwèèn·te; NL: pwan·te
    pyjama: VL: pi·zja·ma; NL: pie·jaa·maa
    radar: VL: ra.daar; NL: raa.dar
    reclame: VL: ree·claa·me (echter dikwijls reklam, wél met een doffe e); NL: re·claa·me (beide e’s zijn dof)
    record: VL: re·kort (fonetisch); NL: ree·koor (Frans)
    recital: VL: re·si·tal (scherpe i, Frans); NL: rie·saaj·tel (Engels)
    reportage: VL: ree·por·taa·zje; NL: re·por·taa·sje (beide e’s zijn dof)
    reünie: VL: ree·ju·nie; NL: ree·u·nie (Franse klemtoon)
    Robert: VL: ro·beir (Frans); NL: ro(o)·bert (Engels)
    robot: VL: ro·bot; NL: roo·bot
    rondpunt: VL: rond·punt; NL: rond·punt
    Roodkapje: VL: rood·kap·je; NL: rood·kap·je
    salami: VL: sa·la·mi; NL: sa·laa·mi
    sceptisch: VL: sep·ties; NL: skep·ties
    serieus: VL: ser·jeus (doffe e); NL: see·ri·eus
    service: VL: ser·vis (scherpe e en i, Frans); NL: seur·vis (doffe i, Engels)
    site: VL: sitte; NL: saajt
    Sneeuwwitje: VL: sneeuw·wi·tje; NL: sneeuw·wit·je
    stadhuis: VL: sta·tuis; NL: stad·huis
    steak: VL: stek/stik (Frans); NL: steek (Engels)
    super, hyper: VL én NL: su·per, hy·per; VL media: sup·per, hip·per
    tabak: VL: ta·bak (zie ook toebak); NL: ta·bak (Frans)
    tarmac: VL: tar·mac; SN: tar·mac
    Tenerife: VL: ·ne·rif ; NL: tee·nee·rif (korte, scherpe i); VRT-uitspraak: tee·nee·rie·fee
    tenzij: VL: ten·zij (‘e’ als in ‘der’, komt van "’t en zij’); NL: ten·zij, ten·zij (‘e’ in beide varianten als in ‘bed’)
    terras: VL: tèr·ras; NL: te ras
    tic: VL: tik (scherpe i, zie ook tic nerveux); NL: tik (doffe i)
    ticket: VL: tie·kèt (Frans); NL: tik·ket (Engels)
    trainen: VL: trei·nen; NL: treej·nen (Engels)
    urgent: VL: ur·gent (scherpe u); NL: ur·gent (doffe u)
    vanille: VL: va·nie·le (fonetisch); NL: va·nie·je (Frans)
    verkoop: VL: ver·koop; NL: vér·koop (tegen alle regels in)
    virus: VL: vi·rus (scherpe korte i, scherpe korte u); NL: vie·res (lange i, doffe e)
    voormiddag: VL: voor·mid·dag; NL: voor·mid·dag
    vrijgezel: VL: vrij·ge·zel; NL: vrij·ge·zel
    werkloos: VL: werk·loos; NL: werk·loos
    werkloosheid: VL: werk·loos·heid; NL: werk·loos·heid
    werknemer: VL: werk·nee·mer; NL: werk·nee·mer
    wodka: VL: vod·ka (Slavisch, de ‘d’ is eerder stemhebbend); NL: wot·kaa (de ‘t’ is stemloos)
    yoghurt: VL: joe·choert (soms joe·goert; ± Turks); NL: jo·chert, jo·ggert (fonetisch)
    YouTube: VL: joe·toep; NL: joew·tsjoewp
    zone: VL: zoo·ne; NL: zoa·ne (Frans)
    zonsondergang: VL: zon·zon·der·gang; NL: zons·on·der·gang
    zonsopgang: VL: zon·zop·gang; NL: zons·op·gang

    woorden op —ist/—isme/—isch: VL: —ist/—isme/—isch (‘i’ als in ‘fiets’); NL: —?st/—?sme/—?sch (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —tie: VL: —sie; NL: —tsie
    woorden op —tje/—dje: VL: —tje (de t- en j-klanken komen samen zoals in ‘checken’); NL: —t·je (de t- en j-klanken worden apart uitgesproken)
    woorden met —ci— of —ti— (bv. ‘officieel’, ‘politioneel’): VL: —s·j— (de s- en j-klanken worden apart uitgesproken); NL: —sj—, —tsj— (de s- en j-klanken komen samen zoals in ‘sjaal’ of ‘checken’)
    woorden met dis—: VL: dis— (‘i’ als in ‘fiets’); NL: d?s— (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —achtig: VL: klemtoon op woord zelf; NL: klemtoon op achtig en adempauze tussen woord en achtig → bv. VL: ze·nu·wach·tig; NL: ze·nuw acht·ig

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 06 Oct 2020 00:00
    114 reactie(s)

    Versie 126

    Vlaamse uitspraak
    (uitspraakvarianten)

    Heel wat woorden worden in Vlaanderen anders uitgesproken dan in Nederland. Dan gaat het niet zozeer over regelgebonden uitspraken zoals de zachte g, maar over woorden zoals pyjama dat in Vlaanderen als pie-zja-ma en in Nederland als pie-jaa-maa uitgesproken wordt. Of over klemtonen zoals bij burgemeester waarbij in Vlaanderen het accent op de eerste lettergreep valt en in Nederland op de derde. Bij leenwoorden hanteert men in Nederland zeer dikwijls een nabootsing volgens de Nederlandse klankwetten van de klanken in de oorspronkelijke taal (meestal Engels of Frans), terwijl de uitspraak in Vlaanderen vervlaamst wordt. Soms wordt in Vlaanderen een Franse uitspraak gehanteerd, dan volgt de uitspraak in Nederland meestal het Engels.

    Voor Engelse leenwoorden met korte a is er een afzonderlijk lemma waar deze gevallen ondergebracht kunnen worden.

    Het spijtige is dat de Vlaamse media voor deze woorden de Nederlandse uitspraak gebruiken ondanks dat de Vlaamse uitspraak in Vlaanderen zeer algemeen is. Dit is een aanfluiting van de V die voor Vlaams staat in o.a. vrt en VTM.

    Wat klemtonen betreft kan voor het West-Vlaams algemeen gesteld worden dat de klemtoon zeer dikwijls op de eerste lettergreep ligt (zoals ook in het nabije(re) Engels), ook en wellicht het meest opmerkelijk bij eigennamen. Bijvoorbeeld, waar een doorsnee Vlaming of Nederlander de naam Stefanie zal uitspreken zoals de Fransen, met de klemtoon op de laatste lettergreep, heet deze vrouw in West-Vlaanderen Stefanie. De West-Vlaamse politieker Vande Lanotte heet in zijn thuisprovincie Vande Lanotte.

    In de Vlaamse audiovisuele media, en bij uitstek bij de VRT, verzint men ook dikwijls een zogenaamd correcte uitspraak, die evenwel door Vlamingen noch door Nederlanders wordt gedragen. Deze gevallen worden ook aan dit lemma toegevoegd. Zie bij deze ook het lemma vrt-taal.

    zie ook Breda, Spa: vokaalreductie

    alfabetische lijst:

    ‘s anderendaags: VL: san·dren·da(a)gs; NL: san·de·ren·daags
    advocaat: VL: ad·vo·kaat; NL: at·fo·kaat
    Afrika: VL: a·fri·ka; NL: aa·fri·kaa
    alfabet: VL: al·fa·bet (Grieks, Latijn, Frans, enz.); NL: al·fa·bet (Engels)
    Amerika: VL: a·mee·ri·ka; NL: a·mee·ri·kaa
    Antarctica (idem Arctica): an·tarc·ti·ca; NL: an·tarc·ti·caa
    archipel: VL: ar·chi·pel; NL: ar·chi·pel
    asfalt: VL: as·falt; NL: as·falt
    azalea: VL: a·za·lee·ja; NL: a·zaa·lee·jaa
    badminton: VL: bat·min·ton (fonetisch); NL: bèt·min·ten (Engels)
    Belgrado: VL: bel·gra·do; NL: bel·gra·do
    Bernard: VL: ber·naar (Frans); NL: bern·(h)art (Engels)
    bijna: VL: bij·na(a)/be·na(a) (zie ook bekan); NL: bij·naa
    bikini: VL: bi·ki·ni; NL: bi·ki·ni
    braderie: VL: bra·de·ri; NL: braa·de·rie
    braderij: VL: bra·de·rij; NL: braa·de·rij
    buggy: VL: bu·gi (zachte g); NL: bu·Gi (g van Frans ’grand’ of Engels ‘great’)
    burgemeester: VL: bur·ge·mees·ter; NL: bur·ge·mees·ter
    cacao: VL: ca·ca·oo; NL: ca·caa·oo
    carnaval: VL: kar·na·val (Frans); NL: kar·ne·val (Engels); VRT-uitspraak: kar·naa·val
    casino: VL: ca·zi·noo; NL: ca·sie·noo (zie ook Vlaamse geslachten)
    catalogus: VL: ca·ta·loo·gus (scherpe u; eigenlijk eerder cataloog); NL: ca·taa·lo·chus (doffe u)
    chips (patatten): VL: tjips (scherpe i); NL: sjips (doffe i)
    cichorei: VL: sjie·ko·rei; NL: sie·cho·rei (± fonetisch)
    claxon: VL: kla·kson (Frans); NL: klak·son (Engels)
    clitoris: VL: cli·too·ris (beide i’s als in fiets); NL: cli·to·ris (beide i’s als in dik)
    compagnie: VL: kom.pa.nie; NL-SN: kom.panj.ie
    conciërge: VL: kon·s·jer·zje (± Frans); NL: kon·zjer·zje
    coup: VL: koe (Frans); NL: koep (± fonetisch)
    dement: VL: dee·ment; NL: de ment
    dementie: VL: dee·men·sie; NL: de·men·tsie
    detective: VL: de·tek·tie·ve/de·dek·tie·ve (fonetisch); NL: die·tek·tif (Engels)
    Doornroosje: VL: doo·rn·roo·sje; NL: doo·rn·roo·sje
    doorprikken: VL: door·prik·ken; NL: door·prik·ken
    dossier: VL: dos·sier (fonetisch); NL: do·sjee (Frans)
    elixir: VL: ee·liek·sier/ee·lieg·zier (Arabisch, ‘g’ uitgesproken als in het Engelse ‘good’); NL: ee·lik·ser (‘lik’ uitgesproken als ‘dik’)
    encyclopedie: VL: en·cy·clo·pe·die (fonetisch); NL: aun·cy·clo·pe·die (Frans, de ‘aun’ is nasaal)
    energie: VL: e·ner·gie (fonetisch); NL: e·ner·zjie/e·ner·sjie (Frans)
    epidemie: VL: ee·pi·dee·mi (korte i); NL: ee·pi·dee·mie (Frans)
    essay: VL: es· (Frans); NL: es·seej/es·seej (Engels)
    Europa: VL: eu·roo·pa; NL: eu·roo·paa
    exo- (bv. exorbitant, exotisch): VL: eG·zoo (G = stemhebbende k); NL: ek·soo
    festival: VL: fest·ti·val; NL: fes·ti·val
    flirten: VL: flir·ten (fonetisch); NL: fleur·ten (Engels)
    foto: VL: fo·too; NL: foo·too
    fotografie: VL: fo·to·gra·fie; NL: foo·too·gra·fie
    garantie: VL: ga·ran·tie (Frans; ook ga·ran·sie); NL: ga·ran·tsie
    gelijkvloers: VL: ge·lijk·vloers; NL: ge·lijk·vloers
    Gerard: VL: zjee·raar (Frans); NL: gee·rart (fonetisch)
    gilet: VL: zjie·lee; NL: zjie·lèt
    goal: VL: gool (zachte g); NL: Gool (g van Frans ‘grand’ of Engels ‘great’)
    golf: VL: golf (zachte g); NL: Golf (g van Frans ‘grand’ of Engels ‘great’)
    Google: VL: goe·gel/Goe·Gel (korte oe-klank; G = stemhebbende k); NL: Goe·Gel (lange oe-klank; G = stemhebbende k)
    hifi: VL: haai·fi (Brits Engels); NL: haai·faai (Amerikaans Engels)
    hostess: VL: hos·tès; NL: hos·tes (Engels)
    hygiëne: VL: hy·gjee·ne; NL: hy·gjèè·ne (Frans)
    ingewikkeld: VL: in·ge·wik·keld; NL: in·ge·wik·keld
    intensief: VL: in·ten·sief; NL: in·ten·zief
    intrige: VL: in·trie·ge (fonetisch); NL: in·trie·zje/in·trie·sje (hypercorrecte uitspraak van intrige met /ž/ -Frans intrigue)
    Iran: VL: i·ran; NL: i·raan (zie ook Iranees
    Israël: VL: iez·ra·jel (‘i’ als in ‘kiwi’); NL: is·ra·‘el (‘i’ als in ‘dik’)
    item: VL: i·tem (korte i, doffe e); NL: aaj·tem (Engels)
    jacuzzi: dja·koe·zi/zja·koe·zi; NL: ja·koe·zi
    jenever: VL: zje·nee·ver; NL: je·nee·ver (fonetisch)
    Jos: VL: zjos; NL: jos
    junior: VL: zju·njor (scherpe u); NL: ju·ni·jor (scherpe u en i)
    kameleon: VL: ka·mee·lee·jon; NL: ka·mee·lie·jon
    kathedraal: VL: ka·tee·draal; NL: kat·te·draal
    koala: VL: ko·a·la; NL: koo·aa·laa
    Koran: VL: koo·ran; NL: ko·raan
    labrador: VL: la·bra·dor; NL: laa·braa·dor
    landrover: VL: land·roe·ver; NL: land·ro·ver
    lavabo: VL: la·va·boo; NL: la·vaa·boo/la·vaa·boo
    Lutgart: VL: lut·gart; NL: lutgart
    mammoet: VL: mam·moet; NL: mam·moet
    Mercedes: VL: Mèr·ce·dès (scherpe e achteraan; ± Spaans); NL: Mèr·cee·des (doffe e achteraan; ± Engels)
    meteen: VL en NL: mè·teen (‘mè’ als in ‘bed’); VL media: me·teen (‘me’ als in ‘der’)
    mobilhome: VL: mo·bi·loom (scherpe i); NL: moo·bel·hoom (doffe e)
    Monaco: VL: Mo·na·coo; NL: Moo·naa·coo
    monopoly: VL: mo·no·poo·ly; NL: mo·no(o)·pe·ly (Engels)
    namiddag: VL: na·mid·dag; NL: na·mid·dag
    nasi (goreng): VL: naa·zi; NL: na·si
    Nieuwjaar: VL: nieuw·jaar; NL: nieuw·jaar
    Nobelprijs: VL: No·bel·prijs; NL: No·bèl·prijs
    noga, nougat: VL: noega(t); NL: noga
    nostalgie: VL: nos·tal·gie (fonetisch); NL: nos·tal·zjie/nos·tal·sjie (Frans)
    nylon: VL: ni·lon / nij·lon (Frans / vervlaamst); NL: naaj·lon (Engels)
    omwenteling: VL: om·wen·te·ling; NL: om·wen·te·ling
    onderhoud: VL: on·der·houd; NL: on·der·houd
    onderzoek: VL: on·der·zoek; NL: on·der·zoek
    Oostende: VL: os·ten·de; NL: oost en·de
    pallet: VL: pa·lèt; NL: pèl·let (Engels)
    pandemie: VL: pan·dee·mi (korte i); NL: pan·dee·mie (Frans)
    parameter: VL: pa·ra·mee·ter; NL: pa·raa·m?·ter
    parfum: VL: par·fui (Frans, de ‘ui’ is nasaal); NL: par·fum (fonetisch)
    passagier: VL: pas·sa·gier (fonetisch); NL: pas·sa·zjier/pas·sa·sjier
    Patrick: VL: Pa·trik (scherpe i); NL: Pet·rik (doffe i)
    pedalo: VL: pee·da·loo; NL: pee·daa·loo
    per: VL: ‘per’ als ‘der’; NL: ‘per’ als ‘ver’
    percent: VL: per·cent (‘per’ als ‘der’); NL: per·cent (‘per’ als ‘ver’)
    per se: VL: per see (‘per’ als ‘der’); NL: pèr see (Latijn, ‘pèr’ als ‘ver’)
    pikken: VL: pi·ken (scherpe i); NL: p?·ken (doffe i)
    pissen: VL: pi·sen (scherpe i); NL: p?·sen (doffe i)
    pistolet: VL: pis·to·lee; NL: pis·to·lèt
    plasma: VL: plaz·ma; NL: plas·maa
    platform: VL: plat·form; NL: plat·form
    pointe: VL: pwèèn·te; NL: pwan·te
    pyjama: VL: pi·zja·ma; NL: pie·jaa·maa
    radar: VL: ra.daar; NL: raa.dar
    reclame: VL: ree·claa·me (echter dikwijls reklam, wél met een doffe e); NL: re·claa·me (beide e’s zijn dof)
    record: VL: re·kort (fonetisch); NL: ree·koor (Frans)
    recital: VL: re·si·tal (scherpe i, Frans); NL: rie·saaj·tel (Engels)
    reportage: VL: ree·por·taa·zje; NL: re·por·taa·sje (beide e’s zijn dof)
    reünie: VL: ree·ju·nie; NL: ree·u·nie (Franse klemtoon)
    Robert: VL: ro·beir (Frans); NL: ro(o)·bert (Engels)
    robot: VL: ro·bot; NL: roo·bot
    rondpunt: VL: rond·punt; NL: rond·punt
    Roodkapje: VL: rood·kap·je; NL: rood·kap·je
    salami: VL: sa·la·mi; NL: sa·laa·mi
    sceptisch: VL: sep·ties; NL: skep·ties
    serieus: VL: ser·jeus (doffe e); NL: see·ri·eus
    service: VL: ser·vis (scherpe e en i, Frans); NL: seur·vis (doffe i, Engels)
    site: VL: sitte; NL: saajt
    Sneeuwwitje: VL: sneeuw·wi·tje; NL: sneeuw·wit·je
    stadhuis: VL: sta·tuis; NL: stad·huis
    steak: VL: stek/stik (Frans); NL: steek (Engels)
    super, hyper: VL én NL: su·per, hy·per; VL media: sup·per, hip·per
    tabak: VL: ta·bak (zie ook toebak); NL: ta·bak (Frans)
    tarmac: VL: tar·mac; SN: tar·mac
    Tenerife: VL: ·ne·rif ; NL: tee·nee·rif (korte, scherpe i); VRT-uitspraak: tee·nee·rie·fee
    tenzij: VL: ten·zij (‘e’ als in ‘der’, komt van "’t en zij’); NL: ten·zij, ten·zij (‘e’ in beide varianten als in ‘bed’)
    terras: VL: tèr·ras; NL: te ras
    tic: VL: tik (scherpe i, zie ook tic nerveux); NL: tik (doffe i)
    ticket: VL: tie·kèt (Frans); NL: tik·ket (Engels)
    trainen: VL: trei·nen; NL: treej·nen (Engels)
    urgent: VL: ur·gent (scherpe u); NL: ur·gent (doffe u)
    vanille: VL: va·nie·le (fonetisch); NL: va·nie·je (Frans)
    verkoop: VL: ver·koop; NL: vér·koop (tegen alle regels in)
    virus: VL: vi·rus (scherpe korte i, scherpe korte u); NL: vie·res (lange i, doffe e)
    voormiddag: VL: voor·mid·dag; NL: voor·mid·dag
    vrijgezel: VL: vrij·ge·zel; NL: vrij·ge·zel
    werkloos: VL: werk·loos; NL: werk·loos
    werkloosheid: VL: werk·loos·heid; NL: werk·loos·heid
    werknemer: VL: werk·nee·mer; NL: werk·nee·mer
    wodka: VL: vod·ka (Slavisch, de ‘d’ is eerder stemhebbend); NL: wot·kaa (de ‘t’ is stemloos)
    yoghurt: VL: joe·choert (soms joe·goert; ± Turks); NL: jo·chert, jo·ggert (fonetisch)
    YouTube: VL: joe·toep; NL: joew·tsjoewp
    zone: VL: zoo·ne; NL: zoa·ne (Frans)
    zonsondergang: VL: zon·zon·der·gang; NL: zons·on·der·gang
    zonsopgang: VL: zon·zop·gang; NL: zons·op·gang

    woorden op —ist/—isme/—isch: VL: —ist/—isme/—isch (‘i’ als in ‘fiets’); NL: —?st/—?sme/—?sch (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —tie: VL: —sie; NL: —tsie
    woorden op —tje/—dje: VL: —tje (de t- en j-klanken komen samen zoals in ‘checken’); NL: —t·je (de t- en j-klanken worden apart uitgesproken)
    woorden met —ci— of —ti— (bv. ‘officieel’, ‘politioneel’): VL: —s·j— (de s- en j-klanken worden apart uitgesproken); NL: —sj—, —tsj— (de s- en j-klanken komen samen zoals in ‘sjaal’ of ‘checken’)
    woorden met dis—: VL: dis— (‘i’ als in ‘fiets’); NL: d?s— (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —achtig: VL: klemtoon op woord zelf; NL: klemtoon op achtig en adempauze tussen woord en achtig → bv. VL: ze·nu·wach·tig; NL: ze·nuw acht·ig

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 25 Sep 2020 02:26
    114 reactie(s)

    Versie 125

    Vlaamse uitspraak
    (uitspraakvarianten)

    Heel wat woorden worden in Vlaanderen anders uitgesproken dan in Nederland. Dan gaat het niet zozeer over regelgebonden uitspraken zoals de zachte g, maar over woorden zoals pyjama dat in Vlaanderen als pie-zja-ma en in Nederland als pie-jaa-maa uitgesproken wordt. Of over klemtonen zoals bij burgemeester waarbij in Vlaanderen het accent op de eerste lettergreep valt en in Nederland op de derde. Bij leenwoorden hanteert men in Nederland zeer dikwijls een nabootsing volgens de Nederlandse klankwetten van de klanken in de oorspronkelijke taal (meestal Engels of Frans), terwijl de uitspraak in Vlaanderen vervlaamst wordt. Soms wordt in Vlaanderen een Franse uitspraak gehanteerd, dan volgt de uitspraak in Nederland meestal het Engels.

    Voor Engelse leenwoorden met korte a is er een afzonderlijk lemma waar deze gevallen ondergebracht kunnen worden.

    Het spijtige is dat de Vlaamse media voor deze woorden de Nederlandse uitspraak gebruiken ondanks dat de Vlaamse uitspraak in Vlaanderen zeer algemeen is. Dit is een aanfluiting van de V die voor Vlaams staat in o.a. vrt en VTM.

    Wat klemtonen betreft kan voor het West-Vlaams algemeen gesteld worden dat de klemtoon zeer dikwijls op de eerste lettergreep ligt (zoals ook in het nabije(re) Engels), ook en wellicht het meest opmerkelijk bij eigennamen. Bijvoorbeeld, waar een doorsnee Vlaming of Nederlander de naam Stefanie zal uitspreken zoals de Fransen, met de klemtoon op de laatste lettergreep, heet deze vrouw in West-Vlaanderen Stefanie. De West-Vlaamse politieker Vande Lanotte heet in zijn thuisprovincie Vande Lanotte.

    In de Vlaamse audiovisuele media, en bij uitstek bij de VRT, verzint men ook dikwijls een zogenaamd correcte uitspraak, die evenwel door Vlamingen noch door Nederlanders wordt gedragen. Deze gevallen worden ook aan dit lemma toegevoegd. Zie bij deze ook het lemma vrt-taal.

    zie ook Breda, Spa: vokaalreductie

    alfabetische lijst:

    ‘s anderendaags: VL: san·dren·da(a)gs; NL: san·de·ren·daags
    advocaat: VL: ad·vo·kaat; NL: at·fo·kaat
    Afrika: VL: a·fri·ka; NL: aa·fri·kaa
    alfabet: VL: al·fa·bet (zelfde klemtoon als in Grieks, Latijn, Frans, enz.); NL: al·fa·bet (zelfde klemtoon als in Engels)
    Amerika: VL: a·mee·ri·ka; NL: a·mee·ri·kaa
    Antarctica (idem Arctica): an·tarc·ti·ca; NL: an·tarc·ti·caa
    archipel: VL: ar·chi·pel; NL: ar·chi·pel
    asfalt: VL: as·falt; NL: as·falt
    azalea: VL: a·za·lee·ja; NL: a·zaa·lee·jaa
    badminton: VL: bat·min·ton (fonetisch); NL: bèt·min·ten (Engels)
    Belgrado: VL: bel·gra·do; NL: bel·gra·do
    Bernard: VL: ber·naar (Frans); NL: bern·(h)art (Engels)
    bijna: VL: bij·na(a)/be·na(a) (zie ook bekan); NL: bij·naa
    bikini: VL: bi·ki·ni; NL: bi·ki·ni
    braderie: VL: bra·de·ri; NL: braa·de·rie
    braderij: VL: bra·de·rij; NL: braa·de·rij
    buggy: VL: bu·gi (zachte g); NL: bu·Gi (g van Frans ’grand’ of Engels ‘great’)
    burgemeester: VL: bur·ge·mees·ter; NL: bur·ge·mees·ter
    cacao: VL: ca·ca·oo; NL: ca·caa·oo
    carnaval: VL: kar·na·val (Frans); NL: kar·ne·val (Engels); VRT-uitspraak: kar·naa·val
    casino: VL: ca·zi·noo; NL: ca·sie·noo (zie ook Vlaamse geslachten)
    catalogus: VL: ca·ta·loo·gus (scherpe u; eigenlijk eerder cataloog); NL: ca·taa·lo·chus (doffe u)
    chips (patatten): VL: tjips (scherpe i); NL: sjips (doffe i)
    cichorei: VL: sjie·ko·rei; NL: sie·cho·rei (± fonetisch)
    claxon: VL: kla·kson (Frans); NL: klak·son (Engels)
    clitoris: VL: cli·too·ris (beide i’s als in fiets); NL: cli·to·ris (beide i’s als in dik)
    compagnie: VL: kom.pa.nie; NL-SN: kom.panj.ie
    conciërge: VL: kon·s·jer·zje (± Frans); NL: kon·zjer·zje
    coup: VL: koe (Frans); NL: koep (± fonetisch)
    dement: VL: dee·ment; NL: de ment
    dementie: VL: dee·men·sie; NL: de·men·tsie
    detective: VL: de·tek·tie·ve/de·dek·tie·ve (fonetisch); NL: die·tek·tif (Engels)
    Doornroosje: VL: doo·rn·roo·sje; NL: doo·rn·roo·sje
    doorprikken: VL: door·prik·ken; NL: door·prik·ken
    dossier: VL: dos·sier (fonetisch); NL: do·sjee (Frans)
    elixir: VL: ee·liek·sier/ee·lieg·zier (Arabisch, ‘g’ uitgesproken als in het Engelse ‘good’); NL: ee·lik·ser (‘lik’ uitgesproken als ‘dik’)
    encyclopedie: VL: en·cy·clo·pe·die (fonetisch); NL: aun·cy·clo·pe·die (Frans, de ‘aun’ is nasaal)
    energie: VL: e·ner·gie (fonetisch); NL: e·ner·zjie/e·ner·sjie (Frans)
    epidemie: VL: ee·pi·dee·mi (korte i); NL: ee·pi·dee·mie (Frans)
    essay: VL: es· (Frans); NL: es·seej/es·seej (Engels)
    Europa: VL: eu·roo·pa; NL: eu·roo·paa
    exo- (bv. exorbitant, exotisch): VL: eG·zoo (G = stemhebbende k); NL: ek·soo
    festival: VL: fest·ti·val; NL: fes·ti·val
    flirten: VL: flir·ten (fonetisch); NL: fleur·ten (Engels)
    foto: VL: fo·too; NL: foo·too
    fotografie: VL: fo·to·gra·fie; NL: foo·too·gra·fie
    garantie: VL: ga·ran·tie (Frans; ook ga·ran·sie); NL: ga·ran·tsie
    gelijkvloers: VL: ge·lijk·vloers; NL: ge·lijk·vloers
    Gerard: VL: zjee·raar (Frans); NL: gee·rart (fonetisch)
    gilet: VL: zjie·lee; NL: zjie·lèt
    goal: VL: gool (zachte g); NL: Gool (g van Frans ‘grand’ of Engels ‘great’)
    golf: VL: golf (zachte g); NL: Golf (g van Frans ‘grand’ of Engels ‘great’)
    Google: VL: goe·gel/Goe·Gel (korte oe-klank; G = stemhebbende k); NL: Goe·Gel (lange oe-klank; G = stemhebbende k)
    hifi: VL: haai·fi (Brits Engels); NL: haai·faai (Amerikaans Engels)
    hostess: VL: hos·tès; NL: hos·tes (Engels)
    hygiëne: VL: hy·gjee·ne; NL: hy·gjèè·ne (Frans)
    ingewikkeld: VL: in·ge·wik·keld; NL: in·ge·wik·keld
    intensief: VL: in·ten·sief; NL: in·ten·zief
    intrige: VL: in·trie·ge (fonetisch); NL: in·trie·zje/in·trie·sje (hypercorrecte uitspraak van intrige met /ž/ -Frans intrigue)
    Iran: VL: i·ran; NL: i·raan (zie ook Iranees
    Israël: VL: iez·ra·jel (‘i’ als in ‘kiwi’); NL: is·ra·‘el (‘i’ als in ‘dik’)
    item: VL: i·tem (korte i, doffe e); NL: aaj·tem (Engels)
    jacuzzi: dja·koe·zi/zja·koe·zi; NL: ja·koe·zi
    jenever: VL: zje·nee·ver; NL: je·nee·ver (fonetisch)
    Jos: VL: zjos; NL: jos
    junior: VL: zju·njor (scherpe u); NL: ju·ni·jor (scherpe u en i)
    kameleon: VL: ka·mee·lee·jon; NL: ka·mee·lie·jon
    kathedraal: VL: ka·tee·draal; NL: kat·te·draal
    koala: VL: ko·a·la; NL: koo·aa·laa
    Koran: VL: koo·ran; NL: ko·raan
    labrador: VL: la·bra·dor; NL: laa·braa·dor
    landrover: VL: land·roe·ver; NL: land·ro·ver
    lavabo: VL: la·va·boo; NL: la·vaa·boo/la·vaa·boo
    Lutgart: VL: lut·gart; NL: lutgart
    mammoet: VL: mam·moet; NL: mam·moet
    Mercedes: VL: Mèr·ce·dès (scherpe e achteraan; ± Spaans); NL: Mèr·cee·des (doffe e achteraan; ± Engels)
    meteen: VL en NL: mè·teen (‘mè’ als in ‘bed’); VL media: me·teen (‘me’ als in ‘der’)
    mobilhome: VL: mo·bi·loom (scherpe i); NL: moo·bel·hoom (doffe e)
    Monaco: VL: Mo·na·coo; NL: Moo·naa·coo
    monopoly: VL: mo·no·poo·ly; NL: mo·no(o)·pe·ly (Engels)
    namiddag: VL: na·mid·dag; NL: na·mid·dag
    nasi (goreng): VL: naa·zi; NL: na·si
    Nieuwjaar: VL: nieuw·jaar; NL: nieuw·jaar
    Nobelprijs: VL: No·bel·prijs; NL: No·bèl·prijs
    noga, nougat: VL: noega(t); NL: noga
    nostalgie: VL: nos·tal·gie (fonetisch); NL: nos·tal·zjie/nos·tal·sjie (Frans)
    nylon: VL: ni·lon / nij·lon (Frans / vervlaamst); NL: naaj·lon (Engels)
    omwenteling: VL: om·wen·te·ling; NL: om·wen·te·ling
    onderhoud: VL: on·der·houd; NL: on·der·houd
    onderzoek: VL: on·der·zoek; NL: on·der·zoek
    Oostende: VL: os·ten·de; NL: oost en·de
    pallet: VL: pa·lèt; NL: pèl·let (Engels)
    pandemie: VL: pan·dee·mi (korte i); NL: pan·dee·mie (Frans)
    parameter: VL: pa·ra·mee·ter; NL: pa·raa·m?·ter
    parfum: VL: par·fui (Frans, de ‘ui’ is nasaal); NL: par·fum (fonetisch)
    passagier: VL: pas·sa·gier (fonetisch); NL: pas·sa·zjier/pas·sa·sjier
    Patrick: VL: Pa·trik (scherpe i); NL: Pet·rik (doffe i)
    pedalo: VL: pee·da·loo; NL: pee·daa·loo
    per: VL: ‘per’ als ‘der’; NL: ‘per’ als ‘ver’
    percent: VL: per·cent (‘per’ als ‘der’); NL: per·cent (‘per’ als ‘ver’)
    per se: VL: per see (‘per’ als ‘der’); NL: pèr see (Latijn, ‘pèr’ als ‘ver’)
    pikken: VL: pi·ken (scherpe i); NL: p?·ken (doffe i)
    pissen: VL: pi·sen (scherpe i); NL: p?·sen (doffe i)
    pistolet: VL: pis·to·lee; NL: pis·to·lèt
    plasma: VL: plaz·ma; NL: plas·maa
    platform: VL: plat·form; NL: plat·form
    pointe: VL: pwèèn·te; NL: pwan·te
    pyjama: VL: pi·zja·ma; NL: pie·jaa·maa
    radar: VL: ra.daar; NL: raa.dar
    reclame: VL: ree·claa·me (echter dikwijls reklam, wél met een doffe e); NL: re·claa·me (beide e’s zijn dof)
    record: VL: re·kort (fonetisch); NL: ree·koor (Frans)
    recital: VL: re·si·tal (scherpe i, Frans); NL: rie·saaj·tel (Engels)
    reportage: VL: ree·por·taa·zje; NL: re·por·taa·sje (beide e’s zijn dof)
    reünie: VL: ree·ju·nie; NL: ree·u·nie (Franse klemtoon)
    Robert: VL: ro·beir (Frans); NL: ro(o)·bert (Engels)
    robot: VL: ro·bot; NL: roo·bot
    rondpunt: VL: rond·punt; NL: rond·punt
    Roodkapje: VL: rood·kap·je; NL: rood·kap·je
    salami: VL: sa·la·mi; NL: sa·laa·mi
    sceptisch: VL: sep·ties; NL: skep·ties
    serieus: VL: ser·jeus (doffe e); NL: see·ri·eus
    service: VL: ser·vis (scherpe e en i, Frans); NL: seur·vis (doffe i, Engels)
    site: VL: sitte; NL: saajt
    Sneeuwwitje: VL: sneeuw·wi·tje; NL: sneeuw·wit·je
    stadhuis: VL: sta·tuis; NL: stad·huis
    steak: VL: stek/stik (Frans); NL: steek (Engels)
    super, hyper: VL én NL: su·per, hy·per; VL media: sup·per, hip·per
    tabak: VL: ta·bak (zie ook toebak); NL: ta·bak (Frans)
    tarmac: VL: tar·mac; SN: tar·mac
    Tenerife: VL: ·ne·rif ; NL: tee·nee·rif (korte, scherpe i); VRT-uitspraak: tee·nee·rie·fee
    tenzij: VL: ten·zij (‘e’ als in ‘der’, komt van "’t en zij’); NL: ten·zij, ten·zij (‘e’ in beide varianten als in ‘bed’)
    terras: VL: tèr·ras; NL: te ras
    tic: VL: tik (scherpe i, zie ook tic nerveux); NL: tik (doffe i)
    ticket: VL: tie·kèt (Frans); NL: tik·ket (Engels)
    trainen: VL: trei·nen; NL: treej·nen (Engels)
    urgent: VL: ur·gent (scherpe u); NL: ur·gent (doffe u)
    vanille: VL: va·nie·le (fonetisch); NL: va·nie·je (Frans)
    verkoop: VL: ver·koop; NL: vér·koop (tegen alle regels in)
    virus: VL: vi·rus (scherpe korte i, scherpe korte u); NL: vie·res (lange i, doffe e)
    voormiddag: VL: voor·mid·dag; NL: voor·mid·dag
    vrijgezel: VL: vrij·ge·zel; NL: vrij·ge·zel
    werkloos: VL: werk·loos; NL: werk·loos
    werkloosheid: VL: werk·loos·heid; NL: werk·loos·heid
    werknemer: VL: werk·nee·mer; NL: werk·nee·mer
    wodka: VL: vod·ka (Slavisch, de ‘d’ is eerder stemhebbend); NL: wot·kaa (de ‘t’ is stemloos)
    yoghurt: VL: joe·choert (soms joe·goert; ± Turks); NL: jo·chert, jo·ggert (fonetisch)
    YouTube: VL: joe·toep; NL: joew·tsjoewp
    zone: VL: zoo·ne; NL: zoa·ne (Frans)
    zonsondergang: VL: zon·zon·der·gang; NL: zons·on·der·gang
    zonsopgang: VL: zon·zop·gang; NL: zons·op·gang

    woorden op —ist/—isme/—isch: VL: —ist/—isme/—isch (‘i’ als in ‘fiets’); NL: —?st/—?sme/—?sch (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —tie: VL: —sie; NL: —tsie
    woorden op —tje/—dje: VL: —tje (de t- en j-klanken komen samen zoals in ‘checken’); NL: —t·je (de t- en j-klanken worden apart uitgesproken)
    woorden met —ci— of —ti— (bv. ‘officieel’, ‘politioneel’): VL: —s·j— (de s- en j-klanken worden apart uitgesproken); NL: —sj—, —tsj— (de s- en j-klanken komen samen zoals in ‘sjaal’ of ‘checken’)
    woorden met dis—: VL: dis— (‘i’ als in ‘fiets’); NL: d?s— (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —achtig: VL: klemtoon op woord zelf; NL: klemtoon op achtig en adempauze tussen woord en achtig → bv. VL: ze·nu·wach·tig; NL: ze·nuw acht·ig

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 25 Sep 2020 02:24
    114 reactie(s)

    Versie 124

    Vlaamse uitspraak
    (uitspraakvarianten)

    Heel wat woorden worden in Vlaanderen anders uitgesproken dan in Nederland. Dan gaat het niet zozeer over regelgebonden uitspraken zoals de zachte g, maar over woorden zoals pyjama dat in Vlaanderen als pie-zja-ma en in Nederland als pie-jaa-maa uitgesproken wordt. Of over klemtonen zoals bij burgemeester waarbij in Vlaanderen het accent op de eerste lettergreep valt en in Nederland op de derde. Bij leenwoorden hanteert men in Nederland zeer dikwijls een nabootsing volgens de Nederlandse klankwetten van de klanken in de oorspronkelijke taal (meestal Engels of Frans), terwijl de uitspraak in Vlaanderen vervlaamst wordt. Soms wordt in Vlaanderen een Franse uitspraak gehanteerd, dan volgt de uitspraak in Nederland meestal het Engels.

    Voor Engelse leenwoorden met korte a is er een afzonderlijk lemma waar deze gevallen ondergebracht kunnen worden.

    Het spijtige is dat de Vlaamse media voor deze woorden de Nederlandse uitspraak gebruiken ondanks dat de Vlaamse uitspraak in Vlaanderen zeer algemeen is. Dit is een aanfluiting van de V die voor Vlaams staat in o.a. vrt en VTM.

    Wat klemtonen betreft kan voor het West-Vlaams algemeen gesteld worden dat de klemtoon zeer dikwijls op de eerste lettergreep ligt (zoals ook in het nabije(re) Engels), ook en wellicht het meest opmerkelijk bij eigennamen. Bijvoorbeeld, waar een doorsnee Vlaming of Nederlander de naam Stefanie zal uitspreken zoals de Fransen, met de klemtoon op de laatste lettergreep, heet deze vrouw in West-Vlaanderen Stefanie. De West-Vlaamse politieker Vande Lanotte heet in zijn thuisprovincie Vande Lanotte.

    In de Vlaamse audiovisuele media, en bij uitstek bij de VRT, verzint men ook dikwijls een zogenaamd correcte uitspraak, die evenwel door Vlamingen noch door Nederlanders wordt gedragen. Deze gevallen worden ook aan dit lemma toegevoegd. Zie bij deze ook het lemma vrt-taal.

    zie ook Breda, Spa: vokaalreductie

    alfabetische lijst:

    ‘s anderendaags: VL: san·dren·da(a)gs; NL: san·de·ren·daags
    advocaat: VL: ad·vo·kaat; NL: at·fo·kaat
    Afrika: VL: a·fri·ka; NL: aa·fri·kaa
    Amerika: VL: a·mee·ri·ka; NL: a·mee·ri·kaa
    Antarctica (idem Arctica): an·tarc·ti·ca; NL: an·tarc·ti·caa
    archipel: VL: ar·chi·pel; NL: ar·chi·pel
    asfalt: VL: as·falt; NL: as·falt
    azalea: VL: a·za·lee·ja; NL: a·zaa·lee·jaa
    badminton: VL: bat·min·ton (fonetisch); NL: bèt·min·ten (Engels)
    Belgrado: VL: bel·gra·do; NL: bel·gra·do
    Bernard: VL: ber·naar (Frans); NL: bern·(h)art (Engels)
    bijna: VL: bij·na(a)/be·na(a) (zie ook bekan); NL: bij·naa
    bikini: VL: bi·ki·ni; NL: bi·ki·ni
    braderie: VL: bra·de·ri; NL: braa·de·rie
    braderij: VL: bra·de·rij; NL: braa·de·rij
    buggy: VL: bu·gi (zachte g); NL: bu·Gi (g van Frans ’grand’ of Engels ‘great’)
    burgemeester: VL: bur·ge·mees·ter; NL: bur·ge·mees·ter
    cacao: VL: ca·ca·oo; NL: ca·caa·oo
    carnaval: VL: kar·na·val (Frans); NL: kar·ne·val (Engels); VRT-uitspraak: kar·naa·val
    casino: VL: ca·zi·noo; NL: ca·sie·noo (zie ook Vlaamse geslachten)
    catalogus: VL: ca·ta·loo·gus (scherpe u; eigenlijk eerder cataloog); NL: ca·taa·lo·chus (doffe u)
    chips (patatten): VL: tjips (scherpe i); NL: sjips (doffe i)
    cichorei: VL: sjie·ko·rei; NL: sie·cho·rei (± fonetisch)
    claxon: VL: kla·kson (Frans); NL: klak·son (Engels)
    clitoris: VL: cli·too·ris (beide i’s als in fiets); NL: cli·to·ris (beide i’s als in dik)
    compagnie: VL: kom.pa.nie; NL-SN: kom.panj.ie
    conciërge: VL: kon·s·jer·zje (± Frans); NL: kon·zjer·zje
    coup: VL: koe (Frans); NL: koep (± fonetisch)
    dement: VL: dee·ment; NL: de ment
    dementie: VL: dee·men·sie; NL: de·men·tsie
    detective: VL: de·tek·tie·ve/de·dek·tie·ve (fonetisch); NL: die·tek·tif (Engels)
    Doornroosje: VL: doo·rn·roo·sje; NL: doo·rn·roo·sje
    doorprikken: VL: door·prik·ken; NL: door·prik·ken
    dossier: VL: dos·sier (fonetisch); NL: do·sjee (Frans)
    elixir: VL: ee·liek·sier/ee·lieg·zier (Arabisch, ‘g’ uitgesproken als in het Engelse ‘good’); NL: ee·lik·ser (‘lik’ uitgesproken als ‘dik’)
    encyclopedie: VL: en·cy·clo·pe·die (fonetisch); NL: aun·cy·clo·pe·die (Frans, de ‘aun’ is nasaal)
    energie: VL: e·ner·gie (fonetisch); NL: e·ner·zjie/e·ner·sjie (Frans)
    epidemie: VL: ee·pi·dee·mi (korte i); NL: ee·pi·dee·mie (Frans)
    essay: VL: es· (Frans); NL: es·seej/es·seej (Engels)
    Europa: VL: eu·roo·pa; NL: eu·roo·paa
    exo- (bv. exorbitant, exotisch): VL: eG·zoo (G = stemhebbende k); NL: ek·soo
    festival: VL: fest·ti·val; NL: fes·ti·val
    flirten: VL: flir·ten (fonetisch); NL: fleur·ten (Engels)
    foto: VL: fo·too; NL: foo·too
    fotografie: VL: fo·to·gra·fie; NL: foo·too·gra·fie
    garantie: VL: ga·ran·tie (Frans; ook ga·ran·sie); NL: ga·ran·tsie
    gelijkvloers: VL: ge·lijk·vloers; NL: ge·lijk·vloers
    Gerard: VL: zjee·raar (Frans); NL: gee·rart (fonetisch)
    gilet: VL: zjie·lee; NL: zjie·lèt
    goal: VL: gool (zachte g); NL: Gool (g van Frans ‘grand’ of Engels ‘great’)
    golf: VL: golf (zachte g); NL: Golf (g van Frans ‘grand’ of Engels ‘great’)
    Google: VL: goe·gel/Goe·Gel (korte oe-klank; G = stemhebbende k); NL: Goe·Gel (lange oe-klank; G = stemhebbende k)
    hifi: VL: haai·fi (Brits Engels); NL: haai·faai (Amerikaans Engels)
    hostess: VL: hos·tès; NL: hos·tes (Engels)
    hygiëne: VL: hy·gjee·ne; NL: hy·gjèè·ne (Frans)
    ingewikkeld: VL: in·ge·wik·keld; NL: in·ge·wik·keld
    intensief: VL: in·ten·sief; NL: in·ten·zief
    intrige: VL: in·trie·ge (fonetisch); NL: in·trie·zje/in·trie·sje (hypercorrecte uitspraak van intrige met /ž/ -Frans intrigue)
    Iran: VL: i·ran; NL: i·raan (zie ook Iranees
    Israël: VL: iez·ra·jel (‘i’ als in ‘kiwi’); NL: is·ra·‘el (‘i’ als in ‘dik’)
    item: VL: i·tem (korte i, doffe e); NL: aaj·tem (Engels)
    jacuzzi: dja·koe·zi/zja·koe·zi; NL: ja·koe·zi
    jenever: VL: zje·nee·ver; NL: je·nee·ver (fonetisch)
    Jos: VL: zjos; NL: jos
    junior: VL: zju·njor (scherpe u); NL: ju·ni·jor (scherpe u en i)
    kameleon: VL: ka·mee·lee·jon; NL: ka·mee·lie·jon
    kathedraal: VL: ka·tee·draal; NL: kat·te·draal
    koala: VL: ko·a·la; NL: koo·aa·laa
    Koran: VL: koo·ran; NL: ko·raan
    labrador: VL: la·bra·dor; NL: laa·braa·dor
    landrover: VL: land·roe·ver; NL: land·ro·ver
    lavabo: VL: la·va·boo; NL: la·vaa·boo/la·vaa·boo
    Lutgart: VL: lut·gart; NL: lutgart
    mammoet: VL: mam·moet; NL: mam·moet
    Mercedes: VL: Mèr·ce·dès (scherpe e achteraan; ± Spaans); NL: Mèr·cee·des (doffe e achteraan; ± Engels)
    meteen: VL en NL: mè·teen (‘mè’ als in ‘bed’); VL media: me·teen (‘me’ als in ‘der’)
    mobilhome: VL: mo·bi·loom (scherpe i); NL: moo·bel·hoom (doffe e)
    Monaco: VL: Mo·na·coo; NL: Moo·naa·coo
    monopoly: VL: mo·no·poo·ly; NL: mo·no(o)·pe·ly (Engels)
    namiddag: VL: na·mid·dag; NL: na·mid·dag
    nasi (goreng): VL: naa·zi; NL: na·si
    Nieuwjaar: VL: nieuw·jaar; NL: nieuw·jaar
    Nobelprijs: VL: No·bel·prijs; NL: No·bèl·prijs
    noga, nougat: VL: noega(t); NL: noga
    nostalgie: VL: nos·tal·gie (fonetisch); NL: nos·tal·zjie/nos·tal·sjie (Frans)
    nylon: VL: ni·lon / nij·lon (Frans / vervlaamst); NL: naaj·lon (Engels)
    omwenteling: VL: om·wen·te·ling; NL: om·wen·te·ling
    onderhoud: VL: on·der·houd; NL: on·der·houd
    onderzoek: VL: on·der·zoek; NL: on·der·zoek
    Oostende: VL: os·ten·de; NL: oost en·de
    pallet: VL: pa·lèt; NL: pèl·let (Engels)
    pandemie: VL: pan·dee·mi (korte i); NL: pan·dee·mie (Frans)
    parameter: VL: pa·ra·mee·ter; NL: pa·raa·m?·ter
    parfum: VL: par·fui (Frans, de ‘ui’ is nasaal); NL: par·fum (fonetisch)
    passagier: VL: pas·sa·gier (fonetisch); NL: pas·sa·zjier/pas·sa·sjier
    Patrick: VL: Pa·trik (scherpe i); NL: Pet·rik (doffe i)
    pedalo: VL: pee·da·loo; NL: pee·daa·loo
    per: VL: ‘per’ als ‘der’; NL: ‘per’ als ‘ver’
    percent: VL: per·cent (‘per’ als ‘der’); NL: per·cent (‘per’ als ‘ver’)
    per se: VL: per see (‘per’ als ‘der’); NL: pèr see (Latijn, ‘pèr’ als ‘ver’)
    pikken: VL: pi·ken (scherpe i); NL: p?·ken (doffe i)
    pissen: VL: pi·sen (scherpe i); NL: p?·sen (doffe i)
    pistolet: VL: pis·to·lee; NL: pis·to·lèt
    plasma: VL: plaz·ma; NL: plas·maa
    platform: VL: plat·form; NL: plat·form
    pointe: VL: pwèèn·te; NL: pwan·te
    pyjama: VL: pi·zja·ma; NL: pie·jaa·maa
    radar: VL: ra.daar; NL: raa.dar
    reclame: VL: ree·claa·me (echter dikwijls reklam, wél met een doffe e); NL: re·claa·me (beide e’s zijn dof)
    record: VL: re·kort (fonetisch); NL: ree·koor (Frans)
    recital: VL: re·si·tal (scherpe i, Frans); NL: rie·saaj·tel (Engels)
    reportage: VL: ree·por·taa·zje; NL: re·por·taa·sje (beide e’s zijn dof)
    reünie: VL: ree·ju·nie; NL: ree·u·nie (Franse klemtoon)
    Robert: VL: ro·beir (Frans); NL: ro(o)·bert (Engels)
    robot: VL: ro·bot; NL: roo·bot
    rondpunt: VL: rond·punt; NL: rond·punt
    Roodkapje: VL: rood·kap·je; NL: rood·kap·je
    salami: VL: sa·la·mi; NL: sa·laa·mi
    sceptisch: VL: sep·ties; NL: skep·ties
    serieus: VL: ser·jeus (doffe e); NL: see·ri·eus
    service: VL: ser·vis (scherpe e en i, Frans); NL: seur·vis (doffe i, Engels)
    site: VL: sitte; NL: saajt
    Sneeuwwitje: VL: sneeuw·wi·tje; NL: sneeuw·wit·je
    stadhuis: VL: sta·tuis; NL: stad·huis
    steak: VL: stek/stik (Frans); NL: steek (Engels)
    super, hyper: VL én NL: su·per, hy·per; VL media: sup·per, hip·per
    tabak: VL: ta·bak (zie ook toebak); NL: ta·bak (Frans)
    tarmac: VL: tar·mac; SN: tar·mac
    Tenerife: VL: ·ne·rif ; NL: tee·nee·rif (korte, scherpe i); VRT-uitspraak: tee·nee·rie·fee
    tenzij: VL: ten·zij (‘e’ als in ‘der’, komt van "’t en zij’); NL: ten·zij, ten·zij (‘e’ in beide varianten als in ‘bed’)
    terras: VL: tèr·ras; NL: te ras
    tic: VL: tik (scherpe i, zie ook tic nerveux); NL: tik (doffe i)
    ticket: VL: tie·kèt (Frans); NL: tik·ket (Engels)
    trainen: VL: trei·nen; NL: treej·nen (Engels)
    urgent: VL: ur·gent (scherpe u); NL: ur·gent (doffe u)
    vanille: VL: va·nie·le (fonetisch); NL: va·nie·je (Frans)
    verkoop: VL: ver·koop; NL: vér·koop (tegen alle regels in)
    virus: VL: vi·rus (scherpe korte i, scherpe korte u); NL: vie·res (lange i, doffe e)
    voormiddag: VL: voor·mid·dag; NL: voor·mid·dag
    vrijgezel: VL: vrij·ge·zel; NL: vrij·ge·zel
    werkloos: VL: werk·loos; NL: werk·loos
    werkloosheid: VL: werk·loos·heid; NL: werk·loos·heid
    werknemer: VL: werk·nee·mer; NL: werk·nee·mer
    wodka: VL: vod·ka (Slavisch, de ‘d’ is eerder stemhebbend); NL: wot·kaa (de ‘t’ is stemloos)
    yoghurt: VL: joe·choert (soms joe·goert; ± Turks); NL: jo·chert, jo·ggert (fonetisch)
    YouTube: VL: joe·toep; NL: joew·tsjoewp
    zone: VL: zoo·ne; NL: zoa·ne (Frans)
    zonsondergang: VL: zon·zon·der·gang; NL: zons·on·der·gang
    zonsopgang: VL: zon·zop·gang; NL: zons·op·gang

    woorden op —ist/—isme/—isch: VL: —ist/—isme/—isch (‘i’ als in ‘fiets’); NL: —?st/—?sme/—?sch (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —tie: VL: —sie; NL: —tsie
    woorden op —tje/—dje: VL: —tje (de t- en j-klanken komen samen zoals in ‘checken’); NL: —t·je (de t- en j-klanken worden apart uitgesproken)
    woorden met —ci— of —ti— (bv. ‘officieel’, ‘politioneel’): VL: —s·j— (de s- en j-klanken worden apart uitgesproken); NL: —sj—, —tsj— (de s- en j-klanken komen samen zoals in ‘sjaal’ of ‘checken’)
    woorden met dis—: VL: dis— (‘i’ als in ‘fiets’); NL: d?s— (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —achtig: VL: klemtoon op woord zelf; NL: klemtoon op achtig en adempauze tussen woord en achtig → bv. VL: ze·nu·wach·tig; NL: ze·nuw acht·ig

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 24 Sep 2020 22:15
    114 reactie(s)

    Versie 123

    Vlaamse uitspraak
    (uitspraakvarianten)

    Heel wat woorden worden in Vlaanderen anders uitgesproken dan in Nederland. Dan gaat het niet zozeer over regelgebonden uitspraken zoals de zachte g, maar over woorden zoals pyjama dat in Vlaanderen als pie-zja-ma en in Nederland als pie-jaa-maa uitgesproken wordt. Of over klemtonen zoals bij burgemeester waarbij in Vlaanderen het accent op de eerste lettergreep valt en in Nederland op de derde. Bij leenwoorden hanteert men in Nederland zeer dikwijls een nabootsing volgens de Nederlandse klankwetten van de klanken in de oorspronkelijke taal (meestal Engels of Frans), terwijl de uitspraak in Vlaanderen vervlaamst wordt. Soms wordt in Vlaanderen een Franse uitspraak gehanteerd, dan volgt de uitspraak in Nederland meestal het Engels.

    Voor Engelse leenwoorden met korte a is er een afzonderlijk lemma waar deze gevallen ondergebracht kunnen worden.

    Het spijtige is dat de Vlaamse media voor deze woorden de Nederlandse uitspraak gebruiken ondanks dat de Vlaamse uitspraak in Vlaanderen zeer algemeen is. Dit is een aanfluiting van de V die voor Vlaams staat in o.a. vrt en VTM.

    Wat klemtonen betreft kan voor het West-Vlaams algemeen gesteld worden dat de klemtoon zeer dikwijls op de eerste lettergreep ligt (zoals ook in het nabije(re) Engels), ook en wellicht het meest opmerkelijk bij eigennamen. Bijvoorbeeld, waar een doorsnee Vlaming of Nederlander de naam Stefanie zal uitspreken zoals de Fransen, met de klemtoon op de laatste lettergreep, heet deze vrouw in West-Vlaanderen Stefanie. De West-Vlaamse politieker Vande Lanotte heet in zijn thuisprovincie Vande Lanotte.

    In de Vlaamse audiovisuele media, en bij uitstek bij de VRT, verzint men ook dikwijls een zogenaamd correcte uitspraak, die evenwel door Vlamingen noch door Nederlanders wordt gedragen. Deze gevallen worden ook aan dit lemma toegevoegd. Zie bij deze ook het lemma vrt-taal.

    zie ook Breda, Spa: vokaalreductie

    alfabetische lijst:

    ‘s anderendaags: VL: san·dren·da(a)gs; NL: san·de·ren·daags
    advocaat: VL: ad·vo·kaat; NL: at·fo·kaat
    Afrika: VL: a·fri·ka; NL: aa·fri·kaa
    Amerika: VL: a·mee·ri·ka; NL: a·mee·ri·kaa
    Antarctica (idem Arctica): an·tarc·ti·ca; NL: an·tarc·ti·caa
    archipel: VL: ar·chi·pel; NL: ar·chi·pel
    asfalt: VL: as·falt; NL: as·falt
    azalea: VL: a·za·lee·ja; NL: a·zaa·lee·jaa
    badminton: VL: bat·min·ton (fonetisch); NL: bèt·min·ten (Engels)
    Belgrado: VL: bel·gra·do; NL: bel·gra·do
    Bernard: VL: ber·naar (Frans); NL: bern·(h)art (Engels)
    bijna: VL: bij·na(a)/be·na(a) (zie ook bekan); NL: bij·naa
    bikini: VL: bi·ki·ni; NL: bi·ki·ni
    braderie: VL: bra·de·ri; NL: braa·de·rie
    braderij: VL: bra·de·rij; NL: braa·de·rij
    buggy: VL: bu·gi (zachte g); NL: bu·Gi (g van Frans ’grand’ of Engels ‘great’)
    burgemeester: VL: bur·ge·mees·ter; NL: bur·ge·mees·ter
    cacao: VL: ca·ca·oo; NL: ca·caa·oo
    carnaval: VL: kar·na·val (Frans); NL: kar·ne·val (Engels); VRT-uitspraak: kar·naa·val
    casino: VL: ca·zi·noo; NL: ca·sie·noo (zie ook Vlaamse geslachten)
    catalogus: VL: ca·ta·loo·gus (scherpe u; eigenlijk eerder cataloog); NL: ca·taa·lo·chus (doffe u)
    chips (patatten): VL: tjips (scherpe i); NL: sjips (doffe i)
    cichorei: VL: sjie·ko·rei; NL: sie·cho·rei (± fonetisch)
    claxon: VL: kla·kson (Frans); NL: klak·son (Engels)
    clitoris: VL: cli·too·ris (beide i’s als in fiets); NL: cli·to·ris (beide i’s als in dik)
    compagnie: VL: kom.pa.nie; NL-SN: kom.panj.ie
    conciërge: VL: kon·s·jer·zje (± Frans); NL: kon·zjer·zje
    coup: VL: koe (Frans); NL: koep (± fonetisch)
    dement: VL: dee·ment; NL: de ment
    dementie: VL: dee·men·sie; NL: de·men·tsie
    detective: VL: de·tek·tie·ve/de·dek·tie·ve (fonetisch); NL: die·tek·tif (Engels)
    Doornroosje: VL: doo·rn·roo·sje; NL: doo·rn·roo·sje
    doorprikken: VL: door·prik·ken; NL: door·prik·ken
    dossier: VL: dos·sier (fonetisch); NL: do·sjee (Frans)
    elixir: VL: ee·liek·sier/ee·lieg·zier (Arabisch, ‘g’ uitgesproken als in het Engelse ‘good’); NL: ee·lik·ser (‘lik’ uitgesproken als ‘dik’)
    encyclopedie: VL: en·cy·clo·pe·die (fonetisch); NL: aun·cy·clo·pe·die (Frans, de ‘aun’ is nasaal)
    energie: VL: e·ner·gie (fonetisch); NL: e·ner·zjie/e·ner·sjie (Frans)
    epidemie: VL: ee·pi·dee·mi (korte i); NL: ee·pi·dee·mie (Frans)
    essay: VL: es· (Frans); NL: es·seej/es·seej (Engels)
    Europa: VL: eu·roo·pa; NL: eu·roo·paa
    exo- (bv. exorbitant, exotisch): VL: eG·zoo (G = stemhebbende k); NL: ek·soo
    festival: VL: fest·ti·val; NL: fes·ti·val
    flirten: VL: flir·ten (fonetisch); NL: fleur·ten (Engels)
    foto: VL: fo·too; NL: foo·too
    fotografie: VL: fo·to·gra·fie; NL: foo·too·gra·fie
    garantie: VL: ga·ran·tie (Frans; ook ga·ran·sie); NL: ga·ran·tsie
    gelijkvloers: VL: ge·lijk·vloers; NL: ge·lijk·vloers
    Gerard: VL: zjee·raar (Frans); NL: gee·rart (fonetisch)
    gilet: VL: zjie·lee; NL: zjie·lèt
    goal: VL: gool (zachte g); NL: Gool (g van Frans ‘grand’ of Engels ‘great’)
    golf: VL: golf (zachte g); NL: Golf (g van Frans ‘grand’ of Engels ‘great’)
    Google: VL: goe·gel/Goe·Gel (korte oe-klank; G = stemhebbende k); NL: Goe·Gel (lange oe-klank; G = stemhebbende k)
    hifi: VL: haai·fi (Brits Engels); NL: haai·faai (Amerikaans Engels)
    hostess: VL: hos·tès; NL: hos·tes (Engels)
    hygiëne: VL: hy·gjee·ne; NL: hy·gjèè·ne (Frans)
    ingewikkeld: VL: in·ge·wik·keld; NL: in·ge·wik·keld
    intensief: VL: in·ten·sief; NL: in·ten·zief
    intrige: VL: in·trie·ge (fonetisch); NL: in·trie·zje/in·trie·sje (hypercorrecte uitspraak van intrige met /ž/ -Frans intrigue)
    Iran: VL: i·ran; NL: i·raan (zie ook Iranees
    Israël: VL: iez·ra·jel (‘i’ als in ‘kiwi’); NL: is·ra·‘el (‘i’ als in ‘dik’)
    item: VL: i·tem (korte i, doffe e); NL: aaj·tem (Engels)
    jacuzzi: dja·koe·zi/zja·koe·zi; NL: ja·koe·zi
    jenever: VL: zje·nee·ver; NL: je·nee·ver (fonetisch)
    Jos: VL: zjos; NL: jos
    junior: VL: zju·njor (scherpe u); NL: ju·ni·jor (scherpe u en i)
    kameleon: VL: ka·mee·lee·jon; NL: ka·mee·lie·jon
    kathedraal: VL: ka·tee·draal; NL: kat·te·draal
    koala: VL: ko·a·la; NL: koo·aa·laa
    Koran: VL: koo·ran; NL: ko·raan
    labrador: VL: la·bra·dor; NL: laa·braa·dor
    landrover: VL: land·roe·ver; NL: land·ro·ver
    lavabo: VL: la·va·boo; NL: la·vaa·boo/la·vaa·boo
    Lutgart: VL: lut·gart; NL: lutgart
    mammoet: VL: mam·moet; NL: mam·moet
    Mercedes: VL: Mèr·ce·dès (scherpe e achteraan; ± Spaans); NL: Mèr·cee·des (doffe e achteraan; ± Engels)
    meteen: VL en NL: mè·teen (‘mè’ als in ‘bed’); VL media: me·teen (‘me’ als in ‘der’)
    mobilhome: VL: mo·bi·loom (scherpe i); NL: moo·bel·hoom (doffe e)
    Monaco: VL: Mo·na·coo; NL: Moo·naa·coo
    monopoly: VL: mo·no·poo·ly; NL: mo·no(o)·pe·ly (Engels)
    namiddag: VL: na·mid·dag; NL: na·mid·dag
    nasi (goreng): VL: naa·zi; NL: na·si
    Nieuwjaar: VL: nieuw·jaar; NL: nieuw·jaar
    Nobelprijs: VL: No·bel·prijs; NL: No·bèl·prijs
    noga, nougat: VL: noega(t); NL: noga
    nostalgie: VL: nos·tal·gie (fonetisch); NL: nos·tal·zjie/nos·tal·sjie (Frans)
    nylon: VL: ni·lon / nij·lon (Frans / vervlaamst); NL: naaj·lon (Engels)
    omwenteling: VL: om·wen·te·ling; NL: om·wen·te·ling
    onderhoud: VL: on·der·houd; NL: on·der·houd
    Oostende: VL: os·ten·de; NL: oost en·de
    pallet: VL: pa·lèt; NL: pèl·let (Engels)
    pandemie: VL: pan·dee·mi (korte i); NL: pan·dee·mie (Frans)
    parameter: VL: pa·ra·mee·ter; NL: pa·raa·m?·ter
    parfum: VL: par·fui (Frans, de ‘ui’ is nasaal); NL: par·fum (fonetisch)
    passagier: VL: pas·sa·gier (fonetisch); NL: pas·sa·zjier/pas·sa·sjier
    Patrick: VL: Pa·trik (scherpe i); NL: Pet·rik (doffe i)
    pedalo: VL: pee·da·loo; NL: pee·daa·loo
    per: VL: ‘per’ als ‘der’; NL: ‘per’ als ‘ver’
    percent: VL: per·cent (‘per’ als ‘der’); NL: per·cent (‘per’ als ‘ver’)
    per se: VL: per see (‘per’ als ‘der’); NL: pèr see (Latijn, ‘pèr’ als ‘ver’)
    pikken: VL: pi·ken (scherpe i); NL: p?·ken (doffe i)
    pissen: VL: pi·sen (scherpe i); NL: p?·sen (doffe i)
    pistolet: VL: pis·to·lee; NL: pis·to·lèt
    plasma: VL: plaz·ma; NL: plas·maa
    platform: VL: plat·form; NL: plat·form
    pointe: VL: pwèèn·te; NL: pwan·te
    pyjama: VL: pi·zja·ma; NL: pie·jaa·maa
    radar: VL: ra.daar; NL: raa.dar
    reclame: VL: ree·claa·me (echter dikwijls reklam, wél met een doffe e); NL: re·claa·me (beide e’s zijn dof)
    record: VL: re·kort (fonetisch); NL: ree·koor (Frans)
    recital: VL: re·si·tal (scherpe i, Frans); NL: rie·saaj·tel (Engels)
    reportage: VL: ree·por·taa·zje; NL: re·por·taa·sje (beide e’s zijn dof)
    reünie: VL: ree·ju·nie; NL: ree·u·nie (Franse klemtoon)
    Robert: VL: ro·beir (Frans); NL: ro(o)·bert (Engels)
    robot: VL: ro·bot; NL: roo·bot
    rondpunt: VL: rond·punt; NL: rond·punt
    Roodkapje: VL: rood·kap·je; NL: rood·kap·je
    salami: VL: sa·la·mi; NL: sa·laa·mi
    sceptisch: VL: sep·ties; NL: skep·ties
    serieus: VL: ser·jeus (doffe e); NL: see·ri·eus
    service: VL: ser·vis (scherpe e en i, Frans); NL: seur·vis (doffe i, Engels)
    site: VL: sitte; NL: saajt
    Sneeuwwitje: VL: sneeuw·wi·tje; NL: sneeuw·wit·je
    stadhuis: VL: sta·tuis; NL: stad·huis
    steak: VL: stek/stik (Frans); NL: steek (Engels)
    super, hyper: VL én NL: su·per, hy·per; VL media: sup·per, hip·per
    tabak: VL: ta·bak (zie ook toebak); NL: ta·bak (Frans)
    tarmac: VL: tar·mac; SN: tar·mac
    Tenerife: VL: ·ne·rif ; NL: tee·nee·rif (korte, scherpe i); VRT-uitspraak: tee·nee·rie·fee
    tenzij: VL: ten·zij (‘e’ als in ‘der’, komt van "’t en zij’); NL: ten·zij, ten·zij (‘e’ in beide varianten als in ‘bed’)
    terras: VL: tèr·ras; NL: te ras
    tic: VL: tik (scherpe i, zie ook tic nerveux); NL: tik (doffe i)
    ticket: VL: tie·kèt (Frans); NL: tik·ket (Engels)
    trainen: VL: trei·nen; NL: treej·nen (Engels)
    urgent: VL: ur·gent (scherpe u); NL: ur·gent (doffe u)
    vanille: VL: va·nie·le (fonetisch); NL: va·nie·je (Frans)
    verkoop: VL: ver·koop; NL: vér·koop (tegen alle regels in)
    virus: VL: vi·rus (scherpe korte i, scherpe korte u); NL: vie·res (lange i, doffe e)
    voormiddag: VL: voor·mid·dag; NL: voor·mid·dag
    vrijgezel: VL: vrij·ge·zel; NL: vrij·ge·zel
    werkloos: VL: werk·loos; NL: werk·loos
    werkloosheid: VL: werk·loos·heid; NL: werk·loos·heid
    werknemer: VL: werk·nee·mer; NL: werk·nee·mer
    wodka: VL: vod·ka (Slavisch, de ‘d’ is eerder stemhebbend); NL: wot·kaa (de ‘t’ is stemloos)
    yoghurt: VL: joe·choert (soms joe·goert; ± Turks); NL: jo·chert, jo·ggert (fonetisch)
    YouTube: VL: joe·toep; NL: joew·tsjoewp
    zone: VL: zoo·ne; NL: zoa·ne (Frans)
    zonsondergang: VL: zon·zon·der·gang; NL: zons·on·der·gang
    zonsopgang: VL: zon·zop·gang; NL: zons·op·gang

    woorden op —ist/—isme/—isch: VL: —ist/—isme/—isch (‘i’ als in ‘fiets’); NL: —?st/—?sme/—?sch (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —tie: VL: —sie; NL: —tsie
    woorden op —tje/—dje: VL: —tje (de t- en j-klanken komen samen zoals in ‘checken’); NL: —t·je (de t- en j-klanken worden apart uitgesproken)
    woorden met —ci— of —ti— (bv. ‘officieel’, ‘politioneel’): VL: —s·j— (de s- en j-klanken worden apart uitgesproken); NL: —sj—, —tsj— (de s- en j-klanken komen samen zoals in ‘sjaal’ of ‘checken’)
    woorden met dis—: VL: dis— (‘i’ als in ‘fiets’); NL: d?s— (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —achtig: VL: klemtoon op woord zelf; NL: klemtoon op achtig en adempauze tussen woord en achtig → bv. VL: ze·nu·wach·tig; NL: ze·nuw acht·ig

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Georges Grootjans op 26 Aug 2020 11:27
    114 reactie(s)

    Versie 122

    Vlaamse uitspraak
    (uitspraakvarianten)

    Heel wat woorden worden in Vlaanderen anders uitgesproken dan in Nederland. Dan gaat het niet zozeer over regelgebonden uitspraken zoals de zachte g, maar over woorden zoals pyjama dat in Vlaanderen als pie-zja-ma en in Nederland als pie-jaa-maa uitgesproken wordt. Of over klemtonen zoals bij burgemeester waarbij in Vlaanderen het accent op de eerste lettergreep valt en in Nederland op de derde. Bij leenwoorden hanteert men in Nederland zeer dikwijls een nabootsing volgens de Nederlandse klankwetten van de klanken in de oorspronkelijke taal (meestal Engels of Frans), terwijl de uitspraak in Vlaanderen vervlaamst wordt. Soms wordt in Vlaanderen een Franse uitspraak gehanteerd, dan volgt de uitspraak in Nederland meestal het Engels.

    Voor Engelse leenwoorden met korte a is er een afzonderlijk lemma waar deze gevallen ondergebracht kunnen worden.

    Het spijtige is dat de Vlaamse media voor deze woorden de Nederlandse uitspraak gebruiken ondanks dat de Vlaamse uitspraak in Vlaanderen zeer algemeen is. Dit is een aanfluiting van de V die voor Vlaams staat in o.a. vrt en VTM.

    Wat klemtonen betreft kan voor het West-Vlaams algemeen gesteld worden dat de klemtoon zeer dikwijls op de eerste lettergreep ligt (zoals ook in het nabije(re) Engels), ook en wellicht het meest opmerkelijk bij eigennamen. Bijvoorbeeld, waar een doorsnee Vlaming of Nederlander de naam Stefanie zal uitspreken zoals de Fransen, met de klemtoon op de laatste lettergreep, heet deze vrouw in West-Vlaanderen Stefanie. De West-Vlaamse politieker Vande Lanotte heet in zijn thuisprovincie Vande Lanotte.

    In de Vlaamse audiovisuele media, en bij uitstek bij de VRT, verzint men ook dikwijls een zogenaamd correcte uitspraak, die evenwel door Vlamingen noch door Nederlanders wordt gedragen. Deze gevallen worden ook aan dit lemma toegevoegd. Zie bij deze ook het lemma vrt-taal.

    zie ook Breda, Spa: vokaalreductie

    alfabetische lijst:

    ‘s anderendaags: VL: san·dren·da(a)gs; NL: san·de·ren·daags
    advocaat: VL: ad·vo·kaat; NL: at·fo·kaat
    Afrika: VL: a·fri·ka; NL: aa·fri·kaa
    Amerika: VL: a·mee·ri·ka; NL: a·mee·ri·kaa
    Antarctica (idem Arctica): an·tarc·ti·ca; NL: an·tarc·ti·caa
    archipel: VL: ar·chi·pel; NL: ar·chi·pel
    asfalt: VL: as·falt; NL: as·falt
    azalea: VL: a·za·lee·ja; NL: a·zaa·lee·jaa
    badminton: VL: bat·min·ton (fonetisch); NL: bèt·min·ten (Engels)
    Belgrado: VL: bel·gra·do; NL: bel·gra·do
    Bernard: VL: ber·naar (Frans); NL: bern·(h)art (Engels)
    bijna: VL: bij·na(a)/be·na(a) (zie ook bekan); NL: bij·naa
    bikini: VL: bi·ki·ni; NL: bi·ki·ni
    braderie: VL: bra·de·ri; NL: braa·de·rie
    braderij: VL: bra·de·rij; NL: braa·de·rij
    buggy: VL: bu·gi (zachte g); NL: bu·Gi (g van Frans ’grand’ of Engels ‘great’)
    burgemeester: VL: bur·ge·mees·ter; NL: bur·ge·mees·ter
    cacao: VL: ca·ca·oo; NL: ca·caa·oo
    carnaval: VL: kar·na·val (Frans); NL: kar·ne·val (Engels); VRT-uitspraak: kar·naa·val
    casino: VL: ca·zi·noo; NL: ca·sie·noo (zie ook Vlaamse geslachten)
    catalogus: VL: ca·ta·loo·gus (scherpe u; eigenlijk eerder cataloog); NL: ca·taa·lo·chus (doffe u)
    chips (patatten): VL: tjips (scherpe i); NL: sjips (doffe i)
    cichorei: VL: sjie·ko·rei; NL: sie·cho·rei (± fonetisch)
    claxon: VL: kla·kson (Frans); NL: klak·son (Engels)
    clitoris: VL: cli·too·ris (beide i’s als in fiets); NL: cli·to·ris (beide i’s als in dik)
    compagnie: VL: kom.pa.nie; NL-SN: kom.panj.ie
    conciërge: VL: kon·s·jer·zje (± Frans); NL: kon·zjer·zje
    coup: VL: koe (Frans); NL: koep (± fonetisch)
    dement: VL: dee·ment; NL: de ment
    dementie: VL: dee·men·sie; NL: de·men·tsie
    detective: VL: de·tek·tie·ve/de·dek·tie·ve (fonetisch); NL: die·tek·tif (Engels)
    Doornroosje: VL: doo·rn·roo·sje; NL: doo·rn·roo·sje
    doorprikken: VL: door·prik·ken; NL: door·prik·ken
    dossier: VL: dos·sier (fonetisch); NL: do·sjee (Frans)
    elixir: VL: ee·liek·sier/ee·lieg·zier (Arabisch, ‘g’ uitgesproken als in het Engelse ‘good’); NL: ee·lik·ser (‘lik’ uitgesproken als ‘dik’)
    encyclopedie: VL: en·cy·clo·pe·die (fonetisch); NL: aun·cy·clo·pe·die (Frans, de ‘aun’ is nasaal)
    energie: VL: e·ner·gie (fonetisch); NL: e·ner·zjie/e·ner·sjie (Frans)
    epidemie: VL: ee·pi·dee·mi (korte i); NL: ee·pi·dee·mie (Frans)
    essay: VL: es· (Frans); NL: es·seej/es·seej (Engels)
    Europa: VL: eu·roo·pa; NL: eu·roo·paa
    exo- (bv. exorbitant, exotisch): VL: eG·zoo (G = stemhebbende k); NL: ek·soo
    festival: VL: fest·ti·val; NL: fes·ti·val
    flirten: VL: flir·ten (fonetisch); NL: fleur·ten (Engels)
    foto: VL: fo·too; NL: foo·too
    fotografie: VL: fo·to·gra·fie; NL: foo·too·gra·fie
    garantie: VL: ga·ran·tie (Frans; ook ga·ran·sie); NL: ga·ran·tsie
    gelijkvloers: VL: ge·lijk·vloers; NL: ge·lijk·vloers
    Gerard: VL: zjee·raar (Frans); NL: gee·rart (fonetisch)
    gilet: VL: zjie·lee; NL: zjie·lèt
    goal: VL: gool (zachte g); NL: Gool (g van Frans ‘grand’ of Engels ‘great’)
    golf: VL: golf (zachte g); NL: Golf (g van Frans ‘grand’ of Engels ‘great’)
    Google: VL: goe·gel/Goe·Gel (korte oe-klank; G = stemhebbende k); NL: Goe·Gel (lange oe-klank; G = stemhebbende k)
    hifi: VL: haai·fi (Brits Engels); NL: haai·faai (Amerikaans Engels)
    hostess: VL: hos·tès; NL: hos·tes (Engels)
    hygiëne: VL: hy·gjee·ne; NL: hy·gjèè·ne (Frans)
    ingewikkeld: VL: in·ge·wik·keld; NL: in·ge·wik·keld
    intensief: VL: in·ten·sief; NL: in·ten·zief
    intrige: VL: in·trie·ge (fonetisch); NL: in·trie·zje/in·trie·sje (hypercorrecte uitspraak van intrige met /ž/ -Frans intrigue)
    Iran: VL: i·ran; NL: i·raan (zie ook Iranees
    Israël: VL: iez·ra·jel (‘i’ als in ‘kiwi’); NL: is·ra·‘el (‘i’ als in ‘dik’)
    item: VL: i·tem (korte i, doffe e); NL: aaj·tem (Engels)
    jacuzzi: dja·koe·zi/zja·koe·zi; NL: ja·koe·zi
    jenever: VL: zje·nee·ver; NL: je·nee·ver (fonetisch)
    Jos: VL: zjos; NL: jos
    junior: VL: zju·njor (scherpe u); NL: ju·ni·jor (scherpe u en i)
    kameleon: VL: ka·mee·lee·jon; NL: ka·mee·lie·jon
    kathedraal: VL: ka·tee·draal; NL: kat·te·draal
    koala: VL: ko·a·la; NL: koo·aa·laa
    Koran: VL: koo·ran; NL: ko·raan
    labrador: VL: la·bra·dor; NL: laa·braa·dor
    landrover: VL: land·roe·ver; NL: land·ro·ver
    lavabo: VL: la·va·boo; NL: la·vaa·boo/la·vaa·boo
    Lutgart: VL: lut·gart; NL: lutgart
    mammoet: VL: mam·moet; NL: mam·moet
    Mercedes: VL: Mèr·ce·dès (scherpe e achteraan; ± Spaans); NL: Mèr·cee·des (doffe e achteraan; ± Engels)
    meteen: VL en NL: mè·teen (‘mè’ als in ‘bed’); VL media: me·teen (‘me’ als in ‘der’)
    mobilhome: VL: mo·bi·loom (scherpe i); NL: moo·bel·hoom (doffe e)
    Monaco: VL: Mo·na·coo; NL: Moo·naa·coo
    monopoly: VL: mo·no·poo·ly; NL: mo·no(o)·pe·ly (Engels)
    namiddag: VL: na·mid·dag; NL: na·mid·dag
    nasi (goreng): VL: naa·zi; NL: na·si
    Nieuwjaar: VL: nieuw·jaar; NL: nieuw·jaar
    Nobelprijs: VL: No·bel·prijs; NL: No·bèl·prijs
    nostalgie: VL: nos·tal·gie (fonetisch); NL: nos·tal·zjie/nos·tal·sjie (Frans)
    nylon: VL: ni·lon / nij·lon (Frans / vervlaamst); NL: naaj·lon (Engels)
    omwenteling: VL: om·wen·te·ling; NL: om·wen·te·ling
    onderhoud: VL: on·der·houd; NL: on·der·houd
    Oostende: VL: os·ten·de; NL: oost en·de
    pallet: VL: pa·lèt; NL: pèl·let (Engels)
    pandemie: VL: pan·dee·mi (korte i); NL: pan·dee·mie (Frans)
    parameter: VL: pa·ra·mee·ter; NL: pa·raa·m?·ter
    parfum: VL: par·fui (Frans, de ‘ui’ is nasaal); NL: par·fum (fonetisch)
    passagier: VL: pas·sa·gier (fonetisch); NL: pas·sa·zjier/pas·sa·sjier
    Patrick: VL: Pa·trik (scherpe i); NL: Pet·rik (doffe i)
    pedalo: VL: pee·da·loo; NL: pee·daa·loo
    per: VL: ‘per’ als ‘der’; NL: ‘per’ als ‘ver’
    percent: VL: per·cent (‘per’ als ‘der’); NL: per·cent (‘per’ als ‘ver’)
    per se: VL: per see (‘per’ als ‘der’); NL: pèr see (Latijn, ‘pèr’ als ‘ver’)
    pikken: VL: pi·ken (scherpe i); NL: p?·ken (doffe i)
    pissen: VL: pi·sen (scherpe i); NL: p?·sen (doffe i)
    pistolet: VL: pis·to·lee; NL: pis·to·lèt
    plasma: VL: plaz·ma; NL: plas·maa
    platform: VL: plat·form; NL: plat·form
    pointe: VL: pwèèn·te; NL: pwan·te
    pyjama: VL: pi·zja·ma; NL: pie·jaa·maa
    radar: VL: ra.daar; NL: raa.dar
    reclame: VL: ree·claa·me (echter dikwijls reklam, wél met een doffe e); NL: re·claa·me (beide e’s zijn dof)
    record: VL: re·kort (fonetisch); NL: ree·koor (Frans)
    recital: VL: re·si·tal (scherpe i, Frans); NL: rie·saaj·tel (Engels)
    reportage: VL: ree·por·taa·zje; NL: re·por·taa·sje (beide e’s zijn dof)
    reünie: VL: ree·ju·nie; NL: ree·u·nie (Franse klemtoon)
    Robert: VL: ro·beir (Frans); NL: ro(o)·bert (Engels)
    robot: VL: ro·bot; NL: roo·bot
    rondpunt: VL: rond·punt; NL: rond·punt
    Roodkapje: VL: rood·kap·je; NL: rood·kap·je
    salami: VL: sa·la·mi; NL: sa·laa·mi
    sceptisch: VL: sep·ties; NL: skep·ties
    serieus: VL: ser·jeus (doffe e); NL: see·ri·eus
    service: VL: ser·vis (scherpe e en i, Frans); NL: seur·vis (doffe i, Engels)
    site: VL: sitte; NL: saajt
    Sneeuwwitje: VL: sneeuw·wi·tje; NL: sneeuw·wit·je
    stadhuis: VL: sta·tuis; NL: stad·huis
    steak: VL: stek/stik (Frans); NL: steek (Engels)
    super, hyper: VL én NL: su·per, hy·per; VL media: sup·per, hip·per
    tabak: VL: ta·bak (zie ook toebak); NL: ta·bak (Frans)
    tarmac: VL: tar·mac; SN: tar·mac
    Tenerife: VL: ·ne·rif ; NL: tee·nee·rif (korte, scherpe i); VRT-uitspraak: tee·nee·rie·fee
    tenzij: VL: ten·zij (‘e’ als in ‘der’, komt van "’t en zij’); NL: ten·zij, ten·zij (‘e’ in beide varianten als in ‘bed’)
    terras: VL: tèr·ras; NL: te ras
    tic: VL: tik (scherpe i, zie ook tic nerveux); NL: tik (doffe i)
    ticket: VL: tie·kèt (Frans); NL: tik·ket (Engels)
    trainen: VL: trei·nen; NL: treej·nen (Engels)
    urgent: VL: ur·gent (scherpe u); NL: ur·gent (doffe u)
    vanille: VL: va·nie·le (fonetisch); NL: va·nie·je (Frans)
    verkoop: VL: ver·koop; NL: vér·koop (tegen alle regels in)
    virus: VL: vi·rus (scherpe korte i, scherpe korte u); NL: vie·res (lange i, doffe e)
    voormiddag: VL: voor·mid·dag; NL: voor·mid·dag
    vrijgezel: VL: vrij·ge·zel; NL: vrij·ge·zel
    werkloos: VL: werk·loos; NL: werk·loos
    werkloosheid: VL: werk·loos·heid; NL: werk·loos·heid
    werknemer: VL: werk·nee·mer; NL: werk·nee·mer
    wodka: VL: vod·ka (Slavisch, de ‘d’ is eerder stemhebbend); NL: wot·kaa (de ‘t’ is stemloos)
    yoghurt: VL: joe·choert (soms joe·goert; ± Turks); NL: jo·chert, jo·ggert (fonetisch)
    YouTube: VL: joe·toep; NL: joew·tsjoewp
    zone: VL: zoo·ne; NL: zoa·ne (Frans)
    zonsondergang: VL: zon·zon·der·gang; NL: zons·on·der·gang
    zonsopgang: VL: zon·zop·gang; NL: zons·op·gang

    woorden op —ist/—isme/—isch: VL: —ist/—isme/—isch (‘i’ als in ‘fiets’); NL: —?st/—?sme/—?sch (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —tie: VL: —sie; NL: —tsie
    woorden op —tje/—dje: VL: —tje (de t- en j-klanken komen samen zoals in ‘checken’); NL: —t·je (de t- en j-klanken worden apart uitgesproken)
    woorden met —ci— of —ti— (bv. ‘officieel’, ‘politioneel’): VL: —s·j— (de s- en j-klanken worden apart uitgesproken); NL: —sj—, —tsj— (de s- en j-klanken komen samen zoals in ‘sjaal’ of ‘checken’)
    woorden met dis—: VL: dis— (‘i’ als in ‘fiets’); NL: d?s— (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —achtig: VL: klemtoon op woord zelf; NL: klemtoon op achtig en adempauze tussen woord en achtig → bv. VL: ze·nu·wach·tig; NL: ze·nuw acht·ig

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 25 Aug 2020 13:00
    114 reactie(s)

    Versie 121

    Vlaamse uitspraak
    (uitspraakvarianten)

    Heel wat woorden worden in Vlaanderen anders uitgesproken dan in Nederland. Dan gaat het niet zozeer over regelgebonden uitspraken zoals de zachte g, maar over woorden zoals pyjama dat in Vlaanderen als pie-zja-ma en in Nederland als pie-jaa-maa uitgesproken wordt. Of over klemtonen zoals bij burgemeester waarbij in Vlaanderen het accent op de eerste lettergreep valt en in Nederland op de derde. Bij leenwoorden hanteert men in Nederland zeer dikwijls een nabootsing volgens de Nederlandse klankwetten van de klanken in de oorspronkelijke taal (meestal Engels of Frans), terwijl de uitspraak in Vlaanderen vervlaamst wordt. Soms wordt in Vlaanderen een Franse uitspraak gehanteerd, dan volgt de uitspraak in Nederland meestal het Engels.

    Voor Engelse leenwoorden met korte a is er een afzonderlijk lemma waar deze gevallen ondergebracht kunnen worden.

    Het spijtige is dat de Vlaamse media voor deze woorden de Nederlandse uitspraak gebruiken ondanks dat de Vlaamse uitspraak in Vlaanderen zeer algemeen is. Dit is een aanfluiting van de V die voor Vlaams staat in o.a. vrt en VTM.

    Wat klemtonen betreft kan voor het West-Vlaams algemeen gesteld worden dat de klemtoon zeer dikwijls op de eerste lettergreep ligt (zoals ook in het nabije(re) Engels), ook en wellicht het meest opmerkelijk bij eigennamen. Bijvoorbeeld, waar een doorsnee Vlaming of Nederlander de naam Stefanie zal uitspreken zoals de Fransen, met de klemtoon op de laatste lettergreep, heet deze vrouw in West-Vlaanderen Stefanie. De West-Vlaamse politieker Vande Lanotte heet in zijn thuisprovincie Vande Lanotte.

    In de Vlaamse audiovisuele media, en bij uitstek bij de VRT, verzint men ook dikwijls een zogenaamd correcte uitspraak, die evenwel door Vlamingen noch door Nederlanders wordt gedragen. Deze gevallen worden ook aan dit lemma toegevoegd. Zie bij deze ook het lemma vrt-taal.

    zie ook Breda, Spa: vokaalreductie

    alfabetische lijst:

    ‘s anderendaags: VL: san·dren·da(a)gs; NL: san·de·ren·daags
    advocaat: VL: ad·vo·kaat; NL: at·fo·kaat
    Afrika: VL: a·fri·ka; NL: aa·fri·kaa
    Amerika: VL: a·mee·ri·ka; NL: a·mee·ri·kaa
    Antarctica (idem Arctica): an·tarc·ti·ca; NL: an·tarc·ti·caa
    archipel: VL: ar·chi·pel; NL: ar·chi·pel
    asfalt: VL: as·falt; NL: as·falt
    azalea: VL: a·za·lee·ja; NL: a·zaa·lee·jaa
    badminton: VL: bat·min·ton (fonetisch); NL: bèt·min·ten (Engels)
    Belgrado: VL: bel·gra·do; NL: bel·gra·do
    Bernard: VL: ber·naar (Frans); NL: bern·(h)art (Engels)
    bijna: VL: bij·na(a)/be·na(a) (zie ook bekan); NL: bij·naa
    bikini: VL: bi·ki·ni; NL: bi·ki·ni
    braderie: VL: bra·de·ri; NL: braa·de·rie
    braderij: VL: bra·de·rij; NL: braa·de·rij
    buggy: VL: bu·gi (zachte g); NL: bu·Gi (g van Frans ’grand’ of Engels ‘great’)
    burgemeester: VL: bur·ge·mees·ter; NL: bur·ge·mees·ter
    cacao: VL: ca·ca·oo; NL: ca·caa·oo
    carnaval: VL: kar·na·val (Frans); NL: kar·ne·val (Engels); VRT-uitspraak: kar·naa·val
    casino: VL: ca·zi·noo; NL: ca·sie·noo (zie ook Vlaamse geslachten)
    catalogus: VL: ca·ta·loo·gus (scherpe u; eigenlijk eerder cataloog); NL: ca·taa·lo·chus (doffe u)
    chips (patatten): VL: tjips (scherpe i); NL: sjips (doffe i)
    cichorei: VL: sjie·ko·rei; NL: sie·cho·rei (± fonetisch)
    claxon: VL: kla·kson (Frans); NL: klak·son (Engels)
    clitoris: VL: cli·too·ris (beide i’s als in fiets); NL: cli·to·ris (beide i’s als in dik)
    compagnie: VL: kom.pa.nie; NL-SN: kom.panj.ie
    conciërge: VL: kon·s·jer·zje (± Frans); NL: kon·zjer·zje
    coup: VL: koe (Frans); NL: koep (± fonetisch)
    dement: VL: dee·ment; NL: de ment
    dementie: VL: dee·men·sie; NL: de·men·tsie
    detective: VL: de·tek·tie·ve/de·dek·tie·ve (fonetisch); NL: die·tek·tif (Engels)
    Doornroosje: VL: doo·rn·roo·sje; NL: doo·rn·roo·sje
    doorprikken: VL: door·prik·ken; NL: door·prik·ken
    dossier: VL: dos·sier (fonetisch); NL: do·sjee (Frans)
    elixir: VL: ee·liek·sier/ee·lieg·zier (Arabisch, ‘g’ uitgesproken als in het Engelse ‘good’); NL: ee·lik·ser (‘lik’ uitgesproken als ‘dik’)
    encyclopedie: VL: en·cy·clo·pe·die (fonetisch); NL: aun·cy·clo·pe·die (Frans, de ‘aun’ is nasaal)
    energie: VL: e·ner·gie (fonetisch); NL: e·ner·zjie/e·ner·sjie (Frans)
    epidemie: VL: ee·pi·dee·mi (korte i); NL: ee·pi·dee·mie (Frans)
    essay: VL: es· (Frans); NL: es·seej/es·seej (Engels)
    Europa: VL: eu·roo·pa; NL: eu·roo·paa
    exo- (bv. exorbitant, exotisch): VL: eG·zoo (G = stemhebbende k); NL: ek·soo
    festival: VL: fest·ti·val; NL: fes·ti·val
    flirten: VL: flir·ten (fonetisch); NL: fleur·ten (Engels)
    foto: VL: fo·too; NL: foo·too
    fotografie: VL: fo·to·gra·fie; NL: foo·too·gra·fie
    garantie: VL: ga·ran·tie (Frans; ook ga·ran·sie); NL: ga·ran·tsie
    gelijkvloers: VL: ge·lijk·vloers; NL: ge·lijk·vloers
    Gerard: VL: zjee·raar (Frans); NL: gee·rart (fonetisch)
    gilet: VL: zjie·lee; NL: zjie·lèt
    goal: VL: gool (zachte g); NL: Gool (g van Frans ‘grand’ of Engels ‘great’)
    golf: VL: golf (zachte g); NL: Golf (g van Frans ‘grand’ of Engels ‘great’)
    Google: VL: goe·gel/Goe·Gel (korte oe-klank; G = stemhebbende k); NL: Goe·Gel (lange oe-klank; G = stemhebbende k)
    hifi: VL: haai·fi (Brits Engels); NL: haai·faai (Amerikaans Engels)
    hostess: VL: hos·tès; NL: hos·tes (Engels)
    hygiëne: VL: hy·gjee·ne; NL: hy·gjèè·ne (Frans)
    ingewikkeld: VL: in·ge·wik·keld; NL: in·ge·wik·keld
    intensief: VL: in·ten·sief; NL: in·ten·zief
    intrige: VL: in·trie·ge (fonetisch); NL: in·trie·zje/in·trie·sje (hypercorrecte uitspraak van intrige met /ž/ -Frans intrigue)
    Iran: VL: i·ran; NL: i·raan (zie ook Iranees
    Israël: VL: iez·ra·jel (‘i’ als in ‘kiwi’); NL: is·ra·‘el (‘i’ als in ‘dik’)
    item: VL: i·tem (korte i, doffe e); NL: aaj·tem (Engels)
    jacuzzi: dja·koe·zi/zja·koe·zi; NL: ja·koe·zi
    jenever: VL: zje·nee·ver; NL: je·nee·ver (fonetisch)
    Jos: VL: zjos; NL: jos
    junior: VL: zju·njor (scherpe u); NL: ju·ni·jor (scherpe u en i)
    kameleon: VL: ka·mee·lee·jon; NL: ka·mee·lie·jon
    kathedraal: VL: ka·tee·draal; NL: kat·te·draal
    koala: VL: ko·a·la; NL: koo·aa·laa
    Koran: VL: koo·ran; NL: ko·raan
    labrador: VL: la·bra·dor; NL: laa·braa·dor
    landrover: VL: land·roe·ver; NL: land·ro·ver
    lavabo: VL: la·va·boo; NL: la·vaa·boo/la·vaa·boo
    Lutgart: VL: lut·gart; NL: lutgart
    mammoet: VL: mam·moet; NL: mam·moet
    Mercedes: VL: Mèr·ce·dès (scherpe e achteraan; ± Spaans); NL: Mèr·cee·des (doffe e achteraan; ± Engels)
    meteen: VL en NL: mè·teen (‘mè’ als in ‘bed’); VL media: me·teen (‘me’ als in ‘der’)
    mobilhome: VL: mo·bi·loom (scherpe i); NL: moo·bel·hoom (doffe e)
    Monaco: VL: Mo·na·coo; NL: Moo·naa·coo
    monopoly: VL: mo·no·poo·ly; NL: mo·no(o)·pe·ly (Engels)
    namiddag: VL: na·mid·dag; NL: na·mid·dag
    nasi (goreng): VL: naa·zi; NL: na·si
    Nieuwjaar: VL: nieuw·jaar; NL: nieuw·jaar
    Nobelprijs: VL: No·bel·prijs; NL: No·bèl·prijs
    nostalgie: VL: nos·tal·gie (fonetisch); NL: nos·tal·zjie/nos·tal·sjie (Frans)
    nylon: VL: ni·lon / nij·lon (Frans / vervlaamst); NL: naaj·lon (Engels)
    omwenteling: VL: om·wen·te·ling; NL: om·wen·te·ling
    onderhoud: VL: on·der·houd; NL: on·der·houd
    Oostende: VL: os·ten·de; NL: oost en·de
    pallet: VL: pa·lèt; NL: pèl·let (Engels)
    pandemie: VL: pan·dee·mi (korte i); NL: pan·dee·mie (Frans)
    parameter: VL: pa·ra·mee·ter; NL: pa·raa·m?·ter
    parfum: VL: par·fui (Frans, de ‘ui’ is nasaal); NL: par·fum (fonetisch)
    passagier: VL: pas·sa·gier (fonetisch); NL: pas·sa·zjier/pas·sa·sjier
    pedalo: VL: pee·da·loo; NL: pee·daa·loo
    per: VL: ‘per’ als ‘der’; NL: ‘per’ als ‘ver’
    percent: VL: per·cent (‘per’ als ‘der’); NL: per·cent (‘per’ als ‘ver’)
    per se: VL: per see (‘per’ als ‘der’); NL: pèr see (Latijn, ‘pèr’ als ‘ver’)
    pikken: VL: pi·ken (scherpe i); NL: p?·ken (doffe i)
    pissen: VL: pi·sen (scherpe i); NL: p?·sen (doffe i)
    pistolet: VL: pis·to·lee; NL: pis·to·lèt
    platform: VL: plat·form; NL: plat·form
    pointe: VL: pwèèn·te; NL: pwan·te
    pyjama: VL: pi·zja·ma; NL: pie·jaa·maa
    radar: VL: ra.daar; NL: raa.dar
    reclame: VL: ree·claa·me (echter dikwijls reklam, wél met een doffe e); NL: re·claa·me (beide e’s zijn dof)
    record: VL: re·kort (fonetisch); NL: ree·koor (Frans)
    recital: VL: re·si·tal (scherpe i, Frans); NL: rie·saaj·tel (Engels)
    reportage: VL: ree·por·taa·zje; NL: re·por·taa·sje (beide e’s zijn dof)
    reünie: VL: ree·ju·nie; NL: ree·u·nie (Franse klemtoon)
    Robert: VL: ro·beir (Frans); NL: ro(o)·bert (Engels)
    robot: VL: ro·bot; NL: roo·bot
    rondpunt: VL: rond·punt; NL: rond·punt
    Roodkapje: VL: rood·kap·je; NL: rood·kap·je
    salami: VL: sa·la·mi; NL: sa·laa·mi
    sceptisch: VL: sep·ties; NL: skep·ties
    serieus: VL: ser·jeus (doffe e); NL: see·ri·eus
    service: VL: ser·vis (scherpe e en i, Frans); NL: seur·vis (doffe i, Engels)
    site: VL: sitte; NL: saajt
    Sneeuwwitje: VL: sneeuw·wi·tje; NL: sneeuw·wit·je
    stadhuis: VL: sta·tuis; NL: stad·huis
    steak: VL: stek/stik (Frans); NL: steek (Engels)
    super, hyper: VL én NL: su·per, hy·per; VL media: sup·per, hip·per
    tabak: VL: ta·bak (zie ook toebak); NL: ta·bak (Frans)
    tarmac: VL: tar·mac; SN: tar·mac
    Tenerife: VL: ·ne·rif ; NL: tee·nee·rif (korte, scherpe i); VRT-uitspraak: tee·nee·rie·fee
    tenzij: VL: ten·zij (‘e’ als in ‘der’, komt van "’t en zij’); NL: ten·zij, ten·zij (‘e’ in beide varianten als in ‘bed’)
    terras: VL: tèr·ras; NL: te ras
    tic: VL: tik (scherpe i, zie ook tic nerveux); NL: tik (doffe i)
    ticket: VL: tie·kèt (Frans); NL: tik·ket (Engels)
    trainen: VL: trei·nen; NL: treej·nen (Engels)
    urgent: VL: ur·gent (scherpe u); NL: ur·gent (doffe u)
    vanille: VL: va·nie·le (fonetisch); NL: va·nie·je (Frans)
    verkoop: VL: ver·koop; NL: vér·koop (tegen alle regels in)
    virus: VL: vi·rus (scherpe korte i, scherpe korte u); NL: vie·res (lange i, doffe e)
    voormiddag: VL: voor·mid·dag; NL: voor·mid·dag
    vrijgezel: VL: vrij·ge·zel; NL: vrij·ge·zel
    werkloos: VL: werk·loos; NL: werk·loos
    werkloosheid: VL: werk·loos·heid; NL: werk·loos·heid
    werknemer: VL: werk·nee·mer; NL: werk·nee·mer
    wodka: VL: vod·ka (Slavisch, de ‘d’ is eerder stemhebbend); NL: wot·kaa (de ‘t’ is stemloos)
    yoghurt: VL: joe·choert (soms joe·goert; ± Turks); NL: jo·chert, jo·ggert (fonetisch)
    YouTube: VL: joe·toep; NL: joew·tsjoewp
    zone: VL: zoo·ne; NL: zoa·ne (Frans)
    zonsondergang: VL: zon·zon·der·gang; NL: zons·on·der·gang
    zonsopgang: VL: zon·zop·gang; NL: zons·op·gang

    woorden op —ist/—isme/—isch: VL: —ist/—isme/—isch (‘i’ als in ‘fiets’); NL: —?st/—?sme/—?sch (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —tie: VL: —sie; NL: —tsie
    woorden op —tje/—dje: VL: —tje (de t- en j-klanken komen samen zoals in ‘checken’); NL: —t·je (de t- en j-klanken worden apart uitgesproken)
    woorden met —ci— of —ti— (bv. ‘officieel’, ‘politioneel’): VL: —s·j— (de s- en j-klanken worden apart uitgesproken); NL: —sj—, —tsj— (de s- en j-klanken komen samen zoals in ‘sjaal’ of ‘checken’)
    woorden met dis—: VL: dis— (‘i’ als in ‘fiets’); NL: d?s— (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —achtig: VL: klemtoon op woord zelf; NL: klemtoon op achtig en adempauze tussen woord en achtig → bv. VL: ze·nu·wach·tig; NL: ze·nuw acht·ig

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 19 Aug 2020 23:16
    114 reactie(s)

    Versie 120

    Vlaamse uitspraak
    (uitspraakvarianten)

    Heel wat woorden worden in Vlaanderen anders uitgesproken dan in Nederland. Dan gaat het niet zozeer over regelgebonden uitspraken zoals de zachte g, maar over woorden zoals pyjama dat in Vlaanderen als pie-zja-ma en in Nederland als pie-jaa-maa uitgesproken wordt. Of over klemtonen zoals bij burgemeester waarbij in Vlaanderen het accent op de eerste lettergreep valt en in Nederland op de derde. Bij leenwoorden hanteert men in Nederland zeer dikwijls een nabootsing volgens de Nederlandse klankwetten van de klanken in de oorspronkelijke taal (meestal Engels of Frans), terwijl de uitspraak in Vlaanderen vervlaamst wordt. Soms wordt in Vlaanderen een Franse uitspraak gehanteerd, dan volgt de uitspraak in Nederland meestal het Engels.

    Voor Engelse leenwoorden met korte a is er een afzonderlijk lemma waar deze gevallen ondergebracht kunnen worden.

    Het spijtige is dat de Vlaamse media voor deze woorden de Nederlandse uitspraak gebruiken ondanks dat de Vlaamse uitspraak in Vlaanderen zeer algemeen is. Dit is een aanfluiting van de V die voor Vlaams staat in o.a. vrt en VTM.

    Wat klemtonen betreft kan voor het West-Vlaams algemeen gesteld worden dat de klemtoon zeer dikwijls op de eerste lettergreep ligt (zoals ook in het nabije(re) Engels), ook en wellicht het meest opmerkelijk bij eigennamen. Bijvoorbeeld, waar een doorsnee Vlaming of Nederlander de naam Stefanie zal uitspreken zoals de Fransen, met de klemtoon op de laatste lettergreep, heet deze vrouw in West-Vlaanderen Stefanie. De West-Vlaamse politieker Vande Lanotte heet in zijn thuisprovincie Vande Lanotte.

    In de Vlaamse audiovisuele media, en bij uitstek bij de VRT, verzint men ook dikwijls een zogenaamd correcte uitspraak, die evenwel door Vlamingen noch door Nederlanders wordt gedragen. Deze gevallen worden ook aan dit lemma toegevoegd. Zie bij deze ook het lemma vrt-taal.

    zie ook Breda, Spa: vokaalreductie

    alfabetische lijst:

    ‘s anderendaags: VL: san·dren·da(a)gs; NL: san·de·ren·daags
    advocaat: VL: ad·vo·kaat; NL: at·fo·kaat
    Afrika: VL: a·fri·ka; NL: aa·fri·kaa
    Amerika: VL: a·mee·ri·ka; NL: a·mee·ri·kaa
    Antarctica (idem Arctica): an·tarc·ti·ca; NL: an·tarc·ti·caa
    archipel: VL: ar·chi·pel; NL: ar·chi·pel
    asfalt: VL: as·falt; NL: as·falt
    azalea: VL: a·za·lee·ja; NL: a·zaa·lee·jaa
    badminton: VL: bat·min·ton (fonetisch); NL: bèt·min·ten (Engels)
    Belgrado: VL: bel·gra·do; NL: bel·gra·do
    Bernard: VL: ber·naar (Frans); NL: bern·(h)art (Engels)
    bijna: VL: bij·na(a)/be·na(a) (zie ook bekan); NL: bij·naa
    bikini: VL: bi·ki·ni; NL: bi·ki·ni
    braderie: VL: bra·de·ri; NL: braa·de·rie
    braderij: VL: bra·de·rij; NL: braa·de·rij
    buggy: VL: bu·gi (zachte g); NL: bu·Gi (g van Frans ’grand’ of Engels ‘great’)
    burgemeester: VL: bur·ge·mees·ter; NL: bur·ge·mees·ter
    cacao: VL: ca·ca·oo; NL: ca·caa·oo
    carnaval: VL: kar·na·val (Frans); NL: kar·ne·val (Engels); VRT-uitspraak: kar·naa·val
    casino: VL: ca·zi·noo; NL: ca·sie·noo (zie ook Vlaamse geslachten)
    catalogus: VL: ca·ta·loo·gus (scherpe u; eigenlijk eerder cataloog); NL: ca·taa·lo·chus (doffe u)
    chips (patatten): VL: tjips (scherpe i); NL: sjips (doffe i)
    cichorei: VL: sjie·ko·rei; NL: sie·cho·rei (± fonetisch)
    claxon: VL: kla·kson (Frans); NL: klak·son (Engels)
    clitoris: VL: cli·too·ris (beide i’s als in fiets); NL: cli·to·ris (beide i’s als in dik)
    compagnie: VL: kom.pa.nie; NL-SN: kom.panj.ie
    conciërge: VL: kon·s·jer·zje (± Frans); NL: kon·zjer·zje
    coup: VL: koe (Frans); NL: koep (± fonetisch)
    dement: VL: dee·ment; NL: de ment
    dementie: VL: dee·men·sie; NL: de·men·tsie
    detective: VL: de·tek·tie·ve/de·dek·tie·ve (fonetisch); NL: die·tek·tif (Engels)
    Doornroosje: VL: doo·rn·roo·sje; NL: doo·rn·roo·sje
    doorprikken: VL: door·prik·ken; NL: door·prik·ken
    dossier: VL: dos·sier (fonetisch); NL: do·sjee (Frans)
    elixir: VL: ee·liek·sier/ee·lieg·zier (Arabisch, ‘g’ uitgesproken als in het Engelse ‘good’); NL: ee·lik·ser (‘lik’ uitgesproken als ‘dik’)
    encyclopedie: VL: en·cy·clo·pe·die (fonetisch); NL: aun·cy·clo·pe·die (Frans, de ‘aun’ is nasaal)
    energie: VL: e·ner·gie (fonetisch); NL: e·ner·zjie/e·ner·sjie (Frans)
    epidemie: VL: ee·pi·dee·mi (korte i); NL: ee·pi·dee·mie (Frans)
    essay: VL: es· (Frans); NL: es·seej/es·seej (Engels)
    Europa: VL: eu·roo·pa; NL: eu·roo·paa
    exo- (bv. exorbitant, exotisch): VL: eG·zoo (G = stemhebbende k); NL: ek·soo
    festival: VL: fest·ti·val; NL: fes·ti·val
    flirten: VL: flir·ten (fonetisch); NL: fleur·ten (Engels)
    foto: VL: fo·too; NL: foo·too
    fotografie: VL: fo·to·gra·fie; NL: foo·too·gra·fie
    garantie: VL: ga·ran·tie (Frans; ook ga·ran·sie); NL: ga·ran·tsie
    gelijkvloers: VL: ge·lijk·vloers; NL: ge·lijk·vloers
    Gerard: VL: zjee·raar (Frans); NL: gee·rart (fonetisch)
    gilet: VL: zjie·lee; NL: zjie·lèt
    goal: VL: gool (zachte g); NL: Gool (g van Frans ‘grand’ of Engels ‘great’)
    golf: VL: golf (zachte g); NL: Golf (g van Frans ‘grand’ of Engels ‘great’)
    Google: VL: goe·gel/Goe·Gel (korte oe-klank; G = stemhebbende k); NL: Goe·Gel (lange oe-klank; G = stemhebbende k)
    hifi: VL: haai·fi (Brits Engels); NL: haai·faai (Amerikaans Engels)
    hostess: VL: hos·tès; NL: hos·tes (Engels)
    hygiëne: VL: hy·gjee·ne; NL: hy·gjèè·ne (Frans)
    ingewikkeld: VL: in·ge·wik·keld; NL: in·ge·wik·keld
    intrige: VL: in·trie·ge (fonetisch); NL: in·trie·zje/in·trie·sje (hypercorrecte uitspraak van intrige met /ž/ -Frans intrigue)
    Iran: VL: i·ran; NL: i·raan (zie ook Iranees
    Israël: VL: iez·ra·jel (‘i’ als in ‘kiwi’); NL: is·ra·‘el (‘i’ als in ‘dik’)
    item: VL: i·tem (korte i, doffe e); NL: aaj·tem (Engels)
    jacuzzi: dja·koe·zi/zja·koe·zi; NL: ja·koe·zi
    jenever: VL: zje·nee·ver; NL: je·nee·ver (fonetisch)
    Jos: VL: zjos; NL: jos
    junior: VL: zju·njor (scherpe u); NL: ju·ni·jor (scherpe u en i)
    kameleon: VL: ka·mee·lee·jon; NL: ka·mee·lie·jon
    kathedraal: VL: ka·tee·draal; NL: kat·te·draal
    koala: VL: ko·a·la; NL: koo·aa·laa
    Koran: VL: koo·ran; NL: ko·raan
    labrador: VL: la·bra·dor; NL: laa·braa·dor
    landrover: VL: land·roe·ver; NL: land·ro·ver
    lavabo: VL: la·va·boo; NL: la·vaa·boo/la·vaa·boo
    Lutgart: VL: lut·gart; NL: lutgart
    mammoet: VL: mam·moet; NL: mam·moet
    Mercedes: VL: Mèr·ce·dès (scherpe e achteraan; ± Spaans); NL: Mèr·cee·des (doffe e achteraan; ± Engels)
    meteen: VL en NL: mè·teen (‘mè’ als in ‘bed’); VL media: me·teen (‘me’ als in ‘der’)
    mobilhome: VL: mo·bi·loom (scherpe i); NL: moo·bel·hoom (doffe e)
    Monaco: VL: Mo·na·coo; NL: Moo·naa·coo
    monopoly: VL: mo·no·poo·ly; NL: mo·no(o)·pe·ly (Engels)
    namiddag: VL: na·mid·dag; NL: na·mid·dag
    nasi (goreng): VL: naa·zi; NL: na·si
    Nieuwjaar: VL: nieuw·jaar; NL: nieuw·jaar
    Nobelprijs: VL: No·bel·prijs; NL: No·bèl·prijs
    nostalgie: VL: nos·tal·gie (fonetisch); NL: nos·tal·zjie/nos·tal·sjie (Frans)
    nylon: VL: ni·lon / nij·lon (Frans / vervlaamst); NL: naaj·lon (Engels)
    omwenteling: VL: om·wen·te·ling; NL: om·wen·te·ling
    onderhoud: VL: on·der·houd; NL: on·der·houd
    Oostende: VL: os·ten·de; NL: oost en·de
    pallet: VL: pa·lèt; NL: pèl·let (Engels)
    pandemie: VL: pan·dee·mi (korte i); NL: pan·dee·mie (Frans)
    parameter: VL: pa·ra·mee·ter; NL: pa·raa·m?·ter
    parfum: VL: par·fui (Frans, de ‘ui’ is nasaal); NL: par·fum (fonetisch)
    passagier: VL: pas·sa·gier (fonetisch); NL: pas·sa·zjier/pas·sa·sjier
    pedalo: VL: pee·da·loo; NL: pee·daa·loo
    per: VL: ‘per’ als ‘der’; NL: ‘per’ als ‘ver’
    percent: VL: per·cent (‘per’ als ‘der’); NL: per·cent (‘per’ als ‘ver’)
    per se: VL: per see (‘per’ als ‘der’); NL: pèr see (Latijn, ‘pèr’ als ‘ver’)
    pikken: VL: pi·ken (scherpe i); NL: p?·ken (doffe i)
    pissen: VL: pi·sen (scherpe i); NL: p?·sen (doffe i)
    pistolet: VL: pis·to·lee; NL: pis·to·lèt
    platform: VL: plat·form; NL: plat·form
    pointe: VL: pwèèn·te; NL: pwan·te
    pyjama: VL: pi·zja·ma; NL: pie·jaa·maa
    radar: VL: ra.daar; NL: raa.dar
    reclame: VL: ree·claa·me (echter dikwijls reklam, wél met een doffe e); NL: re·claa·me (beide e’s zijn dof)
    record: VL: re·kort (fonetisch); NL: ree·koor (Frans)
    recital: VL: re·si·tal (scherpe i, Frans); NL: rie·saaj·tel (Engels)
    reportage: VL: ree·por·taa·zje; NL: re·por·taa·sje (beide e’s zijn dof)
    reünie: VL: ree·ju·nie; NL: ree·u·nie (Franse klemtoon)
    Robert: VL: ro·beir (Frans); NL: ro(o)·bert (Engels)
    robot: VL: ro·bot; NL: roo·bot
    rondpunt: VL: rond·punt; NL: rond·punt
    Roodkapje: VL: rood·kap·je; NL: rood·kap·je
    salami: VL: sa·la·mi; NL: sa·laa·mi
    sceptisch: VL: sep·ties; NL: skep·ties
    serieus: VL: ser·jeus (doffe e); NL: see·ri·eus
    service: VL: ser·vis (scherpe e en i, Frans); NL: seur·vis (doffe i, Engels)
    site: VL: sitte; NL: saajt
    Sneeuwwitje: VL: sneeuw·wi·tje; NL: sneeuw·wit·je
    stadhuis: VL: sta·tuis; NL: stad·huis
    steak: VL: stek/stik (Frans); NL: steek (Engels)
    super, hyper: VL én NL: su·per, hy·per; VL media: sup·per, hip·per
    tabak: VL: ta·bak (zie ook toebak); NL: ta·bak (Frans)
    tarmac: VL: tar·mac; SN: tar·mac
    Tenerife: VL: ·ne·rif ; NL: tee·nee·rif (korte, scherpe i); VRT-uitspraak: tee·nee·rie·fee
    tenzij: VL: ten·zij (‘e’ als in ‘der’, komt van "’t en zij’); NL: ten·zij, ten·zij (‘e’ in beide varianten als in ‘bed’)
    terras: VL: tèr·ras; NL: te ras
    tic: VL: tik (scherpe i, zie ook tic nerveux); NL: tik (doffe i)
    ticket: VL: tie·kèt (Frans); NL: tik·ket (Engels)
    trainen: VL: trei·nen; NL: treej·nen (Engels)
    urgent: VL: ur·gent (scherpe u); NL: ur·gent (doffe u)
    vanille: VL: va·nie·le (fonetisch); NL: va·nie·je (Frans)
    verkoop: VL: ver·koop; NL: vér·koop (tegen alle regels in)
    virus: VL: vi·rus (scherpe korte i, scherpe korte u); NL: vie·res (lange i, doffe e)
    voormiddag: VL: voor·mid·dag; NL: voor·mid·dag
    vrijgezel: VL: vrij·ge·zel; NL: vrij·ge·zel
    werkloos: VL: werk·loos; NL: werk·loos
    werkloosheid: VL: werk·loos·heid; NL: werk·loos·heid
    werknemer: VL: werk·nee·mer; NL: werk·nee·mer
    wodka: VL: vod·ka (Slavisch, de ‘d’ is eerder stemhebbend); NL: wot·kaa (de ‘t’ is stemloos)
    yoghurt: VL: joe·choert (soms joe·goert; ± Turks); NL: jo·chert, jo·ggert (fonetisch)
    YouTube: VL: joe·toep; NL: joew·tsjoewp
    zone: VL: zoo·ne; NL: zoa·ne (Frans)
    zonsondergang: VL: zon·zon·der·gang; NL: zons·on·der·gang
    zonsopgang: VL: zon·zop·gang; NL: zons·op·gang

    woorden op —ist/—isme/—isch: VL: —ist/—isme/—isch (‘i’ als in ‘fiets’); NL: —?st/—?sme/—?sch (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —tie: VL: —sie; NL: —tsie
    woorden op —tje/—dje: VL: —tje (de t- en j-klanken komen samen zoals in ‘checken’); NL: —t·je (de t- en j-klanken worden apart uitgesproken)
    woorden met —ci— of —ti— (bv. ‘officieel’, ‘politioneel’): VL: —s·j— (de s- en j-klanken worden apart uitgesproken); NL: —sj—, —tsj— (de s- en j-klanken komen samen zoals in ‘sjaal’ of ‘checken’)
    woorden met dis—: VL: dis— (‘i’ als in ‘fiets’); NL: d?s— (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —achtig: VL: klemtoon op woord zelf; NL: klemtoon op achtig en adempauze tussen woord en achtig → bv. VL: ze·nu·wach·tig; NL: ze·nuw acht·ig

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 28 Jul 2020 00:09
    114 reactie(s)

    Versie 119

    Vlaamse uitspraak
    (uitspraakvarianten)

    Heel wat woorden worden in Vlaanderen anders uitgesproken dan in Nederland. Dan gaat het niet zozeer over regelgebonden uitspraken zoals de zachte g, maar over woorden zoals pyjama dat in Vlaanderen als pie-zja-ma en in Nederland als pie-jaa-maa uitgesproken wordt. Of over klemtonen zoals bij burgemeester waarbij in Vlaanderen het accent op de eerste lettergreep valt en in Nederland op de derde. Bij leenwoorden hanteert men in Nederland zeer dikwijls een nabootsing volgens de Nederlandse klankwetten van de klanken in de oorspronkelijke taal (meestal Engels of Frans), terwijl de uitspraak in Vlaanderen vervlaamst wordt. Soms wordt in Vlaanderen een Franse uitspraak gehanteerd, dan volgt de uitspraak in Nederland meestal het Engels.

    Voor Engelse leenwoorden met korte a is er een afzonderlijk lemma waar deze gevallen ondergebracht kunnen worden.

    Het spijtige is dat de Vlaamse media voor deze woorden de Nederlandse uitspraak gebruiken ondanks dat de Vlaamse uitspraak in Vlaanderen zeer algemeen is. Dit is een aanfluiting van de V die voor Vlaams staat in o.a. vrt en VTM.

    Wat klemtonen betreft kan voor het West-Vlaams algemeen gesteld worden dat de klemtoon zeer dikwijls op de eerste lettergreep ligt (zoals ook in het nabije(re) Engels), ook en wellicht het meest opmerkelijk bij eigennamen. Bijvoorbeeld, waar een doorsnee Vlaming of Nederlander de naam Stefanie zal uitspreken zoals de Fransen, met de klemtoon op de laatste lettergreep, heet deze vrouw in West-Vlaanderen Stefanie. De West-Vlaamse politieker Vande Lanotte heet in zijn thuisprovincie Vande Lanotte.

    In de Vlaamse audiovisuele media, en bij uitstek bij de VRT, verzint men ook dikwijls een zogenaamd correcte uitspraak, die evenwel door Vlamingen noch door Nederlanders wordt gedragen. Deze gevallen worden ook aan dit lemma toegevoegd. Zie bij deze ook het lemma vrt-taal.

    zie ook Breda, Spa: vokaalreductie

    alfabetische lijst:

    ‘s anderendaags: VL: san·dren·da(a)gs; NL: san·de·ren·daags
    advocaat: VL: ad·vo·kaat; NL: at·fo·kaat
    Afrika: VL: a·fri·ka; NL: aa·fri·kaa
    Amerika: VL: a·mee·ri·ka; NL: a·mee·ri·kaa
    Antarctica (idem Arctica): an·tarc·ti·ca; NL: an·tarc·ti·caa
    archipel: VL: ar·chi·pel; NL: ar·chi·pel
    asfalt: VL: as·falt; NL: as·falt
    azalea: VL: a·za·lee·ja; NL: a·zaa·lee·jaa
    badminton: VL: bat·min·ton (fonetisch); NL: bèt·min·ten (Engels)
    Belgrado: VL: bel·gra·do; NL: bel·gra·do
    Bernard: VL: ber·naar (Frans); NL: bern·(h)art (Engels)
    bijna: VL: bij·na(a)/be·na(a) (zie ook bekan); NL: bij·naa
    bikini: VL: bi·ki·ni; NL: bi·ki·ni
    braderie: VL: bra·de·ri; NL: braa·de·rie
    braderij: VL: bra·de·rij; NL: braa·de·rij
    buggy: VL: bu·gi (zachte g); NL: bu·Gi (g van Frans ’grand’ of Engels ‘great’)
    burgemeester: VL: bur·ge·mees·ter; NL: bur·ge·mees·ter
    cacao: VL: ca·ca·oo; NL: ca·caa·oo
    carnaval: VL: kar·na·val (Frans); NL: kar·ne·val (Engels); VRT-uitspraak: kar·naa·val
    casino: VL: ca·zi·noo; NL: ca·sie·noo (zie ook Vlaamse geslachten)
    catalogus: VL: ca·ta·loo·gus (scherpe u; eigenlijk eerder cataloog); NL: ca·taa·lo·chus (doffe u)
    chips (patatten): VL: tjips (scherpe i); NL: sjips (doffe i)
    cichorei: VL: sjie·ko·rei; NL: sie·cho·rei (± fonetisch)
    claxon: VL: kla·kson (Frans); NL: klak·son (Engels)
    clitoris: VL: cli·too·ris (beide i’s als in fiets); NL: cli·to·ris (beide i’s als in dik)
    compagnie: VL: kom.pa.nie; NL-SN: kom.panj.ie
    conciërge: VL: kon·s·jer·zje (± Frans); NL: kon·zjer·zje
    coup: VL: koe (Frans); NL: koep (± fonetisch)
    dement: VL: dee·ment; NL: de ment
    dementie: VL: dee·men·sie; NL: de·men·tsie
    detective: VL: de·tek·tie·ve/de·dek·tie·ve (fonetisch); NL: die·tek·tif (Engels)
    Doornroosje: VL: doo·rn·roo·sje; NL: doo·rn·roo·sje
    doorprikken: VL: door·prik·ken; NL: door·prik·ken
    dossier: VL: dos·sier (fonetisch); NL: do·sjee (Frans)
    elixir: VL: ee·liek·sier/ee·lieg·zier (Arabisch, ‘g’ uitgesproken als in het Engelse ‘good’); NL: ee·lik·ser (‘lik’ uitgesproken als ‘dik’)
    encyclopedie: VL: en·cy·clo·pe·die (fonetisch); NL: aun·cy·clo·pe·die (Frans, de ‘aun’ is nasaal)
    energie: VL: e·ner·gie (fonetisch); NL: e·ner·zjie/e·ner·sjie (Frans)
    epidemie: VL: ee·pi·dee·mi (korte i); NL: ee·pi·dee·mie (Frans)
    essay: VL: es· (Frans); NL: es·seej/es·seej (Engels)
    Europa: VL: eu·roo·pa; NL: eu·roo·paa
    exo- (bv. exorbitant, exotisch): VL: eG·zoo (G = stemhebbende k); NL: ek·soo
    festival: VL: fest·ti·val; NL: fes·ti·val
    flirten: VL: flir·ten (fonetisch); NL: fleur·ten (Engels)
    foto: VL: fo·too; NL: foo·too
    fotografie: VL: fo·to·gra·fie; NL: foo·too·gra·fie
    garantie: VL: ga·ran·tie (Frans; ook ga·ran·sie); NL: ga·ran·tsie
    gelijkvloers: VL: ge·lijk·vloers; NL: ge·lijk·vloers
    Gerard: VL: zjee·raar (Frans); NL: gee·rart (fonetisch)
    gilet: VL: zjie·lee; NL: zjie·lèt
    goal: VL: gool (zachte g); NL: Gool (g van Frans ‘grand’ of Engels ‘great’)
    golf: VL: golf (zachte g); NL: Golf (g van Frans ‘grand’ of Engels ‘great’)
    Google: VL: goe·gel/Goe·Gel (korte oe-klank; G = stemhebbende k); NL: Goe·Gel (lange oe-klank; G = stemhebbende k)
    hifi: VL: haai·fi (Brits Engels); NL: haai·faai (Amerikaans Engels)
    hostess: VL: hos·tès; NL: hos·tes (Engels)
    hygiëne: VL: hy·gjee·ne; NL: hy·gjèè·ne (Frans)
    ingewikkeld: VL: in·ge·wik·keld; NL: in·ge·wik·keld
    intrige: VL: in·trie·ge (fonetisch); NL: in·trie·zje/in·trie·sje (hypercorrecte uitspraak van intrige met /ž/ -Frans intrigue)
    Iran: VL: i·ran; NL: i·raan (zie ook Iranees
    Israël: VL: iez·ra·jel (‘i’ als in ‘kiwi’); NL: is·ra·‘el (‘i’ als in ‘dik’)
    item: VL: i·tem (korte i, doffe e); NL: aaj·tem (Engels)
    jacuzzi: dja·koe·zi/zja·koe·zi; NL: ja·koe·zi
    jenever: VL: zje·nee·ver; NL: je·nee·ver (fonetisch)
    Jos: VL: zjos; NL: jos
    junior: VL: zju·njor (scherpe u); NL: ju·ni·jor (scherpe u en i)
    kameleon: VL: ka·mee·lee·jon; NL: ka·mee·lie·jon
    kathedraal: VL: ka·tee·draal; NL: kat·te·draal
    koala: VL: ko·a·la; NL: koo·aa·laa
    Koran: VL: koo·ran; NL: ko·raan
    labrador: VL: la·bra·dor; NL: laa·braa·dor
    landrover: VL: land·roe·ver; NL: land·ro·ver
    lavabo: VL: la·va·boo; NL: la·vaa·boo/la·vaa·boo
    Lutgart: VL: lut·gart; NL: lutgart
    mammoet: VL: mam·moet; NL: mam·moet
    Mercedes: VL: Mèr·ce·dès (scherpe e achteraan; ± Spaans); NL: Mèr·cee·des (doffe e achteraan; ± Engels)
    meteen: VL en NL: mè·teen (‘mè’ als in ‘bed’); VL media: me·teen (‘me’ als in ‘der’)
    mobilhome: VL: mo·bi·loom (scherpe i); NL: moo·bel·hoom (doffe e)
    Monaco: VL: Mo·na·coo; NL: Moo·naa·coo
    monopoly: VL: mo·no·poo·ly; NL: mo·no(o)·pe·ly (Engels)
    namiddag: VL: na·mid·dag; NL: na·mid·dag
    nasi (goreng): VL: naa·zi; NL: na·si
    Nieuwjaar: VL: nieuw·jaar; NL: nieuw·jaar
    Nobelprijs: VL: No·bel·prijs; NL: No·bèl·prijs
    nostalgie: VL: nos·tal·gie (fonetisch); NL: nos·tal·zjie/nos·tal·sjie (Frans)
    nylon: VL: ni·lon / nij·lon (Frans / vervlaamst); NL: naaj·lon (Engels)
    omwenteling: VL: om·wen·te·ling; NL: om·wen·te·ling
    onderhoud: VL: on·der·houd; NL: on·der·houd
    Oostende: VL: os·ten·de; NL: oost en·de
    pallet: VL: pa·lèt; NL: pèl·let (Engels)
    pandemie: VL: pan·dee·mi (korte i); NL: pan·dee·mie (Frans)
    parameter: VL: pa·ra·mee·ter; NL: pa·raa·m?·ter
    parfum: VL: par·fui (Frans, de ‘ui’ is nasaal); NL: par·fum (fonetisch)
    passagier: VL: pas·sa·gier (fonetisch); NL: pas·sa·zjier/pas·sa·sjier
    pedalo: VL: pee·da·loo; NL: pee·daa·loo
    per: VL: ‘per’ als ‘der’; NL: ‘per’ als ‘ver’
    percent: VL: per·cent (‘per’ als ‘der’); NL: per·cent (‘per’ als ‘ver’)
    per se: VL: per see (‘per’ als ‘der’); NL: pèr see (Latijn, ‘pèr’ als ‘ver’)
    pikken: VL: pi·ken (scherpe i); NL: p?·ken (doffe i)
    pissen: VL: pi·sen (scherpe i); NL: p?·sen (doffe i)
    pistolet: VL: pis·to·lee; NL: pis·to·lèt
    platform: VL: plat·form; NL: plat·form
    pointe: VL: pwèèn·te; NL: pwan·te
    pyjama: VL: pi·zja·ma; NL: pie·jaa·maa
    radar: VL: ra.daar; NL: raa.dar
    reclame: VL: ree·claa·me (echter dikwijls reklam, wél met een doffe e); NL: re·claa·me (beide e’s zijn dof)
    record: VL: re·kort (fonetisch); NL: ree·koor (Frans)
    recital: VL: re·si·tal (scherpe i, Frans); NL: rie·saaj·tel (Engels)
    reportage: VL: ree·por·taa·zje; NL: re·por·taa·sje (beide e’s zijn dof)
    reünie: VL: ree·ju·nie; NL: ree·u·nie (Franse klemtoon)
    Robert: VL: ro·beir (Frans); NL: ro(o)·bert (Engels)
    robot: VL: ro·bot; NL: roo·bot
    rondpunt: VL: rond·punt; NL: rond·punt
    Roodkapje: VL: rood·kap·je; NL: rood·kap·je
    salami: VL: sa·la·mi; NL: sa·laa·mi
    sceptisch: VL: sep·ties; NL: skep·ties
    service: VL: ser·vis (scherpe i, Frans); NL: seur·vis (doffe i, Engels)
    site: VL: sitte; NL: saajt
    Sneeuwwitje: VL: sneeuw·wi·tje; NL: sneeuw·wit·je
    stadhuis: VL: sta·tuis; NL: stad·huis
    steak: VL: stek/stik (Frans); NL: steek (Engels)
    super, hyper: VL én NL: su·per, hy·per; VL media: sup·per, hip·per
    tabak: VL: ta·bak (zie ook toebak); NL: ta·bak (Frans)
    tarmac: VL: tar·mac; SN: tar·mac
    Tenerife: VL: ·ne·rif ; NL: tee·nee·rif (korte, scherpe i); VRT-uitspraak: tee·nee·rie·fee
    tenzij: VL: ten·zij (‘e’ als in ‘der’, komt van "’t en zij’); NL: ten·zij, ten·zij (‘e’ in beide varianten als in ‘bed’)
    terras: VL: tèr·ras; NL: te ras
    tic: VL: tik (scherpe i, zie ook tic nerveux); NL: tik (doffe i)
    ticket: VL: tie·kèt (Frans); NL: tik·ket (Engels)
    trainen: VL: trei·nen; NL: treej·nen (Engels)
    urgent: VL: ur·gent (scherpe u); NL: ur·gent (doffe u)
    vanille: VL: va·nie·le (fonetisch); NL: va·nie·je (Frans)
    verkoop: VL: ver·koop; NL: vér·koop (tegen alle regels in)
    virus: VL: vi·rus (scherpe korte i, scherpe korte u); NL: vie·res (lange i, doffe e)
    voormiddag: VL: voor·mid·dag; NL: voor·mid·dag
    vrijgezel: VL: vrij·ge·zel; NL: vrij·ge·zel
    werkloos: VL: werk·loos; NL: werk·loos
    werkloosheid: VL: werk·loos·heid; NL: werk·loos·heid
    werknemer: VL: werk·nee·mer; NL: werk·nee·mer
    wodka: VL: vod·ka (Slavisch, de ‘d’ is eerder stemhebbend); NL: wot·kaa (de ‘t’ is stemloos)
    yoghurt: VL: joe·choert (soms joe·goert; ± Turks); NL: jo·chert, jo·ggert (fonetisch)
    YouTube: VL: joe·toep; NL: joew·tsjoewp
    zone: VL: zoo·ne; NL: zoa·ne (Frans)
    zonsondergang: VL: zon·zon·der·gang; NL: zons·on·der·gang
    zonsopgang: VL: zon·zop·gang; NL: zons·op·gang

    woorden op —ist/—isme/—isch: VL: —ist/—isme/—isch (‘i’ als in ‘fiets’); NL: —?st/—?sme/—?sch (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —tie: VL: —sie; NL: —tsie
    woorden op —tje/—dje: VL: —tje (de t- en j-klanken komen samen zoals in ‘checken’); NL: —t·je (de t- en j-klanken worden apart uitgesproken)
    woorden met —ci— of —ti— (bv. ‘officieel’, ‘politioneel’): VL: —s·j— (de s- en j-klanken worden apart uitgesproken); NL: —sj—, —tsj— (de s- en j-klanken komen samen zoals in ‘sjaal’ of ‘checken’)
    woorden met dis—: VL: dis— (‘i’ als in ‘fiets’); NL: d?s— (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —achtig: VL: klemtoon op woord zelf; NL: klemtoon op achtig en adempauze tussen woord en achtig → bv. VL: ze·nu·wach·tig; NL: ze·nuw acht·ig

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 29 Jun 2020 00:38
    114 reactie(s)

    Versie 118

    Vlaamse uitspraak
    (uitspraakvarianten)

    Heel wat woorden worden in Vlaanderen anders uitgesproken dan in Nederland. Dan gaat het niet zozeer over regelgebonden uitspraken zoals de zachte g, maar over woorden zoals pyjama dat in Vlaanderen als pie-zja-ma en in Nederland als pie-jaa-maa uitgesproken wordt. Of over klemtonen zoals bij burgemeester waarbij in Vlaanderen het accent op de eerste lettergreep valt en in Nederland op de derde. Bij leenwoorden hanteert men in Nederland zeer dikwijls een nabootsing volgens de Nederlandse klankwetten van de klanken in de oorspronkelijke taal (meestal Engels of Frans), terwijl de uitspraak in Vlaanderen vervlaamst wordt. Soms wordt in Vlaanderen een Franse uitspraak gehanteerd, dan volgt de uitspraak in Nederland meestal het Engels.

    Voor Engelse leenwoorden met korte a is er een afzonderlijk lemma waar deze gevallen ondergebracht kunnen worden.

    Het spijtige is dat de Vlaamse media voor deze woorden de Nederlandse uitspraak gebruiken ondanks dat de Vlaamse uitspraak in Vlaanderen zeer algemeen is. Dit is een aanfluiting van de V die voor Vlaams staat in o.a. vrt en VTM.

    Wat klemtonen betreft kan voor het West-Vlaams algemeen gesteld worden dat de klemtoon zeer dikwijls op de eerste lettergreep ligt (zoals ook in het nabije(re) Engels), ook en wellicht het meest opmerkelijk bij eigennamen. Bijvoorbeeld, waar een doorsnee Vlaming of Nederlander de naam Stefanie zal uitspreken zoals de Fransen, met de klemtoon op de laatste lettergreep, heet deze vrouw in West-Vlaanderen Stefanie. De West-Vlaamse politieker Vande Lanotte heet in zijn thuisprovincie Vande Lanotte.

    In de Vlaamse audiovisuele media, en bij uitstek bij de VRT, verzint men ook dikwijls een zogenaamd correcte uitspraak, die evenwel door Vlamingen noch door Nederlanders wordt gedragen. Deze gevallen worden ook aan dit lemma toegevoegd. Zie bij deze ook het lemma vrt-taal.

    zie ook Breda, Spa: vokaalreductie

    alfabetische lijst:

    ‘s anderendaags: VL: san·dren·da(a)gs; NL: san·de·ren·daags
    advocaat: VL: ad·vo·kaat; NL: at·fo·kaat
    Afrika: VL: a·fri·ka; NL: aa·fri·kaa
    Amerika: VL: a·mee·ri·ka; NL: a·mee·ri·kaa
    Antarctica (idem Arctica): an·tarc·ti·ca; NL: an·tarc·ti·caa
    archipel: VL: ar·chi·pel; NL: ar·chi·pel
    asfalt: VL: as·falt; NL: as·falt
    azalea: VL: a·za·lee·ja; NL: a·zaa·lee·jaa
    badminton: VL: bat·min·ton (fonetisch); NL: bèt·min·ten (Engels)
    Belgrado: VL: bel·gra·do; NL: bel·gra·do
    Bernard: VL: ber·naar (Frans); NL: bern·(h)art (Engels)
    bijna: VL: bij·na(a)/be·na(a) (zie ook bekan); NL: bij·naa
    bikini: VL: bi·ki·ni; NL: bi·ki·ni
    braderie: VL: bra·de·ri; NL: braa·de·rie
    braderij: VL: bra·de·rij; NL: braa·de·rij
    buggy: VL: bu·gi (zachte g); NL: bu·Gi (g van Frans ’grand’ of Engels ‘great’)
    burgemeester: VL: bur·ge·mees·ter; NL: bur·ge·mees·ter
    cacao: VL: ca·ca·oo; NL: ca·caa·oo
    carnaval: VL: kar·na·val (Frans); NL: kar·ne·val (Engels); VRT-uitspraak: kar·naa·val
    casino: VL: ca·zi·noo; NL: ca·sie·noo (zie ook Vlaamse geslachten)
    catalogus: VL: ca·ta·loo·gus (scherpe u; eigenlijk eerder cataloog); NL: ca·taa·lo·chus (doffe u)
    chips (patatten): VL: tjips (scherpe i); NL: sjips (doffe i)
    cichorei: VL: sjie·ko·rei; NL: sie·cho·rei (± fonetisch)
    clitoris: VL: cli·too·ris (beide i’s als in fiets); NL: cli·to·ris (beide i’s als in dik)
    compagnie: VL: kom.pa.nie; NL-SN: kom.panj.ie
    conciërge: VL: kon·s·jer·zje (± Frans); NL: kon·zjer·zje
    coup: VL: koe (Frans); NL: koep (± fonetisch)
    dement: VL: dee·ment; NL: de ment
    dementie: VL: dee·men·sie; NL: de·men·tsie
    detective: VL: de·tek·tie·ve/de·dek·tie·ve (fonetisch); NL: die·tek·tif (Engels)
    Doornroosje: VL: doo·rn·roo·sje; NL: doo·rn·roo·sje
    doorprikken: VL: door·prik·ken; NL: door·prik·ken
    dossier: VL: dos·sier (fonetisch); NL: do·sjee (Frans)
    elixir: VL: ee·liek·sier/ee·lieg·zier (Arabisch, ‘g’ uitgesproken als in het Engelse ‘good’); NL: ee·lik·ser (‘lik’ uitgesproken als ‘dik’)
    encyclopedie: VL: en·cy·clo·pe·die (fonetisch); NL: aun·cy·clo·pe·die (Frans, de ‘aun’ is nasaal)
    energie: VL: e·ner·gie (fonetisch); NL: e·ner·zjie/e·ner·sjie (Frans)
    epidemie: VL: ee·pi·dee·mi (korte i); NL: ee·pi·dee·mie (Frans)
    essay: VL: es· (Frans); NL: es·seej/es·seej (Engels)
    Europa: VL: eu·roo·pa; NL: eu·roo·paa
    exo- (bv. exorbitant, exotisch): VL: eG·zoo (G = stemhebbende k); NL: ek·soo
    festival: VL: fest·ti·val; NL: fes·ti·val
    flirten: VL: flir·ten (fonetisch); NL: fleur·ten (Engels)
    foto: VL: fo·too; NL: foo·too
    fotografie: VL: fo·to·gra·fie; NL: foo·too·gra·fie
    garantie: VL: ga·ran·tie (Frans; ook ga·ran·sie); NL: ga·ran·tsie
    gelijkvloers: VL: ge·lijk·vloers; NL: ge·lijk·vloers
    Gerard: VL: zjee·raar (Frans); NL: gee·rart (fonetisch)
    gilet: VL: zjie·lee; NL: zjie·lèt
    goal: VL: gool (zachte g); NL: Gool (g van Frans ‘grand’ of Engels ‘great’)
    golf: VL: golf (zachte g); NL: Golf (g van Frans ‘grand’ of Engels ‘great’)
    Google: VL: goe·gel/Goe·Gel (korte oe-klank; G = stemhebbende k); NL: Goe·Gel (lange oe-klank; G = stemhebbende k)
    hifi: VL: haai·fi (Brits Engels); NL: haai·faai (Amerikaans Engels)
    hostess: VL: hos·tès; NL: hos·tes (Engels)
    hygiëne: VL: hy·gjee·ne; NL: hy·gjèè·ne (Frans)
    ingewikkeld: VL: in·ge·wik·keld; NL: in·ge·wik·keld
    intrige: VL: in·trie·ge (fonetisch); NL: in·trie·zje/in·trie·sje (hypercorrecte uitspraak van intrige met /ž/ -Frans intrigue)
    Iran: VL: i·ran; NL: i·raan (zie ook Iranees
    Israël: VL: iez·ra·jel (‘i’ als in ‘kiwi’); NL: is·ra·‘el (‘i’ als in ‘dik’)
    item: VL: i·tem (korte i, doffe e); NL: aaj·tem (Engels)
    jacuzzi: dja·koe·zi/zja·koe·zi; NL: ja·koe·zi
    jenever: VL: zje·nee·ver; NL: je·nee·ver (fonetisch)
    Jos: VL: zjos; NL: jos
    junior: VL: zju·njor (scherpe u); NL: ju·ni·jor (scherpe u en i)
    kameleon: VL: ka·mee·lee·jon; NL: ka·mee·lie·jon
    kathedraal: VL: ka·tee·draal; NL: kat·te·draal
    koala: VL: ko·a·la; NL: koo·aa·laa
    Koran: VL: koo·ran; NL: ko·raan
    labrador: VL: la·bra·dor; NL: laa·braa·dor
    landrover: VL: land·roe·ver; NL: land·ro·ver
    lavabo: VL: la·va·boo; NL: la·vaa·boo/la·vaa·boo
    Lutgart: VL: lut·gart; NL: lutgart
    mammoet: VL: mam·moet; NL: mam·moet
    Mercedes: VL: Mèr·ce·dès (scherpe e achteraan; ± Spaans); NL: Mèr·cee·des (doffe e achteraan; ± Engels)
    meteen: VL en NL: mè·teen (‘mè’ als in ‘bed’); VL media: me·teen (‘me’ als in ‘der’)
    mobilhome: VL: mo·bi·loom (scherpe i); NL: moo·bel·hoom (doffe e)
    Monaco: VL: Mo·na·coo; NL: Moo·naa·coo
    monopoly: VL: mo·no·poo·ly; NL: mo·no(o)·pe·ly (Engels)
    namiddag: VL: na·mid·dag; NL: na·mid·dag
    nasi (goreng): VL: naa·zi; NL: na·si
    Nieuwjaar: VL: nieuw·jaar; NL: nieuw·jaar
    Nobelprijs: VL: No·bel·prijs; NL: No·bèl·prijs
    nostalgie: VL: nos·tal·gie (fonetisch); NL: nos·tal·zjie/nos·tal·sjie (Frans)
    nylon: VL: ni·lon / nij·lon (Frans / vervlaamst); NL: naaj·lon (Engels)
    omwenteling: VL: om·wen·te·ling; NL: om·wen·te·ling
    onderhoud: VL: on·der·houd; NL: on·der·houd
    Oostende: VL: os·ten·de; NL: oost en·de
    pallet: VL: pa·lèt; NL: pèl·let (Engels)
    pandemie: VL: pan·dee·mi (korte i); NL: pan·dee·mie (Frans)
    parameter: VL: pa·ra·mee·ter; NL: pa·raa·m?·ter
    parfum: VL: par·fui (Frans, de ‘ui’ is nasaal); NL: par·fum (fonetisch)
    passagier: VL: pas·sa·gier (fonetisch); NL: pas·sa·zjier/pas·sa·sjier
    pedalo: VL: pee·da·loo; NL: pee·daa·loo
    per: VL: ‘per’ als ‘der’; NL: ‘per’ als ‘ver’
    percent: VL: per·cent (‘per’ als ‘der’); NL: per·cent (‘per’ als ‘ver’)
    per se: VL: per see (‘per’ als ‘der’); NL: pèr see (Latijn, ‘pèr’ als ‘ver’)
    pikken: VL: pi·ken (scherpe i); NL: p?·ken (doffe i)
    pissen: VL: pi·sen (scherpe i); NL: p?·sen (doffe i)
    pistolet: VL: pis·to·lee; NL: pis·to·lèt
    platform: VL: plat·form; NL: plat·form
    pointe: VL: pwèèn·te; NL: pwan·te
    pyjama: VL: pi·zja·ma; NL: pie·jaa·maa
    radar: VL: ra.daar; NL: raa.dar
    reclame: VL: ree·claa·me (echter dikwijls reklam, wél met een doffe e); NL: re·claa·me (beide e’s zijn dof)
    record: VL: re·kort (fonetisch); NL: ree·koor (Frans)
    recital: VL: re·si·tal (scherpe i, Frans); NL: rie·saaj·tel (Engels)
    reportage: VL: ree·por·taa·zje; NL: re·por·taa·sje (beide e’s zijn dof)
    reünie: VL: ree·ju·nie; NL: ree·u·nie (Franse klemtoon)
    Robert: VL: ro·beir (Frans); NL: ro(o)·bert (Engels)
    robot: VL: ro·bot; NL: roo·bot
    rondpunt: VL: rond·punt; NL: rond·punt
    Roodkapje: VL: rood·kap·je; NL: rood·kap·je
    salami: VL: sa·la·mi; NL: sa·laa·mi
    sceptisch: VL: sep·ties; NL: skep·ties
    service: VL: ser·vis (scherpe i, Frans); NL: seur·vis (doffe i, Engels)
    site: VL: sitte; NL: saajt
    Sneeuwwitje: VL: sneeuw·wi·tje; NL: sneeuw·wit·je
    stadhuis: VL: sta·tuis; NL: stad·huis
    steak: VL: stek/stik (Frans); NL: steek (Engels)
    super, hyper: VL én NL: su·per, hy·per; VL media: sup·per, hip·per
    tabak: VL: ta·bak (zie ook toebak); NL: ta·bak (Frans)
    tarmac: VL: tar·mac; SN: tar·mac
    Tenerife: VL: ·ne·rif ; NL: tee·nee·rif (korte, scherpe i); VRT-uitspraak: tee·nee·rie·fee
    tenzij: VL: ten·zij (‘e’ als in ‘der’, komt van "’t en zij’); NL: ten·zij, ten·zij (‘e’ in beide varianten als in ‘bed’)
    terras: VL: tèr·ras; NL: te ras
    tic: VL: tik (scherpe i, zie ook tic nerveux); NL: tik (doffe i)
    ticket: VL: tie·kèt (Frans); NL: tik·ket (Engels)
    trainen: VL: trei·nen; NL: treej·nen (Engels)
    urgent: VL: ur·gent (scherpe u); NL: ur·gent (doffe u)
    vanille: VL: va·nie·le (fonetisch); NL: va·nie·je (Frans)
    verkoop: VL: ver·koop; NL: vér·koop (tegen alle regels in)
    virus: VL: vi·rus (scherpe korte i, scherpe korte u); NL: vie·res (lange i, doffe e)
    voormiddag: VL: voor·mid·dag; NL: voor·mid·dag
    vrijgezel: VL: vrij·ge·zel; NL: vrij·ge·zel
    werkloos: VL: werk·loos; NL: werk·loos
    werkloosheid: VL: werk·loos·heid; NL: werk·loos·heid
    werknemer: VL: werk·nee·mer; NL: werk·nee·mer
    wodka: VL: vod·ka (Slavisch, de ‘d’ is eerder stemhebbend); NL: wot·kaa (de ‘t’ is stemloos)
    yoghurt: VL: joe·choert (soms joe·goert; ± Turks); NL: jo·chert, jo·ggert (fonetisch)
    YouTube: VL: joe·toep; NL: joew·tsjoewp
    zone: VL: zoo·ne; NL: zoa·ne (Frans)
    zonsondergang: VL: zon·zon·der·gang; NL: zons·on·der·gang
    zonsopgang: VL: zon·zop·gang; NL: zons·op·gang

    woorden op —ist/—isme/—isch: VL: —ist/—isme/—isch (‘i’ als in ‘fiets’); NL: —?st/—?sme/—?sch (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —tie: VL: —sie; NL: —tsie
    woorden op —tje/—dje: VL: —tje (de t- en j-klanken komen samen zoals in ‘checken’); NL: —t·je (de t- en j-klanken worden apart uitgesproken)
    woorden met —ci— of —ti— (bv. ‘officieel’, ‘politioneel’): VL: —s·j— (de s- en j-klanken worden apart uitgesproken); NL: —sj—, —tsj— (de s- en j-klanken komen samen zoals in ‘sjaal’ of ‘checken’)
    woorden met dis—: VL: dis— (‘i’ als in ‘fiets’); NL: d?s— (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —achtig: VL: klemtoon op woord zelf; NL: klemtoon op achtig en adempauze tussen woord en achtig → bv. VL: ze·nu·wach·tig; NL: ze·nuw acht·ig

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 16 Jun 2020 16:27
    114 reactie(s)

    Versie 117

    Vlaamse uitspraak
    (uitspraakvarianten)

    Heel wat woorden worden in Vlaanderen anders uitgesproken dan in Nederland. Dan gaat het niet zozeer over regelgebonden uitspraken zoals de zachte g, maar over woorden zoals pyjama dat in Vlaanderen als pie-zja-ma en in Nederland als pie-jaa-maa uitgesproken wordt. Of over klemtonen zoals bij burgemeester waarbij in Vlaanderen het accent op de eerste lettergreep valt en in Nederland op de derde. Bij leenwoorden hanteert men in Nederland zeer dikwijls een nabootsing volgens de Nederlandse klankwetten van de klanken in de oorspronkelijke taal (meestal Engels of Frans), terwijl de uitspraak in Vlaanderen vervlaamst wordt. Soms wordt in Vlaanderen een Franse uitspraak gehanteerd, dan volgt de uitspraak in Nederland meestal het Engels.

    Voor Engelse leenwoorden met korte a is er een afzonderlijk lemma waar deze gevallen ondergebracht kunnen worden.

    Het spijtige is dat de Vlaamse media voor deze woorden de Nederlandse uitspraak gebruiken ondanks dat de Vlaamse uitspraak in Vlaanderen zeer algemeen is. Dit is een aanfluiting van de V die voor Vlaams staat in o.a. vrt en VTM.

    Wat klemtonen betreft kan voor het West-Vlaams algemeen gesteld worden dat de klemtoon zeer dikwijls op de eerste lettergreep ligt (zoals ook in het nabije(re) Engels), ook en wellicht het meest opmerkelijk bij eigennamen. Bijvoorbeeld, waar een doorsnee Vlaming of Nederlander de naam Stefanie zal uitspreken zoals de Fransen, met de klemtoon op de laatste lettergreep, heet deze vrouw in West-Vlaanderen Stefanie. De West-Vlaamse politieker Vande Lanotte heet in zijn thuisprovincie Vande Lanotte.

    In de Vlaamse audiovisuele media, en bij uitstek bij de VRT, verzint men ook dikwijls een zogenaamd correcte uitspraak, die evenwel door Vlamingen noch door Nederlanders wordt gedragen. Deze gevallen worden ook aan dit lemma toegevoegd. Zie bij deze ook het lemma vrt-taal.

    zie ook Breda, Spa: vokaalreductie

    alfabetische lijst:

    ‘s anderendaags: VL: san·dren·da(a)gs; NL: san·de·ren·daags
    advocaat: VL: ad·vo·kaat; NL: at·fo·kaat
    Afrika: VL: a·fri·ka; NL: aa·fri·kaa
    Amerika: VL: a·mee·ri·ka; NL: a·mee·ri·kaa
    Antarctica (idem Arctica): an·tarc·ti·ca; NL: an·tarc·ti·caa
    archipel: VL: ar·chi·pel; NL: ar·chi·pel
    asfalt: VL: as·falt; NL: as·falt
    azalea: VL: a·za·lee·ja; NL: a·zaa·lee·jaa
    badminton: VL: bat·min·ton (fonetisch); NL: bèt·min·ten (Engels)
    Belgrado: VL: bel·gra·do; NL: bel·gra·do
    Bernard: VL: ber·naar (Frans); NL: bern·(h)art (Engels)
    bijna: VL: bij·na(a)/be·na(a) (zie ook bekan); NL: bij·naa
    bikini: VL: bi·ki·ni; NL: bi·ki·ni
    braderie: VL: bra·de·ri; NL: braa·de·rie
    braderij: VL: bra·de·rij; NL: braa·de·rij
    buggy: VL: bu·gi (zachte g); NL: bu·Gi (g van Frans ’grand’ of Engels ‘great’)
    burgemeester: VL: bur·ge·mees·ter; NL: bur·ge·mees·ter
    cacao: VL: ca·ca·oo; NL: ca·caa·oo
    carnaval: VL: kar·na·val (Frans); NL: kar·ne·val (Engels); VRT-uitspraak: kar·naa·val
    casino: VL: ca·zi·noo; NL: ca·sie·noo (zie ook Vlaamse geslachten)
    catalogus: VL: ca·ta·loo·gus (scherpe u; eigenlijk eerder cataloog); NL: ca·taa·lo·chus (doffe u)
    chips (patatten): VL: tjips (scherpe i); NL: sjips (doffe i)
    cichorei: VL: sjie·ko·rei; NL: sie·cho·rei (± fonetisch)
    clitoris: VL: cli·too·ris (beide i’s als in fiets); NL: cli·to·ris (beide i’s als in dik)
    compagnie: VL: kom.pa.nie; NL-SN: kom.panj.ie
    conciërge: VL: kon·s·jer·zje (± Frans); NL: kon·zjer·zje
    coup: VL: koe (Frans); NL: koep (± fonetisch)
    dement: VL: dee·ment; NL: de ment
    dementie: VL: dee·men·sie; NL: de·men·tsie
    detective: VL: de·tek·tie·ve/de·dek·tie·ve (fonetisch); NL: die·tek·tif (Engels)
    Doornroosje: VL: doo·rn·roo·sje; NL: doo·rn·roo·sje
    doorprikken: VL: door·prik·ken; NL: door·prik·ken
    dossier: VL: dos·sier (fonetisch); NL: do·sjee (Frans)
    elixir: VL: ee·liek·sier/ee·lieg·zier (Arabisch, ‘g’ uitgesproken als in het Engelse ‘good’); NL: ee·lik·ser (‘lik’ uitgesproken als ‘dik’)
    encyclopedie: VL: en·cy·clo·pe·die (fonetisch); NL: aun·cy·clo·pe·die (Frans, de ‘aun’ is nasaal)
    energie: VL: e·ner·gie (fonetisch); NL: e·ner·zjie/e·ner·sjie (Frans)
    epidemie: VL: ee·pi·dee·mi (korte i); NL: ee·pi·dee·mie (Frans)
    essay: VL: es· (Frans); NL: es·seej/es·seej (Engels)
    Europa: VL: eu·roo·pa; NL: eu·roo·paa
    exo- (bv. exorbitant, exotisch): VL: eG·zoo (G = stemhebbende k); NL: ek·soo
    festival: VL: fest·ti·val; NL: fes·ti·val
    flirten: VL: flir·ten (fonetisch); NL: fleur·ten (Engels)
    foto: VL: fo·too; NL: foo·too
    fotografie: VL: fo·to·gra·fie; NL: foo·too·gra·fie
    garantie: VL: ga·ran·tie (Frans; ook ga·ran·sie); NL: ga·ran·tsie
    gelijkvloers: VL: ge·lijk·vloers; NL: ge·lijk·vloers
    Gerard: VL: zjee·raar (Frans); NL: gee·rart (fonetisch)
    gilet: VL: zjie·lee; NL: zjie·lèt
    goal: VL: gool (zachte g); NL: Gool (g van Frans ‘grand’ of Engels ‘great’)
    golf: VL: golf (zachte g); NL: Golf (g van Frans ‘grand’ of Engels ‘great’)
    Google: VL: goe·gel/Goe·Gel (korte oe-klank; G = stemhebbende k); NL: Goe·Gel (lange oe-klank; G = stemhebbende k)
    hifi: VL: haai·fi (Brits Engels); NL: haai·faai (Amerikaans Engels)
    hostess: VL: hos·tès; NL: hos·tes (Engels)
    hygiëne: VL: hy·gjee·ne; NL: hy·gjèè·ne (Frans)
    ingewikkeld: VL: in·ge·wik·keld; NL: in·ge·wik·keld
    intrige: VL: in·trie·ge (fonetisch); NL: in·trie·zje/in·trie·sje (hypercorrecte uitspraak van intrige met /ž/ -Frans intrigue)
    Iran: VL: i·ran; NL: i·raan (zie ook Iranees
    Israël: VL: iez·ra·jel (‘i’ als in ‘kiwi’); NL: is·ra·‘el (‘i’ als in ‘dik’)
    item: VL: i·tem (korte i, doffe e); NL: aaj·tem (Engels)
    jacuzzi: dja·koe·zi/zja·koe·zi; NL: ja·koe·zi
    jenever: VL: zje·nee·ver; NL: je·nee·ver (fonetisch)
    Jos: VL: zjos; NL: jos
    junior: VL: zju·njor (scherpe u); NL: ju·ni·jor (scherpe u en i)
    kameleon: VL: ka·mee·lee·jon; NL: ka·mee·lie·jon
    kathedraal: VL: ka·tee·draal; NL: kat·te·draal
    koala: VL: ko·a·la; NL: koo·aa·laa
    Koran: VL: koo·ran; NL: ko·raan
    landrover: VL: land·roe·ver; NL: land·ro·ver
    lavabo: VL: la·va·boo; NL: la·vaa·boo/la·vaa·boo
    Lutgart: VL: lut·gart; NL: lutgart
    mammoet: VL: mam·moet; NL: mam·moet
    Mercedes: VL: Mèr·ce·dès (scherpe e achteraan; ± Spaans); NL: Mèr·cee·des (doffe e achteraan; ± Engels)
    meteen: VL en NL: mè·teen (‘mè’ als in ‘bed’); VL media: me·teen (‘me’ als in ‘der’)
    mobilhome: VL: mo·bi·loom (scherpe i); NL: moo·bel·hoom (doffe e)
    Monaco: VL: Mo·na·coo; NL: Moo·naa·coo
    monopoly: VL: mo·no·poo·ly; NL: mo·no(o)·pe·ly (Engels)
    namiddag: VL: na·mid·dag; NL: na·mid·dag
    nasi (goreng): VL: naa·zi; NL: na·si
    Nieuwjaar: VL: nieuw·jaar; NL: nieuw·jaar
    Nobelprijs: VL: No·bel·prijs; NL: No·bèl·prijs
    nostalgie: VL: nos·tal·gie (fonetisch); NL: nos·tal·zjie/nos·tal·sjie (Frans)
    nylon: VL: ni·lon / nij·lon (Frans / vervlaamst); NL: naaj·lon (Engels)
    omwenteling: VL: om·wen·te·ling; NL: om·wen·te·ling
    onderhoud: VL: on·der·houd; NL: on·der·houd
    Oostende: VL: os·ten·de; NL: oost en·de
    pallet: VL: pa·lèt; NL: pèl·let (Engels)
    pandemie: VL: pan·dee·mi (korte i); NL: pan·dee·mie (Frans)
    parameter: VL: pa·ra·mee·ter; NL: pa·raa·m?·ter
    parfum: VL: par·fui (Frans, de ‘ui’ is nasaal); NL: par·fum (fonetisch)
    passagier: VL: pas·sa·gier (fonetisch); NL: pas·sa·zjier/pas·sa·sjier
    pedalo: VL: pee·da·loo; NL: pee·daa·loo
    per: VL: ‘per’ als ‘der’; NL: ‘per’ als ‘ver’
    percent: VL: per·cent (‘per’ als ‘der’); NL: per·cent (‘per’ als ‘ver’)
    per se: VL: per see (‘per’ als ‘der’); NL: pèr see (Latijn, ‘pèr’ als ‘ver’)
    pikken: VL: pi·ken (scherpe i); NL: p?·ken (doffe i)
    pissen: VL: pi·sen (scherpe i); NL: p?·sen (doffe i)
    pistolet: VL: pis·to·lee; NL: pis·to·lèt
    platform: VL: plat·form; NL: plat·form
    pointe: VL: pwèèn·te; NL: pwan·te
    pyjama: VL: pi·zja·ma; NL: pie·jaa·maa
    radar: VL: ra.daar; NL: raa.dar
    reclame: VL: ree·claa·me (echter dikwijls reklam, wél met een doffe e); NL: re·claa·me (beide e’s zijn dof)
    record: VL: re·kort (fonetisch); NL: ree·koor (Frans)
    recital: VL: re·si·tal (scherpe i, Frans); NL: rie·saaj·tel (Engels)
    reportage: VL: ree·por·taa·zje; NL: re·por·taa·sje (beide e’s zijn dof)
    reünie: VL: ree·ju·nie; NL: ree·u·nie (Franse klemtoon)
    Robert: VL: ro·beir (Frans); NL: ro(o)·bert (Engels)
    robot: VL: ro·bot; NL: roo·bot
    rondpunt: VL: rond·punt; NL: rond·punt
    Roodkapje: VL: rood·kap·je; NL: rood·kap·je
    salami: VL: sa·la·mi; NL: sa·laa·mi
    sceptisch: VL: sep·ties; NL: skep·ties
    service: VL: ser·vis (scherpe i, Frans); NL: seur·vis (doffe i, Engels)
    site: VL: sitte; NL: saajt
    Sneeuwwitje: VL: sneeuw·wi·tje; NL: sneeuw·wit·je
    stadhuis: VL: sta·tuis; NL: stad·huis
    steak: VL: stek/stik (Frans); NL: steek (Engels)
    super, hyper: VL én NL: su·per, hy·per; VL media: sup·per, hip·per
    tabak: VL: ta·bak (zie ook toebak); NL: ta·bak (Frans)
    tarmac: VL: tar·mac; SN: tar·mac
    Tenerife: VL: ·ne·rif ; NL: tee·nee·rif (korte, scherpe i); VRT-uitspraak: tee·nee·rie·fee
    tenzij: VL: ten·zij (‘e’ als in ‘der’, komt van "’t en zij’); NL: ten·zij, ten·zij (‘e’ in beide varianten als in ‘bed’)
    terras: VL: tèr·ras; NL: te ras
    tic: VL: tik (scherpe i, zie ook tic nerveux); NL: tik (doffe i)
    ticket: VL: tie·kèt (Frans); NL: tik·ket (Engels)
    trainen: VL: trei·nen; NL: treej·nen (Engels)
    urgent: VL: ur·gent (scherpe u); NL: ur·gent (doffe u)
    vanille: VL: va·nie·le (fonetisch); NL: va·nie·je (Frans)
    verkoop: VL: ver·koop; NL: vér·koop (tegen alle regels in)
    virus: VL: vi·rus (scherpe korte i, scherpe korte u); NL: vie·res (lange i, doffe e)
    voormiddag: VL: voor·mid·dag; NL: voor·mid·dag
    vrijgezel: VL: vrij·ge·zel; NL: vrij·ge·zel
    werkloos: VL: werk·loos; NL: werk·loos
    werkloosheid: VL: werk·loos·heid; NL: werk·loos·heid
    werknemer: VL: werk·nee·mer; NL: werk·nee·mer
    wodka: VL: vod·ka (Slavisch, de ‘d’ is eerder stemhebbend); NL: wot·kaa (de ‘t’ is stemloos)
    yoghurt: VL: joe·choert (soms joe·goert; ± Turks); NL: jo·chert, jo·ggert (fonetisch)
    YouTube: VL: joe·toep; NL: joew·tsjoewp
    zone: VL: zoo·ne; NL: zoa·ne (Frans)
    zonsondergang: VL: zon·zon·der·gang; NL: zons·on·der·gang
    zonsopgang: VL: zon·zop·gang; NL: zons·op·gang

    woorden op —ist/—isme/—isch: VL: —ist/—isme/—isch (‘i’ als in ‘fiets’); NL: —?st/—?sme/—?sch (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —tie: VL: —sie; NL: —tsie
    woorden op —tje/—dje: VL: —tje (de t- en j-klanken komen samen zoals in ‘checken’); NL: —t·je (de t- en j-klanken worden apart uitgesproken)
    woorden met —ci— of —ti— (bv. ‘officieel’, ‘politioneel’): VL: —s·j— (de s- en j-klanken worden apart uitgesproken); NL: —sj—, —tsj— (de s- en j-klanken komen samen zoals in ‘sjaal’ of ‘checken’)
    woorden met dis—: VL: dis— (‘i’ als in ‘fiets’); NL: d?s— (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —achtig: VL: klemtoon op woord zelf; NL: klemtoon op achtig en adempauze tussen woord en achtig → bv. VL: ze·nu·wach·tig; NL: ze·nuw acht·ig

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 11 Jun 2020 22:37
    114 reactie(s)

    Versie 116

    Vlaamse uitspraak
    (uitspraakvarianten)

    Heel wat woorden worden in Vlaanderen anders uitgesproken dan in Nederland. Dan gaat het niet zozeer over regelgebonden uitspraken zoals de zachte g, maar over woorden zoals pyjama dat in Vlaanderen als pie-zja-ma en in Nederland als pie-jaa-maa uitgesproken wordt. Of over klemtonen zoals bij burgemeester waarbij in Vlaanderen het accent op de eerste lettergreep valt en in Nederland op de derde. Bij leenwoorden hanteert men in Nederland zeer dikwijls een nabootsing volgens de Nederlandse klankwetten van de klanken in de oorspronkelijke taal (meestal Engels of Frans), terwijl de uitspraak in Vlaanderen vervlaamst wordt. Soms wordt in Vlaanderen een Franse uitspraak gehanteerd, dan volgt de uitspraak in Nederland meestal het Engels.

    Voor Engelse leenwoorden met korte a is er een afzonderlijk lemma waar deze gevallen ondergebracht kunnen worden.

    Het spijtige is dat de Vlaamse media voor deze woorden de Nederlandse uitspraak gebruiken ondanks dat de Vlaamse uitspraak in Vlaanderen zeer algemeen is. Dit is een aanfluiting van de V die voor Vlaams staat in o.a. vrt en VTM.

    Wat klemtonen betreft kan voor het West-Vlaams algemeen gesteld worden dat de klemtoon zeer dikwijls op de eerste lettergreep ligt (zoals ook in het nabije(re) Engels), ook en wellicht het meest opmerkelijk bij eigennamen. Bijvoorbeeld, waar een doorsnee Vlaming of Nederlander de naam Stefanie zal uitspreken zoals de Fransen, met de klemtoon op de laatste lettergreep, heet deze vrouw in West-Vlaanderen Stefanie. De West-Vlaamse politieker Vande Lanotte heet in zijn thuisprovincie Vande Lanotte.

    In de Vlaamse audiovisuele media, en bij uitstek bij de VRT, verzint men ook dikwijls een zogenaamd correcte uitspraak, die evenwel door Vlamingen noch door Nederlanders wordt gedragen. Deze gevallen worden ook aan dit lemma toegevoegd. Zie bij deze ook het lemma vrt-taal.

    zie ook Breda, Spa: vokaalreductie

    alfabetische lijst:

    ‘s anderendaags: VL: san·dren·da(a)gs; NL: san·de·ren·daags
    advocaat: VL: ad·vo·kaat; NL: at·fo·kaat
    Afrika: VL: a·fri·ka; NL: aa·fri·kaa
    Amerika: VL: a·mee·ri·ka; NL: a·mee·ri·kaa
    Antarctica (idem Arctica): an·tarc·ti·ca; NL: an·tarc·ti·caa
    archipel: VL: ar·chi·pel; NL: ar·chi·pel
    asfalt: VL: as·falt; NL: as·falt
    azalea: VL: a·za·lee·ja; NL: a·zaa·lee·jaa
    badminton: VL: bat·min·ton (fonetisch); NL: bèt·min·ten (Engels)
    Belgrado: VL: bel·gra·do; NL: bel·gra·do
    Bernard: VL: ber·naar (Frans); NL: bern·(h)art (Engels)
    bijna: VL: bij·na(a)/be·na(a) (zie ook bekan); NL: bij·naa
    bikini: VL: bi·ki·ni; NL: bi·ki·ni
    braderie: VL: bra·de·ri; NL: braa·de·rie
    braderij: VL: bra·de·rij; NL: braa·de·rij
    buggy: VL: bu·gi (zachte g); NL: bu·Gi (g van Frans ’grand’ of Engels ‘great’)
    burgemeester: VL: bur·ge·mees·ter; NL: bur·ge·mees·ter
    cacao: VL: ca·ca·oo; NL: ca·caa·oo
    carnaval: VL: kar·na·val (Frans); NL: kar·ne·val (Engels); VRT-uitspraak: kar·naa·val
    casino: VL: ca·zi·noo; NL: ca·sie·noo (zie ook Vlaamse geslachten)
    catalogus: VL: ca·ta·loo·gus (scherpe u; eigenlijk eerder cataloog); NL: ca·taa·lo·chus (doffe u)
    chips (patatten): VL: tjips (scherpe i); NL: sjips (doffe i)
    cichorei: VL: sjie·ko·rei; NL: sie·cho·rei (± fonetisch)
    clitoris: VL: cli·too·ris (beide i’s als in fiets); NL: cli·to·ris (beide i’s als in dik)
    compagnie: VL: kom.pa.nie; NL-SN: kom.panj.ie
    conciërge: VL: kon·s·jer·zje (± Frans); NL: kon·zjer·zje
    coup: VL: koe (Frans); NL: koep (± fonetisch)
    dement: VL: dee·ment; NL: de ment
    dementie: VL: dee·men·sie; NL: de·men·tsie
    detective: VL: de·tek·tie·ve/de·dek·tie·ve (fonetisch); NL: die·tek·tif (Engels)
    Doornroosje: VL: doo·rn·roo·sje; NL: doo·rn·roo·sje
    doorprikken: VL: door·prik·ken; NL: door·prik·ken
    dossier: VL: dos·sier (fonetisch); NL: do·sjee (Frans)
    elixir: VL: ee·liek·sier/ee·lieg·zier (Arabisch, ‘g’ uitgesproken als in het Engelse ‘good’); NL: ee·lik·ser (‘lik’ uitgesproken als ‘dik’)
    encyclopedie: VL: en·cy·clo·pe·die (fonetisch); NL: aun·cy·clo·pe·die (Frans, de ‘aun’ is nasaal)
    energie: VL: e·ner·gie (fonetisch); NL: e·ner·zjie/e·ner·sjie (Frans)
    epidemie: VL: ee·pi·dee·mi (korte i); NL: ee·pi·dee·mie (Frans)
    essay: VL: es· (Frans); NL: es·seej/es·seej (Engels)
    Europa: VL: eu·roo·pa; NL: eu·roo·paa
    exo- (bv. exorbitant, exotisch): VL: eG·zoo (G = stemhebbende k); NL: ek·soo
    festival: VL: fest·ti·val; NL: fes·ti·val
    flirten: VL: flir·ten (fonetisch); NL: fleur·ten (Engels)
    foto: VL: fo·too; NL: foo·too
    fotografie: VL: fo·to·gra·fie; NL: foo·too·gra·fie
    garantie: VL: ga·ran·tie (Frans; ook ga·ran·sie); NL: ga·ran·tsie
    gelijkvloers: VL: ge·lijk·vloers; NL: ge·lijk·vloers
    Gerard: VL: zjee·raar (Frans); NL: gee·rart (fonetisch)
    gilet: VL: zjie·lee; NL: zjie·lèt
    goal: VL: gool (zachte g); NL: Gool (g van Frans ‘grand’ of Engels ‘great’)
    golf: VL: golf (zachte g); NL: Golf (g van Frans ‘grand’ of Engels ‘great’)
    Google: VL: goe·gel/Goe·Gel (korte oe-klank; G = stemhebbende k); NL: Goe·Gel (lange oe-klank; G = stemhebbende k)
    hifi: VL: haai·fi (Brits Engels); NL: haai·faai (Amerikaans Engels)
    hostess: VL: hos·tès; NL: hos·tes (Engels)
    hygiëne: VL: hy·gjee·ne; NL: hy·gjèè·ne (Frans)
    ingewikkeld: VL: in·ge·wik·keld; NL: in·ge·wik·keld
    intrige: VL: in·trie·ge (fonetisch); NL: in·trie·zje/in·trie·sje (hypercorrecte uitspraak van intrige met /ž/ -Frans intrigue)
    Iran: VL: i·ran; NL: i·raan (zie ook Iranees
    Israël: VL: iez·ra·jel (‘i’ als in ‘kiwi’); NL: is·ra·‘el (‘i’ als in ‘dik’)
    item: VL: i·tem (korte i, doffe e); NL: aaj·tem (Engels)
    jacuzzi: dja·koe·zi/zja·koe·zi; NL: ja·koe·zi
    jenever: VL: zje·nee·ver; NL: je·nee·ver (fonetisch)
    Jos: VL: zjos; NL: jos
    junior: VL: zju·njor (scherpe u); NL: ju·ni·jor (scherpe u en i)
    kameleon: VL: ka·mee·lee·jon; NL: ka·mee·lie·jon
    kathedraal: VL: ka·tee·draal; NL: kat·te·draal
    koala: VL: ko·a·la; NL: koo·aa·laa
    Koran: VL: koo·ran; NL: ko·raan
    landrover: VL: land·roe·ver; NL: land·ro·ver
    lavabo: VL: la·va·boo; NL: la·vaa·boo/la·vaa·boo
    Lutgart: VL: lut·gart; NL: lutgart
    mammoet: VL: mam·moet; NL: mam·moet
    Mercedes: VL: Mèr·ce·dès (scherpe e achteraan; ± Spaans); NL: Mèr·cee·des (doffe e achteraan; ± Engels)
    meteen: VL en NL: mè·teen (‘mè’ als in ‘bed’); VL media: me·teen (‘me’ als in ‘der’)
    Monaco: VL: Mo·na·coo; NL: Moo·naa·coo
    monopoly: VL: mo·no·poo·ly; NL: mo·no(o)·pe·ly (Engels)
    namiddag: VL: na·mid·dag; NL: na·mid·dag
    nasi (goreng): VL: naa·zi; NL: na·si
    Nieuwjaar: VL: nieuw·jaar; NL: nieuw·jaar
    Nobelprijs: VL: No·bel·prijs; NL: No·bèl·prijs
    nostalgie: VL: nos·tal·gie (fonetisch); NL: nos·tal·zjie/nos·tal·sjie (Frans)
    nylon: VL: ni·lon / nij·lon (Frans / vervlaamst); NL: naaj·lon (Engels)
    omwenteling: VL: om·wen·te·ling; NL: om·wen·te·ling
    onderhoud: VL: on·der·houd; NL: on·der·houd
    Oostende: VL: os·ten·de; NL: oost en·de
    pallet: VL: pa·lèt; NL: pèl·let (Engels)
    pandemie: VL: pan·dee·mi (korte i); NL: pan·dee·mie (Frans)
    parameter: VL: pa·ra·mee·ter; NL: pa·raa·m?·ter
    parfum: VL: par·fui (Frans, de ‘ui’ is nasaal); NL: par·fum (fonetisch)
    passagier: VL: pas·sa·gier (fonetisch); NL: pas·sa·zjier/pas·sa·sjier
    pedalo: VL: pee·da·loo; NL: pee·daa·loo
    per: VL: ‘per’ als ‘der’; NL: ‘per’ als ‘ver’
    percent: VL: per·cent (‘per’ als ‘der’); NL: per·cent (‘per’ als ‘ver’)
    per se: VL: per see (‘per’ als ‘der’); NL: pèr see (Latijn, ‘pèr’ als ‘ver’)
    pikken: VL: pi·ken (scherpe i); NL: p?·ken (doffe i)
    pissen: VL: pi·sen (scherpe i); NL: p?·sen (doffe i)
    pistolet: VL: pis·to·lee; NL: pis·to·lèt
    platform: VL: plat·form; NL: plat·form
    pointe: VL: pwèèn·te; NL: pwan·te
    pyjama: VL: pi·zja·ma; NL: pie·jaa·maa
    radar: VL: ra.daar; NL: raa.dar
    reclame: VL: ree·claa·me (echter dikwijls reklam, wél met een doffe e); NL: re·claa·me (beide e’s zijn dof)
    record: VL: re·kort (fonetisch); NL: ree·koor (Frans)
    recital: VL: re·si·tal (scherpe i, Frans); NL: rie·saaj·tel (Engels)
    reportage: VL: ree·por·taa·zje; NL: re·por·taa·sje (beide e’s zijn dof)
    reünie: VL: ree·ju·nie; NL: ree·u·nie (Franse klemtoon)
    Robert: VL: ro·beir (Frans); NL: ro(o)·bert (Engels)
    robot: VL: ro·bot; NL: roo·bot
    rondpunt: VL: rond·punt; NL: rond·punt
    Roodkapje: VL: rood·kap·je; NL: rood·kap·je
    salami: VL: sa·la·mi; NL: sa·laa·mi
    sceptisch: VL: sep·ties; NL: skep·ties
    service: VL: ser·vis (scherpe i, Frans); NL: seur·vis (doffe i, Engels)
    site: VL: sitte; NL: saajt
    Sneeuwwitje: VL: sneeuw·wi·tje; NL: sneeuw·wit·je
    stadhuis: VL: sta·tuis; NL: stad·huis
    steak: VL: stek/stik (Frans); NL: steek (Engels)
    super, hyper: VL én NL: su·per, hy·per; VL media: sup·per, hip·per
    tabak: VL: ta·bak (zie ook toebak); NL: ta·bak (Frans)
    tarmac: VL: tar·mac; SN: tar·mac
    Tenerife: VL: ·ne·rif ; NL: tee·nee·rif (korte, scherpe i); VRT-uitspraak: tee·nee·rie·fee
    tenzij: VL: ten·zij (‘e’ als in ‘der’, komt van "’t en zij’); NL: ten·zij, ten·zij (‘e’ in beide varianten als in ‘bed’)
    terras: VL: tèr·ras; NL: te ras
    tic: VL: tik (scherpe i, zie ook tic nerveux); NL: tik (doffe i)
    ticket: VL: tie·kèt (Frans); NL: tik·ket (Engels)
    trainen: VL: trei·nen; NL: treej·nen (Engels)
    urgent: VL: ur·gent (scherpe u); NL: ur·gent (doffe u)
    vanille: VL: va·nie·le (fonetisch); NL: va·nie·je (Frans)
    verkoop: VL: ver·koop; NL: vér·koop (tegen alle regels in)
    virus: VL: vi·rus (scherpe korte i, scherpe korte u); NL: vie·res (lange i, doffe e)
    voormiddag: VL: voor·mid·dag; NL: voor·mid·dag
    vrijgezel: VL: vrij·ge·zel; NL: vrij·ge·zel
    werkloos: VL: werk·loos; NL: werk·loos
    werkloosheid: VL: werk·loos·heid; NL: werk·loos·heid
    werknemer: VL: werk·nee·mer; NL: werk·nee·mer
    wodka: VL: vod·ka (Slavisch, de ‘d’ is eerder stemhebbend); NL: wot·kaa (de ‘t’ is stemloos)
    yoghurt: VL: joe·choert (soms joe·goert; ± Turks); NL: jo·chert, jo·ggert (fonetisch)
    YouTube: VL: joe·toep; NL: joew·tsjoewp
    zone: VL: zoo·ne; NL: zoa·ne (Frans)
    zonsondergang: VL: zon·zon·der·gang; NL: zons·on·der·gang
    zonsopgang: VL: zon·zop·gang; NL: zons·op·gang

    woorden op —ist/—isme/—isch: VL: —ist/—isme/—isch (‘i’ als in ‘fiets’); NL: —?st/—?sme/—?sch (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —tie: VL: —sie; NL: —tsie
    woorden op —tje/—dje: VL: —tje (de t- en j-klanken komen samen zoals in ‘checken’); NL: —t·je (de t- en j-klanken worden apart uitgesproken)
    woorden met —ci— of —ti— (bv. ‘officieel’, ‘politioneel’): VL: —s·j— (de s- en j-klanken worden apart uitgesproken); NL: —sj—, —tsj— (de s- en j-klanken komen samen zoals in ‘sjaal’ of ‘checken’)
    woorden met dis—: VL: dis— (‘i’ als in ‘fiets’); NL: d?s— (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —achtig: VL: klemtoon op woord zelf; NL: klemtoon op achtig en adempauze tussen woord en achtig → bv. VL: ze·nu·wach·tig; NL: ze·nuw acht·ig

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Georges Grootjans op 08 Jun 2020 21:39
    114 reactie(s)

    Versie 115

    Vlaamse uitspraak
    (uitspraakvarianten)

    Heel wat woorden worden in Vlaanderen anders uitgesproken dan in Nederland. Dan gaat het niet zozeer over regelgebonden uitspraken zoals de zachte g, maar over woorden zoals pyjama dat in Vlaanderen als pie-zja-ma en in Nederland als pie-jaa-maa uitgesproken wordt. Of over klemtonen zoals bij burgemeester waarbij in Vlaanderen het accent op de eerste lettergreep valt en in Nederland op de derde. Bij leenwoorden hanteert men in Nederland zeer dikwijls een nabootsing volgens de Nederlandse klankwetten van de klanken in de oorspronkelijke taal (meestal Engels of Frans), terwijl de uitspraak in Vlaanderen vervlaamst wordt. Soms wordt in Vlaanderen een Franse uitspraak gehanteerd, dan volgt de uitspraak in Nederland meestal het Engels.

    Voor Engelse leenwoorden met korte a is er een afzonderlijk lemma waar deze gevallen ondergebracht kunnen worden.

    Het spijtige is dat de Vlaamse media voor deze woorden de Nederlandse uitspraak gebruiken ondanks dat de Vlaamse uitspraak in Vlaanderen zeer algemeen is. Dit is een aanfluiting van de V die voor Vlaams staat in o.a. vrt en VTM.

    Wat klemtonen betreft kan voor het West-Vlaams algemeen gesteld worden dat de klemtoon zeer dikwijls op de eerste lettergreep ligt (zoals ook in het nabije(re) Engels), ook en wellicht het meest opmerkelijk bij eigennamen. Bijvoorbeeld, waar een doorsnee Vlaming of Nederlander de naam Stefanie zal uitspreken zoals de Fransen, met de klemtoon op de laatste lettergreep, heet deze vrouw in West-Vlaanderen Stefanie. De West-Vlaamse politieker Vande Lanotte heet in zijn thuisprovincie Vande Lanotte.

    In de Vlaamse audiovisuele media, en bij uitstek bij de VRT, verzint men ook dikwijls een zogenaamd correcte uitspraak, die evenwel door Vlamingen noch door Nederlanders wordt gedragen. Deze gevallen worden ook aan dit lemma toegevoegd. Zie bij deze ook het lemma vrt-taal.

    zie ook Breda, Spa: vokaalreductie

    alfabetische lijst:

    ‘s anderendaags: VL: san·dren·da(a)gs; NL: san·de·ren·daags
    advocaat: VL: ad·vo·kaat; NL: at·fo·kaat
    Afrika: VL: a·fri·ka; NL: aa·fri·kaa
    Amerika: VL: a·mee·ri·ka; NL: a·mee·ri·kaa
    Antarctica (idem Arctica): an·tarc·ti·ca; NL: an·tarc·ti·caa
    archipel: VL: ar·chi·pel; NL: ar·chi·pel
    asfalt: VL: as·falt; NL: as·falt
    azalea: VL: a·za·lee·ja; NL: a·zaa·lee·jaa
    badminton: VL: bat·min·ton (fonetisch); NL: bèt·min·ten (Engels)
    Belgrado: VL: bel·gra·do; NL: bel·gra·do
    Bernard: VL: ber·naar (Frans); NL: bern·(h)art (Engels)
    bijna: VL: bij·na(a)/be·na(a) (zie ook bekan); NL: bij·naa
    bikini: VL: bi·ki·ni; NL: bi·ki·ni
    braderie: VL: bra·de·ri; NL: braa·de·rie
    braderij: VL: bra·de·rij; NL: braa·de·rij
    buggy: VL: bu·gi (zachte g); NL: bu·Gi (g van Frans ’grand’ of Engels ‘great’)
    burgemeester: VL: bur·ge·mees·ter; NL: bur·ge·mees·ter
    cacao: VL: ca·ca·oo; NL: ca·caa·oo
    carnaval: VL: kar·na·val (Frans); NL: kar·ne·val (Engels); VRT-uitspraak: kar·naa·val
    casino: VL: ca·zi·noo; NL: ca·sie·noo (zie ook Vlaamse geslachten)
    catalogus: VL: ca·ta·loo·gus (scherpe u; eigenlijk eerder cataloog); NL: ca·taa·lo·chus (doffe u)
    chips (patatten): VL: tjips (scherpe i); NL: sjips (doffe i)
    cichorei: VL: sjie·ko·rei; NL: sie·cho·rei (± fonetisch)
    clitoris: VL: cli·too·ris (beide i’s als in fiets); NL: cli·to·ris (beide i’s als in dik)
    compagnie: VL: kom.pa.nie; NL-SN: kom.panj.ie
    conciërge: VL: kon·s·jer·zje (± Frans); NL: kon·zjer·zje
    coup: VL: koe (Frans); NL: koep (± fonetisch)
    dement: VL: dee·ment; NL: de ment
    dementie: VL: dee·men·sie; NL: de·men·tsie
    detective: VL: de·tek·tie·ve/de·dek·tie·ve (fonetisch); NL: die·tek·tif (Engels)
    Doornroosje: VL: doo·rn·roo·sje; NL: doo·rn·roo·sje
    doorprikken: VL: door·prik·ken; NL: door·prik·ken
    dossier: VL: dos·sier (fonetisch); NL: do·sjee (Frans)
    elixir: VL: ee·liek·sier/ee·lieg·zier (Arabisch, ‘g’ uitgesproken als in het Engelse ‘good’); NL: ee·lik·ser (‘lik’ uitgesproken als ‘dik’)
    encyclopedie: VL: en·cy·clo·pe·die (fonetisch); NL: aun·cy·clo·pe·die (Frans, de ‘aun’ is nasaal)
    energie: VL: e·ner·gie (fonetisch); NL: e·ner·zjie/e·ner·sjie (Frans)
    epidemie: VL: ee·pi·dee·mi (korte i); NL: ee·pi·dee·mie (Frans)
    essay: VL: es· (Frans); NL: es·seej/es·seej (Engels)
    Europa: VL: eu·roo·pa; NL: eu·roo·paa
    exo- (bv. exorbitant, exotisch): VL: eG·zoo (G = stemhebbende k); NL: ek·soo
    festival: VL: fest·ti·val; NL: fes·ti·val
    flirten: VL: flir·ten (fonetisch); NL: fleur·ten (Engels)
    foto: VL: fo·too; NL: foo·too
    fotografie: VL: fo·to·gra·fie; NL: foo·too·gra·fie
    garantie: VL: ga·ran·tie (Frans; ook ga·ran·sie); NL: ga·ran·tsie
    gelijkvloers: VL: ge·lijk·vloers; NL: ge·lijk·vloers
    Gerard: VL: zjee·raar (Frans); NL: gee·rart (fonetisch)
    gilet: VL: zjie·lee; NL: zjie·lèt
    goal: VL: gool (zachte g); NL: Gool (g van Frans ‘grand’ of Engels ‘great’)
    golf: VL: golf (zachte g); NL: Golf (g van Frans ‘grand’ of Engels ‘great’)
    Google: VL: goe·gel/Goe·Gel (korte oe-klank; G = stemhebbende k); NL: Goe·Gel (lange oe-klank; G = stemhebbende k)
    hifi: VL: haai·fi (Brits Engels); NL: haai·faai (Amerikaans Engels)
    hostess: VL: hos·tès; NL: hos·tes (Engels)
    hygiëne: VL: hy·gjee·ne; NL: hy·gjèè·ne (Frans)
    ingewikkeld: VL: in·ge·wik·keld; NL: in·ge·wik·keld
    intrige: VL: in·trie·ge (fonetisch); NL: in·trie·zje/in·trie·sje (hypercorrecte uitspraak van intrige met /ž/ -Frans intrigue)
    Iran: VL: i·ran; NL: i·raan (zie ook Iranees
    Israël: VL: iez·ra·jel (‘i’ als in ‘kiwi’); NL: is·ra·‘el (‘i’ als in ‘dik’)
    item: VL: i·tem (korte i, doffe e); NL: aaj·tem (Engels)
    jacuzzi: dja·koe·zi/zja·koe·zi; NL: ja·koe·zi
    jenever: VL: zje·nee·ver; NL: je·nee·ver (fonetisch)
    Jos: VL: zjos; NL: jos
    junior: VL: zju·njor (scherpe u); NL: ju·ni·jor (scherpe u en i)
    kameleon: VL: ka·mee·lee·jon; NL: ka·mee·lie·jon
    kathedraal: VL: ka·tee·draal; NL: kat·te·draal
    koala: VL: ko·a·la; NL: koo·aa·laa
    Koran: VL: koo·ran; NL: ko·raan
    landrover: VL: land·roe·ver; NL: land·ro·ver
    lavabo: VL: la·va·boo; NL: la·vaa·boo/la·vaa·boo
    Lutgart: VL: lut·gart; NL: lutgart
    mammoet: VL: mam·moet; NL: mam·moet
    Mercedes: VL: Mèr·ce·dès (scherpe e achteraan; ± Spaans); NL: Mèr·cee·des (doffe e achteraan; ± Engels)
    meteen: VL en NL: mè·teen (‘mè’ als in ‘bed’); VL media: me·teen (‘me’ als in ‘der’)
    Monaco: VL: Mo·na·coo; NL: Moo·naa·coo
    monopoly: VL: mo·no·poo·ly; NL: mo·no(o)·pe·ly (Engels)
    namiddag: VL: na·mid·dag; NL: na·mid·dag
    nasi (goreng): VL: naa·zi; NL: na·si
    Nieuwjaar: VL: nieuw·jaar; NL: nieuw·jaar
    Nobelprijs: VL: No·bel·prijs; NL: No·bèl·prijs
    nostalgie: VL: nos·tal·gie (fonetisch); NL: nos·tal·zjie/nos·tal·sjie (Frans)
    nylon: VL: ni·lon / nij·lon (Frans / vervlaamst); NL: naaj·lon (Engels)
    omwenteling: VL: om·wen·te·ling; NL: om·wen·te·ling
    onderhoud: VL: on·der·houd; NL: on·der·houd
    Oostende: VL: os·ten·de; NL: oost en·de
    pallet: VL: pa·lèt; NL: pèl·let (Engels)
    pandemie: VL: pan·dee·mi (korte i); NL: pan·dee·mie (Frans)
    parameter: VL: pa·ra·mee·ter; NL: pa·raa·m?·ter
    parfum: VL: par·fui (Frans, de ‘ui’ is nasaal); NL: par·fum (fonetisch)
    passagier: VL: pas·sa·gier (fonetisch); NL: pas·sa·zjier/pas·sa·sjier
    pedalo: VL: pee·da·loo; NL: pee·daa·loo
    per: VL: ‘per’ als ‘der’; NL: ‘per’ als ‘ver’
    percent: VL: per·cent (‘per’ als ‘der’); NL: per·cent (‘per’ als ‘ver’)
    per se: VL: per see (‘per’ als ‘der’); NL: pèr see (Latijn, ‘pèr’ als ‘ver’)
    pikken: VL: pi·ken (scherpe i); NL: p?·ken (doffe i)
    pissen: VL: pi·sen (scherpe i); NL: p?·sen (doffe i)
    pistolet: VL: pis·to·lee; NL: pis·to·lèt
    platform: VL: plat·form; NL: plat·form
    pointe: VL: pwèèn·te; NL: pwan·te
    pyjama: VL: pi·zja·ma; NL: pie·jaa·maa
    radar: VL: ra.daar; NL: ra.dar
    reclame: VL: ree·claa·me (echter dikwijls reklam, wél met een doffe e); NL: re·claa·me (beide e’s zijn dof)
    record: VL: re·kort (fonetisch); NL: ree·koor (Frans)
    recital: VL: re·si·tal (scherpe i, Frans); NL: rie·saaj·tel (Engels)
    reportage: VL: ree·por·taa·zje; NL: re·por·taa·sje (beide e’s zijn dof)
    reünie: VL: ree·ju·nie; NL: ree·u·nie (Franse klemtoon)
    Robert: VL: ro·beir (Frans); NL: ro(o)·bert (Engels)
    robot: VL: ro·bot; NL: roo·bot
    rondpunt: VL: rond·punt; NL: rond·punt
    Roodkapje: VL: rood·kap·je; NL: rood·kap·je
    salami: VL: sa·la·mi; NL: sa·laa·mi
    sceptisch: VL: sep·ties; NL: skep·ties
    service: VL: ser·vis (scherpe i, Frans); NL: seur·vis (doffe i, Engels)
    site: VL: sitte; NL: saajt
    Sneeuwwitje: VL: sneeuw·wi·tje; NL: sneeuw·wit·je
    stadhuis: VL: sta·tuis; NL: stad·huis
    steak: VL: stek/stik (Frans); NL: steek (Engels)
    super, hyper: VL én NL: su·per, hy·per; VL media: sup·per, hip·per
    tabak: VL: ta·bak (zie ook toebak); NL: ta·bak (Frans)
    tarmac: VL: tar·mac; SN: tar·mac
    Tenerife: VL: ·ne·rif ; NL: tee·nee·rif (korte, scherpe i); VRT-uitspraak: tee·nee·rie·fee
    tenzij: VL: ten·zij (‘e’ als in ‘der’, komt van "’t en zij’); NL: ten·zij, ten·zij (‘e’ in beide varianten als in ‘bed’)
    terras: VL: tèr·ras; NL: te ras
    tic: VL: tik (scherpe i, zie ook tic nerveux); NL: tik (doffe i)
    ticket: VL: tie·kèt (Frans); NL: tik·ket (Engels)
    trainen: VL: trei·nen; NL: treej·nen (Engels)
    urgent: VL: ur·gent (scherpe u); NL: ur·gent (doffe u)
    vanille: VL: va·nie·le (fonetisch); NL: va·nie·je (Frans)
    verkoop: VL: ver·koop; NL: vér·koop (tegen alle regels in)
    virus: VL: vi·rus (scherpe korte i, scherpe korte u); NL: vie·res (lange i, doffe e)
    voormiddag: VL: voor·mid·dag; NL: voor·mid·dag
    vrijgezel: VL: vrij·ge·zel; NL: vrij·ge·zel
    werkloos: VL: werk·loos; NL: werk·loos
    werkloosheid: VL: werk·loos·heid; NL: werk·loos·heid
    werknemer: VL: werk·nee·mer; NL: werk·nee·mer
    wodka: VL: vod·ka (Slavisch, de ‘d’ is eerder stemhebbend); NL: wot·kaa (de ‘t’ is stemloos)
    yoghurt: VL: joe·choert (soms joe·goert; ± Turks); NL: jo·chert, jo·ggert (fonetisch)
    YouTube: VL: joe·toep; NL: joew·tsjoewp
    zone: VL: zoo·ne; NL: zoa·ne (Frans)
    zonsondergang: VL: zon·zon·der·gang; NL: zons·on·der·gang
    zonsopgang: VL: zon·zop·gang; NL: zons·op·gang

    woorden op —ist/—isme/—isch: VL: —ist/—isme/—isch (‘i’ als in ‘fiets’); NL: —?st/—?sme/—?sch (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —tie: VL: —sie; NL: —tsie
    woorden op —tje/—dje: VL: —tje (de t- en j-klanken komen samen zoals in ‘checken’); NL: —t·je (de t- en j-klanken worden apart uitgesproken)
    woorden met —ci— of —ti— (bv. ‘officieel’, ‘politioneel’): VL: —s·j— (de s- en j-klanken worden apart uitgesproken); NL: —sj—, —tsj— (de s- en j-klanken komen samen zoals in ‘sjaal’ of ‘checken’)
    woorden met dis—: VL: dis— (‘i’ als in ‘fiets’); NL: d?s— (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —achtig: VL: klemtoon op woord zelf; NL: klemtoon op achtig en adempauze tussen woord en achtig → bv. VL: ze·nu·wach·tig; NL: ze·nuw acht·ig

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Georges Grootjans op 08 Jun 2020 21:38
    114 reactie(s)

    Versie 114

    Vlaamse uitspraak
    (uitspraakvarianten)

    Heel wat woorden worden in Vlaanderen anders uitgesproken dan in Nederland. Dan gaat het niet zozeer over regelgebonden uitspraken zoals de zachte g, maar over woorden zoals pyjama dat in Vlaanderen als pie-zja-ma en in Nederland als pie-jaa-maa uitgesproken wordt. Of over klemtonen zoals bij burgemeester waarbij in Vlaanderen het accent op de eerste lettergreep valt en in Nederland op de derde. Bij leenwoorden hanteert men in Nederland zeer dikwijls een nabootsing volgens de Nederlandse klankwetten van de klanken in de oorspronkelijke taal (meestal Engels of Frans), terwijl de uitspraak in Vlaanderen vervlaamst wordt. Soms wordt in Vlaanderen een Franse uitspraak gehanteerd, dan volgt de uitspraak in Nederland meestal het Engels.

    Voor Engelse leenwoorden met korte a is er een afzonderlijk lemma waar deze gevallen ondergebracht kunnen worden.

    Het spijtige is dat de Vlaamse media voor deze woorden de Nederlandse uitspraak gebruiken ondanks dat de Vlaamse uitspraak in Vlaanderen zeer algemeen is. Dit is een aanfluiting van de V die voor Vlaams staat in o.a. vrt en VTM.

    Wat klemtonen betreft kan voor het West-Vlaams algemeen gesteld worden dat de klemtoon zeer dikwijls op de eerste lettergreep ligt (zoals ook in het nabije(re) Engels), ook en wellicht het meest opmerkelijk bij eigennamen. Bijvoorbeeld, waar een doorsnee Vlaming of Nederlander de naam Stefanie zal uitspreken zoals de Fransen, met de klemtoon op de laatste lettergreep, heet deze vrouw in West-Vlaanderen Stefanie. De West-Vlaamse politieker Vande Lanotte heet in zijn thuisprovincie Vande Lanotte.

    In de Vlaamse audiovisuele media, en bij uitstek bij de VRT, verzint men ook dikwijls een zogenaamd correcte uitspraak, die evenwel door Vlamingen noch door Nederlanders wordt gedragen. Deze gevallen worden ook aan dit lemma toegevoegd. Zie bij deze ook het lemma vrt-taal.

    zie ook Breda, Spa: vokaalreductie

    alfabetische lijst:

    ‘s anderendaags: VL: san·dren·da(a)gs; NL: san·de·ren·daags
    advocaat: VL: ad·vo·kaat; NL: at·fo·kaat
    Afrika: VL: a·fri·ka; NL: aa·fri·kaa
    Amerika: VL: a·mee·ri·ka; NL: a·mee·ri·kaa
    Antarctica (idem Arctica): an·tarc·ti·ca; NL: an·tarc·ti·caa
    archipel: VL: ar·chi·pel; NL: ar·chi·pel
    asfalt: VL: as·falt; NL: as·falt
    azalea: VL: a·za·lee·ja; NL: a·zaa·lee·jaa
    badminton: VL: bat·min·ton (fonetisch); NL: bèt·min·ten (Engels)
    Belgrado: VL: bel·gra·do; NL: bel·gra·do
    Bernard: VL: ber·naar (Frans); NL: bern·(h)art (Engels)
    bijna: VL: bij·na(a)/be·na(a) (zie ook bekan); NL: bij·naa
    bikini: VL: bi·ki·ni; NL: bi·ki·ni
    braderie: VL: bra·de·ri; NL: braa·de·rie
    braderij: VL: bra·de·rij; NL: braa·de·rij
    buggy: VL: bu·gi (zachte g); NL: bu·Gi (g van Frans ’grand’ of Engels ‘great’)
    burgemeester: VL: bur·ge·mees·ter; NL: bur·ge·mees·ter
    cacao: VL: ca·ca·oo; NL: ca·caa·oo
    carnaval: VL: kar·na·val (Frans); NL: kar·ne·val (Engels); VRT-uitspraak: kar·naa·val
    casino: VL: ca·zi·noo; NL: ca·sie·noo (zie ook Vlaamse geslachten)
    catalogus: VL: ca·ta·loo·gus (scherpe u; eigenlijk eerder cataloog); NL: ca·taa·lo·chus (doffe u)
    chips (patatten): VL: tjips (scherpe i); NL: sjips (doffe i)
    cichorei: VL: sjie·ko·rei; NL: sie·cho·rei (± fonetisch)
    clitoris: VL: cli·too·ris (beide i’s als in fiets); NL: cli·to·ris (beide i’s als in dik)
    compagnie: VL: kom.pa.nie; NL-SN: kom.panj.ie
    conciërge: VL: kon·s·jer·zje (± Frans); NL: kon·zjer·zje
    coup: VL: koe (Frans); NL: koep (± fonetisch)
    dement: VL: dee·ment; NL: de ment
    dementie: VL: dee·men·sie; NL: de·men·tsie
    detective: VL: de·tek·tie·ve/de·dek·tie·ve (fonetisch); NL: die·tek·tif (Engels)
    Doornroosje: VL: doo·rn·roo·sje; NL: doo·rn·roo·sje
    doorprikken: VL: door·prik·ken; NL: door·prik·ken
    dossier: VL: dos·sier (fonetisch); NL: do·sjee (Frans)
    elixir: VL: ee·liek·sier/ee·lieg·zier (Arabisch, ‘g’ uitgesproken als in het Engelse ‘good’); NL: ee·lik·ser (‘lik’ uitgesproken als ‘dik’)
    encyclopedie: VL: en·cy·clo·pe·die (fonetisch); NL: aun·cy·clo·pe·die (Frans, de ‘aun’ is nasaal)
    energie: VL: e·ner·gie (fonetisch); NL: e·ner·zjie/e·ner·sjie (Frans)
    epidemie: VL: ee·pi·dee·mi (korte i); NL: ee·pi·dee·mie (Frans)
    essay: VL: es· (Frans); NL: es·seej/es·seej (Engels)
    Europa: VL: eu·roo·pa; NL: eu·roo·paa
    exo- (bv. exorbitant, exotisch): VL: eG·zoo (G = stemhebbende k); NL: ek·soo
    festival: VL: fest·ti·val; NL: fes·ti·val
    flirten: VL: flir·ten (fonetisch); NL: fleur·ten (Engels)
    foto: VL: fo·too; NL: foo·too
    fotografie: VL: fo·to·gra·fie; NL: foo·too·gra·fie
    garantie: VL: ga·ran·tie (Frans; ook ga·ran·sie); NL: ga·ran·tsie
    gelijkvloers: VL: ge·lijk·vloers; NL: ge·lijk·vloers
    Gerard: VL: zjee·raar (Frans); NL: gee·rart (fonetisch)
    gilet: VL: zjie·lee; NL: zjie·lèt
    goal: VL: gool (zachte g); NL: Gool (g van Frans ‘grand’ of Engels ‘great’)
    golf: VL: golf (zachte g); NL: Golf (g van Frans ‘grand’ of Engels ‘great’)
    Google: VL: goe·gel/Goe·Gel (korte oe-klank; G = stemhebbende k); NL: Goe·Gel (lange oe-klank; G = stemhebbende k)
    hifi: VL: haai·fi (Brits Engels); NL: haai·faai (Amerikaans Engels)
    hostess: VL: hos·tès; NL: hos·tes (Engels)
    hygiëne: VL: hy·gjee·ne; NL: hy·gjèè·ne (Frans)
    ingewikkeld: VL: in·ge·wik·keld; NL: in·ge·wik·keld
    intrige: VL: in·trie·ge (fonetisch); NL: in·trie·zje/in·trie·sje (hypercorrecte uitspraak van intrige met /ž/ -Frans intrigue)
    Iran: VL: i·ran; NL: i·raan (zie ook Iranees
    Israël: VL: iez·ra·jel (‘i’ als in ‘kiwi’); NL: is·ra·‘el (‘i’ als in ‘dik’)
    item: VL: i·tem (korte i, doffe e); NL: aaj·tem (Engels)
    jacuzzi: dja·koe·zi/zja·koe·zi; NL: ja·koe·zi
    jenever: VL: zje·nee·ver; NL: je·nee·ver (fonetisch)
    Jos: VL: zjos; NL: jos
    junior: VL: zju·njor (scherpe u); NL: ju·ni·jor (scherpe u en i)
    kameleon: VL: ka·mee·lee·jon; NL: ka·mee·lie·jon
    kathedraal: VL: ka·tee·draal; NL: kat·te·draal
    koala: VL: ko·a·la; NL: koo·aa·laa
    Koran: VL: koo·ran; NL: ko·raan
    landrover: VL: land·roe·ver; NL: land·ro·ver
    lavabo: VL: la·va·boo; NL: la·vaa·boo/la·vaa·boo
    Lutgart: VL: lut·gart; NL: lutgart
    mammoet: VL: mam·moet; NL: mam·moet
    Mercedes: VL: Mèr·ce·dès (scherpe e achteraan; ± Spaans); NL: Mèr·cee·des (doffe e achteraan; ± Engels)
    meteen: VL en NL: mè·teen (‘mè’ als in ‘bed’); VL media: me·teen (‘me’ als in ‘der’)
    Monaco: VL: Mo·na·coo; NL: Moo·naa·coo
    monopoly: VL: mo·no·poo·ly; NL: mo·no(o)·pe·ly (Engels)
    namiddag: VL: na·mid·dag; NL: na·mid·dag
    nasi (goreng): VL: naa·zi; NL: na·si
    Nieuwjaar: VL: nieuw·jaar; NL: nieuw·jaar
    Nobelprijs: VL: No·bel·prijs; NL: No·bèl·prijs
    nostalgie: VL: nos·tal·gie (fonetisch); NL: nos·tal·zjie/nos·tal·sjie (Frans)
    nylon: VL: ni·lon / nij·lon (Frans / vervlaamst); NL: naaj·lon (Engels)
    omwenteling: VL: om·wen·te·ling; NL: om·wen·te·ling
    onderhoud: VL: on·der·houd; NL: on·der·houd
    Oostende: VL: os·ten·de; NL: oost en·de
    pallet: VL: pa·lèt; NL: pèl·let (Engels)
    pandemie: VL: pan·dee·mi (korte i); NL: pan·dee·mie (Frans)
    parameter: VL: pa·ra·mee·ter; NL: pa·raa·m?·ter
    parfum: VL: par·fui (Frans, de ‘ui’ is nasaal); NL: par·fum (fonetisch)
    passagier: VL: pas·sa·gier (fonetisch); NL: pas·sa·zjier/pas·sa·sjier
    pedalo: VL: pee·da·loo; NL: pee·daa·loo
    per: VL: ‘per’ als ‘der’; NL: ‘per’ als ‘ver’
    percent: VL: per·cent (‘per’ als ‘der’); NL: per·cent (‘per’ als ‘ver’)
    per se: VL: per see (‘per’ als ‘der’); NL: pèr see (Latijn, ‘pèr’ als ‘ver’)
    pikken: VL: pi·ken (scherpe i); NL: p?·ken (doffe i)
    pissen: VL: pi·sen (scherpe i); NL: p?·sen (doffe i)
    pistolet: VL: pis·to·lee; NL: pis·to·lèt
    platform: VL: plat·form; NL: plat·form
    pointe: VL: pwèèn·te; NL: pwan·te
    pyjama: VL: pi·zja·ma; NL: pie·jaa·maa
    reclame: VL: ree·claa·me (echter dikwijls reklam, wél met een doffe e); NL: re·claa·me (beide e’s zijn dof)
    record: VL: re·kort (fonetisch); NL: ree·koor (Frans)
    recital: VL: re·si·tal (scherpe i, Frans); NL: rie·saaj·tel (Engels)
    reportage: VL: ree·por·taa·zje; NL: re·por·taa·sje (beide e’s zijn dof)
    reünie: VL: ree·ju·nie; NL: ree·u·nie (Franse klemtoon)
    Robert: VL: ro·beir (Frans); NL: ro(o)·bert (Engels)
    robot: VL: ro·bot; NL: roo·bot
    rondpunt: VL: rond·punt; NL: rond·punt
    Roodkapje: VL: rood·kap·je; NL: rood·kap·je
    salami: VL: sa·la·mi; NL: sa·laa·mi
    sceptisch: VL: sep·ties; NL: skep·ties
    service: VL: ser·vis (scherpe i, Frans); NL: seur·vis (doffe i, Engels)
    site: VL: sitte; NL: saajt
    Sneeuwwitje: VL: sneeuw·wi·tje; NL: sneeuw·wit·je
    stadhuis: VL: sta·tuis; NL: stad·huis
    steak: VL: stek/stik (Frans); NL: steek (Engels)
    super, hyper: VL én NL: su·per, hy·per; VL media: sup·per, hip·per
    tabak: VL: ta·bak (zie ook toebak); NL: ta·bak (Frans)
    tarmac: VL: tar·mac; SN: tar·mac
    Tenerife: VL: ·ne·rif ; NL: tee·nee·rif (korte, scherpe i); VRT-uitspraak: tee·nee·rie·fee
    tenzij: VL: ten·zij (‘e’ als in ‘der’, komt van "’t en zij’); NL: ten·zij, ten·zij (‘e’ in beide varianten als in ‘bed’)
    terras: VL: tèr·ras; NL: te ras
    tic: VL: tik (scherpe i, zie ook tic nerveux); NL: tik (doffe i)
    ticket: VL: tie·kèt (Frans); NL: tik·ket (Engels)
    trainen: VL: trei·nen; NL: treej·nen (Engels)
    urgent: VL: ur·gent (scherpe u); NL: ur·gent (doffe u)
    vanille: VL: va·nie·le (fonetisch); NL: va·nie·je (Frans)
    verkoop: VL: ver·koop; NL: vér·koop (tegen alle regels in)
    virus: VL: vi·rus (scherpe korte i, scherpe korte u); NL: vie·res (lange i, doffe e)
    voormiddag: VL: voor·mid·dag; NL: voor·mid·dag
    vrijgezel: VL: vrij·ge·zel; NL: vrij·ge·zel
    werkloos: VL: werk·loos; NL: werk·loos
    werkloosheid: VL: werk·loos·heid; NL: werk·loos·heid
    werknemer: VL: werk·nee·mer; NL: werk·nee·mer
    wodka: VL: vod·ka (Slavisch, de ‘d’ is eerder stemhebbend); NL: wot·kaa (de ‘t’ is stemloos)
    yoghurt: VL: joe·choert (soms joe·goert; ± Turks); NL: jo·chert, jo·ggert (fonetisch)
    YouTube: VL: joe·toep; NL: joew·tsjoewp
    zone: VL: zoo·ne; NL: zoa·ne (Frans)
    zonsondergang: VL: zon·zon·der·gang; NL: zons·on·der·gang
    zonsopgang: VL: zon·zop·gang; NL: zons·op·gang

    woorden op —ist/—isme/—isch: VL: —ist/—isme/—isch (‘i’ als in ‘fiets’); NL: —?st/—?sme/—?sch (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —tie: VL: —sie; NL: —tsie
    woorden op —tje/—dje: VL: —tje (de t- en j-klanken komen samen zoals in ‘checken’); NL: —t·je (de t- en j-klanken worden apart uitgesproken)
    woorden met —ci— of —ti— (bv. ‘officieel’, ‘politioneel’): VL: —s·j— (de s- en j-klanken worden apart uitgesproken); NL: —sj—, —tsj— (de s- en j-klanken komen samen zoals in ‘sjaal’ of ‘checken’)
    woorden met dis—: VL: dis— (‘i’ als in ‘fiets’); NL: d?s— (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —achtig: VL: klemtoon op woord zelf; NL: klemtoon op achtig en adempauze tussen woord en achtig → bv. VL: ze·nu·wach·tig; NL: ze·nuw acht·ig

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 02 Jun 2020 01:38
    114 reactie(s)

    Versie 113

    Vlaamse uitspraak
    (uitspraakvarianten)

    Heel wat woorden worden in Vlaanderen anders uitgesproken dan in Nederland. Dan gaat het niet zozeer over regelgebonden uitspraken zoals de zachte g, maar over woorden zoals pyjama dat in Vlaanderen als pie-zja-ma en in Nederland als pie-jaa-maa uitgesproken wordt. Of over klemtonen zoals bij burgemeester waarbij in Vlaanderen het accent op de eerste lettergreep valt en in Nederland op de derde. Bij leenwoorden hanteert men in Nederland zeer dikwijls een nabootsing volgens de Nederlandse klankwetten van de klanken in de oorspronkelijke taal (meestal Engels of Frans), terwijl de uitspraak in Vlaanderen vervlaamst wordt. Soms wordt in Vlaanderen een Franse uitspraak gehanteerd, dan volgt de uitspraak in Nederland meestal het Engels.

    Voor Engelse leenwoorden met korte a is er een afzonderlijk lemma waar deze gevallen ondergebracht kunnen worden.

    Het spijtige is dat de Vlaamse media voor deze woorden de Nederlandse uitspraak gebruiken ondanks dat de Vlaamse uitspraak in Vlaanderen zeer algemeen is. Dit is een aanfluiting van de V die voor Vlaams staat in o.a. vrt en VTM.

    Wat klemtonen betreft kan voor het West-Vlaams algemeen gesteld worden dat de klemtoon zeer dikwijls op de eerste lettergreep ligt (zoals ook in het nabije(re) Engels), ook en wellicht het meest opmerkelijk bij eigennamen. Bijvoorbeeld, waar een doorsnee Vlaming of Nederlander de naam Stefanie zal uitspreken zoals de Fransen, met de klemtoon op de laatste lettergreep, heet deze vrouw in West-Vlaanderen Stefanie. De West-Vlaamse politieker Vande Lanotte heet in zijn thuisprovincie Vande Lanotte.

    In de Vlaamse audiovisuele media, en bij uitstek bij de VRT, verzint men ook dikwijls een zogenaamd correcte uitspraak, die evenwel door Vlamingen noch door Nederlanders wordt gedragen. Deze gevallen worden ook aan dit lemma toegevoegd. Zie bij deze ook het lemma vrt-taal.

    zie ook Breda, Spa: vokaalreductie

    alfabetische lijst:

    ‘s anderendaags: VL: san·dren·da(a)gs; NL: san·de·ren·daags
    advocaat: VL: ad·vo·kaat; NL: at·fo·kaat
    Afrika: VL: a·fri·ka; NL: aa·fri·kaa
    Amerika: VL: a·mee·ri·ka; NL: a·mee·ri·kaa
    Antarctica (idem Arctica): an·tarc·ti·ca; NL: an·tarc·ti·caa
    archipel: VL: ar·chi·pel; NL: ar·chi·pel
    asfalt: VL: as·falt; NL: as·falt
    azalea: VL: a·za·lee·ja; NL: a·zaa·lee·jaa
    badminton: VL: bat·min·ton (fonetisch); NL: bèt·min·ten (Engels)
    Belgrado: VL: bel·gra·do; NL: bel·gra·do
    Bernard: VL: ber·naar (Frans); NL: bern·(h)art (Engels)
    bijna: VL: bij·na(a)/be·na(a) (zie ook bekan); NL: bij·naa
    bikini: VL: bi·ki·ni; NL: bi·ki·ni
    braderie: VL: bra·de·ri; NL: braa·de·rie
    braderij: VL: bra·de·rij; NL: braa·de·rij
    buggy: VL: bu·gi (zachte g); NL: bu·Gi (g van Frans ’grand’ of Engels ‘great’)
    burgemeester: VL: bur·ge·mees·ter; NL: bur·ge·mees·ter
    cacao: VL: ca·ca·oo; NL: ca·caa·oo
    carnaval: VL: kar·na·val (Frans); NL: kar·ne·val (Engels); VRT-uitspraak: kar·naa·val
    casino: VL: ca·zi·noo; NL: ca·sie·noo (zie ook Vlaamse geslachten)
    catalogus: VL: ca·ta·loo·gus (scherpe u; eigenlijk eerder cataloog); NL: ca·taa·lo·chus (doffe u)
    chips (patatten): VL: tjips (scherpe i); NL: sjips (doffe i)
    cichorei: VL: sjie·ko·rei; NL: sie·cho·rei (± fonetisch)
    clitoris: VL: cli·too·ris (beide i’s als in fiets); NL: cli·to·ris (beide i’s als in dik)
    compagnie: VL: kom.pa.nie; NL-SN: kom.panj.ie
    conciërge: VL: kon·s·jer·zje (± Frans); NL: kon·zjer·zje
    coup: VL: koe (Frans); NL: koep (± fonetisch)
    dement: VL: dee·ment; NL: de ment
    dementie: VL: dee·men·sie; NL: de·men·tsie
    detective: VL: de·tek·tie·ve/de·dek·tie·ve (fonetisch); NL: die·tek·tif (Engels)
    Doornroosje: VL: doo·rn·roo·sje; NL: doo·rn·roo·sje
    doorprikken: VL: door·prik·ken; NL: door·prik·ken
    dossier: VL: dos·sier (fonetisch); NL: do·sjee (Frans)
    elixir: VL: ee·liek·sier/ee·lieg·zier (Arabisch, ‘g’ uitgesproken als in het Engelse ‘good’); NL: ee·lik·ser (‘lik’ uitgesproken als ‘dik’)
    encyclopedie: VL: en·cy·clo·pe·die (fonetisch); NL: aun·cy·clo·pe·die (Frans, de ‘aun’ is nasaal)
    energie: VL: e·ner·gie (fonetisch); NL: e·ner·zjie/e·ner·sjie (Frans)
    epidemie: VL: ee·pi·dee·mi (korte i); NL: ee·pi·dee·mie (Frans)
    essay: VL: es· (Frans); NL: es·seej/es·seej (Engels)
    Europa: VL: eu·roo·pa; NL: eu·roo·paa
    exotisch: VL: eG·zoo·tis (G = stemhebbende k); NL: ek·soo·tis
    festival: VL: fest·ti·val; NL: fes·ti·val
    flirten: VL: flir·ten (fonetisch); NL: fleur·ten (Engels)
    foto: VL: fo·too; NL: foo·too
    fotografie: VL: fo·to·gra·fie; NL: foo·too·gra·fie
    garantie: VL: ga·ran·tie (Frans; ook ga·ran·sie); NL: ga·ran·tsie
    gelijkvloers: VL: ge·lijk·vloers; NL: ge·lijk·vloers
    Gerard: VL: zjee·raar (Frans); NL: gee·rart (fonetisch)
    gilet: VL: zjie·lee; NL: zjie·lèt
    goal: VL: gool (zachte g); NL: Gool (g van Frans ‘grand’ of Engels ‘great’)
    golf: VL: golf (zachte g); NL: Golf (g van Frans ‘grand’ of Engels ‘great’)
    Google: VL: goe·gel/Goe·Gel (korte oe-klank; G = stemhebbende k); NL: Goe·Gel (lange oe-klank; G = stemhebbende k)
    hifi: VL: haai·fi (Brits Engels); NL: haai·faai (Amerikaans Engels)
    hostess: VL: hos·tès; NL: hos·tes (Engels)
    hygiëne: VL: hy·gjee·ne; NL: hy·gjèè·ne (Frans)
    ingewikkeld: VL: in·ge·wik·keld; NL: in·ge·wik·keld
    intrige: VL: in·trie·ge (fonetisch); NL: in·trie·zje/in·trie·sje (hypercorrecte uitspraak van intrige met /ž/ -Frans intrigue)
    Iran: VL: i·ran; NL: i·raan (zie ook Iranees
    Israël: VL: iez·ra·jel (‘i’ als in ‘kiwi’); NL: is·ra·‘el (‘i’ als in ‘dik’)
    item: VL: i·tem (korte i, doffe e); NL: aaj·tem (Engels)
    jacuzzi: dja·koe·zi/zja·koe·zi; NL: ja·koe·zi
    jenever: VL: zje·nee·ver; NL: je·nee·ver (fonetisch)
    Jos: VL: zjos; NL: jos
    junior: VL: zju·njor (scherpe u); NL: ju·ni·jor (scherpe u en i)
    kameleon: VL: ka·mee·lee·jon; NL: ka·mee·lie·jon
    kathedraal: VL: ka·tee·draal; NL: kat·te·draal
    koala: VL: ko·a·la; NL: koo·aa·laa
    Koran: VL: koo·ran; NL: ko·raan
    landrover: VL: land·roe·ver; NL: land·ro·ver
    lavabo: VL: la·va·boo; NL: la·vaa·boo/la·vaa·boo
    Lutgart: VL: lut·gart; NL: lutgart
    mammoet: VL: mam·moet; NL: mam·moet
    Mercedes: VL: Mèr·ce·dès (scherpe e achteraan; ± Spaans); NL: Mèr·cee·des (doffe e achteraan; ± Engels)
    meteen: VL en NL: mè·teen (‘mè’ als in ‘bed’); VL media: me·teen (‘me’ als in ‘der’)
    Monaco: VL: Mo·na·coo; NL: Moo·naa·coo
    monopoly: VL: mo·no·poo·ly; NL: mo·no(o)·pe·ly (Engels)
    namiddag: VL: na·mid·dag; NL: na·mid·dag
    nasi (goreng): VL: naa·zi; NL: na·si
    Nieuwjaar: VL: nieuw·jaar; NL: nieuw·jaar
    Nobelprijs: VL: No·bel·prijs; NL: No·bèl·prijs
    nostalgie: VL: nos·tal·gie (fonetisch); NL: nos·tal·zjie/nos·tal·sjie (Frans)
    nylon: VL: ni·lon / nij·lon (Frans / vervlaamst); NL: naaj·lon (Engels)
    omwenteling: VL: om·wen·te·ling; NL: om·wen·te·ling
    onderhoud: VL: on·der·houd; NL: on·der·houd
    Oostende: VL: os·ten·de; NL: oost en·de
    pallet: VL: pa·lèt; NL: pèl·let (Engels)
    pandemie: VL: pan·dee·mi (korte i); NL: pan·dee·mie (Frans)
    parameter: VL: pa·ra·mee·ter; NL: pa·raa·m?·ter
    parfum: VL: par·fui (Frans, de ‘ui’ is nasaal); NL: par·fum (fonetisch)
    passagier: VL: pas·sa·gier (fonetisch); NL: pas·sa·zjier/pas·sa·sjier
    pedalo: VL: pee·da·loo; NL: pee·daa·loo
    per: VL: ‘per’ als ‘der’; NL: ‘per’ als ‘ver’
    percent: VL: per·cent (‘per’ als ‘der’); NL: per·cent (‘per’ als ‘ver’)
    per se: VL: per see (‘per’ als ‘der’); NL: pèr see (Latijn, ‘pèr’ als ‘ver’)
    pikken: VL: pi·ken (scherpe i); NL: p?·ken (doffe i)
    pissen: VL: pi·sen (scherpe i); NL: p?·sen (doffe i)
    pistolet: VL: pis·to·lee; NL: pis·to·lèt
    platform: VL: plat·form; NL: plat·form
    pointe: VL: pwèèn·te; NL: pwan·te
    pyjama: VL: pi·zja·ma; NL: pie·jaa·maa
    reclame: VL: ree·claa·me (echter dikwijls reklam, wél met een doffe e); NL: re·claa·me (beide e’s zijn dof)
    record: VL: re·kort (fonetisch); NL: ree·koor (Frans)
    recital: VL: re·si·tal (scherpe i, Frans); NL: rie·saaj·tel (Engels)
    reportage: VL: ree·por·taa·zje; NL: re·por·taa·sje (beide e’s zijn dof)
    reünie: VL: ree·ju·nie; NL: ree·u·nie (Franse klemtoon)
    Robert: VL: ro·beir (Frans); NL: ro(o)·bert (Engels)
    robot: VL: ro·bot; NL: roo·bot
    rondpunt: VL: rond·punt; NL: rond·punt
    Roodkapje: VL: rood·kap·je; NL: rood·kap·je
    salami: VL: sa·la·mi; NL: sa·laa·mi
    sceptisch: VL: sep·ties; NL: skep·ties
    service: VL: ser·vis (scherpe i, Frans); NL: seur·vis (doffe i, Engels)
    site: VL: sitte; NL: saajt
    Sneeuwwitje: VL: sneeuw·wi·tje; NL: sneeuw·wit·je
    stadhuis: VL: sta·tuis; NL: stad·huis
    steak: VL: stek/stik (Frans); NL: steek (Engels)
    super, hyper: VL én NL: su·per, hy·per; VL media: sup·per, hip·per
    tabak: VL: ta·bak (zie ook toebak); NL: ta·bak (Frans)
    tarmac: VL: tar·mac; SN: tar·mac
    Tenerife: VL: ·ne·rif ; NL: tee·nee·rif (korte, scherpe i); VRT-uitspraak: tee·nee·rie·fee
    tenzij: VL: ten·zij (‘e’ als in ‘der’, komt van "’t en zij’); NL: ten·zij, ten·zij (‘e’ in beide varianten als in ‘bed’)
    terras: VL: tèr·ras; NL: te ras
    tic: VL: tik (scherpe i, zie ook tic nerveux); NL: tik (doffe i)
    ticket: VL: tie·kèt (Frans); NL: tik·ket (Engels)
    trainen: VL: trei·nen; NL: treej·nen (Engels)
    urgent: VL: ur·gent (scherpe u); NL: ur·gent (doffe u)
    vanille: VL: va·nie·le (fonetisch); NL: va·nie·je (Frans)
    verkoop: VL: ver·koop; NL: vér·koop (tegen alle regels in)
    virus: VL: vi·rus (scherpe korte i, scherpe korte u); NL: vie·res (lange i, doffe e)
    voormiddag: VL: voor·mid·dag; NL: voor·mid·dag
    vrijgezel: VL: vrij·ge·zel; NL: vrij·ge·zel
    werkloos: VL: werk·loos; NL: werk·loos
    werkloosheid: VL: werk·loos·heid; NL: werk·loos·heid
    werknemer: VL: werk·nee·mer; NL: werk·nee·mer
    wodka: VL: vod·ka (Slavisch, de ‘d’ is eerder stemhebbend); NL: wot·kaa (de ‘t’ is stemloos)
    yoghurt: VL: joe·choert (soms joe·goert; ± Turks); NL: jo·chert, jo·ggert (fonetisch)
    YouTube: VL: joe·toep; NL: joew·tsjoewp
    zone: VL: zoo·ne; NL: zoa·ne (Frans)
    zonsondergang: VL: zon·zon·der·gang; NL: zons·on·der·gang
    zonsopgang: VL: zon·zop·gang; NL: zons·op·gang

    woorden op —ist/—isme/—isch: VL: —ist/—isme/—isch (‘i’ als in ‘fiets’); NL: —?st/—?sme/—?sch (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —tie: VL: —sie; NL: —tsie
    woorden op —tje/—dje: VL: —tje (de t- en j-klanken komen samen zoals in ‘checken’); NL: —t·je (de t- en j-klanken worden apart uitgesproken)
    woorden met —ci— of —ti— (bv. ‘officieel’, ‘politioneel’): VL: —s·j— (de s- en j-klanken worden apart uitgesproken); NL: —sj—, —tsj— (de s- en j-klanken komen samen zoals in ‘sjaal’ of ‘checken’)
    woorden met dis—: VL: dis— (‘i’ als in ‘fiets’); NL: d?s— (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —achtig: VL: klemtoon op woord zelf; NL: klemtoon op achtig en adempauze tussen woord en achtig → bv. VL: ze·nu·wach·tig; NL: ze·nuw acht·ig

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 02 Jun 2020 00:09
    114 reactie(s)

    Versie 112

    Vlaamse uitspraak
    (uitspraakvarianten)

    Heel wat woorden worden in Vlaanderen anders uitgesproken dan in Nederland. Dan gaat het niet zozeer over regelgebonden uitspraken zoals de zachte g, maar over woorden zoals pyjama dat in Vlaanderen als pie-zja-ma en in Nederland als pie-jaa-maa uitgesproken wordt. Of over klemtonen zoals bij burgemeester waarbij in Vlaanderen het accent op de eerste lettergreep valt en in Nederland op de derde. Bij leenwoorden hanteert men in Nederland zeer dikwijls een nabootsing volgens de Nederlandse klankwetten van de klanken in de oorspronkelijke taal (meestal Engels of Frans), terwijl de uitspraak in Vlaanderen vervlaamst wordt. Soms wordt in Vlaanderen een Franse uitspraak gehanteerd, dan volgt de uitspraak in Nederland meestal het Engels.

    Voor Engelse leenwoorden met korte a is er een afzonderlijk lemma waar deze gevallen ondergebracht kunnen worden.

    Het spijtige is dat de Vlaamse media voor deze woorden de Nederlandse uitspraak gebruiken ondanks dat de Vlaamse uitspraak in Vlaanderen zeer algemeen is. Dit is een aanfluiting van de V die voor Vlaams staat in o.a. vrt en VTM.

    Wat klemtonen betreft kan voor het West-Vlaams algemeen gesteld worden dat de klemtoon zeer dikwijls op de eerste lettergreep ligt (zoals ook in het nabije(re) Engels), ook en wellicht het meest opmerkelijk bij eigennamen. Bijvoorbeeld, waar een doorsnee Vlaming of Nederlander de naam Stefanie zal uitspreken zoals de Fransen, met de klemtoon op de laatste lettergreep, heet deze vrouw in West-Vlaanderen Stefanie. De West-Vlaamse politieker Vande Lanotte heet in zijn thuisprovincie Vande Lanotte.

    In de Vlaamse audiovisuele media, en bij uitstek bij de VRT, verzint men ook dikwijls een zogenaamd correcte uitspraak, die evenwel door Vlamingen noch door Nederlanders wordt gedragen. Deze gevallen worden ook aan dit lemma toegevoegd. Zie bij deze ook het lemma vrt-taal.

    zie ook Breda, Spa: vokaalreductie

    alfabetische lijst:

    ‘s anderendaags: VL: san·dren·da(a)gs; NL: san·de·ren·daags
    advocaat: VL: ad·vo·kaat; NL: at·fo·kaat
    Afrika: VL: a·fri·ka; NL: aa·fri·kaa
    Amerika: VL: a·mee·ri·ka; NL: a·mee·ri·kaa
    Antarctica (idem Arctica): an·tarc·ti·ca; NL: an·tarc·ti·caa
    archipel: VL: ar·chi·pel; NL: ar·chi·pel
    asfalt: VL: as·falt; NL: as·falt
    azalea: VL: a·za·lee·ja; NL: a·zaa·lee·jaa
    badminton: VL: bat·min·ton (fonetisch); NL: bèt·min·ten (Engels)
    Belgrado: VL: bel·gra·do; NL: bel·gra·do
    Bernard: VL: ber·naar (Frans); NL: bern·(h)art (Engels)
    bijna: VL: bij·na(a)/be·na(a) (zie ook bekan); NL: bij·naa
    bikini: VL: bi·ki·ni; NL: bi·ki·ni
    braderie: VL: bra·de·ri; NL: braa·de·rie
    braderij: VL: bra·de·rij; NL: braa·de·rij
    buggy: VL: bu·gi (zachte g); NL: bu·Gi (g van Frans ’grand’ of Engels ‘great’)
    burgemeester: VL: bur·ge·mees·ter; NL: bur·ge·mees·ter
    cacao: VL: ca·ca·oo; NL: ca·caa·oo
    carnaval: VL: kar·na·val (Frans); NL: kar·ne·val (Engels); VRT-uitspraak: kar·naa·val
    casino: VL: ca·zi·noo; NL: ca·sie·noo (zie ook Vlaamse geslachten)
    catalogus: VL: ca·ta·loo·gus (scherpe u; eigenlijk eerder cataloog); NL: ca·taa·lo·chus (doffe u)
    chips (patatten): VL: tjips (scherpe i); NL: sjips (doffe i)
    cichorei: VL: sjie·ko·rei; NL: sie·cho·rei (± fonetisch)
    clitoris: VL: cli·too·ris (beide i’s als in fiets); NL: cli·to·ris (beide i’s als in dik)
    compagnie: VL: kom.pa.nie; NL-SN: kom.panj.ie
    conciërge: VL: kon·s·jer·zje (± Frans); NL: kon·zjer·zje
    coup: VL: koe (Frans); NL: koep (± fonetisch)
    dement: VL: dee·ment; NL: de ment
    dementie: VL: dee·men·sie; NL: de·men·tsie
    detective: VL: de·tek·tie·ve/de·dek·tie·ve (fonetisch); NL: die·tek·tif (Engels)
    Doornroosje: VL: doo·rn·roo·sje; NL: doo·rn·roo·sje
    doorprikken: VL: door·prik·ken; NL: door·prik·ken
    dossier: VL: dos·sier (fonetisch); NL: do·sjee (Frans)
    elixir: VL: ee·liek·sier/ee·lieg·zier (Arabisch, ‘g’ uitgesproken als in het Engelse ‘good’); NL: ee·lik·ser (‘lik’ uitgesproken als ‘dik’)
    encyclopedie: VL: en·cy·clo·pe·die (fonetisch); NL: aun·cy·clo·pe·die (Frans, de ‘aun’ is nasaal)
    energie: VL: e·ner·gie (fonetisch); NL: e·ner·zjie/e·ner·sjie (Frans)
    epidemie: VL: ee·pi·dee·mi (korte i); NL: ee·pi·dee·mie (Frans)
    essay: VL: es· (Frans); NL: es·seej/es·seej (Engels)
    Europa: VL: eu·roo·pa; NL: eu·roo·paa
    festival: VL: fest·ti·val; NL: fes·ti·val
    flirten: VL: flir·ten (fonetisch); NL: fleur·ten (Engels)
    foto: VL: fo·too; NL: foo·too
    fotografie: VL: fo·to·gra·fie; NL: foo·too·gra·fie
    garantie: VL: ga·ran·tie (Frans; ook ga·ran·sie); NL: ga·ran·tsie
    gelijkvloers: VL: ge·lijk·vloers; NL: ge·lijk·vloers
    Gerard: VL: zjee·raar (Frans); NL: gee·rart (fonetisch)
    gilet: VL: zjie·lee; NL: zjie·lèt
    goal: VL: gool (zachte g); NL: Gool (g van Frans ‘grand’ of Engels ‘great’)
    golf: VL: golf (zachte g); NL: Golf (g van Frans ‘grand’ of Engels ‘great’)
    Google: VL: goe·gel/Goe·Gel (korte oe-klank; G = stemhebbende k); NL: Goe·Gel (lange oe-klank; G = stemhebbende k)
    hifi: VL: haai·fi (Brits Engels); NL: haai·faai (Amerikaans Engels)
    hostess: VL: hos·tès; NL: hos·tes (Engels)
    hygiëne: VL: hy·gjee·ne; NL: hy·gjèè·ne (Frans)
    ingewikkeld: VL: in·ge·wik·keld; NL: in·ge·wik·keld
    intrige: VL: in·trie·ge (fonetisch); NL: in·trie·zje/in·trie·sje (hypercorrecte uitspraak van intrige met /ž/ -Frans intrigue)
    Iran: VL: i·ran; NL: i·raan (zie ook Iranees
    Israël: VL: iez·ra·jel (‘i’ als in ‘kiwi’); NL: is·ra·‘el (‘i’ als in ‘dik’)
    item: VL: i·tem (korte i, doffe e); NL: aaj·tem (Engels)
    jacuzzi: dja·koe·zi/zja·koe·zi; NL: ja·koe·zi
    jenever: VL: zje·nee·ver; NL: je·nee·ver (fonetisch)
    Jos: VL: zjos; NL: jos
    junior: VL: zju·njor (scherpe u); NL: ju·ni·jor (scherpe u en i)
    kameleon: VL: ka·mee·lee·jon; NL: ka·mee·lie·jon
    kathedraal: VL: ka·tee·draal; NL: kat·te·draal
    koala: VL: ko·a·la; NL: koo·aa·laa
    Koran: VL: koo·ran; NL: ko·raan
    landrover: VL: land·roe·ver; NL: land·ro·ver
    lavabo: VL: la·va·boo; NL: la·vaa·boo/la·vaa·boo
    Lutgart: VL: lut·gart; NL: lutgart
    mammoet: VL: mam·moet; NL: mam·moet
    Mercedes: VL: Mèr·ce·dès (scherpe e achteraan; ± Spaans); NL: Mèr·cee·des (doffe e achteraan; ± Engels)
    meteen: VL en NL: mè·teen (‘mè’ als in ‘bed’); VL media: me·teen (‘me’ als in ‘der’)
    Monaco: VL: Mo·na·coo; NL: Moo·naa·coo
    monopoly: VL: mo·no·poo·ly; NL: mo·no(o)·pe·ly (Engels)
    namiddag: VL: na·mid·dag; NL: na·mid·dag
    nasi (goreng): VL: naa·zi; NL: na·si
    Nieuwjaar: VL: nieuw·jaar; NL: nieuw·jaar
    Nobelprijs: VL: No·bel·prijs; NL: No·bèl·prijs
    nostalgie: VL: nos·tal·gie (fonetisch); NL: nos·tal·zjie/nos·tal·sjie (Frans)
    nylon: VL: ni·lon / nij·lon (Frans / vervlaamst); NL: naaj·lon (Engels)
    omwenteling: VL: om·wen·te·ling; NL: om·wen·te·ling
    onderhoud: VL: on·der·houd; NL: on·der·houd
    Oostende: VL: os·ten·de; NL: oost en·de
    pallet: VL: pa·lèt; NL: pèl·let (Engels)
    pandemie: VL: pan·dee·mi (korte i); NL: pan·dee·mie (Frans)
    parameter: VL: pa·ra·mee·ter; NL: pa·raa·m?·ter
    parfum: VL: par·fui (Frans, de ‘ui’ is nasaal); NL: par·fum (fonetisch)
    passagier: VL: pas·sa·gier (fonetisch); NL: pas·sa·zjier/pas·sa·sjier
    pedalo: VL: pee·da·loo; NL: pee·daa·loo
    per: VL: ‘per’ als ‘der’; NL: ‘per’ als ‘ver’
    percent: VL: per·cent (‘per’ als ‘der’); NL: per·cent (‘per’ als ‘ver’)
    per se: VL: per see (‘per’ als ‘der’); NL: pèr see (Latijn, ‘pèr’ als ‘ver’)
    pikken: VL: pi·ken (scherpe i); NL: p?·ken (doffe i)
    pissen: VL: pi·sen (scherpe i); NL: p?·sen (doffe i)
    pistolet: VL: pis·to·lee; NL: pis·to·lèt
    platform: VL: plat·form; NL: plat·form
    pointe: VL: pwèèn·te; NL: pwan·te
    pyjama: VL: pi·zja·ma; NL: pie·jaa·maa
    reclame: VL: ree·claa·me (echter dikwijls reklam, wél met een doffe e); NL: re·claa·me (beide e’s zijn dof)
    record: VL: re·kort (fonetisch); NL: ree·koor (Frans)
    recital: VL: re·si·tal (scherpe i, Frans); NL: rie·saaj·tel (Engels)
    reportage: VL: ree·por·taa·zje; NL: re·por·taa·sje (beide e’s zijn dof)
    reünie: VL: ree·ju·nie; NL: ree·u·nie (Franse klemtoon)
    Robert: VL: ro·beir (Frans); NL: ro(o)·bert (Engels)
    robot: VL: ro·bot; NL: roo·bot
    rondpunt: VL: rond·punt; NL: rond·punt
    Roodkapje: VL: rood·kap·je; NL: rood·kap·je
    salami: VL: sa·la·mi; NL: sa·laa·mi
    sceptisch: VL: sep·ties; NL: skep·ties
    service: VL: ser·vis (scherpe i, Frans); NL: seur·vis (doffe i, Engels)
    site: VL: sitte; NL: saajt
    Sneeuwwitje: VL: sneeuw·wi·tje; NL: sneeuw·wit·je
    stadhuis: VL: sta·tuis; NL: stad·huis
    steak: VL: stek/stik (Frans); NL: steek (Engels)
    super, hyper: VL én NL: su·per, hy·per; VL media: sup·per, hip·per
    tabak: VL: ta·bak (zie ook toebak); NL: ta·bak (Frans)
    tarmac: VL: tar·mac; SN: tar·mac
    Tenerife: VL: ·ne·rif ; NL: tee·nee·rif (korte, scherpe i); VRT-uitspraak: tee·nee·rie·fee
    tenzij: VL: ten·zij (‘e’ als in ‘der’, komt van "’t en zij’); NL: ten·zij, ten·zij (‘e’ in beide varianten als in ‘bed’)
    terras: VL: tèr·ras; NL: te ras
    tic: VL: tik (scherpe i, zie ook tic nerveux); NL: tik (doffe i)
    ticket: VL: tie·kèt (Frans); NL: tik·ket (Engels)
    trainen: VL: trei·nen; NL: treej·nen (Engels)
    urgent: VL: ur·gent (scherpe u); NL: ur·gent (doffe u)
    vanille: VL: va·nie·le (fonetisch); NL: va·nie·je (Frans)
    verkoop: VL: ver·koop; NL: vér·koop (tegen alle regels in)
    virus: VL: vi·rus (scherpe korte i, scherpe korte u); NL: vie·res (lange i, doffe e)
    voormiddag: VL: voor·mid·dag; NL: voor·mid·dag
    vrijgezel: VL: vrij·ge·zel; NL: vrij·ge·zel
    werkloos: VL: werk·loos; NL: werk·loos
    werkloosheid: VL: werk·loos·heid; NL: werk·loos·heid
    werknemer: VL: werk·nee·mer; NL: werk·nee·mer
    wodka: VL: vod·ka (Slavisch, de ‘d’ is eerder stemhebbend); NL: wot·kaa (de ‘t’ is stemloos)
    yoghurt: VL: joe·choert (soms joe·goert; ± Turks); NL: jo·chert, jo·ggert (fonetisch)
    YouTube: VL: joe·toep; NL: joew·tsjoewp
    zone: VL: zoo·ne; NL: zoa·ne (Frans)
    zonsondergang: VL: zon·zon·der·gang; NL: zons·on·der·gang
    zonsopgang: VL: zon·zop·gang; NL: zons·op·gang

    woorden op —ist/—isme/—isch: VL: —ist/—isme/—isch (‘i’ als in ‘fiets’); NL: —?st/—?sme/—?sch (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —tie: VL: —sie; NL: —tsie
    woorden op —tje/—dje: VL: —tje (de t- en j-klanken komen samen zoals in ‘checken’); NL: —t·je (de t- en j-klanken worden apart uitgesproken)
    woorden met —ci— of —ti— (bv. ‘officieel’, ‘politioneel’): VL: —s·j— (de s- en j-klanken worden apart uitgesproken); NL: —sj—, —tsj— (de s- en j-klanken komen samen zoals in ‘sjaal’ of ‘checken’)
    woorden met dis—: VL: dis— (‘i’ als in ‘fiets’); NL: d?s— (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —achtig: VL: klemtoon op woord zelf; NL: klemtoon op achtig en adempauze tussen woord en achtig → bv. VL: ze·nu·wach·tig; NL: ze·nuw acht·ig

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 29 May 2020 16:09
    114 reactie(s)

    Versie 111

    Vlaamse uitspraak
    (uitspraakvarianten)

    Heel wat woorden worden in Vlaanderen anders uitgesproken dan in Nederland. Dan gaat het niet zozeer over regelgebonden uitspraken zoals de zachte g, maar over woorden zoals pyjama dat in Vlaanderen als pie-zja-ma en in Nederland als pie-jaa-maa uitgesproken wordt. Of over klemtonen zoals bij burgemeester waarbij in Vlaanderen het accent op de eerste lettergreep valt en in Nederland op de derde. Bij leenwoorden hanteert men in Nederland zeer dikwijls een nabootsing volgens de Nederlandse klankwetten van de klanken in de oorspronkelijke taal (meestal Engels of Frans), terwijl de uitspraak in Vlaanderen vervlaamst wordt. Soms wordt in Vlaanderen een Franse uitspraak gehanteerd, dan volgt de uitspraak in Nederland meestal het Engels.

    Voor Engelse leenwoorden met korte a is er een afzonderlijk lemma waar deze gevallen ondergebracht kunnen worden.

    Het spijtige is dat de Vlaamse media voor deze woorden de Nederlandse uitspraak gebruiken ondanks dat de Vlaamse uitspraak in Vlaanderen zeer algemeen is. Dit is een aanfluiting van de V die voor Vlaams staat in o.a. vrt en VTM.

    Wat klemtonen betreft kan voor het West-Vlaams algemeen gesteld worden dat de klemtoon zeer dikwijls op de eerste lettergreep ligt (zoals ook in het nabije(re) Engels), ook en wellicht het meest opmerkelijk bij eigennamen. Bijvoorbeeld, waar een doorsnee Vlaming of Nederlander de naam Stefanie zal uitspreken zoals de Fransen, met de klemtoon op de laatste lettergreep, heet deze vrouw in West-Vlaanderen Stefanie. De West-Vlaamse politieker Vande Lanotte heet in zijn thuisprovincie Vande Lanotte.

    In de Vlaamse audiovisuele media, en bij uitstek bij de VRT, verzint men ook dikwijls een zogenaamd correcte uitspraak, die evenwel door Vlamingen noch door Nederlanders wordt gedragen. Deze gevallen worden ook aan dit lemma toegevoegd. Zie bij deze ook het lemma vrt-taal.

    zie ook Breda, Spa: vokaalreductie

    alfabetische lijst:

    ‘s anderendaags: VL: san·dren·da(a)gs; NL: san·de·ren·daags
    Afrika: VL: a·fri·ka; NL: aa·fri·kaa
    Amerika: VL: a·mee·ri·ka; NL: a·mee·ri·kaa
    Antarctica (idem Arctica): an·tarc·ti·ca; NL: an·tarc·ti·caa
    archipel: VL: ar·chi·pel; NL: ar·chi·pel
    asfalt: VL: as·falt; NL: as·falt
    azalea: VL: a·za·lee·ja; NL: a·zaa·lee·jaa
    badminton: VL: bat·min·ton (fonetisch); NL: bèt·min·ten (Engels)
    Belgrado: VL: bel·gra·do; NL: bel·gra·do
    Bernard: VL: ber·naar (Frans); NL: bern·(h)art (Engels)
    bijna: VL: bij·na(a)/be·na(a) (zie ook bekan); NL: bij·naa
    bikini: VL: bi·ki·ni; NL: bi·ki·ni
    braderie: VL: bra·de·ri; NL: braa·de·rie
    braderij: VL: bra·de·rij; NL: braa·de·rij
    buggy: VL: bu·gi (zachte g); NL: bu·Gi (g van Frans ’grand’ of Engels ‘great’)
    burgemeester: VL: bur·ge·mees·ter; NL: bur·ge·mees·ter
    cacao: VL: ca·ca·oo; NL: ca·caa·oo
    carnaval: VL: kar·na·val (Frans); NL: kar·ne·val (Engels); VRT-uitspraak: kar·naa·val
    casino: VL: ca·zi·noo; NL: ca·sie·noo (zie ook Vlaamse geslachten)
    catalogus: VL: ca·ta·loo·gus (scherpe u; eigenlijk eerder cataloog); NL: ca·taa·lo·chus (doffe u)
    cichorei: VL: sjie·ko·rei; NL: sie·cho·rei (± fonetisch)
    clitoris: VL: cli·too·ris (beide i’s als in fiets); NL: cli·to·ris (beide i’s als in dik)
    compagnie: VL: kom.pa.nie; NL-SN: kom.panj.ie
    conciërge: VL: kon·s·jer·zje (± Frans); NL: kon·zjer·zje
    coup: VL: koe (Frans); NL: koep (± fonetisch)
    dement: VL: dee·ment; NL: de ment
    dementie: VL: dee·men·sie; NL: de·men·tsie
    detective: VL: de·tek·tie·ve/de·dek·tie·ve (fonetisch); NL: die·tek·tif (Engels)
    Doornroosje: VL: doo·rn·roo·sje; NL: doo·rn·roo·sje
    doorprikken: VL: door·prik·ken; NL: door·prik·ken
    dossier: VL: dos·sier (fonetisch); NL: do·sjee (Frans)
    elixir: VL: ee·liek·sier/ee·lieg·zier (Arabisch, ‘g’ uitgesproken als in het Engelse ‘good’); NL: ee·lik·ser (‘lik’ uitgesproken als ‘dik’)
    encyclopedie: VL: en·cy·clo·pe·die (fonetisch); NL: aun·cy·clo·pe·die (Frans, de ‘aun’ is nasaal)
    energie: VL: e·ner·gie (fonetisch); NL: e·ner·zjie/e·ner·sjie (Frans)
    epidemie: VL: ee·pi·dee·mi (korte i); NL: ee·pi·dee·mie (Frans)
    essay: VL: es· (Frans); NL: es·seej/es·seej (Engels)
    Europa: VL: eu·roo·pa; NL: eu·roo·paa
    festival: VL: fest·ti·val; NL: fes·ti·val
    flirten: VL: flir·ten (fonetisch); NL: fleur·ten (Engels)
    foto: VL: fo·too; NL: foo·too
    fotografie: VL: fo·to·gra·fie; NL: foo·too·gra·fie
    garantie: VL: ga·ran·tie (Frans; ook ga·ran·sie); NL: ga·ran·tsie
    gelijkvloers: VL: ge·lijk·vloers; NL: ge·lijk·vloers
    Gerard: VL: zjee·raar (Frans); NL: gee·rart (fonetisch)
    gilet: VL: zjie·lee; NL: zjie·lèt
    goal: VL: gool (zachte g); NL: Gool (g van Frans ‘grand’ of Engels ‘great’)
    golf: VL: golf (zachte g); NL: Golf (g van Frans ‘grand’ of Engels ‘great’)
    Google: VL: goe·gel/Goe·Gel (korte oe-klank; G = stemhebbende k); NL: Goe·Gel (lange oe-klank; G = stemhebbende k)
    hifi: VL: haai·fi (Brits Engels); NL: haai·faai (Amerikaans Engels)
    hostess: VL: hos·tès; NL: hos·tes (Engels)
    hygiëne: VL: hy·gjee·ne; NL: hy·gjèè·ne (Frans)
    ingewikkeld: VL: in·ge·wik·keld; NL: in·ge·wik·keld
    intrige: VL: in·trie·ge (fonetisch); NL: in·trie·zje/in·trie·sje (hypercorrecte uitspraak van intrige met /ž/ -Frans intrigue)
    Iran: VL: i·ran; NL: i·raan (zie ook Iranees
    Israël: VL: iez·ra·jel (‘i’ als in ‘kiwi’); NL: is·ra·‘el (‘i’ als in ‘dik’)
    item: VL: i·tem (korte i, doffe e); NL: aaj·tem (Engels)
    jacuzzi: dja·koe·zi/zja·koe·zi; NL: ja·koe·zi
    jenever: VL: zje·nee·ver; NL: je·nee·ver (fonetisch)
    Jos: VL: zjos; NL: jos
    kameleon: VL: ka·mee·lee·jon; NL: ka·mee·lie·jon
    kathedraal: VL: ka·tee·draal; NL: kat·te·draal
    koala: VL: ko·a·la; NL: koo·aa·laa
    Koran: VL: koo·ran; NL: ko·raan
    landrover: VL: land·roe·ver; NL: land·ro·ver
    lavabo: VL: la·va·boo; NL: la·vaa·boo/la·vaa·boo
    Lutgart: VL: lut·gart; NL: lutgart
    mammoet: VL: mam·moet; NL: mam·moet
    Mercedes: VL: Mèr·ce·dès (scherpe e achteraan; ± Spaans); NL: Mèr·cee·des (doffe e achteraan; ± Engels)
    meteen: VL en NL: mè·teen (‘mè’ als in ‘bed’); VL media: me·teen (‘me’ als in ‘der’)
    Monaco: VL: Mo·na·coo; NL: Moo·naa·coo
    monopoly: VL: mo·no·poo·ly; NL: mo·no(o)·pe·ly (Engels)
    namiddag: VL: na·mid·dag; NL: na·mid·dag
    nasi (goreng): VL: naa·zi; NL: na·si
    Nieuwjaar: VL: nieuw·jaar; NL: nieuw·jaar
    Nobelprijs: VL: No·bel·prijs; NL: No·bèl·prijs
    nostalgie: VL: nos·tal·gie (fonetisch); NL: nos·tal·zjie/nos·tal·sjie (Frans)
    nylon: VL: ni·lon / nij·lon (Frans / vervlaamst); NL: naaj·lon (Engels)
    omwenteling: VL: om·wen·te·ling; NL: om·wen·te·ling
    onderhoud: VL: on·der·houd; NL: on·der·houd
    Oostende: VL: os·ten·de; NL: oost en·de
    pallet: VL: pa·lèt; NL: pèl·let (Engels)
    pandemie: VL: pan·dee·mi (korte i); NL: pan·dee·mie (Frans)
    parameter: VL: pa·ra·mee·ter; NL: pa·raa·m?·ter
    parfum: VL: par·fui (Frans, de ‘ui’ is nasaal); NL: par·fum (fonetisch)
    passagier: VL: pas·sa·gier (fonetisch); NL: pas·sa·zjier/pas·sa·sjier
    pedalo: VL: pee·da·loo; NL: pee·daa·loo
    per: VL: ‘per’ als ‘der’; NL: ‘per’ als ‘ver’
    percent: VL: per·cent (‘per’ als ‘der’); NL: per·cent (‘per’ als ‘ver’)
    per se: VL: per see (‘per’ als ‘der’); NL: pèr see (Latijn, ‘pèr’ als ‘ver’)
    pikken: VL: pi·ken (scherpe i); NL: p?·ken (doffe i)
    pissen: VL: pi·sen (scherpe i); NL: p?·sen (doffe i)
    pistolet: VL: pis·to·lee; NL: pis·to·lèt
    platform: VL: plat·form; NL: plat·form
    pointe: VL: pwèèn·te; NL: pwan·te
    pyjama: VL: pi·zja·ma; NL: pie·jaa·maa
    record: VL: re·kort (fonetisch); NL: ree·koor (Frans)
    recital: VL: re·si·tal (scherpe i, Frans); NL: rie·saaj·tel (Engels)
    reünie: VL: ree·ju·nie; NL: ree·u·nie (Franse klemtoon)
    Robert: VL: ro·beir (Frans); NL: ro(o)·bert (Engels)
    robot: VL: ro·bot; NL: roo·bot
    rondpunt: VL: rond·punt; NL: rond·punt
    Roodkapje: VL: rood·kap·je; NL: rood·kap·je
    salami: VL: sa·la·mi; NL: sa·laa·mi
    sceptisch: VL: sep·ties; NL: skep·ties
    service: VL: ser·vis (scherpe i, Frans); NL: seur·vis (doffe i, Engels)
    site: VL: sitte; NL: saajt
    Sneeuwwitje: VL: sneeuw·wi·tje; NL: sneeuw·wit·je
    stadhuis: VL: sta·tuis; NL: stad·huis
    steak: VL: stek/stik (Frans); NL: steek (Engels)
    super, hyper: VL én NL: su·per, hy·per; VL media: sup·per, hip·per
    tabak: VL: ta·bak (zie ook toebak); NL: ta·bak (Frans)
    tarmac: VL: tar·mac; SN: tar·mac
    Tenerife: VL: ·ne·rif ; NL: tee·nee·rif (korte, scherpe i); VRT-uitspraak: tee·nee·rie·fee
    tenzij: VL: ten·zij (‘e’ als in ‘der’, komt van "’t en zij’); NL: ten·zij, ten·zij (‘e’ in beide varianten als in ‘bed’)
    terras: VL: tèr·ras; NL: te ras
    tic: VL: tik (scherpe i, zie ook tic nerveux); NL: tik (doffe i)
    ticket: VL: tie·kèt (Frans); NL: tik·ket (Engels)
    trainen: VL: trei·nen; NL: treej·nen (Engels)
    urgent: VL: ur·gent (scherpe u); NL: ur·gent (doffe u)
    vanille: VL: va·nie·le (fonetisch); NL: va·nie·je (Frans)
    verkoop: VL: ver·koop; NL: vér·koop (tegen alle regels in)
    virus: VL: vi·rus (scherpe korte i, scherpe korte u); NL: vie·res (lange i, doffe e)
    voormiddag: VL: voor·mid·dag; NL: voor·mid·dag
    vrijgezel: VL: vrij·ge·zel; NL: vrij·ge·zel
    werkloos: VL: werk·loos; NL: werk·loos
    werkloosheid: VL: werk·loos·heid; NL: werk·loos·heid
    werknemer: VL: werk·nee·mer; NL: werk·nee·mer
    wodka: VL: vod·ka (Slavisch, de ‘d’ is eerder stemhebbend); NL: wot·kaa (de ‘t’ is stemloos)
    yoghurt: VL: joe·choert (soms joe·goert; ± Turks); NL: jo·chert, jo·ggert (fonetisch)
    YouTube: VL: joe·toep; NL: joew·tsjoewp
    zone: VL: zoo·ne; NL: zoa·ne (Frans)
    zonsondergang: VL: zon·zon·der·gang; NL: zons·on·der·gang
    zonsopgang: VL: zon·zop·gang; NL: zons·op·gang

    woorden op —ist/—isme/—isch: VL: —ist/—isme/—isch (‘i’ als in ‘fiets’); NL: —?st/—?sme/—?sch (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —tie: VL: —sie; NL: —tsie
    woorden op —tje/—dje: VL: —tje (de t- en j-klanken komen samen zoals in ‘checken’); NL: —t·je (de t- en j-klanken worden apart uitgesproken)
    woorden met —ci— of —ti— (bv. ‘officieel’, ‘politioneel’): VL: —s·j— (de s- en j-klanken worden apart uitgesproken); NL: —sj—, —tsj— (de s- en j-klanken komen samen zoals in ‘sjaal’ of ‘checken’)
    woorden met dis—: VL: dis— (‘i’ als in ‘fiets’); NL: d?s— (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —achtig: VL: klemtoon op woord zelf; NL: klemtoon op achtig en adempauze tussen woord en achtig → bv. VL: ze·nu·wach·tig; NL: ze·nuw acht·ig

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 19 May 2020 18:55
    114 reactie(s)

    Versie 110

    Vlaamse uitspraak
    (uitspraakvarianten)

    Heel wat woorden worden in Vlaanderen anders uitgesproken dan in Nederland. Dan gaat het niet zozeer over regelgebonden uitspraken zoals de zachte g, maar over woorden zoals pyjama dat in Vlaanderen als pie-zja-ma en in Nederland als pie-jaa-maa uitgesproken wordt. Of over klemtonen zoals bij burgemeester waarbij in Vlaanderen het accent op de eerste lettergreep valt en in Nederland op de derde. Bij leenwoorden hanteert men in Nederland zeer dikwijls een nabootsing volgens de Nederlandse klankwetten van de klanken in de oorspronkelijke taal (meestal Engels of Frans), terwijl de uitspraak in Vlaanderen vervlaamst wordt. Soms wordt in Vlaanderen een Franse uitspraak gehanteerd, dan volgt de uitspraak in Nederland meestal het Engels.

    Voor Engelse leenwoorden met korte a is er een afzonderlijk lemma waar deze gevallen ondergebracht kunnen worden.

    Het spijtige is dat de Vlaamse media voor deze woorden de Nederlandse uitspraak gebruiken ondanks dat de Vlaamse uitspraak in Vlaanderen zeer algemeen is. Dit is een aanfluiting van de V die voor Vlaams staat in o.a. vrt en VTM.

    Wat klemtonen betreft kan voor het West-Vlaams algemeen gesteld worden dat de klemtoon zeer dikwijls op de eerste lettergreep ligt (zoals ook in het nabije(re) Engels), ook en wellicht het meest opmerkelijk bij eigennamen. Bijvoorbeeld, waar een doorsnee Vlaming of Nederlander de naam Stefanie zal uitspreken zoals de Fransen, met de klemtoon op de laatste lettergreep, heet deze vrouw in West-Vlaanderen Stefanie. De West-Vlaamse politieker Vande Lanotte heet in zijn thuisprovincie Vande Lanotte.

    In de Vlaamse audiovisuele media, en bij uitstek bij de VRT, verzint men ook dikwijls een zogenaamd correcte uitspraak, die evenwel door Vlamingen noch door Nederlanders wordt gedragen. Deze gevallen worden ook aan dit lemma toegevoegd. Zie bij deze ook het lemma vrt-taal.

    zie ook Breda, Spa: vokaalreductie

    alfabetische lijst:

    ‘s anderendaags: VL: san·dren·da(a)gs; NL: san·de·ren·daags
    Afrika: VL: a·fri·ka; NL: aa·fri·kaa
    Amerika: VL: a·mee·ri·ka; NL: a·mee·ri·kaa
    Antarctica (idem Arctica): an·tarc·ti·ca; NL: an·tarc·ti·caa
    archipel: VL: ar·chi·pel; NL: ar·chi·pel
    asfalt: VL: as·falt; NL: as·falt
    azalea: VL: a·za·lee·ja; NL: a·zaa·lee·jaa
    badminton: VL: bat·min·ton (fonetisch); NL: bèt·min·ten (Engels)
    Belgrado: VL: bel·gra·do; NL: bel·gra·do
    Bernard: VL: ber·naar (Frans); NL: bern·(h)art (Engels)
    bijna: VL: bij·na(a)/be·na(a) (zie ook bekan); NL: bij·naa
    bikini: VL: bi·ki·ni; NL: bi·ki·ni
    braderie: VL: bra·de·ri; NL: braa·de·rie
    braderij: VL: bra·de·rij; NL: braa·de·rij
    buggy: VL: bu·gi (zachte g); NL: bu·Gi (g van Frans ’grand’ of Engels ‘great’)
    burgemeester: VL: bur·ge·mees·ter; NL: bur·ge·mees·ter
    cacao: VL: ca·ca·oo; NL: ca·caa·oo
    carnaval: VL: kar·na·val (Frans); NL: kar·ne·val (Engels); VRT-uitspraak: kar·naa·val
    casino: VL: ca·zi·noo; NL: ca·sie·noo (zie ook Vlaamse geslachten)
    catalogus: VL: ca·ta·loo·gus (scherpe u; eigenlijk eerder cataloog); NL: ca·taa·lo·chus (doffe u)
    cichorei: VL: sjie·ko·rei; NL: sie·cho·rei (± fonetisch)
    clitoris: VL: cli·too·ris (beide i’s als in fiets); NL: cli·to·ris (beide i’s als in dik)
    compagnie: VL: kom.pa.nie; NL-SN: kom.panj.ie
    conciërge: VL: kon·s·jer·zje (± Frans); NL: kon·zjer·zje
    coup: VL: koe (Frans); NL: koep (± fonetisch)
    dement: VL: dee·ment; NL: de ment
    dementie: VL: dee·men·sie; NL: de·men·tsie
    detective: VL: de·tek·tie·ve/de·dek·tie·ve (fonetisch); NL: die·tek·tif (Engels)
    Doornroosje: VL: doo·rn·roo·sje; NL: doo·rn·roo·sje
    doorprikken: VL: door·prik·ken; NL: door·prik·ken
    dossier: VL: dos·sier (fonetisch); NL: do·sjee (Frans)
    elixir: VL: ee·liek·sier/ee·lieg·zier (Arabisch, ‘g’ uitgesproken als in het Engelse ‘good’); NL: ee·lik·ser (‘lik’ uitgesproken als ‘dik’)
    encyclopedie: VL: en·cy·clo·pe·die (fonetisch); NL: aun·cy·clo·pe·die (Frans, de ‘aun’ is nasaal)
    energie: VL: e·ner·gie (fonetisch); NL: e·ner·zjie/e·ner·sjie (Frans)
    epidemie: VL: ee·pi·dee·mi (korte i); NL: ee·pi·dee·mie (Frans)
    essay: VL: es· (Frans); NL: es·seej/es·seej (Engels)
    Europa: VL: eu·roo·pa; NL: eu·roo·paa
    festival: VL: fest·ti·val; NL: fes·ti·val
    flirten: VL: flir·ten (fonetisch); NL: fleur·ten (Engels)
    foto: VL: fo·too; NL: foo·too
    fotografie: VL: fo·to·gra·fie; NL: foo·too·gra·fie
    garantie: VL: ga·ran·tie (Frans; ook ga·ran·sie); NL: ga·ran·tsie
    gelijkvloers: VL: ge·lijk·vloers; NL: ge·lijk·vloers
    Gerard: VL: zjee·raar (Frans); NL: gee·rart (fonetisch)
    gilet: VL: zjie·lee; NL: zjie·lèt
    goal: VL: gool (zachte g); NL: Gool (g van Frans ‘grand’ of Engels ‘great’)
    golf: VL: golf (zachte g); NL: Golf (g van Frans ‘grand’ of Engels ‘great’)
    Google: VL: goe·gel/Goe·Gel (korte oe-klank; G = stemhebbende k); NL: Goe·Gel (lange oe-klank; G = stemhebbende k)
    hifi: VL: haai·fi (Brits Engels); NL: haai·faai (Amerikaans Engels)
    hostess: VL: hos·tès; NL: hos·tes (Engels)
    hygiëne: VL: hy·gjee·ne; NL: hy·gjèè·ne (Frans)
    ingewikkeld: VL: in·ge·wik·keld; NL: in·ge·wik·keld
    intrige: VL: in·trie·ge (fonetisch); NL: in·trie·zje/in·trie·sje (hypercorrecte uitspraak van intrige met /ž/ -Frans intrigue)
    Iran: VL: i·ran; NL: i·raan (zie ook Iranees
    Israël: VL: iez·ra·jel (‘i’ als in ‘kiwi’); NL: is·ra·‘el (‘i’ als in ‘dik’)
    item: VL: i·tem (korte i, doffe e); NL: aaj·tem (Engels)
    jacuzzi: dja·koe·zi/zja·koe·zi; NL: ja·koe·zi
    jenever: VL: zje·nee·ver; NL: je·nee·ver (fonetisch)
    Jos: VL: zjos; NL: jos
    kameleon: VL: ka·mee·lee·jon; NL: ka·mee·lie·jon
    kathedraal: VL: ka·tee·draal; NL: kat·te·draal
    koala: VL: ko·a·la; NL: koo·aa·laa
    Koran: VL: koo·ran; NL: ko·raan
    landrover: VL: land·roe·ver; NL: land·ro·ver
    lavabo: VL: la·va·boo; NL: la·vaa·boo/la·vaa·boo
    Lutgart: VL: lut·gart; NL: lutgart
    mammoet: VL: mam·moet; NL: mam·moet
    Mercedes: VL: Mèr·ce·dès (scherpe e achteraan; ± Spaans); NL: Mèr·cee·des (doffe e achteraan; ± Engels)
    meteen: VL en NL: mè·teen (‘mè’ als in ‘bed’); VL media: me·teen (‘me’ als in ‘der’)
    Monaco: VL: Mo·na·coo; NL: Moo·naa·coo
    monopoly: VL: mo·no·poo·ly; NL: mo·no(o)·pe·ly (Engels)
    namiddag: VL: na·mid·dag; NL: na·mid·dag
    nasi (goreng): VL: naa·zi; NL: na·si
    Nieuwjaar: VL: nieuw·jaar; NL: nieuw·jaar
    Nobelprijs: VL: No·bel·prijs; NL: No·bèl·prijs
    nostalgie: VL: nos·tal·gie (fonetisch); NL: nos·tal·zjie/nos·tal·sjie (Frans)
    nylon: VL: ni·lon / nij·lon (Frans / vervlaamst); NL: naaj·lon (Engels)
    omwenteling: VL: om·wen·te·ling; NL: om·wen·te·ling
    onderhoud: VL: on·der·houd; NL: on·der·houd
    Oostende: VL: os·ten·de; NL: oost en·de
    pallet: VL: pa·lèt; NL: pèl·let (Engels)
    pandemie: VL: pan·dee·mi (korte i); NL: pan·dee·mie (Frans)
    parameter: VL: pa·ra·mee·ter; NL: pa·raa·m?·ter
    parfum: VL: par·fui (Frans, de ‘ui’ is nasaal); NL: par·fum (fonetisch)
    passagier: VL: pas·sa·gier (fonetisch); NL: pas·sa·zjier/pas·sa·sjier
    pedalo: VL: pee·da·loo; NL: pee·daa·loo
    per: VL: ‘per’ als ‘der’; NL: ‘per’ als ‘ver’
    percent: VL: per·cent (‘per’ als ‘der’); NL: per·cent (‘per’ als ‘ver’)
    per se: VL: per see (‘per’ als ‘der’); NL: pèr see (Latijn, ‘pèr’ als ‘ver’)
    pikken: VL: pi·ken (scherpe i); NL: p?·ken (doffe i)
    pissen: VL: pi·sen (scherpe i); NL: p?·sen (doffe i)
    pistolet: VL: pis·to·lee; NL: pis·to·lèt
    platform: VL: plat·form; NL: plat·form
    pointe: VL: pwèèn·te; NL: pwan·te
    pyjama: VL: pi·zja·ma; NL: pie·jaa·maa
    record: VL: re·kort (fonetisch); NL: ree·koor (Frans)
    recital: VL: re·si·tal (scherpe i, Frans); NL: rie·saaj·tel (Engels)
    reünie: VL: ree·ju·nie; NL: ree·u·nie (Franse klemtoon)
    Robert: VL: ro·beir (Frans); NL: ro(o)·bert (Engels)
    robot: VL: ro·bot; NL: roo·bot
    rondpunt: VL: rond·punt; NL: rond·punt
    Roodkapje: VL: rood·kap·je; NL: rood·kap·je
    salami: VL: sa·la·mi; NL: sa·laa·mi
    sceptisch: VL: sep·ties; NL: skep·ties
    service: VL: ser·vis (scherpe i, Frans); NL: seur·vis (doffe i, Engels)
    site: VL: sitte; NL: saajt
    Sneeuwwitje: VL: sneeuw·wi·tje; NL: sneeuw·wit·je
    stadhuis: VL: sta·tuis; NL: stad·huis
    steak: VL: stek/stik (Frans); NL: steek (Engels)
    super, hyper: VL én NL: su·per, hy·per; VL media: sup·per, hip·per
    tabak: VL: ta·bak (zie ook toebak); NL: ta·bak (Frans)
    tarmac: VL: tar·mac; SN: tar·mac
    Tenerife: VL: ·ne·rif ; NL: tee·nee·rif (korte, scherpe i); VRT-uitspraak: tee·nee·rie·fee
    tenzij: VL: ten·zij (‘e’ als in ‘der’, komt van "’t en zij’); NL: ten·zij, ten·zij (‘e’ in beide varianten als in ‘bed’)
    terras: VL: tèr·ras; NL: te ras
    tic: VL: tik (scherpe i, zie ook tic nerveux); NL: tik (doffe i)
    ticket: VL: tie·kèt (Frans); NL: tik·ket (Engels)
    trainen: VL: trei·nen; NL: treej·nen (Engels)
    urgent: VL: ur·gent (scherpe u); NL: ur·gent (doffe u)
    vanille: VL: va·nie·le (fonetisch); NL: va·nie·je (Frans)
    verkoop: VL: ver·koop; NL: vér·koop (tegen alle regels in)
    virus: VL: vi·rus (scherpe korte i, scherpe korte u); NL: vie·res (lange i, doffe e)
    voormiddag: VL: voor·mid·dag; NL: voor·mid·dag
    vrijgezel: VL: vrij·ge·zel; NL: vrij·ge·zel
    werkloos: VL: werk·loos; NL: werk·loos
    werkloosheid: VL: werk·loos·heid; NL: werk·loos·heid
    werknemer: VL: werk·nee·mer; NL: werk·nee·mer
    wodka: VL: vod·ka (Slavisch, de ‘d’ is eerder stemhebbend); NL: wot·kaa (de ‘t’ is stemloos)
    yoghurt: VL: joe·choert (soms joe·goert; ± Turks); NL: jo·chert, jo·ggert (fonetisch)
    YouTube: VL: joe·toep; NL: joew·tsjoewp
    zone: VL: zoo·ne; NL: zoa·ne (Frans)
    zonsondergang: VL: zon·zon·der·gang; NL: zons·on·der·gang
    zonsopgang: VL: zon·zop·gang; NL: zons·op·gang

    woorden op —ist/—isme/—isch: VL: —ist/—isme/—isch (‘i’ als in ‘fiets’); NL: —?st/—?sme/—?sch (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —tie: VL: —sie; NL: —tsie
    woorden op —tje/—dje: VL: —tje (de t- en j-klanken komen samen zoals in ‘checken’); NL: —t·je (de t- en j-klanken worden apart uitgesproken)
    woorden met —ci— of —ti— (bv. ‘officieel’, ‘politioneel’): VL: —s·j— (de s- en j-klanken worden apart uitgesproken); NL: —sj—, —tsj— (de s- en j-klanken komen samen zoals in ‘sjaal’ of ‘checken’)
    woorden met dis—: VL: dis— (‘i’ als in ‘fiets’); NL: d?s— (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —achtig: VL: klemtoon op woord zelf; NL: klemtoon op achtig en adempauze tussen woord en achtig → bv. VL: ze·nu·wach·tig; NL: ze·nuw acht·ig

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 19 May 2020 18:55
    114 reactie(s)

    Versie 109

    Vlaamse uitspraak
    (uitspraakvarianten)

    Heel wat woorden worden in Vlaanderen anders uitgesproken dan in Nederland. Dan gaat het niet zozeer over regelgebonden uitspraken zoals de zachte g, maar over woorden zoals pyjama dat in Vlaanderen als pie-zja-ma en in Nederland als pie-jaa-maa uitgesproken wordt. Of over klemtonen zoals bij burgemeester waarbij in Vlaanderen het accent op de eerste lettergreep valt en in Nederland op de derde. Bij leenwoorden hanteert men in Nederland zeer dikwijls een nabootsing volgens de Nederlandse klankwetten van de klanken in de oorspronkelijke taal (meestal Engels of Frans), terwijl de uitspraak in Vlaanderen vervlaamst wordt. Soms wordt in Vlaanderen een Franse uitspraak gehanteerd, dan volgt de uitspraak in Nederland meestal het Engels.

    Voor Engelse leenwoorden met korte a is er een afzonderlijk lemma waar deze gevallen ondergebracht kunnen worden.

    Het spijtige is dat de Vlaamse media voor deze woorden de Nederlandse uitspraak gebruiken ondanks dat de Vlaamse uitspraak in Vlaanderen zeer algemeen is. Dit is een aanfluiting van de V die voor Vlaams staat in o.a. vrt en VTM.

    Wat klemtonen betreft kan voor het West-Vlaams algemeen gesteld worden dat de klemtoon zeer dikwijls op de eerste lettergreep ligt (zoals ook in het nabije(re) Engels), ook en wellicht het meest opmerkelijk bij eigennamen. Bijvoorbeeld, waar een doorsnee Vlaming of Nederlander de naam Stefanie zal uitspreken zoals de Fransen, met de klemtoon op de laatste lettergreep, heet deze vrouw in West-Vlaanderen Stefanie. De West-Vlaamse politieker Vande Lanotte heet in zijn thuisprovincie Vande Lanotte.

    In de Vlaamse audiovisuele media, en bij uitstek bij de VRT, verzint men ook dikwijls een zogenaamd correcte uitspraak, die evenwel door Vlamingen noch door Nederlanders wordt gedragen. Deze gevallen worden ook aan dit lemma toegevoegd. Zie bij deze ook het lemma vrt-taal.

    zie ook Breda, Spa: vokaalreductie

    alfabetische lijst:

    ‘s anderendaags: VL: san·dren·da(a)gs; NL: san·de·ren·daags
    Afrika: VL: a·fri·ka; NL: aa·fri·kaa
    Amerika: VL: a·mee·ri·ka; NL: a·mee·ri·kaa
    Antarctica (idem Arctica): an·tarc·ti·ca; NL: an·tarc·ti·caa
    archipel: VL: ar·chi·pel; NL: ar·chi·pel
    asfalt: VL: as·falt; NL: as·falt
    azalea: VL: a·za·lee·ja; NL: a·zaa·lee·jaa
    badminton: VL: bat·min·ton (fonetisch); NL: bèt·min·ten (Engels)
    Belgrado: VL: bel·gra·do; NL: bel·gra·do
    Bernard: VL: ber·naar (Frans); NL: bern·(h)art (Engels)
    bijna: VL: bij·na(a)/be·na(a) (zie ook bekan); NL: bij·naa
    bikini: VL: bi·ki·ni; NL: bi·ki·ni
    braderie: VL: bra·de·ri; NL: braa·de·rie
    braderij: VL: bra·de·rij; NL: braa·de·rij
    buggy: VL: bu·gi (zachte g); NL: bu·Gi (g van Frans ’grand’ of Engels ‘great’)
    burgemeester: VL: bur·ge·mees·ter; NL: bur·ge·mees·ter
    cacao: VL: ca·ca·oo; NL: ca·caa·oo
    carnaval: VL: kar·na·val (Frans); NL: kar·ne·val (Engels); VRT-uitspraak: kar·naa·val
    casino: VL: ca·zi·noo; NL: ca·sie·noo (zie ook Vlaamse geslachten)
    catalogus: VL: ca·ta·loo·gus (scherpe u; eigenlijk eerder cataloog); NL: ca·taa·lo·chus (doffe u)
    cichorei: VL: sjie·ko·rei; NL: sie·cho·rei (± fonetisch)
    clitoris: VL: cli·too·ris (beide i’s als in fiets); NL: cli·to·ris (beide i’s als in dik)
    compagnie: VL: kom.pa.nie; NL-SN: kom.panj.ie
    conciërge: VL: kon·s·jer·zje (± Frans); NL: kon·zjer·zje
    coup: VL: koe (Frans); NL: koep (± fonetisch)
    dement: VL: dee·ment; NL: de ment
    dementie: VL: dee·men·sie; NL: de·men·tsie
    detective: VL: de·tek·tie·ve/de·dek·tie·ve (fonetisch); NL: die·tek·tif (Engels)
    Doornroosje: VL: doo·rn·roo·sje; NL: doo·rn·roo·sje
    doorprikken: VL: door·prik·ken; NL: door·prik·ken
    dossier: VL: dos·sier (fonetisch); NL: do·sjee (Frans)
    elixir: VL: ee·liek·sier/ee·lieg·zier (Arabisch, ‘g’ uitgesproken als in het Engelse ‘good’); NL: ee·lik·ser (‘lik’ uitgesproken als ‘dik’)
    encyclopedie: VL: en·cy·clo·pe·die (fonetisch); NL: aun·cy·clo·pe·die (Frans, de ‘aun’ is nasaal)
    energie: VL: e·ner·gie (fonetisch); NL: e·ner·zjie/e·ner·sjie (Frans)
    epidemie: VL: ee·pi·dee·mi (korte i); NL: ee·pi·dee·mie (Frans)
    essay: VL: es· (Frans); NL: es·seej/es·seej (Engels)
    Europa: VL: eu·roo·pa; NL: eu·roo·paa
    festival: VL: fest·ti·val; NL: fes·ti·val
    flirten: VL: flir·ten (fonetisch); NL: fleur·ten (Engels)
    foto: VL: fo·too; NL: foo·too
    fotografie: VL: fo·to·gra·fie; NL: foo·too·gra·fie
    garantie: VL: ga·ran·tie (Frans; ook ga·ran·sie); NL: ga·ran·tsie
    gelijkvloers: VL: ge·lijk·vloers; NL: ge·lijk·vloers
    Gerard: VL: zjee·raar (Frans); NL: gee·rart (fonetisch)
    gilet: VL: zjie·lee; NL: zjie·lèt
    goal: VL: gool (zachte g); NL: Gool (g van Frans ‘grand’ of Engels ‘great’)
    golf: VL: golf (zachte g); NL: Golf (g van Frans ‘grand’ of Engels ‘great’)
    Google: VL: goe·gel/Goe·Gel (korte oe-klank; G = stemhebbende k); NL: Goe·Gel (lange oe-klank; G = stemhebbende k)
    hifi: VL: haai·fi (Brits Engels); NL: haai·faai (Amerikaans Engels)
    hostess: VL: hos·tès; NL: hos·tes (Engels)
    hygiëne: VL: hy·gjee·ne; NL: hy·gjèè·ne (Frans)
    ingewikkeld: VL: in·ge·wik·keld; NL: in·ge·wik·keld
    intrige: VL: in·trie·ge (fonetisch); NL: in·trie·zje/in·trie·sje (hypercorrecte uitspraak van intrige met /ž/ -Frans intrigue)
    Iran: VL: i·ran; NL: i·raan (zie ook Iranees
    Israël: VL: iez·ra·jel (‘i’ als in ‘kiwi’); NL: is·ra·‘el (‘i’ als in ‘dik’)
    item: VL: i·tem (korte i, doffe e); NL: aaj·tem (Engels)
    jacuzzi: dja·koe·zi/zja·koe·zi; NL: ja·koe·zi
    jenever: VL: zje·nee·ver; NL: je·nee·ver (fonetisch)
    Jos: VL: zjos; NL: jos
    kameleon: VL: ka·mee·lee·jon; NL: ka·mee·lie·jon
    kathedraal: VL: ka·tee·draal; NL: kat·te·draal
    koala: VL: ko·a·la; NL: koo·aa·laa
    Koran: VL: koo·ran; NL: ko·raan
    landrover: VL: land·roe·ver; NL: land·ro·ver
    lavabo: VL: la·va·boo; NL: la·vaa·boo/la·vaa·boo
    Lutgart: VL: lut·gart; NL: lutgart
    mammoet: VL: mam·moet; NL: mam·moet
    Mercedes: VL: Mèr·ce·dès (scherpe e achteraan; ± Spaans); NL: Mèr·cee·des (doffe e achteraan; ± Engels)
    meteen: VL en NL: mè·teen (‘mè’ als in ‘bed’); VL media: me·teen (‘me’ als in ‘der’)
    Monaco: VL: Mo·na·coo; NL: Moo·naa·coo
    monopoly: VL: mo·no·poo·ly; NL: mo·no(o)·pe·ly (Engels)
    namiddag: VL: na·mid·dag; NL: na·mid·dag
    nasi (goreng): VL: naa·zi; NL: na·si
    Nieuwjaar: VL: nieuw·jaar; NL: nieuw·jaar
    Nobelprijs: VL: No·bel·prijs; NL: No·bèl·prijs
    nostalgie: VL: nos·tal·gie (fonetisch); NL: nos·tal·zjie/nos·tal·sjie (Frans)
    nylon: VL: ni·lon / nij·lon (Frans / vervlaamst); NL: naaj·lon (Engels)
    omwenteling: VL: om·wen·te·ling; NL: om·wen·te·ling
    onderhoud: VL: on·der·houd; NL: on·der·houd
    Oostende: VL: os·ten·de; NL: oost en·de
    pandemie: VL: pan·dee·mi (korte i); NL: pan·dee·mie (Frans)
    parameter: VL: pa·ra·mee·ter; NL: pa·raa·m?·ter
    parfum: VL: par·fui (Frans, de ‘ui’ is nasaal); NL: par·fum (fonetisch)
    passagier: VL: pas·sa·gier (fonetisch); NL: pas·sa·zjier/pas·sa·sjier
    pedalo: VL: pee·da·loo; NL: pee·daa·loo
    per: VL: ‘per’ als ‘der’; NL: ‘per’ als ‘ver’
    percent: VL: per·cent (‘per’ als ‘der’); NL: per·cent (‘per’ als ‘ver’)
    per se: VL: per see (‘per’ als ‘der’); NL: pèr see (Latijn, ‘pèr’ als ‘ver’)
    pikken: VL: pi·ken (scherpe i); NL: p?·ken (doffe i)
    pissen: VL: pi·sen (scherpe i); NL: p?·sen (doffe i)
    pistolet: VL: pis·to·lee; NL: pis·to·lèt
    platform: VL: plat·form; NL: plat·form
    pointe: VL: pwèèn·te; NL: pwan·te
    pyjama: VL: pi·zja·ma; NL: pie·jaa·maa
    record: VL: re·kort (fonetisch); NL: ree·koor (Frans)
    recital: VL: re·si·tal (scherpe i, Frans); NL: rie·saaj·tel (Engels)
    reünie: VL: ree·ju·nie; NL: ree·u·nie (Franse klemtoon)
    Robert: VL: ro·beir (Frans); NL: ro(o)·bert (Engels)
    robot: VL: ro·bot; NL: roo·bot
    rondpunt: VL: rond·punt; NL: rond·punt
    Roodkapje: VL: rood·kap·je; NL: rood·kap·je
    salami: VL: sa·la·mi; NL: sa·laa·mi
    sceptisch: VL: sep·ties; NL: skep·ties
    service: VL: ser·vis (scherpe i, Frans); NL: seur·vis (doffe i, Engels)
    site: VL: sitte; NL: saajt
    Sneeuwwitje: VL: sneeuw·wi·tje; NL: sneeuw·wit·je
    stadhuis: VL: sta·tuis; NL: stad·huis
    steak: VL: stek/stik (Frans); NL: steek (Engels)
    super, hyper: VL én NL: su·per, hy·per; VL media: sup·per, hip·per
    tabak: VL: ta·bak (zie ook toebak); NL: ta·bak (Frans)
    tarmac: VL: tar·mac; SN: tar·mac
    Tenerife: VL: ·ne·rif ; NL: tee·nee·rif (korte, scherpe i); VRT-uitspraak: tee·nee·rie·fee
    tenzij: VL: ten·zij (‘e’ als in ‘der’, komt van "’t en zij’); NL: ten·zij, ten·zij (‘e’ in beide varianten als in ‘bed’)
    terras: VL: tèr·ras; NL: te ras
    tic: VL: tik (scherpe i, zie ook tic nerveux); NL: tik (doffe i)
    ticket: VL: tie·kèt (Frans); NL: tik·ket (Engels)
    trainen: VL: trei·nen; NL: treej·nen (Engels)
    urgent: VL: ur·gent (scherpe u); NL: ur·gent (doffe u)
    vanille: VL: va·nie·le (fonetisch); NL: va·nie·je (Frans)
    verkoop: VL: ver·koop; NL: vér·koop (tegen alle regels in)
    virus: VL: vi·rus (scherpe korte i, scherpe korte u); NL: vie·res (lange i, doffe e)
    voormiddag: VL: voor·mid·dag; NL: voor·mid·dag
    vrijgezel: VL: vrij·ge·zel; NL: vrij·ge·zel
    werkloos: VL: werk·loos; NL: werk·loos
    werkloosheid: VL: werk·loos·heid; NL: werk·loos·heid
    werknemer: VL: werk·nee·mer; NL: werk·nee·mer
    wodka: VL: vod·ka (Slavisch, de ‘d’ is eerder stemhebbend); NL: wot·kaa (de ‘t’ is stemloos)
    yoghurt: VL: joe·choert (soms joe·goert; ± Turks); NL: jo·chert, jo·ggert (fonetisch)
    YouTube: VL: joe·toep; NL: joew·tsjoewp
    zone: VL: zoo·ne; NL: zoa·ne (Frans)
    zonsondergang: VL: zon·zon·der·gang; NL: zons·on·der·gang
    zonsopgang: VL: zon·zop·gang; NL: zons·op·gang

    woorden op —ist/—isme/—isch: VL: —ist/—isme/—isch (‘i’ als in ‘fiets’); NL: —?st/—?sme/—?sch (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —tie: VL: —sie; NL: —tsie
    woorden op —tje/—dje: VL: —tje (de t- en j-klanken komen samen zoals in ‘checken’); NL: —t·je (de t- en j-klanken worden apart uitgesproken)
    woorden met —ci— of —ti— (bv. ‘officieel’, ‘politioneel’): VL: —s·j— (de s- en j-klanken worden apart uitgesproken); NL: —sj—, —tsj— (de s- en j-klanken komen samen zoals in ‘sjaal’ of ‘checken’)
    woorden met dis—: VL: dis— (‘i’ als in ‘fiets’); NL: d?s— (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —achtig: VL: klemtoon op woord zelf; NL: klemtoon op achtig en adempauze tussen woord en achtig → bv. VL: ze·nu·wach·tig; NL: ze·nuw acht·ig

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 12 May 2020 21:34
    114 reactie(s)

    Versie 108

    Vlaamse uitspraak
    (uitspraakvarianten)

    Heel wat woorden worden in Vlaanderen anders uitgesproken dan in Nederland. Dan gaat het niet zozeer over regelgebonden uitspraken zoals de zachte g, maar over woorden zoals pyjama dat in Vlaanderen als pie-zja-ma en in Nederland als pie-jaa-maa uitgesproken wordt. Of over klemtonen zoals bij burgemeester waarbij in Vlaanderen het accent op de eerste lettergreep valt en in Nederland op de derde. Bij leenwoorden hanteert men in Nederland zeer dikwijls een nabootsing volgens de Nederlandse klankwetten van de klanken in de oorspronkelijke taal (meestal Engels of Frans), terwijl de uitspraak in Vlaanderen vervlaamst wordt. Soms wordt in Vlaanderen een Franse uitspraak gehanteerd, dan volgt de uitspraak in Nederland meestal het Engels.

    Voor Engelse leenwoorden met korte a is er een afzonderlijk lemma waar deze gevallen ondergebracht kunnen worden.

    Het spijtige is dat de Vlaamse media voor deze woorden de Nederlandse uitspraak gebruiken ondanks dat de Vlaamse uitspraak in Vlaanderen zeer algemeen is. Dit is een aanfluiting van de V die voor Vlaams staat in o.a. vrt en VTM.

    Wat klemtonen betreft kan voor het West-Vlaams algemeen gesteld worden dat de klemtoon zeer dikwijls op de eerste lettergreep ligt (zoals ook in het nabije(re) Engels), ook en wellicht het meest opmerkelijk bij eigennamen. Bijvoorbeeld, waar een doorsnee Vlaming of Nederlander de naam Stefanie zal uitspreken zoals de Fransen, met de klemtoon op de laatste lettergreep, heet deze vrouw in West-Vlaanderen Stefanie. De West-Vlaamse politieker Vande Lanotte heet in zijn thuisprovincie Vande Lanotte.

    In de Vlaamse audiovisuele media, en bij uitstek bij de VRT, verzint men ook dikwijls een zogenaamd correcte uitspraak, die evenwel door Vlamingen noch door Nederlanders wordt gedragen. Deze gevallen worden ook aan dit lemma toegevoegd. Zie bij deze ook het lemma vrt-taal.

    zie ook Breda, Spa: vokaalreductie

    alfabetische lijst:

    ‘s anderendaags: VL: san·dren·da(a)gs; NL: san·de·ren·daags
    Afrika: VL: a·fri·ka; NL: aa·fri·kaa
    Amerika: VL: a·mee·ri·ka; NL: a·mee·ri·kaa
    Antarctica (idem Arctica): an·tarc·ti·ca; NL: an·tarc·ti·caa
    archipel: VL: ar·chi·pel; NL: ar·chi·pel
    asfalt: VL: as·falt; NL: as·falt
    azalea: VL: a·za·lee·ja; NL: a·zaa·lee·jaa
    badminton: VL: bat·min·ton (fonetisch); NL: bèt·min·ten (Engels)
    Belgrado: VL: bel·gra·do; NL: bel·gra·do
    Bernard: VL: ber·naar (Frans); NL: bern·(h)art (Engels)
    bijna: VL: bij·na(a)/be·na(a) (zie ook bekan); NL: bij·naa
    bikini: VL: bi·ki·ni; NL: bi·ki·ni
    braderie: VL: bra·de·ri; NL: braa·de·rie
    braderij: VL: bra·de·rij; NL: braa·de·rij
    buggy: VL: bu·gi (zachte g); NL: bu·Gi (g van Frans ’grand’ of Engels ‘great’)
    burgemeester: VL: bur·ge·mees·ter; NL: bur·ge·mees·ter
    cacao: VL: ca·ca·oo; NL: ca·caa·oo
    carnaval: VL: kar·na·val (Frans); NL: kar·ne·val (Engels); VRT-uitspraak: kar·naa·val
    casino: VL: ca·zi·noo; NL: ca·sie·noo (zie ook Vlaamse geslachten)
    catalogus: VL: ca·ta·loo·gus (scherpe u; eigenlijk eerder cataloog); NL: ca·taa·lo·chus (doffe u)
    cichorei: VL: sjie·ko·rei; NL: sie·cho·rei (± fonetisch)
    clitoris: VL: cli·too·ris (beide i’s als in fiets); NL: cli·to·ris (beide i’s als in dik)
    compagnie: VL: kom.pa.nie; NL-SN: kom.panj.ie
    conciërge: VL: kon·s·jer·zje (± Frans); NL: kon·zjer·zje
    coup: VL: koe (Frans); NL: koep (± fonetisch)
    dement: VL: dee·ment; NL: de ment
    dementie: VL: dee·men·sie; NL: de·men·tsie
    detective: VL: de·tek·tie·ve/de·dek·tie·ve (fonetisch); NL: die·tek·tif (Engels)
    Doornroosje: VL: doo·rn·roo·sje; NL: doo·rn·roo·sje
    doorprikken: VL: door·prik·ken; NL: door·prik·ken
    dossier: VL: dos·sier (fonetisch); NL: do·sjee (Frans)
    elixir: VL: ee·liek·sier/ee·lieg·zier (Arabisch, ‘g’ uitgesproken als in het Engelse ‘good’); NL: ee·lik·ser (‘lik’ uitgesproken als ‘dik’)
    encyclopedie: VL: en·cy·clo·pe·die (fonetisch); NL: aun·cy·clo·pe·die (Frans, de ‘aun’ is nasaal)
    energie: VL: e·ner·gie (fonetisch); NL: e·ner·zjie/e·ner·sjie (Frans)
    epidemie: VL: ee·pi·dee·mi (korte i); NL: ee·pi·dee·mie (Frans)
    essay: VL: es· (Frans); NL: es·seej/es·seej (Engels)
    Europa: VL: eu·roo·pa; NL: eu·roo·paa
    festival: VL: fest·ti·val; NL: fes·ti·val
    flirten: VL: flir·ten (fonetisch); NL: fleur·ten (Engels)
    foto: VL: fo·too; NL: foo·too
    fotografie: VL: fo·to·gra·fie; NL: foo·too·gra·fie
    garantie: VL: ga·ran·tie (Frans; ook ga·ran·sie); NL: ga·ran·tsie
    gelijkvloers: VL: ge·lijk·vloers; NL: ge·lijk·vloers
    Gerard: VL: zjee·raar (Frans); NL: gee·rart (fonetisch)
    gilet: VL: zjie·lee; NL: zjie·lèt
    goal: VL: gool (zachte g); NL: Gool (g van Frans ‘grand’ of Engels ‘great’)
    golf: VL: golf (zachte g); NL: Golf (g van Frans ‘grand’ of Engels ‘great’)
    Google: VL: goe·gel/Goe·Gel (korte oe-klank; G = stemhebbende k); NL: Goe·Gel (lange oe-klank; G = stemhebbende k)
    hifi: VL: haai·fi (Brits Engels); NL: haai·faai (Amerikaans Engels)
    hostess: VL: hos·tès; NL: hos·tes (Engels)
    hygiëne: VL: hy·gjee·ne; NL: hy·gjèè·ne (Frans)
    ingewikkeld: VL: in·ge·wik·keld; NL: in·ge·wik·keld
    intrige: VL: in·trie·ge (fonetisch); NL: in·trie·zje/in·trie·sje (hypercorrecte uitspraak van intrige met /ž/ -Frans intrigue)
    Iran: VL: i·ran; NL: i·raan (zie ook Iranees
    Israël: VL: iez·ra·jel (‘i’ als in ‘kiwi’); NL: is·ra·‘el (‘i’ als in ‘dik’)
    item: VL: i·tem (korte i, doffe e); NL: aaj·tem (Engels)
    jacuzzi: dja·koe·zi/zja·koe·zi; NL: ja·koe·zi
    jenever: VL: zje·nee·ver; NL: je·nee·ver (fonetisch)
    Jos: VL: zjos; NL: jos
    kameleon: VL: ka·mee·lee·jon; NL: ka·mee·lie·jon
    kathedraal: VL: ka·tee·draal; NL: kat·te·draal
    koala: VL: ko·a·la; NL: koo·aa·laa
    Koran: VL: koo·ran; NL: ko·raan
    landrover: VL: land·roe·ver; NL: land·ro·ver
    lavabo: VL: la·va·boo; NL: la·vaa·boo/la·vaa·boo
    Lutgart: VL: lut·gart; NL: lutgart
    mammoet: VL: mam·moet; NL: mam·moet
    Mercedes: VL: Mèr·ce·dès (scherpe e achteraan; ± Spaans); NL: Mèr·cee·des (doffe e achteraan; ± Engels)
    meteen: VL en NL: mè·teen (‘mè’ als in ‘bed’); VL media: me·teen (‘me’ als in ‘der’)
    Monaco: VL: Mo·na·coo; NL: Moo·naa·coo
    monopoly: VL: mo·no·poo·ly; NL: mo·no(o)·pe·ly (Engels)
    namiddag: VL: na·mid·dag; NL: na·mid·dag
    nasi (goreng): VL: naa·zi; NL: na·si
    Nieuwjaar: VL: nieuw·jaar; NL: nieuw·jaar
    Nobelprijs: VL: No·bel·prijs; NL: No·bèl·prijs
    nostalgie: VL: nos·tal·gie (fonetisch); NL: nos·tal·zjie/nos·tal·sjie (Frans)
    nylon: VL: ni·lon / nij·lon (Frans / vervlaamst); NL: naaj·lon (Engels)
    omwenteling: VL: om·wen·te·ling; NL: om·wen·te·ling
    onderhoud: VL: on·der·houd; NL: on·der·houd
    Oostende: VL: os·ten·de; NL: oost en·de
    pandemie: VL: pan·dee·mi (korte i); NL: pan·dee·mie (Frans)
    parameter: VL: pa·ra·mee·ter; NL: pa·raa·m?·ter
    parfum: VL: par·fui (Frans, de ‘ui’ is nasaal); NL: par·fum (fonetisch)
    passagier: VL: pas·sa·gier (fonetisch); NL: pas·sa·zjier/pas·sa·sjier
    pedalo: VL: pee·da·loo; NL: pee·daa·loo
    per: VL: ‘per’ als ‘der’; NL: ‘per’ als ‘ver’
    percent: VL: per·cent (‘per’ als ‘der’); NL: per·cent (‘per’ als ‘ver’)
    per se: VL: per see (‘per’ als ‘der’); NL: pèr see (Latijn, ‘pèr’ als ‘ver’)
    pikken: VL: pi·ken (scherpe i); NL: p?·ken (doffe i)
    pissen: VL: pi·sen (scherpe i); NL: p?·sen (doffe i)
    pistolet: VL: pis·to·lee; NL: pis·to·lèt
    platform: VL: plat·form; NL: plat·form
    pointe: VL: pwèèn·te; NL: pwan·te
    pyjama: VL: pi·zja·ma; NL: pie·jaa·maa
    record: VL: re·kort (fonetisch); NL: ree·koor (Frans)
    recital: VL: re·si·tal (scherpe i, Frans); NL: rie·saaj·tel (Engels)
    reünie: VL: ree·ju·nie; NL: ree·u·nie (Franse klemtoon)
    Robert: VL: ro·beir (Frans); NL: ro(o)·bert (Engels)
    robot: VL: ro·bot; NL: roo·bot
    rondpunt: VL: rond·punt; NL: rond·punt
    Roodkapje: VL: rood·kap·je; NL: rood·kap·je
    salami: VL: sa·la·mi; NL: sa·laa·mi
    sceptisch: VL: sep·ties; NL: skep·ties
    service: VL: ser·vis (scherpe i, Frans); NL: seur·vis (doffe i, Engels)
    site: VL: sitte; NL: saajt
    Sneeuwwitje: VL: sneeuw·wi·tje; NL: sneeuw·wit·je
    stadhuis: VL: sta·tuis; NL: stad·huis
    steak: VL: stek/stik (Frans); NL: steek (Engels)
    super, hyper: VL én NL: su·per, hy·per; VL media: sup·per, hip·per
    tabak: VL: ta·bak (zie ook toebak); NL: ta·bak (Frans)
    tarmac: VL: tar·mac; SN: tar·mac
    Tenerife: VL: ·ne·rif ; NL: tee·nee·rif (korte, scherpe i); VRT-uitspraak: tee·nee·rie·fee
    tenzij: VL: ten·zij (‘e’ als in ‘der’, komt van "’t en zij’); NL: ten·zij, ten·zij (‘e’ in beide varianten als in ‘bed’)
    terras: VL: tèr·ras; NL: te ras
    tic: VL: tik (scherpe i, zie ook tic nerveux); NL: tik (doffe i)
    ticket: VL: tie·kèt (Frans); NL: tik·ket (Engels)
    trainen: VL: trei·nen; NL: treej·nen (Engels)
    urgent: VL: ur·gent (scherpe u); NL: ur·gent (doffe u)
    vanille: VL: va·nie·le (fonetisch); NL: va·nie·je (Frans)
    verkoop: VL: ver·koop; NL: vér·koop (tegen alle regels in)
    virus: VL: vi·rus (scherpe korte i, scherpe korte u); NL: vie·res (lange i, doffe e)
    voormiddag: VL: voor·mid·dag; NL: voor·mid·dag
    vrijgezel: VL: vrij·ge·zel; NL: vrij·ge·zel
    werkloos: VL: werk·loos; NL: werk·loos
    werkloosheid: VL: werk·loos·heid; NL: werk·loos·heid
    werknemer: VL: werk·nee·mer; NL: werk·nee·mer
    wodka: VL: vod·ka (Slavisch, de ‘d’ is eerder stemhebbend); NL: wot·kaa (de ‘t’ is stemloos)
    yoghurt: VL: joe·choert (soms joe·goert; ± Turks); NL: jo·chert, jo·ggert (fonetisch)
    YouTube: VL: joe·toep; NL: joew·tsjoewp
    zonsondergang: VL: zon·zon·der·gang; NL: zons·on·der·gang
    zonsopgang: VL: zon·zop·gang; NL: zons·op·gang

    woorden op —ist/—isme/—isch: VL: —ist/—isme/—isch (‘i’ als in ‘fiets’); NL: —?st/—?sme/—?sch (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —tie: VL: —sie; NL: —tsie
    woorden op —tje/—dje: VL: —tje (de t- en j-klanken komen samen zoals in ‘checken’); NL: —t·je (de t- en j-klanken worden apart uitgesproken)
    woorden met —ci— of —ti— (bv. ‘officieel’, ‘politioneel’): VL: —s·j— (de s- en j-klanken worden apart uitgesproken); NL: —sj—, —tsj— (de s- en j-klanken komen samen zoals in ‘sjaal’ of ‘checken’)
    woorden met dis—: VL: dis— (‘i’ als in ‘fiets’); NL: d?s— (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —achtig: VL: klemtoon op woord zelf; NL: klemtoon op achtig en adempauze tussen woord en achtig → bv. VL: ze·nu·wach·tig; NL: ze·nuw acht·ig

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 06 May 2020 01:03
    114 reactie(s)

    Versie 107

    Vlaamse uitspraak
    (uitspraakvarianten)

    Heel wat woorden worden in Vlaanderen anders uitgesproken dan in Nederland. Dan gaat het niet zozeer over regelgebonden uitspraken zoals de zachte g, maar over woorden zoals pyjama dat in Vlaanderen als pie-zja-ma en in Nederland als pie-jaa-maa uitgesproken wordt. Of over klemtonen zoals bij burgemeester waarbij in Vlaanderen het accent op de eerste lettergreep valt en in Nederland op de derde. Bij leenwoorden hanteert men in Nederland zeer dikwijls een nabootsing volgens de Nederlandse klankwetten van de klanken in de oorspronkelijke taal (meestal Engels of Frans), terwijl de uitspraak in Vlaanderen vervlaamst wordt. Soms wordt in Vlaanderen een Franse uitspraak gehanteerd, dan volgt de uitspraak in Nederland meestal het Engels.

    Voor Engelse leenwoorden met korte a is er een afzonderlijk lemma waar deze gevallen ondergebracht kunnen worden.

    Het spijtige is dat de Vlaamse media voor deze woorden de Nederlandse uitspraak gebruiken ondanks dat de Vlaamse uitspraak in Vlaanderen zeer algemeen is. Dit is een aanfluiting van de V die voor Vlaams staat in o.a. vrt en VTM.

    Wat klemtonen betreft kan voor het West-Vlaams algemeen gesteld worden dat de klemtoon zeer dikwijls op de eerste lettergreep ligt (zoals ook in het nabije(re) Engels), ook en wellicht het meest opmerkelijk bij eigennamen. Bijvoorbeeld, waar een doorsnee Vlaming of Nederlander de naam Stefanie zal uitspreken zoals de Fransen, met de klemtoon op de laatste lettergreep, heet deze vrouw in West-Vlaanderen Stefanie. De West-Vlaamse politieker Vande Lanotte heet in zijn thuisprovincie Vande Lanotte.

    In de Vlaamse audiovisuele media, en bij uitstek bij de VRT, verzint men ook dikwijls een zogenaamd correcte uitspraak, die evenwel door Vlamingen noch door Nederlanders wordt gedragen. Deze gevallen worden ook aan dit lemma toegevoegd. Zie bij deze ook het lemma vrt-taal.

    zie ook Breda, Spa: vokaalreductie

    alfabetische lijst:

    ‘s anderendaags: VL: san·dren·da(a)gs; NL: san·de·ren·daags
    Afrika: VL: a·fri·ka; NL: aa·fri·kaa
    Amerika: VL: a·mee·ri·ka; NL: a·mee·ri·kaa
    Antarctica (idem Arctica): an·tarc·ti·ca; NL: an·tarc·ti·caa
    archipel: VL: ar·chi·pel; NL: ar·chi·pel
    asfalt: VL: as·falt; NL: as·falt
    azalea: VL: a·za·lee·ja; NL: a·zaa·lee·jaa
    badminton: VL: bat·min·ton (fonetisch); NL: bèt·min·ten (Engels)
    Belgrado: VL: bel·gra·do; NL: bel·gra·do
    Bernard: VL: ber·naar (Frans); NL: bern·(h)art (Engels)
    bijna: VL: bij·na(a)/be·na(a) (zie ook bekan); NL: bij·naa
    bikini: VL: bi·ki·ni; NL: bi·ki·ni
    braderie: VL: bra·de·ri; NL: braa·de·rie
    braderij: VL: bra·de·rij; NL: braa·de·rij
    buggy: VL: bu·gi (zachte g); NL: bu·Gi (g van Frans ’grand’ of Engels ‘great’)
    burgemeester: VL: bur·ge·mees·ter; NL: bur·ge·mees·ter
    cacao: VL: ca·ca·oo; NL: ca·caa·oo
    carnaval: VL: kar·na·val (Frans); NL: kar·ne·val (Engels); VRT-uitspraak: kar·naa·val
    casino: VL: ca·zi·noo; NL: ca·sie·noo (zie ook Vlaamse geslachten)
    catalogus: VL: ca·ta·loo·gus (scherpe u; eigenlijk eerder cataloog); NL: ca·taa·lo·chus (doffe u)
    cichorei: VL: sjie·ko·rei; NL: sie·cho·rei (± fonetisch)
    clitoris: VL: cli·too·ris (beide i’s als in fiets); NL: cli·to·ris (beide i’s als in dik)
    compagnie: VL: kom.pa.nie; NL-SN: kom.panj.ie
    conciërge: VL: kon·s·jer·zje (± Frans); NL: kon·zjer·zje
    coup: VL: koe (Frans); NL: koep (± fonetisch)
    dement: VL: dee·ment; NL: de ment
    dementie: VL: dee·men·sie; NL: de·men·tsie
    detective: VL: de·tek·tie·ve/de·dek·tie·ve (fonetisch); NL: die·tek·tif (Engels)
    Doornroosje: VL: doo·rn·roo·sje; NL: doo·rn·roo·sje
    doorprikken: VL: door·prik·ken; NL: door·prik·ken
    dossier: VL: dos·sier (fonetisch); NL: do·sjee (Frans)
    elixir: VL: ee·liek·sier/ee·lieg·zier (Arabisch, ‘g’ uitgesproken als in het Engelse ‘good’); NL: ee·lik·ser (‘lik’ uitgesproken als ‘dik’)
    encyclopedie: VL: en·cy·clo·pe·die (fonetisch); NL: aun·cy·clo·pe·die (Frans, de ‘aun’ is nasaal)
    energie: VL: e·ner·gie (fonetisch); NL: e·ner·zjie/e·ner·sjie (Frans)
    epidemie: VL: ee·pi·dee·mi (korte i); NL: ee·pi·dee·mie (Frans)
    essay: VL: es· (Frans); NL: es·seej/es·seej (Engels)
    Europa: VL: eu·roo·pa; NL: eu·roo·paa
    festival: VL: fest·ti·val; NL: fes·ti·val
    flirten: VL: flir·ten (fonetisch); NL: fleur·ten (Engels)
    foto: VL: fo·too; NL: foo·too
    fotografie: VL: fo·to·gra·fie; NL: foo·too·gra·fie
    garantie: VL: ga·ran·tie (Frans; ook ga·ran·sie); NL: ga·ran·tsie
    gelijkvloers: VL: ge·lijk·vloers; NL: ge·lijk·vloers
    Gerard: VL: zjee·raar (Frans); NL: gee·rart (fonetisch)
    gilet: VL: zjie·lee; NL: zjie·lèt
    goal: VL: gool (zachte g); NL: Gool (g van Frans ‘grand’ of Engels ‘great’)
    Google: VL: goe·gel/Goe·Gel (korte oe-klank; G = stemhebbende k); NL: Goe·Gel (lange oe-klank; G = stemhebbende k)
    hifi: VL: haai·fi (Brits Engels); NL: haai·faai (Amerikaans Engels)
    hostess: VL: hos·tès; NL: hos·tes (Engels)
    hygiëne: VL: hy·gjee·ne; NL: hy·gjèè·ne (Frans)
    ingewikkeld: VL: in·ge·wik·keld; NL: in·ge·wik·keld
    intrige: VL: in·trie·ge (fonetisch); NL: in·trie·zje/in·trie·sje (hypercorrecte uitspraak van intrige met /ž/ -Frans intrigue)
    Iran: VL: i·ran; NL: i·raan (zie ook Iranees
    Israël: VL: iez·ra·jel (‘i’ als in ‘kiwi’); NL: is·ra·‘el (‘i’ als in ‘dik’)
    item: VL: i·tem (korte i, doffe e); NL: aaj·tem (Engels)
    jacuzzi: dja·koe·zi/zja·koe·zi; NL: ja·koe·zi
    jenever: VL: zje·nee·ver; NL: je·nee·ver (fonetisch)
    Jos: VL: zjos; NL: jos
    kameleon: VL: ka·mee·lee·jon; NL: ka·mee·lie·jon
    kathedraal: VL: ka·tee·draal; NL: kat·te·draal
    koala: VL: ko·a·la; NL: koo·aa·laa
    Koran: VL: koo·ran; NL: ko·raan
    landrover: VL: land·roe·ver; NL: land·ro·ver
    lavabo: VL: la·va·boo; NL: la·vaa·boo/la·vaa·boo
    Lutgart: VL: lut·gart; NL: lutgart
    mammoet: VL: mam·moet; NL: mam·moet
    Mercedes: VL: Mèr·ce·dès (scherpe e achteraan; ± Spaans); NL: Mèr·cee·des (doffe e achteraan; ± Engels)
    meteen: VL en NL: mè·teen (‘mè’ als in ‘bed’); VL media: me·teen (‘me’ als in ‘der’)
    Monaco: VL: Mo·na·coo; NL: Moo·naa·coo
    monopoly: VL: mo·no·poo·ly; NL: mo·no(o)·pe·ly (Engels)
    namiddag: VL: na·mid·dag; NL: na·mid·dag
    nasi (goreng): VL: naa·zi; NL: na·si
    Nieuwjaar: VL: nieuw·jaar; NL: nieuw·jaar
    Nobelprijs: VL: No·bel·prijs; NL: No·bèl·prijs
    nostalgie: VL: nos·tal·gie (fonetisch); NL: nos·tal·zjie/nos·tal·sjie (Frans)
    nylon: VL: ni·lon / nij·lon (Frans / vervlaamst); NL: naaj·lon (Engels)
    omwenteling: VL: om·wen·te·ling; NL: om·wen·te·ling
    onderhoud: VL: on·der·houd; NL: on·der·houd
    Oostende: VL: os·ten·de; NL: oost en·de
    pandemie: VL: pan·dee·mi (korte i); NL: pan·dee·mie (Frans)
    parameter: VL: pa·ra·mee·ter; NL: pa·raa·m?·ter
    parfum: VL: par·fui (Frans, de ‘ui’ is nasaal); NL: par·fum (fonetisch)
    passagier: VL: pas·sa·gier (fonetisch); NL: pas·sa·zjier/pas·sa·sjier
    pedalo: VL: pee·da·loo; NL: pee·daa·loo
    per: VL: ‘per’ als ‘der’; NL: ‘per’ als ‘ver’
    percent: VL: per·cent (‘per’ als ‘der’); NL: per·cent (‘per’ als ‘ver’)
    per se: VL: per see (‘per’ als ‘der’); NL: pèr see (Latijn, ‘pèr’ als ‘ver’)
    pikken: VL: pi·ken (scherpe i); NL: p?·ken (doffe i)
    pissen: VL: pi·sen (scherpe i); NL: p?·sen (doffe i)
    pistolet: VL: pis·to·lee; NL: pis·to·lèt
    platform: VL: plat·form; NL: plat·form
    pointe: VL: pwèèn·te; NL: pwan·te
    pyjama: VL: pi·zja·ma; NL: pie·jaa·maa
    record: VL: re·kort (fonetisch); NL: ree·koor (Frans)
    recital: VL: re·si·tal (scherpe i, Frans); NL: rie·saaj·tel (Engels)
    reünie: VL: ree·ju·nie; NL: ree·u·nie (Franse klemtoon)
    Robert: VL: ro·beir (Frans); NL: ro(o)·bert (Engels)
    robot: VL: ro·bot; NL: roo·bot
    rondpunt: VL: rond·punt; NL: rond·punt
    Roodkapje: VL: rood·kap·je; NL: rood·kap·je
    salami: VL: sa·la·mi; NL: sa·laa·mi
    sceptisch: VL: sep·ties; NL: skep·ties
    service: VL: ser·vis (scherpe i, Frans); NL: seur·vis (doffe i, Engels)
    site: VL: sitte; NL: saajt
    Sneeuwwitje: VL: sneeuw·wi·tje; NL: sneeuw·wit·je
    stadhuis: VL: sta·tuis; NL: stad·huis
    steak: VL: stek/stik (Frans); NL: steek (Engels)
    super, hyper: VL én NL: su·per, hy·per; VL media: sup·per, hip·per
    tabak: VL: ta·bak (zie ook toebak); NL: ta·bak (Frans)
    tarmac: VL: tar·mac; SN: tar·mac
    Tenerife: VL: ·ne·rif ; NL: tee·nee·rif (korte, scherpe i); VRT-uitspraak: tee·nee·rie·fee
    tenzij: VL: ten·zij (‘e’ als in ‘der’, komt van "’t en zij’); NL: ten·zij, ten·zij (‘e’ in beide varianten als in ‘bed’)
    terras: VL: tèr·ras; NL: te ras
    tic: VL: tik (scherpe i, zie ook tic nerveux); NL: tik (doffe i)
    ticket: VL: tie·kèt (Frans); NL: tik·ket (Engels)
    trainen: VL: trei·nen; NL: treej·nen (Engels)
    urgent: VL: ur·gent (scherpe u); NL: ur·gent (doffe u)
    vanille: VL: va·nie·le (fonetisch); NL: va·nie·je (Frans)
    verkoop: VL: ver·koop; NL: vér·koop (tegen alle regels in)
    virus: VL: vi·rus (scherpe korte i, scherpe korte u); NL: vie·res (lange i, doffe e)
    voormiddag: VL: voor·mid·dag; NL: voor·mid·dag
    vrijgezel: VL: vrij·ge·zel; NL: vrij·ge·zel
    werkloos: VL: werk·loos; NL: werk·loos
    werkloosheid: VL: werk·loos·heid; NL: werk·loos·heid
    werknemer: VL: werk·nee·mer; NL: werk·nee·mer
    wodka: VL: vod·ka (Slavisch, de ‘d’ is eerder stemhebbend); NL: wot·kaa (de ‘t’ is stemloos)
    yoghurt: VL: joe·choert (soms joe·goert; ± Turks); NL: jo·chert, jo·ggert (fonetisch)
    YouTube: VL: joe·toep; NL: joew·tsjoewp
    zonsondergang: VL: zon·zon·der·gang; NL: zons·on·der·gang
    zonsopgang: VL: zon·zop·gang; NL: zons·op·gang

    woorden op —ist/—isme/—isch: VL: —ist/—isme/—isch (‘i’ als in ‘fiets’); NL: —?st/—?sme/—?sch (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —tie: VL: —sie; NL: —tsie
    woorden op —tje/—dje: VL: —tje (de t- en j-klanken komen samen zoals in ‘checken’); NL: —t·je (de t- en j-klanken worden apart uitgesproken)
    woorden met —ci— of —ti— (bv. ‘officieel’, ‘politioneel’): VL: —s·j— (de s- en j-klanken worden apart uitgesproken); NL: —sj—, —tsj— (de s- en j-klanken komen samen zoals in ‘sjaal’ of ‘checken’)
    woorden met dis—: VL: dis— (‘i’ als in ‘fiets’); NL: d?s— (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —achtig: VL: klemtoon op woord zelf; NL: klemtoon op achtig en adempauze tussen woord en achtig → bv. VL: ze·nu·wach·tig; NL: ze·nuw acht·ig

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 22 Apr 2020 02:02
    114 reactie(s)

    Versie 106

    Vlaamse uitspraak
    (uitspraakvarianten)

    Heel wat woorden worden in Vlaanderen anders uitgesproken dan in Nederland. Dan gaat het niet zozeer over regelgebonden uitspraken zoals de zachte g, maar over woorden zoals pyjama dat in Vlaanderen als pie-zja-ma en in Nederland als pie-jaa-maa uitgesproken wordt. Of over klemtonen zoals bij burgemeester waarbij in Vlaanderen het accent op de eerste lettergreep valt en in Nederland op de derde. Bij leenwoorden hanteert men in Nederland zeer dikwijls een nabootsing volgens de Nederlandse klankwetten van de klanken in de oorspronkelijke taal (meestal Engels of Frans), terwijl de uitspraak in Vlaanderen vervlaamst wordt. Soms wordt in Vlaanderen een Franse uitspraak gehanteerd, dan volgt de uitspraak in Nederland meestal het Engels.

    Voor Engelse leenwoorden met korte a is er een afzonderlijk lemma waar deze gevallen ondergebracht kunnen worden.

    Het spijtige is dat de Vlaamse media voor deze woorden de Nederlandse uitspraak gebruiken ondanks dat de Vlaamse uitspraak in Vlaanderen zeer algemeen is. Dit is een aanfluiting van de V die voor Vlaams staat in o.a. vrt en VTM.

    Wat klemtonen betreft kan voor het West-Vlaams algemeen gesteld worden dat de klemtoon zeer dikwijls op de eerste lettergreep ligt (zoals ook in het nabije(re) Engels), ook en wellicht het meest opmerkelijk bij eigennamen. Bijvoorbeeld, waar een doorsnee Vlaming of Nederlander de naam Stefanie zal uitspreken zoals de Fransen, met de klemtoon op de laatste lettergreep, heet deze vrouw in West-Vlaanderen Stefanie. De West-Vlaamse politieker Vande Lanotte heet in zijn thuisprovincie Vande Lanotte.

    In de Vlaamse audiovisuele media, en bij uitstek bij de VRT, verzint men ook dikwijls een zogenaamd correcte uitspraak, die evenwel door Vlamingen noch door Nederlanders wordt gedragen. Deze gevallen worden ook aan dit lemma toegevoegd. Zie bij deze ook het lemma vrt-taal.

    zie ook Breda, Spa: vokaalreductie

    alfabetische lijst:

    ‘s anderendaags: VL: san·dren·da(a)gs; NL: san·de·ren·daags
    Afrika: VL: a·fri·ka; NL: aa·fri·kaa
    Amerika: VL: a·mee·ri·ka; NL: a·mee·ri·kaa
    Antarctica (idem Arctica): an·tarc·ti·ca; NL: an·tarc·ti·caa
    archipel: VL: ar·chi·pel; NL: ar·chi·pel
    asfalt: VL: as·falt; NL: as·falt
    azalea: VL: a·za·lee·ja; NL: a·zaa·lee·jaa
    badminton: VL: bat·min·ton (fonetisch); NL: bèt·min·ten (Engels)
    Belgrado: VL: bel·gra·do; NL: bel·gra·do
    Bernard: VL: ber·naar (Frans); NL: bern·(h)art (Engels)
    bijna: VL: bij·na(a)/be·na(a) (zie ook bekan); NL: bij·naa
    bikini: VL: bi·ki·ni; NL: bi·ki·ni
    braderie: VL: bra·de·ri; NL: braa·de·rie
    braderij: VL: bra·de·rij; NL: braa·de·rij
    buggy: VL: bu·gi (zachte g); NL: bu·Gi (g van Frans ’grand’ of Engels ‘great’)
    burgemeester: VL: bur·ge·mees·ter; NL: bur·ge·mees·ter
    cacao: VL: ca·ca·oo; NL: ca·caa·oo
    carnaval: VL: kar·na·val (Frans); NL: kar·ne·val (Engels); VRT-uitspraak: kar·naa·val
    casino: VL: ca·zi·noo; NL: ca·sie·noo (zie ook Vlaamse geslachten)
    catalogus: VL: ca·ta·loo·gus (scherpe u; eigenlijk eerder cataloog); NL: ca·taa·lo·chus (doffe u)
    cichorei: VL: sjie·ko·rei; NL: sie·cho·rei (± fonetisch)
    clitoris: VL: cli·too·ris (beide i’s als in fiets); NL: cli·to·ris (beide i’s als in dik)
    compagnie: VL: kom.pa.nie; NL-SN: kom.panj.ie
    conciërge: VL: kon·s·jer·zje (± Frans); NL: kon·zjer·zje
    coup: VL: koe (Frans); NL: koep (± fonetisch)
    dement: VL: dee·ment; NL: de ment
    dementie: VL: dee·men·sie; NL: de·men·tsie
    detective: VL: de·tek·tie·ve/de·dek·tie·ve (fonetisch); NL: die·tek·tif (Engels)
    Doornroosje: VL: doo·rn·roo·sje; NL: doo·rn·roo·sje
    doorprikken: VL: door·prik·ken; NL: door·prik·ken
    dossier: VL: dos·sier (fonetisch); NL: do·sjee (Frans)
    elixir: VL: ee·liek·sier/ee·lieg·zier (Arabisch, ‘g’ uitgesproken als in het Engelse ‘good’); NL: ee·lik·ser (‘lik’ uitgesproken als ‘dik’)
    encyclopedie: VL: en·cy·clo·pe·die (fonetisch); NL: aun·cy·clo·pe·die (Frans, de ‘aun’ is nasaal)
    energie: VL: e·ner·gie (fonetisch); NL: e·ner·zjie/e·ner·sjie (Frans)
    epidemie: VL: ee·pi·dee·mi (korte i); NL: ee·pi·dee·mie (Frans)
    essay: VL: es· (Frans); NL: es·seej/es·seej (Engels)
    Europa: VL: eu·roo·pa; NL: eu·roo·paa
    festival: VL: fest·ti·val; NL: fes·ti·val
    flirten: VL: flir·ten (fonetisch); NL: fleur·ten (Engels)
    foto: VL: fo·too; NL: foo·too
    fotografie: VL: fo·to·gra·fie; NL: foo·too·gra·fie
    garantie: VL: ga·ran·tie (Frans; ook ga·ran·sie); NL: ga·ran·tsie
    gelijkvloers: VL: ge·lijk·vloers; NL: ge·lijk·vloers
    Gerard: VL: zjee·raar (Frans); NL: gee·rart (fonetisch)
    gilet: VL: zjie·lee; NL: zjie·lèt
    goal: VL: gool (zachte g); NL: Gool (g van Frans ‘grand’ of Engels ‘great’)
    Google: VL: goe·gel/Goe·Gel (korte oe-klank; G = stemhebbende k); NL: Goe·Gel (lange oe-klank; G = stemhebbende k)
    hifi: VL: haai·fi (Brits Engels); NL: haai·faai (Amerikaans Engels)
    hostess: VL: hos·tès; NL: hos·tes (Engels)
    hygiëne: VL: hy·gjee·ne; NL: hy·gjèè·ne (Frans)
    ingewikkeld: VL: in·ge·wik·keld; NL: in·ge·wik·keld
    intrige: VL: in·trie·ge (fonetisch); NL: in·trie·zje/in·trie·sje (hypercorrecte uitspraak van intrige met /ž/ -Frans intrigue)
    Iran: VL: i·ran; NL: i·raan (zie ook Iranees
    Israël: VL: iez·ra·jel (‘i’ als in ‘kiwi’); NL: is·ra·‘el (‘i’ als in ‘dik’)
    item: VL: i·tem (korte i, doffe e); NL: aaj·tem (Engels)
    jacuzzi: dja·koe·zi/zja·koe·zi; NL: ja·koe·zi
    jenever: VL: zje·nee·ver; NL: je·nee·ver (fonetisch)
    Jos: VL: zjos; NL: jos
    kameleon: VL: ka·mee·lee·jon; NL: ka·mee·lie·jon
    kathedraal: VL: ka·tee·draal; NL: kat·te·draal
    koala: VL: ko·a·la; NL: koo·aa·laa
    Koran: VL: koo·ran; NL: ko·raan
    landrover: VL: land·roe·ver; NL: land·ro·ver
    lavabo: VL: la·va·boo; NL: la·vaa·boo/la·vaa·boo
    Lutgart: VL: lut·gart; NL: lutgart
    mammoet: VL: mam·moet; NL: mam·moet
    Mercedes: VL: Mèr·ce·dès (scherpe e achteraan; ± Spaans); NL: Mèr·cee·des (doffe e achteraan; ± Engels)
    meteen: VL en NL: mè·teen (‘mè’ als in ‘bed’); VL media: me·teen (‘me’ als in ‘der’)
    Monaco: VL: Mo·na·coo; NL: Moo·naa·coo
    monopoly: VL: mo·no·poo·ly; NL: mo·no(o)·pe·ly (Engels)
    namiddag: VL: na·mid·dag; NL: na·mid·dag
    nasi (goreng): VL: naa·zi; NL: na·si
    Nieuwjaar: VL: nieuw·jaar; NL: nieuw·jaar
    Nobelprijs: VL: No·bel·prijs; NL: No·bèl·prijs
    nostalgie: VL: nos·tal·gie (fonetisch); NL: nos·tal·zjie/nos·tal·sjie (Frans)
    nylon: VL: ni·lon / nij·lon (Frans / vervlaamst); NL: naaj·lon (Engels)
    omwenteling: VL: om·wen·te·ling; NL: om·wen·te·ling
    onderhoud: VL: on·der·houd; NL: on·der·houd
    Oostende: VL: os·ten·de; NL: oost en·de
    pandemie: VL: pan·dee·mi (korte i); NL: pan·dee·mie (Frans)
    parameter: VL: pa·ra·mee·ter; NL: pa·raa·m?·ter
    parfum: VL: par·fui (Frans, de ‘ui’ is nasaal); NL: par·fum (fonetisch)
    passagier: VL: pas·sa·gier (fonetisch); NL: pas·sa·zjier/pas·sa·sjier
    pedalo: VL: pee·da·loo; NL: pee·daa·loo
    per: VL: ‘per’ als ‘der’; NL: ‘per’ als ‘ver’
    percent: VL: per·cent (‘per’ als ‘der’); NL: per·cent (‘per’ als ‘ver’)
    per se: VL: per see (‘per’ als ‘der’); NL: pèr see (Latijn, ‘pèr’ als ‘ver’)
    pikken: VL: pi·ken (scherpe i); NL: p?·ken (doffe i)
    pissen: VL: pi·sen (scherpe i); NL: p?·sen (doffe i)
    pistolet: VL: pis·to·lee; NL: pis·to·lèt
    platform: VL: plat·form; NL: plat·form
    pointe: VL: pwèèn·te; NL: pwan·te
    pyjama: VL: pi·zja·ma; NL: pie·jaa·maa
    record: VL: re·kort (fonetisch); NL: ree·koor (Frans)
    recital: VL: re·si·tal (scherpe i, Frans); NL: rie·saaj·tel (Engels)
    reünie: VL: ree·ju·nie; NL: ree·u·nie (Franse klemtoon)
    Robert: VL: ro·beir (Frans); NL: ro(o)·bert (Engels)
    robot: VL: ro·bot; NL: roo·bot
    rondpunt: VL: rond·punt; NL: rond·punt
    Roodkapje: VL: rood·kap·je; NL: rood·kap·je
    salami: VL: sa·la·mi; NL: sa·laa·mi
    sceptisch: VL: sep·ties; NL: skep·ties
    service: VL: ser·vis (scherpe i, Frans); NL: seur·vis (doffe i, Engels)
    site: VL: sitte; NL: saajt
    Sneeuwwitje: VL: sneeuw·wi·tje; NL: sneeuw·wit·je
    stadhuis: VL: sta·tuis; NL: stad·huis
    steak: VL: stek/stik (Frans); NL: steek (Engels)
    super, hyper: VL én NL: su·per, hy·per; VL media: sup·per, hip·per
    tabak: VL: ta·bak (zie ook toebak); NL: ta·bak (Frans)
    tarmac: VL: tar·mac; SN: tar·mac
    Tenerife: VL: ·ne·rif ; NL: tee·nee·rif (korte, scherpe i); VRT-uitspraak: tee·nee·rie·fee
    tenzij: VL: ten·zij (‘e’ als in ‘der’, komt van "’t en zij’); NL: ten·zij, ten·zij (‘e’ in beide varianten als in ‘bed’)
    terras: VL: tèr·ras; NL: te ras
    ticket: VL: tie·kèt (Frans); NL: tik·ket (Engels)
    trainen: VL: trei·nen; NL: treej·nen (Engels)
    urgent: VL: ur·gent (scherpe u); NL: ur·gent (doffe u)
    vanille: VL: va·nie·le (fonetisch); NL: va·nie·je (Frans)
    verkoop: VL: ver·koop; NL: vér·koop (tegen alle regels in)
    virus: VL: vi·rus (scherpe korte i, scherpe korte u); NL: vie·res (lange i, doffe e)
    voormiddag: VL: voor·mid·dag; NL: voor·mid·dag
    vrijgezel: VL: vrij·ge·zel; NL: vrij·ge·zel
    werkloos: VL: werk·loos; NL: werk·loos
    werkloosheid: VL: werk·loos·heid; NL: werk·loos·heid
    werknemer: VL: werk·nee·mer; NL: werk·nee·mer
    wodka: VL: vod·ka (Slavisch, de ‘d’ is eerder stemhebbend); NL: wot·kaa (de ‘t’ is stemloos)
    yoghurt: VL: joe·choert (soms joe·goert; ± Turks); NL: jo·chert, jo·ggert (fonetisch)
    YouTube: VL: joe·toep; NL: joew·tsjoewp
    zonsondergang: VL: zon·zon·der·gang; NL: zons·on·der·gang
    zonsopgang: VL: zon·zop·gang; NL: zons·op·gang

    woorden op —ist/—isme/—isch: VL: —ist/—isme/—isch (‘i’ als in ‘fiets’); NL: —?st/—?sme/—?sch (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —tie: VL: —sie; NL: —tsie
    woorden op —tje/—dje: VL: —tje (de t- en j-klanken komen samen zoals in ‘checken’); NL: —t·je (de t- en j-klanken worden apart uitgesproken)
    woorden met —ci— of —ti— (bv. ‘officieel’, ‘politioneel’): VL: —s·j— (de s- en j-klanken worden apart uitgesproken); NL: —sj—, —tsj— (de s- en j-klanken komen samen zoals in ‘sjaal’ of ‘checken’)
    woorden met dis—: VL: dis— (‘i’ als in ‘fiets’); NL: d?s— (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —achtig: VL: klemtoon op woord zelf; NL: klemtoon op achtig en adempauze tussen woord en achtig → bv. VL: ze·nu·wach·tig; NL: ze·nuw acht·ig

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 28 Mar 2020 21:13
    114 reactie(s)

    Versie 105

    Vlaamse uitspraak
    (uitspraakvarianten)

    Heel wat woorden worden in Vlaanderen anders uitgesproken dan in Nederland. Dan gaat het niet zozeer over regelgebonden uitspraken zoals de zachte g, maar over woorden zoals pyjama dat in Vlaanderen als pie-zja-ma en in Nederland als pie-jaa-maa uitgesproken wordt. Of over klemtonen zoals bij burgemeester waarbij in Vlaanderen het accent op de eerste lettergreep valt en in Nederland op de derde. Bij leenwoorden hanteert men in Nederland zeer dikwijls een nabootsing volgens de Nederlandse klankwetten van de klanken in de oorspronkelijke taal (meestal Engels of Frans), terwijl de uitspraak in Vlaanderen vervlaamst wordt. Soms wordt in Vlaanderen een Franse uitspraak gehanteerd, dan volgt de uitspraak in Nederland meestal het Engels.

    Voor Engelse leenwoorden met korte a is er een afzonderlijk lemma waar deze gevallen ondergebracht kunnen worden.

    Het spijtige is dat de Vlaamse media voor deze woorden de Nederlandse uitspraak gebruiken ondanks dat de Vlaamse uitspraak in Vlaanderen zeer algemeen is. Dit is een aanfluiting van de V die voor Vlaams staat in o.a. vrt en VTM.

    Wat klemtonen betreft kan voor het West-Vlaams algemeen gesteld worden dat de klemtoon zeer dikwijls op de eerste lettergreep ligt (zoals ook in het nabije(re) Engels), ook en wellicht het meest opmerkelijk bij eigennamen. Bijvoorbeeld, waar een doorsnee Vlaming of Nederlander de naam Stefanie zal uitspreken zoals de Fransen, met de klemtoon op de laatste lettergreep, heet deze vrouw in West-Vlaanderen Stefanie. De West-Vlaamse politieker Vande Lanotte heet in zijn thuisprovincie Vande Lanotte.

    In de Vlaamse audiovisuele media, en bij uitstek bij de VRT, verzint men ook dikwijls een zogenaamd correcte uitspraak, die evenwel door Vlamingen noch door Nederlanders wordt gedragen. Deze gevallen worden ook aan dit lemma toegevoegd. Zie bij deze ook het lemma vrt-taal.

    zie ook Breda, Spa: vokaalreductie

    alfabetische lijst:

    ‘s anderendaags: VL: san·dren·da(a)gs; NL: san·de·ren·daags
    Afrika: VL: a·fri·ka; NL: aa·fri·kaa
    Amerika: VL: a·mee·ri·ka; NL: a·mee·ri·kaa
    Antarctica (idem Arctica): an·tarc·ti·ca; NL: an·tarc·ti·caa
    archipel: VL: ar·chi·pel; NL: ar·chi·pel
    asfalt: VL: as·falt; NL: as·falt
    azalea: VL: a·za·lee·ja; NL: a·zaa·lee·jaa
    badminton: VL: bat·min·ton (fonetisch); NL: bèt·min·ten (Engels)
    Belgrado: VL: bel·gra·do; NL: bel·gra·do
    Bernard: VL: ber·naar (Frans); NL: bern·(h)art (Engels)
    bijna: VL: bij·na(a)/be·na(a) (zie ook bekan); NL: bij·naa
    bikini: VL: bi·ki·ni; NL: bi·ki·ni
    braderie: VL: bra·de·ri; NL: braa·de·rie
    braderij: VL: bra·de·rij; NL: braa·de·rij
    buggy: VL: bu·gi (zachte g); NL: bu·Gi (g van Frans ’grand’ of Engels ‘great’)
    burgemeester: VL: bur·ge·mees·ter; NL: bur·ge·mees·ter
    cacao: VL: ca·ca·oo; NL: ca·caa·oo
    carnaval: VL: kar·na·val (Frans); NL: kar·ne·val (Engels); VRT-uitspraak: kar·naa·val
    casino: VL: ca·zi·noo; NL: ca·sie·noo (zie ook Vlaamse geslachten)
    catalogus: VL: ca·ta·loo·gus (scherpe u; eigenlijk eerder cataloog); NL: ca·taa·lo·chus (doffe u)
    cichorei: VL: sjie·ko·rei; NL: sie·cho·rei (± fonetisch)
    clitoris: VL: cli·too·ris (beide i’s als in fiets); NL: cli·to·ris (beide i’s als in dik)
    compagnie: VL: kom.pa.nie; NL-SN: kom.panj.ie
    conciërge: VL: kon·s·jer·zje (± Frans); NL: kon·zjer·zje
    coup: VL: koe (Frans); NL: koep (± fonetisch)
    dement: VL: dee·ment; NL: de ment
    dementie: VL: dee·men·sie; NL: de·men·tsie
    detective: VL: de·tek·tie·ve/de·dek·tie·ve (fonetisch); NL: die·tek·tif (Engels)
    Doornroosje: VL: doo·rn·roo·sje; NL: doo·rn·roo·sje
    doorprikken: VL: door·prik·ken; NL: door·prik·ken
    dossier: VL: dos·sier (fonetisch); NL: do·sjee (Frans)
    elixir: VL: ee·liek·sier/ee·lieg·zier (Arabisch, ‘g’ uitgesproken als in het Engelse ‘good’); NL: ee·lik·ser (‘lik’ uitgesproken als ‘dik’)
    encyclopedie: VL: en·cy·clo·pe·die (fonetisch); NL: aun·cy·clo·pe·die (Frans, de ‘aun’ is nasaal)
    energie: VL: e·ner·gie (fonetisch); NL: e·ner·zjie/e·ner·sjie (Frans)
    epidemie: VL: ee·pi·dee·mi (korte i); NL: ee·pi·dee·mie (Frans)
    essay: VL: es· (Frans); NL: es·seej/es·seej (Engels)
    Europa: VL: eu·roo·pa; NL: eu·roo·paa
    festival: VL: fest·ti·val; NL: fes·ti·val
    flirten: VL: flir·ten (fonetisch); NL: fleur·ten (Engels)
    foto: VL: fo·too; NL: foo·too
    fotografie: VL: fo·to·gra·fie; NL: foo·too·gra·fie
    garantie: VL: ga·ran·tie (Frans; ook ga·ran·sie); NL: ga·ran·tsie
    gelijkvloers: VL: ge·lijk·vloers; NL: ge·lijk·vloers
    Gerard: VL: zjee·raar (Frans); NL: gee·rart (fonetisch)
    gilet: VL: zjie·lee; NL: zjie·lèt
    goal: VL: gool (zachte g); NL: Gool (g van Frans ‘grand’ of Engels ‘great’)
    Google: VL: goe·gel/Goe·Gel (korte oe-klank; G = stemhebbende k); NL: Goe·Gel (lange oe-klank; G = stemhebbende k)
    hifi: VL: haai·fi (Brits Engels); NL: haai·faai (Amerikaans Engels)
    hostess: VL: hos·tès; NL: hos·tes (Engels)
    hygiëne: VL: hy·gjee·ne; NL: hy·gjèè·ne (Frans)
    ingewikkeld: VL: in·ge·wik·keld; NL: in·ge·wik·keld
    intrige: VL: in·trie·ge (fonetisch); NL: in·trie·zje/in·trie·sje (hypercorrecte uitspraak van intrige met /ž/ -Frans intrigue)
    Iran: VL: i·ran; NL: i·raan (zie ook Iranees
    Israël: VL: iez·ra·jel (‘i’ als in ‘kiwi’); NL: is·ra·‘el (‘i’ als in ‘dik’)
    item: VL: i·tem (korte i, doffe e); NL: aaj·tem (Engels)
    jacuzzi: dja·koe·zi/zja·koe·zi; NL: ja·koe·zi
    jenever: VL: zje·nee·ver; NL: je·nee·ver (fonetisch)
    Jos: VL: zjos; NL: jos
    kameleon: VL: ka·mee·lee·jon; NL: ka·mee·lie·jon
    kathedraal: VL: ka·tee·draal; NL: kat·te·draal
    koala: VL: ko·a·la; NL: koo·aa·laa
    Koran: VL: koo·ran; NL: ko·raan
    landrover: VL: land·roe·ver; NL: land·ro·ver
    lavabo: VL: la·va·boo; NL: la·vaa·boo/la·vaa·boo
    Lutgart: VL: lut·gart; NL: lutgart
    mammoet: VL: mam·moet; NL: mam·moet
    Mercedes: VL: Mèr·ce·dès (scherpe e achteraan; ± Spaans); NL: Mèr·cee·des (doffe e achteraan; ± Engels)
    meteen: VL en NL: mè·teen (‘mè’ als in ‘bed’); VL media: me·teen (‘me’ als in ‘der’)
    Monaco: VL: Mo·na·coo; NL: Moo·naa·coo
    monopoly: VL: mo·no·poo·ly; NL: mo·no(o)·pe·ly (Engels)
    namiddag: VL: na·mid·dag; NL: na·mid·dag
    nasi (goreng): VL: naa·zi; NL: na·si
    Nieuwjaar: VL: nieuw·jaar; NL: nieuw·jaar
    Nobelprijs: VL: No·bel·prijs; NL: No·bèl·prijs
    nostalgie: VL: nos·tal·gie (fonetisch); NL: nos·tal·zjie/nos·tal·sjie (Frans)
    nylon: VL: ni·lon / nij·lon (Frans / vervlaamst); NL: naaj·lon (Engels)
    omwenteling: VL: om·wen·te·ling; NL: om·wen·te·ling
    onderhoud: VL: on·der·houd; NL: on·der·houd
    Oostende: VL: os·ten·de; NL: oost en·de
    pandemie: VL: pan·dee·mi (korte i); NL: pan·dee·mie (Frans)
    parameter: VL: pa·ra·mee·ter; NL: pa·raa·m?·ter
    parfum: VL: par·fui (Frans, de ‘ui’ is nasaal); NL: par·fum (fonetisch)
    passagier: VL: pas·sa·gier (fonetisch); NL: pas·sa·zjier/pas·sa·sjier
    pedalo: VL: pee·da·loo; NL: pee·daa·loo
    per: VL: ‘per’ als ‘der’; NL: ‘per’ als ‘ver’
    percent: VL: per·cent (‘per’ als ‘der’); NL: per·cent (‘per’ als ‘ver’)
    per se: VL: per see (‘per’ als ‘der’); NL: pèr see (Latijn, ‘pèr’ als ‘ver’)
    pikken: VL: pi·ken (scherpe i); NL: p?·ken (doffe i)
    pissen: VL: pi·sen (scherpe i); NL: p?·sen (doffe i)
    pistolet: VL: pis·to·lee; NL: pis·to·lèt
    platform: VL: plat·form; NL: plat·form
    pointe: VL: pwèèn·te; NL: pwan·te
    pyjama: VL: pi·zja·ma; NL: pie·jaa·maa
    record: VL: re·kort (fonetisch); NL: ree·koor (Frans)
    recital: VL: re·si·tal (scherpe i, Frans); NL: rie·saaj·tel (Engels)
    reünie: VL: ree·ju·nie; NL: ree·u·nie (Franse klemtoon)
    Robert: VL: ro·beir (Frans); NL: ro(o)·bert (Engels)
    robot: VL: ro·bot; NL: roo·bot
    rondpunt: VL: rond·punt; NL: rond·punt
    Roodkapje: VL: rood·kap·je; NL: rood·kap·je
    salami: VL: sa·la·mi; NL: sa·laa·mi
    sceptisch: VL: sep·ties; NL: skep·ties
    service: VL: ser·vis (scherpe i, Frans); NL: seur·vis (doffe i, Engels)
    site: VL: sitte; NL: saajt
    Sneeuwwitje: VL: sneeuw·wi·tje; NL: sneeuw·wit·je
    stadhuis: VL: sta·tuis; NL: stad·huis
    steak: VL: stek/stik (Frans); NL: steek (Engels)
    super, hyper: VL én NL: su·per, hy·per; VL media: sup·per, hip·per
    tabak: VL: ta·bak (zie ook toebak); NL: ta·bak (Frans)
    tarmac: VL: tar·mac; SN: tar·mac
    Tenerife: VL: ·ne·rif ; NL: tee·nee·rif (korte, scherpe i); VRT-uitspraak: tee·nee·rie·fee
    tenzij: VL: ten·zij (‘e’ als in ‘der’, komt van "’t en zij’); NL: ten·zij, ten·zij (‘e’ in beide varianten als in ‘bed’)
    terras: VL: tèr·ras; NL: te ras
    ticket: VL: tie·kèt (Frans); NL: tik·ket (Engels)
    trainen: VL: trei·nen; NL: treej·nen (Engels)
    urgent: VL: ur·gent (scherpe u); NL: ur·gent (doffe u)
    vanille: VL: va·nie·le (fonetisch); NL: va·nie·je (Frans)
    verkoop: VL: ver·koop; NL: vér·koop (tegen alle regels in)
    voormiddag: VL: voor·mid·dag; NL: voor·mid·dag
    vrijgezel: VL: vrij·ge·zel; NL: vrij·ge·zel
    werkloos: VL: werk·loos; NL: werk·loos
    werkloosheid: VL: werk·loos·heid; NL: werk·loos·heid
    werknemer: VL: werk·nee·mer; NL: werk·nee·mer
    wodka: VL: vod·ka (Slavisch, de ‘d’ is eerder stemhebbend); NL: wot·kaa (de ‘t’ is stemloos)
    yoghurt: VL: joe·choert (soms joe·goert; ± Turks); NL: jo·chert, jo·ggert (fonetisch)
    YouTube: VL: joe·toep; NL: joew·tsjoewp
    zonsondergang: VL: zon·zon·der·gang; NL: zons·on·der·gang
    zonsopgang: VL: zon·zop·gang; NL: zons·op·gang

    woorden op —ist/—isme/—isch: VL: —ist/—isme/—isch (‘i’ als in ‘fiets’); NL: —?st/—?sme/—?sch (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —tie: VL: —sie; NL: —tsie
    woorden op —tje/—dje: VL: —tje (de t- en j-klanken komen samen zoals in ‘checken’); NL: —t·je (de t- en j-klanken worden apart uitgesproken)
    woorden met —ci— of —ti— (bv. ‘officieel’, ‘politioneel’): VL: —s·j— (de s- en j-klanken worden apart uitgesproken); NL: —sj—, —tsj— (de s- en j-klanken komen samen zoals in ‘sjaal’ of ‘checken’)
    woorden met dis—: VL: dis— (‘i’ als in ‘fiets’); NL: d?s— (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —achtig: VL: klemtoon op woord zelf; NL: klemtoon op achtig en adempauze tussen woord en achtig → bv. VL: ze·nu·wach·tig; NL: ze·nuw acht·ig

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 19 Mar 2020 17:04
    114 reactie(s)

    Versie 104

    Vlaamse uitspraak
    (uitspraakvarianten)

    Heel wat woorden worden in Vlaanderen anders uitgesproken dan in Nederland. Dan gaat het niet zozeer over regelgebonden uitspraken zoals de zachte g, maar over woorden zoals pyjama dat in Vlaanderen als pie-zja-ma en in Nederland als pie-jaa-maa uitgesproken wordt. Of over klemtonen zoals bij burgemeester waarbij in Vlaanderen het accent op de eerste lettergreep valt en in Nederland op de derde. Bij leenwoorden hanteert men in Nederland zeer dikwijls een nabootsing volgens de Nederlandse klankwetten van de klanken in de oorspronkelijke taal (meestal Engels of Frans), terwijl de uitspraak in Vlaanderen vervlaamst wordt. Soms wordt in Vlaanderen een Franse uitspraak gehanteerd, dan volgt de uitspraak in Nederland meestal het Engels.

    Voor Engelse leenwoorden met korte a is er een afzonderlijk lemma waar deze gevallen ondergebracht kunnen worden.

    Het spijtige is dat de Vlaamse media voor deze woorden de Nederlandse uitspraak gebruiken ondanks dat de Vlaamse uitspraak in Vlaanderen zeer algemeen is. Dit is een aanfluiting van de V die voor Vlaams staat in o.a. vrt en VTM.

    Wat klemtonen betreft kan voor het West-Vlaams algemeen gesteld worden dat de klemtoon zeer dikwijls op de eerste lettergreep ligt (zoals ook in het nabije(re) Engels), ook en wellicht het meest opmerkelijk bij eigennamen. Bijvoorbeeld, waar een doorsnee Vlaming of Nederlander de naam Stefanie zal uitspreken zoals de Fransen, met de klemtoon op de laatste lettergreep, heet deze vrouw in West-Vlaanderen Stefanie. De West-Vlaamse politieker Vande Lanotte heet in zijn thuisprovincie Vande Lanotte.

    In de Vlaamse audiovisuele media, en bij uitstek bij de VRT, verzint men ook dikwijls een zogenaamd correcte uitspraak, die evenwel door Vlamingen noch door Nederlanders wordt gedragen. Deze gevallen worden ook aan dit lemma toegevoegd. Zie bij deze ook het lemma vrt-taal.

    zie ook Breda, Spa: vokaalreductie

    alfabetische lijst:

    ‘s anderendaags: VL: san·dren·da(a)gs; NL: san·de·ren·daags
    Afrika: VL: a·fri·ka; NL: aa·fri·kaa
    Amerika: VL: a·mee·ri·ka; NL: a·mee·ri·kaa
    Antarctica (idem Arctica): an·tarc·ti·ca; NL: an·tarc·ti·caa
    archipel: VL: ar·chi·pel; NL: ar·chi·pel
    asfalt: VL: as·falt; NL: as·falt
    azalea: VL: a·za·lee·ja; NL: a·zaa·lee·jaa
    badminton: VL: bat·min·ton (fonetisch); NL: bèt·min·ten (Engels)
    Belgrado: VL: bel·gra·do; NL: bel·gra·do
    Bernard: VL: ber·naar (Frans); NL: bern·(h)art (Engels)
    bijna: VL: bij·na(a)/be·na(a) (zie ook bekan); NL: bij·naa
    bikini: VL: bi·ki·ni; NL: bi·ki·ni
    braderie: VL: bra·de·ri; NL: braa·de·rie
    braderij: VL: bra·de·rij; NL: braa·de·rij
    buggy: VL: bu·gi (zachte g); NL: bu·Gi (g van Frans ’grand’ of Engels ‘great’)
    burgemeester: VL: bur·ge·mees·ter; NL: bur·ge·mees·ter
    cacao: VL: ca·ca·oo; NL: ca·caa·oo
    carnaval: VL: kar·na·val (Frans); NL: kar·ne·val (Engels); VRT-uitspraak: kar·naa·val
    casino: VL: ca·zi·noo; NL: ca·sie·noo (zie ook Vlaamse geslachten)
    catalogus: VL: ca·ta·loo·gus (scherpe u; eigenlijk eerder cataloog); NL: ca·taa·lo·chus (doffe u)
    cichorei: VL: sjie·ko·rei; NL: sie·cho·rei (± fonetisch)
    clitoris: VL: cli·too·ris (beide i’s als in fiets); NL: cli·to·ris (beide i’s als in dik)
    compagnie: VL: kom.pa.nie; NL-SN: kom.panj.ie
    conciërge: VL: kon·s·jer·zje (± Frans); NL: kon·zjer·zje
    coup: VL: koe (Frans); NL: koep (± fonetisch)
    dement: VL: dee·ment; NL: de ment
    dementie: VL: dee·men·sie; NL: de·men·tsie
    detective: VL: de·tek·tie·ve/de·dek·tie·ve (fonetisch); NL: die·tek·tif (Engels)
    Doornroosje: VL: doo·rn·roo·sje; NL: doo·rn·roo·sje
    doorprikken: VL: door·prik·ken; NL: door·prik·ken
    dossier: VL: dos·sier (fonetisch); NL: do·sjee (Frans)
    elixir: VL: ee·liek·sier/ee·lieg·zier (Arabisch, ‘g’ uitgesproken als in het Engelse ‘good’); NL: ee·lik·ser (‘lik’ uitgesproken als ‘dik’)
    encyclopedie: VL: en·cy·clo·pe·die (fonetisch); NL: aun·cy·clo·pe·die (Frans, de ‘aun’ is nasaal)
    energie: VL: e·ner·gie (fonetisch); NL: e·ner·zjie/e·ner·sjie (Frans)
    essay: VL: es· (Frans); NL: es·seej/es·seej (Engels)
    Europa: VL: eu·roo·pa; NL: eu·roo·paa
    festival: VL: fest·ti·val; NL: fes·ti·val
    flirten: VL: flir·ten (fonetisch); NL: fleur·ten (Engels)
    foto: VL: fo·too; NL: foo·too
    fotografie: VL: fo·to·gra·fie; NL: foo·too·gra·fie
    garantie: VL: ga·ran·tie (Frans; ook ga·ran·sie); NL: ga·ran·tsie
    gelijkvloers: VL: ge·lijk·vloers; NL: ge·lijk·vloers
    Gerard: VL: zjee·raar (Frans); NL: gee·rart (fonetisch)
    gilet: VL: zjie·lee; NL: zjie·lèt
    goal: VL: gool (zachte g); NL: Gool (g van Frans ‘grand’ of Engels ‘great’)
    Google: VL: goe·gel/Goe·Gel (korte oe-klank; G = stemhebbende k); NL: Goe·Gel (lange oe-klank; G = stemhebbende k)
    hifi: VL: haai·fi (Brits Engels); NL: haai·faai (Amerikaans Engels)
    hostess: VL: hos·tès; NL: hos·tes (Engels)
    hygiëne: VL: hy·gjee·ne; NL: hy·gjèè·ne (Frans)
    ingewikkeld: VL: in·ge·wik·keld; NL: in·ge·wik·keld
    intrige: VL: in·trie·ge (fonetisch); NL: in·trie·zje/in·trie·sje (hypercorrecte uitspraak van intrige met /ž/ -Frans intrigue)
    Iran: VL: i·ran; NL: i·raan (zie ook Iranees
    Israël: VL: iez·ra·jel (‘i’ als in ‘kiwi’); NL: is·ra·‘el (‘i’ als in ‘dik’)
    item: VL: i·tem (korte i, doffe e); NL: aaj·tem (Engels)
    jacuzzi: dja·koe·zi/zja·koe·zi; NL: ja·koe·zi
    jenever: VL: zje·nee·ver; NL: je·nee·ver (fonetisch)
    Jos: VL: zjos; NL: jos
    kameleon: VL: ka·mee·lee·jon; NL: ka·mee·lie·jon
    kathedraal: VL: ka·tee·draal; NL: kat·te·draal
    koala: VL: ko·a·la; NL: koo·aa·laa
    Koran: VL: koo·ran; NL: ko·raan
    landrover: VL: land·roe·ver; NL: land·ro·ver
    lavabo: VL: la·va·boo; NL: la·vaa·boo/la·vaa·boo
    Lutgart: VL: lut·gart; NL: lutgart
    mammoet: VL: mam·moet; NL: mam·moet
    Mercedes: VL: Mèr·ce·dès (scherpe e achteraan; ± Spaans); NL: Mèr·cee·des (doffe e achteraan; ± Engels)
    meteen: VL en NL: mè·teen (‘mè’ als in ‘bed’); VL media: me·teen (‘me’ als in ‘der’)
    Monaco: VL: Mo·na·coo; NL: Moo·naa·coo
    monopoly: VL: mo·no·poo·ly; NL: mo·no(o)·pe·ly (Engels)
    namiddag: VL: na·mid·dag; NL: na·mid·dag
    nasi (goreng): VL: naa·zi; NL: na·si
    Nieuwjaar: VL: nieuw·jaar; NL: nieuw·jaar
    Nobelprijs: VL: No·bel·prijs; NL: No·bèl·prijs
    nostalgie: VL: nos·tal·gie (fonetisch); NL: nos·tal·zjie/nos·tal·sjie (Frans)
    nylon: VL: ni·lon / nij·lon (Frans / vervlaamst); NL: naaj·lon (Engels)
    omwenteling: VL: om·wen·te·ling; NL: om·wen·te·ling
    onderhoud: VL: on·der·houd; NL: on·der·houd
    Oostende: VL: os·ten·de; NL: oost en·de
    parameter: VL: pa·ra·mee·ter; NL: pa·raa·m?·ter
    parfum: VL: par·fui (Frans, de ‘ui’ is nasaal); NL: par·fum (fonetisch)
    passagier: VL: pas·sa·gier (fonetisch); NL: pas·sa·zjier/pas·sa·sjier
    pedalo: VL: pee·da·loo; NL: pee·daa·loo
    per: VL: ‘per’ als ‘der’; NL: ‘per’ als ‘ver’
    percent: VL: per·cent (‘per’ als ‘der’); NL: per·cent (‘per’ als ‘ver’)
    per se: VL: per see (‘per’ als ‘der’); NL: pèr see (Latijn, ‘pèr’ als ‘ver’)
    pikken: VL: pi·ken (scherpe i); NL: p?·ken (doffe i)
    pissen: VL: pi·sen (scherpe i); NL: p?·sen (doffe i)
    pistolet: VL: pis·to·lee; NL: pis·to·lèt
    platform: VL: plat·form; NL: plat·form
    pointe: VL: pwèèn·te; NL: pwan·te
    pyjama: VL: pi·zja·ma; NL: pie·jaa·maa
    record: VL: re·kort (fonetisch); NL: ree·koor (Frans)
    recital: VL: re·si·tal (scherpe i, Frans); NL: rie·saaj·tel (Engels)
    reünie: VL: ree·ju·nie; NL: ree·u·nie (Franse klemtoon)
    Robert: VL: ro·beir (Frans); NL: ro(o)·bert (Engels)
    robot: VL: ro·bot; NL: roo·bot
    rondpunt: VL: rond·punt; NL: rond·punt
    Roodkapje: VL: rood·kap·je; NL: rood·kap·je
    salami: VL: sa·la·mi; NL: sa·laa·mi
    sceptisch: VL: sep·ties; NL: skep·ties
    service: VL: ser·vis (scherpe i, Frans); NL: seur·vis (doffe i, Engels)
    site: VL: sitte; NL: saajt
    Sneeuwwitje: VL: sneeuw·wi·tje; NL: sneeuw·wit·je
    stadhuis: VL: sta·tuis; NL: stad·huis
    steak: VL: stek/stik (Frans); NL: steek (Engels)
    super, hyper: VL én NL: su·per, hy·per; VL media: sup·per, hip·per
    tabak: VL: ta·bak (zie ook toebak); NL: ta·bak (Frans)
    tarmac: VL: tar·mac; SN: tar·mac
    Tenerife: VL: ·ne·rif ; NL: tee·nee·rif (korte, scherpe i); VRT-uitspraak: tee·nee·rie·fee
    tenzij: VL: ten·zij (‘e’ als in ‘der’, komt van "’t en zij’); NL: ten·zij, ten·zij (‘e’ in beide varianten als in ‘bed’)
    terras: VL: tèr·ras; NL: te ras
    ticket: VL: tie·kèt (Frans); NL: tik·ket (Engels)
    trainen: VL: trei·nen; NL: treej·nen (Engels)
    urgent: VL: ur·gent (scherpe u); NL: ur·gent (doffe u)
    vanille: VL: va·nie·le (fonetisch); NL: va·nie·je (Frans)
    verkoop: VL: ver·koop; NL: vér·koop (tegen alle regels in)
    voormiddag: VL: voor·mid·dag; NL: voor·mid·dag
    vrijgezel: VL: vrij·ge·zel; NL: vrij·ge·zel
    werkloos: VL: werk·loos; NL: werk·loos
    werkloosheid: VL: werk·loos·heid; NL: werk·loos·heid
    werknemer: VL: werk·nee·mer; NL: werk·nee·mer
    wodka: VL: vod·ka (Slavisch, de ‘d’ is eerder stemhebbend); NL: wot·kaa (de ‘t’ is stemloos)
    yoghurt: VL: joe·choert (soms joe·goert; ± Turks); NL: jo·chert, jo·ggert (fonetisch)
    YouTube: VL: joe·toep; NL: joew·tsjoewp
    zonsondergang: VL: zon·zon·der·gang; NL: zons·on·der·gang
    zonsopgang: VL: zon·zop·gang; NL: zons·op·gang

    woorden op —ist/—isme/—isch: VL: —ist/—isme/—isch (‘i’ als in ‘fiets’); NL: —?st/—?sme/—?sch (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —tie: VL: —sie; NL: —tsie
    woorden op —tje/—dje: VL: —tje (de t- en j-klanken komen samen zoals in ‘checken’); NL: —t·je (de t- en j-klanken worden apart uitgesproken)
    woorden met —ci— of —ti— (bv. ‘officieel’, ‘politioneel’): VL: —s·j— (de s- en j-klanken worden apart uitgesproken); NL: —sj—, —tsj— (de s- en j-klanken komen samen zoals in ‘sjaal’ of ‘checken’)
    woorden met dis—: VL: dis— (‘i’ als in ‘fiets’); NL: d?s— (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —achtig: VL: klemtoon op woord zelf; NL: klemtoon op achtig en adempauze tussen woord en achtig → bv. VL: ze·nu·wach·tig; NL: ze·nuw acht·ig

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 26 Feb 2020 12:32
    114 reactie(s)

    Versie 103

    Vlaamse uitspraak
    (uitspraakvarianten)

    Heel wat woorden worden in Vlaanderen anders uitgesproken dan in Nederland. Dan gaat het niet zozeer over regelgebonden uitspraken zoals de zachte g, maar over woorden zoals pyjama dat in Vlaanderen als pie-zja-ma en in Nederland als pie-jaa-maa uitgesproken wordt. Of over klemtonen zoals bij burgemeester waarbij in Vlaanderen het accent op de eerste lettergreep valt en in Nederland op de derde. Bij leenwoorden hanteert men in Nederland zeer dikwijls een nabootsing volgens de Nederlandse klankwetten van de klanken in de oorspronkelijke taal (meestal Engels of Frans), terwijl de uitspraak in Vlaanderen vervlaamst wordt. Soms wordt in Vlaanderen een Franse uitspraak gehanteerd, dan volgt de uitspraak in Nederland meestal het Engels.

    Voor Engelse leenwoorden met korte a is er een afzonderlijk lemma waar deze gevallen ondergebracht kunnen worden.

    Het spijtige is dat de Vlaamse media voor deze woorden de Nederlandse uitspraak gebruiken ondanks dat de Vlaamse uitspraak in Vlaanderen zeer algemeen is. Dit is een aanfluiting van de V die voor Vlaams staat in o.a. vrt en VTM.

    Wat klemtonen betreft kan voor het West-Vlaams algemeen gesteld worden dat de klemtoon zeer dikwijls op de eerste lettergreep ligt (zoals ook in het nabije(re) Engels), ook en wellicht het meest opmerkelijk bij eigennamen. Bijvoorbeeld, waar een doorsnee Vlaming of Nederlander de naam Stefanie zal uitspreken zoals de Fransen, met de klemtoon op de laatste lettergreep, heet deze vrouw in West-Vlaanderen Stefanie. De West-Vlaamse politieker Vande Lanotte heet in zijn thuisprovincie Vande Lanotte.

    In de Vlaamse audiovisuele media, en bij uitstek bij de VRT, verzint men ook dikwijls een zogenaamd correcte uitspraak, die evenwel door Vlamingen noch door Nederlanders wordt gedragen. Deze gevallen worden ook aan dit lemma toegevoegd. Zie bij deze ook het lemma vrt-taal.

    zie ook Breda, Spa: vokaalreductie

    alfabetische lijst:

    ‘s anderendaags: VL: san·dren·da(a)gs; NL: san·de·ren·daags
    Afrika: VL: a·fri·ka; NL: aa·fri·kaa
    Amerika: VL: a·mee·ri·ka; NL: a·mee·ri·kaa
    Antarctica (idem Arctica): an·tarc·ti·ca; NL: an·tarc·ti·caa
    archipel: VL: ar·chi·pel; NL: ar·chi·pel
    asfalt: VL: as·falt; NL: as·falt
    azalea: VL: a·za·lee·ja; NL: a·zaa·lee·jaa
    badminton: VL: bat·min·ton (fonetisch); NL: bèt·min·ten (Engels)
    Belgrado: VL: bel·gra·do; NL: bel·gra·do
    Bernard: VL: ber·naar (Frans); NL: bern·(h)art (Engels)
    bijna: VL: bij·na(a)/be·na(a) (zie ook bekan); NL: bij·naa
    bikini: VL: bi·ki·ni; NL: bi·ki·ni
    braderie: VL: bra·de·ri; NL: braa·de·rie
    braderij: VL: bra·de·rij; NL: braa·de·rij
    buggy: VL: bu·gi (zachte g); NL: bu·Gi (g van Frans ’grand’ of Engels ‘great’)
    burgemeester: VL: bur·ge·mees·ter; NL: bur·ge·mees·ter
    cacao: VL: ca·ca·oo; NL: ca·caa·oo
    carnaval: VL: kar·na·val (Frans); NL: kar·ne·val (Engels); VRT-uitspraak: kar·naa·val
    casino: VL: ca·zi·noo; NL: ca·sie·noo (zie ook Vlaamse geslachten)
    catalogus: VL: ca·ta·loo·gus (scherpe u; eigenlijk eerder cataloog); NL: ca·taa·lo·chus (doffe u)
    cichorei: VL: sjie·ko·rei; NL: sie·cho·rei (± fonetisch)
    clitoris: VL: cli·too·ris (beide i’s als in fiets); NL: cli·to·ris (beide i’s als in dik)
    compagnie: VL: kom.pa.nie; NL-SN: kom.panj.ie
    conciërge: VL: kon·s·jer·zje (± Frans); NL: kon·zjer·zje
    coup: VL: koe (Frans); NL: koep (± fonetisch)
    dement: VL: dee·ment; NL: de ment
    dementie: VL: dee·men·sie; NL: de·men·tsie
    detective: VL: de·tek·tie·ve/de·dek·tie·ve (fonetisch); NL: die·tek·tif (Engels)
    Doornroosje: VL: doo·rn·roo·sje; NL: doo·rn·roo·sje
    doorprikken: VL: door·prik·ken; NL: door·prik·ken
    dossier: VL: dos·sier (fonetisch); NL: do·sjee (Frans)
    elixir: VL: ee·liek·sier/ee·lieg·zier (Arabisch, ‘g’ uitgesproken als in het Engelse ‘good’); NL: ee·lik·ser (‘lik’ uitgesproken als ‘dik’)
    encyclopedie: VL: en·cy·clo·pe·die (fonetisch); NL: aun·cy·clo·pe·die (Frans, de ‘aun’ is nasaal)
    energie: VL: e·ner·gie (fonetisch); NL: e·ner·zjie/e·ner·sjie (Frans)
    essay: VL: es· (Frans); NL: es·seej/es·seej (Engels)
    Europa: VL: eu·roo·pa; NL: eu·roo·paa
    festival: VL: fest·ti·val; NL: fes·ti·val
    flirten: VL: flir·ten (fonetisch); NL: fleur·ten (Engels)
    foto: VL: fo·too; NL: foo·too
    fotografie: VL: fo·to·gra·fie; NL: foo·too·gra·fie
    garantie: VL: ga·ran·tie (Frans; ook ga·ran·sie); NL: ga·ran·tsie
    gelijkvloers: VL: ge·lijk·vloers; NL: ge·lijk·vloers
    Gerard: VL: zjee·raar (Frans); NL: gee·rart (fonetisch)
    gilet: VL: zjie·lee; NL: zjie·lèt
    goal: VL: gool (zachte g); NL: Gool (g van Frans ‘grand’ of Engels ‘great’)
    Google: VL: goe·gel/Goe·Gel (korte oe-klank; G = stemhebbende k); NL: Goe·Gel (lange oe-klank; G = stemhebbende k)
    hifi: VL: haai·fi (Brits Engels); NL: haai·faai (Amerikaans Engels)
    hostess: VL: hos·tès; NL: hos·tes (Engels)
    hygiëne: VL: hy·gjee·ne; NL: hy·gjèè·ne (Frans)
    ingewikkeld: VL: in·ge·wik·keld; NL: in·ge·wik·keld
    intrige: VL: in·trie·ge (fonetisch); NL: in·trie·zje/in·trie·sje (hypercorrecte uitspraak van intrige met /ž/ -Frans intrigue)
    Iran: VL: i·ran; NL: i·raan (zie ook Iranees
    Israël: VL: iez·ra·jel (‘i’ als in ‘kiwi’); NL: is·ra·‘el (‘i’ als in ‘dik’)
    item: VL: i·tem (korte i, doffe e); NL: aaj·tem (Engels)
    jacuzzi: dja·koe·zi/zja·koe·zi; NL: ja·koe·zi
    jenever: VL: zje·nee·ver; NL: je·nee·ver (fonetisch)
    Jos: VL: zjos; NL: jos
    kameleon: VL: ka·mee·lee·jon; NL: ka·mee·lie·jon
    kathedraal: VL: ka·tee·draal; NL: kat·te·draal
    koala: VL: ko·a·la; NL: koo·aa·laa
    Koran: VL: koo·ran; NL: ko·raan
    landrover: VL: land·roe·ver; NL: land·ro·ver
    lavabo: VL: la·va·boo; NL: la·vaa·boo/la·vaa·boo
    Lutgart: VL: lut·gart; NL: lutgart
    mammoet: VL: mam·moet; NL: mam·moet
    Mercedes: VL: Mèr·ce·dès (scherpe e achteraan; ± Spaans); NL: Mèr·cee·des (doffe e achteraan; ± Engels)
    meteen: VL en NL: mè·teen (‘mè’ als in ‘bed’); VL media: me·teen (‘me’ als in ‘der’)
    Monaco: VL: Mo·na·coo; NL: Moo·naa·coo
    monopoly: VL: mo·no·poo·ly; NL: mo·no(o)·pe·ly (Engels)
    namiddag: VL: na·mid·dag; NL: na·mid·dag
    nasi (goreng): VL: naa·zi; NL: na·si
    Nieuwjaar: VL: nieuw·jaar; NL: nieuw·jaar
    Nobelprijs: VL: No·bel·prijs; NL: No·bèl·prijs
    nostalgie: VL: nos·tal·gie (fonetisch); NL: nos·tal·zjie/nos·tal·sjie (Frans)
    nylon: VL: ni·lon / nij·lon (Frans / vervlaamst); NL: naaj·lon (Engels)
    omwenteling: VL: om·wen·te·ling; NL: om·wen·te·ling
    onderhoud: VL: on·der·houd; NL: on·der·houd
    Oostende: VL: os·ten·de; NL: oost en·de
    parameter: VL: pa·ra·mee·ter; NL: pa·raa·m?·ter
    parfum: VL: par·fui (Frans, de ‘ui’ is nasaal); NL: par·fum (fonetisch)
    passagier: VL: pas·sa·gier (fonetisch); NL: pas·sa·zjier/pas·sa·sjier
    pedalo: VL: pee·da·loo; NL: pee·daa·loo
    per: VL: ‘per’ als ‘der’; NL: ‘per’ als ‘ver’
    percent: VL: per·cent (‘per’ als ‘der’); NL: per·cent (‘per’ als ‘ver’)
    per se: VL: per see (‘per’ als ‘der’); NL: pèr see (Latijn, ‘pèr’ als ‘ver’)
    pikken: VL: pi·ken (scherpe i); NL: p?·ken (doffe i)
    pissen: VL: pi·sen (scherpe i); NL: p?·sen (doffe i)
    pistolet: VL: pis·to·lee; NL: pis·to·lèt
    platform: VL: plat·form; NL: plat·form
    pointe: VL: pwèèn·te; NL: pwan·te
    pyjama: VL: pi·zja·ma; NL: pie·jaa·maa
    record: VL: re·kort (fonetisch); NL: ree·koor (Frans)
    recital: VL: re·si·tal (scherpe i, Frans); NL: rie·saaj·tel (Engels)
    reünie: VL: ree·ju·nie; NL: ree·u·nie (Franse klemtoon)
    Robert: VL: ro·beir (Frans); NL: ro(o)·bert (Engels)
    robot: VL: ro·bot; NL: roo·bot
    rondpunt: VL: rond·punt; NL: rond·punt
    Roodkapje: VL: rood·kap·je; NL: rood·kap·je
    salami: VL: sa·la·mi; NL: sa·laa·mi
    sceptisch: VL: sep·ties; NL: skep·ties
    service: VL: ser·vis (scherpe i, Frans); NL: seur·vis (doffe i, Engels)
    site: VL: sitte; NL: saajt
    Sneeuwwitje: VL: sneeuw·wi·tje; NL: sneeuw·wit·je
    stadhuis: VL: sta·tuis; NL: stad·huis
    steak: VL: stek/stik (Frans); NL: steek (Engels)
    super, hyper: VL én NL: su·per, hy·per; VL media: sup·per, hip·per
    tabak: VL: ta·bak (zie ook toebak); NL: ta·bak (Frans)
    tarmac: VL: tar·mac; SN: tar·mac
    Tenerife: VL: ·ne·rif ; NL: tee·nee·rif (korte, scherpe i); VRT-uitspraak: tee·nee·rie·fee
    tenzij: VL: ten·zij (‘e’ als in ‘der’, komt van "’t en zij’); NL: ten·zij, ten·zij (‘e’ in beide varianten als in ‘bed’)
    terras: VL: tèr·ras; NL: te ras
    ticket: VL: tie·kèt (Frans); NL: tik·ket (Engels)
    trainen: VL: trei·nen; NL: treej·nen (Engels)
    urgent: VL: ur·gent (scherpe u); NL: ur·gent (doffe u)
    vanille: VL: va·nie·le (fonetisch); NL: va·nie·je (Frans)
    verkoop: VL: ver·koop; NL: vér·koop (tegen alle regels in)
    voormiddag: VL: voor·mid·dag; NL: voor·mid·dag
    vrijgezel: VL: vrij·ge·zel; NL: vrij·ge·zel
    werkloos: VL: werk·loos; NL: werk·loos
    werkloosheid: VL: werk·loos·heid; NL: werk·loos·heid
    werknemer: VL: werk·nee·mer; NL: werk·nee·mer
    wodka: VL: vod·ka (Slavisch, de ‘d’ is eerder stemhebbend); NL: wot·kaa (de ‘t’ is stemloos)
    yoghurt: VL: joe·choert (soms joe·goert; ± Turks); NL: jo·chert, jo·ggert (fonetisch)
    YouTube: VL: joe·toep; NL: joew·tsjoewp
    zonsondergang: VL: zon·zon·der·gang; NL: zons·on·der·gang
    zonsopgang: VL: zon·zop·gang; NL: zons·op·gang

    woorden op —ist/—isme/—isch: VL: —ist/—isme/—isch (‘i’ als in ‘fiets’); NL: —?st/—?sme/—?sch (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —tie: VL: —sie; NL: —tsie
    woorden op —tje/—dje: VL: —tje (de t- en j-klanken komen samen zoals in ‘checken’); NL: —t·je (de t- en j-klanken worden apart uitgesproken)
    woorden met —ci— of —ti— (bv. ‘officieel’, ‘politioneel’): VL: —s·j— (de s- en j-klanken worden apart uitgesproken); NL: —sj—, —tsj— (de s- en j-klanken komen samen zoals in ‘sjaal’ of ‘checken’)
    woorden met dis—: VL: dis— (‘i’ als in ‘fiets’); NL: d?s— (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —achtig: VL: klemtoon op woord zelf; NL: klemtoon op achtig en adempauze tussen woord en achtig → bv. VL: ze·nu·wach·tig; NL: ze·nuw acht·ig

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 26 Feb 2020 12:27
    114 reactie(s)

    Versie 102

    Vlaamse uitspraak
    (uitspraakvarianten)

    Heel wat woorden worden in Vlaanderen anders uitgesproken dan in Nederland. Dan gaat het niet zozeer over regelgebonden uitspraken zoals de zachte g, maar over woorden zoals pyjama dat in Vlaanderen als pie-zja-ma en in Nederland als pie-jaa-maa uitgesproken wordt. Of over klemtonen zoals bij burgemeester waarbij in Vlaanderen het accent op de eerste lettergreep valt en in Nederland op de derde. Bij leenwoorden hanteert men in Nederland zeer dikwijls een nabootsing volgens de Nederlandse klankwetten van de klanken in de oorspronkelijke taal (meestal Engels of Frans), terwijl de uitspraak in Vlaanderen vervlaamst wordt. Soms wordt in Vlaanderen een Franse uitspraak gehanteerd, dan volgt de uitspraak in Nederland meestal het Engels.

    Voor Engelse leenwoorden met korte a is er een afzonderlijk lemma waar deze gevallen ondergebracht kunnen worden.

    Het spijtige is dat de Vlaamse media voor deze woorden de Nederlandse uitspraak gebruiken ondanks dat de Vlaamse uitspraak in Vlaanderen zeer algemeen is. Dit is een aanfluiting van de V die voor Vlaams staat in o.a. vrt en VTM.

    Wat klemtonen betreft kan voor het West-Vlaams algemeen gesteld worden dat de klemtoon zeer dikwijls op de eerste lettergreep ligt (zoals ook in het nabije(re) Engels), ook en wellicht het meest opmerkelijk bij eigennamen. Bijvoorbeeld, waar een doorsnee Vlaming of Nederlander de naam Stefanie zal uitspreken zoals de Fransen, met de klemtoon op de laatste lettergreep, heet deze vrouw in West-Vlaanderen Stefanie. De West-Vlaamse politieker Vande Lanotte heet in zijn thuisprovincie Vande Lanotte.

    zie ook Breda, Spa: vokaalreductie

    alfabetische lijst:

    ‘s anderendaags: VL: san·dren·da(a)gs; NL: san·de·ren·daags
    Afrika: VL: a·fri·ka; NL: aa·fri·kaa
    Amerika: VL: a·mee·ri·ka; NL: a·mee·ri·kaa
    Antarctica (idem Arctica): an·tarc·ti·ca; NL: an·tarc·ti·caa
    archipel: VL: ar·chi·pel; NL: ar·chi·pel
    asfalt: VL: as·falt; NL: as·falt
    azalea: VL: a·za·lee·ja; NL: a·zaa·lee·jaa
    badminton: VL: bat·min·ton (fonetisch); NL: bèt·min·ten (Engels)
    Belgrado: VL: bel·gra·do; NL: bel·gra·do
    Bernard: VL: ber·naar (Frans); NL: bern·(h)art (Engels)
    bijna: VL: bij·na(a)/be·na(a) (zie ook bekan); NL: bij·naa
    bikini: VL: bi·ki·ni; NL: bi·ki·ni
    braderie: VL: bra·de·ri; NL: braa·de·rie
    braderij: VL: bra·de·rij; NL: braa·de·rij
    buggy: VL: bu·gi (zachte g); NL: bu·Gi (g van Frans ’grand’ of Engels ‘great’)
    burgemeester: VL: bur·ge·mees·ter; NL: bur·ge·mees·ter
    cacao: VL: ca·ca·oo; NL: ca·caa·oo
    carnaval: VL: kar·na·val (Frans); NL: kar·na·val (Engels)
    casino: VL: ca·zi·noo; NL: ca·sie·noo (zie ook Vlaamse geslachten)
    catalogus: VL: ca·ta·loo·gus (scherpe u; eigenlijk eerder cataloog); NL: ca·taa·lo·chus (doffe u)
    cichorei: VL: sjie·ko·rei; NL: sie·cho·rei (± fonetisch)
    clitoris: VL: cli·too·ris (beide i’s als in fiets); NL: cli·to·ris (beide i’s als in dik)
    compagnie: VL: kom.pa.nie; NL-SN: kom.panj.ie
    conciërge: VL: kon·s·jer·zje (± Frans); NL: kon·zjer·zje
    coup: VL: koe (Frans); NL: koep (± fonetisch)
    dement: VL: dee·ment; NL: de ment
    dementie: VL: dee·men·sie; NL: de·men·tsie
    detective: VL: de·tek·tie·ve/de·dek·tie·ve (fonetisch); NL: die·tek·tif (Engels)
    Doornroosje: VL: doo·rn·roo·sje; NL: doo·rn·roo·sje
    doorprikken: VL: door·prik·ken; NL: door·prik·ken
    dossier: VL: dos·sier (fonetisch); NL: do·sjee (Frans)
    elixir: VL: ee·liek·sier/ee·lieg·zier (Arabisch, ‘g’ uitgesproken als in het Engelse ‘good’); NL: ee·lik·ser (‘lik’ uitgesproken als ‘dik’)
    encyclopedie: VL: en·cy·clo·pe·die (fonetisch); NL: aun·cy·clo·pe·die (Frans, de ‘aun’ is nasaal)
    energie: VL: e·ner·gie (fonetisch); NL: e·ner·zjie/e·ner·sjie (Frans)
    essay: VL: es· (Frans); NL: es·seej/es·seej (Engels)
    Europa: VL: eu·roo·pa; NL: eu·roo·paa
    festival: VL: fest·ti·val; NL: fes·ti·val
    flirten: VL: flir·ten (fonetisch); NL: fleur·ten (Engels)
    foto: VL: fo·too; NL: foo·too
    fotografie: VL: fo·to·gra·fie; NL: foo·too·gra·fie
    garantie: VL: ga·ran·tie (Frans; ook ga·ran·sie); NL: ga·ran·tsie
    gelijkvloers: VL: ge·lijk·vloers; NL: ge·lijk·vloers
    Gerard: VL: zjee·raar (Frans); NL: gee·rart (fonetisch)
    gilet: VL: zjie·lee; NL: zjie·lèt
    goal: VL: gool (zachte g); NL: Gool (g van Frans ‘grand’ of Engels ‘great’)
    Google: VL: goe·gel/Goe·Gel (korte oe-klank; G = stemhebbende k); NL: Goe·Gel (lange oe-klank; G = stemhebbende k)
    hifi: VL: haai·fi (Brits Engels); NL: haai·faai (Amerikaans Engels)
    hostess: VL: hos·tès; NL: hos·tes (Engels)
    hygiëne: VL: hy·gjee·ne; NL: hy·gjèè·ne (Frans)
    ingewikkeld: VL: in·ge·wik·keld; NL: in·ge·wik·keld
    intrige: VL: in·trie·ge (fonetisch); NL: in·trie·zje/in·trie·sje (hypercorrecte uitspraak van intrige met /ž/ -Frans intrigue)
    Iran: VL: i·ran; NL: i·raan (zie ook Iranees
    Israël: VL: iez·ra·jel (‘i’ als in ‘kiwi’); NL: is·ra·‘el (‘i’ als in ‘dik’)
    item: VL: i·tem (korte i, doffe e); NL: aaj·tem (Engels)
    jacuzzi: dja·koe·zi/zja·koe·zi; NL: ja·koe·zi
    jenever: VL: zje·nee·ver; NL: je·nee·ver (fonetisch)
    Jos: VL: zjos; NL: jos
    kameleon: VL: ka·mee·lee·jon; NL: ka·mee·lie·jon
    kathedraal: VL: ka·tee·draal; NL: kat·te·draal
    koala: VL: ko·a·la; NL: koo·aa·laa
    Koran: VL: koo·ran; NL: ko·raan
    landrover: VL: land·roe·ver; NL: land·ro·ver
    lavabo: VL: la·va·boo; NL: la·vaa·boo/la·vaa·boo
    Lutgart: VL: lut·gart; NL: lutgart
    mammoet: VL: mam·moet; NL: mam·moet
    Mercedes: VL: Mèr·ce·dès (scherpe e achteraan; ± Spaans); NL: Mèr·cee·des (doffe e achteraan; ± Engels)
    meteen: VL en NL: mè·teen (‘mè’ als in ‘bed’); VL media: me·teen (‘me’ als in ‘der’)
    Monaco: VL: Mo·na·coo; NL: Moo·naa·coo
    monopoly: VL: mo·no·poo·ly; NL: mo·no(o)·pe·ly (Engels)
    namiddag: VL: na·mid·dag; NL: na·mid·dag
    nasi (goreng): VL: naa·zi; NL: na·si
    Nieuwjaar: VL: nieuw·jaar; NL: nieuw·jaar
    Nobelprijs: VL: No·bel·prijs; NL: No·bèl·prijs
    nostalgie: VL: nos·tal·gie (fonetisch); NL: nos·tal·zjie/nos·tal·sjie (Frans)
    nylon: VL: ni·lon / nij·lon (Frans / vervlaamst); NL: naaj·lon (Engels)
    omwenteling: VL: om·wen·te·ling; NL: om·wen·te·ling
    onderhoud: VL: on·der·houd; NL: on·der·houd
    Oostende: VL: os·ten·de; NL: oost en·de
    parameter: VL: pa·ra·mee·ter; NL: pa·raa·m?·ter
    parfum: VL: par·fui (Frans, de ‘ui’ is nasaal); NL: par·fum (fonetisch)
    passagier: VL: pas·sa·gier (fonetisch); NL: pas·sa·zjier/pas·sa·sjier
    pedalo: VL: pee·da·loo; NL: pee·daa·loo
    per: VL: ‘per’ als ‘der’; NL: ‘per’ als ‘ver’
    percent: VL: per·cent (‘per’ als ‘der’); NL: per·cent (‘per’ als ‘ver’)
    per se: VL: per see (‘per’ als ‘der’); NL: pèr see (Latijn, ‘pèr’ als ‘ver’)
    pikken: VL: pi·ken (scherpe i); NL: p?·ken (doffe i)
    pissen: VL: pi·sen (scherpe i); NL: p?·sen (doffe i)
    pistolet: VL: pis·to·lee; NL: pis·to·lèt
    platform: VL: plat·form; NL: plat·form
    pointe: VL: pwèèn·te; NL: pwan·te
    pyjama: VL: pi·zja·ma; NL: pie·jaa·maa
    record: VL: re·kort (fonetisch); NL: ree·koor (Frans)
    recital: VL: re·si·tal (scherpe i, Frans); NL: rie·saaj·tel (Engels)
    reünie: VL: ree·ju·nie; NL: ree·u·nie (Franse klemtoon)
    Robert: VL: ro·beir (Frans); NL: ro(o)·bert (Engels)
    robot: VL: ro·bot; NL: roo·bot
    rondpunt: VL: rond·punt; NL: rond·punt
    Roodkapje: VL: rood·kap·je; NL: rood·kap·je
    salami: VL: sa·la·mi; NL: sa·laa·mi
    sceptisch: VL: sep·ties; NL: skep·ties
    service: VL: ser·vis (scherpe i, Frans); NL: seur·vis (doffe i, Engels)
    site: VL: sitte; NL: saajt
    Sneeuwwitje: VL: sneeuw·wi·tje; NL: sneeuw·wit·je
    stadhuis: VL: sta·tuis; NL: stad·huis
    steak: VL: stek/stik (Frans); NL: steek (Engels)
    super, hyper: VL én NL: su·per, hy·per; VL media: sup·per, hip·per
    tabak: VL: ta·bak (zie ook toebak); NL: ta·bak (Frans)
    tarmac: VL: tar·mac; SN: tar·mac
    Tenerife: VL: ·ne·rif ; NL: tee·nee·rie·fee
    tenzij: VL: ten·zij (‘e’ als in ‘der’, komt van "’t en zij’); NL: ten·zij, ten·zij (‘e’ in beide varianten als in ‘bed’)
    terras: VL: tèr·ras; NL: te ras
    ticket: VL: tie·kèt (Frans); NL: tik·ket (Engels)
    trainen: VL: trei·nen; NL: treej·nen (Engels)
    urgent: VL: ur·gent (scherpe u); NL: ur·gent (doffe u)
    vanille: VL: va·nie·le (fonetisch); NL: va·nie·je (Frans)
    verkoop: VL: ver·koop; NL: vér·koop (tegen alle regels in)
    voormiddag: VL: voor·mid·dag; NL: voor·mid·dag
    vrijgezel: VL: vrij·ge·zel; NL: vrij·ge·zel
    werkloos: VL: werk·loos; NL: werk·loos
    werkloosheid: VL: werk·loos·heid; NL: werk·loos·heid
    werknemer: VL: werk·nee·mer; NL: werk·nee·mer
    wodka: VL: vod·ka (Slavisch, de ‘d’ is eerder stemhebbend); NL: wot·kaa (de ‘t’ is stemloos)
    yoghurt: VL: joe·choert (soms joe·goert; ± Turks); NL: jo·chert, jo·ggert (fonetisch)
    YouTube: VL: joe·toep; NL: joew·tsjoewp
    zonsondergang: VL: zon·zon·der·gang; NL: zons·on·der·gang
    zonsopgang: VL: zon·zop·gang; NL: zons·op·gang

    woorden op —ist/—isme/—isch: VL: —ist/—isme/—isch (‘i’ als in ‘fiets’); NL: —?st/—?sme/—?sch (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —tie: VL: —sie; NL: —tsie
    woorden op —tje/—dje: VL: —tje (de t- en j-klanken komen samen zoals in ‘checken’); NL: —t·je (de t- en j-klanken worden apart uitgesproken)
    woorden met —ci— of —ti— (bv. ‘officieel’, ‘politioneel’): VL: —s·j— (de s- en j-klanken worden apart uitgesproken); NL: —sj—, —tsj— (de s- en j-klanken komen samen zoals in ‘sjaal’ of ‘checken’)
    woorden met dis—: VL: dis— (‘i’ als in ‘fiets’); NL: d?s— (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —achtig: VL: klemtoon op woord zelf; NL: klemtoon op achtig en adempauze tussen woord en achtig → bv. VL: ze·nu·wach·tig; NL: ze·nuw acht·ig

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 03 Feb 2020 15:40
    114 reactie(s)

    Versie 101

    Vlaamse uitspraak
    (uitspraakvarianten)

    Heel wat woorden worden in Vlaanderen anders uitgesproken dan in Nederland. Dan gaat het niet zozeer over regelgebonden uitspraken zoals de zachte g, maar over woorden zoals pyjama dat in Vlaanderen als pie-zja-ma en in Nederland als pie-jaa-maa uitgesproken wordt. Of over klemtonen zoals bij burgemeester waarbij in Vlaanderen het accent op de eerste lettergreep valt en in Nederland op de derde. Bij leenwoorden hanteert men in Nederland zeer dikwijls een nabootsing volgens de Nederlandse klankwetten van de klanken in de oorspronkelijke taal (meestal Engels of Frans), terwijl de uitspraak in Vlaanderen vervlaamst wordt. Soms wordt in Vlaanderen een Franse uitspraak gehanteerd, dan volgt de uitspraak in Nederland meestal het Engels.

    Voor Engelse leenwoorden met korte a is er een afzonderlijk lemma waar deze gevallen ondergebracht kunnen worden.

    Het spijtige is dat de Vlaamse media voor deze woorden de Nederlandse uitspraak gebruiken ondanks dat de Vlaamse uitspraak in Vlaanderen zeer algemeen is. Dit is een aanfluiting van de V die voor Vlaams staat in o.a. vrt en VTM.

    Wat klemtonen betreft kan voor het West-Vlaams algemeen gesteld worden dat de klemtoon zeer dikwijls op de eerste lettergreep ligt (zoals ook in het nabije(re) Engels), ook en wellicht het meest opmerkelijk bij eigennamen. Bijvoorbeeld, waar een doorsnee Vlaming of Nederlander de naam Stefanie zal uitspreken zoals de Fransen, met de klemtoon op de laatste lettergreep, heet deze vrouw in West-Vlaanderen Stefanie. De West-Vlaamse politieker Vande Lanotte heet in zijn thuisprovincie Vande Lanotte.

    zie ook Breda, Spa: vokaalreductie

    alfabetische lijst:

    ‘s anderendaags: VL: san·dren·da(a)gs; NL: san·de·ren·daags
    Afrika: VL: a·fri·ka; NL: aa·fri·kaa
    Amerika: VL: a·mee·ri·ka; NL: a·mee·ri·kaa
    Antarctica (idem Arctica): an·tarc·ti·ca; NL: an·tarc·ti·caa
    archipel: VL: ar·chi·pel; NL: ar·chi·pel
    asfalt: VL: as·falt; NL: as·falt
    azalea: VL: a·za·lee·ja; NL: a·zaa·lee·jaa
    Belgrado: VL: bel·gra·do; NL: bel·gra·do
    Bernard: VL: ber·naar (Frans); NL: bern·(h)art (Engels)
    bijna: VL: bij·na(a)/be·na(a) (zie ook bekan); NL: bij·naa
    bikini: VL: bi·ki·ni; NL: bi·ki·ni
    braderie: VL: bra·de·ri; NL: braa·de·rie
    braderij: VL: bra·de·rij; NL: braa·de·rij
    buggy: VL: bu·gi (zachte g); NL: bu·Gi (g van Frans ’grand’ of Engels ‘great’)
    burgemeester: VL: bur·ge·mees·ter; NL: bur·ge·mees·ter
    cacao: VL: ca·ca·oo; NL: ca·caa·oo
    carnaval: VL: kar·na·val (Frans); NL: kar·na·val (Engels)
    casino: VL: ca·zi·noo; NL: ca·sie·noo (zie ook Vlaamse geslachten)
    catalogus: VL: ca·ta·loo·gus (scherpe u; eigenlijk eerder cataloog); NL: ca·taa·lo·chus (doffe u)
    cichorei: VL: sjie·ko·rei; NL: sie·cho·rei (± fonetisch)
    clitoris: VL: cli·too·ris (beide i’s als in fiets); NL: cli·to·ris (beide i’s als in dik)
    compagnie: VL: kom.pa.nie; NL-SN: kom.panj.ie
    conciërge: VL: kon·s·jer·zje (± Frans); NL: kon·zjer·zje
    coup: VL: koe (Frans); NL: koep (± fonetisch)
    dement: VL: dee·ment; NL: de ment
    dementie: VL: dee·men·sie; NL: de·men·tsie
    detective: VL: de·tek·tie·ve/de·dek·tie·ve (fonetisch); NL: die·tek·tif (Engels)
    Doornroosje: VL: doo·rn·roo·sje; NL: doo·rn·roo·sje
    doorprikken: VL: door·prik·ken; NL: door·prik·ken
    dossier: VL: dos·sier (fonetisch); NL: do·sjee (Frans)
    elixir: VL: ee·liek·sier/ee·lieg·zier (Arabisch, ‘g’ uitgesproken als in het Engelse ‘good’); NL: ee·lik·ser (‘lik’ uitgesproken als ‘dik’)
    encyclopedie: VL: en·cy·clo·pe·die (fonetisch); NL: aun·cy·clo·pe·die (Frans, de ‘aun’ is nasaal)
    energie: VL: e·ner·gie (fonetisch); NL: e·ner·zjie/e·ner·sjie (Frans)
    essay: VL: es· (Frans); NL: es·seej/es·seej (Engels)
    Europa: VL: eu·roo·pa; NL: eu·roo·paa
    festival: VL: fest·ti·val; NL: fes·ti·val
    flirten: VL: flir·ten (fonetisch); NL: fleur·ten (Engels)
    foto: VL: fo·too; NL: foo·too
    fotografie: VL: fo·to·gra·fie; NL: foo·too·gra·fie
    garantie: VL: ga·ran·tie (Frans; ook ga·ran·sie); NL: ga·ran·tsie
    gelijkvloers: VL: ge·lijk·vloers; NL: ge·lijk·vloers
    Gerard: VL: zjee·raar (Frans); NL: gee·rart (fonetisch)
    gilet: VL: zjie·lee; NL: zjie·lèt
    goal: VL: gool (zachte g); NL: Gool (g van Frans ‘grand’ of Engels ‘great’)
    Google: VL: goe·gel/Goe·Gel (korte oe-klank; G = stemhebbende k); NL: Goe·Gel (lange oe-klank; G = stemhebbende k)
    hifi: VL: haai·fi (Brits Engels); NL: haai·faai (Amerikaans Engels)
    hostess: VL: hos·tès; NL: hos·tes (Engels)
    hygiëne: VL: hy·gjee·ne; NL: hy·gjèè·ne (Frans)
    ingewikkeld: VL: in·ge·wik·keld; NL: in·ge·wik·keld
    intrige: VL: in·trie·ge (fonetisch); NL: in·trie·zje/in·trie·sje (hypercorrecte uitspraak van intrige met /ž/ -Frans intrigue)
    Iran: VL: i·ran; NL: i·raan (zie ook Iranees
    Israël: VL: iez·ra·jel (‘i’ als in ‘kiwi’); NL: is·ra·‘el (‘i’ als in ‘dik’)
    item: VL: i·tem (korte i, doffe e); NL: aaj·tem (Engels)
    jacuzzi: dja·koe·zi/zja·koe·zi; NL: ja·koe·zi
    jenever: VL: zje·nee·ver; NL: je·nee·ver (fonetisch)
    Jos: VL: zjos; NL: jos
    kameleon: VL: ka·mee·lee·jon; NL: ka·mee·lie·jon
    kathedraal: VL: ka·tee·draal; NL: kat·te·draal
    koala: VL: ko·a·la; NL: koo·aa·laa
    Koran: VL: koo·ran; NL: ko·raan
    landrover: VL: land·roe·ver; NL: land·ro·ver
    lavabo: VL: la·va·boo; NL: la·vaa·boo/la·vaa·boo
    Lutgart: VL: lut·gart; NL: lutgart
    mammoet: VL: mam·moet; NL: mam·moet
    Mercedes: VL: Mèr·ce·dès (scherpe e achteraan; ± Spaans); NL: Mèr·cee·des (doffe e achteraan; ± Engels)
    meteen: VL en NL: mè·teen (‘mè’ als in ‘bed’); VL media: me·teen (‘me’ als in ‘der’)
    Monaco: VL: Mo·na·coo; NL: Moo·naa·coo
    monopoly: VL: mo·no·poo·ly; NL: mo·no(o)·pe·ly (Engels)
    namiddag: VL: na·mid·dag; NL: na·mid·dag
    nasi (goreng): VL: naa·zi; NL: na·si
    Nieuwjaar: VL: nieuw·jaar; NL: nieuw·jaar
    Nobelprijs: VL: No·bel·prijs; NL: No·bèl·prijs
    nostalgie: VL: nos·tal·gie (fonetisch); NL: nos·tal·zjie/nos·tal·sjie (Frans)
    nylon: VL: ni·lon / nij·lon (Frans / vervlaamst); NL: naaj·lon (Engels)
    omwenteling: VL: om·wen·te·ling; NL: om·wen·te·ling
    onderhoud: VL: on·der·houd; NL: on·der·houd
    Oostende: VL: os·ten·de; NL: oost en·de
    parameter: VL: pa·ra·mee·ter; NL: pa·raa·m?·ter
    parfum: VL: par·fui (Frans, de ‘ui’ is nasaal); NL: par·fum (fonetisch)
    passagier: VL: pas·sa·gier (fonetisch); NL: pas·sa·zjier/pas·sa·sjier
    pedalo: VL: pee·da·loo; NL: pee·daa·loo
    per: VL: ‘per’ als ‘der’; NL: ‘per’ als ‘ver’
    percent: VL: per·cent (‘per’ als ‘der’); NL: per·cent (‘per’ als ‘ver’)
    per se: VL: per see (‘per’ als ‘der’); NL: pèr see (Latijn, ‘pèr’ als ‘ver’)
    pikken: VL: pi·ken (scherpe i); NL: p?·ken (doffe i)
    pissen: VL: pi·sen (scherpe i); NL: p?·sen (doffe i)
    pistolet: VL: pis·to·lee; NL: pis·to·lèt
    platform: VL: plat·form; NL: plat·form
    pointe: VL: pwèèn·te; NL: pwan·te
    pyjama: VL: pi·zja·ma; NL: pie·jaa·maa
    record: VL: re·kort (fonetisch); NL: ree·koor (Frans)
    recital: VL: re·si·tal (scherpe i, Frans); NL: rie·saaj·tel (Engels)
    reünie: VL: ree·ju·nie; NL: ree·u·nie (Franse klemtoon)
    Robert: VL: ro·beir (Frans); NL: ro(o)·bert (Engels)
    robot: VL: ro·bot; NL: roo·bot
    rondpunt: VL: rond·punt; NL: rond·punt
    Roodkapje: VL: rood·kap·je; NL: rood·kap·je
    salami: VL: sa·la·mi; NL: sa·laa·mi
    sceptisch: VL: sep·ties; NL: skep·ties
    service: VL: ser·vis (scherpe i, Frans); NL: seur·vis (doffe i, Engels)
    site: VL: sitte; NL: saajt
    Sneeuwwitje: VL: sneeuw·wi·tje; NL: sneeuw·wit·je
    stadhuis: VL: sta·tuis; NL: stad·huis
    steak: VL: stek/stik (Frans); NL: steek (Engels)
    super, hyper: VL én NL: su·per, hy·per; VL media: sup·per, hip·per
    tabak: VL: ta·bak (zie ook toebak); NL: ta·bak (Frans)
    tarmac: VL: tar·mac; SN: tar·mac
    Tenerife: VL: ·ne·rif ; NL: tee·nee·rie·fee
    tenzij: VL: ten·zij (‘e’ als in ‘der’, komt van "’t en zij’); NL: ten·zij, ten·zij (‘e’ in beide varianten als in ‘bed’)
    terras: VL: tèr·ras; NL: te ras
    ticket: VL: tie·kèt (Frans); NL: tik·ket (Engels)
    trainen: VL: trei·nen; NL: treej·nen (Engels)
    urgent: VL: ur·gent (scherpe u); NL: ur·gent (doffe u)
    vanille: VL: va·nie·le (fonetisch); NL: va·nie·je (Frans)
    verkoop: VL: ver·koop; NL: vér·koop (tegen alle regels in)
    voormiddag: VL: voor·mid·dag; NL: voor·mid·dag
    vrijgezel: VL: vrij·ge·zel; NL: vrij·ge·zel
    werkloos: VL: werk·loos; NL: werk·loos
    werkloosheid: VL: werk·loos·heid; NL: werk·loos·heid
    werknemer: VL: werk·nee·mer; NL: werk·nee·mer
    wodka: VL: vod·ka (Slavisch, de ‘d’ is eerder stemhebbend); NL: wot·kaa (de ‘t’ is stemloos)
    yoghurt: VL: joe·choert (soms joe·goert; ± Turks); NL: jo·chert, jo·ggert (fonetisch)
    YouTube: VL: joe·toep; NL: joew·tsjoewp
    zonsondergang: VL: zon·zon·der·gang; NL: zons·on·der·gang
    zonsopgang: VL: zon·zop·gang; NL: zons·op·gang

    woorden op —ist/—isme/—isch: VL: —ist/—isme/—isch (‘i’ als in ‘fiets’); NL: —?st/—?sme/—?sch (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —tie: VL: —sie; NL: —tsie
    woorden op —tje/—dje: VL: —tje (de t- en j-klanken komen samen zoals in ‘checken’); NL: —t·je (de t- en j-klanken worden apart uitgesproken)
    woorden met —ci— of —ti— (bv. ‘officieel’, ‘politioneel’): VL: —s·j— (de s- en j-klanken worden apart uitgesproken); NL: —sj—, —tsj— (de s- en j-klanken komen samen zoals in ‘sjaal’ of ‘checken’)
    woorden met dis—: VL: dis— (‘i’ als in ‘fiets’); NL: d?s— (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —achtig: VL: klemtoon op woord zelf; NL: klemtoon op achtig en adempauze tussen woord en achtig → bv. VL: ze·nu·wach·tig; NL: ze·nuw acht·ig

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 26 Jan 2020 01:31
    114 reactie(s)

    Versie 100

    Vlaamse uitspraak
    (uitspraakvarianten)

    Heel wat woorden worden in Vlaanderen anders uitgesproken dan in Nederland. Dan gaat het niet zozeer over regelgebonden uitspraken zoals de zachte g, maar over woorden zoals pyjama dat in Vlaanderen als pie-zja-ma en in Nederland als pie-jaa-maa uitgesproken wordt. Of over klemtonen zoals bij burgemeester waarbij in Vlaanderen het accent op de eerste lettergreep valt en in Nederland op de derde. Bij leenwoorden hanteert men in Nederland zeer dikwijls een nabootsing volgens de Nederlandse klankwetten van de klanken in de oorspronkelijke taal (meestal Engels of Frans), terwijl de uitspraak in Vlaanderen vervlaamst wordt. Soms wordt in Vlaanderen een Franse uitspraak gehanteerd, dan volgt de uitspraak in Nederland meestal het Engels.

    Voor Engelse leenwoorden met korte a is er een afzonderlijk lemma waar deze gevallen ondergebracht kunnen worden.

    Het spijtige is dat de Vlaamse media voor deze woorden de Nederlandse uitspraak gebruiken ondanks dat de Vlaamse uitspraak in Vlaanderen zeer algemeen is. Dit is een aanfluiting van de V die voor Vlaams staat in o.a. vrt en VTM.

    Wat klemtonen betreft kan voor het West-Vlaams algemeen gesteld worden dat de klemtoon zeer dikwijls op de eerste lettergreep ligt (zoals ook in het nabije(re) Engels), ook en wellicht het meest opmerkelijk bij eigennamen. Bijvoorbeeld, waar een doorsnee Vlaming of Nederlander de naam Stefanie zal uitspreken zoals de Fransen, met de klemtoon op de laatste lettergreep, heet deze vrouw in West-Vlaanderen Stefanie. De West-Vlaamse politieker Vande Lanotte heet in zijn thuisprovincie Vande Lanotte.

    zie ook Breda, Spa: vokaalreductie

    alfabetische lijst:

    ‘s anderendaags: VL: san·dren·da(a)gs; NL: san·de·ren·daags
    Afrika: VL: a·fri·ka; NL: aa·fri·kaa
    Amerika: VL: a·mee·ri·ka; NL: a·mee·ri·kaa
    Antarctica (idem Arctica): an·tarc·ti·ca; NL: an·tarc·ti·caa
    archipel: VL: ar·chi·pel; NL: ar·chi·pel
    asfalt: VL: as·falt; NL: as·falt
    azalea: VL: a·za·lee·ja; NL: a·zaa·lee·jaa
    Belgrado: VL: bel·gra·do; NL: bel·gra·do
    Bernard: VL: ber·naar (Frans); NL: bern·(h)art (Engels)
    bijna: VL: bij·na(a)/be·na(a) (zie ook bekan); NL: bij·naa
    bikini: VL: bi·ki·ni; NL: bi·ki·ni
    braderie: VL: bra·de·ri; NL: braa·de·rie
    braderij: VL: bra·de·rij; braa·de·rij
    burgemeester: VL: bur·ge·mees·ter; NL: bur·ge·mees·ter
    cacao: VL: ca·ca·oo; NL: ca·caa·oo
    carnaval: VL: kar·na·val (Frans); NL: kar·na·val (Engels)
    casino: VL: ca·zi·noo; NL: ca·sie·noo (zie ook Vlaamse geslachten)
    catalogus: VL: ca·ta·loo·gus (scherpe u; eigenlijk eerder cataloog); NL: ca·taa·lo·chus (doffe u)
    cichorei: VL: sjie·ko·rei; NL: sie·cho·rei (± fonetisch)
    clitoris: VL: cli·too·ris (beide i’s als in fiets); NL: cli·to·ris (beide i’s als in dik)
    compagnie: VL: kom.pa.nie; NL-SN: kom.panj.ie
    conciërge: VL: kon·s·jer·zje (± Frans); NL: kon·zjer·zje
    coup: VL: koe (Frans); NL: koep (± fonetisch)
    dement: VL: dee·ment; NL: de ment
    dementie: VL: dee·men·sie; NL: de·men·tsie
    detective: VL: de·tek·tie·ve/de·dek·tie·ve (fonetisch); NL: die·tek·tif (Engels)
    Doornroosje: VL: doo·rn·roo·sje; NL: doo·rn·roo·sje
    doorprikken: VL: door·prik·ken; NL: door·prik·ken
    dossier: VL: dos·sier (fonetisch); NL: do·sjee (Frans)
    elixir: VL: ee·liek·sier/ee·lieg·zier (Arabisch, ‘g’ uitgesproken als in het Engelse ‘good’); NL: ee·lik·ser (‘lik’ uitgesproken als ‘dik’)
    encyclopedie: VL: en·cy·clo·pe·die (fonetisch); NL: aun·cy·clo·pe·die (Frans, de ‘aun’ is nasaal)
    energie: VL: e·ner·gie (fonetisch); NL: e·ner·zjie/e·ner·sjie (Frans)
    essay: VL: es· (Frans); NL: es·seej/es·seej (Engels)
    Europa: VL: eu·roo·pa; NL: eu·roo·paa
    festival: VL: fest·ti·val; NL: fes·ti·val
    flirten: VL: flir·ten (fonetisch); NL: fleur·ten (Engels)
    foto: VL: fo·too; NL: foo·too
    fotografie: VL: fo·to·gra·fie; NL: foo·too·gra·fie
    garantie: VL: ga·ran·tie (Frans; ook ga·ran·sie); NL: ga·ran·tsie
    gelijkvloers: VL: ge·lijk·vloers; NL: ge·lijk·vloers
    Gerard: VL: zjee·raar (Frans); NL: gee·rart (fonetisch)
    gilet: VL: zjie·lee; NL: zjie·lèt
    Google: VL: goe·gel/Goe·Gel (korte oe-klank; G = stemhebbende k); NL: Goe·Gel (lange oe-klank; G = stemhebbende k)
    hifi: VL: haai·fi (Brits Engels); NL: haai·faai (Amerikaans Engels)
    hostess: VL: hos·tès; NL: hos·tes (Engels)
    hygiëne: VL: hy·gjee·ne; NL: hy·gjèè·ne (Frans)
    ingewikkeld: VL: in·ge·wik·keld; NL: in·ge·wik·keld
    intrige: VL: in·trie·ge (fonetisch); NL: in·trie·zje/in·trie·sje (hypercorrecte uitspraak van intrige met /ž/ -Frans intrigue)
    Iran: VL: i·ran; NL: i·raan (zie ook Iranees
    Israël: VL: iez·ra·jel (‘i’ als in ‘kiwi’); NL: is·ra·‘el (‘i’ als in ‘dik’)
    item: VL: i·tem (korte i, doffe e); NL: aaj·tem (Engels)
    jacuzzi: dja·koe·zi/zja·koe·zi; NL: ja·koe·zi
    jenever: VL: zje·nee·ver; NL: je·nee·ver (fonetisch)
    Jos: VL: zjos; NL: jos
    kameleon: VL: ka·mee·lee·jon; NL: ka·mee·lie·jon
    kathedraal: VL: ka·tee·draal; NL: kat·te·draal
    koala: VL: ko·a·la; NL: koo·aa·laa
    Koran: VL: koo·ran; NL: ko·raan
    landrover: VL: land·roe·ver; NL: land·ro·ver
    lavabo: VL: la·va·boo; NL: la·vaa·boo/la·vaa·boo
    Lutgart: VL: lut·gart; NL: lutgart
    mammoet: VL: mam·moet; NL: mam·moet
    Mercedes: VL: Mèr·ce·dès (scherpe e achteraan; ± Spaans); NL: Mèr·cee·des (doffe e achteraan; ± Engels)
    meteen: VL en NL: mè·teen (‘mè’ als in ‘bed’); VL media: me·teen (‘me’ als in ‘der’)
    Monaco: VL: Mo·na·coo; NL: Moo·naa·coo
    monopoly: VL: mo·no·poo·ly; NL: mo·no(o)·pe·ly (Engels)
    namiddag: VL: na·mid·dag; NL: na·mid·dag
    nasi (goreng): VL: naa·zi; NL: na·si
    Nieuwjaar: VL: nieuw·jaar; NL: nieuw·jaar
    Nobelprijs: VL: No·bel·prijs; NL: No·bèl·prijs
    nostalgie: VL: nos·tal·gie (fonetisch); NL: nos·tal·zjie/nos·tal·sjie (Frans)
    nylon: VL: ni·lon / nij·lon (Frans / vervlaamst); NL: naaj·lon (Engels)
    omwenteling: VL: om·wen·te·ling; NL: om·wen·te·ling
    onderhoud: VL: on·der·houd; NL: on·der·houd
    Oostende: VL: os·ten·de; NL: oost en·de
    parameter: VL: pa·ra·mee·ter; NL: pa·raa·m?·ter
    parfum: VL: par·fui (Frans, de ‘ui’ is nasaal); NL: par·fum (fonetisch)
    passagier: VL: pas·sa·gier (fonetisch); NL: pas·sa·zjier/pas·sa·sjier
    pedalo: VL: pee·da·loo; NL: pee·daa·loo
    per: VL: ‘per’ als ‘der’; NL: ‘per’ als ‘ver’
    percent: VL: per·cent (‘per’ als ‘der’); NL: per·cent (‘per’ als ‘ver’)
    per se: VL: per see (‘per’ als ‘der’); NL: pèr see (Latijn, ‘pèr’ als ‘ver’)
    pikken: VL: pi·ken (scherpe i); NL: p?·ken (doffe i)
    pissen: VL: pi·sen (scherpe i); NL: p?·sen (doffe i)
    pistolet: VL: pis·to·lee; NL: pis·to·lèt
    platform: VL: plat·form; NL: plat·form
    pointe: VL: pwèèn·te; NL: pwan·te
    pyjama: VL: pi·zja·ma; NL: pie·jaa·maa
    record: VL: re·kort (fonetisch); NL: ree·koor (Frans)
    recital: VL: re·si·tal (scherpe i, Frans); NL: rie·saaj·tel (Engels)
    reünie: VL: ree·ju·nie; NL: ree·u·nie (Franse klemtoon)
    Robert: VL: ro·beir (Frans); NL: ro(o)·bert (Engels)
    robot: VL: ro·bot; NL: roo·bot
    rondpunt: VL: rond·punt; NL: rond·punt
    Roodkapje: VL: rood·kap·je; NL: rood·kap·je
    salami: VL: sa·la·mi; NL: sa·laa·mi
    sceptisch: VL: sep·ties; NL: skep·ties
    service: VL: ser·vis (scherpe i, Frans); NL: seur·vis (doffe i, Engels)
    site: VL: sitte; NL: saajt
    Sneeuwwitje: VL: sneeuw·wi·tje; NL: sneeuw·wit·je
    stadhuis: VL: sta·tuis; NL: stad·huis
    steak: VL: stek/stik (Frans); NL: steek (Engels)
    super, hyper: VL én NL: su·per, hy·per; VL media: sup·per, hip·per
    tabak: VL: ta·bak (zie ook toebak); NL: ta·bak (Frans)
    tarmac: VL: tar·mac; SN: tar·mac
    Tenerife: VL: ·ne·rif ; NL: tee·nee·rie·fee
    tenzij: VL: ten·zij (‘e’ als in ‘der’, komt van "’t en zij’); NL: ten·zij, ten·zij (‘e’ in beide varianten als in ‘bed’)
    terras: VL: tèr·ras; NL: te ras
    ticket: VL: tie·kèt (Frans); NL: tik·ket (Engels)
    trainen: VL: trei·nen; NL: treej·nen (Engels)
    urgent: VL: ur·gent (scherpe u); NL: ur·gent (doffe u)
    vanille: VL: va·nie·le (fonetisch); NL: va·nie·je (Frans)
    verkoop: VL: ver·koop; NL: vér·koop (tegen alle regels in)
    voormiddag: VL: voor·mid·dag; NL: voor·mid·dag
    vrijgezel: VL: vrij·ge·zel; NL: vrij·ge·zel
    werkloos: VL: werk·loos; NL: werk·loos
    werkloosheid: VL: werk·loos·heid; NL: werk·loos·heid
    werknemer: VL: werk·nee·mer; NL: werk·nee·mer
    wodka: VL: vod·ka (Slavisch, de ‘d’ is eerder stemhebbend); NL: wot·kaa (de ‘t’ is stemloos)
    yoghurt: VL: joe·choert (soms joe·goert; ± Turks); NL: jo·chert, jo·ggert (fonetisch)
    YouTube: VL: joe·toep; NL: joew·tsjoewp
    zonsondergang: VL: zon·zon·der·gang; NL: zons·on·der·gang
    zonsopgang: VL: zon·zop·gang; NL: zons·op·gang

    woorden op —ist/—isme/—isch: VL: —ist/—isme/—isch (‘i’ als in ‘fiets’); NL: —?st/—?sme/—?sch (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —tie: VL: —sie; NL: —tsie
    woorden op —tje/—dje: VL: —tje (de t- en j-klanken komen samen zoals in ‘checken’); NL: —t·je (de t- en j-klanken worden apart uitgesproken)
    woorden met —ci— of —ti— (bv. ‘officieel’, ‘politioneel’): VL: —s·j— (de s- en j-klanken worden apart uitgesproken); NL: —sj—, —tsj— (de s- en j-klanken komen samen zoals in ‘sjaal’ of ‘checken’)
    woorden met dis—: VL: dis— (‘i’ als in ‘fiets’); NL: d?s— (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —achtig: VL: klemtoon op woord zelf; NL: klemtoon op achtig en adempauze tussen woord en achtig → bv. VL: ze·nu·wach·tig; NL: ze·nuw acht·ig

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 18 Jan 2020 12:35
    114 reactie(s)

    Versie 99

    Vlaamse uitspraak
    (uitspraakvarianten)

    Heel wat woorden worden in Vlaanderen anders uitgesproken dan in Nederland. Dan gaat het niet zozeer over regelgebonden uitspraken zoals de zachte g, maar over woorden zoals pyjama dat in Vlaanderen als pie-zja-ma en in Nederland als pie-jaa-maa uitgesproken wordt. Of over klemtonen zoals bij burgemeester waarbij in Vlaanderen het accent op de eerste lettergreep valt en in Nederland op de derde. Bij leenwoorden hanteert men in Nederland zeer dikwijls een nabootsing volgens de Nederlandse klankwetten van de klanken in de oorspronkelijke taal (meestal Engels of Frans), terwijl de uitspraak in Vlaanderen vervlaamst wordt. Soms wordt in Vlaanderen een Franse uitspraak gehanteerd, dan volgt de uitspraak in Nederland meestal het Engels.

    Voor Engelse leenwoorden met korte a is er een afzonderlijk lemma waar deze gevallen ondergebracht kunnen worden.

    Het spijtige is dat de Vlaamse media voor deze woorden de Nederlandse uitspraak gebruiken ondanks dat de Vlaamse uitspraak in Vlaanderen zeer algemeen is. Dit is een aanfluiting van de V die voor Vlaams staat in o.a. vrt en VTM.

    Wat klemtonen betreft kan voor het West-Vlaams algemeen gesteld worden dat de klemtoon zeer dikwijls op de eerste lettergreep ligt (zoals ook in het nabije(re) Engels), ook en wellicht het meest opmerkelijk bij eigennamen. Bijvoorbeeld, waar een doorsnee Vlaming of Nederlander de naam Stefanie zal uitspreken zoals de Fransen, met de klemtoon op de laatste lettergreep, heet deze vrouw in West-Vlaanderen Stefanie. De West-Vlaamse politieker Vande Lanotte heet in zijn thuisprovincie Vande Lanotte.

    zie ook Breda, Spa: vokaalreductie

    alfabetische lijst:

    ‘s anderendaags: VL: san·dren·da(a)gs; NL: san·de·ren·daags
    Afrika: VL: a·fri·ka; NL: aa·fri·kaa
    Amerika: VL: a·mee·ri·ka; NL: a·mee·ri·kaa
    Antarctica (idem Arctica): an·tarc·ti·ca; NL: an·tarc·ti·caa
    archipel: VL: ar·chi·pel; NL: ar·chi·pel
    asfalt: VL: as·falt; NL: as·falt
    azalea: VL: a·za·lee·ja; NL: a·zaa·lee·jaa
    Belgrado: VL: bel·gra·do; NL: bel·gra·do
    Bernard: VL: ber·naar (Frans); NL: bern·(h)art (Engels)
    bijna: VL: bij·na(a)/be·na(a) (zie ook bekan); NL: bij·naa
    bikini: VL: bi·ki·ni; NL: bi·ki·ni
    braderie: VL: bra·de·ri; NL: braa·de·rie
    braderij: VL: bra·de·rij; braa·de·rij
    burgemeester: VL: bur·ge·mees·ter; NL: bur·ge·mees·ter
    cacao: VL: ca·ca·oo; NL: ca·caa·oo
    carnaval: VL: kar·na·val (Frans); NL: kar·na·val (Engels)
    casino: VL: ca·zi·noo; NL: ca·sie·noo (zie ook Vlaamse geslachten)
    catalogus: VL: ca·ta·loo·gus (scherpe u; eigenlijk eerder cataloog); NL: ca·taa·lo·chus (doffe u)
    cichorei: VL: sjie·ko·rei; NL: sie·cho·rei (± fonetisch)
    clitoris: VL: cli·too·ris (beide i’s als in fiets); NL: cli·to·ris (beide i’s als in dik)
    compagnie: VL: kom.pa.nie; NL-SN: kom.panj.ie
    conciërge: VL: kon·s·jer·zje (± Frans); NL: kon·zjer·zje
    coup: VL: koe (Frans); NL: koep (± fonetisch)
    dement: VL: dee·ment; NL: de ment
    dementie: VL: dee·men·sie; NL: de·men·tsie
    detective: VL: de·tek·tie·ve/de·dek·tie·ve (fonetisch); NL: die·tek·tif (Engels)
    Doornroosje: VL: doo·rn·roo·sje; NL: doo·rn·roo·sje
    doorprikken: VL: door·prik·ken; NL: door·prik·ken
    dossier: VL: dos·sier (fonetisch); NL: do·sjee (Frans)
    elixir: VL: ee·liek·sier/ee·lieg·zier (Arabisch, ‘g’ uitgesproken als in het Engelse ‘good’); NL: ee·lik·ser (‘lik’ uitgesproken als ‘dik’)
    encyclopedie: VL: en·cy·clo·pe·die (fonetisch); NL: aun·cy·clo·pe·die (Frans, de ‘aun’ is nasaal)
    energie: VL: e·ner·gie (fonetisch); NL: e·ner·zjie/e·ner·sjie (Frans)
    essay: VL: es· (Frans); NL: es·seej/es·seej (Engels)
    Europa: VL: eu·roo·pa; NL: eu·roo·paa
    festival: VL: fest·ti·val; NL: fes·ti·val
    flirten: VL: flir·ten (fonetisch); NL: fleur·ten (Engels)
    foto: VL: fo·too; NL: foo·too
    fotografie: VL: fo·to·gra·fie; NL: foo·too·gra·fie
    garantie: VL: ga·ran·tie (Frans; ook ga·ran·sie); NL: ga·ran·tsie
    gelijkvloers: VL: ge·lijk·vloers; NL: ge·lijk·vloers
    Gerard: VL: zjee·raar (Frans); NL: gee·rart (fonetisch)
    gilet: VL: zjie·lee; NL: zjie·lèt
    Google: VL: goe·gel/Goe·Gel (korte oe-klank; G = stemhebbende k); NL: Goe·Gel (lange oe-klank; G = stemhebbende k)
    hifi: VL: haai·fi (Brits Engels); NL: haai·faai (Amerikaans Engels)
    hostess: VL: hos·tès; NL: hos·tes (Engels)
    hygiëne: VL: hy·gjee·ne; NL: hy·gjèè·ne (Frans)
    ingewikkeld: VL: in·ge·wik·keld; NL: in·ge·wik·keld
    intrige: VL: in·trie·ge (fonetisch); NL: in·trie·zje/in·trie·sje (hypercorrecte uitspraak van intrige met /ž/ -Frans intrigue)
    Iran: VL: i·ran; NL: i·raan (zie ook Iranees
    Israël: VL: iez·ra·jel (‘i’ als in ‘kiwi’); NL: is·ra·‘el (‘i’ als in ‘dik’)
    item: VL: i·tem (korte i, doffe e); NL: aaj·tem (Engels)
    jacuzzi: dja·koe·zi/zja·koe·zi; NL: ja·koe·zi
    jenever: VL: zje·nee·ver; NL: je·nee·ver (fonetisch)
    Jos: VL: zjos; NL: jos
    kameleon: VL: ka·mee·lee·jon; NL: ka·mee·lie·jon
    kathedraal: VL: ka·tee·draal; NL: kat·te·draal
    koala: VL: ko·a·la; NL: koo·aa·laa
    Koran: VL: koo·ran; NL: ko·raan
    landrover: VL: land·roe·ver; NL: land·ro·ver
    lavabo: VL: la·va·boo; NL: la·vaa·boo/la·vaa·boo
    Lutgart: VL: lut·gart; NL: lutgart
    mammoet: VL: mam·moet; NL: mam·moet
    meteen: VL en NL: mè·teen (‘mè’ als in ‘bed’); VL media: me·teen (‘me’ als in ‘der’)
    Monaco: VL: Mo·na·coo; NL: Moo·naa·coo
    monopoly: VL: mo·no·poo·ly; NL: mo·no(o)·pe·ly (Engels)
    namiddag: VL: na·mid·dag; NL: na·mid·dag
    nasi (goreng): VL: naa·zi; NL: na·si
    Nieuwjaar: VL: nieuw·jaar; NL: nieuw·jaar
    Nobelprijs: VL: No·bel.prijs; NL: No.bèl·prijs
    nostalgie: VL: nos·tal·gie (fonetisch); NL: nos·tal·zjie/nos·tal·sjie (Frans)
    nylon: VL: ni·lon / nij·lon (Frans / vervlaamst); NL: naaj·lon (Engels)
    omwenteling: VL: om·wen·te·ling; NL: om·wen·te·ling
    onderhoud: VL: on·der·houd; NL: on·der·houd
    Oostende: VL: os·ten·de; NL: oost en·de
    parameter: VL: pa·ra·mee·ter; NL: pa·raa·m?·ter
    parfum: VL: par·fui (Frans, de ‘ui’ is nasaal); NL: par·fum (fonetisch)
    passagier: VL: pas·sa·gier (fonetisch); NL: pas·sa·zjier/pas·sa·sjier
    pedalo: VL: pee·da·loo; NL: pee·daa·loo
    per: VL: ‘per’ als ‘der’; NL: ‘per’ als ‘ver’
    percent: VL: per·cent (‘per’ als ‘der’); NL: per·cent (‘per’ als ‘ver’)
    per se: VL: per see (‘per’ als ‘der’); NL: pèr see (Latijn, ‘pèr’ als ‘ver’)
    pikken: VL: pi·ken (scherpe i); NL: p?·ken (doffe i)
    pissen: VL: pi·sen (scherpe i); NL: p?·sen (doffe i)
    pistolet: VL: pis·to·lee; NL: pis·to·lèt
    platform: VL: plat·form; NL: plat·form
    pointe: VL: pwèèn·te; NL: pwan·te
    pyjama: VL: pi·zja·ma; NL: pie·jaa·maa
    record: VL: re·kort (fonetisch); NL: ree·koor (Frans)
    recital: VL: re·si·tal (scherpe i, Frans); NL: rie·saaj·tel (Engels)
    reünie: VL: ree·ju·nie; NL: ree·u·nie (Franse klemtoon)
    Robert: VL: ro·beir (Frans); NL: ro(o)·bert (Engels)
    robot: VL: ro·bot; NL: roo·bot
    rondpunt: VL: rond·punt; NL: rond·punt
    Roodkapje: VL: rood·kap·je; NL: rood·kap·je
    salami: VL: sa·la·mi; NL: sa·laa·mi
    sceptisch: VL: sep·ties; NL: skep·ties
    service: VL: ser·vis (scherpe i, Frans); NL: seur·vis (doffe i, Engels)
    site: VL: sitte; NL: saajt
    Sneeuwwitje: VL: sneeuw·wi·tje; NL: sneeuw·wit·je
    stadhuis: VL: sta·tuis; NL: stad·huis
    steak: VL: stek/stik (Frans); NL: steek (Engels)
    super, hyper: VL én NL: su·per, hy·per; VL media: sup·per, hip·per
    tabak: VL: ta·bak (zie ook toebak); NL: ta·bak (Frans)
    tarmac: VL: tar·mac; SN: tar·mac
    Tenerife: VL: ·ne·rif ; NL: tee·nee·rie·fee
    tenzij: VL: ten·zij (‘e’ als in ‘der’, komt van "’t en zij’); NL: ten·zij, ten·zij (‘e’ in beide varianten als in ‘bed’)
    terras: VL: tèr·ras; NL: te ras
    ticket: VL: tie·kèt (Frans); NL: tik·ket (Engels)
    trainen: VL: trei·nen; NL: treej·nen (Engels)
    urgent: VL: ur·gent (scherpe u); NL: ur·gent (doffe u)
    vanille: VL: va·nie·le (fonetisch); NL: va·nie·je (Frans)
    verkoop: VL: ver·koop; NL: vér·koop (tegen alle regels in)
    voormiddag: VL: voor·mid·dag; NL: voor·mid·dag
    vrijgezel: VL: vrij·ge·zel; NL: vrij·ge·zel
    werkloos: VL: werk·loos; NL: werk·loos
    werkloosheid: VL: werk·loos·heid; NL: werk·loos·heid
    werknemer: VL: werk·nee·mer; NL: werk·nee·mer
    wodka: VL: vod·ka (Slavisch, de ‘d’ is eerder stemhebbend); NL: wot·kaa (de ‘t’ is stemloos)
    yoghurt: VL: joe·choert (soms joe·goert; ± Turks); NL: jo·chert, jo·ggert (fonetisch)
    YouTube: VL: joe·toep; NL: joew·tsjoewp
    zonsondergang: VL: zon·zon·der·gang; NL: zons·on·der·gang
    zonsopgang: VL: zon·zop·gang; NL: zons·op·gang

    woorden op —ist/—isme/—isch: VL: —ist/—isme/—isch (‘i’ als in ‘fiets’); NL: —?st/—?sme/—?sch (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —tie: VL: —sie; NL: —tsie
    woorden op —tje/—dje: VL: —tje (de t- en j-klanken komen samen zoals in ‘checken’); NL: —t·je (de t- en j-klanken worden apart uitgesproken)
    woorden met —ci— of —ti— (bv. ‘officieel’, ‘politioneel’): VL: —s·j— (de s- en j-klanken worden apart uitgesproken); NL: —sj—, —tsj— (de s- en j-klanken komen samen zoals in ‘sjaal’ of ‘checken’)
    woorden met dis—: VL: dis— (‘i’ als in ‘fiets’); NL: d?s— (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —achtig: VL: klemtoon op woord zelf; NL: klemtoon op achtig en adempauze tussen woord en achtig → bv. VL: ze·nu·wach·tig; NL: ze·nuw acht·ig

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 09 Jan 2020 12:20
    114 reactie(s)

    Versie 98

    Vlaamse uitspraak
    (uitspraakvarianten)

    Heel wat woorden worden in Vlaanderen anders uitgesproken dan in Nederland. Dan gaat het niet zozeer over regelgebonden uitspraken zoals de zachte g, maar over woorden zoals pyjama dat in Vlaanderen als pie-zja-ma en in Nederland als pie-jaa-maa uitgesproken wordt. Of over klemtonen zoals bij burgemeester waarbij in Vlaanderen het accent op de eerste lettergreep valt en in Nederland op de derde. Bij leenwoorden hanteert men in Nederland zeer dikwijls een nabootsing volgens de Nederlandse klankwetten van de klanken in de oorspronkelijke taal (meestal Engels of Frans), terwijl de uitspraak in Vlaanderen vervlaamst wordt. Soms wordt in Vlaanderen een Franse uitspraak gehanteerd, dan volgt de uitspraak in Nederland meestal het Engels.

    Voor Engelse leenwoorden met korte a is er een afzonderlijk lemma waar deze gevallen ondergebracht kunnen worden.

    Het spijtige is dat de Vlaamse media voor deze woorden de Nederlandse uitspraak gebruiken ondanks dat de Vlaamse uitspraak in Vlaanderen zeer algemeen is. Dit is een aanfluiting van de V die voor Vlaams staat in o.a. vrt en VTM.

    Wat klemtonen betreft kan voor het West-Vlaams algemeen gesteld worden dat de klemtoon zeer dikwijls op de eerste lettergreep ligt (zoals ook in het nabije(re) Engels), ook en wellicht het meest opmerkelijk bij eigennamen. Bijvoorbeeld, waar een doorsnee Vlaming of Nederlander de naam Stefanie zal uitspreken zoals de Fransen, met de klemtoon op de laatste lettergreep, heet deze vrouw in West-Vlaanderen Stefanie. De West-Vlaamse politieker Vande Lanotte heet in zijn thuisprovincie Vande Lanotte.

    zie ook Breda, Spa: vokaalreductie

    alfabetische lijst:

    ‘s anderendaags: VL: san·dren·da(a)gs; NL: san·de·ren·daags
    Afrika: VL: a·fri·ka; NL: aa·fri·kaa
    Amerika: VL: a·mee·ri·ka; NL: a·mee·ri·kaa
    Antarctica (idem Arctica): an·tarc·ti·ca; NL: an·tarc·ti·caa
    archipel: VL: ar·chi·pel; NL: ar·chi·pel
    asfalt: VL: as·falt; NL: as·falt
    azalea: VL: a·za·lee·ja; NL: a·zaa·lee·jaa
    Belgrado: VL: bel·gra·do; NL: bel·gra·do
    Bernard: VL: ber·naar (Frans); NL: bern·(h)art (Engels)
    bijna: VL: bij·na(a)/be·na(a) (zie ook bekan); NL: bij·naa
    bikini: VL: bi·ki·ni; NL: bi·ki·ni
    braderie: VL: bra·de·ri; NL: braa·de·rie
    braderij: VL: bra·de·rij; braa·de·rij
    burgemeester: VL: bur·ge·mees·ter; NL: bur·ge·mees·ter
    cacao: VL: ca·ca·oo; NL: ca·caa·oo
    carnaval: VL: kar·na·val (Frans); NL: kar·na·val (Engels)
    casino: VL: ca·zi·noo; NL: ca·sie·noo (zie ook Vlaamse geslachten)
    catalogus: VL: ca·ta·loo·gus (scherpe u; eigenlijk eerder cataloog); NL: ca·taa·lo·chus (doffe u)
    cichorei: VL: sjie·ko·rei; NL: sie·cho·rei (± fonetisch)
    clitoris: VL: cli·too·ris (beide i’s als in fiets); NL: cli·to·ris (beide i’s als in dik)
    compagnie: VL: kom.pa.nie; NL-SN: kom.panj.ie
    conciërge: VL: kon·s·jer·zje (± Frans); NL: kon·zjer·zje
    coup: VL: koe (Frans); NL: koep (± fonetisch)
    dement: VL: dee·ment; NL: de ment
    dementie: VL: dee·men·sie; NL: de·men·tsie
    detective: VL: de·tek·tie·ve/de·dek·tie·ve (fonetisch); NL: die·tek·tif (Engels)
    Doornroosje: VL: doo·rn·roo·sje; NL: doo·rn·roo·sje
    doorprikken: VL: door·prik·ken; NL: door·prik·ken
    dossier: VL: dos·sier (fonetisch); NL: do·sjee (Frans)
    elixir: VL: ee·liek·sier/ee·lieg·zier (Arabisch, ‘g’ uitgesproken als in het Engelse ‘good’); NL: ee·lik·ser (‘lik’ uitgesproken als ‘dik’)
    encyclopedie: VL: en·cy·clo·pe·die (fonetisch); NL: aun·cy·clo·pe·die (Frans, de ‘aun’ is nasaal)
    energie: VL: e·ner·gie (fonetisch); NL: e·ner·zjie/e·ner·sjie (Frans)
    essay: VL: es· (Frans); NL: es·seej/es·seej (Engels)
    Europa: VL: eu·roo·pa; NL: eu·roo·paa
    festival: VL: fest·ti·val; NL: fes·ti·val
    flirten: VL: flir·ten (fonetisch); NL: fleur·ten (Engels)
    foto: VL: fo·too; NL: foo·too
    fotografie: VL: fo·to·gra·fie; NL: foo·too·gra·fie
    garantie: VL: ga·ran·tie (Frans; ook ga·ran·sie); NL: ga·ran·tsie
    gelijkvloers: VL: ge·lijk·vloers; NL: ge·lijk·vloers
    Gerard: VL: zjee·raar (Frans); NL: gee·rart (fonetisch)
    gilet: VL: zjie·lee; NL: zjie·lèt
    Google: VL: goe·gel/Goe·Gel (korte oe-klank; G = stemhebbende k); NL: Goe·Gel (lange oe-klank; G = stemhebbende k)
    hifi: VL: haai·fi (Brits Engels); NL: haai·faai (Amerikaans Engels)
    hostess: VL: hos·tès; NL: hos·tes (Engels)
    hygiëne: VL: hy·gjee·ne; NL: hy·gjèè·ne (Frans)
    ingewikkeld: VL: in·ge·wik·keld; NL: in·ge·wik·keld
    intrige: VL: in·trie·ge (fonetisch); NL: in·trie·zje/in·trie·sje (hypercorrecte uitspraak van intrige met /ž/ -Frans intrigue)
    Iran: VL: i·ran; NL: i·raan (zie ook Iranees
    Israël: VL: iez·ra·jel (‘i’ als in ‘kiwi’); NL: is·ra·‘el (‘i’ als in ‘dik’)
    item: VL: i·tem (korte i, doffe e); NL: aaj·tem (Engels)
    jacuzzi: dja·koe·zi/zja·koe·zi; NL: ja·koe·zi
    jenever: VL: zje·nee·ver; NL: je·nee·ver (fonetisch)
    Jos: VL: zjos; NL: jos
    kameleon: VL: ka·mee·lee·jon; NL: ka·mee·lie·jon
    kathedraal: VL: ka·tee·draal; NL: kat·te·draal
    Koran: VL: koo·ran; NL: ko·raan
    landrover: VL: land·roe·ver; NL: land·ro·ver
    lavabo: VL: la·va·boo; NL: la·vaa·boo/la·vaa·boo
    Lutgart: VL: lut·gart; NL: lutgart
    mammoet: VL: mam·moet; NL: mam·moet
    meteen: VL en NL: mè·teen (‘mè’ als in ‘bed’); VL media: me·teen (‘me’ als in ‘der’)
    Monaco: VL: Mo·na·coo; NL: Moo·naa·coo
    monopoly: VL: mo·no·poo·ly; NL: mo·no(o)·pe·ly (Engels)
    namiddag: VL: na·mid·dag; NL: na·mid·dag
    nasi (goreng): VL: naa·zi; NL: na·si
    Nieuwjaar: VL: nieuw·jaar; NL: nieuw·jaar
    Nobelprijs: VL: No·bel.prijs; NL: No.bèl·prijs
    nostalgie: VL: nos·tal·gie (fonetisch); NL: nos·tal·zjie/nos·tal·sjie (Frans)
    nylon: VL: ni·lon / nij·lon (Frans / vervlaamst); NL: naaj·lon (Engels)
    omwenteling: VL: om·wen·te·ling; NL: om·wen·te·ling
    onderhoud: VL: on·der·houd; NL: on·der·houd
    Oostende: VL: os·ten·de; NL: oost en·de
    parameter: VL: pa·ra·mee·ter; NL: pa·raa·m?·ter
    parfum: VL: par·fui (Frans, de ‘ui’ is nasaal); NL: par·fum (fonetisch)
    passagier: VL: pas·sa·gier (fonetisch); NL: pas·sa·zjier/pas·sa·sjier
    pedalo: VL: pee·da·loo; NL: pee·daa·loo
    per: VL: ‘per’ als ‘der’; NL: ‘per’ als ‘ver’
    percent: VL: per·cent (‘per’ als ‘der’); NL: per·cent (‘per’ als ‘ver’)
    per se: VL: per see (‘per’ als ‘der’); NL: pèr see (Latijn, ‘pèr’ als ‘ver’)
    pikken: VL: pi·ken (scherpe i); NL: p?·ken (doffe i)
    pissen: VL: pi·sen (scherpe i); NL: p?·sen (doffe i)
    pistolet: VL: pis·to·lee; NL: pis·to·lèt
    platform: VL: plat·form; NL: plat·form
    pointe: VL: pwèèn·te; NL: pwan·te
    pyjama: VL: pi·zja·ma; NL: pie·jaa·maa
    record: VL: re·kort (fonetisch); NL: ree·koor (Frans)
    recital: VL: re·si·tal (scherpe i, Frans); NL: rie·saaj·tel (Engels)
    reünie: VL: ree·ju·nie; NL: ree·u·nie (Franse klemtoon)
    Robert: VL: ro·beir (Frans); NL: ro(o)·bert (Engels)
    robot: VL: ro·bot; NL: roo·bot
    rondpunt: VL: rond·punt; NL: rond·punt
    Roodkapje: VL: rood·kap·je; NL: rood·kap·je
    salami: VL: sa·la·mi; NL: sa·laa·mi
    sceptisch: VL: sep·ties; NL: skep·ties
    service: VL: ser·vis (scherpe i, Frans); NL: seur·vis (doffe i, Engels)
    site: VL: sitte; NL: saajt
    Sneeuwwitje: VL: sneeuw·wi·tje; NL: sneeuw·wit·je
    stadhuis: VL: sta·tuis; NL: stad·huis
    steak: VL: stek/stik (Frans); NL: steek (Engels)
    super, hyper: VL én NL: su·per, hy·per; VL media: sup·per, hip·per
    tabak: VL: ta·bak (zie ook toebak); NL: ta·bak (Frans)
    tarmac: VL: tar·mac; SN: tar·mac
    Tenerife: VL: ·ne·rif ; NL: tee·nee·rie·fee
    tenzij: VL: ten·zij (‘e’ als in ‘der’, komt van "’t en zij’); NL: ten·zij, ten·zij (‘e’ in beide varianten als in ‘bed’)
    terras: VL: tèr·ras; NL: te ras
    ticket: VL: tie·kèt (Frans); NL: tik·ket (Engels)
    trainen: VL: trei·nen; NL: treej·nen (Engels)
    urgent: VL: ur·gent (scherpe u); NL: ur·gent (doffe u)
    vanille: VL: va·nie·le (fonetisch); NL: va·nie·je (Frans)
    verkoop: VL: ver·koop; NL: vér·koop (tegen alle regels in)
    voormiddag: VL: voor·mid·dag; NL: voor·mid·dag
    vrijgezel: VL: vrij·ge·zel; NL: vrij·ge·zel
    werkloos: VL: werk·loos; NL: werk·loos
    werkloosheid: VL: werk·loos·heid; NL: werk·loos·heid
    werknemer: VL: werk·nee·mer; NL: werk·nee·mer
    wodka: VL: vod·ka (Slavisch, de ‘d’ is eerder stemhebbend); NL: wot·kaa (de ‘t’ is stemloos)
    yoghurt: VL: joe·choert (soms joe·goert; ± Turks); NL: jo·chert, jo·ggert (fonetisch)
    YouTube: VL: joe·toep; NL: joew·tsjoewp
    zonsondergang: VL: zon·zon·der·gang; NL: zons·on·der·gang
    zonsopgang: VL: zon·zop·gang; NL: zons·op·gang

    woorden op —ist/—isme/—isch: VL: —ist/—isme/—isch (‘i’ als in ‘fiets’); NL: —?st/—?sme/—?sch (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —tie: VL: —sie; NL: —tsie
    woorden op —tje/—dje: VL: —tje (de t- en j-klanken komen samen zoals in ‘checken’); NL: —t·je (de t- en j-klanken worden apart uitgesproken)
    woorden met —ci— of —ti— (bv. ‘officieel’, ‘politioneel’): VL: —s·j— (de s- en j-klanken worden apart uitgesproken); NL: —sj—, —tsj— (de s- en j-klanken komen samen zoals in ‘sjaal’ of ‘checken’)
    woorden met dis—: VL: dis— (‘i’ als in ‘fiets’); NL: d?s— (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —achtig: VL: klemtoon op woord zelf; NL: klemtoon op achtig en adempauze tussen woord en achtig → bv. VL: ze·nu·wach·tig; NL: ze·nuw acht·ig

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 04 Jan 2020 12:34
    114 reactie(s)

    Versie 97

    Vlaamse uitspraak
    (uitspraakvarianten)

    Heel wat woorden worden in Vlaanderen anders uitgesproken dan in Nederland. Dan gaat het niet zozeer over regelgebonden uitspraken zoals de zachte g, maar over woorden zoals pyjama dat in Vlaanderen als pie-zja-ma en in Nederland als pie-jaa-maa uitgesproken wordt. Of over klemtonen zoals bij burgemeester waarbij in Vlaanderen het accent op de eerste lettergreep valt en in Nederland op de derde. Bij leenwoorden hanteert men in Nederland zeer dikwijls een nabootsing volgens de Nederlandse klankwetten van de klanken in de oorspronkelijke taal (meestal Engels of Frans), terwijl de uitspraak in Vlaanderen vervlaamst wordt. Soms wordt in Vlaanderen een Franse uitspraak gehanteerd, dan volgt de uitspraak in Nederland meestal het Engels.

    Voor Engelse leenwoorden met korte a is er een afzonderlijk lemma waar deze gevallen ondergebracht kunnen worden.

    Het spijtige is dat de Vlaamse media voor deze woorden de Nederlandse uitspraak gebruiken ondanks dat de Vlaamse uitspraak in Vlaanderen zeer algemeen is. Dit is een aanfluiting van de V die voor Vlaams staat in o.a. vrt en VTM.

    Wat klemtonen betreft kan voor het West-Vlaams algemeen gesteld worden dat de klemtoon zeer dikwijls op de eerste lettergreep ligt (zoals ook in het nabije(re) Engels), ook en wellicht het meest opmerkelijk bij eigennamen. Bijvoorbeeld, waar een doorsnee Vlaming of Nederlander de naam Stefanie zal uitspreken zoals de Fransen, met de klemtoon op de laatste lettergreep, heet deze vrouw in West-Vlaanderen Stefanie. De West-Vlaamse politieker Vande Lanotte heet in zijn thuisprovincie Vande Lanotte.

    zie ook Breda, Spa: vokaalreductie

    alfabetische lijst:

    ‘s anderendaags: VL: san·dren·da(a)gs; NL: san·de·ren·daags
    Afrika: VL: a·fri·ka; NL: aa·fri·kaa
    Amerika: VL: a·mee·ri·ka; NL: a·mee·ri·kaa
    Antarctica (idem Arctica): an·tarc·ti·ca; NL: an·tarc·ti·caa
    archipel: VL: ar·chi·pel; NL: ar·chi·pel
    asfalt: VL: as·falt; NL: as·falt
    azalea: VL: a·za·lee·ja; NL: a·zaa·lee·jaa
    Belgrado: VL: bel·gra·do; NL: bel·gra·do
    Bernard: VL: ber·naar (Frans); NL: bern·(h)art (Engels)
    bijna: VL: bij·na(a)/be·na(a) (zie ook bekan); NL: bij·naa
    bikini: VL: bi·ki·ni; NL: bi·ki·ni
    braderie: VL: bra·de·ri; NL: braa·de·rie
    braderij: VL: bra·de·rij; braa·de·rij
    burgemeester: VL: bur·ge·mees·ter; NL: bur·ge·mees·ter
    cacao: VL: ca·ca·oo; NL: ca·caa·oo
    carnaval: VL: kar·na·val (Frans); NL: kar·na·val (Engels)
    casino: VL: ca·zi·noo; NL: ca·sie·noo (zie ook Vlaamse geslachten)
    catalogus: VL: ca·ta·loo·gus (scherpe u; eigenlijk eerder cataloog); NL: ca·taa·lo·chus (doffe u)
    cichorei: VL: sjie·ko·rei; NL: sie·cho·rei (± fonetisch)
    clitoris: VL: cli·too·ris (beide i’s als in fiets); NL: cli·to·ris (beide i’s als in dik)
    compagnie: VL: kom.pa.nie; NL-SN: kom.panj.ie
    conciërge: VL: kon·s·jer·zje (± Frans); NL: kon·zjer·zje
    coup: VL: koe (Frans); NL: koep (± fonetisch)
    dement: VL: dee·ment; NL: de ment
    dementie: VL: dee·men·sie; NL: de·men·tsie
    detective: VL: de·tek·tie·ve/de·dek·tie·ve (fonetisch); NL: die·tek·tif (Engels)
    Doornroosje: VL: doo·rn·roo·sje; NL: doo·rn·roo·sje
    doorprikken: VL: door·prik·ken; NL: door·prik·ken
    dossier: VL: dos·sier (fonetisch); NL: do·sjee (Frans)
    elixir: VL: ee·liek·sier/ee·lieg·zier (Arabisch, ‘g’ uitgesproken als in het Engelse ‘good’); NL: ee·lik·ser (‘lik’ uitgesproken als ‘dik’)
    encyclopedie: VL: en·cy·clo·pe·die (fonetisch); NL: aun·cy·clo·pe·die (Frans, de ‘aun’ is nasaal)
    energie: VL: e·ner·gie (fonetisch); NL: e·ner·zjie/e·ner·sjie (Frans)
    essay: VL: es· (Frans); NL: es·seej/es·seej (Engels)
    Europa: VL: eu·roo·pa; NL: eu·roo·paa
    festival: VL: fest·ti·val; NL: fes·ti·val
    flirten: VL: flir·ten (fonetisch); NL: fleur·ten (Engels)
    foto: VL: fo·too; NL: foo·too
    fotografie: VL: fo·to·gra·fie; NL: foo·too·gra·fie
    garantie: VL: ga·ran·tie (Frans; ook ga·ran·sie); NL: ga·ran·tsie
    gelijkvloers: VL: ge·lijk·vloers; NL: ge·lijk·vloers
    Gerard: VL: zjee·raar (Frans); NL: gee·rart (fonetisch)
    gilet: VL: zjie·lee; NL: zjie·lèt
    Google: VL: goe·gel/Goe·Gel (korte oe-klank; G = stemhebbende k); NL: Goe·Gel (lange oe-klank; G = stemhebbende k)
    hifi: VL: haai·fi (Brits Engels); NL: haai·faai (Amerikaans Engels)
    hostess: VL: hos·tès; NL: hos·tes (Engels)
    hygiëne: VL: hy·gjee·ne; NL: hy·gjèè·ne (Frans)
    ingewikkeld: VL: in·ge·wik·keld; NL: in·ge·wik·keld
    intrige: VL: in·trie·ge (fonetisch); NL: in·trie·zje/in·trie·sje (hypercorrecte uitspraak van intrige met /ž/ -Frans intrigue)
    Israël: VL: iez·ra·jel (‘i’ als in ‘kiwi’); NL: is·ra·‘el (‘i’ als in ‘dik’)
    item: VL: i·tem (korte i, doffe e); NL: aaj·tem (Engels)
    jacuzzi: dja·koe·zi/zja·koe·zi; NL: ja·koe·zi
    jenever: VL: zje·nee·ver; NL: je·nee·ver (fonetisch)
    Jos: VL: zjos; NL: jos
    kameleon: VL: ka·mee·lee·jon; NL: ka·mee·lie·jon
    kathedraal: VL: ka·tee·draal; NL: kat·te·draal
    Koran: VL: koo·ran; NL: ko·raan
    landrover: VL: land·roe·ver; NL: land·ro·ver
    lavabo: VL: la·va·boo; NL: la·vaa·boo/la·vaa·boo
    Lutgart: VL: lut·gart; NL: lutgart
    mammoet: VL: mam·moet; NL: mam·moet
    meteen: VL en NL: mè·teen (‘mè’ als in ‘bed’); VL media: me·teen (‘me’ als in ‘der’)
    Monaco: VL: Mo·na·coo; NL: Moo·naa·coo
    monopoly: VL: mo·no·poo·ly; NL: mo·no(o)·pe·ly (Engels)
    namiddag: VL: na·mid·dag; NL: na·mid·dag
    nasi (goreng): VL: naa·zi; NL: na·si
    Nieuwjaar: VL: nieuw·jaar; NL: nieuw·jaar
    Nobelprijs: VL: No·bel.prijs; NL: No.bèl·prijs
    nostalgie: VL: nos·tal·gie (fonetisch); NL: nos·tal·zjie/nos·tal·sjie (Frans)
    nylon: VL: ni·lon / nij·lon (Frans / vervlaamst); NL: naaj·lon (Engels)
    omwenteling: VL: om·wen·te·ling; NL: om·wen·te·ling
    onderhoud: VL: on·der·houd; NL: on·der·houd
    Oostende: VL: os·ten·de; NL: oost en·de
    parameter: VL: pa·ra·mee·ter; NL: pa·raa·m?·ter
    parfum: VL: par·fui (Frans, de ‘ui’ is nasaal); NL: par·fum (fonetisch)
    passagier: VL: pas·sa·gier (fonetisch); NL: pas·sa·zjier/pas·sa·sjier
    pedalo: VL: pee·da·loo; NL: pee·daa·loo
    per: VL: ‘per’ als ‘der’; NL: ‘per’ als ‘ver’
    percent: VL: per·cent (‘per’ als ‘der’); NL: per·cent (‘per’ als ‘ver’)
    per se: VL: per see (‘per’ als ‘der’); NL: pèr see (Latijn, ‘pèr’ als ‘ver’)
    pikken: VL: pi·ken (scherpe i); NL: p?·ken (doffe i)
    pissen: VL: pi·sen (scherpe i); NL: p?·sen (doffe i)
    pistolet: VL: pis·to·lee; NL: pis·to·lèt
    platform: VL: plat·form; NL: plat·form
    pointe: VL: pwèèn·te; NL: pwan·te
    pyjama: VL: pi·zja·ma; NL: pie·jaa·maa
    record: VL: re·kort (fonetisch); NL: ree·koor (Frans)
    recital: VL: re·si·tal (scherpe i, Frans); NL: rie·saaj·tel (Engels)
    reünie: VL: ree·ju·nie; NL: ree·u·nie (Franse klemtoon)
    Robert: VL: ro·beir (Frans); NL: ro(o)·bert (Engels)
    robot: VL: ro·bot; NL: roo·bot
    rondpunt: VL: rond·punt; NL: rond·punt
    Roodkapje: VL: rood·kap·je; NL: rood·kap·je
    salami: VL: sa·la·mi; NL: sa·laa·mi
    sceptisch: VL: sep·ties; NL: skep·ties
    service: VL: ser·vis (scherpe i, Frans); NL: seur·vis (doffe i, Engels)
    site: VL: sitte; NL: saajt
    Sneeuwwitje: VL: sneeuw·wi·tje; NL: sneeuw·wit·je
    stadhuis: VL: sta·tuis; NL: stad·huis
    steak: VL: stek/stik (Frans); NL: steek (Engels)
    super, hyper: VL én NL: su·per, hy·per; VL media: sup·per, hip·per
    tabak: VL: ta·bak (zie ook toebak); NL: ta·bak (Frans)
    tarmac: VL: tar·mac; SN: tar·mac
    Tenerife: VL: ·ne·rif ; NL: tee·nee·rie·fee
    tenzij: VL: ten·zij (‘e’ als in ‘der’, komt van "’t en zij’); NL: ten·zij, ten·zij (‘e’ in beide varianten als in ‘bed’)
    terras: VL: tèr·ras; NL: te ras
    ticket: VL: tie·kèt (Frans); NL: tik·ket (Engels)
    trainen: VL: trei·nen; NL: treej·nen (Engels)
    urgent: VL: ur·gent (scherpe u); NL: ur·gent (doffe u)
    vanille: VL: va·nie·le (fonetisch); NL: va·nie·je (Frans)
    verkoop: VL: ver·koop; NL: vér·koop (tegen alle regels in)
    voormiddag: VL: voor·mid·dag; NL: voor·mid·dag
    vrijgezel: VL: vrij·ge·zel; NL: vrij·ge·zel
    werkloos: VL: werk·loos; NL: werk·loos
    werkloosheid: VL: werk·loos·heid; NL: werk·loos·heid
    werknemer: VL: werk·nee·mer; NL: werk·nee·mer
    wodka: VL: vod·ka (Slavisch, de ‘d’ is eerder stemhebbend); NL: wot·kaa (de ‘t’ is stemloos)
    yoghurt: VL: joe·choert (soms joe·goert; ± Turks); NL: jo·chert, jo·ggert (fonetisch)
    YouTube: VL: joe·toep; NL: joew·tsjoewp
    zonsondergang: VL: zon·zon·der·gang; NL: zons·on·der·gang
    zonsopgang: VL: zon·zop·gang; NL: zons·op·gang

    woorden op —ist/—isme/—isch: VL: —ist/—isme/—isch (‘i’ als in ‘fiets’); NL: —?st/—?sme/—?sch (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —tie: VL: —sie; NL: —tsie
    woorden op —tje/—dje: VL: —tje (de t- en j-klanken komen samen zoals in ‘checken’); NL: —t·je (de t- en j-klanken worden apart uitgesproken)
    woorden met —ci— of —ti— (bv. ‘officieel’, ‘politioneel’): VL: —s·j— (de s- en j-klanken worden apart uitgesproken); NL: —sj—, —tsj— (de s- en j-klanken komen samen zoals in ‘sjaal’ of ‘checken’)
    woorden met dis—: VL: dis— (‘i’ als in ‘fiets’); NL: d?s— (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —achtig: VL: klemtoon op woord zelf; NL: klemtoon op achtig en adempauze tussen woord en achtig → bv. VL: ze·nu·wach·tig; NL: ze·nuw acht·ig

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 01 Jan 2020 00:12
    114 reactie(s)

    Versie 96

    Vlaamse uitspraak
    (uitspraakvarianten)

    Heel wat woorden worden in Vlaanderen anders uitgesproken dan in Nederland. Dan gaat het niet zozeer over regelgebonden uitspraken zoals de zachte g, maar over woorden zoals pyjama dat in Vlaanderen als pie-zja-ma en in Nederland als pie-jaa-maa uitgesproken wordt. Of over klemtonen zoals bij burgemeester waarbij in Vlaanderen het accent op de eerste lettergreep valt en in Nederland op de derde. Bij leenwoorden hanteert men in Nederland zeer dikwijls een nabootsing volgens de Nederlandse klankwetten van de klanken in de oorspronkelijke taal (meestal Engels of Frans), terwijl de uitspraak in Vlaanderen vervlaamst wordt. Soms wordt in Vlaanderen een Franse uitspraak gehanteerd, dan volgt de uitspraak in Nederland meestal het Engels.

    Voor Engelse leenwoorden met korte a is er een afzonderlijk lemma waar deze gevallen ondergebracht kunnen worden.

    Het spijtige is dat de Vlaamse media voor deze woorden de Nederlandse uitspraak gebruiken ondanks dat de Vlaamse uitspraak in Vlaanderen zeer algemeen is. Dit is een aanfluiting van de V die voor Vlaams staat in o.a. vrt en VTM.

    Wat klemtonen betreft kan voor het West-Vlaams algemeen gesteld worden dat de klemtoon zeer dikwijls op de eerste lettergreep ligt (zoals ook in het nabije(re) Engels), ook en wellicht het meest opmerkelijk bij eigennamen. Bijvoorbeeld, waar een doorsnee Vlaming of Nederlander de naam Stefanie zal uitspreken zoals de Fransen, met de klemtoon op de laatste lettergreep, heet deze vrouw in West-Vlaanderen Stefanie. De West-Vlaamse politieker Vande Lanotte heet in zijn thuisprovincie Vande Lanotte.

    zie ook Breda, Spa: vokaalreductie

    alfabetische lijst:

    ‘s anderendaags: VL: san·dren·da(a)gs; NL: san·de·ren·daags
    Afrika: VL: a·fri·ka; NL: aa·fri·kaa
    Amerika: VL: a·mee·ri·ka; NL: a·mee·ri·kaa
    Antarctica (idem Arctica): an·tarc·ti·ca; NL: an·tarc·ti·caa
    archipel: VL: ar·chi·pel; NL: ar·chi·pel
    asfalt: VL: as·falt; NL: as·falt
    azalea: VL: a·za·lee·ja; NL: a·zaa·lee·jaa
    Belgrado: VL: bel·gra·do; NL: bel·gra·do
    Bernard: VL: ber·naar (Frans); NL: bern·(h)art (Engels)
    bijna: VL: bij·na(a)/be·na(a) (zie ook bekan); NL: bij·naa
    bikini: VL: bi·ki·ni; NL: bi·ki·ni
    braderie: VL: bra·de·ri; NL: braa·de·rie
    braderij: VL: bra·de·rij; braa·de·rij
    burgemeester: VL: bur·ge·mees·ter; NL: bur·ge·mees·ter
    cacao: VL: ca·ca·oo; NL: ca·caa·oo
    carnaval: VL: kar·na·val (Frans); NL: kar·na·val (Engels)
    casino: VL: ca·zi·noo; NL: ca·sie·noo (zie ook Vlaamse geslachten)
    catalogus: VL: ca·ta·loo·gus (scherpe u; eigenlijk eerder cataloog); NL: ca·taa·lo·chus (doffe u)
    cichorei: VL: sjie·ko·rei; NL: sie·cho·rei (± fonetisch)
    clitoris: VL: cli·too·ris (beide i’s als in fiets); NL: cli·to·ris (beide i’s als in dik)
    compagnie: VL: kom.pa.nie; NL-SN: kom.panj.ie
    conciërge: VL: kon·s·jer·zje (± Frans); NL: kon·zjer·zje
    coup: VL: koe (Frans); NL: koep (± fonetisch)
    dement: VL: dee·ment; NL: de ment
    dementie: VL: dee·men·sie; NL: de·men·tsie
    detective: VL: de·tek·tie·ve/de·dek·tie·ve (fonetisch); NL: die·tek·tif (Engels)
    Doornroosje: VL: doo·rn·roo·sje; NL: doo·rn·roo·sje
    doorprikken: VL: door·prik·ken; NL: door·prik·ken
    dossier: VL: dos·sier (fonetisch); NL: do·sjee (Frans)
    elixir: VL: ee·liek·sier/ee·lieg·zier (Arabisch, ‘g’ uitgesproken als in het Engelse ‘good’); NL: ee·lik·ser (‘lik’ uitgesproken als ‘dik’)
    encyclopedie: VL: en·cy·clo·pe·die (fonetisch); NL: aun·cy·clo·pe·die (Frans, de ‘aun’ is nasaal)
    energie: VL: e·ner·gie (fonetisch); NL: e·ner·zjie/e·ner·sjie (Frans)
    essay: VL: es· (Frans); NL: es·seej/es·seej (Engels)
    Europa: VL: eu·roo·pa; NL: eu·roo·paa
    festival: VL: fest·ti·val; NL: fes·ti·val
    flirten: VL: flir·ten (fonetisch); NL: fleur·ten (Engels)
    foto: VL: fo·too; NL: foo·too
    fotografie: VL: fo·to·gra·fie; NL: foo·too·gra·fie
    garantie: VL: ga·ran·tie (Frans; ook ga·ran·sie); NL: ga·ran·tsie
    gelijkvloers: VL: ge·lijk·vloers; NL: ge·lijk·vloers
    Gerard: VL: zjee·raar (Frans); NL: gee·rart (fonetisch)
    gilet: VL: zjie·lee; NL: zjie·lèt
    Google: VL: goe·gel/Goe·Gel (korte oe-klank; G = stemhebbende k); NL: Goe·Gel (lange oe-klank; G = stemhebbende k)
    hifi: VL: haai·fi (Brits Engels); NL: haai·faai (Amerikaans Engels)
    hostess: VL: hos·tès; NL: hos·tes (Engels)
    hygiëne: VL: hy·gjee·ne; NL: hy·gjèè·ne (Frans)
    ingewikkeld: VL: in·ge·wik·keld; NL: in·ge·wik·keld
    intrige: VL: in·trie·ge (fonetisch); NL: in·trie·zje/in·trie·sje (hypercorrecte uitspraak van intrige met /ž/ -Frans intrigue)
    Israël: VL: iez·ra·jel (‘i’ als in ‘kiwi’); NL: is·ra·‘el (‘i’ als in ‘dik’)
    item: VL: i·tem (korte i, doffe e); NL: aaj·tem (Engels)
    jacuzzi: dja·koe·zi/zja·koe·zi; NL: ja·koe·zi
    jenever: VL: zje·nee·ver; NL: je·nee·ver (fonetisch)
    Jos: VL: zjos; NL: jos
    kameleon: VL: ka·mee·lee·jon; NL: ka·mee·lie·jon
    kathedraal: VL: ka·tee·draal; NL: kat·te·draal
    Koran: VL: koo·ran; NL: ko·raan
    landrover: VL: land·roe·ver; NL: land·ro·ver
    lavabo: VL: la·va·boo; NL: la·vaa·boo/la·vaa·boo
    Lutgart: VL: lut·gart; NL: lutgart
    mammoet: VL: mam·moet; NL: mam·moet
    meteen: VL en NL: mè·teen (‘mè’ als in ‘bed’); VL media: me·teen (‘me’ als in ‘der’)
    Monaco: VL: Mo·na·coo; NL: Moo·naa·coo
    monopoly: VL: mo·no·poo·ly; NL: mo·noo·pe·ly (Engels)
    namiddag: VL: na·mid·dag; NL: na·mid·dag
    nasi (goreng): VL: naa·zi; NL: na·si
    Nieuwjaar: VL: nieuw·jaar; NL: nieuw·jaar
    Nobelprijs: VL: No·bel.prijs; NL: No.bèl·prijs
    nostalgie: VL: nos·tal·gie (fonetisch); NL: nos·tal·zjie/nos·tal·sjie (Frans)
    nylon: VL: ni·lon / nij·lon (Frans / vervlaamst); NL: naaj·lon (Engels)
    omwenteling: VL: om·wen·te·ling; NL: om·wen·te·ling
    onderhoud: VL: on·der·houd; NL: on·der·houd
    parameter: VL: pa·ra·mee·ter; NL: pa·raa·m?·ter
    parfum: VL: par·fui (Frans, de ‘ui’ is nasaal); NL: par·fum (fonetisch)
    passagier: VL: pas·sa·gier (fonetisch); NL: pas·sa·zjier/pas·sa·sjier
    pedalo: VL: pee·da·loo; NL: pee·daa·loo
    per: VL: ‘per’ als ‘der’; NL: ‘per’ als ‘ver’
    percent: VL: per·cent (‘per’ als ‘der’); NL: per·cent (‘per’ als ‘ver’)
    per se: VL: per see (‘per’ als ‘der’); NL: pèr see (Latijn, ‘pèr’ als ‘ver’)
    pikken: VL: pi·ken (scherpe i); NL: p?·ken (doffe i)
    pissen: VL: pi·sen (scherpe i); NL: p?·sen (doffe i)
    pistolet: VL: pis·to·lee; NL: pis·to·lèt
    platform: VL: plat·form; NL: plat·form
    pointe: VL: pwèèn·te; NL: pwan·te
    pyjama: VL: pi·zja·ma; NL: pie·jaa·maa
    record: VL: re·kort (fonetisch); NL: ree·koor (Frans)
    recital: VL: re·si·tal (scherpe i, Frans); NL: rie·saaj·tel (Engels)
    reünie: VL: ree·ju·nie; NL: ree·u·nie (Franse klemtoon)
    Robert: VL: ro·beir (Frans); NL: ro(o)·bert (Engels)
    robot: VL: ro·bot; NL: roo·bot
    rondpunt: VL: rond·punt; NL: rond·punt
    Roodkapje: VL: rood·kap·je; NL: rood·kap·je
    salami: VL: sa·la·mi; NL: sa·laa·mi
    sceptisch: VL: sep·ties; NL: skep·ties
    service: VL: ser·vis (scherpe i, Frans); NL: seur·vis (doffe i, Engels)
    site: VL: sitte; NL: saajt
    Sneeuwwitje: VL: sneeuw·wi·tje; NL: sneeuw·wit·je
    stadhuis: VL: sta·tuis; NL: stad·huis
    steak: VL: stek/stik (Frans); NL: steek (Engels)
    super, hyper: VL én NL: su·per, hy·per; VL media: sup·per, hip·per
    tabak: VL: ta·bak (zie ook toebak); NL: ta·bak (Frans)
    tarmac: VL: tar·mac; SN: tar·mac
    Tenerife: VL: ·ne·rif ; NL: tee·nee·rie·fee
    tenzij: VL: ten·zij (‘e’ als in ‘der’, komt van "’t en zij’); NL: ten·zij, ten·zij (‘e’ in beide varianten als in ‘bed’)
    terras: VL: tèr·ras; NL: te ras
    ticket: VL: tie·kèt (Frans); NL: tik·ket (Engels)
    trainen: VL: trei·nen; NL: treej·nen (Engels)
    urgent: VL: ur·gent (scherpe u); NL: ur·gent (doffe u)
    vanille: VL: va·nie·le (fonetisch); NL: va·nie·je (Frans)
    verkoop: VL: ver·koop; NL: vér·koop (tegen alle regels in)
    voormiddag: VL: voor·mid·dag; NL: voor·mid·dag
    vrijgezel: VL: vrij·ge·zel; NL: vrij·ge·zel
    werkloos: VL: werk·loos; NL: werk·loos
    werkloosheid: VL: werk·loos·heid; NL: werk·loos·heid
    werknemer: VL: werk·nee·mer; NL: werk·nee·mer
    wodka: VL: vod·ka (Slavisch, de ‘d’ is eerder stemhebbend); NL: wot·kaa (de ‘t’ is stemloos)
    yoghurt: VL: joe·choert (soms joe·goert; ± Turks); NL: jo·chert, jo·ggert (fonetisch)
    YouTube: VL: joe·toep; NL: joew·tsjoewp
    zonsondergang: VL: zon·zon·der·gang; NL: zons·on·der·gang
    zonsopgang: VL: zon·zop·gang; NL: zons·op·gang

    woorden op —ist/—isme/—isch: VL: —ist/—isme/—isch (‘i’ als in ‘fiets’); NL: —?st/—?sme/—?sch (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —tie: VL: —sie; NL: —tsie
    woorden op —tje/—dje: VL: —tje (de t- en j-klanken komen samen zoals in ‘checken’); NL: —t·je (de t- en j-klanken worden apart uitgesproken)
    woorden met —ci— of —ti— (bv. ‘officieel’, ‘politioneel’): VL: —s·j— (de s- en j-klanken worden apart uitgesproken); NL: —sj—, —tsj— (de s- en j-klanken komen samen zoals in ‘sjaal’ of ‘checken’)
    woorden met dis—: VL: dis— (‘i’ als in ‘fiets’); NL: d?s— (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —achtig: VL: klemtoon op woord zelf; NL: klemtoon op achtig en adempauze tussen woord en achtig → bv. VL: ze·nu·wach·tig; NL: ze·nuw acht·ig

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Georges Grootjans op 21 Dec 2019 23:20
    114 reactie(s)

    Versie 95

    Vlaamse uitspraak
    (uitspraakvarianten)

    Heel wat woorden worden in Vlaanderen anders uitgesproken dan in Nederland. Dan gaat het niet zozeer over regelgebonden uitspraken zoals de zachte g, maar over woorden zoals pyjama dat in Vlaanderen als pie-zja-ma en in Nederland als pie-jaa-maa uitgesproken wordt. Of over klemtonen zoals bij burgemeester waarbij in Vlaanderen het accent op de eerste lettergreep valt en in Nederland op de derde. Bij leenwoorden hanteert men in Nederland zeer dikwijls een nabootsing volgens de Nederlandse klankwetten van de klanken in de oorspronkelijke taal (meestal Engels of Frans), terwijl de uitspraak in Vlaanderen vervlaamst wordt. Soms wordt in Vlaanderen een Franse uitspraak gehanteerd, dan volgt de uitspraak in Nederland meestal het Engels.

    Voor Engelse leenwoorden met korte a is er een afzonderlijk lemma waar deze gevallen ondergebracht kunnen worden.

    Het spijtige is dat de Vlaamse media voor deze woorden de Nederlandse uitspraak gebruiken ondanks dat de Vlaamse uitspraak in Vlaanderen zeer algemeen is. Dit is een aanfluiting van de V die voor Vlaams staat in o.a. vrt en VTM.

    Wat klemtonen betreft kan voor het West-Vlaams algemeen gesteld worden dat de klemtoon zeer dikwijls op de eerste lettergreep ligt (zoals ook in het nabije(re) Engels), ook en wellicht het meest opmerkelijk bij eigennamen. Bijvoorbeeld, waar een doorsnee Vlaming of Nederlander de naam Stefanie zal uitspreken zoals de Fransen, met de klemtoon op de laatste lettergreep, heet deze vrouw in West-Vlaanderen Stefanie. De West-Vlaamse politieker Vande Lanotte heet in zijn thuisprovincie Vande Lanotte.

    zie ook Breda, Spa: vokaalreductie

    alfabetische lijst:

    ‘s anderendaags: VL: san·dren·da(a)gs; NL: san·de·ren·daags
    Afrika: VL: a·fri·ka; NL: aa·fri·kaa
    Amerika: VL: a·mee·ri·ka; NL: a·mee·ri·kaa
    Antarctica (idem Arctica): an·tarc·ti·ca; NL: an·tarc·ti·caa
    archipel: VL: ar·chi·pel; NL: ar·chi·pel
    asfalt: VL: as·falt; NL: as·falt
    azalea: VL: a·za·lee·ja; NL: a·zaa·lee·jaa
    Belgrado: VL: bel·gra·do; NL: bel·gra·do
    Bernard: VL: ber·naar (Frans); NL: bern·(h)art (Engels)
    bijna: VL: bij·na(a)/be·na(a) (zie ook bekan); NL: bij·naa
    bikini: VL: bi·ki·ni; NL: bi·ki·ni
    braderie: VL: bra·de·ri; NL: braa·de·rie
    braderij: VL: bra·de·rij; braa·de·rij
    burgemeester: VL: bur·ge·mees·ter; NL: bur·ge·mees·ter
    cacao: VL: ca·ca·oo; NL: ca·caa·oo
    carnaval: VL: kar·na·val (Frans); NL: kar·na·val (Engels)
    casino: VL: ca·zi·noo; NL: ca·sie·noo (zie ook Vlaamse geslachten)
    catalogus: VL: ca·ta·loo·gus (scherpe u; eigenlijk eerder cataloog); NL: ca·taa·lo·chus (doffe u)
    cichorei: VL: sjie·ko·rei; NL: sie·cho·rei (± fonetisch)
    clitoris: VL: cli·too·ris (beide i’s als in fiets); NL: cli·to·ris (beide i’s als in dik)
    compagnie: VL: kom.pa.nie; NL-SN: kom.panj.ie
    conciërge: VL: kon·s·jer·zje (± Frans); NL: kon·zjer·zje
    coup: VL: koe (Frans); NL: koep (± fonetisch)
    dement: VL: dee·ment; NL: de ment
    dementie: VL: dee·men·sie; NL: de·men·tsie
    detective: VL: de·tek·tie·ve/de·dek·tie·ve (fonetisch); NL: die·tek·tif (Engels)
    Doornroosje: VL: doo·rn·roo·sje; NL: doo·rn·roo·sje
    doorprikken: VL: door·prik·ken; NL: door·prik·ken
    dossier: VL: dos·sier (fonetisch); NL: do·sjee (Frans)
    elixir: VL: ee·liek·sier/ee·lieg·zier (Arabisch, ‘g’ uitgesproken als in het Engelse ‘good’); NL: ee·lik·ser (‘lik’ uitgesproken als ‘dik’)
    encyclopedie: VL: en·cy·clo·pe·die (fonetisch); NL: aun·cy·clo·pe·die (Frans, de ‘aun’ is nasaal)
    energie: VL: e·ner·gie (fonetisch); NL: e·ner·zjie/e·ner·sjie (Frans)
    essay: VL: es· (Frans); NL: es·seej/es·seej (Engels)
    Europa: VL: eu·roo·pa; NL: eu·roo·paa
    festival: VL: fest·ti·val; NL: fes·ti·val
    flirten: VL: flir·ten (fonetisch); NL: fleur·ten (Engels)
    foto: VL: fo·too; NL: foo·too
    fotografie: VL: fo·to·gra·fie; NL: foo·too·gra·fie
    garantie: VL: ga·ran·tie (Frans; ook ga·ran·sie); NL: ga·ran·tsie
    gelijkvloers: VL: ge·lijk·vloers; NL: ge·lijk·vloers
    Gerard: VL: zjee·raar (Frans); NL: gee·rart (fonetisch)
    gilet: VL: zjie·lee; NL: zjie·lèt
    Google: VL: goe·gel/Goe·Gel (korte oe-klank; G = stemhebbende k); NL: Goe·Gel (lange oe-klank; G = stemhebbende k)
    hifi: VL: haai·fi (Brits Engels); NL: haai·faai (Amerikaans Engels)
    hostess: VL: hos·tès; NL: hos·tes (Engels)
    hygiëne: VL: hy·gjee·ne; NL: hy·gjèè·ne (Frans)
    ingewikkeld: VL: in·ge·wik·keld; NL: in·ge·wik·keld
    intrige: VL: in·trie·ge (fonetisch); NL: in·trie·zje/in·trie·sje (hypercorrecte uitspraak van intrige met /ž/ -Frans intrigue)
    Israël: VL: iez·ra·jel (‘i’ als in ‘kiwi’); NL: is·ra·‘el (‘i’ als in ‘dik’)
    item: VL: i·tem (korte i, doffe e); NL: aaj·tem (Engels)
    jacuzzi: dja·koe·zi/zja·koe·zi; NL: ja·koe·zi
    jenever: VL: zje·nee·ver; NL: je·nee·ver (fonetisch)
    Jos: VL: zjos; NL: jos
    kameleon: VL: ka·mee·lee·jon; NL: ka·mee·lie·jon
    kathedraal: VL: ka·tee·draal; NL: kat·te·draal
    Koran: VL: koo·ran; NL: ko·raan
    landrover: VL: land·roe·ver; NL: land·ro·ver
    lavabo: VL: la·va·boo; NL: la·vaa·boo/la·vaa·boo
    Lutgart: VL: lut·gart; NL: lutgart
    mammoet: VL: mam·moet; NL: mam·moet
    meteen: VL en NL: mè·teen (‘mè’ als in ‘bed’); VL media: me·teen (‘me’ als in ‘der’)
    Monaco: VL: Mo·na·coo; NL: Moo·naa·coo
    monopoly: VL: mo·no·poo·ly; NL: mo·noo·pe·ly (Engels)
    namiddag: VL: na·mid·dag; NL: na·mid·dag
    nasi (goreng): VL: naa·zi; NL: na·si
    Nieuwjaar: VL: nieuw·jaar; NL: nieuw·jaar
    Nobelprijs: VL: No·bel.prijs; NL: No.bèl·prijs
    nostalgie: VL: nos·tal·gie (fonetisch); NL: nos·tal·zjie/nos·tal·sjie (Frans)
    nylon: VL: ni·lon / nij·lon (Frans / vervlaamst); NL: naaj·lon (Engels)
    omwenteling: VL: om·wen·te·ling; NL: om·wen·te·ling
    onderhoud: VL: on·der·houd; NL: on·der·houd
    parameter: VL: pa·ra·mee·ter; NL: pa·raa·m?·ter
    parfum: VL: par·fui (Frans, de ‘ui’ is nasaal); NL: par·fum (fonetisch)
    passagier: VL: pas·sa·gier (fonetisch); NL: pas·sa·zjier/pas·sa·sjier
    pedalo: VL: pee·da·loo; NL: pee·daa·loo
    per: VL: ‘per’ als ‘der’; NL: ‘per’ als ‘ver’
    percent: VL: per·cent (‘per’ als ‘der’); NL: per·cent (‘per’ als ‘ver’)
    per se: VL: per see (‘per’ als ‘der’); NL: pèr see (Latijn, ‘pèr’ als ‘ver’)
    pikken: VL: pi·ken (scherpe i); NL: p?·ken (doffe i)
    pissen: VL: pi·sen (scherpe i); NL: p?·sen (doffe i)
    pistolet: VL: pis·to·lee; NL: pis·to·lèt
    platform: VL: plat·form; NL: plat·form
    pointe: VL: pwèèn·te; NL: pwan·te
    pyjama: VL: pi·zja·ma; NL: pie·jaa·maa
    record: VL: re·kort (fonetisch); NL: ree·koor (Frans)
    recital: VL: re·si·tal (scherpe i, Frans); NL: rie·saaj·tel (Engels)
    reünie: VL: ree·ju·nie; NL: ree·u·nie (Franse klemtoon)
    Robert: VL: ro·beir (Frans); NL: ro(o)·bert (Engels)
    robot: VL: ro·bot; NL: roo·bot
    rondpunt: VL: rond·punt; NL: rond·punt
    Roodkapje: VL: rood·kap·je; NL: rood·kap·je
    salami: VL: sa·la·mi; NL: sa·laa·mi
    sceptisch: VL: sep·ties; NL: skep·ties
    service: VL: ser·vis (scherpe i, Frans); NL: seur·vis (doffe i, Engels)
    Sneeuwwitje: VL: sneeuw·wi·tje; NL: sneeuw·wit·je
    stadhuis: VL: sta·tuis; NL: stad·huis
    steak: VL: stek/stik (Frans); NL: steek (Engels)
    super, hyper: VL én NL: su·per, hy·per; VL media: sup·per, hip·per
    tabak: VL: ta·bak (zie ook toebak); NL: ta·bak (Frans)
    tarmac: VL: tar·mac; SN: tar·mac
    Tenerife: VL: ·ne·rif ; NL: tee·nee·rie·fee
    tenzij: VL: ten·zij (‘e’ als in ‘der’, komt van "’t en zij’); NL: ten·zij, ten·zij (‘e’ in beide varianten als in ‘bed’)
    terras: VL: tèr·ras; NL: te ras
    ticket: VL: tie·kèt (Frans); NL: tik·ket (Engels)
    trainen: VL: trei·nen; NL: treej·nen (Engels)
    urgent: VL: ur·gent (scherpe u); NL: ur·gent (doffe u)
    vanille: VL: va·nie·le (fonetisch); NL: va·nie·je (Frans)
    verkoop: VL: ver·koop; NL: vér·koop (tegen alle regels in)
    voormiddag: VL: voor·mid·dag; NL: voor·mid·dag
    vrijgezel: VL: vrij·ge·zel; NL: vrij·ge·zel
    werkloos: VL: werk·loos; NL: werk·loos
    werkloosheid: VL: werk·loos·heid; NL: werk·loos·heid
    werknemer: VL: werk·nee·mer; NL: werk·nee·mer
    wodka: VL: vod·ka (Slavisch, de ‘d’ is eerder stemhebbend); NL: wot·kaa (de ‘t’ is stemloos)
    yoghurt: VL: joe·choert (soms joe·goert; ± Turks); NL: jo·chert, jo·ggert (fonetisch)
    YouTube: VL: joe·toep; NL: joew·tsjoewp
    zonsondergang: VL: zon·zon·der·gang; NL: zons·on·der·gang
    zonsopgang: VL: zon·zop·gang; NL: zons·op·gang

    woorden op —ist/—isme/—isch: VL: —ist/—isme/—isch (‘i’ als in ‘fiets’); NL: —?st/—?sme/—?sch (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —tie: VL: —sie; NL: —tsie
    woorden op —tje/—dje: VL: —tje (de t- en j-klanken komen samen zoals in ‘checken’); NL: —t·je (de t- en j-klanken worden apart uitgesproken)
    woorden met —ci— of —ti— (bv. ‘officieel’, ‘politioneel’): VL: —s·j— (de s- en j-klanken worden apart uitgesproken); NL: —sj—, —tsj— (de s- en j-klanken komen samen zoals in ‘sjaal’ of ‘checken’)
    woorden met dis—: VL: dis— (‘i’ als in ‘fiets’); NL: d?s— (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —achtig: VL: klemtoon op woord zelf; NL: klemtoon op achtig en adempauze tussen woord en achtig → bv. VL: ze·nu·wach·tig; NL: ze·nuw acht·ig

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 21 Dec 2019 00:38
    114 reactie(s)

    Versie 94

    Vlaamse uitspraak
    (uitspraakvarianten)

    Heel wat woorden worden in Vlaanderen anders uitgesproken dan in Nederland. Dan gaat het niet zozeer over regelgebonden uitspraken zoals de zachte g, maar over woorden zoals pyjama dat in Vlaanderen als pie-zja-ma en in Nederland als pie-jaa-maa uitgesproken wordt. Of over klemtonen zoals bij burgemeester waarbij in Vlaanderen het accent op de eerste lettergreep valt en in Nederland op de derde. Bij leenwoorden hanteert men in Nederland zeer dikwijls een nabootsing volgens de Nederlandse klankwetten van de klanken in de oorspronkelijke taal (meestal Engels of Frans), terwijl de uitspraak in Vlaanderen vervlaamst wordt. Soms wordt in Vlaanderen een Franse uitspraak gehanteerd, dan volgt de uitspraak in Nederland meestal het Engels.

    Voor Engelse leenwoorden met korte a is er een afzonderlijk lemma waar deze gevallen ondergebracht kunnen worden.

    Het spijtige is dat de Vlaamse media voor deze woorden de Nederlandse uitspraak gebruiken ondanks dat de Vlaamse uitspraak in Vlaanderen zeer algemeen is. Dit is een aanfluiting van de V die voor Vlaams staat in o.a. vrt en VTM.

    Wat klemtonen betreft kan voor het West-Vlaams algemeen gesteld worden dat de klemtoon zeer dikwijls op de eerste lettergreep ligt (zoals ook in het nabije(re) Engels), ook en wellicht het meest opmerkelijk bij eigennamen. Bijvoorbeeld, waar een doorsnee Vlaming of Nederlander de naam Stefanie zal uitspreken zoals de Fransen, met de klemtoon op de laatste lettergreep, heet deze vrouw in West-Vlaanderen Stefanie. De West-Vlaamse politieker Vande Lanotte heet in zijn thuisprovincie Vande Lanotte.

    zie ook Breda, Spa: vokaalreductie

    alfabetische lijst:

    ‘s anderendaags: VL: san·dren·da(a)gs; NL: san·de·ren·daags
    Afrika: VL: a·fri·ka; NL: aa·fri·kaa
    Amerika: VL: a·mee·ri·ka; NL: a·mee·ri·kaa
    Antarctica (idem Arctica): an·tarc·ti·ca; NL: an·tarc·ti·caa
    archipel: VL: ar·chi·pel; NL: ar·chi·pel
    asfalt: VL: as·falt; NL: as·falt
    azalea: VL: a·za·lee·ja; NL: a·zaa·lee·jaa
    Belgrado: VL: bel·gra·do; NL: bel·gra·do
    Bernard: VL: ber·naar (Frans); NL: bern·(h)art (Engels)
    bijna: VL: bij·na(a)/be·na(a) (zie ook bekan); NL: bij·naa
    bikini: VL: bi·ki·ni; NL: bi·ki·ni
    braderie: VL: bra·de·ri; NL: braa·de·rie
    braderij: VL: bra·de·rij; braa·de·rij
    burgemeester: VL: bur·ge·mees·ter; NL: bur·ge·mees·ter
    cacao: VL: ca·ca·oo; NL: ca·caa·oo
    carnaval: VL: kar·na·val (Frans); NL: kar·na·val (Engels)
    casino: VL: ca·zi·noo; NL: ca·sie·noo (zie ook Vlaamse geslachten)
    catalogus: VL: ca·ta·loo·gus (scherpe u; eigenlijk eerder cataloog); NL: ca·taa·lo·chus (doffe u)
    cichorei: VL: sjie·ko·rei; NL: sie·cho·rei (± fonetisch)
    clitoris: VL: cli·too·ris (beide i’s als in fiets); NL: cli·to·ris (beide i’s als in dik)
    compagnie: VL: kom.pa.nie; NL-SN: kom.panj.ie
    conciërge: VL: kon·s·jer·zje (± Frans); NL: kon·zjer·zje
    coup: VL: koe (Frans); NL: koep (± fonetisch)
    dement: VL: dee·ment; NL: de ment
    dementie: VL: dee·men·sie; NL: de·men·tsie
    detective: VL: de·tek·tie·ve/de·dek·tie·ve (fonetisch); NL: die·tek·tif (Engels)
    Doornroosje: VL: doo·rn·roo·sje; NL: doo·rn·roo·sje
    doorprikken: VL: door·prik·ken; NL: door·prik·ken
    dossier: VL: dos·sier (fonetisch); NL: do·sjee (Frans)
    elixir: VL: ee·liek·sier/ee·lieg·zier (Arabisch, ‘g’ uitgesproken als in het Engelse ‘good’); NL: ee·lik·ser (‘lik’ uitgesproken als ‘dik’)
    encyclopedie: VL: en·cy·clo·pe·die (fonetisch); NL: aun·cy·clo·pe·die (Frans, de ‘aun’ is nasaal)
    energie: VL: e·ner·gie (fonetisch); NL: e·ner·zjie/e·ner·sjie (Frans)
    essay: VL: es· (Frans); NL: es·seej/es·seej (Engels)
    Europa: VL: eu·roo·pa; NL: eu·roo·paa
    festival: VL: fest·ti·val; NL: fes·ti·val
    flirten: VL: flir·ten (fonetisch); NL: fleur·ten (Engels)
    foto: VL: fo·too; NL: foo·too
    fotografie: VL: fo·to·gra·fie; NL: foo·too·gra·fie
    garantie: VL: ga·ran·tie (Frans; ook ga·ran·sie); NL: ga·ran·tsie
    gelijkvloers: VL: ge·lijk·vloers; NL: ge·lijk·vloers
    Gerard: VL: zjee·raar (Frans); NL: gee·rart (fonetisch)
    gilet: VL: zjie·lee; NL: zjie·lèt
    Google: VL: goe·gel/Goe·Gel (korte oe-klank; G = stemhebbende k); NL: Goe·Gel (lange oe-klank; G = stemhebbende k)
    hifi: VL: haai·fi (Brits Engels); NL: haai·faai (Amerikaans Engels)
    hostess: VL: hos·tès; NL: hos·tes (Engels)
    hygiëne: VL: hy·gjee·ne; NL: hy·gjèè·ne (Frans)
    ingewikkeld: VL: in·ge·wik·keld; NL: in·ge·wik·keld
    intrige: VL: in·trie·ge (fonetisch); NL: in·trie·zje/in·trie·sje (hypercorrecte uitspraak van intrige met /ž/ -Frans intrigue)
    Israël: VL: iez·ra·jel (‘i’ als in ‘kiwi’); NL: is·ra·‘el (‘i’ als in ‘dik’)
    item: VL: i·tem (korte i, doffe e); NL: aaj·tem (Engels)
    jacuzzi: dja·koe·zi/zja·koe·zi; NL: ja·koe·zi
    jenever: VL: zje·nee·ver; NL: je·nee·ver (fonetisch)
    Jos: VL: zjos; NL: jos
    kameleon: VL: ka·mee·lee·jon; NL: ka·mee·lie·jon
    kathedraal: VL: ka·tee·draal; NL: kat·te·draal
    Koran: VL: koo·ran; NL: ko·raan
    landrover: VL: land·roe·ver; NL: land·ro·ver
    lavabo: VL: la·va·boo; NL: la·vaa·boo/la·vaa·boo
    Lutgart: VL: lut·gart; NL: lutgart
    mammoet: VL: mam·moet; NL: mam·moet
    meteen: VL en NL: mè·teen (‘mè’ als in ‘bed’); VL media: me·teen (‘me’ als in ‘der’)
    Monaco: VL: Mo·na·coo; NL: Moo·naa·coo
    monopoly: VL: mo·no·poo·ly; NL: mo·noo·pe·ly (Engels)
    namiddag: VL: na·mid·dag; NL: na·mid·dag
    nasi (goreng): VL: naa·zi; NL: na·si
    Nieuwjaar: VL: nieuw·jaar; NL: nieuw·jaar
    Nobelprijs: VL: No·bel.prijs; NL: No.bèl·prijs
    nostalgie: VL: nos·tal·gie (fonetisch); NL: nos·tal·zjie/nos·tal·sjie (Frans)
    nylon: VL: ni·lon / nij·lon (Frans / vervlaamst); NL: naaj·lon (Engels)
    omwenteling: VL: om·wen·te·ling; NL: om·wen·te·ling
    onderhoud: VL: on·der·houd; NL: on·der·houd
    parameter: VL: pa·ra·mee·ter; NL: pa·raa·m?·ter
    parfum: VL: par·fui (Frans, de ‘ui’ is nasaal); NL: par·fum (fonetisch)
    passagier: VL: pas·sa·gier (fonetisch); NL: pas·sa·zjier/pas·sa·sjier
    pedalo: VL: pee·da·loo; NL: pee·daa·loo
    per: VL: ‘per’ als ‘der’; NL: ‘per’ als ‘ver’
    percent: VL: per·cent (‘per’ als ‘der’); NL: per·cent (‘per’ als ‘ver’)
    per se: VL: per see (‘per’ als ‘der’); NL: pèr see (Latijn, ‘pèr’ als ‘ver’)
    pikken: VL: pi·ken; NL: p?·ken
    pistolet: VL: pis·to·lee; NL: pis·to·lèt
    platform: VL: plat·form; NL: plat·form
    pointe: VL: pwèèn·te; NL: pwan·te
    pyjama: VL: pi·zja·ma; NL: pie·jaa·maa
    record: VL: re·kort (fonetisch); NL: ree·koor (Frans)
    recital: VL: re·si·tal (scherpe i, Frans); NL: rie·saaj·tel (Engels)
    reünie: VL: ree·ju·nie; NL: ree·u·nie (Franse klemtoon)
    Robert: VL: ro·beir (Frans); NL: ro(o)·bert (Engels)
    robot: VL: ro·bot; NL: roo·bot
    rondpunt: VL: rond·punt; NL: rond·punt
    Roodkapje: VL: rood·kap·je; NL: rood·kap·je
    salami: VL: sa·la·mi; NL: sa·laa·mi
    sceptisch: VL: sep·ties; NL: skep·ties
    service: VL: ser·vis (scherpe i, Frans); NL: seur·vis (doffe i, Engels)
    Sneeuwwitje: VL: sneeuw·wi·tje; NL: sneeuw·wit·je
    stadhuis: VL: sta·tuis; NL: stad·huis
    steak: VL: stek/stik (Frans); NL: steek (Engels)
    super, hyper: VL én NL: su·per, hy·per; VL media: sup·per, hip·per
    tabak: VL: ta·bak (zie ook toebak); NL: ta·bak (Frans)
    tarmac: VL: tar·mac; SN: tar·mac
    Tenerife: VL: ·ne·rif ; NL: tee·nee·rie·fee
    tenzij: VL: ten·zij (‘e’ als in ‘der’, komt van "’t en zij’); NL: ten·zij, ten·zij (‘e’ in beide varianten als in ‘bed’)
    terras: VL: tèr·ras; NL: te ras
    ticket: VL: tie·kèt (Frans); NL: tik·ket (Engels)
    trainen: VL: trei·nen; NL: treej·nen (Engels)
    vanille: VL: va·nie·le (fonetisch); NL: va·nie·je (Frans)
    verkoop: VL: ver·koop; NL: vér·koop (tegen alle regels in)
    voormiddag: VL: voor·mid·dag; NL: voor·mid·dag
    vrijgezel: VL: vrij·ge·zel; NL: vrij·ge·zel
    werkloos: VL: werk·loos; NL: werk·loos
    werkloosheid: VL: werk·loos·heid; NL: werk·loos·heid
    werknemer: VL: werk·nee·mer; NL: werk·nee·mer
    wodka: VL: vod·ka (Slavisch, de ‘d’ is eerder stemhebbend); NL: wot·kaa (de ‘t’ is stemloos)
    yoghurt: VL: joe·choert (soms joe·goert; ± Turks); NL: jo·chert, jo·ggert (fonetisch)
    YouTube: VL: joe·toep; NL: joew·tsjoewp
    zonsondergang: VL: zon·zon·der·gang; NL: zons·on·der·gang
    zonsopgang: VL: zon·zop·gang; NL: zons·op·gang

    woorden op —ist/—isme/—isch: VL: —ist/—isme/—isch (‘i’ als in ‘fiets’); NL: —?st/—?sme/—?sch (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —tie: VL: —sie; NL: —tsie
    woorden op —tje/—dje: VL: —tje (de t- en j-klanken komen samen zoals in ‘checken’); NL: —t·je (de t- en j-klanken worden apart uitgesproken)
    woorden met —ci— of —ti— (bv. ‘officieel’, ‘politioneel’): VL: —s·j— (de s- en j-klanken worden apart uitgesproken); NL: —sj—, —tsj— (de s- en j-klanken komen samen zoals in ‘sjaal’ of ‘checken’)
    woorden met dis—: VL: dis— (‘i’ als in ‘fiets’); NL: d?s— (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —achtig: VL: klemtoon op woord zelf; NL: klemtoon op achtig en adempauze tussen woord en achtig → bv. VL: ze·nu·wach·tig; NL: ze·nuw acht·ig

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 04 Dec 2019 20:56
    114 reactie(s)

    Versie 93

    Vlaamse uitspraak
    (uitspraakvarianten)

    Heel wat woorden worden in Vlaanderen anders uitgesproken dan in Nederland. Dan gaat het niet zozeer over regelgebonden uitspraken zoals de zachte g, maar over woorden zoals pyjama dat in Vlaanderen als pie-zja-ma en in Nederland als pie-jaa-maa uitgesproken wordt. Of over klemtonen zoals bij burgemeester waarbij in Vlaanderen het accent op de eerste lettergreep valt en in Nederland op de derde. Bij leenwoorden hanteert men in Nederland zeer dikwijls een nabootsing volgens de Nederlandse klankwetten van de klanken in de oorspronkelijke taal (meestal Engels of Frans), terwijl de uitspraak in Vlaanderen vervlaamst wordt. Soms wordt in Vlaanderen een Franse uitspraak gehanteerd, dan volgt de uitspraak in Nederland meestal het Engels.

    Voor Engelse leenwoorden met korte a is er een afzonderlijk lemma waar deze gevallen ondergebracht kunnen worden.

    Het spijtige is dat de Vlaamse media voor deze woorden de Nederlandse uitspraak gebruiken ondanks dat de Vlaamse uitspraak in Vlaanderen zeer algemeen is. Dit is een aanfluiting van de V die voor Vlaams staat in o.a. vrt en VTM.

    Wat klemtonen betreft kan voor het West-Vlaams algemeen gesteld worden dat de klemtoon zeer dikwijls op de eerste lettergreep ligt (zoals ook in het nabije(re) Engels), ook en wellicht het meest opmerkelijk bij eigennamen. Bijvoorbeeld, waar een doorsnee Vlaming of Nederlander de naam Stefanie zal uitspreken zoals de Fransen, met de klemtoon op de laatste lettergreep, heet deze vrouw in West-Vlaanderen Stefanie. De West-Vlaamse politieker Vande Lanotte heet in zijn thuisprovincie Vande Lanotte.

    zie ook Breda, Spa: vokaalreductie

    alfabetische lijst:

    ‘s anderendaags: VL: san·dren·da(a)gs; NL: san·de·ren·daags
    Afrika: VL: a·fri·ka; NL: aa·fri·kaa
    Amerika: VL: a·mee·ri·ka; NL: a·mee·ri·kaa
    Antarctica (idem Arctica): an·tarc·ti·ca; NL: an·tarc·ti·caa
    archipel: VL: ar·chi·pel; NL: ar·chi·pel
    asfalt: VL: as·falt; NL: as·falt
    azalea: VL: a·za·lee·ja; NL: a·zaa·lee·jaa
    Belgrado: VL: bel·gra·do; NL: bel·gra·do
    Bernard: VL: ber·naar (Frans); NL: bern·(h)art (Engels)
    bijna: VL: bij·na(a)/be·na(a) (zie ook bekan); NL: bij·naa
    bikini: VL: bi·ki·ni; NL: bi·ki·ni
    braderie: VL: bra·de·ri; NL: braa·de·rie
    braderij: VL: bra·de·rij; braa·de·rij
    burgemeester: VL: bur·ge·mees·ter; NL: bur·ge·mees·ter
    cacao: VL: ca·ca·oo; NL: ca·caa·oo
    carnaval: VL: kar·na·val (Frans); NL: kar·na·val (Engels)
    casino: VL: ca·zi·noo; NL: ca·sie·noo (zie ook Vlaamse geslachten)
    catalogus: VL: ca·ta·loo·gus (scherpe u; eigenlijk eerder cataloog); NL: ca·taa·lo·chus (doffe u)
    cichorei: VL: sjie·ko·rei; NL: sie·cho·rei (± fonetisch)
    clitoris: VL: cli·too·ris (beide i’s als in fiets); NL: cli·to·ris (beide i’s als in dik)
    compagnie: VL: kom.pa.nie; NL-SN: kom.panj.ie
    conciërge: VL: kon·s·jer·zje (± Frans); NL: kon·zjer·zje
    coup: VL: koe (Frans); NL: koep (± fonetisch)
    dement: VL: dee·ment; NL: de ment
    dementie: VL: dee·men·sie; NL: de·men·tsie
    detective: VL: de·tek·tie·ve/de·dek·tie·ve (fonetisch); NL: die·tek·tif (Engels)
    Doornroosje: VL: doo·rn·roo·sje; NL: doo·rn·roo·sje
    doorprikken: VL: door·prik·ken; NL: door·prik·ken
    dossier: VL: dos·sier (fonetisch); NL: do·sjee (Frans)
    elixir: VL: ee·liek·sier/ee·lieg·zier (Arabisch, ‘g’ uitgesproken als in het Engelse ‘good’); NL: ee·lik·ser (‘lik’ uitgesproken als ‘dik’)
    encyclopedie: VL: en·cy·clo·pe·die (fonetisch); NL: aun·cy·clo·pe·die (Frans, de ‘aun’ is nasaal)
    energie: VL: e·ner·gie (fonetisch); NL: e·ner·zjie/e·ner·sjie (Frans)
    essay: VL: es· (Frans); NL: es·seej/es·seej (Engels)
    Europa: VL: eu·roo·pa; NL: eu·roo·paa
    festival: VL: fest·ti·val; NL: fes·ti·val
    flirten: VL: flir·ten (fonetisch); NL: fleur·ten (Engels)
    foto: VL: fo·too; NL: foo·too
    fotografie: VL: fo·to·gra·fie; NL: foo·too·gra·fie
    garantie: VL: ga·ran·tie (Frans; ook ga·ran·sie); NL: ga·ran·tsie
    gelijkvloers: VL: ge·lijk·vloers; NL: ge·lijk·vloers
    Gerard: VL: zjee·raar (Frans); NL: gee·rart (fonetisch)
    gilet: VL: zjie·lee; NL: zjie·lèt
    hifi: VL: haai·fi (Brits Engels); NL: haai·faai (Amerikaans Engels)
    hostess: VL: hos·tès; NL: hos·tes (Engels)
    hygiëne: VL: hy·gjee·ne; NL: hy·gjèè·ne (Frans)
    ingewikkeld: VL: in·ge·wik·keld; NL: in·ge·wik·keld
    intrige: VL: in·trie·ge (fonetisch); NL: in·trie·zje/in·trie·sje (hypercorrecte uitspraak van intrige met /ž/ -Frans intrigue)
    Israël: VL: iez·ra·jel (‘i’ als in ‘kiwi’); NL: is·ra·‘el (‘i’ als in ‘dik’)
    item: VL: i·tem (korte i, doffe e); NL: aaj·tem (Engels)
    jacuzzi: dja·koe·zi/zja·koe·zi; NL: ja·koe·zi
    jenever: VL: zje·nee·ver; NL: je·nee·ver (fonetisch)
    Jos: VL: zjos; NL: jos
    kameleon: VL: ka·mee·lee·jon; NL: ka·mee·lie·jon
    kathedraal: VL: ka·tee·draal; NL: kat·te·draal
    Koran: VL: koo·ran; NL: ko·raan
    landrover: VL: land·roe·ver; NL: land·ro·ver
    lavabo: VL: la·va·boo; NL: la·vaa·boo/la·vaa·boo
    Lutgart: VL: lut·gart; NL: lutgart
    mammoet: VL: mam·moet; NL: mam·moet
    meteen: VL en NL: mè·teen (‘mè’ als in ‘bed’); VL media: me·teen (‘me’ als in ‘der’)
    Monaco: VL: Mo·na·coo; NL: Moo·naa·coo
    monopoly: VL: mo·no·poo·ly; NL: mo·noo·pe·ly (Engels)
    namiddag: VL: na·mid·dag; NL: na·mid·dag
    nasi (goreng): VL: naa·zi; NL: na·si
    Nieuwjaar: VL: nieuw·jaar; NL: nieuw·jaar
    Nobelprijs: VL: No·bel.prijs; NL: No.bèl·prijs
    nostalgie: VL: nos·tal·gie (fonetisch); NL: nos·tal·zjie/nos·tal·sjie (Frans)
    nylon: VL: ni·lon / nij·lon (Frans / vervlaamst); NL: naaj·lon (Engels)
    omwenteling: VL: om·wen·te·ling; NL: om·wen·te·ling
    onderhoud: VL: on·der·houd; NL: on·der·houd
    parameter: VL: pa·ra·mee·ter; NL: pa·raa·m?·ter
    parfum: VL: par·fui (Frans, de ‘ui’ is nasaal); NL: par·fum (fonetisch)
    passagier: VL: pas·sa·gier (fonetisch); NL: pas·sa·zjier/pas·sa·sjier
    pedalo: VL: pee·da·loo; NL: pee·daa·loo
    per: VL: ‘per’ als ‘der’; NL: ‘per’ als ‘ver’
    percent: VL: per·cent (‘per’ als ‘der’); NL: per·cent (‘per’ als ‘ver’)
    per se: VL: per see (‘per’ als ‘der’); NL: pèr see (Latijn, ‘pèr’ als ‘ver’)
    pikken: VL: pi·ken; NL: p?·ken
    pistolet: VL: pis·to·lee; NL: pis·to·lèt
    platform: VL: plat·form; NL: plat·form
    pointe: VL: pwèèn·te; NL: pwan·te
    pyjama: VL: pi·zja·ma; NL: pie·jaa·maa
    record: VL: re·kort (fonetisch); NL: ree·koor (Frans)
    recital: VL: re·si·tal (scherpe i, Frans); NL: rie·saaj·tel (Engels)
    reünie: VL: ree·ju·nie; NL: ree·u·nie (Franse klemtoon)
    Robert: VL: ro·beir (Frans); NL: ro(o)·bert (Engels)
    robot: VL: ro·bot; NL: roo·bot
    rondpunt: VL: rond·punt; NL: rond·punt
    Roodkapje: VL: rood·kap·je; NL: rood·kap·je
    salami: VL: sa·la·mi; NL: sa·laa·mi
    sceptisch: VL: sep·ties; NL: skep·ties
    service: VL: ser·vis (scherpe i, Frans); NL: seur·vis (doffe i, Engels)
    Sneeuwwitje: VL: sneeuw·wi·tje; NL: sneeuw·wit·je
    stadhuis: VL: sta·tuis; NL: stad·huis
    steak: VL: stek/stik (Frans); NL: steek (Engels)
    super, hyper: VL én NL: su·per, hy·per; VL media: sup·per, hip·per
    tabak: VL: ta·bak (zie ook toebak); NL: ta·bak (Frans)
    tarmac: VL: tar·mac; SN: tar·mac
    Tenerife: VL: ·ne·rif ; NL: tee·nee·rie·fee
    tenzij: VL: ten·zij (‘e’ als in ‘der’, komt van "’t en zij’); NL: ten·zij, ten·zij (‘e’ in beide varianten als in ‘bed’)
    terras: VL: tèr·ras; NL: te ras
    ticket: VL: tie·kèt (Frans); NL: tik·ket (Engels)
    trainen: VL: trei·nen; NL: treej·nen (Engels)
    vanille: VL: va·nie·le (fonetisch); NL: va·nie·je (Frans)
    verkoop: VL: ver·koop; NL: vér·koop (tegen alle regels in)
    voormiddag: VL: voor·mid·dag; NL: voor·mid·dag
    vrijgezel: VL: vrij·ge·zel; NL: vrij·ge·zel
    werkloos: VL: werk·loos; NL: werk·loos
    werkloosheid: VL: werk·loos·heid; NL: werk·loos·heid
    werknemer: VL: werk·nee·mer; NL: werk·nee·mer
    wodka: VL: vod·ka (Slavisch, de ‘d’ is eerder stemhebbend); NL: wot·kaa (de ‘t’ is stemloos)
    yoghurt: VL: joe·choert (soms joe·goert; ± Turks); NL: jo·chert, jo·ggert (fonetisch)
    zonsondergang: VL: zon·zon·der·gang; NL: zons·on·der·gang
    zonsopgang: VL: zon·zop·gang; NL: zons·op·gang

    woorden op —ist/—isme/—isch: VL: —ist/—isme/—isch (‘i’ als in ‘fiets’); NL: —?st/—?sme/—?sch (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —tie: VL: —sie; NL: —tsie
    woorden op —tje/—dje: VL: —tje (de t- en j-klanken komen samen zoals in ‘checken’); NL: —t·je (de t- en j-klanken worden apart uitgesproken)
    woorden met —ci— of —ti— (bv. ‘officieel’, ‘politioneel’): VL: —s·j— (de s- en j-klanken worden apart uitgesproken); NL: —sj—, —tsj— (de s- en j-klanken komen samen zoals in ‘sjaal’ of ‘checken’)
    woorden met dis—: VL: dis— (‘i’ als in ‘fiets’); NL: d?s— (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —achtig: VL: klemtoon op woord zelf; NL: klemtoon op achtig en adempauze tussen woord en achtig → bv. VL: ze·nu·wach·tig; NL: ze·nuw acht·ig

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 24 Nov 2019 19:31
    114 reactie(s)

    Versie 92

    Vlaamse uitspraak
    (uitspraakvarianten)

    Heel wat woorden worden in Vlaanderen anders uitgesproken dan in Nederland. Dan gaat het niet zozeer over regelgebonden uitspraken zoals de zachte g, maar over woorden zoals pyjama dat in Vlaanderen als pie-zja-ma en in Nederland als pie-jaa-maa uitgesproken wordt. Of over klemtonen zoals bij burgemeester waarbij in Vlaanderen het accent op de eerste lettergreep valt en in Nederland op de derde. Bij leenwoorden hanteert men in Nederland zeer dikwijls een nabootsing volgens de Nederlandse klankwetten van de klanken in de oorspronkelijke taal (meestal Engels of Frans), terwijl de uitspraak in Vlaanderen vervlaamst wordt. Soms wordt in Vlaanderen een Franse uitspraak gehanteerd, dan volgt de uitspraak in Nederland meestal het Engels.

    Voor Engelse leenwoorden met korte a is er een afzonderlijk lemma waar deze gevallen ondergebracht kunnen worden.

    Het spijtige is dat de Vlaamse media voor deze woorden de Nederlandse uitspraak gebruiken ondanks dat de Vlaamse uitspraak in Vlaanderen zeer algemeen is. Dit is een aanfluiting van de V die voor Vlaams staat in o.a. vrt en VTM.

    Wat klemtonen betreft kan voor het West-Vlaams algemeen gesteld worden dat de klemtoon zeer dikwijls op de eerste lettergreep ligt (zoals ook in het nabije(re) Engels), ook en wellicht het meest opmerkelijk bij eigennamen. Bijvoorbeeld, waar een doorsnee Vlaming of Nederlander de naam Stefanie zal uitspreken zoals de Fransen, met de klemtoon op de laatste lettergreep, heet deze vrouw in West-Vlaanderen Stefanie. De West-Vlaamse politieker Vande Lanotte heet in zijn thuisprovincie Vande Lanotte.

    zie ook Breda, Spa: vokaalreductie

    alfabetische lijst:

    ‘s anderendaags: VL: san·dren·da(a)gs; NL: san·de·ren·daags
    Afrika: VL: a·fri·ka; NL: aa·fri·kaa
    Amerika: VL: a·mee·ri·ka; NL: a·mee·ri·kaa
    Antarctica (idem Arctica): an·tarc·ti·ca; NL: an·tarc·ti·caa
    archipel: VL: ar·chi·pel; NL: ar·chi·pel
    asfalt: VL: as·falt; NL: as·falt
    azalea: VL: a·za·lee·ja; NL: a·zaa·lee·jaa
    Belgrado: VL: bel·gra·do; NL: bel·gra·do
    Bernard: VL: ber·naar (Frans); NL: bern·(h)art (Engels)
    bijna: VL: bij·na(a)/be·na(a) (zie ook bekan); NL: bij·naa
    bikini: VL: bi·ki·ni; NL: bi·ki·ni
    braderie: VL: bra·de·ri; NL: braa·de·rie
    braderij: VL: bra·de·rij; braa·de·rij
    burgemeester: VL: bur·ge·mees·ter; NL: bur·ge·mees·ter
    cacao: VL: ca·ca·oo; NL: ca·caa·oo
    carnaval: VL: kar·na·val (Frans); NL: kar·na·val (Engels)
    casino: VL: ca·zi·noo; NL: ca·sie·noo (zie ook Vlaamse geslachten)
    catalogus: VL: ca·ta·loo·gus (scherpe u; eigenlijk eerder cataloog); NL: ca·taa·lo·chus (doffe u)
    cichorei: VL: sjie·ko·rei; NL: sie·cho·rei (± fonetisch)
    clitoris: VL: cli·too·ris (beide i’s als in fiets); NL: cli·to·ris (beide i’s als in dik)
    compagnie: VL: kom.pa.nie; NL-SN: kom.panj.ie
    conciërge: VL: kon·s·jer·zje (± Frans); NL: kon·zjer·zje
    coup: VL: koe (Frans); NL: koep (± fonetisch)
    dement: VL: dee·ment; NL: de ment
    dementie: VL: dee·men·sie; NL: de·men·tsie
    detective: VL: de·tek·tie·ve/de·dek·tie·ve (fonetisch); NL: die·tek·tif (Engels)
    Doornroosje: VL: doo·rn·roo·sje; NL: doo·rn·roo·sje
    doorprikken: VL: door·prik·ken; NL: door·prik·ken
    dossier: VL: dos·sier (fonetisch); NL: do·sjee (Frans)
    elixir: VL: ee·liek·sier/ee·lieg·zier (Arabisch, ‘g’ uitgesproken als in het Engelse ‘good’); NL: ee·lik·ser (‘lik’ uitgesproken als ‘dik’)
    encyclopedie: VL: en·cy·clo·pe·die (fonetisch); NL: aun·cy·clo·pe·die (Frans, de ‘aun’ is nasaal)
    energie: VL: e·ner·gie (fonetisch); NL: e·ner·zjie/e·ner·sjie (Frans)
    essay: VL: es· (Frans); NL: es·seej/es·seej (Engels)
    Europa: VL: eu·roo·pa; NL: eu·roo·paa
    festival: VL: fest·ti·val; NL: fes·ti·val
    flirten: VL: flir·ten (fonetisch); NL: fleur·ten (Engels)
    foto: VL: fo·too; NL: foo·too
    fotografie: VL: fo·to·gra·fie; NL: foo·too·gra·fie
    garantie: VL: ga·ran·tie (Frans; ook ga·ran·sie); NL: ga·ran·tsie
    gelijkvloers: VL: ge·lijk·vloers; NL: ge·lijk·vloers
    Gerard: VL: zjee·raar (Frans); NL: gee·rart (fonetisch)
    gilet: VL: zjie·lee; NL: zjie·lèt
    hifi: VL: haai·fi (Brits Engels); NL: haai·faai (Amerikaans Engels)
    hostess: VL: hos·tès; NL: hos·tes (Engels)
    hygiëne: VL: hy·gjee·ne; NL: hy·gjèè·ne (Frans)
    ingewikkeld: VL: in·ge·wik·keld; NL: in·ge·wik·keld
    intrige: VL: in·trie·ge (fonetisch); NL: in·trie·zje/in·trie·sje (hypercorrecte uitspraak van intrige met /ž/ -Frans intrigue)
    Israël: VL: iez·ra·jel (‘i’ als in ‘kiwi’); NL: is·ra·‘el (‘i’ als in ‘dik’)
    item: VL: i·tem (korte i, doffe e); NL: aaj·tem (Engels)
    jacuzzi: dja·koe·zi/zja·koe·zi; NL: ja·koe·zi
    jenever: VL: zje·nee·ver; NL: je·nee·ver (fonetisch)
    Jos: VL: zjos; NL: jos
    kameleon: VL: ka·mee·lee·jon; NL: ka·mee·lie·jon
    kathedraal: VL: ka·tee·draal; NL: kat·te·draal
    Koran: VL: koo·ran; NL: ko·raan
    landrover: VL: land·roe·ver; NL: land·ro·ver
    lavabo: VL: la·va·boo; NL: la·vaa·boo/la·vaa·boo
    Lutgart: VL: lut·gart; NL: lutgart
    mammoet: VL: mam·moet; NL: mam·moet
    meteen: VL en NL: mè·teen (‘mè’ als in ‘bed’); VL media: me·teen (‘me’ als in ‘der’)
    Monaco: VL: Mo·na·coo; NL: Moo·naa·coo
    monopoly: VL: mo·no·poo·ly; NL: mo·noo·pe·ly (Engels)
    namiddag: VL: na·mid·dag; NL: na·mid·dag
    nasi (goreng): VL: naa·zi; NL: na·si
    Nieuwjaar: VL: nieuw·jaar; NL: nieuw·jaar
    Nobelprijs: VL: No·bel.prijs; NL: No.bèl·prijs
    nostalgie: VL: nos·tal·gie (fonetisch); NL: nos·tal·zjie/nos·tal·sjie (Frans)
    nylon: VL: ni·lon / nij·lon (Frans / vervlaamst); NL: naaj·lon (Engels)
    omwenteling: VL: om·wen·te·ling; NL: om·wen·te·ling
    onderhoud: VL: on·der·houd; NL: on·der·houd
    parameter: VL: pa·ra·mee·ter; NL: pa·raa·m?·ter
    parfum: VL: par·fui (Frans, de ‘ui’ is nasaal); NL: par·fum (fonetisch)
    passagier: VL: pas·sa·gier (fonetisch); NL: pas·sa·zjier/pas·sa·sjier
    pedalo: VL: pee·da·loo; NL: pee·daa·loo
    per: VL: ‘per’ als ‘der’; NL: ‘per’ als ‘ver’
    percent: VL: per·cent (‘per’ als ‘der’); NL: per·cent (‘per’ als ‘ver’)
    per se: VL: per see (‘per’ als ‘der’); NL: pèr see (Latijn, ‘pèr’ als ‘ver’)
    pikken: VL: pi·ken; NL: p?·ken
    pistolet: VL: pis·to·lee; NL: pis·to·lèt
    platform: VL: plat·form; NL: plat·form
    pyjama: VL: pi·zja·ma; NL: pie·jaa·maa
    record: VL: re·kort (fonetisch); NL: ree·koor (Frans)
    recital: VL: re·si·tal (scherpe i, Frans); NL: rie·saaj·tel (Engels)
    reünie: VL: ree·ju·nie; NL: ree·u·nie (Franse klemtoon)
    Robert: VL: ro·beir (Frans); NL: ro(o)·bert (Engels)
    robot: VL: ro·bot; NL: roo·bot
    rondpunt: VL: rond·punt; NL: rond·punt
    Roodkapje: VL: rood·kap·je; NL: rood·kap·je
    salami: VL: sa·la·mi; NL: sa·laa·mi
    sceptisch: VL: sep·ties; NL: skep·ties
    service: VL: ser·vis (scherpe i, Frans); NL: seur·vis (doffe i, Engels)
    Sneeuwwitje: VL: sneeuw·wi·tje; NL: sneeuw·wit·je
    stadhuis: VL: sta·tuis; NL: stad·huis
    steak: VL: stek/stik (Frans); NL: steek (Engels)
    super, hyper: VL én NL: su·per, hy·per; VL media: sup·per, hip·per
    tabak: VL: ta·bak (zie ook toebak); NL: ta·bak (Frans)
    tarmac: VL: tar·mac; SN: tar·mac
    Tenerife: VL: ·ne·rif ; NL: tee·nee·rie·fee
    tenzij: VL: ten·zij (‘e’ als in ‘der’, komt van "’t en zij’); NL: ten·zij, ten·zij (‘e’ in beide varianten als in ‘bed’)
    terras: VL: tèr·ras; NL: te ras
    ticket: VL: tie·kèt (Frans); NL: tik·ket (Engels)
    trainen: VL: trei·nen; NL: treej·nen (Engels)
    vanille: VL: va·nie·le (fonetisch); NL: va·nie·je (Frans)
    verkoop: VL: ver·koop; NL: vér·koop (tegen alle regels in)
    voormiddag: VL: voor·mid·dag; NL: voor·mid·dag
    vrijgezel: VL: vrij·ge·zel; NL: vrij·ge·zel
    werkloos: VL: werk·loos; NL: werk·loos
    werkloosheid: VL: werk·loos·heid; NL: werk·loos·heid
    werknemer: VL: werk·nee·mer; NL: werk·nee·mer
    wodka: VL: vod·ka (Slavisch, de ‘d’ is eerder stemhebbend); NL: wot·kaa (de ‘t’ is stemloos)
    yoghurt: VL: joe·choert (soms joe·goert; ± Turks); NL: jo·chert, jo·ggert (fonetisch)
    zonsondergang: VL: zon·zon·der·gang; NL: zons·on·der·gang
    zonsopgang: VL: zon·zop·gang; NL: zons·op·gang

    woorden op —ist/—isme/—isch: VL: —ist/—isme/—isch (‘i’ als in ‘fiets’); NL: —?st/—?sme/—?sch (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —tie: VL: —sie; NL: —tsie
    woorden op —tje/—dje: VL: —tje (de t- en j-klanken komen samen zoals in ‘checken’); NL: —t·je (de t- en j-klanken worden apart uitgesproken)
    woorden met —ci— of —ti— (bv. ‘officieel’, ‘politioneel’): VL: —s·j— (de s- en j-klanken worden apart uitgesproken); NL: —sj—, —tsj— (de s- en j-klanken komen samen zoals in ‘sjaal’ of ‘checken’)
    woorden met dis—: VL: dis— (‘i’ als in ‘fiets’); NL: d?s— (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —achtig: VL: klemtoon op woord zelf; NL: klemtoon op achtig en adempauze tussen woord en achtig → bv. VL: ze·nu·wach·tig; NL: ze·nuw acht·ig

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 17 Nov 2019 02:20
    114 reactie(s)

    Versie 91

    Vlaamse uitspraak
    (uitspraakvarianten)

    Heel wat woorden worden in Vlaanderen anders uitgesproken dan in Nederland. Dan gaat het niet zozeer over regelgebonden uitspraken zoals de zachte g, maar over woorden zoals pyjama dat in Vlaanderen als pie-zja-ma en in Nederland als pie-jaa-maa uitgesproken wordt. Of over klemtonen zoals bij burgemeester waarbij in Vlaanderen het accent op de eerste lettergreep valt en in Nederland op de derde. Bij leenwoorden hanteert men in Nederland zeer dikwijls een nabootsing volgens de Nederlandse klankwetten van de klanken in de oorspronkelijke taal (meestal Engels of Frans), terwijl de uitspraak in Vlaanderen vervlaamst wordt. Soms wordt in Vlaanderen een Franse uitspraak gehanteerd, dan volgt de uitspraak in Nederland meestal het Engels.

    Voor Engelse leenwoorden met korte a is er een afzonderlijk lemma waar deze gevallen ondergebracht kunnen worden.

    Het spijtige is dat de Vlaamse media voor deze woorden de Nederlandse uitspraak gebruiken ondanks dat de Vlaamse uitspraak in Vlaanderen zeer algemeen is. Dit is een aanfluiting van de V die voor Vlaams staat in o.a. vrt en VTM.

    Wat klemtonen betreft kan voor het West-Vlaams algemeen gesteld worden dat de klemtoon zeer dikwijls op de eerste lettergreep ligt (zoals ook in het nabije(re) Engels), ook en wellicht het meest opmerkelijk bij eigennamen. Bijvoorbeeld, waar een doorsnee Vlaming of Nederlander de naam Stefanie zal uitspreken zoals de Fransen, met de klemtoon op de laatste lettergreep, heet deze vrouw in West-Vlaanderen Stefanie. De West-Vlaamse politieker Vande Lanotte heet in zijn thuisprovincie Vande Lanotte.

    zie ook Breda, Spa: vokaalreductie

    alfabetische lijst:

    ‘s anderendaags: VL: san·dren·da(a)gs; NL: san·de·ren·daags
    Afrika: VL: a·fri·ka; NL: aa·fri·kaa
    Amerika: VL: a·mee·ri·ka; NL: a·mee·ri·kaa
    Antarctica (idem Arctica): an·tarc·ti·ca; NL: an·tarc·ti·caa
    archipel: VL: ar·chi·pel; NL: ar·chi·pel
    asfalt: VL: as·falt; NL: as·falt
    azalea: VL: a·za·lee·ja; NL: a·zaa·lee·jaa
    Belgrado: VL: bel·gra·do; NL: bel·gra·do
    Bernard: VL: ber·naar (Frans); NL: bern·(h)art (Engels)
    bijna: VL: bij·na(a)/be·na(a) (zie ook bekan); NL: bij·naa
    bikini: VL: bi·ki·ni; NL: bi·ki·ni
    braderie: VL: bra·de·ri; NL: braa·de·rie
    braderij: VL: bra·de·rij; braa·de·rij
    burgemeester: VL: bur·ge·mees·ter; NL: bur·ge·mees·ter
    cacao: VL: ca·ca·oo; NL: ca·caa·oo
    carnaval: VL: kar·na·val (Frans); NL: kar·na·val (Engels)
    casino: VL: ca·zi·noo; NL: ca·sie·noo (zie ook Vlaamse geslachten)
    catalogus: VL: ca·ta·loo·gus (scherpe u; eigenlijk eerder cataloog); NL: ca·taa·lo·chus (doffe u)
    cichorei: VL: sjie·ko·rei; NL: sie·cho·rei (± fonetisch)
    clitoris: VL: cli·too·ris (beide i’s als in fiets); NL: cli·to·ris (beide i’s als in dik)
    compagnie: VL: kom.pa.nie; NL-SN: kom.panj.ie
    conciërge: VL: kon·s·jer·zje (± Frans); NL: kon·zjer·zje
    coup: VL: koe (Frans); NL: koep (± fonetisch)
    dement: VL: dee·ment; NL: de ment
    dementie: VL: dee·men·sie; NL: de·men·tsie
    detective: VL: de·tek·tie·ve/de·dek·tie·ve (fonetisch); NL: die·tek·tif (Engels)
    Doornroosje: VL: doo·rn·roo·sje; NL: doo·rn·roo·sje
    doorprikken: VL: door·prik·ken; NL: door·prik·ken
    dossier: VL: dos·sier (fonetisch); NL: do·sjee (Frans)
    elixir: VL: ee·liek·sier/ee·lieg·zier (Arabisch, ‘g’ uitgesproken als in het Engelse ‘good’); NL: ee·lik·ser (‘lik’ uitgesproken als ‘dik’)
    encyclopedie: VL: en·cy·clo·pe·die (fonetisch); NL: aun·cy·clo·pe·die (Frans, de ‘aun’ is nasaal)
    energie: VL: e·ner·gie (fonetisch); NL: e·ner·zjie/e·ner·sjie (Frans)
    essay: VL: es· (Frans); NL: es·seej/es·seej (Engels)
    Europa: VL: eu·roo·pa; NL: eu·roo·paa
    festival: VL: fest·ti·val; NL: fes·ti·val
    flirten: VL: flir·ten (fonetisch); NL: fleur·ten (Engels)
    foto: VL: fo·too; NL: foo·too
    fotografie: VL: fo·to·gra·fie; NL: foo·too·gra·fie
    garantie: VL: ga·ran·tie (Frans; ook ga·ran·sie); NL: ga·ran·tsie
    gelijkvloers: VL: ge·lijk·vloers; NL: ge·lijk·vloers
    Gerard: VL: zjee·raar (Frans); NL: gee·rart (fonetisch)
    gilet: VL: zjie·lee; NL: zjie·lèt
    hifi: VL: haai·fi (Brits Engels); NL: haai·faai (Amerikaans Engels)
    hostess: VL: hos·tès; NL: hos·tes (Engels)
    hygiëne: VL: hy·gjee·ne; NL: hy·gjèè·ne (Frans)
    ingewikkeld: VL: in·ge·wik·keld; NL: in·ge·wik·keld
    intrige: VL: in·trie·ge (fonetisch); NL: in·trie·zje/in·trie·sje (hypercorrecte uitspraak van intrige met /ž/ -Frans intrigue)
    Israël: VL: iez·ra·jel (‘i’ als in ‘kiwi’); NL: is·ra·‘el (‘i’ als in ‘dik’)
    item: VL: i·tem (korte i, doffe e); NL: aaj·tem (Engels)
    jacuzzi: dja·koe·zi/zja·koe·zi; NL: ja·koe·zi
    jenever: VL: zje·nee·ver; NL: je·nee·ver (fonetisch)
    Jos: VL: zjos; NL: jos
    kameleon: VL: ka·mee·lee·jon; NL: ka·mee·lie·jon
    kathedraal: VL: ka·tee·draal; NL: kat·te·draal
    Koran: VL: koo·ran; NL: ko·raan
    lavabo: VL: la·va·boo; NL: la·vaa·boo/la·vaa·boo
    Lutgart: VL: lut·gart; NL: lutgart
    mammoet: VL: mam·moet; NL: mam·moet
    meteen: VL en NL: mè·teen (‘mè’ als in ‘bed’); VL media: me·teen (‘me’ als in ‘der’)
    Monaco: VL: Mo·na·coo; NL: Moo·naa·coo
    monopoly: VL: mo·no·poo·ly; NL: mo·noo·pe·ly (Engels)
    namiddag: VL: na·mid·dag; NL: na·mid·dag
    nasi (goreng): VL: naa·zi; NL: na·si
    Nieuwjaar: VL: nieuw·jaar; NL: nieuw·jaar
    Nobelprijs: VL: No·bel.prijs; NL: No.bèl·prijs
    nostalgie: VL: nos·tal·gie (fonetisch); NL: nos·tal·zjie/nos·tal·sjie (Frans)
    nylon: VL: ni·lon / nij·lon (Frans / vervlaamst); NL: naaj·lon (Engels)
    omwenteling: VL: om·wen·te·ling; NL: om·wen·te·ling
    onderhoud: VL: on·der·houd; NL: on·der·houd
    parameter: VL: pa·ra·mee·ter; NL: pa·raa·m?·ter
    parfum: VL: par·fui (Frans, de ‘ui’ is nasaal); NL: par·fum (fonetisch)
    passagier: VL: pas·sa·gier (fonetisch); NL: pas·sa·zjier/pas·sa·sjier
    pedalo: VL: pee·da·loo; NL: pee·daa·loo
    per: VL: ‘per’ als ‘der’; NL: ‘per’ als ‘ver’
    percent: VL: per·cent (‘per’ als ‘der’); NL: per·cent (‘per’ als ‘ver’)
    per se: VL: per see (‘per’ als ‘der’); NL: pèr see (Latijn, ‘pèr’ als ‘ver’)
    pikken: VL: pi·ken; NL: p?·ken
    pistolet: VL: pis·to·lee; NL: pis·to·lèt
    platform: VL: plat·form; NL: plat·form
    pyjama: VL: pi·zja·ma; NL: pie·jaa·maa
    record: VL: re·kort (fonetisch); NL: ree·koor (Frans)
    recital: VL: re·si·tal (scherpe i, Frans); NL: rie·saaj·tel (Engels)
    reünie: VL: ree·ju·nie; NL: ree·u·nie (Franse klemtoon)
    Robert: VL: ro·beir (Frans); NL: ro(o)·bert (Engels)
    robot: VL: ro·bot; NL: roo·bot
    rondpunt: VL: rond·punt; NL: rond·punt
    Roodkapje: VL: rood·kap·je; NL: rood·kap·je
    salami: VL: sa·la·mi; NL: sa·laa·mi
    sceptisch: VL: sep·ties; NL: skep·ties
    service: VL: ser·vis (scherpe i, Frans); NL: seur·vis (doffe i, Engels)
    Sneeuwwitje: VL: sneeuw·wi·tje; NL: sneeuw·wit·je
    stadhuis: VL: sta·tuis; NL: stad·huis
    steak: VL: stek/stik (Frans); NL: steek (Engels)
    super, hyper: VL én NL: su·per, hy·per; VL media: sup·per, hip·per
    tabak: VL: ta·bak (zie ook toebak); NL: ta·bak (Frans)
    tarmac: VL: tar·mac; SN: tar·mac
    Tenerife: VL: ·ne·rif ; NL: tee·nee·rie·fee
    tenzij: VL: ten·zij (‘e’ als in ‘der’, komt van "’t en zij’); NL: ten·zij, ten·zij (‘e’ in beide varianten als in ‘bed’)
    terras: VL: tèr·ras; NL: te ras
    ticket: VL: tie·kèt (Frans); NL: tik·ket (Engels)
    trainen: VL: trei·nen; NL: treej·nen (Engels)
    vanille: VL: va·nie·le (fonetisch); NL: va·nie·je (Frans)
    verkoop: VL: ver·koop; NL: vér·koop (tegen alle regels in)
    voormiddag: VL: voor·mid·dag; NL: voor·mid·dag
    vrijgezel: VL: vrij·ge·zel; NL: vrij·ge·zel
    werkloos: VL: werk·loos; NL: werk·loos
    werkloosheid: VL: werk·loos·heid; NL: werk·loos·heid
    werknemer: VL: werk·nee·mer; NL: werk·nee·mer
    wodka: VL: vod·ka (Slavisch, de ‘d’ is eerder stemhebbend); NL: wot·kaa (de ‘t’ is stemloos)
    yoghurt: VL: joe·choert (soms joe·goert; ± Turks); NL: jo·chert, jo·ggert (fonetisch)
    zonsondergang: VL: zon·zon·der·gang; NL: zons·on·der·gang
    zonsopgang: VL: zon·zop·gang; NL: zons·op·gang

    woorden op —ist/—isme/—isch: VL: —ist/—isme/—isch (‘i’ als in ‘fiets’); NL: —?st/—?sme/—?sch (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —tie: VL: —sie; NL: —tsie
    woorden op —tje/—dje: VL: —tje (de t- en j-klanken komen samen zoals in ‘checken’); NL: —t·je (de t- en j-klanken worden apart uitgesproken)
    woorden met —ci— of —ti— (bv. ‘officieel’, ‘politioneel’): VL: —s·j— (de s- en j-klanken worden apart uitgesproken); NL: —sj—, —tsj— (de s- en j-klanken komen samen zoals in ‘sjaal’ of ‘checken’)
    woorden met dis—: VL: dis— (‘i’ als in ‘fiets’); NL: d?s— (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —achtig: VL: klemtoon op woord zelf; NL: klemtoon op achtig en adempauze tussen woord en achtig → bv. VL: ze·nu·wach·tig; NL: ze·nuw acht·ig

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 30 Oct 2019 20:50
    114 reactie(s)

    Versie 90

    Vlaamse uitspraak
    (uitspraakvarianten)

    Heel wat woorden worden in Vlaanderen anders uitgesproken dan in Nederland. Dan gaat het niet zozeer over regelgebonden uitspraken zoals de zachte g, maar over woorden zoals pyjama dat in Vlaanderen als pie-zja-ma en in Nederland als pie-jaa-maa uitgesproken wordt. Of over klemtonen zoals bij burgemeester waarbij in Vlaanderen het accent op de eerste lettergreep valt en in Nederland op de derde. Bij leenwoorden hanteert men in Nederland zeer dikwijls een nabootsing volgens de Nederlandse klankwetten van de klanken in de oorspronkelijke taal (meestal Engels of Frans), terwijl de uitspraak in Vlaanderen vervlaamst wordt. Soms wordt in Vlaanderen een Franse uitspraak gehanteerd, dan volgt de uitspraak in Nederland meestal het Engels.

    Voor Engelse leenwoorden met korte a is er een afzonderlijk lemma waar deze gevallen ondergebracht kunnen worden.

    Het spijtige is dat de Vlaamse media voor deze woorden de Nederlandse uitspraak gebruiken ondanks dat de Vlaamse uitspraak in Vlaanderen zeer algemeen is. Dit is een aanfluiting van de V die voor Vlaams staat in o.a. vrt en VTM.

    Wat klemtonen betreft kan voor het West-Vlaams algemeen gesteld worden dat de klemtoon zeer dikwijls op de eerste lettergreep ligt (zoals ook in het nabije(re) Engels), ook en wellicht het meest opmerkelijk bij eigennamen. Bijvoorbeeld, waar een doorsnee Vlaming of Nederlander de naam Stefanie zal uitspreken zoals de Fransen, met de klemtoon op de laatste lettergreep, heet deze vrouw in West-Vlaanderen Stefanie. De West-Vlaamse politieker Vande Lanotte heet in zijn thuisprovincie Vande Lanotte.

    zie ook Breda, Spa: vokaalreductie

    alfabetische lijst:

    ‘s anderendaags: VL: san·dren·da(a)gs; NL: san·de·ren·daags
    Afrika: VL: a·fri·ka; NL: aa·fri·kaa
    Amerika: VL: a·mee·ri·ka; NL: a·mee·ri·kaa
    Antarctica (idem Arctica): an·tarc·ti·ca; NL: an·tarc·ti·caa
    archipel: VL: ar·chi·pel; NL: ar·chi·pel
    asfalt: VL: as·falt; NL: as·falt
    azalea: VL: a·za·lee·ja; NL: a·zaa·lee·jaa
    Belgrado: VL: bel·gra·do; NL: bel·gra·do
    Bernard: VL: ber·naar (Frans); NL: bern·(h)art (Engels)
    bijna: VL: bij·na(a)/be·na(a) (zie ook bekan); NL: bij·naa
    bikini: VL: bi·ki·ni; NL: bi·ki·ni
    braderie: VL: bra·de·ri; NL: braa·de·rie
    braderij: VL: bra·de·rij; braa·de·rij
    burgemeester: VL: bur·ge·mees·ter; NL: bur·ge·mees·ter
    cacao: VL: ca·ca·oo; NL: ca·caa·oo
    carnaval: VL: kar·na·val (Frans); NL: kar·na·val (Engels)
    casino: VL: ca·zi·noo; NL: ca·sie·noo (zie ook Vlaamse geslachten)
    catalogus: VL: ca·ta·loo·gus (scherpe u; eigenlijk eerder cataloog); NL: ca·taa·lo·chus (doffe u)
    cichorei: VL: sjie·ko·rei; NL: sie·cho·rei (± fonetisch)
    clitoris: VL: cli·too·ris (beide i’s als in fiets); NL: cli·to·ris (beide i’s als in dik)
    compagnie: VL: kom.pa.nie; NL-SN: kom.panj.ie
    conciërge: VL: kon·s·jer·zje (± Frans); NL: kon·zjer·zje
    coup: VL: koe (Frans); NL: koep (± fonetisch)
    dement: VL: dee·ment; NL: de ment
    dementie: VL: dee·men·sie; NL: de·men·tsie
    detective: VL: de·tek·tie·ve/de·dek·tie·ve (fonetisch); NL: die·tek·tif (Engels)
    Doornroosje: VL: doo·rn·roo·sje; NL: doo·rn·roo·sje
    doorprikken: VL: door·prik·ken; NL: door·prik·ken
    dossier: VL: dos·sier (fonetisch); NL: do·sjee (Frans)
    elixir: VL: ee·liek·sier/ee·lieg·zier (Arabisch, ‘g’ uitgesproken als in het Engelse ‘good’); NL: ee·lik·ser (‘lik’ uitgesproken als ‘dik’)
    encyclopedie: VL: en·cy·clo·pe·die (fonetisch); NL: aun·cy·clo·pe·die (Frans, de ‘aun’ is nasaal)
    energie: VL: e·ner·gie (fonetisch); NL: e·ner·zjie/e·ner·sjie (Frans)
    essay: VL: es· (Frans); NL: es·seej/es·seej (Engels)
    Europa: VL: eu·roo·pa; NL: eu·roo·paa
    festival: VL: fest·ti·val; NL: fes·ti·val
    flirten: VL: flir·ten (fonetisch); NL: fleur·ten (Engels)
    foto: VL: fo·too; NL: foo·too
    fotografie: VL: fo·to·gra·fie; NL: foo·too·gra·fie
    garantie: VL: ga·ran·tie (Frans; ook ga·ran·sie); NL: ga·ran·tsie
    gelijkvloers: VL: ge·lijk·vloers; NL: ge·lijk·vloers
    Gerard: VL: zjee·raar (Frans); NL: gee·rart (fonetisch)
    gilet: VL: zjie·lee; NL: zjie·lèt
    hifi: VL: haai·fi (Brits Engels); NL: haai·faai (Amerikaans Engels)
    hostess: VL: hos·tès; NL: hos·tes (Engels)
    hygiëne: VL: hy·gjee·ne; NL: hy·gjèè·ne (Frans)
    ingewikkeld: VL: in·ge·wik·keld; NL: in·ge·wik·keld
    intrige: VL: in·trie·ge (fonetisch); NL: in·trie·zje/in·trie·sje (hypercorrecte uitspraak van intrige met /ž/ -Frans intrigue)
    Israël: VL: iez·ra·jel (‘i’ als in ‘kiwi’); NL: is·ra·‘el (‘i’ als in ‘dik’)
    item: VL: i·tem (korte i, doffe e); NL: aaj·tem (Engels)
    jacuzzi: dja·koe·zi/zja·koe·zi; NL: ja·koe·zi
    jenever: VL: zje·nee·ver; NL: je·nee·ver (fonetisch)
    Jos: VL: zjos; NL: jos
    kameleon: VL: ka·mee·lee·jon; NL: ka·mee·lie·jon
    kathedraal: VL: ka·tee·draal; NL: kat·te·draal
    Koran: VL: koo·ran; NL: ko·raan
    lavabo: VL: la·va·boo; NL: la·vaa·boo/la·vaa·boo
    Lutgart: VL: lut·gart; NL: lutgart
    mammoet: VL: mam·moet; NL: mam·moet
    meteen: VL en NL: mè·teen (‘mè’ als in ‘bed’); VL media: me·teen (‘me’ als in ‘der’)
    Monaco: VL: Mo·na·coo; NL: Moo·naa·coo
    monopoly: VL: mo·no·poo·ly; NL: mo·noo·pe·ly (Engels)
    namiddag: VL: na·mid·dag; NL: na·mid·dag
    nasi (goreng): VL: naa·zi; NL: na·si
    Nieuwjaar: VL: nieuw·jaar; NL: nieuw·jaar
    Nobelprijs: VL: No·bel.prijs; NL: No.bèl·prijs
    nostalgie: VL: nos·tal·gie (fonetisch); NL: nos·tal·zjie/nos·tal·sjie (Frans)
    nylon: VL: ni·lon / nij·lon (Frans / vervlaamst); NL: naaj·lon (Engels)
    omwenteling: VL: om·wen·te·ling; NL: om·wen·te·ling
    onderhoud: VL: on·der·houd; NL: on·der·houd
    parameter: VL: pa·ra·mee·ter; NL: pa·raa·m?·ter
    parfum: VL: par·fui (Frans, de ‘ui’ is nasaal); NL: par·fum (fonetisch)
    passagier: VL: pas·sa·gier (fonetisch); NL: pas·sa·zjier/pas·sa·sjier
    per: VL: ‘per’ als ‘der’; NL: ‘per’ als ‘ver’
    percent: VL: per·cent (‘per’ als ‘der’); NL: per·cent (‘per’ als ‘ver’)
    per se: VL: per see (‘per’ als ‘der’); NL: pèr see (Latijn, ‘pèr’ als ‘ver’)
    pikken: VL: pi·ken; NL: p?·ken
    pistolet: VL: pis·to·lee; NL: pis·to·lèt
    platform: VL: plat·form; NL: plat·form
    pyjama: VL: pi·zja·ma; NL: pie·jaa·maa
    record: VL: re·kort (fonetisch); NL: ree·koor (Frans)
    recital: VL: re·si·tal (scherpe i, Frans); NL: rie·saaj·tel (Engels)
    reünie: VL: ree·ju·nie; NL: ree·u·nie (Franse klemtoon)
    Robert: VL: ro·beir (Frans); NL: ro(o)·bert (Engels)
    robot: VL: ro·bot; NL: roo·bot
    rondpunt: VL: rond·punt; NL: rond·punt
    Roodkapje: VL: rood·kap·je; NL: rood·kap·je
    salami: VL: sa·la·mi; NL: sa·laa·mi
    sceptisch: VL: sep·ties; NL: skep·ties
    service: VL: ser·vis (scherpe i, Frans); NL: seur·vis (doffe i, Engels)
    Sneeuwwitje: VL: sneeuw·wi·tje; NL: sneeuw·wit·je
    stadhuis: VL: sta·tuis; NL: stad·huis
    steak: VL: stek/stik (Frans); NL: steek (Engels)
    super, hyper: VL én NL: su·per, hy·per; VL media: sup·per, hip·per
    tabak: VL: ta·bak (zie ook toebak); NL: ta·bak (Frans)
    tarmac: VL: tar·mac; SN: tar·mac
    Tenerife: VL: ·ne·rif ; NL: tee·nee·rie·fee
    tenzij: VL: ten·zij (‘e’ als in ‘der’, komt van "’t en zij’); NL: ten·zij, ten·zij (‘e’ in beide varianten als in ‘bed’)
    terras: VL: tèr·ras; NL: te ras
    ticket: VL: tie·kèt (Frans); NL: tik·ket (Engels)
    trainen: VL: trei·nen; NL: treej·nen (Engels)
    vanille: VL: va·nie·le (fonetisch); NL: va·nie·je (Frans)
    verkoop: VL: ver·koop; NL: vér·koop (tegen alle regels in)
    voormiddag: VL: voor·mid·dag; NL: voor·mid·dag
    vrijgezel: VL: vrij·ge·zel; NL: vrij·ge·zel
    werkloos: VL: werk·loos; NL: werk·loos
    werkloosheid: VL: werk·loos·heid; NL: werk·loos·heid
    werknemer: VL: werk·nee·mer; NL: werk·nee·mer
    wodka: VL: vod·ka (Slavisch, de ‘d’ is eerder stemhebbend); NL: wot·kaa (de ‘t’ is stemloos)
    yoghurt: VL: joe·choert (soms joe·goert; ± Turks); NL: jo·chert, jo·ggert (fonetisch)
    zonsondergang: VL: zon·zon·der·gang; NL: zons·on·der·gang
    zonsopgang: VL: zon·zop·gang; NL: zons·op·gang

    woorden op —ist/—isme/—isch: VL: —ist/—isme/—isch (‘i’ als in ‘fiets’); NL: —?st/—?sme/—?sch (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —tie: VL: —sie; NL: —tsie
    woorden op —tje/—dje: VL: —tje (de t- en j-klanken komen samen zoals in ‘checken’); NL: —t·je (de t- en j-klanken worden apart uitgesproken)
    woorden met —ci— of —ti— (bv. ‘officieel’, ‘politioneel’): VL: —s·j— (de s- en j-klanken worden apart uitgesproken); NL: —sj—, —tsj— (de s- en j-klanken komen samen zoals in ‘sjaal’ of ‘checken’)
    woorden met dis—: VL: dis— (‘i’ als in ‘fiets’); NL: d?s— (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —achtig: VL: klemtoon op woord zelf; NL: klemtoon op achtig en adempauze tussen woord en achtig → bv. VL: ze·nu·wach·tig; NL: ze·nuw acht·ig

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 22 Sep 2019 17:07
    114 reactie(s)

    Versie 89

    Vlaamse uitspraak
    (uitspraakvarianten)

    Heel wat woorden worden in Vlaanderen anders uitgesproken dan in Nederland. Dan gaat het niet zozeer over regelgebonden uitspraken zoals de zachte g, maar over woorden zoals pyjama dat in Vlaanderen als pie-zja-ma en in Nederland als pie-jaa-maa uitgesproken wordt. Of over klemtonen zoals bij burgemeester waarbij in Vlaanderen het accent op de eerste lettergreep valt en in Nederland op de derde. Bij leenwoorden hanteert men in Nederland zeer dikwijls een nabootsing volgens de Nederlandse klankwetten van de klanken in de oorspronkelijke taal (meestal Engels of Frans), terwijl de uitspraak in Vlaanderen vervlaamst wordt. Soms wordt in Vlaanderen een Franse uitspraak gehanteerd, dan volgt de uitspraak in Nederland meestal het Engels.

    Voor Engelse leenwoorden met korte a is er een afzonderlijk lemma waar deze gevallen ondergebracht kunnen worden.

    Het spijtige is dat de Vlaamse media voor deze woorden de Nederlandse uitspraak gebruiken ondanks dat de Vlaamse uitspraak in Vlaanderen zeer algemeen is. Dit is een aanfluiting van de V die voor Vlaams staat in o.a. vrt en VTM.

    Wat klemtonen betreft kan voor het West-Vlaams algemeen gesteld worden dat de klemtoon zeer dikwijls op de eerste lettergreep ligt (zoals ook in het nabije(re) Engels), ook en wellicht het meest opmerkelijk bij eigennamen. Bijvoorbeeld, waar een doorsnee Vlaming of Nederlander de naam Stefanie zal uitspreken zoals de Fransen, met de klemtoon op de laatste lettergreep, heet deze vrouw in West-Vlaanderen Stefanie. De West-Vlaamse politieker Vande Lanotte heet in zijn thuisprovincie Vande Lanotte.

    zie ook Breda, Spa: vokaalreductie

    alfabetische lijst:

    ‘s anderendaags: VL: san·dren·da(a)gs; NL: san·de·ren·daags
    Afrika: VL: a·fri·ka; NL: aa·fri·kaa
    Amerika: VL: a·mee·ri·ka; NL: a·mee·ri·kaa
    Antarctica (idem Arctica): an·tarc·ti·ca; NL: an·tarc·ti·caa
    archipel: VL: ar·chi·pel; NL: ar·chi·pel
    asfalt: VL: as·falt; NL: as·falt
    azalea: VL: a·za·lee·ja; NL: a·zaa·lee·jaa
    Belgrado: VL: bel·gra·do; NL: bel·gra·do
    Bernard: VL: ber·naar (Frans); NL: bern·(h)art (Engels)
    bijna: VL: bij·na(a)/be·na(a) (zie ook bekan); NL: bij·naa
    bikini: VL: bi·ki·ni; NL: bi·ki·ni
    burgemeester: VL: bur·ge·mees·ter; NL: bur·ge·mees·ter
    cacao: VL: ca·ca·oo; NL: ca·caa·oo
    carnaval: VL: kar·na·val (Frans); NL: kar·na·val (Engels)
    casino: VL: ca·zi·noo; NL: ca·sie·noo (zie ook Vlaamse geslachten)
    catalogus: VL: ca·ta·loo·gus (scherpe u; eigenlijk eerder cataloog); NL: ca·taa·lo·chus (doffe u)
    cichorei: VL: sjie·ko·rei; NL: sie·cho·rei (± fonetisch)
    clitoris: VL: cli·too·ris (beide i’s als in fiets); NL: cli·to·ris (beide i’s als in dik)
    compagnie: VL: kom.pa.nie; NL-SN: kom.panj.ie
    conciërge: VL: kon·s·jer·zje (± Frans); NL: kon·zjer·zje
    coup: VL: koe (Frans); NL: koep (± fonetisch)
    dement: VL: dee·ment; NL: de ment
    dementie: VL: dee·men·sie; NL: de·men·tsie
    detective: VL: de·tek·tie·ve/de·dek·tie·ve (fonetisch); NL: die·tek·tif (Engels)
    Doornroosje: VL: doo·rn·roo·sje; NL: doo·rn·roo·sje
    doorprikken: VL: door·prik·ken; NL: door·prik·ken
    dossier: VL: dos·sier (fonetisch); NL: do·sjee (Frans)
    elixir: VL: ee·liek·sier/ee·lieg·zier (Arabisch, ‘g’ uitgesproken als in het Engelse ‘good’); NL: ee·lik·ser (‘lik’ uitgesproken als ‘dik’)
    encyclopedie: VL: en·cy·clo·pe·die (fonetisch); NL: aun·cy·clo·pe·die (Frans, de ‘aun’ is nasaal)
    energie: VL: e·ner·gie (fonetisch); NL: e·ner·zjie/e·ner·sjie (Frans)
    essay: VL: es· (Frans); NL: es·seej/es·seej (Engels)
    Europa: VL: eu·roo·pa; NL: eu·roo·paa
    festival: VL: fest·ti·val; NL: fes·ti·val
    flirten: VL: flir·ten (fonetisch); NL: fleur·ten (Engels)
    foto: VL: fo·too; NL: foo·too
    fotografie: VL: fo·to·gra·fie; NL: foo·too·gra·fie
    garantie: VL: ga·ran·tie (Frans; ook ga·ran·sie); NL: ga·ran·tsie
    gelijkvloers: VL: ge·lijk·vloers; NL: ge·lijk·vloers
    Gerard: VL: zjee·raar (Frans); NL: gee·rart (fonetisch)
    gilet: VL: zjie·lee; NL: zjie·lèt
    hifi: VL: haai·fi (Brits Engels); NL: haai·faai (Amerikaans Engels)
    hostess: VL: hos·tès; NL: hos·tes (Engels)
    hygiëne: VL: hy·gjee·ne; NL: hy·gjèè·ne (Frans)
    ingewikkeld: VL: in·ge·wik·keld; NL: in·ge·wik·keld
    intrige: VL: in·trie·ge (fonetisch); NL: in·trie·zje/in·trie·sje (hypercorrecte uitspraak van intrige met /ž/ -Frans intrigue)
    Israël: VL: iez·ra·jel (‘i’ als in ‘kiwi’); NL: is·ra·‘el (‘i’ als in ‘dik’)
    item: VL: i·tem (korte i, doffe e); NL: aaj·tem (Engels)
    jacuzzi: dja·koe·zi/zja·koe·zi; NL: ja·koe·zi
    jenever: VL: zje·nee·ver; NL: je·nee·ver (fonetisch)
    Jos: VL: zjos; NL: jos
    kameleon: VL: ka·mee·lee·jon; NL: ka·mee·lie·jon
    kathedraal: VL: ka·tee·draal; NL: kat·te·draal
    Koran: VL: koo·ran; NL: ko·raan
    lavabo: VL: la·va·boo; NL: la·vaa·boo/la·vaa·boo
    Lutgart: VL: lut·gart; NL: lutgart
    mammoet: VL: mam·moet; NL: mam·moet
    meteen: VL en NL: mè·teen (‘mè’ als in ‘bed’); VL media: me·teen (‘me’ als in ‘der’)
    Monaco: VL: Mo·na·coo; NL: Moo·naa·coo
    monopoly: VL: mo·no·poo·ly; NL: mo·noo·pe·ly (Engels)
    namiddag: VL: na·mid·dag; NL: na·mid·dag
    nasi (goreng): VL: naa·zi; NL: na·si
    Nieuwjaar: VL: nieuw·jaar; NL: nieuw·jaar
    Nobelprijs: VL: No·bel.prijs; NL: No.bèl·prijs
    nostalgie: VL: nos·tal·gie (fonetisch); NL: nos·tal·zjie/nos·tal·sjie (Frans)
    nylon: VL: ni·lon / nij·lon (Frans / vervlaamst); NL: naaj·lon (Engels)
    omwenteling: VL: om·wen·te·ling; NL: om·wen·te·ling
    onderhoud: VL: on·der·houd; NL: on·der·houd
    parameter: VL: pa·ra·mee·ter; NL: pa·raa·m?·ter
    parfum: VL: par·fui (Frans, de ‘ui’ is nasaal); NL: par·fum (fonetisch)
    passagier: VL: pas·sa·gier (fonetisch); NL: pas·sa·zjier/pas·sa·sjier
    per: VL: ‘per’ als ‘der’; NL: ‘per’ als ‘ver’
    percent: VL: per·cent (‘per’ als ‘der’); NL: per·cent (‘per’ als ‘ver’)
    per se: VL: per see (‘per’ als ‘der’); NL: pèr see (Latijn, ‘pèr’ als ‘ver’)
    pikken: VL: pi·ken; NL: p?·ken
    pistolet: VL: pis·to·lee; NL: pis·to·lèt
    platform: VL: plat·form; NL: plat·form
    pyjama: VL: pi·zja·ma; NL: pie·jaa·maa
    record: VL: re·kort (fonetisch); NL: ree·koor (Frans)
    recital: VL: re·si·tal (scherpe i, Frans); NL: rie·saaj·tel (Engels)
    reünie: VL: ree·ju·nie; NL: ree·u·nie (Franse klemtoon)
    Robert: VL: ro·beir (Frans); NL: ro(o)·bert (Engels)
    robot: VL: ro·bot; NL: roo·bot
    rondpunt: VL: rond·punt; NL: rond·punt
    Roodkapje: VL: rood·kap·je; NL: rood·kap·je
    salami: VL: sa·la·mi; NL: sa·laa·mi
    sceptisch: VL: sep·ties; NL: skep·ties
    service: VL: ser·vis (scherpe i, Frans); NL: seur·vis (doffe i, Engels)
    Sneeuwwitje: VL: sneeuw·wi·tje; NL: sneeuw·wit·je
    stadhuis: VL: sta·tuis; NL: stad·huis
    steak: VL: stek/stik (Frans); NL: steek (Engels)
    super, hyper: VL én NL: su·per, hy·per; VL media: sup·per, hip·per
    tabak: VL: ta·bak (zie ook toebak); NL: ta·bak (Frans)
    tarmac: VL: tar·mac; SN: tar·mac
    Tenerife: VL: ·ne·rif ; NL: tee·nee·rie·fee
    tenzij: VL: ten·zij (‘e’ als in ‘der’, komt van "’t en zij’); NL: ten·zij, ten·zij (‘e’ in beide varianten als in ‘bed’)
    terras: VL: tèr·ras; NL: te ras
    ticket: VL: tie·kèt (Frans); NL: tik·ket (Engels)
    trainen: VL: trei·nen; NL: treej·nen (Engels)
    vanille: VL: va·nie·le (fonetisch); NL: va·nie·je (Frans)
    verkoop: VL: ver·koop; NL: vér·koop (tegen alle regels in)
    voormiddag: VL: voor·mid·dag; NL: voor·mid·dag
    vrijgezel: VL: vrij·ge·zel; NL: vrij·ge·zel
    werkloos: VL: werk·loos; NL: werk·loos
    werkloosheid: VL: werk·loos·heid; NL: werk·loos·heid
    werknemer: VL: werk·nee·mer; NL: werk·nee·mer
    wodka: VL: vod·ka (Slavisch, de ‘d’ is eerder stemhebbend); NL: wot·kaa (de ‘t’ is stemloos)
    yoghurt: VL: joe·choert (soms joe·goert; ± Turks); NL: jo·chert, jo·ggert (fonetisch)
    zonsondergang: VL: zon·zon·der·gang; NL: zons·on·der·gang
    zonsopgang: VL: zon·zop·gang; NL: zons·op·gang

    woorden op —ist/—isme/—isch: VL: —ist/—isme/—isch (‘i’ als in ‘fiets’); NL: —?st/—?sme/—?sch (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —tie: VL: —sie; NL: —tsie
    woorden op —tje/—dje: VL: —tje (de t- en j-klanken komen samen zoals in ‘checken’); NL: —t·je (de t- en j-klanken worden apart uitgesproken)
    woorden met —ci— of —ti— (bv. ‘officieel’, ‘politioneel’): VL: —s·j— (de s- en j-klanken worden apart uitgesproken); NL: —sj—, —tsj— (de s- en j-klanken komen samen zoals in ‘sjaal’ of ‘checken’)
    woorden met dis—: VL: dis— (‘i’ als in ‘fiets’); NL: d?s— (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —achtig: VL: klemtoon op woord zelf; NL: klemtoon op achtig en adempauze tussen woord en achtig → bv. VL: ze·nu·wach·tig; NL: ze·nuw acht·ig

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 06 Sep 2019 00:25
    114 reactie(s)

    Versie 88

    Vlaamse uitspraak
    (uitspraakvarianten)

    Heel wat woorden worden in Vlaanderen anders uitgesproken dan in Nederland. Dan gaat het niet zozeer over regelgebonden uitspraken zoals de zachte g, maar over woorden zoals pyjama dat in Vlaanderen als pie-zja-ma en in Nederland als pie-jaa-maa uitgesproken wordt. Of over klemtonen zoals bij burgemeester waarbij in Vlaanderen het accent op de eerste lettergreep valt en in Nederland op de derde. Bij leenwoorden hanteert men in Nederland zeer dikwijls een nabootsing volgens de Nederlandse klankwetten van de klanken in de oorspronkelijke taal (meestal Engels of Frans), terwijl de uitspraak in Vlaanderen vervlaamst wordt. Soms wordt in Vlaanderen een Franse uitspraak gehanteerd, dan volgt de uitspraak in Nederland meestal het Engels.

    Voor Engelse leenwoorden met korte a is er een afzonderlijk lemma waar deze gevallen ondergebracht kunnen worden.

    Het spijtige is dat de Vlaamse media voor deze woorden de Nederlandse uitspraak gebruiken ondanks dat de Vlaamse uitspraak in Vlaanderen zeer algemeen is. Dit is een aanfluiting van de V die voor Vlaams staat in o.a. vrt en VTM.

    Wat klemtonen betreft kan voor het West-Vlaams algemeen gesteld worden dat de klemtoon zeer dikwijls op de eerste lettergreep ligt (zoals ook in het nabije(re) Engels), ook en wellicht het meest opmerkelijk bij eigennamen. Bijvoorbeeld, waar een doorsnee Vlaming of Nederlander de naam Stefanie zal uitspreken zoals de Fransen, met de klemtoon op de laatste lettergreep, heet deze vrouw in West-Vlaanderen Stefanie. De West-Vlaamse politieker Vande Lanotte heet in zijn thuisprovincie Vande Lanotte.

    zie ook Breda, Spa: vokaalreductie

    alfabetische lijst:

    ‘s anderendaags: VL: san·dren·da(a)gs; NL: san·de·ren·daags
    Afrika: VL: a·fri·ka; NL: aa·fri·kaa
    Amerika: VL: a·mee·ri·ka; NL: a·mee·ri·kaa
    Antarctica (idem Arctica): an·tarc·ti·ca; NL: an·tarc·ti·caa
    archipel: VL: ar·chi·pel; NL: ar·chi·pel
    asfalt: VL: as·falt; NL: as·falt
    azalea: VL: a·za·lee·ja; NL: a·zaa·lee·jaa
    Belgrado: VL: bel·gra·do; NL: bel·gra·do
    Bernard: VL: ber·naar (Frans); NL: bern·(h)art (Engels)
    bijna: VL: bij·na(a)/be·na(a) (zie ook bekan); NL: bij·naa
    bikini: VL: bi·ki·ni; NL: bi·ki·ni
    burgemeester: VL: bur·ge·mees·ter; NL: bur·ge·mees·ter
    cacao: VL: ca·ca·oo; NL: ca·caa·oo
    carnaval: VL: kar·na·val (Frans); NL: kar·na·val (Engels)
    casino: VL: ca·zi·noo; NL: ca·sie·noo (zie ook Vlaamse geslachten)
    catalogus: VL: ca·ta·loo·gus (scherpe u; eigenlijk eerder cataloog); NL: ca·taa·lo·chus (doffe u)
    cichorei: VL: sjie·ko·rei; NL: sie·cho·rei (± fonetisch)
    clitoris: VL: cli·too·ris (beide i’s als in fiets); NL: cli·to·ris (beide i’s als in dik)
    compagnie: VL: kom.pa.nie; NL-SN: kom.panj.ie
    conciërge: VL: kon·s·jer·zje (± Frans); NL: kon·zjer·zje
    coup: VL: koe (Frans); NL: koep (± fonetisch)
    dement: VL: dee·ment; NL: de ment
    dementie: VL: dee·men·sie; NL: de·men·tsie
    detective: VL: de·tek·tie·ve/de·dek·tie·ve (fonetisch); NL: die·tek·tif (Engels)
    Doornroosje: VL: doo·rn·roo·sje; NL: doo·rn·roo·sje
    doorprikken: VL: door·prik·ken; NL: door·prik·ken
    dossier: VL: dos·sier (fonetisch); NL: do·sjee (Frans)
    elixir: VL: ee·liek·sier/ee·lieg·zier (Arabisch, ‘g’ uitgesproken als in het Engelse ‘good’); NL: ee·lik·ser (‘lik’ uitgesproken als ‘dik’)
    encyclopedie: VL: en·cy·clo·pe·die (fonetisch); NL: aun·cy·clo·pe·die (Frans, de ‘aun’ is nasaal)
    energie: VL: e·ner·gie (fonetisch); NL: e·ner·zjie/e·ner·sjie (Frans)
    essay: VL: es· (Frans); NL: es·seej/es·seej (Engels)
    Europa: VL: eu·roo·pa; NL: eu·roo·paa
    festival: VL: fest·ti·val; NL: fes·ti·val
    flirten: VL: flir·ten (fonetisch); NL: fleur·ten (Engels)
    foto: VL: fo·too; NL: foo·too
    fotografie: VL: fo·to·gra·fie; NL: foo·too·gra·fie
    garantie: VL: ga·ran·tie (Frans; ook ga·ran·sie); NL: ga·ran·tsie
    gelijkvloers: VL: ge·lijk·vloers; NL: ge·lijk·vloers
    Gerard: VL: zjee·raar (Frans); NL: gee·rart (fonetisch)
    gilet: VL: zjie·lee; NL: zjie·lèt
    hifi: VL: haai·fi (Brits Engels); NL: haai·faai (Amerikaans Engels)
    hostess: VL: hos·tès; NL: hos·tes (Engels)
    hygiëne: VL: hy·gjee·ne; NL: hy·gjèè·ne (Frans)
    ingewikkeld: VL: in·ge·wik·keld; NL: in·ge·wik·keld
    intrige: VL: in·trie·ge (fonetisch); NL: in·trie·zje/in·trie·sje (hypercorrecte uitspraak van intrige met /ž/ -Frans intrigue)
    Israël: VL: iez·ra·jel (‘i’ als in ‘kiwi’); NL: is·ra·‘el (‘i’ als in ‘dik’)
    item: VL: i·tem (korte i, doffe e); NL: aaj·tem (Engels)
    jacuzzi: dja·koe·zi/zja·koe·zi; NL: ja·koe·zi
    jenever: VL: zje·nee·ver; NL: je·nee·ver (fonetisch)
    Jos: VL: zjos; NL: jos
    kameleon: VL: ka·mee·lee·jon; NL: ka·mee·lie·jon
    kathedraal: VL: ka·tee·draal; NL: kat·te·draal
    Koran: VL: koo·ran; NL: ko·raan
    lavabo: VL: la·va·boo; NL: la·vaa·boo/la·vaa·boo
    Lutgart: VL: lut·gart; NL: lutgart
    mammoet: VL: mam·moet; NL: mam·moet
    meteen: VL en NL: mè·teen (‘mè’ als in ‘bed’); VL media: me·teen (‘me’ als in ‘der’)
    Monaco: VL: Mo·na·coo; NL: Moo·naa·coo
    monopoly: VL: mo·no·poo·ly; NL: mo·noo·pe·ly (Engels)
    namiddag: VL: na·mid·dag; NL: na·mid·dag
    nasi (goreng): VL: naa·zi; NL: na·si
    Nieuwjaar: VL: nieuw·jaar; NL: nieuw·jaar
    Nobelprijs: VL: No·bel.prijs; NL: No.bèl·prijs
    nostalgie: VL: nos·tal·gie (fonetisch); NL: nos·tal·zjie/nos·tal·sjie (Frans)
    nylon: VL: ni·lon / nij·lon (Frans / vervlaamst); NL: naaj·lon (Engels)
    omwenteling: VL: om·wen·te·ling; NL: om·wen·te·ling
    onderhoud: VL: on·der·houd; NL: on·der·houd
    parameter: VL: pa·ra·mee·ter; NL: pa·raa·m?·ter
    parfum: VL: par·fui (Frans, de ‘ui’ is nasaal); NL: par·fum (fonetisch)
    passagier: VL: pas·sa·gier (fonetisch); NL: pas·sa·zjier/pas·sa·sjier
    per: VL: ‘per’ als ‘der’; NL: ‘per’ als ‘ver’
    percent: VL: per·cent (‘per’ als ‘der’); NL: per·cent (‘per’ als ‘ver’)
    per se: VL: per see (‘per’ als ‘der’); NL: pèr see (Latijn, ‘pèr’ als ‘ver’)
    pikken: VL: pi·ken; NL: p?·ken
    pistolet: VL: pis·to·lee; NL: pis·to·lèt
    platform: VL: plat·form; NL: plat·form
    pyjama: VL: pi·zja·ma; NL: pie·jaa·maa
    record: VL: re·kort (fonetisch); NL: ree·koor (Frans)
    recital: VL: re·si·tal (scherpe i, Frans); NL: rie·saaj·tel (Engels)
    reünie: VL: ree·ju·nie; NL: ree·u·nie (Franse klemtoon)
    Robert: VL: ro·beir (Frans); NL: ro(o)·bert (Engels)
    robot: VL: ro·bot; NL: roo·bot
    rondpunt: VL: rond·punt; NL: rond·punt
    Roodkapje: VL: rood·kap·je; NL: rood·kap·je
    salami: VL: sa·la·mi; NL: sa·laa·mi
    sceptisch: VL: sep·ties; NL: skep·ties
    service: VL: ser·vis (scherpe i, Frans); NL: seur·vis (doffe i, Engels)
    Sneeuwwitje: VL: sneeuw·wi·tje; NL: sneeuw·wit·je
    stadhuis: VL: sta·tuis; NL: stad·huis
    steak: VL: stek/stik (Frans); NL: steek (Engels)
    super, hyper: VL én NL: su·per, hy·per; VL media: sup·per, hip·per
    tabak: VL: ta·bak (zie ook toebak); NL: ta·bak (Frans)
    Tenerife: VL: ·ne·rif ; NL: tee·nee·rie·fee
    tenzij: VL: ten·zij (‘e’ als in ‘der’, komt van "’t en zij’); NL: ten·zij, ten·zij (‘e’ in beide varianten als in ‘bed’)
    terras: VL: tèr·ras; NL: te ras
    ticket: VL: tie·kèt (Frans); NL: tik·ket (Engels)
    trainen: VL: trei·nen; NL: treej·nen (Engels)
    vanille: VL: va·nie·le (fonetisch); NL: va·nie·je (Frans)
    verkoop: VL: ver·koop; NL: vér·koop (tegen alle regels in)
    voormiddag: VL: voor·mid·dag; NL: voor·mid·dag
    vrijgezel: VL: vrij·ge·zel; NL: vrij·ge·zel
    werkloos: VL: werk·loos; NL: werk·loos
    werkloosheid: VL: werk·loos·heid; NL: werk·loos·heid
    werknemer: VL: werk·nee·mer; NL: werk·nee·mer
    wodka: VL: vod·ka (Slavisch, de ‘d’ is eerder stemhebbend); NL: wot·kaa (de ‘t’ is stemloos)
    yoghurt: VL: joe·choert (soms joe·goert; ± Turks); NL: jo·chert, jo·ggert (fonetisch)
    zonsondergang: VL: zon·zon·der·gang; NL: zons·on·der·gang
    zonsopgang: VL: zon·zop·gang; NL: zons·op·gang

    woorden op —ist/—isme/—isch: VL: —ist/—isme/—isch (‘i’ als in ‘fiets’); NL: —?st/—?sme/—?sch (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —tie: VL: —sie; NL: —tsie
    woorden op —tje/—dje: VL: —tje (de t- en j-klanken komen samen zoals in ‘checken’); NL: —t·je (de t- en j-klanken worden apart uitgesproken)
    woorden met —ci— of —ti— (bv. ‘officieel’, ‘politioneel’): VL: —s·j— (de s- en j-klanken worden apart uitgesproken); NL: —sj—, —tsj— (de s- en j-klanken komen samen zoals in ‘sjaal’ of ‘checken’)
    woorden met dis—: VL: dis— (‘i’ als in ‘fiets’); NL: d?s— (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —achtig: VL: klemtoon op woord zelf; NL: klemtoon op achtig en adempauze tussen woord en achtig → bv. VL: ze·nu·wach·tig; NL: ze·nuw acht·ig

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 28 Aug 2019 01:58
    114 reactie(s)

    Versie 87

    Vlaamse uitspraak
    (uitspraakvarianten)

    Heel wat woorden worden in Vlaanderen anders uitgesproken dan in Nederland. Dan gaat het niet zozeer over regelgebonden uitspraken zoals de zachte g, maar over woorden zoals pyjama dat in Vlaanderen als pie-zja-ma en in Nederland als pie-jaa-maa uitgesproken wordt. Of over klemtonen zoals bij burgemeester waarbij in Vlaanderen het accent op de eerste lettergreep valt en in Nederland op de derde. Bij leenwoorden hanteert men in Nederland zeer dikwijls een nabootsing volgens de Nederlandse klankwetten van de klanken in de oorspronkelijke taal (meestal Engels of Frans), terwijl de uitspraak in Vlaanderen vervlaamst wordt. Soms wordt in Vlaanderen een Franse uitspraak gehanteerd, dan volgt de uitspraak in Nederland meestal het Engels.

    Voor Engelse leenwoorden met korte a is er een afzonderlijk lemma waar deze gevallen ondergebracht kunnen worden.

    Het spijtige is dat de Vlaamse media voor deze woorden de Nederlandse uitspraak gebruiken ondanks dat de Vlaamse uitspraak in Vlaanderen zeer algemeen is. Dit is een aanfluiting van de V die voor Vlaams staat in o.a. vrt en VTM.

    Wat klemtonen betreft kan voor het West-Vlaams algemeen gesteld worden dat de klemtoon zeer dikwijls op de eerste lettergreep ligt (zoals ook in het nabije(re) Engels), ook en wellicht het meest opmerkelijk bij eigennamen. Bijvoorbeeld, waar een doorsnee Vlaming of Nederlander de naam Stefanie zal uitspreken zoals de Fransen, met de klemtoon op de laatste lettergreep, heet deze vrouw in West-Vlaanderen Stefanie. De West-Vlaamse politieker Vande Lanotte heet in zijn thuisprovincie Vande Lanotte.

    zie ook Breda, Spa: vokaalreductie

    alfabetische lijst:

    ‘s anderendaags: VL: san·dren·da(a)gs; NL: san·de·ren·daags
    Afrika: VL: a·fri·ka; NL: aa·fri·kaa
    Amerika: VL: a·mee·ri·ka; NL: a·mee·ri·kaa
    Antarctica (idem Arctica): an·tarc·ti·ca; NL: an·tarc·ti·caa
    archipel: VL: ar·chi·pel; NL: ar·chi·pel
    asfalt: VL: as·falt; NL: as·falt
    azalea: VL: a·za·lee·ja; NL: a·zaa·lee·jaa
    Bernard: VL: ber·naar (Frans); NL: bern·(h)art (Engels)
    bijna: VL: bij·na(a)/be·na(a) (zie ook bekan); NL: bij·naa
    bikini: VL: bi·ki·ni; NL: bi·ki·ni
    burgemeester: VL: bur·ge·mees·ter; NL: bur·ge·mees·ter
    cacao: VL: ca·ca·oo; NL: ca·caa·oo
    carnaval: VL: kar·na·val (Frans); NL: kar·na·val (Engels)
    casino: VL: ca·zi·noo; NL: ca·sie·noo (zie ook Vlaamse geslachten)
    catalogus: VL: ca·ta·loo·gus (scherpe u; eigenlijk eerder cataloog); NL: ca·taa·lo·chus (doffe u)
    cichorei: VL: sjie·ko·rei; NL: sie·cho·rei (± fonetisch)
    clitoris: VL: cli·too·ris (beide i’s als in fiets); NL: cli·to·ris (beide i’s als in dik)
    compagnie: VL: kom.pa.nie; NL-SN: kom.panj.ie
    conciërge: VL: kon·s·jer·zje (± Frans); NL: kon·zjer·zje
    coup: VL: koe (Frans); NL: koep (± fonetisch)
    dement: VL: dee·ment; NL: de ment
    dementie: VL: dee·men·sie; NL: de·men·tsie
    detective: VL: de·tek·tie·ve/de·dek·tie·ve (fonetisch); NL: die·tek·tif (Engels)
    Doornroosje: VL: doo·rn·roo·sje; NL: doo·rn·roo·sje
    doorprikken: VL: door·prik·ken; NL: door·prik·ken
    dossier: VL: dos·sier (fonetisch); NL: do·sjee (Frans)
    elixir: VL: ee·liek·sier/ee·lieg·zier (Arabisch, ‘g’ uitgesproken als in het Engelse ‘good’); NL: ee·lik·ser (‘lik’ uitgesproken als ‘dik’)
    encyclopedie: VL: en·cy·clo·pe·die (fonetisch); NL: aun·cy·clo·pe·die (Frans, de ‘aun’ is nasaal)
    energie: VL: e·ner·gie (fonetisch); NL: e·ner·zjie/e·ner·sjie (Frans)
    essay: VL: es· (Frans); NL: es·seej/es·seej (Engels)
    Europa: VL: eu·roo·pa; NL: eu·roo·paa
    flirten: VL: flir·ten (fonetisch); NL: fleur·ten (Engels)
    foto: VL: fo·too; NL: foo·too
    fotografie: VL: fo·to·gra·fie; NL: foo·too·gra·fie
    garantie: VL: ga·ran·tie (Frans; ook ga·ran·sie); NL: ga·ran·tsie
    gelijkvloers: VL: ge·lijk·vloers; NL: ge·lijk·vloers
    Gerard: VL: zjee·raar (Frans); NL: gee·rart (fonetisch)
    gilet: VL: zjie·lee; NL: zjie·lèt
    hifi: VL: haai·fi (Brits Engels); NL: haai·faai (Amerikaans Engels)
    hostess: VL: hos·tès; NL: hos·tes (Engels)
    hygiëne: VL: hy·gjee·ne; NL: hy·gjèè·ne (Frans)
    ingewikkeld: VL: in·ge·wik·keld; NL: in·ge·wik·keld
    intrige: VL: in·trie·ge (fonetisch); NL: in·trie·zje/in·trie·sje (hypercorrecte uitspraak van intrige met /ž/ -Frans intrigue)
    Israël: VL: iez·ra·jel (‘i’ als in ‘kiwi’); NL: is·ra·‘el (‘i’ als in ‘dik’)
    item: VL: i·tem (korte i, doffe e); NL: aaj·tem (Engels)
    jacuzzi: dja·koe·zi/zja·koe·zi; NL: ja·koe·zi
    jenever: VL: zje·nee·ver; NL: je·nee·ver (fonetisch)
    Jos: VL: zjos; NL: jos
    kameleon: VL: ka·mee·lee·jon; NL: ka·mee·lie·jon
    kathedraal: VL: ka·tee·draal; NL: kat·te·draal
    Koran: VL: koo·ran; NL: ko·raan
    lavabo: VL: la·va·boo; NL: la·vaa·boo/la·vaa·boo
    Lutgart: VL: lut·gart; NL: lutgart
    mammoet: VL: mam·moet; NL: mam·moet
    meteen: VL en NL: mè·teen (‘mè’ als in ‘bed’); VL media: me·teen (‘me’ als in ‘der’)
    Monaco: VL: Mo·na·coo; NL: Moo·naa·coo
    monopoly: VL: mo·no·poo·ly; NL: mo·noo·pe·ly (Engels)
    namiddag: VL: na·mid·dag; NL: na·mid·dag
    nasi (goreng): VL: naa·zi; NL: na·si
    Nieuwjaar: VL: nieuw·jaar; NL: nieuw·jaar
    Nobelprijs: VL: No·bel.prijs; NL: No.bèl·prijs
    nostalgie: VL: nos·tal·gie (fonetisch); NL: nos·tal·zjie/nos·tal·sjie (Frans)
    nylon: VL: ni·lon / nij·lon (Frans / vervlaamst); NL: naaj·lon (Engels)
    omwenteling: VL: om·wen·te·ling; NL: om·wen·te·ling
    onderhoud: VL: on·der·houd; NL: on·der·houd
    parameter: VL: pa·ra·mee·ter; NL: pa·raa·m?·ter
    parfum: VL: par·fui (Frans, de ‘ui’ is nasaal); NL: par·fum (fonetisch)
    passagier: VL: pas·sa·gier (fonetisch); NL: pas·sa·zjier/pas·sa·sjier
    per: VL: ‘per’ als ‘der’; NL: ‘per’ als ‘ver’
    percent: VL: per·cent (‘per’ als ‘der’); NL: per·cent (‘per’ als ‘ver’)
    per se: VL: per see (‘per’ als ‘der’); NL: pèr see (Latijn, ‘pèr’ als ‘ver’)
    pikken: VL: pi·ken; NL: p?·ken
    pistolet: VL: pis·to·lee; NL: pis·to·lèt
    platform: VL: plat·form; NL: plat·form
    pyjama: VL: pi·zja·ma; NL: pie·jaa·maa
    record: VL: re·kort (fonetisch); NL: ree·koor (Frans)
    recital: VL: re·si·tal (scherpe i, Frans); NL: rie·saaj·tel (Engels)
    reünie: VL: ree·ju·nie; NL: ree·u·nie (Franse klemtoon)
    Robert: VL: ro·beir (Frans); NL: ro(o)·bert (Engels)
    robot: VL: ro·bot; NL: roo·bot
    rondpunt: VL: rond·punt; NL: rond·punt
    Roodkapje: VL: rood·kap·je; NL: rood·kap·je
    salami: VL: sa·la·mi; NL: sa·laa·mi
    sceptisch: VL: sep·ties; NL: skep·ties
    service: VL: ser·vis (scherpe i, Frans); NL: seur·vis (doffe i, Engels)
    Sneeuwwitje: VL: sneeuw·wi·tje; NL: sneeuw·wit·je
    stadhuis: VL: sta·tuis; NL: stad·huis
    steak: VL: stek/stik (Frans); NL: steek (Engels)
    super, hyper: VL én NL: su·per, hy·per; VL media: sup·per, hip·per
    tabak: VL: ta·bak (zie ook toebak); NL: ta·bak (Frans)
    Tenerife: VL: ·ne·rif ; NL: tee·nee·rie·fee
    tenzij: VL: ten·zij (‘e’ als in ‘der’, komt van "’t en zij’); NL: ten·zij, ten·zij (‘e’ in beide varianten als in ‘bed’)
    terras: VL: tèr·ras; NL: te ras
    ticket: VL: tie·kèt (Frans); NL: tik·ket (Engels)
    trainen: VL: trei·nen; NL: treej·nen (Engels)
    vanille: VL: va·nie·le (fonetisch); NL: va·nie·je (Frans)
    verkoop: VL: ver·koop; NL: vér·koop (tegen alle regels in)
    voormiddag: VL: voor·mid·dag; NL: voor·mid·dag
    vrijgezel: VL: vrij·ge·zel; NL: vrij·ge·zel
    werkloos: VL: werk·loos; NL: werk·loos
    werkloosheid: VL: werk·loos·heid; NL: werk·loos·heid
    werknemer: VL: werk·nee·mer; NL: werk·nee·mer
    wodka: VL: vod·ka (Slavisch, de ‘d’ is eerder stemhebbend); NL: wot·kaa (de ‘t’ is stemloos)
    yoghurt: VL: joe·choert (soms joe·goert; ± Turks); NL: jo·chert, jo·ggert (fonetisch)
    zonsondergang: VL: zon·zon·der·gang; NL: zons·on·der·gang
    zonsopgang: VL: zon·zop·gang; NL: zons·op·gang

    woorden op —ist/—isme/—isch: VL: —ist/—isme/—isch (‘i’ als in ‘fiets’); NL: —?st/—?sme/—?sch (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —tie: VL: —sie; NL: —tsie
    woorden op —tje/—dje: VL: —tje (de t- en j-klanken komen samen zoals in ‘checken’); NL: —t·je (de t- en j-klanken worden apart uitgesproken)
    woorden met —ci— of —ti— (bv. ‘officieel’, ‘politioneel’): VL: —s·j— (de s- en j-klanken worden apart uitgesproken); NL: —sj—, —tsj— (de s- en j-klanken komen samen zoals in ‘sjaal’ of ‘checken’)
    woorden met dis—: VL: dis— (‘i’ als in ‘fiets’); NL: d?s— (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —achtig: VL: klemtoon op woord zelf; NL: klemtoon op achtig en adempauze tussen woord en achtig → bv. VL: ze·nu·wach·tig; NL: ze·nuw acht·ig

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Georges Grootjans op 24 Aug 2019 13:36
    114 reactie(s)

    Versie 86

    Vlaamse uitspraak
    (uitspraakvarianten)

    Heel wat woorden worden in Vlaanderen anders uitgesproken dan in Nederland. Dan gaat het niet zozeer over regelgebonden uitspraken zoals de zachte g, maar over woorden zoals pyjama dat in Vlaanderen als pie-zja-ma en in Nederland als pie-jaa-maa uitgesproken wordt. Of over klemtonen zoals bij burgemeester waarbij in Vlaanderen het accent op de eerste lettergreep valt en in Nederland op de derde. Bij leenwoorden hanteert men in Nederland zeer dikwijls een nabootsing volgens de Nederlandse klankwetten van de klanken in de oorspronkelijke taal (meestal Engels of Frans), terwijl de uitspraak in Vlaanderen vervlaamst wordt. Soms wordt in Vlaanderen een Franse uitspraak gehanteerd, dan volgt de uitspraak in Nederland meestal het Engels.

    Voor Engelse leenwoorden met korte a is er een afzonderlijk lemma waar deze gevallen ondergebracht kunnen worden.

    Het spijtige is dat de Vlaamse media voor deze woorden de Nederlandse uitspraak gebruiken ondanks dat de Vlaamse uitspraak in Vlaanderen zeer algemeen is. Dit is een aanfluiting van de V die voor Vlaams staat in o.a. vrt en VTM.

    Wat klemtonen betreft kan voor het West-Vlaams algemeen gesteld worden dat de klemtoon zeer dikwijls op de eerste lettergreep ligt (zoals ook in het nabije(re) Engels), ook en wellicht het meest opmerkelijk bij eigennamen. Bijvoorbeeld, waar een doorsnee Vlaming of Nederlander de naam Stefanie zal uitspreken zoals de Fransen, met de klemtoon op de laatste lettergreep, heet deze vrouw in West-Vlaanderen Stefanie. De West-Vlaamse politieker Vande Lanotte heet in zijn thuisprovincie Vande Lanotte.

    zie ook Breda, Spa: vokaalreductie

    alfabetische lijst:

    ‘s anderendaags: VL: san·dren·da(a)gs; NL: san·de·ren·daags
    Afrika: VL: a·fri·ka; NL: aa·fri·kaa
    Amerika: VL: a·mee·ri·ka; NL: a·mee·ri·kaa
    Antarctica (idem Arctica): an·tarc·ti·ca; NL: an·tarc·ti·caa
    archipel: VL: ar·chi·pel; NL: ar·chi·pel
    asfalt: VL: as·falt; NL: as·falt
    azalea: VL: a·za·lee·ja; NL: a·zaa·lee·jaa
    Bernard: VL: ber·naar (Frans); NL: bern·(h)art (Engels)
    bijna: VL: bij·na(a)/be·na(a) (zie ook bekan); NL: bij·naa
    bikini: VL: bi·ki·ni; NL: bi·ki·ni
    burgemeester: VL: bur·ge·mees·ter; NL: bur·ge·mees·ter
    cacao: VL: ca·ca·oo; NL: ca·caa·oo
    carnaval: VL: kar·na·val (Frans); NL: kar·na·val (Engels)
    casino: VL: ca·zi·noo; NL: ca·sie·noo (zie ook Vlaamse geslachten)
    catalogus: VL: ca·ta·loo·gus (scherpe u; eigenlijk eerder cataloog); NL: ca·taa·lo·chus (doffe u)
    cichorei: VL: sjie·ko·rei; NL: sie·cho·rei (± fonetisch)
    clitoris: VL: cli·too·ris (beide i’s als in fiets); NL: cli·to·ris (beide i’s als in dik)
    conciërge: VL: kon·s·jer·zje (± Frans); NL: kon·zjer·zje
    coup: VL: koe (Frans); NL: koep (± fonetisch)
    dement: VL: dee·ment; NL: de ment
    dementie: VL: dee·men·sie; NL: de·men·tsie
    detective: VL: de·tek·tie·ve/de·dek·tie·ve (fonetisch); NL: die·tek·tif (Engels)
    Doornroosje: VL: doo·rn·roo·sje; NL: doo·rn·roo·sje
    doorprikken: VL: door·prik·ken; NL: door·prik·ken
    dossier: VL: dos·sier (fonetisch); NL: do·sjee (Frans)
    elixir: VL: ee·liek·sier/ee·lieg·zier (Arabisch, ‘g’ uitgesproken als in het Engelse ‘good’); NL: ee·lik·ser (‘lik’ uitgesproken als ‘dik’)
    encyclopedie: VL: en·cy·clo·pe·die (fonetisch); NL: aun·cy·clo·pe·die (Frans, de ‘aun’ is nasaal)
    energie: VL: e·ner·gie (fonetisch); NL: e·ner·zjie/e·ner·sjie (Frans)
    essay: VL: es· (Frans); NL: es·seej/es·seej (Engels)
    Europa: VL: eu·roo·pa; NL: eu·roo·paa
    flirten: VL: flir·ten (fonetisch); NL: fleur·ten (Engels)
    foto: VL: fo·too; NL: foo·too
    fotografie: VL: fo·to·gra·fie; NL: foo·too·gra·fie
    garantie: VL: ga·ran·tie (Frans; ook ga·ran·sie); NL: ga·ran·tsie
    gelijkvloers: VL: ge·lijk·vloers; NL: ge·lijk·vloers
    Gerard: VL: zjee·raar (Frans); NL: gee·rart (fonetisch)
    gilet: VL: zjie·lee; NL: zjie·lèt
    hifi: VL: haai·fi (Brits Engels); NL: haai·faai (Amerikaans Engels)
    hostess: VL: hos·tès; NL: hos·tes (Engels)
    hygiëne: VL: hy·gjee·ne; NL: hy·gjèè·ne (Frans)
    ingewikkeld: VL: in·ge·wik·keld; NL: in·ge·wik·keld
    intrige: VL: in·trie·ge (fonetisch); NL: in·trie·zje/in·trie·sje (hypercorrecte uitspraak van intrige met /ž/ -Frans intrigue)
    Israël: VL: iez·ra·jel (‘i’ als in ‘kiwi’); NL: is·ra·‘el (‘i’ als in ‘dik’)
    item: VL: i·tem (korte i, doffe e); NL: aaj·tem (Engels)
    jacuzzi: dja·koe·zi/zja·koe·zi; NL: ja·koe·zi
    jenever: VL: zje·nee·ver; NL: je·nee·ver (fonetisch)
    Jos: VL: zjos; NL: jos
    kameleon: VL: ka·mee·lee·jon; NL: ka·mee·lie·jon
    kathedraal: VL: ka·tee·draal; NL: kat·te·draal
    Koran: VL: koo·ran; NL: ko·raan
    lavabo: VL: la·va·boo; NL: la·vaa·boo/la·vaa·boo
    Lutgart: VL: lut·gart; NL: lutgart
    mammoet: VL: mam·moet; NL: mam·moet
    meteen: VL en NL: mè·teen (‘mè’ als in ‘bed’); VL media: me·teen (‘me’ als in ‘der’)
    Monaco: VL: Mo·na·coo; NL: Moo·naa·coo
    monopoly: VL: mo·no·poo·ly; NL: mo·noo·pe·ly (Engels)
    namiddag: VL: na·mid·dag; NL: na·mid·dag
    nasi (goreng): VL: naa·zi; NL: na·si
    Nieuwjaar: VL: nieuw·jaar; NL: nieuw·jaar
    Nobelprijs: VL: No·bel.prijs; NL: No.bèl·prijs
    nostalgie: VL: nos·tal·gie (fonetisch); NL: nos·tal·zjie/nos·tal·sjie (Frans)
    nylon: VL: ni·lon / nij·lon (Frans / vervlaamst); NL: naaj·lon (Engels)
    omwenteling: VL: om·wen·te·ling; NL: om·wen·te·ling
    onderhoud: VL: on·der·houd; NL: on·der·houd
    parameter: VL: pa·ra·mee·ter; NL: pa·raa·m?·ter
    parfum: VL: par·fui (Frans, de ‘ui’ is nasaal); NL: par·fum (fonetisch)
    passagier: VL: pas·sa·gier (fonetisch); NL: pas·sa·zjier/pas·sa·sjier
    per: VL: ‘per’ als ‘der’; NL: ‘per’ als ‘ver’
    percent: VL: per·cent (‘per’ als ‘der’); NL: per·cent (‘per’ als ‘ver’)
    per se: VL: per see (‘per’ als ‘der’); NL: pèr see (Latijn, ‘pèr’ als ‘ver’)
    pikken: VL: pi·ken; NL: p?·ken
    pistolet: VL: pis·to·lee; NL: pis·to·lèt
    platform: VL: plat·form; NL: plat·form
    pyjama: VL: pi·zja·ma; NL: pie·jaa·maa
    record: VL: re·kort (fonetisch); NL: ree·koor (Frans)
    recital: VL: re·si·tal (scherpe i, Frans); NL: rie·saaj·tel (Engels)
    reünie: VL: ree·ju·nie; NL: ree·u·nie (Franse klemtoon)
    Robert: VL: ro·beir (Frans); NL: ro(o)·bert (Engels)
    robot: VL: ro·bot; NL: roo·bot
    rondpunt: VL: rond·punt; NL: rond·punt
    Roodkapje: VL: rood·kap·je; NL: rood·kap·je
    salami: VL: sa·la·mi; NL: sa·laa·mi
    sceptisch: VL: sep·ties; NL: skep·ties
    service: VL: ser·vis (scherpe i, Frans); NL: seur·vis (doffe i, Engels)
    Sneeuwwitje: VL: sneeuw·wi·tje; NL: sneeuw·wit·je
    stadhuis: VL: sta·tuis; NL: stad·huis
    steak: VL: stek/stik (Frans); NL: steek (Engels)
    super, hyper: VL én NL: su·per, hy·per; VL media: sup·per, hip·per
    tabak: VL: ta·bak (zie ook toebak); NL: ta·bak (Frans)
    Tenerife: VL: ·ne·rif ; NL: tee·nee·rie·fee
    tenzij: VL: ten·zij (‘e’ als in ‘der’, komt van "’t en zij’); NL: ten·zij, ten·zij (‘e’ in beide varianten als in ‘bed’)
    terras: VL: tèr·ras; NL: te ras
    ticket: VL: tie·kèt (Frans); NL: tik·ket (Engels)
    trainen: VL: trei·nen; NL: treej·nen (Engels)
    vanille: VL: va·nie·le (fonetisch); NL: va·nie·je (Frans)
    verkoop: VL: ver·koop; NL: vér·koop (tegen alle regels in)
    voormiddag: VL: voor·mid·dag; NL: voor·mid·dag
    vrijgezel: VL: vrij·ge·zel; NL: vrij·ge·zel
    werkloos: VL: werk·loos; NL: werk·loos
    werkloosheid: VL: werk·loos·heid; NL: werk·loos·heid
    werknemer: VL: werk·nee·mer; NL: werk·nee·mer
    wodka: VL: vod·ka (Slavisch, de ‘d’ is eerder stemhebbend); NL: wot·kaa (de ‘t’ is stemloos)
    yoghurt: VL: joe·choert (soms joe·goert; ± Turks); NL: jo·chert, jo·ggert (fonetisch)
    zonsondergang: VL: zon·zon·der·gang; NL: zons·on·der·gang
    zonsopgang: VL: zon·zop·gang; NL: zons·op·gang

    woorden op —ist/—isme/—isch: VL: —ist/—isme/—isch (‘i’ als in ‘fiets’); NL: —?st/—?sme/—?sch (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —tie: VL: —sie; NL: —tsie
    woorden op —tje/—dje: VL: —tje (de t- en j-klanken komen samen zoals in ‘checken’); NL: —t·je (de t- en j-klanken worden apart uitgesproken)
    woorden met —ci— of —ti— (bv. ‘officieel’, ‘politioneel’): VL: —s·j— (de s- en j-klanken worden apart uitgesproken); NL: —sj—, —tsj— (de s- en j-klanken komen samen zoals in ‘sjaal’ of ‘checken’)
    woorden met dis—: VL: dis— (‘i’ als in ‘fiets’); NL: d?s— (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —achtig: VL: klemtoon op woord zelf; NL: klemtoon op achtig en adempauze tussen woord en achtig → bv. VL: ze·nu·wach·tig; NL: ze·nuw acht·ig

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 05 Aug 2019 14:27
    114 reactie(s)

    Versie 85

    Vlaamse uitspraak
    (uitspraakvarianten)

    Heel wat woorden worden in Vlaanderen anders uitgesproken dan in Nederland. Dan gaat het niet zozeer over regelgebonden uitspraken zoals de zachte g, maar over woorden zoals pyjama dat in Vlaanderen als pie-zja-ma en in Nederland als pie-jaa-maa uitgesproken wordt. Of over klemtonen zoals bij burgemeester waarbij in Vlaanderen het accent op de eerste lettergreep valt en in Nederland op de derde. Bij leenwoorden hanteert men in Nederland zeer dikwijls een nabootsing volgens de Nederlandse klankwetten van de klanken in de oorspronkelijke taal (meestal Engels of Frans), terwijl de uitspraak in Vlaanderen vervlaamst wordt. Soms wordt in Vlaanderen een Franse uitspraak gehanteerd, dan volgt de uitspraak in Nederland meestal het Engels.

    Voor Engelse leenwoorden met korte a is er een afzonderlijk lemma waar deze gevallen ondergebracht kunnen worden.

    Het spijtige is dat de Vlaamse media voor deze woorden de Nederlandse uitspraak gebruiken ondanks dat de Vlaamse uitspraak in Vlaanderen zeer algemeen is. Dit is een aanfluiting van de V die voor Vlaams staat in o.a. vrt en VTM.

    Wat klemtonen betreft kan voor het West-Vlaams algemeen gesteld worden dat de klemtoon zeer dikwijls op de eerste lettergreep ligt (zoals ook in het nabije(re) Engels), ook en wellicht het meest opmerkelijk bij eigennamen. Bijvoorbeeld, waar een doorsnee Vlaming of Nederlander de naam Stefanie zal uitspreken zoals de Fransen, met de klemtoon op de laatste lettergreep, heet deze vrouw in West-Vlaanderen Stefanie. De West-Vlaamse politieker Vande Lanotte heet in zijn thuisprovincie Vande Lanotte.

    zie ook Breda, Spa: vokaalreductie

    alfabetische lijst:

    ‘s anderendaags: VL: san·dren·da(a)gs; NL: san·de·ren·daags
    Afrika: VL: a·fri·ka; NL: aa·fri·kaa
    Amerika: VL: a·mee·ri·ka; NL: a·mee·ri·kaa
    Antarctica (idem Arctica): an·tarc·ti·ca; NL: an·tarc·ti·caa
    archipel: VL: ar·chi·pel; NL: ar·chi·pel
    asfalt: VL: as·falt; NL: as·falt
    azalea: VL: a·za·lee·ja; NL: a·zaa·lee·jaa
    Bernard: VL: ber·naar (Frans); NL: bern·(h)art (Engels)
    bijna: VL: bij·na(a)/be·na(a) (zie ook bekan); NL: bij·naa
    bikini: VL: bi·ki·ni; NL: bi·ki·ni
    burgemeester: VL: bur·ge·mees·ter; NL: bur·ge·mees·ter
    cacao: VL: ca·ca·oo; NL: ca·caa·oo
    carnaval: VL: kar·na·val (Frans); NL: kar·na·val (Engels)
    casino: VL: ca·zi·noo; NL: ca·sie·noo (zie ook Vlaamse geslachten)
    catalogus: VL: ca·ta·loo·gus (scherpe u; eigenlijk eerder cataloog); NL: ca·taa·lo·chus (doffe u)
    cichorei: VL: sjie·ko·rei; NL: sie·cho·rei (± fonetisch)
    clitoris: VL: cli·too·ris (beide i’s als in fiets); NL: cli·to·ris (beide i’s als in dik)
    conciërge: VL: kon·s·jer·zje (± Frans); NL: kon·zjer·zje
    coup: VL: koe (Frans); NL: koep (± fonetisch)
    dement: VL: dee·ment; NL: de ment
    dementie: VL: dee·men·sie; NL: de·men·tsie
    detective: VL: de·tek·tie·ve/de·dek·tie·ve (fonetisch); NL: die·tek·tif (Engels)
    Doornroosje: VL: doo·rn·roo·sje; NL: doo·rn·roo·sje
    doorprikken: VL: door·prik·ken; NL: door·prik·ken
    dossier: VL: dos·sier (fonetisch); NL: do·sjee (Frans)
    elixir: VL: ee·liek·sier/ee·lieg·zier (Arabisch, ‘g’ uitgesproken als in het Engelse ‘good’); NL: ee·lik·ser (‘lik’ uitgesproken als ‘dik’)
    encyclopedie: VL: en·cy·clo·pe·die (fonetisch); NL: aun·cy·clo·pe·die (Frans, de ‘aun’ is nasaal)
    energie: VL: e·ner·gie (fonetisch); NL: e·ner·zjie/e·ner·sjie (Frans)
    essay: VL: es· (Frans); NL: es·seej/es·seej (Engels)
    Europa: VL: eu·roo·pa; NL: eu·roo·paa
    flirten: VL: flir·ten (fonetisch); NL: fleur·ten (Engels)
    foto: VL: fo·too; NL: foo·too
    fotografie: VL: fo·to·gra·fie; NL: foo·too·gra·fie
    garantie: VL: ga·ran·tie (Frans; ook ga·ran·sie); NL: ga·ran·tsie
    gelijkvloers: VL: ge·lijk·vloers; NL: ge·lijk·vloers
    Gerard: VL: zjee·raar (Frans); NL: gee·rart (fonetisch)
    gilet: VL: zjie·lee; NL: zjie·lèt
    hifi: VL: haai·fi (Brits Engels); NL: haai·faai (Amerikaans Engels)
    hostess: VL: hos·tès; NL: hos·tes (Engels)
    hygiëne: VL: hy·gjee·ne; NL: hy·gjèè·ne (Frans)
    ingewikkeld: VL: in·ge·wik·keld; NL: in·ge·wik·keld
    intrige: VL: in·trie·ge (fonetisch); NL: in·trie·zje/in·trie·sje (hypercorrecte uitspraak van intrige met /ž/ -Frans intrigue)
    Israël: VL: iez·ra·jel (‘i’ als in ‘kiwi’); NL: is·ra·‘el (‘i’ als in ‘dik’)
    item: VL: i·tem (korte i, doffe e); NL: aaj·tem (Engels)
    jacuzzi: dja·koe·zi/zja·koe·zi; NL: ja·koe·zi
    jenever: VL: zje·nee·ver; NL: je·nee·ver (fonetisch)
    Jos: VL: zjos; NL: jos
    kameleon: VL: ka·mee·lee·jon; NL: ka·mee·lie·jon
    kathedraal: VL: ka·tee·draal; NL: kat·te·draal
    Koran: VL: koo·ran; NL: ko·raan
    lavabo: VL: la·va·boo; NL: la·vaa·boo/la·vaa·boo
    Lutgart: VL: lut·gart; NL: lutgart
    mammoet: VL: mam·moet; NL: mam·moet
    meteen: VL en NL: mè·teen (‘mè’ als in ‘bed’); VL media: me·teen (‘me’ als in ‘der’)
    Monaco: VL: Mo·na·coo; NL: Moo·naa·coo
    monopoly: VL: mo·no·poo·ly; NL: mo·noo·pe·ly (Engels)
    nasi (goreng): VL: naa·zi; NL: na·si
    Nieuwjaar: VL: nieuw·jaar; NL: nieuw·jaar
    Nobelprijs: VL: No·bel.prijs; NL: No.bèl·prijs
    nostalgie: VL: nos·tal·gie (fonetisch); NL: nos·tal·zjie/nos·tal·sjie (Frans)
    nylon: VL: ni·lon / nij·lon (Frans / vervlaamst); NL: naaj·lon (Engels)
    omwenteling: VL: om·wen·te·ling; NL: om·wen·te·ling
    onderhoud: VL: on·der·houd; NL: on·der·houd
    parameter: VL: pa·ra·mee·ter; NL: pa·raa·m?·ter
    parfum: VL: par·fui (Frans, de ‘ui’ is nasaal); NL: par·fum (fonetisch)
    passagier: VL: pas·sa·gier (fonetisch); NL: pas·sa·zjier/pas·sa·sjier
    per: VL: ‘per’ als ‘der’; NL: ‘per’ als ‘ver’
    percent: VL: per·cent (‘per’ als ‘der’); NL: per·cent (‘per’ als ‘ver’)
    per se: VL: per see (‘per’ als ‘der’); NL: pèr see (Latijn, ‘pèr’ als ‘ver’)
    pikken: VL: pi·ken; NL: p?·ken
    pistolet: VL: pis·to·lee; NL: pis·to·lèt
    platform: VL: plat·form; NL: plat·form
    pyjama: VL: pi·zja·ma; NL: pie·jaa·maa
    record: VL: re·kort (fonetisch); NL: ree·koor (Frans)
    recital: VL: re·si·tal (scherpe i, Frans); NL: rie·saaj·tel (Engels)
    reünie: VL: ree·ju·nie; NL: ree·u·nie (Franse klemtoon)
    Robert: VL: ro·beir (Frans); NL: ro(o)·bert (Engels)
    robot: VL: ro·bot; NL: roo·bot
    rondpunt: VL: rond·punt; NL: rond·punt
    Roodkapje: VL: rood·kap·je; NL: rood·kap·je
    salami: VL: sa·la·mi; NL: sa·laa·mi
    sceptisch: VL: sep·ties; NL: skep·ties
    service: VL: ser·vis (scherpe i, Frans); NL: seur·vis (doffe i, Engels)
    Sneeuwwitje: VL: sneeuw·wi·tje; NL: sneeuw·wit·je
    stadhuis: VL: sta·tuis; NL: stad·huis
    steak: VL: stek/stik (Frans); NL: steek (Engels)
    super, hyper: VL én NL: su·per, hy·per; VL media: sup·per, hip·per
    tabak: VL: ta·bak (zie ook toebak); NL: ta·bak (Frans)
    Tenerife: VL: ·ne·rif ; NL: tee·nee·rie·fee
    tenzij: VL: ten·zij (‘e’ als in ‘der’, komt van "’t en zij’); NL: ten·zij, ten·zij (‘e’ in beide varianten als in ‘bed’)
    terras: VL: tèr·ras; NL: te ras
    ticket: VL: tie·kèt (Frans); NL: tik·ket (Engels)
    trainen: VL: trei·nen; NL: treej·nen (Engels)
    vanille: VL: va·nie·le (fonetisch); NL: va·nie·je (Frans)
    verkoop: VL: ver·koop; NL: vér·koop (tegen alle regels in)
    vrijgezel: VL: vrij·ge·zel; NL: vrij·ge·zel
    werkloos: VL: werk·loos; NL: werk·loos
    werkloosheid: VL: werk·loos·heid; NL: werk·loos·heid
    werknemer: VL: werk·nee·mer; NL: werk·nee·mer
    wodka: VL: vod·ka (Slavisch, de ‘d’ is eerder stemhebbend); NL: wot·kaa (de ‘t’ is stemloos)
    yoghurt: VL: joe·choert (soms joe·goert; ± Turks); NL: jo·chert, jo·ggert (fonetisch)
    zonsondergang: VL: zon·zon·der·gang; NL: zons·on·der·gang
    zonsopgang: VL: zon·zop·gang; NL: zons·op·gang

    woorden op —ist/—isme/—isch: VL: —ist/—isme/—isch (‘i’ als in ‘fiets’); NL: —?st/—?sme/—?sch (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —tie: VL: —sie; NL: —tsie
    woorden op —tje/—dje: VL: —tje (de t- en j-klanken komen samen zoals in ‘checken’); NL: —t·je (de t- en j-klanken worden apart uitgesproken)
    woorden met —ci— of —ti— (bv. ‘officieel’, ‘politioneel’): VL: —s·j— (de s- en j-klanken worden apart uitgesproken); NL: —sj—, —tsj— (de s- en j-klanken komen samen zoals in ‘sjaal’ of ‘checken’)
    woorden met dis—: VL: dis— (‘i’ als in ‘fiets’); NL: d?s— (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —achtig: VL: klemtoon op woord zelf; NL: klemtoon op achtig en adempauze tussen woord en achtig → bv. VL: ze·nu·wach·tig; NL: ze·nuw acht·ig

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 25 Jul 2019 00:58
    114 reactie(s)

    Versie 84

    Vlaamse uitspraak
    (uitspraakvarianten)

    Heel wat woorden worden in Vlaanderen anders uitgesproken dan in Nederland. Dan gaat het niet zozeer over regelgebonden uitspraken zoals de zachte g, maar over woorden zoals pyjama dat in Vlaanderen als pie-zja-ma en in Nederland als pie-jaa-maa uitgesproken wordt. Of over klemtonen zoals bij burgemeester waarbij in Vlaanderen het accent op de eerste lettergreep valt en in Nederland op de derde. Bij leenwoorden hanteert men in Nederland zeer dikwijls een nabootsing volgens de Nederlandse klankwetten van de klanken in de oorspronkelijke taal (meestal Engels of Frans), terwijl de uitspraak in Vlaanderen vervlaamst wordt. Soms wordt in Vlaanderen een Franse uitspraak gehanteerd, dan volgt de uitspraak in Nederland meestal het Engels.

    Voor Engelse leenwoorden met korte a is er een afzonderlijk lemma waar deze gevallen ondergebracht kunnen worden.

    Het spijtige is dat de Vlaamse media voor deze woorden de Nederlandse uitspraak gebruiken ondanks dat de Vlaamse uitspraak in Vlaanderen zeer algemeen is. Dit is een aanfluiting van de V die voor Vlaams staat in o.a. vrt en VTM.

    Wat klemtonen betreft kan voor het West-Vlaams algemeen gesteld worden dat de klemtoon zeer dikwijls op de eerste lettergreep ligt (zoals ook in het nabije(re) Engels), ook en wellicht het meest opmerkelijk bij eigennamen. Bijvoorbeeld, waar een doorsnee Vlaming of Nederlander de naam Stefanie zal uitspreken zoals de Fransen, met de klemtoon op de laatste lettergreep, heet deze vrouw in West-Vlaanderen Stefanie. De West-Vlaamse politieker Vande Lanotte heet in zijn thuisprovincie Vande Lanotte.

    zie ook Breda, Spa: vokaalreductie

    alfabetische lijst:

    ‘s anderendaags: VL: san·dren·da(a)gs; NL: san·de·ren·daags
    Afrika: VL: a·fri·ka; NL: aa·fri·kaa
    Amerika: VL: a·mee·ri·ka; NL: a·mee·ri·kaa
    Antarctica (idem Arctica): an·tarc·ti·ca; NL: an·tarc·ti·caa
    archipel: VL: ar·chi·pel; NL: ar·chi·pel
    asfalt: VL: as·falt; NL: as·falt
    azalea: VL: a·za·lee·ja; NL: a·zaa·lee·jaa
    Bernard: VL: ber·naar (Frans); NL: bern·(h)art (Engels)
    bijna: VL: bij·na(a)/be·na(a) (zie ook bekan); NL: bij·naa
    bikini: VL: bi·ki·ni; NL: bi·ki·ni
    burgemeester: VL: bur·ge·mees·ter; NL: bur·ge·mees·ter
    cacao: VL: ca·ca·oo; NL: ca·caa·oo
    carnaval: VL: kar·na·val (Frans); NL: kar·na·val (Engels)
    casino: VL: ca·zi·noo; NL: ca·sie·noo (zie ook Vlaamse geslachten)
    catalogus: VL: ca·ta·loo·gus (scherpe u; eigenlijk eerder cataloog); NL: ca·taa·lo·chus (doffe u)
    cichorei: VL: sjie·ko·rei; NL: sie·cho·rei (± fonetisch)
    clitoris: VL: cli·too·ris (beide i’s als in fiets); NL: cli·to·ris (beide i’s als in dik)
    conciërge: VL: kon·s·jer·zje (± Frans); NL: kon·zjer·zje
    coup: VL: koe (Frans); NL: koep (± fonetisch)
    dement: VL: dee·ment; NL: de ment
    detective: VL: de·tek·tie·ve/de·dek·tie·ve (fonetisch); NL: die·tek·tif (Engels)
    Doornroosje: VL: doo·rn·roo·sje; NL: doo·rn·roo·sje
    doorprikken: VL: door·prik·ken; NL: door·prik·ken
    dossier: VL: dos·sier (fonetisch); NL: do·sjee (Frans)
    elixir: VL: ee·liek·sier/ee·lieg·zier (Arabisch, ‘g’ uitgesproken als in het Engelse ‘good’); NL: ee·lik·ser (‘lik’ uitgesproken als ‘dik’)
    encyclopedie: VL: en·cy·clo·pe·die (fonetisch); NL: aun·cy·clo·pe·die (Frans, de ‘aun’ is nasaal)
    energie: VL: e·ner·gie (fonetisch); NL: e·ner·zjie/e·ner·sjie (Frans)
    essay: VL: es· (Frans); NL: es·seej/es·seej (Engels)
    Europa: VL: eu·roo·pa; NL: eu·roo·paa
    flirten: VL: flir·ten (fonetisch); NL: fleur·ten (Engels)
    foto: VL: fo·too; NL: foo·too
    fotografie: VL: fo·to·gra·fie; NL: foo·too·gra·fie
    garantie: VL: ga·ran·tie (Frans; ook ga·ran·sie); NL: ga·ran·tsie
    gelijkvloers: VL: ge·lijk·vloers; NL: ge·lijk·vloers
    Gerard: VL: zjee·raar (Frans); NL: gee·rart (fonetisch)
    gilet: VL: zjie·lee; NL: zjie·lèt
    hifi: VL: haai·fi (Brits Engels); NL: haai·faai (Amerikaans Engels)
    hostess: VL: hos·tès; NL: hos·tes (Engels)
    hygiëne: VL: hy·gjee·ne; NL: hy·gjèè·ne (Frans)
    ingewikkeld: VL: in·ge·wik·keld; NL: in·ge·wik·keld
    intrige: VL: in·trie·ge (fonetisch); NL: in·trie·zje/in·trie·sje (hypercorrecte uitspraak van intrige met /ž/ -Frans intrigue)
    Israël: VL: iez·ra·jel (‘i’ als in ‘kiwi’); NL: is·ra·‘el (‘i’ als in ‘dik’)
    item: VL: i·tem (korte i, doffe e); NL: aaj·tem (Engels)
    jacuzzi: dja·koe·zi/zja·koe·zi; NL: ja·koe·zi
    jenever: VL: zje·nee·ver; NL: je·nee·ver (fonetisch)
    Jos: VL: zjos; NL: jos
    kameleon: VL: ka·mee·lee·jon; NL: ka·mee·lie·jon
    kathedraal: VL: ka·tee·draal; NL: kat·te·draal
    Koran: VL: koo·ran; NL: ko·raan
    lavabo: VL: la·va·boo; NL: la·vaa·boo/la·vaa·boo
    Lutgart: VL: lut·gart; NL: lutgart
    mammoet: VL: mam·moet; NL: mam·moet
    meteen: VL en NL: mè·teen (‘mè’ als in ‘bed’); VL media: me·teen (‘me’ als in ‘der’)
    Monaco: VL: Mo·na·coo; NL: Moo·naa·coo
    monopoly: VL: mo·no·poo·ly; NL: mo·noo·pe·ly (Engels)
    nasi (goreng): VL: naa·zi; NL: na·si
    Nieuwjaar: VL: nieuw·jaar; NL: nieuw·jaar
    Nobelprijs: VL: No·bel.prijs; NL: No.bèl·prijs
    nostalgie: VL: nos·tal·gie (fonetisch); NL: nos·tal·zjie/nos·tal·sjie (Frans)
    nylon: VL: ni·lon (Frans); NL: naaj·lon (Engels)
    omwenteling: VL: om·wen·te·ling; NL: om·wen·te·ling
    onderhoud: VL: on·der·houd; NL: on·der·houd
    parameter: VL: pa·ra·mee·ter; NL: pa·raa·m?·ter
    parfum: VL: par·fui (Frans, de ‘ui’ is nasaal); NL: par·fum (fonetisch)
    passagier: VL: pas·sa·gier (fonetisch); NL: pas·sa·zjier/pas·sa·sjier
    per: VL: ‘per’ als ‘der’; NL: ‘per’ als ‘ver’
    percent: VL: per·cent (‘per’ als ‘der’); NL: per·cent (‘per’ als ‘ver’)
    per se: VL: per see (‘per’ als ‘der’); NL: pèr see (Latijn, ‘pèr’ als ‘ver’)
    pikken: VL: pi·ken; NL: p?·ken
    pistolet: VL: pis·to·lee; NL: pis·to·lèt
    platform: VL: plat·form; NL: plat·form
    pyjama: VL: pi·zja·ma; NL: pie·jaa·maa
    record: VL: re·kort (fonetisch); NL: ree·koor (Frans)
    recital: VL: re·si·tal (scherpe i, Frans); NL: rie·saaj·tel (Engels)
    reünie: VL: ree·ju·nie; NL: ree·u·nie (Franse klemtoon)
    Robert: VL: ro·beir (Frans); NL: ro(o)·bert (Engels)
    robot: VL: ro·bot; NL: roo·bot
    rondpunt: VL: rond·punt; NL: rond·punt
    Roodkapje: VL: rood·kap·je; NL: rood·kap·je
    salami: VL: sa·la·mi; NL: sa·laa·mi
    sceptisch: VL: sep·ties; NL: skep·ties
    service: VL: ser·vis (scherpe i, Frans); NL: seur·vis (doffe i, Engels)
    Sneeuwwitje: VL: sneeuw·wi·tje; NL: sneeuw·wit·je
    stadhuis: VL: sta·tuis; NL: stad·huis
    steak: VL: stek/stik (Frans); NL: steek (Engels)
    super, hyper: VL én NL: su·per, hy·per; VL media: sup·per, hip·per
    tabak: VL: ta·bak (zie ook toebak); NL: ta·bak (Frans)
    Tenerife: VL: ·ne·rif ; NL: tee·nee·rie·fee
    tenzij: VL: ten·zij (‘e’ als in ‘der’, komt van "’t en zij’); NL: ten·zij, ten·zij (‘e’ in beide varianten als in ‘bed’)
    terras: VL: tèr·ras; NL: te ras
    ticket: VL: tie·kèt (Frans); NL: tik·ket (Engels)
    trainen: VL: trei·nen; NL: treej·nen (Engels)
    vanille: VL: va·nie·le (fonetisch); NL: va·nie·je (Frans)
    verkoop: VL: ver·koop; NL: vér·koop (tegen alle regels in)
    vrijgezel: VL: vrij·ge·zel; NL: vrij·ge·zel
    werkloos: VL: werk·loos; NL: werk·loos
    werkloosheid: VL: werk·loos·heid; NL: werk·loos·heid
    werknemer: VL: werk·nee·mer; NL: werk·nee·mer
    wodka: VL: vod·ka (Slavisch, de ‘d’ is eerder stemhebbend); NL: wot·kaa (de ‘t’ is stemloos)
    yoghurt: VL: joe·choert (soms joe·goert; ± Turks); NL: jo·chert, jo·ggert (fonetisch)
    zonsondergang: VL: zon·zon·der·gang; NL: zons·on·der·gang
    zonsopgang: VL: zon·zop·gang; NL: zons·op·gang

    woorden op —ist/—isme/—isch: VL: —ist/—isme/—isch (‘i’ als in ‘fiets’); NL: —?st/—?sme/—?sch (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —tie: VL: —sie; NL: —tsie
    woorden op —tje/—dje: VL: —tje (de t- en j-klanken komen samen zoals in ‘checken’); NL: —t·je (de t- en j-klanken worden apart uitgesproken)
    woorden met —ci— of —ti— (bv. ‘officieel’, ‘politioneel’): VL: —s·j— (de s- en j-klanken worden apart uitgesproken); NL: —sj—, —tsj— (de s- en j-klanken komen samen zoals in ‘sjaal’ of ‘checken’)
    woorden met dis—: VL: dis— (‘i’ als in ‘fiets’); NL: d?s— (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —achtig: VL: klemtoon op woord zelf; NL: klemtoon op achtig en adempauze tussen woord en achtig → bv. VL: ze·nu·wach·tig; NL: ze·nuw acht·ig

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 24 Jul 2019 22:49
    114 reactie(s)

    Versie 83

    Vlaamse uitspraak
    (uitspraakvarianten)

    Heel wat woorden worden in Vlaanderen anders uitgesproken dan in Nederland. Dan gaat het niet zozeer over regelgebonden uitspraken zoals de zachte g, maar over woorden zoals pyjama dat in Vlaanderen als pie-zja-ma en in Nederland als pie-jaa-maa uitgesproken wordt. Of over klemtonen zoals bij burgemeester waarbij in Vlaanderen het accent op de eerste lettergreep valt en in Nederland op de derde. Bij leenwoorden hanteert men in Nederland zeer dikwijls een nabootsing volgens de Nederlandse klankwetten van de klanken in de oorspronkelijke taal (meestal Engels of Frans), terwijl de uitspraak in Vlaanderen vervlaamst wordt. Soms wordt in Vlaanderen een Franse uitspraak gehanteerd, dan volgt de uitspraak in Nederland meestal het Engels.

    Voor Engelse leenwoorden met korte a is er een afzonderlijk lemma waar deze gevallen ondergebracht kunnen worden.

    Het spijtige is dat de Vlaamse media voor deze woorden de Nederlandse uitspraak gebruiken ondanks dat de Vlaamse uitspraak in Vlaanderen zeer algemeen is. Dit is een aanfluiting van de V die voor Vlaams staat in o.a. vrt en VTM.

    Wat klemtonen betreft kan voor het West-Vlaams algemeen gesteld worden dat de klemtoon zeer dikwijls op de eerste lettergreep ligt (zoals ook in het nabije(re) Engels), ook en wellicht het meest opmerkelijk bij eigennamen. Bijvoorbeeld, waar een doorsnee Vlaming of Nederlander de naam Stefanie zal uitspreken zoals de Fransen, met de klemtoon op de laatste lettergreep, heet deze vrouw in West-Vlaanderen Stefanie. De West-Vlaamse politieker Vande Lanotte heet in zijn thuisprovincie Vande Lanotte.

    zie ook Breda, Spa: vokaalreductie

    alfabetische lijst:

    ‘s anderendaags: VL: san·dren·da(a)gs; NL: san·de·ren·daags
    Afrika: VL: a·fri·ka; NL: aa·fri·kaa
    Amerika: VL: a·mee·ri·ka; NL: a·mee·ri·kaa
    Antarctica (idem Arctica): an·tarc·ti·ca; NL: an·tarc·ti·caa
    archipel: VL: ar·chi·pel; NL: ar·chi·pel
    asfalt: VL: as·falt; NL: as·falt
    Bernard: VL: ber·naar (Frans); NL: bern·(h)art (Engels)
    bijna: VL: bij·na(a)/be·na(a) (zie ook bekan); NL: bij·naa
    bikini: VL: bi·ki·ni; NL: bi·ki·ni
    burgemeester: VL: bur·ge·mees·ter; NL: bur·ge·mees·ter
    cacao: VL: ca·ca·oo; NL: ca·caa·oo
    carnaval: VL: kar·na·val (Frans); NL: kar·na·val (Engels)
    casino: VL: ca·zi·noo; NL: ca·sie·noo (zie ook Vlaamse geslachten)
    cichorei: VL: sjie·ko·rei; NL: sie·cho·rei (± fonetisch)
    clitoris: VL: cli·too·ris (beide i’s als in fiets); NL: cli·to·ris (beide i’s als in dik)
    conciërge: VL: kon·s·jer·zje (± Frans); NL: kon·zjer·zje
    coup: VL: koe (Frans); NL: koep (± fonetisch)
    dement: VL: dee·ment; NL: de ment
    detective: VL: de·tek·tie·ve/de·dek·tie·ve (fonetisch); NL: die·tek·tif (Engels)
    Doornroosje: VL: doo·rn·roo·sje; NL: doo·rn·roo·sje
    doorprikken: VL: door·prik·ken; NL: door·prik·ken
    dossier: VL: dos·sier (fonetisch); NL: do·sjee (Frans)
    elixir: VL: ee·liek·sier/ee·lieg·zier (Arabisch, ‘g’ uitgesproken als in het Engelse ‘good’); NL: ee·lik·ser (‘lik’ uitgesproken als ‘dik’)
    encyclopedie: VL: en·cy·clo·pe·die (fonetisch); NL: aun·cy·clo·pe·die (Frans, de ‘aun’ is nasaal)
    energie: VL: e·ner·gie (fonetisch); NL: e·ner·zjie/e·ner·sjie (Frans)
    essay: VL: es· (Frans); NL: es·seej/es·seej (Engels)
    Europa: VL: eu·roo·pa; NL: eu·roo·paa
    flirten: VL: flir·ten (fonetisch); NL: fleur·ten (Engels)
    foto: VL: fo·too; NL: foo·too
    fotografie: VL: fo·to·gra·fie; NL: foo·too·gra·fie
    garantie: VL: ga·ran·tie (Frans; ook ga·ran·sie); NL: ga·ran·tsie
    gelijkvloers: VL: ge·lijk·vloers; NL: ge·lijk·vloers
    Gerard: VL: zjee·raar (Frans); NL: gee·rart (fonetisch)
    gilet: VL: zjie·lee; NL: zjie·lèt
    hifi: VL: haai·fi (Brits Engels); NL: haai·faai (Amerikaans Engels)
    hostess: VL: hos·tès; NL: hos·tes (Engels)
    hygiëne: VL: hy·gjee·ne; NL: hy·gjèè·ne (Frans)
    intrige: VL: in·trie·ge (fonetisch); NL: in·trie·zje/in·trie·sje (hypercorrecte uitspraak van intrige met /ž/ -Frans intrigue)
    Israël: VL: iez·ra·jel (‘i’ als in ‘kiwi’); NL: is·ra·‘el (‘i’ als in ‘dik’)
    item: VL: i·tem (korte i, doffe e); NL: aaj·tem (Engels)
    jacuzzi: dja·koe·zi/zja·koe·zi; NL: ja·koe·zi
    jenever: VL: zje·nee·ver; NL: je·nee·ver (fonetisch)
    Jos: VL: zjos; NL: jos
    kathedraal: VL: ka·tee·draal; NL: kat·te·draal
    Koran: VL: koo·ran; NL: ko·raan
    lavabo: VL: la·va·boo; NL: la·vaa·boo/la·vaa·boo
    Lutgart: VL: lut·gart; NL: lutgart
    mammoet: VL: mam·moet; NL: mam·moet
    meteen: VL en NL: mè·teen (‘mè’ als in ‘bed’); VL media: me·teen (‘me’ als in ‘der’)
    Monaco: VL: Mo·na·coo; NL: Moo·naa·coo
    monopoly: VL: mo·no·poo·ly; NL: mo·noo·pe·ly (Engels)
    nasi (goreng): VL: naa·zi; NL: na·si
    Nobelprijs: VL: No·bel.prijs; NL: No.bèl·prijs
    nostalgie: VL: nos·tal·gie (fonetisch); NL: nos·tal·zjie/nos·tal·sjie (Frans)
    omwenteling: VL: om·wen·te·ling; NL: om·wen·te·ling
    onderhoud: VL: on·der·houd; NL: on·der·houd
    parameter: VL: pa·ra·mee·ter; NL: pa·raa·m?·ter
    parfum: VL: par·fui (Frans, de ‘ui’ is nasaal); NL: par·fum (fonetisch)
    passagier: VL: pas·sa·gier (fonetisch); NL: pas·sa·zjier/pas·sa·sjier
    per: VL: ‘per’ als ‘der’; NL: ‘per’ als ‘ver’
    percent: VL: per·cent (‘per’ als ‘der’); NL: per·cent (‘per’ als ‘ver’)
    per se: VL: per see (‘per’ als ‘der’); NL: pèr see (Latijn, ‘pèr’ als ‘ver’)
    pikken: VL: pi·ken; NL: p?·ken
    pistolet: VL: pis·to·lee; NL: pis·to·lèt
    platform: VL: plat·form; NL: plat·form
    pyjama: VL: pi·zja·ma; NL: pie·jaa·maa
    record: VL: re·kort (fonetisch); NL: ree·koor (Frans)
    reünie: VL: ree·ju·nie; NL: ree·u·nie (Franse klemtoon)
    Robert: VL: ro·beir (Frans); NL: ro(o)·bert (Engels)
    robot: VL: ro·bot; NL: roo·bot
    rondpunt: VL: rond·punt; NL: rond·punt
    Roodkapje: VL: rood·kap·je; NL: rood·kap·je
    salami: VL: sa·la·mi; NL: sa·laa·mi
    sceptisch: VL: sep·ties; NL: skep·ties
    Sneeuwwitje: VL: sneeuw·wi·tje; NL: sneeuw·wit·je
    stadhuis: VL: sta·tuis; NL: stad·huis
    steak: VL: stek/stik (Frans); NL: steek (Engels)
    super, hyper: VL én NL: su·per, hy·per; VL media: sup·per, hip·per
    tabak: VL: ta·bak (zie ook toebak); NL: ta·bak (Frans)
    Tenerife: VL: ·ne·rif ; NL: tee·nee·rie·fee
    tenzij: VL: ten·zij (‘e’ als in ‘der’, komt van "’t en zij’); NL: ten·zij, ten·zij (‘e’ in beide varianten als in ‘bed’)
    terras: VL: tèr·ras; NL: te ras
    ticket: VL: tie·kèt (Frans); NL: tik·ket (Engels)
    trainen: VL: trei·nen; NL: treej·nen (Engels)
    vanille: VL: va·nie·le (fonetisch); NL: va·nie·je (Frans)
    verkoop: VL: ver·koop; NL: vér·koop (tegen alle regels in)
    vrijgezel: VL: vrij·ge·zel; NL: vrij·ge·zel
    werkloosheid: VL: werk·loos·heid; NL: werk·loos·heid
    wodka: VL: vod·ka (Slavisch, de ‘d’ is eerder stemhebbend); NL: wot·kaa (de ‘t’ is stemloos)
    yoghurt: VL: joe·choert (soms joe·goert; ± Turks); NL: jo·chert, jo·ggert (fonetisch)
    zonsondergang: VL: zon·zon·der·gang; NL: zons·on·der·gang
    zonsopgang: VL: zon·zop·gang; NL: zons·op·gang

    woorden op —ist/—isme/—isch: VL: —ist/—isme/—isch (‘i’ als in ‘fiets’); NL: —?st/—?sme/—?sch (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —tie: VL: —sie; NL: —tsie
    woorden op —tje/—dje: VL: —tje (de t- en j-klanken komen samen zoals in ‘checken’); NL: —t·je (de t- en j-klanken worden apart uitgesproken)
    woorden met —ci— of —ti— (bv. ‘officieel’, ‘politioneel’): VL: —s·j— (de s- en j-klanken worden apart uitgesproken); NL: —sj—, —tsj— (de s- en j-klanken komen samen zoals in ‘sjaal’ of ‘checken’)
    woorden met dis—: VL: dis— (‘i’ als in ‘fiets’); NL: d?s— (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —achtig: VL: klemtoon op woord zelf; NL: klemtoon op achtig en adempauze tussen woord en achtig → bv. VL: ze·nu·wach·tig; NL: ze·nuw acht·ig

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 18 Jul 2019 16:20
    114 reactie(s)

    Versie 82

    Vlaamse uitspraak
    (uitspraakvarianten)

    Heel wat woorden worden in Vlaanderen anders uitgesproken dan in Nederland. Dan gaat het niet zozeer over regelgebonden uitspraken zoals de zachte g, maar over woorden zoals pyjama dat in Vlaanderen als pie-zja-ma en in Nederland als pie-jaa-maa uitgesproken wordt. Of over klemtonen zoals bij burgemeester waarbij in Vlaanderen het accent op de eerste lettergreep valt en in Nederland op de derde. Bij leenwoorden hanteert men in Nederland zeer dikwijls een nabootsing volgens de Nederlandse klankwetten van de klanken in de oorspronkelijke taal (meestal Engels of Frans), terwijl de uitspraak in Vlaanderen vervlaamst wordt. Soms wordt in Vlaanderen een Franse uitspraak gehanteerd, dan volgt de uitspraak in Nederland meestal het Engels.

    Voor Engelse leenwoorden met korte a is er een afzonderlijk lemma waar deze gevallen ondergebracht kunnen worden.

    Het spijtige is dat de Vlaamse media voor deze woorden de Nederlandse uitspraak gebruiken ondanks dat de Vlaamse uitspraak in Vlaanderen zeer algemeen is. Dit is een aanfluiting van de V die voor Vlaams staat in o.a. vrt en VTM.

    Wat klemtonen betreft kan voor het West-Vlaams algemeen gesteld worden dat de klemtoon zeer dikwijls op de eerste lettergreep ligt (zoals ook in het nabije(re) Engels), ook en wellicht het meest opmerkelijk bij eigennamen. Bijvoorbeeld, waar een doorsnee Vlaming of Nederlander de naam Stefanie zal uitspreken zoals de Fransen, met de klemtoon op de laatste lettergreep, heet deze vrouw in West-Vlaanderen Stefanie. De West-Vlaamse politieker Vande Lanotte heet in zijn thuisprovincie Vande Lanotte.

    zie ook Breda, Spa: vokaalreductie

    alfabetische lijst:

    ‘s anderendaags: VL: san·dren·da(a)gs; NL: san·de·ren·daags
    Afrika: VL: a·fri·ka; NL: aa·fri·kaa
    Amerika: VL: a·mee·ri·ka; NL: a·mee·ri·kaa
    Antarctica (idem Arctica): an·tarc·ti·ca; NL: an·tarc·ti·caa
    archipel: VL: ar·chi·pel; NL: ar·chi·pel
    asfalt: VL: as·falt; NL: as·falt
    Bernard: VL: ber·naar (Frans); NL: bern·(h)art (Engels)
    bijna: VL: bij·na(a)/be·na(a) (zie ook bekan); NL: bij·naa
    bikini: VL: bi·ki·ni; NL: bi·ki·ni
    burgemeester: VL: bur·ge·mees·ter; NL: bur·ge·mees·ter
    cacao: VL: ca·ca·oo; NL: ca·caa·oo
    carnaval: VL: kar·na·val (Frans); NL: kar·na·val (Engels)
    casino: VL: ca·zi·noo; NL: ca·sie·noo (zie ook Vlaamse geslachten)
    cichorei: VL: sjie·ko·rei; NL: sie·cho·rei (± fonetisch)
    clitoris: VL: cli·too·ris (beide i’s als in fiets); NL: cli·to·ris (beide i’s als in dik)
    conciërge: VL: kon·s·jer·zje (± Frans); NL: kon·zjer·zje
    coup: VL: koe (Frans); NL: koep (± fonetisch)
    dement: VL: dee·ment; NL: de ment
    detective: VL: de·tek·tie·ve/de·dek·tie·ve (fonetisch); NL: die·tek·tif (Engels)
    Doornroosje: VL: doo·rn·roo·sje; NL: doo·rn·roo·sje
    doorprikken: VL: door·prik·ken; NL: door·prik·ken
    dossier: VL: dos·sier (fonetisch); NL: do·sjee (Frans)
    elixir: VL: ee·liek·sier/ee·lieg·zier (Arabisch, ‘g’ uitgesproken als in het Engelse ‘good’); NL: ee·lik·ser (‘lik’ uitgesproken als ‘dik’)
    encyclopedie: VL: en·cy·clo·pe·die (fonetisch); NL: aun·cy·clo·pe·die (Frans, de ‘aun’ is nasaal)
    energie: VL: e·ner·gie (fonetisch); NL: e·ner·zjie/e·ner·sjie (Frans)
    essay: VL: es· (Frans); NL: es·seej/es·seej (Engels)
    Europa: VL: eu·roo·pa; NL: eu·roo·paa
    flirten: VL: flir·ten (fonetisch); NL: fleur·ten (Engels)
    foto: VL: fo·too; NL: foo·too
    fotografie: VL: fo·to·gra·fie; NL: foo·too·gra·fie
    garantie: VL: ga·ran·tie (Frans; ook ga·ran·sie); NL: ga·ran·tsie
    gelijkvloers: VL: ge·lijk·vloers; NL: ge·lijk·vloers
    Gerard: VL: zjee·raar (Frans); NL: gee·rart (fonetisch)
    gilet: VL: zjie·lee; NL: zjie·lèt
    hifi: VL: haai·fi (Brits Engels); NL: haai·faai (Amerikaans Engels)
    hostess: VL: hos·tès; NL: hos·tes (Engels)
    hygiëne: VL: hy·gjee·ne; NL: hy·gjèè·ne (Frans)
    intrige: VL: in·trie·ge (fonetisch); NL: in·trie·zje/in·trie·sje (hypercorrecte uitspraak van intrige met /ž/ -Frans intrigue)
    Israël: VL: iez·ra·jel (‘i’ als in ‘kiwi’); NL: is·ra·‘el (‘i’ als in ‘dik’)
    item: VL: i·tem (doffe e); NL: aaj·tem (Engels)
    jacuzzi: dja·koe·zi/zja·koe·zi; NL: ja·koe·zi
    jenever: VL: zje·nee·ver; NL: je·nee·ver (fonetisch)
    Jos: VL: zjos; NL: jos
    kathedraal: VL: ka·tee·draal; NL: kat·te·draal
    Koran: VL: koo·ran; NL: ko·raan
    lavabo: VL: la·va·boo; NL: la·vaa·boo/la·vaa·boo
    Lutgart: VL: lut·gart; NL: lutgart
    mammoet: VL: mam·moet; NL: mam·moet
    meteen: VL en NL: mè·teen (‘mè’ als in ‘bed’); VL media: me·teen (‘me’ als in ‘der’)
    Monaco: VL: Mo·na·coo; NL: Moo·naa·coo
    monopoly: VL: mo·no·poo·ly; NL: mo·noo·pe·ly (Engels)
    nasi (goreng): VL: naa·zi; NL: na·si
    Nobelprijs: VL: No·bel.prijs; NL: No.bèl·prijs
    nostalgie: VL: nos·tal·gie (fonetisch); NL: nos·tal·zjie/nos·tal·sjie (Frans)
    omwenteling: VL: om·wen·te·ling; NL: om·wen·te·ling
    onderhoud: VL: on·der·houd; NL: on·der·houd
    parameter: VL: pa·ra·mee·ter; NL: pa·raa·m?·ter
    parfum: VL: par·fui (Frans, de ‘ui’ is nasaal); NL: par·fum (fonetisch)
    passagier: VL: pas·sa·gier (fonetisch); NL: pas·sa·zjier/pas·sa·sjier
    per: VL: ‘per’ als ‘der’; NL: ‘per’ als ‘ver’
    percent: VL: per·cent (‘per’ als ‘der’); NL: per·cent (‘per’ als ‘ver’)
    per se: VL: per see (‘per’ als ‘der’); NL: pèr see (Latijn, ‘pèr’ als ‘ver’)
    pikken: VL: pi·ken; NL: p?·ken
    pistolet: VL: pis·to·lee; NL: pis·to·lèt
    platform: VL: plat·form; NL: plat·form
    pyjama: VL: pi·zja·ma; NL: pie·jaa·maa
    record: VL: re·kort (fonetisch); NL: ree·koor (Frans)
    reünie: VL: ree·ju·nie; NL: ree·u·nie (Franse klemtoon)
    Robert: VL: ro·beir (Frans); NL: ro(o)·bert (Engels)
    robot: VL: ro·bot; NL: roo·bot
    rondpunt: VL: rond·punt; NL: rond·punt
    Roodkapje: VL: rood·kap·je; NL: rood·kap·je
    salami: VL: sa·la·mi; NL: sa·laa·mi
    sceptisch: VL: sep·ties; NL: skep·ties
    Sneeuwwitje: VL: sneeuw·wi·tje; NL: sneeuw·wit·je
    stadhuis: VL: sta·tuis; NL: stad·huis
    steak: VL: stek/stik (Frans); NL: steek (Engels)
    super, hyper: VL én NL: su·per, hy·per; VL media: sup·per, hip·per
    tabak: VL: ta·bak (zie ook toebak); NL: ta·bak (Frans)
    Tenerife: VL: ·ne·rif ; NL: tee·nee·rie·fee
    tenzij: VL: ten·zij (‘e’ als in ‘der’, komt van "’t en zij’); NL: ten·zij, ten·zij (‘e’ in beide varianten als in ‘bed’)
    terras: VL: tèr·ras; NL: te ras
    ticket: VL: tie·kèt (Frans); NL: tik·ket (Engels)
    trainen: VL: trei·nen; NL: treej·nen (Engels)
    vanille: VL: va·nie·le (fonetisch); NL: va·nie·je (Frans)
    verkoop: VL: ver·koop; NL: vér·koop (tegen alle regels in)
    vrijgezel: VL: vrij·ge·zel; NL: vrij·ge·zel
    werkloosheid: VL: werk·loos·heid; NL: werk·loos·heid
    wodka: VL: vod·ka (Slavisch, de ‘d’ is eerder stemhebbend); NL: wot·kaa (de ‘t’ is stemloos)
    yoghurt: VL: joe·choert (soms joe·goert; ± Turks); NL: jo·chert, jo·ggert (fonetisch)
    zonsondergang: VL: zon·zon·der·gang; NL: zons·on·der·gang
    zonsopgang: VL: zon·zop·gang; NL: zons·op·gang

    woorden op —ist/—isme/—isch: VL: —ist/—isme/—isch (‘i’ als in ‘fiets’); NL: —?st/—?sme/—?sch (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —tie: VL: —sie; NL: —tsie
    woorden op —tje/—dje: VL: —tje (de t- en j-klanken komen samen zoals in ‘checken’); NL: —t·je (de t- en j-klanken worden apart uitgesproken)
    woorden met —ci— of —ti— (bv. ‘officieel’, ‘politioneel’): VL: —s·j— (de s- en j-klanken worden apart uitgesproken); NL: —sj—, —tsj— (de s- en j-klanken komen samen zoals in ‘sjaal’ of ‘checken’)
    woorden met dis—: VL: dis— (‘i’ als in ‘fiets’); NL: d?s— (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —achtig: VL: klemtoon op woord zelf; NL: klemtoon op achtig en adempauze tussen woord en achtig → bv. VL: ze·nu·wach·tig; NL: ze·nuw acht·ig

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 18 Jul 2019 16:20
    114 reactie(s)

    Versie 81

    Vlaamse uitspraak
    (uitspraakvarianten)

    Heel wat woorden worden in Vlaanderen anders uitgesproken dan in Nederland. Dan gaat het niet zozeer over regelgebonden uitspraken zoals de zachte g, maar over woorden zoals pyjama dat in Vlaanderen als pie-zja-ma en in Nederland als pie-jaa-maa uitgesproken wordt. Of over klemtonen zoals bij burgemeester waarbij in Vlaanderen het accent op de eerste lettergreep valt en in Nederland op de derde. Bij leenwoorden hanteert men in Nederland zeer dikwijls een nabootsing volgens de Nederlandse klankwetten van de klanken in de oorspronkelijke taal (meestal Engels of Frans), terwijl de uitspraak in Vlaanderen vervlaamst wordt. Soms wordt in Vlaanderen een Franse uitspraak gehanteerd, dan volgt de uitspraak in Nederland meestal het Engels.

    Voor Engelse leenwoorden met korte a is er een afzonderlijk lemma waar deze gevallen ondergebracht kunnen worden.

    Het spijtige is dat de Vlaamse media voor deze woorden de Nederlandse uitspraak gebruiken ondanks dat de Vlaamse uitspraak in Vlaanderen zeer algemeen is. Dit is een aanfluiting van de V die voor Vlaams staat in o.a. vrt en VTM.

    Wat klemtonen betreft kan voor het West-Vlaams algemeen gesteld worden dat de klemtoon zeer dikwijls op de eerste lettergreep ligt (zoals ook in het nabije(re) Engels), ook en wellicht het meest opmerkelijk bij eigennamen. Bijvoorbeeld, waar een doorsnee Vlaming of Nederlander de naam Stefanie zal uitspreken zoals de Fransen, met de klemtoon op de laatste lettergreep, heet deze vrouw in West-Vlaanderen Stefanie. De West-Vlaamse politieker Vande Lanotte heet in zijn thuisprovincie Vande Lanotte.

    zie ook Breda, Spa: vokaalreductie

    alfabetische lijst:

    ‘s anderendaags: VL: san·dren·da(a)gs; NL: san·de·ren·daags
    Afrika: VL: a·fri·ka; NL: aa·fri·kaa
    Amerika: VL: a·mee·ri·ka; NL: a·mee·ri·kaa
    Antarctica (idem Arctica): an·tarc·ti·ca; NL: an·tarc·ti·caa
    archipel: VL: ar·chi·pel; NL: ar·chi·pel
    asfalt: VL: as·falt; NL: as·falt
    Bernard: VL: ber·naar (Frans); NL: bern·(h)art (Engels)
    bijna: VL: bij·na(a)/be·na(a) (zie ook bekan); NL: bij·naa
    bikini: VL: bi·ki·ni; NL: bi·ki·ni
    burgemeester: VL: bur·ge·mees·ter; NL: bur·ge·mees·ter
    cacao: VL: ca·ca·oo; NL: ca·caa·oo
    carnaval: VL: kar·na·val (Frans); NL: kar·na·val (Engels)
    casino: VL: ca·zi·noo; NL: ca·sie·noo (zie ook Vlaamse geslachten)
    cichorei: VL: sjie·ko·rei; NL: sie·cho·rei (± fonetisch)
    clitoris: VL: cli·too·ris (beide i’s als in fiets); NL: cli·to·ris (beide i’s als in dik)
    conciërge: VL: kon·s·jer·zje (± Frans); NL: kon·zjer·zje
    coup: VL: koe (Frans); NL: koep (± fonetisch)
    dement: VL: dee·ment; NL: de ment
    detective: VL: de·tek·tie·ve/de·dek·tie·ve (fonetisch); NL: die·tek·tif (Engels)
    Doornroosje: VL: doo·rn·roo·sje; NL: doo·rn·roo·sje
    doorprikken: VL: door·prik·ken; NL: door·prik·ken
    dossier: VL: dos·sier (fonetisch); NL: do·sjee (Frans)
    elixir: VL: ee·liek·sier/ee·lieg·zier (Arabisch, ‘g’ uitgesproken als in het Engelse ‘good’); NL: ee·lik·ser (‘lik’ uitgesproken als ‘dik’)
    encyclopedie: VL: en·cy·clo·pe·die (fonetisch); NL: aun·cy·clo·pe·die (Frans, de ‘aun’ is nasaal)
    energie: VL: e·ner·gie (fonetisch); NL: e·ner·zjie/e·ner·sjie (Frans)
    essay: VL: es· (Frans); NL: es·seej/es·seej (Engels)
    Europa: VL: eu·roo·pa; NL: eu·roo·paa
    flirten: VL: flir·ten (fonetisch); NL: fleur·ten (Engels)
    foto: VL: fo·too; NL: foo·too
    fotografie: VL: fo·to·gra·fie; NL: foo·too·gra·fie
    garantie: VL: ga·ran·tie (Frans; ook ga·ran·sie); NL: ga·ran·tsie
    gelijkvloers: VL: ge·lijk·vloers; NL: ge·lijk·vloers
    Gerard: VL: zjee·raar (Frans); NL: gee·rart (fonetisch)
    gilet: VL: zjie·lee; NL: zjie·lèt
    hifi: VL: haai·fi (Brits Engels); NL: haai·faai (Amerikaans Engels)
    hostess: VL: hos·tès; NL: hos·tes (Engels)
    hygiëne: VL: hy·gjee·ne; NL: hy·gjèè·ne (Frans)
    intrige: VL: in·trie·ge (fonetisch); NL: in·trie·zje/in·trie·sje (hypercorrecte uitspraak van intrige met /ž/ -Frans intrigue)
    Israël: VL: iez·ra·jel (‘i’ als in ‘kiwi’); NL: is·ra·‘el (‘i’ als in ‘dik’)
    jacuzzi: dja·koe·zi/zja·koe·zi; NL: ja·koe·zi
    jenever: VL: zje·nee·ver; NL: je·nee·ver (fonetisch)
    Jos: VL: zjos; NL: jos
    kathedraal: VL: ka·tee·draal; NL: kat·te·draal
    Koran: VL: koo·ran; NL: ko·raan
    lavabo: VL: la·va·boo; NL: la·vaa·boo/la·vaa·boo
    Lutgart: VL: lut·gart; NL: lutgart
    mammoet: VL: mam·moet; NL: mam·moet
    meteen: VL en NL: mè·teen (‘mè’ als in ‘bed’); VL media: me·teen (‘me’ als in ‘der’)
    Monaco: VL: Mo·na·coo; NL: Moo·naa·coo
    monopoly: VL: mo·no·poo·ly; NL: mo·noo·pe·ly (Engels)
    nasi (goreng): VL: naa·zi; NL: na·si
    Nobelprijs: VL: No·bel.prijs; NL: No.bèl·prijs
    nostalgie: VL: nos·tal·gie (fonetisch); NL: nos·tal·zjie/nos·tal·sjie (Frans)
    omwenteling: VL: om·wen·te·ling; NL: om·wen·te·ling
    onderhoud: VL: on·der·houd; NL: on·der·houd
    parameter: VL: pa·ra·mee·ter; NL: pa·raa·m?·ter
    parfum: VL: par·fui (Frans, de ‘ui’ is nasaal); NL: par·fum (fonetisch)
    passagier: VL: pas·sa·gier (fonetisch); NL: pas·sa·zjier/pas·sa·sjier
    per: VL: ‘per’ als ‘der’; NL: ‘per’ als ‘ver’
    percent: VL: per·cent (‘per’ als ‘der’); NL: per·cent (‘per’ als ‘ver’)
    per se: VL: per see (‘per’ als ‘der’); NL: pèr see (Latijn, ‘pèr’ als ‘ver’)
    pikken: VL: pi·ken; NL: p?·ken
    pistolet: VL: pis·to·lee; NL: pis·to·lèt
    platform: VL: plat·form; NL: plat·form
    pyjama: VL: pi·zja·ma; NL: pie·jaa·maa
    record: VL: re·kort (fonetisch); NL: ree·koor (Frans)
    reünie: VL: ree·ju·nie; NL: ree·u·nie (Franse klemtoon)
    Robert: VL: ro·beir (Frans); NL: ro(o)·bert (Engels)
    robot: VL: ro·bot; NL: roo·bot
    rondpunt: VL: rond·punt; NL: rond·punt
    Roodkapje: VL: rood·kap·je; NL: rood·kap·je
    salami: VL: sa·la·mi; NL: sa·laa·mi
    sceptisch: VL: sep·ties; NL: skep·ties
    Sneeuwwitje: VL: sneeuw·wi·tje; NL: sneeuw·wit·je
    stadhuis: VL: sta·tuis; NL: stad·huis
    steak: VL: stek/stik (Frans); NL: steek (Engels)
    super, hyper: VL én NL: su·per, hy·per; VL media: sup·per, hip·per
    tabak: VL: ta·bak (zie ook toebak); NL: ta·bak (Frans)
    Tenerife: VL: ·ne·rif ; NL: tee·nee·rie·fee
    tenzij: VL: ten·zij (‘e’ als in ‘der’, komt van "’t en zij’); NL: ten·zij, ten·zij (‘e’ in beide varianten als in ‘bed’)
    terras: VL: tèr·ras; NL: te ras
    ticket: VL: tie·kèt (Frans); NL: tik·ket (Engels)
    trainen: VL: trei·nen; NL: treej·nen (Engels)
    vanille: VL: va·nie·le (fonetisch); NL: va·nie·je (Frans)
    verkoop: VL: ver·koop; NL: vér·koop (tegen alle regels in)
    vrijgezel: VL: vrij·ge·zel; NL: vrij·ge·zel
    werkloosheid: VL: werk·loos·heid; NL: werk·loos·heid
    wodka: VL: vod·ka (Slavisch, de ‘d’ is eerder stemhebbend); NL: wot·kaa (de ‘t’ is stemloos)
    yoghurt: VL: joe·choert (soms joe·goert; ± Turks); NL: jo·chert, jo·ggert (fonetisch)
    zonsondergang: VL: zon·zon·der·gang; NL: zons·on·der·gang
    zonsopgang: VL: zon·zop·gang; NL: zons·op·gang

    woorden op —ist/—isme/—isch: VL: —ist/—isme/—isch (‘i’ als in ‘fiets’); NL: —?st/—?sme/—?sch (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —tie: VL: —sie; NL: —tsie
    woorden op —tje/—dje: VL: —tje (de t- en j-klanken komen samen zoals in ‘checken’); NL: —t·je (de t- en j-klanken worden apart uitgesproken)
    woorden met —ci— of —ti— (bv. ‘officieel’, ‘politioneel’): VL: —s·j— (de s- en j-klanken worden apart uitgesproken); NL: —sj—, —tsj— (de s- en j-klanken komen samen zoals in ‘sjaal’ of ‘checken’)
    woorden met dis—: VL: dis— (‘i’ als in ‘fiets’); NL: d?s— (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —achtig: VL: klemtoon op woord zelf; NL: klemtoon op achtig en adempauze tussen woord en achtig → bv. VL: ze·nu·wach·tig; NL: ze·nuw acht·ig

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 13 Jul 2019 23:31
    114 reactie(s)

    Versie 80

    Vlaamse uitspraak
    (uitspraakvarianten)

    Heel wat woorden worden in Vlaanderen anders uitgesproken dan in Nederland. Dan gaat het niet zozeer over regelgebonden uitspraken zoals de zachte g, maar over woorden zoals pyjama dat in Vlaanderen als pie-zja-ma en in Nederland als pie-jaa-maa uitgesproken wordt. Of over klemtonen zoals bij burgemeester waarbij in Vlaanderen het accent op de eerste lettergreep valt en in Nederland op de derde. Bij leenwoorden hanteert men in Nederland zeer dikwijls een nabootsing volgens de Nederlandse klankwetten van de klanken in de oorspronkelijke taal (meestal Engels of Frans), terwijl de uitspraak in Vlaanderen vervlaamst wordt. Soms wordt in Vlaanderen een Franse uitspraak gehanteerd, dan volgt de uitspraak in Nederland meestal het Engels.

    Voor Engelse leenwoorden met korte a is er een afzonderlijk lemma waar deze gevallen ondergebracht kunnen worden.

    Het spijtige is dat de Vlaamse media voor deze woorden de Nederlandse uitspraak gebruiken ondanks dat de Vlaamse uitspraak in Vlaanderen zeer algemeen is. Dit is een aanfluiting van de V die voor Vlaams staat in o.a. vrt en VTM.

    Wat klemtonen betreft kan voor het West-Vlaams algemeen gesteld worden dat de klemtoon zeer dikwijls op de eerste lettergreep ligt (zoals ook in het nabije(re) Engels), ook en wellicht het meest opmerkelijk bij eigennamen. Bijvoorbeeld, waar een doorsnee Vlaming of Nederlander de naam Stefanie zal uitspreken zoals de Fransen, met de klemtoon op de laatste lettergreep, heet deze vrouw in West-Vlaanderen Stefanie. De West-Vlaamse politieker Vande Lanotte heet in zijn thuisprovincie Vande Lanotte.

    zie ook Breda, Spa: vokaalreductie

    alfabetische lijst:

    ‘s anderendaags: VL: san·dren·da(a)gs; NL: san·de·ren·daags
    Afrika: VL: a·fri·ka; NL: aa·fri·kaa
    Amerika: VL: a·mee·ri·ka; NL: a·mee·ri·kaa
    Antarctica (idem Arctica): an·tarc·ti·ca; NL: an·tarc·ti·caa
    archipel: VL: ar·chi·pel; NL: ar·chi·pel
    asfalt: VL: as·falt; NL: as·falt
    Bernard: VL: ber·naar (Frans); NL: bern·(h)art (Engels)
    bijna: VL: bij·na(a)/be·na(a) (zie ook bekan); NL: bij·naa
    bikini: VL: bi·ki·ni; NL: bi·ki·ni
    burgemeester: VL: bur·ge·mees·ter; NL: bur·ge·mees·ter
    cacao: VL: ca·ca·oo; NL: ca·caa·oo
    carnaval: VL: kar·na·val (Frans); NL: kar·na·val (Engels)
    casino: VL: ca·zi·noo; NL: ca·sie·noo (zie ook Vlaamse geslachten)
    cichorei: VL: sjie·ko·rei; NL: sie·cho·rei (± fonetisch)
    clitoris: VL: cli·too·ris (beide i’s als in fiets); NL: cli·to·ris (beide i’s als in dik)
    conciërge: VL: kon·s·jer·zje (± Frans); NL: kon·zjer·zje
    coup: VL: koe (Frans); NL: koep (± fonetisch)
    dement: VL: dee·ment; NL: de ment
    detective: VL: de·tek·tie·ve/de·dek·tie·ve (fonetisch); NL: die·tek·tif (Engels)
    Doornroosje: VL: doo·rn·roo·sje; NL: doo·rn·roo·sje
    doorprikken: VL: door·prik·ken; NL: door·prik·ken
    dossier: VL: dos·sier (fonetisch); NL: do·sjee (Frans)
    elixir: VL: ee·liek·sier/ee·lieg·zier (Arabisch, ‘g’ uitgesproken als in het Engelse ‘good’); NL: ee·lik·ser (‘lik’ uitgesproken als ‘dik’)
    encyclopedie: VL: en·cy·clo·pe·die (fonetisch); NL: aun·cy·clo·pe·die (Frans, de ‘aun’ is nasaal)
    energie: VL: e·ner·gie (fonetisch); NL: e·ner·zjie/e·ner·sjie (Frans)
    essay: VL: es· (Frans); NL: es·seej/es·seej (Engels)
    Europa: VL: eu·roo·pa; NL: eu·roo·paa
    flirten: VL: flir·ten (fonetisch); NL: fleur·ten (Engels)
    foto: VL: fo·too; NL: foo·too
    fotografie: VL: fo·to·gra·fie; NL: foo·too·gra·fie
    garantie: VL: ga·ran·tie (Frans; ook ga·ran·sie); NL: ga·ran·tsie
    gelijkvloers: VL: ge·lijk·vloers; NL: ge·lijk·vloers
    Gerard: VL: zjee·raar (Frans); NL: gee·rart (fonetisch)
    gilet: VL: zjie·lee; NL: zjie·lèt
    hifi: VL: haai·fi (Brits Engels); NL: haai·faai (Amerikaans Engels)
    hostess: VL: hos·tès; NL: hos·tes (Engels)
    hygiëne: VL: hy·gjee·ne; NL: hy·gjèè·ne (Frans)
    intrige: VL: in·trie·ge (fonetisch); NL: in·trie·zje/in·trie·sje (hypercorrecte uitspraak van intrige met /ž/ -Frans intrigue)
    Israël: VL: iez·ra·jel (‘i’ als in ‘kiwi’); NL: is·ra·‘el (‘i’ als in ‘dik’)
    jacuzzi: dja·koe·zi/zja·koe·zi; NL: ja·koe·zi
    jenever: VL: zje·nee·ver; NL: je·nee·ver (fonetisch)
    Jos: VL: zjos; NL: jos
    kathedraal: VL: ka·tee·draal; NL: kat·te·draal
    Koran: VL: koo·ran; NL: ko·raan
    lavabo: VL: la·va·boo; NL: la·vaa·boo/la·vaa·boo
    Lutgart: VL: lut·gart; NL: lutgart
    mammoet: VL: mam·moet; NL: mam·moet
    meteen: VL en NL: mè·teen (‘mè’ als in ‘bed’); VL media: me·teen (‘me’ als in ‘der’)
    Monaco: VL: Mo·na·coo; NL: Moo·naa·coo
    monopoly: VL: mo·no·poo·ly; NL: mo·noo·pe·ly (Engels)
    nasi (goreng): VL: naa·zi; NL: na·si
    Nobelprijs: VL: No·bel.prijs; NL: No.bèl·prijs
    nostalgie: VL: nos·tal·gie (fonetisch); NL: nos·tal·zjie/nos·tal·sjie (Frans)
    omwenteling: VL: om·wen·te·ling; NL: om·wen·te·ling
    onderhoud: VL: on·der·houd; NL: on·der·houd
    parameter: VL: pa·ra·mee·ter; NL: pa·raa·m?·ter
    parfum: VL: par·fui (Frans, de ‘ui’ is nasaal); NL: par·fum (fonetisch)
    passagier: VL: pas·sa·gier (fonetisch); NL: pas·sa·zjier/pas·sa·sjier
    per: VL: ‘per’ als ‘der’; NL: ‘per’ als ‘ver’
    percent: VL: per·cent (‘per’ als ‘der’); NL: per·cent (‘per’ als ‘ver’)
    per se: VL: per see (‘per’ als ‘der’); NL: pèr see (Latijn, ‘pèr’ als ‘ver’)
    pikken: VL: pi·ken; NL: p?·ken
    pistolet: VL: pis·to·lee; NL: pis·to·lèt
    platform: VL: plat·form; NL: plat·form
    pyjama: VL: pi·zja·ma; NL: pie·jaa·maa
    record: VL: re·kort (fonetisch); NL: ree·koor (Frans)
    reünie: VL: ree·ju·nie; NL: ree·u·nie (Franse klemtoon)
    Robert: VL: ro·beir (Frans); NL: ro(o)·bert (Engels)
    robot: VL: ro·bot; NL: roo·bot
    rondpunt: VL: rond·punt; NL: rond·punt
    Roodkapje: VL: rood·kap·je; NL: rood·kap·je
    salami: VL: sa·la·mi; NL: sa·laa·mi
    sceptisch: VL: sep·ties; NL: skep·ties
    Sneeuwwitje: VL: sneeuw·wi·tje; NL: sneeuw·wit·je
    stadhuis: VL: sta·tuis; NL: stad·huis
    steak: VL: stek/stik (Frans); NL: steek (Engels)
    super, hyper: VL én NL: su·per, hy·per; VL media: sup·per, hip·per
    tabak: VL: ta·bak (zie ook toebak); NL: ta·bak (Frans)
    Tenerife: VL: ·ne·rif ; NL: tee·nee·rie·fee
    tenzij: VL: ten·zij (‘e’ als in ‘der’, komt van "’t en zij’); NL: ten·zij, ten·zij (‘e’ in beide varianten als in ‘bed’)
    terras: VL: tèr·ras; NL: te ras
    ticket: VL: tie·kèt (Frans); NL: tik·ket (Engels)
    trainen: VL: trei·nen; NL: treej·nen (Engels)
    vanille: VL: va·nie·le (fonetisch); NL: va·nie·je (Frans)
    verkoop: VL: ver·koop; NL: vér·koop (tegen alle regels in)
    werkloosheid: VL: werk·loos·heid; NL: werk·loos·heid
    wodka: VL: vod·ka (Slavisch, de ‘d’ is eerder stemhebbend); NL: wot·kaa (de ‘t’ is stemloos)
    yoghurt: VL: joe·choert (soms joe·goert; ± Turks); NL: jo·chert, jo·ggert (fonetisch)
    zonsondergang: VL: zon·zon·der·gang; NL: zons·on·der·gang
    zonsopgang: VL: zon·zop·gang; NL: zons·op·gang

    woorden op —ist/—isme/—isch: VL: —ist/—isme/—isch (‘i’ als in ‘fiets’); NL: —?st/—?sme/—?sch (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —tie: VL: —sie; NL: —tsie
    woorden op —tje/—dje: VL: —tje (de t- en j-klanken komen samen zoals in ‘checken’); NL: —t·je (de t- en j-klanken worden apart uitgesproken)
    woorden met —ci— of —ti— (bv. ‘officieel’, ‘politioneel’): VL: —s·j— (de s- en j-klanken worden apart uitgesproken); NL: —sj—, —tsj— (de s- en j-klanken komen samen zoals in ‘sjaal’ of ‘checken’)
    woorden met dis—: VL: dis— (‘i’ als in ‘fiets’); NL: d?s— (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —achtig: VL: klemtoon op woord zelf; NL: klemtoon op achtig en adempauze tussen woord en achtig → bv. VL: ze·nu·wach·tig; NL: ze·nuw acht·ig

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 03 Jul 2019 14:54
    114 reactie(s)

    Versie 79

    Vlaamse uitspraak
    (uitspraakvarianten)

    Heel wat woorden worden in Vlaanderen anders uitgesproken dan in Nederland. Dan gaat het niet zozeer over regelgebonden uitspraken zoals de zachte g, maar over woorden zoals pyjama dat in Vlaanderen als pie-zja-ma en in Nederland als pie-jaa-maa uitgesproken wordt. Of over klemtonen zoals bij burgemeester waarbij in Vlaanderen het accent op de eerste lettergreep valt en in Nederland op de derde. Bij leenwoorden hanteert men in Nederland zeer dikwijls een nabootsing volgens de Nederlandse klankwetten van de klanken in de oorspronkelijke taal (meestal Engels of Frans), terwijl de uitspraak in Vlaanderen vervlaamst wordt. Soms wordt in Vlaanderen een Franse uitspraak gehanteerd, dan volgt de uitspraak in Nederland meestal het Engels.

    Voor Engelse leenwoorden met korte a is er een afzonderlijk lemma waar deze gevallen ondergebracht kunnen worden.

    Het spijtige is dat de Vlaamse media voor deze woorden de Nederlandse uitspraak gebruiken ondanks dat de Vlaamse uitspraak in Vlaanderen zeer algemeen is. Dit is een aanfluiting van de V die voor Vlaams staat in o.a. vrt en VTM.

    Wat klemtonen betreft kan voor het West-Vlaams algemeen gesteld worden dat de klemtoon zeer dikwijls op de eerste lettergreep ligt (zoals ook in het nabije(re) Engels), ook en wellicht het meest opmerkelijk bij eigennamen. Bijvoorbeeld, waar een doorsnee Vlaming of Nederlander de naam Stefanie zal uitspreken zoals de Fransen, met de klemtoon op de laatste lettergreep, heet deze vrouw in West-Vlaanderen Stefanie. De West-Vlaamse politieker Vande Lanotte heet in zijn thuisprovincie Vande Lanotte.

    zie ook Breda, Spa: vokaalreductie

    alfabetische lijst:

    ‘s anderendaags: VL: san·dren·da(a)gs; NL: san·de·ren·daags
    Afrika: VL: a·fri·ka; NL: aa·fri·kaa
    Amerika: VL: a·mee·ri·ka; NL: a·mee·ri·kaa
    Antarctica (idem Arctica): an·tarc·ti·ca; NL: an·tarc·ti·caa
    archipel: VL: ar·chi·pel; NL: ar·chi·pel
    asfalt: VL: as·falt; NL: as·falt
    Bernard: VL: ber·naar (Frans); NL: bern·(h)art (Engels)
    bijna: VL: bij·na(a)/be·na(a) (zie ook bekan); NL: bij·naa
    bikini: VL: bi·ki·ni; NL: bi·ki·ni
    burgemeester: VL: bur·ge·mees·ter; NL: bur·ge·mees·ter
    cacao: VL: ca·ca·oo; NL: ca·caa·oo
    carnaval: VL: kar·na·val (Frans); NL: kar·na·val (Engels)
    cichorei: VL: sjie·ko·rei; NL: sie·cho·rei (± fonetisch)
    clitoris: VL: cli·too·ris (beide i’s als in fiets); NL: cli·to·ris (beide i’s als in dik)
    conciërge: VL: kon·s·jer·zje (± Frans); NL: kon·zjer·zje
    coup: VL: koe (Frans); NL: koep (± fonetisch)
    dement: VL: dee·ment; NL: de ment
    detective: VL: de·tek·tie·ve/de·dek·tie·ve (fonetisch); NL: die·tek·tif (Engels)
    Doornroosje: VL: doo·rn·roo·sje; NL: doo·rn·roo·sje
    doorprikken: VL: door·prik·ken; NL: door·prik·ken
    dossier: VL: dos·sier (fonetisch); NL: do·sjee (Frans)
    elixir: VL: ee·liek·sier/ee·lieg·zier (Arabisch, ‘g’ uitgesproken als in het Engelse ‘good’); NL: ee·lik·ser (‘lik’ uitgesproken als ‘dik’)
    encyclopedie: VL: en·cy·clo·pe·die (fonetisch); NL: aun·cy·clo·pe·die (Frans, de ‘aun’ is nasaal)
    energie: VL: e·ner·gie (fonetisch); NL: e·ner·zjie/e·ner·sjie (Frans)
    essay: VL: es· (Frans); NL: es·seej/es·seej (Engels)
    Europa: VL: eu·roo·pa; NL: eu·roo·paa
    flirten: VL: flir·ten (fonetisch); NL: fleur·ten (Engels)
    foto: VL: fo·too; NL: foo·too
    fotografie: VL: fo·to·gra·fie; NL: foo·too·gra·fie
    garantie: VL: ga·ran·tie (Frans; ook ga·ran·sie); NL: ga·ran·tsie
    gelijkvloers: VL: ge·lijk·vloers; NL: ge·lijk·vloers
    Gerard: VL: zjee·raar (Frans); NL: gee·rart (fonetisch)
    gilet: VL: zjie·lee; NL: zjie·lèt
    hifi: VL: haai·fi (Brits Engels); NL: haai·faai (Amerikaans Engels)
    hostess: VL: hos·tès; NL: hos·tes (Engels)
    hygiëne: VL: hy·gjee·ne; NL: hy·gjèè·ne (Frans)
    intrige: VL: in·trie·ge (fonetisch); NL: in·trie·zje/in·trie·sje (hypercorrecte uitspraak van intrige met /ž/ -Frans intrigue)
    Israël: VL: iez·ra·jel (‘i’ als in ‘kiwi’); NL: is·ra·‘el (‘i’ als in ‘dik’)
    jacuzzi: dja·koe·zi/zja·koe·zi; NL: ja·koe·zi
    jenever: VL: zje·nee·ver; NL: je·nee·ver (fonetisch)
    Jos: VL: zjos; NL: jos
    kathedraal: VL: ka·tee·draal; NL: kat·te·draal
    Koran: VL: koo·ran; NL: ko·raan
    lavabo: VL: la·va·boo; NL: la·vaa·boo/la·vaa·boo
    Lutgart: VL: lut·gart; NL: lutgart
    mammoet: VL: mam·moet; NL: mam·moet
    meteen: VL en NL: mè·teen (‘mè’ als in ‘bed’); VL media: me·teen (‘me’ als in ‘der’)
    Monaco: VL: Mo·na·coo; NL: Moo·naa·coo
    monopoly: VL: mo·no·poo·ly; NL: mo·noo·pe·ly (Engels)
    nasi (goreng): VL: naa·zi; NL: na·si
    Nobelprijs: VL: No·bel.prijs; NL: No.bèl·prijs
    nostalgie: VL: nos·tal·gie (fonetisch); NL: nos·tal·zjie/nos·tal·sjie (Frans)
    omwenteling: VL: om·wen·te·ling; NL: om·wen·te·ling
    onderhoud: VL: on·der·houd; NL: on·der·houd
    parameter: VL: pa·ra·mee·ter; NL: pa·raa·m?·ter
    parfum: VL: par·fui (Frans, de ‘ui’ is nasaal); NL: par·fum (fonetisch)
    passagier: VL: pas·sa·gier (fonetisch); NL: pas·sa·zjier/pas·sa·sjier
    per: VL: ‘per’ als ‘der’; NL: ‘per’ als ‘ver’
    percent: VL: per·cent (‘per’ als ‘der’); NL: per·cent (‘per’ als ‘ver’)
    per se: VL: per see (‘per’ als ‘der’); NL: pèr see (Latijn, ‘pèr’ als ‘ver’)
    pikken: VL: pi·ken; NL: p?·ken
    pistolet: VL: pis·to·lee; NL: pis·to·lèt
    platform: VL: plat·form; NL: plat·form
    pyjama: VL: pi·zja·ma; NL: pie·jaa·maa
    record: VL: re·kort (fonetisch); NL: ree·koor (Frans)
    reünie: VL: ree·ju·nie; NL: ree·u·nie (Franse klemtoon)
    Robert: VL: ro·beir (Frans); NL: ro(o)·bert (Engels)
    robot: VL: ro·bot; NL: roo·bot
    rondpunt: VL: rond·punt; NL: rond·punt
    Roodkapje: VL: rood·kap·je; NL: rood·kap·je
    salami: VL: sa·la·mi; NL: sa·laa·mi
    sceptisch: VL: sep·ties; NL: skep·ties
    Sneeuwwitje: VL: sneeuw·wi·tje; NL: sneeuw·wit·je
    stadhuis: VL: sta·tuis; NL: stad·huis
    steak: VL: stek/stik (Frans); NL: steek (Engels)
    super, hyper: VL én NL: su·per, hy·per; VL media: sup·per, hip·per
    tabak: VL: ta·bak (zie ook toebak); NL: ta·bak (Frans)
    Tenerife: VL: ·ne·rif ; NL: tee·nee·rie·fee
    tenzij: VL: ten·zij (‘e’ als in ‘der’, komt van "’t en zij’); NL: ten·zij, ten·zij (‘e’ in beide varianten als in ‘bed’)
    terras: VL: tèr·ras; NL: te ras
    ticket: VL: tie·kèt (Frans); NL: tik·ket (Engels)
    trainen: VL: trei·nen; NL: treej·nen (Engels)
    vanille: VL: va·nie·le (fonetisch); NL: va·nie·je (Frans)
    verkoop: VL: ver·koop; NL: vér·koop (tegen alle regels in)
    werkloosheid: VL: werk·loos·heid; NL: werk·loos·heid
    wodka: VL: vod·ka (Slavisch, de ‘d’ is eerder stemhebbend); NL: wot·kaa (de ‘t’ is stemloos)
    yoghurt: VL: joe·choert (soms joe·goert; ± Turks); NL: jo·chert, jo·ggert (fonetisch)
    zonsondergang: VL: zon·zon·der·gang; NL: zons·on·der·gang
    zonsopgang: VL: zon·zop·gang; NL: zons·op·gang

    woorden op —ist/—isme/—isch: VL: —ist/—isme/—isch (‘i’ als in ‘fiets’); NL: —?st/—?sme/—?sch (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —tie: VL: —sie; NL: —tsie
    woorden op —tje/—dje: VL: —tje (de t- en j-klanken komen samen zoals in ‘checken’); NL: —t·je (de t- en j-klanken worden apart uitgesproken)
    woorden met —ci— of —ti— (bv. ‘officieel’, ‘politioneel’): VL: —s·j— (de s- en j-klanken worden apart uitgesproken); NL: —sj—, —tsj— (de s- en j-klanken komen samen zoals in ‘sjaal’ of ‘checken’)
    woorden met dis—: VL: dis— (‘i’ als in ‘fiets’); NL: d?s— (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —achtig: VL: klemtoon op woord zelf; NL: klemtoon op achtig en adempauze tussen woord en achtig → bv. VL: ze·nu·wach·tig; NL: ze·nuw acht·ig

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 21 Jun 2019 16:22
    114 reactie(s)

    Versie 78

    Vlaamse uitspraak
    (uitspraakvarianten)

    Heel wat woorden worden in Vlaanderen anders uitgesproken dan in Nederland. Dan gaat het niet zozeer over regelgebonden uitspraken zoals de zachte g, maar over woorden zoals pyjama dat in Vlaanderen als pie-zja-ma en in Nederland als pie-jaa-maa uitgesproken wordt. Of over klemtonen zoals bij burgemeester waarbij in Vlaanderen het accent op de eerste lettergreep valt en in Nederland op de derde. Bij leenwoorden hanteert men in Nederland zeer dikwijls een nabootsing volgens de Nederlandse klankwetten van de klanken in de oorspronkelijke taal (meestal Engels of Frans), terwijl de uitspraak in Vlaanderen vervlaamst wordt. Soms wordt in Vlaanderen een Franse uitspraak gehanteerd, dan volgt de uitspraak in Nederland meestal het Engels.

    Voor Engelse leenwoorden met korte a is er een afzonderlijk lemma waar deze gevallen ondergebracht kunnen worden.

    Het spijtige is dat de Vlaamse media voor deze woorden de Nederlandse uitspraak gebruiken ondanks dat de Vlaamse uitspraak in Vlaanderen zeer algemeen is. Dit is een aanfluiting van de V die voor Vlaams staat in o.a. vrt en VTM.

    Wat klemtonen betreft kan voor het West-Vlaams algemeen gesteld worden dat de klemtoon zeer dikwijls op de eerste lettergreep ligt (zoals ook in het nabije(re) Engels), ook en wellicht het meest opmerkelijk bij eigennamen. Bijvoorbeeld, waar een doorsnee Vlaming of Nederlander de naam Stefanie zal uitspreken zoals de Fransen, met de klemtoon op de laatste lettergreep, heet deze vrouw in West-Vlaanderen Stefanie. De West-Vlaamse politieker Vande Lanotte heet in zijn thuisprovincie Vande Lanotte.

    zie ook Breda, Spa: vokaalreductie

    alfabetische lijst:

    ‘s anderendaags: VL: san·dren·da(a)gs; NL: san·de·ren·daags
    Afrika: VL: a·fri·ka; NL: aa·fri·kaa
    Amerika: VL: a·mee·ri·ka; NL: a·mee·ri·kaa
    Antarctica (idem Arctica): an·tarc·ti·ca; NL: an·tarc·ti·caa
    archipel: VL: ar·chi·pel; NL: ar·chi·pel
    asfalt: VL: as·falt; NL: as·falt
    Bernard: VL: ber·naar (Frans); NL: bern·(h)art (Engels)
    bijna: VL: bij·na(a)/be·na(a) (zie ook bekan); NL: bij·naa
    bikini: VL: bi·ki·ni; NL: bi·ki·ni
    burgemeester: VL: bur·ge·mees·ter; NL: bur·ge·mees·ter
    cacao: VL: ca·ca·oo; NL: ca·caa·oo
    carnaval: VL: kar·na·val (Frans); NL: kar·na·val (Engels)
    cichorei: VL: sjie·ko·rei; NL: sie·cho·rei (± fonetisch)
    clitoris: VL: cli·too·ris (beide i’s als in fiets); NL: cli·to·ris (beide i’s als in dik)
    conciërge: VL: kon·s·jer·zje (± Frans); NL: kon·zjer·zje
    coup: VL: koe (Frans); NL: koep (± fonetisch)
    dement: VL: dee·ment; NL: de ment
    detective: VL: de·tek·tie·ve/de·dek·tie·ve (fonetisch); NL: die·tek·tif (Engels)
    Doornroosje: VL: doo·rn·roo·sje; NL: doo·rn·roo·sje
    doorprikken: VL: door·prik·ken; NL: door·prik·ken
    dossier: VL: dos·sier (fonetisch); NL: do·sjee (Frans)
    elixir: VL: ee·liek·sier/ee·lieg·zier (Arabisch, ‘g’ uitgesproken als in het Engelse ‘good’); NL: ee·lik·ser (‘lik’ uitgesproken als ‘dik’)
    encyclopedie: VL: en·cy·clo·pe·die (fonetisch); NL: aun·cy·clo·pe·die (Frans, de ‘aun’ is nasaal)
    energie: VL: e·ner·gie (fonetisch); NL: e·ner·zjie/e·ner·sjie (Frans)
    essay: VL: es· (Frans); NL: es·seej/es·seej (Engels)
    Europa: VL: eu·roo·pa; NL: eu·roo·paa
    flirten: VL: flir·ten (fonetisch); NL: fleur·ten (Engels)
    foto: VL: fo·too; NL: foo·too
    fotografie: VL: fo·to·gra·fie; NL: foo·too·gra·fie
    garantie: VL: ga·ran·tie (Frans; ook ga·ran·sie); NL: ga·ran·tsie
    gelijkvloers: VL: ge·lijk·vloers; NL: ge·lijk·vloers
    Gerard: VL: zjee·raar (Frans); NL: gee·rart (fonetisch)
    gilet: VL: zjie·lee; NL: zjie·lèt
    hifi: VL: haai·fi (Brits Engels); NL: haai·faai (Amerikaans Engels)
    hostess: VL: hos·tès; NL: hos·tes (Engels)
    hygiëne: VL: hy·gjee·ne; NL: hy·gjèè·ne (Frans)
    intrige: VL: in·trie·ge (fonetisch); NL: in·trie·zje/in·trie·sje (hypercorrecte uitspraak van intrige met /ž/ -Frans intrigue)
    Israël: VL: iez·ra·jel (‘i’ als in ‘kiwi’); NL: is·ra·‘el (‘i’ als in ‘dik’)
    jacuzzi: dja·koe·zi/zja·koe·zi; NL: ja·koe·zi
    jenever: VL: zje·nee·ver; NL: je·nee·ver (fonetisch)
    Jos: VL: zjos; NL: jos
    kathedraal: VL: ka·tee·draal; NL: kat·te·draal
    Koran: VL: koo·ran; NL: ko·raan
    lavabo: VL: la·va·boo; NL: la·vaa·boo/la·vaa·boo
    Lutgart: VL: lut·gart; NL: lutgart
    mammoet: VL: mam·moet; NL: mam·moet
    meteen: VL en NL: mè·teen (‘mè’ als in ‘bed’); VL media: me·teen (‘me’ als in ‘der’)
    Monaco: VL: Mo·na·coo; NL: Moo·naa·coo
    monopoly: VL: mo·no·poo·ly; NL: mo·noo·pe·ly (Engels)
    nasi (goreng): VL: naa·zi; NL: na·si
    Nobelprijs: VL: No·bel.prijs; NL: No.bèl·prijs
    nostalgie: VL: nos·tal·gie (fonetisch); NL: nos·tal·zjie/nos·tal·sjie (Frans)
    omwenteling: VL: om·wen·te·ling; NL: om·wen·te·ling
    onderhoud: VL: on·der·houd; NL: on·der·houd
    parameter: VL: pa·ra·mee·ter; NL: pa·raa·m?·ter
    parfum: VL: par·fui (Frans, de ‘ui’ is nasaal); NL: par·fum (fonetisch)
    passagier: VL: pas·sa·gier (fonetisch); NL: pas·sa·zjier/pas·sa·sjier
    per: VL: ‘per’ als ‘der’; NL: ‘per’ als ‘ver’
    percent: VL: per·cent (‘per’ als ‘der’); NL: per·cent (‘per’ als ‘ver’)
    per se: VL: per see (‘per’ als ‘der’); NL: pèr see (Latijn, ‘pèr’ als ‘ver’)
    pikken: VL: pi·ken; NL: p?·ken
    pistolet: VL: pis·to·lee; NL: pis·to·lèt
    platform: VL: plat·form; NL: plat·form
    pyjama: VL: pi·zja·ma; NL: pie·jaa·maa
    record: VL: re·kort (fonetisch); NL: ree·koor (Frans)
    reünie: VL: ree·ju·nie; NL: ree·u·nie (Franse klemtoon)
    Robert: VL: ro·beir (Frans); NL: ro(o)·bert (Engels)
    robot: VL: ro·bot; NL: roo·bot
    rondpunt: VL: rond·punt; NL: rond·punt
    Roodkapje: VL: rood·kap·je; NL: rood·kap·je
    salami: VL: sa·la·mi; NL: sa·laa·mi
    sceptisch: VL: sep·ties; NL: skep·ties
    Sneeuwwitje: VL: sneeuw·wi·tje; NL: sneeuw·wit·je
    stadhuis: VL: sta·tuis; NL: stad·huis
    steak: VL: stek/stik (Frans); NL: steek (Engels)
    super, hyper: VL én NL: su·per, hy·per; VL media: sup·per, hip·per
    tabak: VL: ta·bak (zie ook toebak); NL: ta·bak (Frans)
    Tenerife: VL: ·ne·rif ; NL: tee·nee·rie·fee
    tenzij: VL: ten·zij (‘e’ als in ‘der’, komt van "’t en zij’); NL: ten·zij, ten·zij (‘e’ in beide varianten als in ‘bed’)
    terras: VL: tèr·ras; NL: te ras
    ticket: VL: tie·kèt (Frans); NL: tik·ket (Engels)
    trainen: VL: trei·nen; NL: treej·nen (Engels)
    vanille: VL: va·nie·le (fonetisch); NL: va·nie·je (Frans)
    verkoop: VL: ver·koop; NL: vér·koop (tegen alle regels in)
    werkloosheid: VL: werk·loos·heid; NL: werk·loos·heid
    wodka: VL: vod·ka (Slavisch, de ‘d’ is eerder stemhebbend); NL: wot·kaa (de ‘t’ is stemloos)
    yoghurt: VL: joe·choert (soms joe·goert; ± Turks); NL: jo·chert, jo·ggert (fonetisch)
    zonsondergang: VL: zon·zon·der·gang; NL: zons·on·der·gang
    zonsopgang: VL: zon·zop·gang; NL: zons·op·gang

    woorden op —ist/—isme/—isch: VL: —ist/—isme/—isch (‘i’ als in ‘fiets’); NL: —?st/—?sme/—?sch (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —tie: VL: —sie; NL: —tsie
    woorden op —tje/—dje: VL: —tje (de t- en j-klanken komen samen zoals in ‘checken’); NL: —t·je (de t- en j-klanken worden apart uitgesproken)
    woorden met —ci— of —ti— (bv. ‘officieel’, ‘politioneel’): VL: —s·j— (de s- en j-klanken worden apart uitgesproken); NL: —sj—, —tsj— (de s- en j-klanken komen samen zoals in ‘sjaal’ of ‘checken’)
    woorden met dis—: VL: dis— (‘i’ als in ‘fiets’); NL: d?s— (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —achtig: VL: klemtoon op woord zelf; NL: klemtoon op achtig en adempauze tussen woord en achtig → bv. VL: ze·nu·wach·tig; NL: ze·nuw acht·ig

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 21 Jun 2019 16:22
    114 reactie(s)

    Versie 77

    Vlaamse uitspraak
    (uitspraakvarianten)

    Heel wat woorden worden in Vlaanderen anders uitgesproken dan in Nederland. Dan gaat het niet zozeer over regelgebonden uitspraken zoals de zachte g, maar over woorden zoals pyjama dat in Vlaanderen als pie-zja-ma en in Nederland als pie-jaa-maa uitgesproken wordt. Of over klemtonen zoals bij burgemeester waarbij in Vlaanderen het accent op de eerste lettergreep valt en in Nederland op de derde. Bij leenwoorden hanteert men in Nederland zeer dikwijls een nabootsing volgens de Nederlandse klankwetten van de klanken in de oorspronkelijke taal (meestal Engels of Frans), terwijl de uitspraak in Vlaanderen vervlaamst wordt. Soms wordt in Vlaanderen een Franse uitspraak gehanteerd, dan volgt de uitspraak in Nederland meestal het Engels.

    Voor Engelse leenwoorden met korte a is er een afzonderlijk lemma waar deze gevallen ondergebracht kunnen worden.

    Het spijtige is dat de Vlaamse media voor deze woorden de Nederlandse uitspraak gebruiken ondanks dat de Vlaamse uitspraak in Vlaanderen zeer algemeen is. Dit is een aanfluiting van de V die voor Vlaams staat in o.a. vrt en VTM.

    Wat klemtonen betreft kan voor het West-Vlaams algemeen gesteld worden dat de klemtoon zeer dikwijls op de eerste lettergreep ligt (zoals ook in het nabije(re) Engels), ook en wellicht het meest opmerkelijk bij eigennamen. Bijvoorbeeld, waar een doorsnee Vlaming of Nederlander de naam Stefanie zal uitspreken zoals de Fransen, met de klemtoon op de laatste lettergreep, heet deze vrouw in West-Vlaanderen Stefanie. De West-Vlaamse politieker Vande Lanotte heet in zijn thuisprovincie Vande Lanotte.

    zie ook Breda, Spa: vokaalreductie

    alfabetische lijst:

    ‘s anderendaags: VL: san·dren·da(a)gs; NL: san·de·ren·daags
    Afrika: VL: a·fri·ka; NL: aa·fri·kaa
    Amerika: VL: a·mee·ri·ka; NL: a·mee·ri·kaa
    Antarctica (idem Arctica): an·tarc·ti·ca; NL: an·tarc·ti·caa
    archipel: VL: ar·chi·pel; NL: ar·chi·pel
    asfalt: VL: as·falt; NL: as·falt
    Bernard: VL: ber·naar (Frans); NL: bern·(h)art (Engels)
    bijna: VL: bij·na(a)/be·na(a) (zie ook bekan); NL: bij·naa
    bikini: VL: bi·ki·ni; NL: bi·ki·ni
    burgemeester: VL: bur·ge·mees·ter; NL: bur·ge·mees·ter
    cacao: VL: ca·ca·oo; NL: ca·caa·oo
    carnaval: VL: kar·na·val (Frans); NL: kar·na·val (Engels)
    cichorei: VL: sjie·ko·rei; NL: sie·cho·rei (± fonetisch)
    clitoris: VL: cli·too·ris (beide i’s als in fiets); NL: cli·to·ris (beide i’s als in dik)
    conciërge: VL: kon·s·jer·zje (± Frans); NL: kon·zjer·zje
    coup: VL: koe (Frans); NL: koep (± fonetisch)
    dement: VL: dee·ment; NL: de ment
    detective: VL: de·tek·tie·ve/de·dek·tie·ve (fonetisch); NL: die·tek·tif (Engels)
    Doornroosje: VL: doo·rn·roo·sje; NL: doo·rn·roo·sje
    doorprikken: VL: door·prik·ken; NL: door·prik·ken
    dossier: VL: dos·sier (fonetisch); NL: do·sjee (Frans)
    elixir: VL: ee·liek·sier/ee·lieg·zier (Arabisch, ‘g’ uitgesproken als in het Engelse ‘good’); NL: ee·lik·ser (‘lik’ uitgesproken als ‘dik’)
    encyclopedie: VL: en·cy·clo·pe·die (fonetisch); NL: aun·cy·clo·pe·die (Frans, de ‘aun’ is nasaal)
    energie: VL: e·ner·gie (fonetisch); NL: e·ner·zjie/e·ner·sjie (Frans)
    essay: VL: es· (Frans); NL: es·seej/es·seej (Engels)
    Europa: VL: eu·roo·pa; NL: eu·roo·paa
    flirten: VL: flir·ten (fonetisch); NL: fleur·ten (Engels)
    garantie: VL: ga·ran·tie (Frans; ook ga·ran·sie); NL: ga·ran·tsie
    gelijkvloers: VL: ge·lijk·vloers; NL: ge·lijk·vloers
    Gerard: VL: zjee·raar (Frans); NL: gee·rart (fonetisch)
    gilet: VL: zjie·lee; NL: zjie·lèt
    hifi: VL: haai·fi (Brits Engels); NL: haai·faai (Amerikaans Engels)
    hostess: VL: hos·tès; NL: hos·tes (Engels)
    hygiëne: VL: hy·gjee·ne; NL: hy·gjèè·ne (Frans)
    intrige: VL: in·trie·ge (fonetisch); NL: in·trie·zje/in·trie·sje (hypercorrecte uitspraak van intrige met /ž/ -Frans intrigue)
    Israël: VL: iez·ra·jel (‘i’ als in ‘kiwi’); NL: is·ra·‘el (‘i’ als in ‘dik’)
    jacuzzi: dja·koe·zi/zja·koe·zi; NL: ja·koe·zi
    jenever: VL: zje·nee·ver; NL: je·nee·ver (fonetisch)
    Jos: VL: zjos; NL: jos
    kathedraal: VL: ka·tee·draal; NL: kat·te·draal
    Koran: VL: koo·ran; NL: ko·raan
    lavabo: VL: la·va·boo; NL: la·vaa·boo/la·vaa·boo
    Lutgart: VL: lut·gart; NL: lutgart
    mammoet: VL: mam·moet; NL: mam·moet
    meteen: VL en NL: mè·teen (‘mè’ als in ‘bed’); VL media: me·teen (‘me’ als in ‘der’)
    Monaco: VL: Mo·na·coo; NL: Moo·naa·coo
    monopoly: VL: mo·no·poo·ly; NL: mo·noo·pe·ly (Engels)
    nasi (goreng): VL: naa·zi; NL: na·si
    Nobelprijs: VL: No·bel.prijs; NL: No.bèl·prijs
    nostalgie: VL: nos·tal·gie (fonetisch); NL: nos·tal·zjie/nos·tal·sjie (Frans)
    omwenteling: VL: om·wen·te·ling; NL: om·wen·te·ling
    onderhoud: VL: on·der·houd; NL: on·der·houd
    parameter: VL: pa·ra·mee·ter; NL: pa·raa·m?·ter
    parfum: VL: par·fui (Frans, de ‘ui’ is nasaal); NL: par·fum (fonetisch)
    passagier: VL: pas·sa·gier (fonetisch); NL: pas·sa·zjier/pas·sa·sjier
    per: VL: ‘per’ als ‘der’; NL: ‘per’ als ‘ver’
    percent: VL: per·cent (‘per’ als ‘der’); NL: per·cent (‘per’ als ‘ver’)
    per se: VL: per see (‘per’ als ‘der’); NL: pèr see (Latijn, ‘pèr’ als ‘ver’)
    pikken: VL: pi·ken; NL: p?·ken
    pistolet: VL: pis·to·lee; NL: pis·to·lèt
    platform: VL: plat·form; NL: plat·form
    pyjama: VL: pi·zja·ma; NL: pie·jaa·maa
    record: VL: re·kort (fonetisch); NL: ree·koor (Frans)
    reünie: VL: ree·ju·nie; NL: ree·u·nie (Franse klemtoon)
    Robert: VL: ro·beir (Frans); NL: ro(o)·bert (Engels)
    robot: VL: ro·bot; NL: roo·bot
    rondpunt: VL: rond·punt; NL: rond·punt
    Roodkapje: VL: rood·kap·je; NL: rood·kap·je
    salami: VL: sa·la·mi; NL: sa·laa·mi
    sceptisch: VL: sep·ties; NL: skep·ties
    Sneeuwwitje: VL: sneeuw·wi·tje; NL: sneeuw·wit·je
    stadhuis: VL: sta·tuis; NL: stad·huis
    steak: VL: stek/stik (Frans); NL: steek (Engels)
    super, hyper: VL én NL: su·per, hy·per; VL media: sup·per, hip·per
    tabak: VL: ta·bak (zie ook toebak); NL: ta·bak (Frans)
    Tenerife: VL: ·ne·rif ; NL: tee·nee·rie·fee
    tenzij: VL: ten·zij (‘e’ als in ‘der’, komt van "’t en zij’); NL: ten·zij, ten·zij (‘e’ in beide varianten als in ‘bed’)
    terras: VL: tèr·ras; NL: te ras
    ticket: VL: tie·kèt (Frans); NL: tik·ket (Engels)
    trainen: VL: trei·nen; NL: treej·nen (Engels)
    vanille: VL: va·nie·le (fonetisch); NL: va·nie·je (Frans)
    verkoop: VL: ver·koop; NL: vér·koop (tegen alle regels in)
    werkloosheid: VL: werk·loos·heid; NL: werk·loos·heid
    wodka: VL: vod·ka (Slavisch, de ‘d’ is eerder stemhebbend); NL: wot·kaa (de ‘t’ is stemloos)
    yoghurt: VL: joe·choert (soms joe·goert; ± Turks); NL: jo·chert, jo·ggert (fonetisch)
    zonsondergang: VL: zon·zon·der·gang; NL: zons·on·der·gang
    zonsopgang: VL: zon·zop·gang; NL: zons·op·gang

    woorden op —ist/—isme/—isch: VL: —ist/—isme/—isch (‘i’ als in ‘fiets’); NL: —?st/—?sme/—?sch (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —tie: VL: —sie; NL: —tsie
    woorden op —tje/—dje: VL: —tje (de t- en j-klanken komen samen zoals in ‘checken’); NL: —t·je (de t- en j-klanken worden apart uitgesproken)
    woorden met —ci— of —ti— (bv. ‘officieel’, ‘politioneel’): VL: —s·j— (de s- en j-klanken worden apart uitgesproken); NL: —sj—, —tsj— (de s- en j-klanken komen samen zoals in ‘sjaal’ of ‘checken’)
    woorden met dis—: VL: dis— (‘i’ als in ‘fiets’); NL: d?s— (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —achtig: VL: klemtoon op woord zelf; NL: klemtoon op achtig en adempauze tussen woord en achtig → bv. VL: ze·nu·wach·tig; NL: ze·nuw acht·ig

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 10 Jun 2019 22:28
    114 reactie(s)

    Versie 76

    Vlaamse uitspraak
    (uitspraakvarianten)

    Heel wat woorden worden in Vlaanderen anders uitgesproken dan in Nederland. Dan gaat het niet zozeer over regelgebonden uitspraken zoals de zachte g, maar over woorden zoals pyjama dat in Vlaanderen als pie-zja-ma en in Nederland als pie-jaa-maa uitgesproken wordt. Of over klemtonen zoals bij burgemeester waarbij in Vlaanderen het accent op de eerste lettergreep valt en in Nederland op de derde. Bij leenwoorden hanteert men in Nederland zeer dikwijls een nabootsing volgens de Nederlandse klankwetten van de klanken in de oorspronkelijke taal (meestal Engels of Frans), terwijl de uitspraak in Vlaanderen vervlaamst wordt. Soms wordt in Vlaanderen een Franse uitspraak gehanteerd, dan volgt de uitspraak in Nederland meestal het Engels.

    Voor Engelse leenwoorden met korte a is er een afzonderlijk lemma waar deze gevallen ondergebracht kunnen worden.

    Het spijtige is dat de Vlaamse media voor deze woorden de Nederlandse uitspraak gebruiken ondanks dat de Vlaamse uitspraak in Vlaanderen zeer algemeen is. Dit is een aanfluiting van de V die voor Vlaams staat in o.a. vrt en VTM.

    Wat klemtonen betreft kan voor het West-Vlaams algemeen gesteld worden dat de klemtoon zeer dikwijls op de eerste lettergreep ligt (zoals ook in het nabije(re) Engels), ook en wellicht het meest opmerkelijk bij eigennamen. Bijvoorbeeld, waar een doorsnee Vlaming of Nederlander de naam Stefanie zal uitspreken zoals de Fransen, met de klemtoon op de laatste lettergreep, heet deze vrouw in West-Vlaanderen Stefanie. De West-Vlaamse politieker Vande Lanotte heet in zijn thuisprovincie Vande Lanotte.

    zie ook Breda, Spa: vokaalreductie

    alfabetische lijst:

    ‘s anderendaags: VL: san·dren·da(a)gs; NL: san·de·ren·daags
    Afrika: VL: a·fri·ka; NL: aa·fri·kaa
    Amerika: VL: a·mee·ri·ka; NL: a·mee·ri·kaa
    Antarctica (idem Arctica): an·tarc·ti·ca; NL: an·tarc·ti·caa
    archipel: VL: ar·chi·pel; NL: ar·chi·pel
    asfalt: VL: as·falt; NL: as·falt
    Bernard: VL: ber·naar (Frans); NL: bern·(h)art (Engels)
    bijna: VL: bij·na(a)/be·na(a) (zie ook bekan); NL: bij·naa
    bikini: VL: bi·ki·ni; NL: bi·ki·ni
    burgemeester: VL: bur·ge·mees·ter; NL: bur·ge·mees·ter
    cacao: VL: ca·ca·oo; NL: ca·caa·oo
    carnaval: VL: kar·na·val (Frans); NL: kar·na·val (Engels)
    cichorei: VL: sjie·ko·rei; NL: sie·cho·rei (± fonetisch)
    clitoris: VL: cli·too·ris (beide i’s als in fiets); NL: cli·to·ris (beide i’s als in dik)
    conciërge: VL: kon·s·jer·zje (± Frans); NL: kon·zjer·zje
    coup: VL: koe (Frans); NL: koep (± fonetisch)
    dement: VL: dee·ment; NL: de ment
    detective: VL: de·tek·tie·ve/de·dek·tie·ve (fonetisch); NL: die·tek·tif (Engels)
    Doornroosje: VL: doo·rn·roo·sje; NL: doo·rn·roo·sje
    doorprikken: VL: door·prik·ken; NL: door·prik·ken
    dossier: VL: dos·sier (fonetisch); NL: do·sjee (Frans)
    elixir: VL: ee·liek·sier/ee·lieg·zier (Arabisch, ‘g’ uitgesproken als in het Engelse ‘good’); NL: ee·lik·ser (‘lik’ uitgesproken als ‘dik’)
    encyclopedie: VL: en·cy·clo·pe·die (fonetisch); NL: aun·cy·clo·pe·die (Frans, de ‘aun’ is nasaal)
    energie: VL: e·ner·gie (fonetisch); NL: e·ner·zjie/e·ner·sjie (Frans)
    essay: VL: es· (Frans); NL: es·seej/es·seej (Engels)
    Europa: VL: eu·roo·pa; NL: eu·roo·paa
    flirten: VL: flir·ten (fonetisch); NL: fleur·ten (Engels)
    garantie: VL: ga·ran·tie (Frans; ook ga·ran·sie); NL: ga·ran·tsie
    gelijkvloers: VL: ge·lijk·vloers; NL: ge·lijk·vloers
    Gerard: VL: zjee·raar (Frans); NL: gee·rart (fonetisch)
    gilet: VL: zjie·lee; NL: zjie·lèt
    hifi: VL: haai·fi (Brits Engels); NL: haai·faai (Amerikaans Engels)
    hostess: VL: hos·tès; NL: hos·tes (Engels)
    hygiëne: VL: hy·gjee·ne; NL: hy·gjèè·ne (Frans)
    intrige: VL: in·trie·ge (fonetisch); NL: in·trie·zje/in·trie·sje (hypercorrecte uitspraak van intrige met /ž/ -Frans intrigue)
    Israël: VL: ies·ra·jel (‘i’ als in ‘kiwi’); NL: is·ra·‘el (‘i’ als in ‘dik’)
    jacuzzi: dja·koe·zi/zja·koe·zi; NL: ja·koe·zi
    jenever: VL: zje·nee·ver; NL: je·nee·ver (fonetisch)
    Jos: VL: zjos; NL: jos
    kathedraal: VL: ka·tee·draal; NL: kat·te·draal
    Koran: VL: koo·ran; NL: ko·raan
    lavabo: VL: la·va·boo; NL: la·vaa·boo/la·vaa·boo
    Lutgart: VL: lut·gart; NL: lutgart
    mammoet: VL: mam·moet; NL: mam·moet
    meteen: VL en NL: mè·teen (‘mè’ als in ‘bed’); VL media: me·teen (‘me’ als in ‘der’)
    Monaco: VL: Mo·na·coo; NL: Moo·naa·coo
    monopoly: VL: mo·no·poo·ly; NL: mo·noo·pe·ly (Engels)
    nasi (goreng): VL: naa·zi; NL: na·si
    Nobelprijs: VL: No·bel.prijs; NL: No.bèl·prijs
    nostalgie: VL: nos·tal·gie (fonetisch); NL: nos·tal·zjie/nos·tal·sjie (Frans)
    omwenteling: VL: om·wen·te·ling; NL: om·wen·te·ling
    onderhoud: VL: on·der·houd; NL: on·der·houd
    parameter: VL: pa·ra·mee·ter; NL: pa·raa·m?·ter
    parfum: VL: par·fui (Frans, de ‘ui’ is nasaal); NL: par·fum (fonetisch)
    passagier: VL: pas·sa·gier (fonetisch); NL: pas·sa·zjier/pas·sa·sjier
    per: VL: ‘per’ als ‘der’; NL: ‘per’ als ‘ver’
    percent: VL: per·cent (‘per’ als ‘der’); NL: per·cent (‘per’ als ‘ver’)
    per se: VL: per see (‘per’ als ‘der’); NL: pèr see (Latijn, ‘pèr’ als ‘ver’)
    pikken: VL: pi·ken; NL: p?·ken
    pistolet: VL: pis·to·lee; NL: pis·to·lèt
    platform: VL: plat·form; NL: plat·form
    pyjama: VL: pi·zja·ma; NL: pie·jaa·maa
    record: VL: re·kort (fonetisch); NL: ree·koor (Frans)
    reünie: VL: ree·ju·nie; NL: ree·u·nie (Franse klemtoon)
    Robert: VL: ro·beir (Frans); NL: ro(o)·bert (Engels)
    robot: VL: ro·bot; NL: roo·bot
    rondpunt: VL: rond·punt; NL: rond·punt
    Roodkapje: VL: rood·kap·je; NL: rood·kap·je
    salami: VL: sa·la·mi; NL: sa·laa·mi
    sceptisch: VL: sep·ties; NL: skep·ties
    Sneeuwwitje: VL: sneeuw·wi·tje; NL: sneeuw·wit·je
    stadhuis: VL: sta·tuis; NL: stad·huis
    steak: VL: stek/stik (Frans); NL: steek (Engels)
    super, hyper: VL én NL: su·per, hy·per; VL media: sup·per, hip·per
    tabak: VL: ta·bak (zie ook toebak); NL: ta·bak (Frans)
    Tenerife: VL: ·ne·rif ; NL: tee·nee·rie·fee
    tenzij: VL: ten·zij (‘e’ als in ‘der’, komt van "’t en zij’); NL: ten·zij, ten·zij (‘e’ in beide varianten als in ‘bed’)
    terras: VL: tèr·ras; NL: te ras
    ticket: VL: tie·kèt (Frans); NL: tik·ket (Engels)
    trainen: VL: trei·nen; NL: treej·nen (Engels)
    vanille: VL: va·nie·le (fonetisch); NL: va·nie·je (Frans)
    verkoop: VL: ver·koop; NL: vér·koop (tegen alle regels in)
    werkloosheid: VL: werk·loos·heid; NL: werk·loos·heid
    wodka: VL: vod·ka (Slavisch, de ‘d’ is eerder stemhebbend); NL: wot·kaa (de ‘t’ is stemloos)
    yoghurt: VL: joe·choert (soms joe·goert; ± Turks); NL: jo·chert, jo·ggert (fonetisch)
    zonsondergang: VL: zon·zon·der·gang; NL: zons·on·der·gang
    zonsopgang: VL: zon·zop·gang; NL: zons·op·gang

    woorden op —ist/—isme/—isch: VL: —ist/—isme/—isch (‘i’ als in ‘fiets’); NL: —?st/—?sme/—?sch (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —tie: VL: —sie; NL: —tsie
    woorden op —tje/—dje: VL: —tje (de t- en j-klanken komen samen zoals in ‘checken’); NL: —t·je (de t- en j-klanken worden apart uitgesproken)
    woorden met —ci— of —ti— (bv. ‘officieel’, ‘politioneel’): VL: —s·j— (de s- en j-klanken worden apart uitgesproken); NL: —sj—, —tsj— (de s- en j-klanken komen samen zoals in ‘sjaal’ of ‘checken’)
    woorden met dis—: VL: dis— (‘i’ als in ‘fiets’); NL: d?s— (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —achtig: VL: klemtoon op woord zelf; NL: klemtoon op achtig en adempauze tussen woord en achtig → bv. VL: ze·nu·wach·tig; NL: ze·nuw acht·ig

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 10 Jun 2019 22:24
    114 reactie(s)

    Versie 75

    Vlaamse uitspraak
    (uitspraakvarianten)

    Heel wat woorden worden in Vlaanderen anders uitgesproken dan in Nederland. Dan gaat het niet zozeer over regelgebonden uitspraken zoals de zachte g, maar over woorden zoals pyjama dat in Vlaanderen als pie-zja-ma en in Nederland als pie-jaa-maa uitgesproken wordt. Of over klemtonen zoals bij burgemeester waarbij in Vlaanderen het accent op de eerste lettergreep valt en in Nederland op de derde. Bij leenwoorden hanteert men in Nederland zeer dikwijls een nabootsing volgens de Nederlandse klankwetten van de klanken in de oorspronkelijke taal (meestal Engels of Frans), terwijl de uitspraak in Vlaanderen vervlaamst wordt. Soms wordt in Vlaanderen een Franse uitspraak gehanteerd, dan volgt de uitspraak in Nederland meestal het Engels.

    Voor Engelse leenwoorden met korte a is er een afzonderlijk lemma waar deze gevallen ondergebracht kunnen worden.

    Het spijtige is dat de Vlaamse media voor deze woorden de Nederlandse uitspraak gebruiken ondanks dat de Vlaamse uitspraak in Vlaanderen zeer algemeen is. Dit is een aanfluiting van de V die voor Vlaams staat in o.a. vrt en VTM.

    Wat klemtonen betreft kan voor het West-Vlaams algemeen gesteld worden dat de klemtoon zeer dikwijls op de eerste lettergreep ligt (zoals ook in het nabije(re) Engels), ook en wellicht het meest opmerkelijk bij eigennamen. Bijvoorbeeld, waar een doorsnee Vlaming of Nederlander de naam Stefanie zal uitspreken zoals de Fransen, met de klemtoon op de laatste lettergreep, heet deze vrouw in West-Vlaanderen Stefanie. De West-Vlaamse politieker Vande Lanotte heet in zijn thuisprovincie Vande Lanotte.

    zie ook Breda, Spa: vokaalreductie

    alfabetische lijst:

    ‘s anderendaags: VL: san·dren·da(a)gs; NL: san·de·ren·daags
    Afrika: VL: a·fri·ka; NL: aa·fri·kaa
    Amerika: VL: a·mee·ri·ka; NL: a·mee·ri·kaa
    Antarctica (idem Arctica): an·tarc·ti·ca; NL: an·tarc·ti·caa
    archipel: VL: ar·chi·pel; NL: ar·chi·pel
    asfalt: VL: as·falt; NL: as·falt
    Bernard: VL: ber·naar (Frans); NL: bern·(h)art (Engels)
    bijna: VL: bij·na(a)/be·na(a) (zie ook bekan); NL: bij·naa
    bikini: VL: bi·ki·ni; NL: bi·ki·ni
    burgemeester: VL: bur·ge·mees·ter; NL: bur·ge·mees·ter
    cacao: VL: ca·ca·oo; NL: ca·caa·oo
    carnaval: VL: kar·na·val (Frans); NL: kar·na·val (Engels)
    cichorei: VL: sjie·ko·rei; NL: sie·cho·rei (± fonetisch)
    clitoris: VL: cli·too·ris (beide i’s als in fiets); NL: cli·to·ris (beide i’s als in dik)
    conciërge: VL: kon·s·jer·zje (± Frans); NL: kon·zjer·zje
    coup: VL: koe (Frans); NL: koep (± fonetisch)
    dement: VL: dee·ment; NL: de ment
    detective: VL: de·tek·tie·ve/de·dek·tie·ve (fonetisch); NL: die·tek·tif (Engels)
    Doornroosje: VL: doo·rn·roo·sje; NL: doo·rn·roo·sje
    doorprikken: VL: door·prik·ken; NL: door·prik·ken
    dossier: VL: dos·sier (fonetisch); NL: do·sjee (Frans)
    elixir: VL: ee·liek·sier/ee·lieg·zier (Arabisch, ‘g’ uitgesproken als in het Engelse ‘good’); NL: ee·lik·ser (‘lik’ uitgesproken als ‘dik’)
    encyclopedie: VL: en·cy·clo·pe·die (fonetisch); NL: aun·cy·clo·pe·die (Frans, de ‘aun’ is nasaal)
    energie: VL: e·ner·gie (fonetisch); NL: e·ner·zjie/e·ner·sjie (Frans)
    essay: VL: es· (Frans); NL: es·seej/es·seej (Engels)
    Europa: VL: eu·roo·pa; NL: eu·roo·paa
    flirten: VL: flir·ten (fonetisch); NL: fleur·ten (Engels)
    garantie: VL: ga·ran·tie (Frans; ook ga·ran·sie); NL: ga·ran·tsie
    gelijkvloers: VL: ge·lijk·vloers; NL: ge·lijk·vloers
    Gerard: VL: zjee·raar (Frans); NL: gee·rart (fonetisch)
    gilet: VL: zjie·lee; NL: zjie·lèt
    hifi: VL: haai·fi (Brits Engels); NL: haai·faai (Amerikaans Engels)
    hostess: VL: hos·tès; NL: hos·tes (Engels)
    hygiëne: VL: hy·gjee·ne; NL: hy·gjèè·ne (Frans)
    intrige: VL: in·trie·ge (fonetisch); NL: in·trie·zje/in·trie·sje (hypercorrecte uitspraak van intrige met /ž/ -Frans intrigue)
    Israël: VL: ies·ra·jel (‘i’ als in ‘kiwi’); NL: is·ra·‘el (‘i’ als in ‘dik’)
    jacuzzi: dja·koe·zi/zja·koe·zi; NL: ja·koe·zi
    jenever: VL: zje·nee·ver; NL: je·nee·ver (fonetisch)
    Jos: VL: zjos; NL: jos
    kathedraal: VL: ka·tee·draal; NL: kat·te·draal
    Koran: VL: koo·ran; NL: ko·raan
    lavabo: VL: la·va·boo; NL: la·vaa·boo/la·vaa·boo
    Lutgart: VL: lut·gart; NL: lutgart
    mammoet: VL: mam·moet; NL: mam·moet
    meteen: VL en NL: mè·teen (‘mè’ als in ‘bed’); VL media: me·teen (‘me’ als in ‘der’)
    Monaco: VL: Mo·na·coo; NL: Moo·naa·coo
    monopoly: VL: mo·no·poo·ly; NL: mo·noo·pe·ly (Engels)
    nasi (goreng): VL: naa·zi; NL: na·si
    Nobelprijs: VL: No·bel.prijs; NL: No.bèl·prijs
    nostalgie: VL: nos·tal·gie (fonetisch); NL: nos·tal·zjie/nos·tal·sjie (Frans)
    omwenteling: VL: om·wen·te·ling; NL: om·wen·te·ling
    onderhoud: VL: on·der·houd; NL: on·der·houd
    parameter: VL: pa·ra·mee·ter; NL: pa·raa·m?·ter
    parfum: VL: par·fui (Frans, de ‘ui’ is nasaal); NL: par·fum (fonetisch)
    passagier: VL: pas·sa·gier (fonetisch); NL: pas·sa·zjier/pas·sa·sjier
    per: VL: ‘per’ als ‘der’; NL: ‘per’ als ‘ver’
    percent: VL: per·cent (‘per’ als ‘der’); NL: per·cent (‘per’ als ‘ver’)
    per se: VL: per see (‘per’ als ‘der’); NL: pèr see (Latijn, ‘pèr’ als ‘ver’)
    pikken: VL: pi·ken; NL: p?·ken
    pistolet: VL: pis·to·lee; NL: pis·to·lèt
    platform: VL: plat·form; NL: plat·form
    pyjama: VL: pi·zja·ma; NL: pie·jaa·maa
    record: VL: re·kort (fonetisch); NL: ree·koor (Frans)
    reünie: VL: ree·ju·nie; NL: ree·u·nie (Franse klemtoon)
    Robert: VL: ro·beir (Frans); NL: ro(o)·bert (Engels)
    robot: VL: ro·bot; NL: roo·bot
    rondpunt: VL: rond·punt; NL: rond·punt
    Roodkapje: VL: rood·kap·je; NL: rood·kap·je
    salami: VL: sa·la·mi; NL: sa·laa·mi
    sceptisch: VL: sep·ties; NL: skep·ties
    Sneeuwwitje: VL: sneeuw·wi·tje; NL: sneeuw·wit·je
    stadhuis: VL: sta·tuis; NL: stad·huis
    steak: VL: stek/stik (Frans); NL: steek (Engels)
    super, hyper: VL én NL: su·per, hy·per; VL media: sup·per, hip·per
    tabak: VL: ta·bak (zie ook toebak); NL: ta·bak (Frans)
    Tenerife: VL: ·ne·rif ; NL: tee·nee·rie·fee
    tenzij: VL: ten·zij (‘e’ als in ‘der’, komt van "’t en zij’); NL: ten·zij, ten·zij (‘e’ in beide varianten als in ‘bed’)
    terras: VL: tèr·ras; NL: te ras
    ticket: VL: tie·kèt (Frans); NL: tik·ket (Engels)
    trainen: VL: trei·nen; NL: treej·nen (Engels)
    vanille: VL: va·nie·le (fonetisch); NL: va·nie·je (Frans)
    verkoop: VL: ver·koop; NL: vér·koop (tegen alle regels in)
    werkloosheid: VL: werk·loos·heid; NL: werk·loos·heid
    wodka: VL: vod·ka (Slavisch, de ‘d’ is eerder stemhebbend); NL: wot·kaa (de ‘t’ is stemloos)
    yoghurt: VL: joe·choert (soms joe·goert; ± Turks); NL: jo·chert, jo·ggert (fonetisch)
    zonsondergang: VL: zon·zon·der·gang; NL: zons·on·der·gang
    zonsopgang: VL: zon·zop·gang; NL: zons·op·gang

    woorden op —ist/—isme/—isch: VL: —ist/—isme/—isch (‘i’ als in ‘fiets’); NL: —?st/—?sme/—?sch (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —tie: VL: —sie; NL: —tsie
    woorden op —tje/—dje: VL: —tje (de t- en j-klanken komen samen zoals in ‘checken’); NL: —t·je (de t- en j-klanken worden apart uitgesproken)
    woorden met —ci— of —ti— (bv. ‘officieel’, ‘politioneel’): VL: —s·j— (de s- en j-klanken worden apart uitgesproken); NL: —sj—, —tsj— (de s- en j-klanken komen samen zoals in ‘sjaal’ of ‘checken’)
    woorden met dis—: VL: dis— (‘i’ als in ‘fiets’); NL: d?s— (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —achtig: VL: klemtoon op woord zelf; NL: klemtoon op achtig en adempauze tussen woord en achtig → bv. VL: ze·nu·wach·tig; NL: ze·nuw acht·ig

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 10 Jun 2019 22:24
    114 reactie(s)

    Versie 74

    Vlaamse uitspraak
    (uitspraakvarianten)

    Heel wat woorden worden in Vlaanderen anders uitgesproken dan in Nederland. Dan gaat het niet zozeer over regelgebonden uitspraken zoals de zachte g, maar over woorden zoals pyjama dat in Vlaanderen als pie-zja-ma en in Nederland als pie-jaa-maa uitgesproken wordt. Of over klemtonen zoals bij burgemeester waarbij in Vlaanderen het accent op de eerste lettergreep valt en in Nederland op de derde. Bij leenwoorden hanteert men in Nederland zeer dikwijls een nabootsing volgens de Nederlandse klankwetten van de klanken in de oorspronkelijke taal (meestal Engels of Frans), terwijl de uitspraak in Vlaanderen vervlaamst wordt. Soms wordt in Vlaanderen een Franse uitspraak gehanteerd, dan volgt de uitspraak in Nederland meestal het Engels.

    Voor Engelse leenwoorden met korte a is er een afzonderlijk lemma waar deze gevallen ondergebracht kunnen worden.

    Het spijtige is dat de Vlaamse media voor deze woorden de Nederlandse uitspraak gebruiken ondanks dat de Vlaamse uitspraak in Vlaanderen zeer algemeen is. Dit is een aanfluiting van de V die voor Vlaams staat in o.a. vrt en VTM.

    Wat klemtonen betreft kan voor het West-Vlaams algemeen gesteld worden dat de klemtoon zeer dikwijls op de eerste lettergreep ligt (zoals ook in het nabije(re) Engels), ook en wellicht het meest opmerkelijk bij eigennamen. Bijvoorbeeld, waar een doorsnee Vlaming of Nederlander de naam Stefanie zal uitspreken zoals de Fransen, met de klemtoon op de laatste lettergreep, heet deze vrouw in West-Vlaanderen Stefanie. De West-Vlaamse politieker Vande Lanotte heet in zijn thuisprovincie Vande Lanotte.

    zie ook Breda, Spa: vokaalreductie

    alfabetische lijst:

    ‘s anderendaags: VL: san·dren·da(a)gs; NL: san·de·ren·daags
    Afrika: VL: a·fri·ka; NL: aa·fri·kaa
    Amerika: VL: a·mee·ri·ka; NL: a·mee·ri·kaa
    Antarctica (idem Arctica): an·tarc·ti·ca; NL: an·tarc·ti·caa
    archipel: VL: ar·chi·pel; NL: ar·chi·pel
    asfalt: VL: as·falt; NL: as·falt
    Bernard: VL: ber·naar (Frans); NL: bern·(h)art (Engels)
    bijna: VL: bij·na(a)/be·na(a) (zie ook bekan); NL: bij·naa
    bikini: VL: bi·ki·ni; NL: bi·ki·ni
    burgemeester: VL: bur·ge·mees·ter; NL: bur·ge·mees·ter
    cacao: VL: ca·ca·oo; NL: ca·caa·oo
    carnaval: VL: kar·na·val (Frans); NL: kar·na·val (Engels)
    cichorei: VL: sjie·ko·rei; NL: sie·cho·rei (± fonetisch)
    clitoris: VL: cli·too·ris (beide i’s als in fiets); NL: cli·to·ris (beide i’s als in dik)
    conciërge: VL: kon·s·jer·zje (± Frans); NL: kon·zjer·zje
    coup: VL: koe (Frans); NL: koep (± fonetisch)
    dement: VL: dee·ment; NL: de ment
    detective: VL: de·tek·tie·ve/de·dek·tie·ve (fonetisch); NL: die·tek·tif (Engels)
    Doornroosje: VL: doo·rn·roo·sje; NL: doo·rn·roo·sje
    doorprikken: VL: door·prik·ken; NL: door·prik·ken
    dossier: VL: dos·sier (fonetisch); NL: do·sjee (Frans)
    elixir: VL: ee·liek·sier/ee·lieg·zier (Arabisch, ‘g’ uitgesproken als in het Engelse ‘good’); NL: ee·lik·ser (‘lik’ uitgesproken als ‘dik’)
    encyclopedie: VL: en·cy·clo·pe·die (fonetisch); NL: aun·cy·clo·pe·die (Frans, de ‘aun’ is nasaal)
    energie: VL: e·ner·gie (fonetisch); NL: e·ner·zjie/e·ner·sjie (Frans)
    essay: VL: es· (Frans); NL: es·seej/es·seej (Engels)
    Europa: VL: eu·roo·pa; NL: eu·roo·paa
    flirten: VL: flir·ten (fonetisch); NL: fleur·ten (Engels)
    garantie: VL: ga·ran·tie (Frans; ook ga·ran·sie); NL: ga·ran·tsie
    gelijkvloers: VL: ge·lijk·vloers; NL: ge·lijk·vloers
    Gerard: VL: zjee·raar (Frans); NL: gee·rart (fonetisch)
    gilet: VL: zjie·lee; NL: zjie·lèt
    hifi: VL: haai·fi (Brits Engels); NL: haai·faai (Amerikaans Engels)
    hostess: VL: hos·tès; NL: hos·tes (Engels)
    hygiëne: VL: hy·gjee·ne; NL: hy·gjèè·ne (Frans)
    intrige: VL: in·trie·ge (fonetisch); NL: in·trie·zje/in·trie·sje (hypercorrecte uitspraak van intrige met /ž/ -Frans intrigue)
    Israël: VL: ies·ra·jel (‘i’ als in ‘kiwi’); NL: is·ra·‘el (‘i’ als in ‘dik’)
    jacuzzi: dja·koe·zi/zja·koe·zi; NL: ja·koe·zi
    jenever: VL: zje·nee·ver; NL: je·nee·ver (fonetisch)
    Jos: VL: zjos; NL: jos
    Koran: VL: koo·ran; NL: ko·raan
    lavabo: VL: la·va·boo; NL: la·vaa·boo/la·vaa·boo
    Lutgart: VL: lut·gart; NL: lutgart
    mammoet: VL: mam·moet; NL: mam·moet
    meteen: VL en NL: mè·teen (‘mè’ als in ‘bed’); VL media: me·teen (‘me’ als in ‘der’)
    Monaco: VL: Mo·na·coo; NL: Moo·naa·coo
    monopoly: VL: mo·no·poo·ly; NL: mo·noo·pe·ly (Engels)
    nasi (goreng): VL: naa·zi; NL: na·si
    Nobelprijs: VL: No·bel.prijs; NL: No.bèl·prijs
    nostalgie: VL: nos·tal·gie (fonetisch); NL: nos·tal·zjie/nos·tal·sjie (Frans)
    omwenteling: VL: om·wen·te·ling; NL: om·wen·te·ling
    onderhoud: VL: on·der·houd; NL: on·der·houd
    parameter: VL: pa·ra·mee·ter; NL: pa·raa·m?·ter
    parfum: VL: par·fui (Frans, de ‘ui’ is nasaal); NL: par·fum (fonetisch)
    passagier: VL: pas·sa·gier (fonetisch); NL: pas·sa·zjier/pas·sa·sjier
    per: VL: ‘per’ als ‘der’; NL: ‘per’ als ‘ver’
    percent: VL: per·cent (‘per’ als ‘der’); NL: per·cent (‘per’ als ‘ver’)
    per se: VL: per see (‘per’ als ‘der’); NL: pèr see (Latijn, ‘pèr’ als ‘ver’)
    pikken: VL: pi·ken; NL: p?·ken
    pistolet: VL: pis·to·lee; NL: pis·to·lèt
    platform: VL: plat·form; NL: plat·form
    pyjama: VL: pi·zja·ma; NL: pie·jaa·maa
    record: VL: re·kort (fonetisch); NL: ree·koor (Frans)
    reünie: VL: ree·ju·nie; NL: ree·u·nie (Franse klemtoon)
    Robert: VL: ro·beir (Frans); NL: ro(o)·bert (Engels)
    robot: VL: ro·bot; NL: roo·bot
    rondpunt: VL: rond·punt; NL: rond·punt
    Roodkapje: VL: rood·kap·je; NL: rood·kap·je
    salami: VL: sa·la·mi; NL: sa·laa·mi
    sceptisch: VL: sep·ties; NL: skep·ties
    Sneeuwwitje: VL: sneeuw·wi·tje; NL: sneeuw·wit·je
    stadhuis: VL: sta·tuis; NL: stad·huis
    steak: VL: stek/stik (Frans); NL: steek (Engels)
    super, hyper: VL én NL: su·per, hy·per; VL media: sup·per, hip·per
    tabak: VL: ta·bak (zie ook toebak); NL: ta·bak (Frans)
    Tenerife: VL: ·ne·rif ; NL: tee·nee·rie·fee
    tenzij: VL: ten·zij (‘e’ als in ‘der’, komt van "’t en zij’); NL: ten·zij, ten·zij (‘e’ in beide varianten als in ‘bed’)
    terras: VL: tèr·ras; NL: te ras
    ticket: VL: tie·kèt (Frans); NL: tik·ket (Engels)
    trainen: VL: trei·nen; NL: treej·nen (Engels)
    vanille: VL: va·nie·le (fonetisch); NL: va·nie·je (Frans)
    verkoop: VL: ver·koop; NL: vér·koop (tegen alle regels in)
    werkloosheid: VL: werk·loos·heid; NL: werk·loos·heid
    wodka: VL: vod·ka (Slavisch, de ‘d’ is eerder stemhebbend); NL: wot·kaa (de ‘t’ is stemloos)
    yoghurt: VL: joe·choert (soms joe·goert; ± Turks); NL: jo·chert, jo·ggert (fonetisch)
    zonsondergang: VL: zon·zon·der·gang; NL: zons·on·der·gang
    zonsopgang: VL: zon·zop·gang; NL: zons·op·gang

    woorden op —ist/—isme/—isch: VL: —ist/—isme/—isch (‘i’ als in ‘fiets’); NL: —?st/—?sme/—?sch (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —tie: VL: —sie; NL: —tsie
    woorden op —tje/—dje: VL: —tje (de t- en j-klanken komen samen zoals in ‘checken’); NL: —t·je (de t- en j-klanken worden apart uitgesproken)
    woorden met —ci— of —ti— (bv. ‘officieel’, ‘politioneel’): VL: —s·j— (de s- en j-klanken worden apart uitgesproken); NL: —sj—, —tsj— (de s- en j-klanken komen samen zoals in ‘sjaal’ of ‘checken’)
    woorden met dis—: VL: dis— (‘i’ als in ‘fiets’); NL: d?s— (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —achtig: VL: klemtoon op woord zelf; NL: klemtoon op achtig en adempauze tussen woord en achtig → bv. VL: ze·nu·wach·tig; NL: ze·nuw acht·ig

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 02 Jun 2019 18:11
    114 reactie(s)

    Versie 73

    Vlaamse uitspraak
    (uitspraakvarianten)

    Heel wat woorden worden in VL anders uitgesproken dan in NL. Dan gaat het niet zozeer over regelgebonden uitspraken zoals de zachte g, maar over woorden zoals pyjama dat in VL als pie-zja-ma en in NL als pie-jaa-maa uitgesproken wordt. Of over klemtonen zoals bij burgemeester waarbij in VL het accent op de eerste lettergreep valt en in NL op de derde. Bij leenwoorden hanteert men in NL zeer dikwijls een nabootsing volgens de Nederlandse klankwetten van de klanken in de oorspronkelijke taal (meestal Engels of Frans), terwijl de uitspraak in VL vervlaamst wordt. Soms wordt in VL een Franse uitspraak gehanteerd, dan volgt de uitspraak in NL meestal het Engels.

    Voor Engelse leenwoorden met korte a is er een afzonderlijk lemma waar deze gevallen ondergebracht kunnen worden.

    Het spijtige is dat de VL media voor deze woorden de NL uitspraak gebruiken ondanks dat de VL uitspraak in VL zeer algemeen is. Dit is een aanfluiting van de V die voor Vlaams staat in o.a. vrt en VTM.

    Wat klemtonen betreft kan voor het West-Vlaams algemeen gesteld worden dat de klemtoon zeer dikwijls op de eerste lettergreep ligt (zoals ook in het nabije(re) Engels), ook en wellicht het meest opmerkelijk bij eigennamen. Bijvoorbeeld, waar een doorsnee Vlaming of Nederlander de naam Stefanie zal uitspreken zoals de Fransen, met de klemtoon op de laatste lettergreep, heet deze vrouw in West-Vlaanderen Stefanie. De West-Vlaamse politieker Vande Lanotte heet in zijn thuisprovincie Vande Lanotte.

    zie ook Breda, Spa: vokaalreductie

    alfabetische lijst:

    ‘s anderendaags: VL: san·dren·da(a)gs; NL: san·de·ren·daags
    Afrika: VL: a·fri·ka; NL: aa·fri·kaa
    Amerika: VL: a·mee·ri·ka; NL: a·mee·ri·kaa
    Antarctica (idem Arctica): an·tarc·ti·ca; NL: an·tarc·ti·caa
    archipel: VL: ar·chi·pel; NL: ar·chi·pel
    asfalt: VL: as·falt; NL: as·falt
    Bernard: VL: ber·naar (Frans); NL: bern·(h)art (Engels)
    bijna: VL: bij·na(a)/be·na(a) (zie ook bekan); NL: bij·naa
    bikini: VL: bi·ki·ni; NL: bi·ki·ni
    burgemeester: VL: bur·ge·mees·ter; NL: bur·ge·mees·ter
    cacao: VL: ca·ca·oo; NL: ca·caa·oo
    carnaval: VL: kar·na·val (Frans); NL: kar·na·val (Engels)
    cichorei: VL: sjie·ko·rei; NL: sie·cho·rei (± fonetisch)
    clitoris: VL: cli·too·ris (beide i’s als in fiets); NL: cli·to·ris (beide i’s als in dik)
    conciërge: VL: kon·s·jer·zje (± Frans); NL: kon·zjer·zje
    coup: VL: koe (Frans); NL: koep (± fonetisch)
    dement: VL: dee·ment; NL: de ment
    detective: VL: de·tek·tie·ve/de·dek·tie·ve (fonetisch); NL: die·tek·tif (Engels)
    Doornroosje: VL: doo·rn·roo·sje; NL: doo·rn·roo·sje
    doorprikken: VL: door·prik·ken; NL: door·prik·ken
    dossier: VL: dos·sier (fonetisch); NL: do·sjee (Frans)
    elixir: VL: ee·liek·sier/ee·lieg·zier (Arabisch, ‘g’ uitgesproken als in het Engelse ‘good’); NL: ee·lik·ser (‘lik’ uitgesproken als ‘dik’)
    encyclopedie: VL: en·cy·clo·pe·die (fonetisch); NL: aun·cy·clo·pe·die (Frans, de ‘aun’ is nasaal)
    energie: VL: e·ner·gie (fonetisch); NL: e·ner·zjie/e·ner·sjie (Frans)
    essay: VL: es· (Frans); NL: es·seej/es·seej (Engels)
    Europa: VL: eu·roo·pa; NL: eu·roo·paa
    flirten: VL: flir·ten (fonetisch); NL: fleur·ten (Engels)
    garantie: VL: ga·ran·tie (Frans; ook ga·ran·sie); NL: ga·ran·tsie
    gelijkvloers: VL: ge·lijk·vloers; NL: ge·lijk·vloers
    Gerard: VL: zjee·raar (Frans); NL: gee·rart (fonetisch)
    gilet: VL: zjie·lee; NL: zjie·lèt
    hifi: VL: haai·fi (Brits Engels); NL: haai·faai (Amerikaans Engels)
    hostess: VL: hos·tès; NL: hos·tes (Engels)
    hygiëne: VL: hy·gjee·ne; NL: hy·gjèè·ne (Frans)
    intrige: VL: in·trie·ge (fonetisch); NL: in·trie·zje/in·trie·sje (hypercorrecte uitspraak van intrige met /ž/ -Frans intrigue)
    Israël: VL: ies·ra·jel (‘i’ als in ‘kiwi’); NL: is·ra·‘el (‘i’ als in ‘dik’)
    jacuzzi: dja·koe·zi/zja·koe·zi; NL: ja·koe·zi
    jenever: VL: zje·nee·ver; NL: je·nee·ver (fonetisch)
    Jos: VL: zjos; NL: jos
    Koran: VL: koo·ran; NL: ko·raan
    lavabo: VL: la·va·boo; NL: la·vaa·boo/la·vaa·boo
    Lutgart: VL: lut·gart; NL: lutgart
    mammoet: VL: mam·moet; NL: mam·moet
    meteen: VL en NL: mè·teen (‘mè’ als in ‘bed’); VL media: me·teen (‘me’ als in ‘der’)
    Monaco: VL: Mo·na·coo; NL: Moo·naa·coo
    monopoly: VL: mo·no·poo·ly; NL: mo·noo·pe·ly (Engels)
    nasi (goreng): VL: naa·zi; NL: na·si
    Nobelprijs: VL: No·bel.prijs; NL: No.bèl·prijs
    nostalgie: VL: nos·tal·gie (fonetisch); NL: nos·tal·zjie/nos·tal·sjie (Frans)
    omwenteling: VL: om·wen·te·ling; NL: om·wen·te·ling
    onderhoud: VL: on·der·houd; NL: on·der·houd
    parameter: VL: pa·ra·mee·ter; NL: pa·raa·m?·ter
    parfum: VL: par·fui (Frans, de ‘ui’ is nasaal); NL: par·fum (fonetisch)
    passagier: VL: pas·sa·gier (fonetisch); NL: pas·sa·zjier/pas·sa·sjier
    per: VL: ‘per’ als ‘der’; NL: ‘per’ als ‘ver’
    percent: VL: per·cent (‘per’ als ‘der’); NL: per·cent (‘per’ als ‘ver’)
    per se: VL: per see (‘per’ als ‘der’); NL: pèr see (Latijn, ‘pèr’ als ‘ver’)
    pikken: VL: pi·ken; NL: p?·ken
    pistolet: VL: pis·to·lee; NL: pis·to·lèt
    platform: VL: plat·form; NL: plat·form
    pyjama: VL: pi·zja·ma; NL: pie·jaa·maa
    record: VL: re·kort (fonetisch); NL: ree·koor (Frans)
    reünie: VL: ree·ju·nie; NL: ree·u·nie (Franse klemtoon)
    Robert: VL: ro·beir (Frans); NL: ro(o)·bert (Engels)
    robot: VL: ro·bot; NL: roo·bot
    rondpunt: VL: rond·punt; NL: rond·punt
    Roodkapje: VL: rood·kap·je; NL: rood·kap·je
    salami: VL: sa·la·mi; NL: sa·laa·mi
    sceptisch: VL: sep·ties; NL: skep·ties
    Sneeuwwitje: VL: sneeuw·wi·tje; NL: sneeuw·wit·je
    stadhuis: VL: sta·tuis; NL: stad·huis
    steak: VL: stek/stik (Frans); NL: steek (Engels)
    super, hyper: VL én NL: su·per, hy·per; VL media: sup·per, hip·per
    tabak: VL: ta·bak (zie ook toebak); NL: ta·bak (Frans)
    Tenerife: VL: ·ne·rif ; NL: tee·nee·rie·fee
    tenzij: VL: ten·zij (‘e’ als in ‘der’, komt van "’t en zij’); NL: ten·zij, ten·zij (‘e’ in beide varianten als in ‘bed’)
    terras: VL: tèr·ras; NL: te ras
    ticket: VL: tie·kèt (Frans); NL: tik·ket (Engels)
    trainen: VL: trei·nen; NL: treej·nen (Engels)
    vanille: VL: va·nie·le (fonetisch); NL: va·nie·je (Frans)
    verkoop: VL: ver·koop; NL: vér·koop (tegen alle regels in)
    werkloosheid: VL: werk·loos·heid; NL: werk·loos·heid
    wodka: VL: vod·ka (Slavisch, de ‘d’ is eerder stemhebbend); NL: wot·kaa (de ‘t’ is stemloos)
    yoghurt: VL: joe·choert (soms joe·goert; ± Turks); NL: jo·chert, jo·ggert (fonetisch)
    zonsondergang: VL: zon·zon·der·gang; NL: zons·on·der·gang
    zonsopgang: VL: zon·zop·gang; NL: zons·op·gang

    woorden op —ist/—isme/—isch: VL: —ist/—isme/—isch (‘i’ als in ‘fiets’); NL: —?st/—?sme/—?sch (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —tie: VL: —sie; NL: —tsie
    woorden op —tje/—dje: VL: —tje (de t- en j-klanken komen samen zoals in ‘checken’); NL: —t·je (de t- en j-klanken worden apart uitgesproken)
    woorden met —ci— of —ti— (bv. ‘officieel’, ‘politioneel’): VL: —s·j— (de s- en j-klanken worden apart uitgesproken); NL: —sj—, —tsj— (de s- en j-klanken komen samen zoals in ‘sjaal’ of ‘checken’)
    woorden met dis—: VL: dis— (‘i’ als in ‘fiets’); NL: d?s— (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —achtig: VL: klemtoon op woord zelf; NL: klemtoon op achtig en adempauze tussen woord en achtig → bv. VL: ze·nu·wach·tig; NL: ze·nuw acht·ig

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 01 Jun 2019 14:31
    114 reactie(s)

    Versie 72

    Vlaamse uitspraak
    (uitspraakvarianten)

    Heel wat woorden worden in VL anders uitgesproken dan in NL. Dan gaat het niet zozeer over regelgebonden uitspraken zoals de zachte g, maar over woorden zoals pyjama dat in VL als pie-zja-ma en in NL als pie-jaa-maa uitgesproken wordt. Of over klemtonen zoals bij burgemeester waarbij in VL het accent op de eerste lettergreep valt en in NL op de derde. Bij leenwoorden hanteert men in NL zeer dikwijls een nabootsing volgens de Nederlandse klankwetten van de klanken in de oorspronkelijke taal (meestal Engels of Frans), terwijl de uitspraak in VL vervlaamst wordt. Soms wordt in VL een Franse uitspraak gehanteerd, dan volgt de uitspraak in NL meestal het Engels.

    Voor Engelse leenwoorden met korte a is er een afzonderlijk lemma waar deze gevallen ondergebracht kunnen worden.

    Het spijtige is dat de VL media voor deze woorden de NL uitspraak gebruiken ondanks dat de VL uitspraak in VL zeer algemeen is. Dit is een aanfluiting van de V die voor Vlaams staat in o.a. vrt en VTM.

    Wat klemtonen betreft kan voor het West-Vlaams algemeen gesteld worden dat de klemtoon zeer dikwijls op de eerste lettergreep ligt (zoals ook in het nabije(re) Engels), ook en wellicht het meest opmerkelijk bij eigennamen. Bijvoorbeeld, waar een doorsnee Vlaming of Nederlander de naam Stefa*nie* zal uitspreken zoals de Fransen, met de klemtoon op de laatste lettergreep, heet deze vrouw in West-Vlaanderen *Ste*fanie. De West-Vlaamse politieker Vande La*not*te heet in zijn thuisprovincie *Van*de Lanotte.

    zie ook Breda, Spa: vokaalreductie

    alfabetische lijst:

    ‘s anderendaags: VL: san·dren·da(a)gs; NL: san·de·ren·daags
    Afrika: VL: a·fri·ka; NL: aa·fri·kaa
    Amerika: VL: a·mee·ri·ka; NL: a·mee·ri·kaa
    Antarctica (idem Arctica): an·tarc·ti·ca; NL: an·tarc·ti·caa
    archipel: VL: ar·chi·pel; NL: ar·chi·pel
    asfalt: VL: as·falt; NL: as·falt
    Bernard: VL: ber·naar (Frans); NL: bern·(h)art (Engels)
    bijna: VL: bij·na(a)/be·na(a) (zie ook bekan); NL: bij·naa
    bikini: VL: bi·ki·ni; NL: bi·ki·ni
    burgemeester: VL: bur·ge·mees·ter; NL: bur·ge·mees·ter
    cacao: VL: ca·ca·oo; NL: ca·caa·oo
    carnaval: VL: kar·na·val (Frans); NL: kar·na·val (Engels)
    cichorei: VL: sjie·ko·rei; NL: sie·cho·rei (± fonetisch)
    clitoris: VL: cli·too·ris (beide i’s als in fiets); NL: cli·to·ris (beide i’s als in dik)
    conciërge: VL: kon·s·jer·zje (± Frans); NL: kon·zjer·zje
    coup: VL: koe (Frans); NL: koep (± fonetisch)
    dement: VL: dee·ment; NL: de ment
    detective: VL: de·tek·tie·ve/de·dek·tie·ve (fonetisch); NL: die·tek·tif (Engels)
    Doornroosje: VL: doo·rn·roo·sje; NL: doo·rn·roo·sje
    doorprikken: VL: door·prik·ken; NL: door·prik·ken
    dossier: VL: dos·sier (fonetisch); NL: do·sjee (Frans)
    elixir: VL: ee·liek·sier/ee·lieg·zier (Arabisch, ‘g’ uitgesproken als in het Engelse ‘good’); NL: ee·lik·ser (‘lik’ uitgesproken als ‘dik’)
    encyclopedie: VL: en·cy·clo·pe·die (fonetisch); NL: aun·cy·clo·pe·die (Frans, de ‘aun’ is nasaal)
    energie: VL: e·ner·gie (fonetisch); NL: e·ner·zjie/e·ner·sjie (Frans)
    essay: VL: es· (Frans); NL: es·seej/es·seej (Engels)
    Europa: VL: eu·roo·pa; NL: eu·roo·paa
    flirten: VL: flir·ten (fonetisch); NL: fleur·ten (Engels)
    garantie: VL: ga·ran·tie (Frans; ook ga·ran·sie); NL: ga·ran·tsie
    gelijkvloers: VL: ge·lijk·vloers; NL: ge·lijk·vloers
    Gerard: VL: zjee·raar (Frans); NL: gee·rart (fonetisch)
    gilet: VL: zjie·lee; NL: zjie·lèt
    hifi: VL: haai·fi (Brits Engels); NL: haai·faai (Amerikaans Engels)
    hostess: VL: hos·tès; NL: hos·tes (Engels)
    hygiëne: VL: hy·gjee·ne; NL: hy·gjèè·ne (Frans)
    intrige: VL: in·trie·ge (fonetisch); NL: in·trie·zje/in·trie·sje (hypercorrecte uitspraak van intrige met /ž/ -Frans intrigue)
    Israël: VL: ies·ra·jel (‘i’ als in ‘kiwi’); NL: is·ra·‘el (‘i’ als in ‘dik’)
    jacuzzi: dja·koe·zi/zja·koe·zi; NL: ja·koe·zi
    jenever: VL: zje·nee·ver; NL: je·nee·ver (fonetisch)
    Jos: VL: zjos; NL: jos
    Koran: VL: koo·ran; NL: ko·raan
    lavabo: VL: la·va·boo; NL: la·vaa·boo/la·vaa·boo
    Lutgart: VL: lut·gart; NL: lutgart
    mammoet: VL: mam·moet; NL: mam·moet
    meteen: VL en NL: mè·teen (‘mè’ als in ‘bed’); VL media: me·teen (‘me’ als in ‘der’)
    Monaco: VL: Mo·na·coo; NL: Moo·naa·coo
    monopoly: VL: mo·no·poo·ly; NL: mo·noo·pe·ly (Engels)
    nasi (goreng): VL: naa·zi; NL: na·si
    Nobelprijs: VL: No·bel.prijs; NL: No.bèl·prijs
    nostalgie: VL: nos·tal·gie (fonetisch); NL: nos·tal·zjie/nos·tal·sjie (Frans)
    omwenteling: VL: om·wen·te·ling; NL: om·wen·te·ling
    onderhoud: VL: on·der·houd; NL: on·der·houd
    parameter: VL: pa·ra·mee·ter; NL: pa·raa·m?·ter
    parfum: VL: par·fui (Frans, de ‘ui’ is nasaal); NL: par·fum (fonetisch)
    passagier: VL: pas·sa·gier (fonetisch); NL: pas·sa·zjier/pas·sa·sjier
    per: VL: ‘per’ als ‘der’; NL: ‘per’ als ‘ver’
    percent: VL: per·cent (‘per’ als ‘der’); NL: per·cent (‘per’ als ‘ver’)
    per se: VL: per see (‘per’ als ‘der’); NL: pèr see (Latijn, ‘pèr’ als ‘ver’)
    pikken: VL: pi·ken; NL: p?·ken
    pistolet: VL: pis·to·lee; NL: pis·to·lèt
    platform: VL: plat·form; NL: plat·form
    pyjama: VL: pi·zja·ma; NL: pie·jaa·maa
    record: VL: re·kort (fonetisch); NL: ree·koor (Frans)
    reünie: VL: ree·ju·nie; NL: ree·u·nie (Franse klemtoon)
    Robert: VL: ro·beir (Frans); NL: ro(o)·bert (Engels)
    robot: VL: ro·bot; NL: roo·bot
    rondpunt: VL: rond·punt; NL: rond·punt
    Roodkapje: VL: rood·kap·je; NL: rood·kap·je
    salami: VL: sa·la·mi; NL: sa·laa·mi
    sceptisch: VL: sep·ties; NL: skep·ties
    Sneeuwwitje: VL: sneeuw·wi·tje; NL: sneeuw·wit·je
    stadhuis: VL: sta·tuis; NL: stad·huis
    steak: VL: stek/stik (Frans); NL: steek (Engels)
    super, hyper: VL én NL: su·per, hy·per; VL media: sup·per, hip·per
    tabak: VL: ta·bak (zie ook toebak); NL: ta·bak (Frans)
    Tenerife: VL: ·ne·rif ; NL: tee·nee·rie·fee
    tenzij: VL: ten·zij (‘e’ als in ‘der’, komt van "’t en zij’); NL: ten·zij, ten·zij (‘e’ in beide varianten als in ‘bed’)
    terras: VL: tèr·ras; NL: te ras
    ticket: VL: tie·kèt (Frans); NL: tik·ket (Engels)
    trainen: VL: trei·nen; NL: treej·nen (Engels)
    vanille: VL: va·nie·le (fonetisch); NL: va·nie·je (Frans)
    verkoop: VL: ver·koop; NL: vér·koop (tegen alle regels in)
    werkloosheid: VL: werk·loos·heid; NL: werk·loos·heid
    wodka: VL: vod·ka (Slavisch, de ‘d’ is eerder stemhebbend); NL: wot·kaa (de ‘t’ is stemloos)
    yoghurt: VL: joe·choert (soms joe·goert; ± Turks); NL: jo·chert, jo·ggert (fonetisch)
    zonsondergang: VL: zon·zon·der·gang; NL: zons·on·der·gang
    zonsopgang: VL: zon·zop·gang; NL: zons·op·gang

    woorden op —ist/—isme/—isch: VL: —ist/—isme/—isch (‘i’ als in ‘fiets’); NL: —?st/—?sme/—?sch (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —tie: VL: —sie; NL: —tsie
    woorden op —tje/—dje: VL: —tje (de t- en j-klanken komen samen zoals in ‘checken’); NL: —t·je (de t- en j-klanken worden apart uitgesproken)
    woorden met —ci— of —ti— (bv. ‘officieel’, ‘politioneel’): VL: —s·j— (de s- en j-klanken worden apart uitgesproken); NL: —sj—, —tsj— (de s- en j-klanken komen samen zoals in ‘sjaal’ of ‘checken’)
    woorden met dis—: VL: dis— (‘i’ als in ‘fiets’); NL: d?s— (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —achtig: VL: klemtoon op woord zelf; NL: klemtoon op achtig en adempauze tussen woord en achtig → bv. VL: ze·nu·wach·tig; NL: ze·nuw acht·ig

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 31 May 2019 21:25
    114 reactie(s)

    Versie 71

    Vlaamse uitspraak
    (uitspraakvarianten)

    Heel wat woorden worden in VL anders uitgesproken dan in NL. Dan gaat het niet zozeer over regelgebonden uitspraken zoals de zachte g, maar over woorden zoals pyjama dat in VL als pie-zja-ma en in NL als pie-jaa-maa uitgesproken wordt. Of over klemtonen zoals bij burgemeester waarbij in VL het accent op de eerste lettergreep valt en in NL op de derde. Bij leenwoorden hanteert men in NL zeer dikwijls een nabootsing volgens de Nederlandse klankwetten van de klanken in de oorspronkelijke taal (meestal Engels of Frans), terwijl de uitspraak in VL vervlaamst wordt. Soms wordt in VL een Franse uitspraak gehanteerd, dan volgt de uitspraak in NL meestal het Engels.

    Voor Engelse leenwoorden met korte a is er een afzonderlijk lemma waar deze gevallen ondergebracht kunnen worden.

    Het spijtige is dat de VL media voor deze woorden de NL uitspraak gebruiken ondanks dat de VL uitspraak in VL zeer algemeen is. Dit is een aanfluiting van de V die voor Vlaams staat in o.a. vrt en VTM.

    alfabetische lijst:

    ‘s anderendaags: VL: san·dren·da(a)gs; NL: san·de·ren·daags
    Afrika: VL: a·fri·ka; NL: aa·fri·kaa
    Amerika: VL: a·mee·ri·ka; NL: a·mee·ri·kaa
    Antarctica (idem Arctica): an·tarc·ti·ca; NL: an·tarc·ti·caa
    archipel: VL: ar·chi·pel; NL: ar·chi·pel
    asfalt: VL: as·falt; NL: as·falt
    Bernard: VL: ber·naar (Frans); NL: bern·(h)art (Engels)
    bijna: VL: bij·na(a)/be·na(a) (zie ook bekan); NL: bij·naa
    bikini: VL: bi·ki·ni; NL: bi·ki·ni
    burgemeester: VL: bur·ge·mees·ter; NL: bur·ge·mees·ter
    cacao: VL: ca·ca·oo; NL: ca·caa·oo
    carnaval: VL: kar·na·val (Frans); NL: kar·na·val (Engels)
    cichorei: VL: sjie·ko·rei; NL: sie·cho·rei (± fonetisch)
    clitoris: VL: cli·too·ris (beide i’s als in fiets); NL: cli·to·ris (beide i’s als in dik)
    conciërge: VL: kon·s·jer·zje (± Frans); NL: kon·zjer·zje
    coup: VL: koe (Frans); NL: koep (± fonetisch)
    dement: VL: dee·ment; NL: de ment
    detective: VL: de·tek·tie·ve/de·dek·tie·ve (fonetisch); NL: die·tek·tif (Engels)
    Doornroosje: VL: doo·rn·roo·sje; NL: doo·rn·roo·sje
    doorprikken: VL: door·prik·ken; NL: door·prik·ken
    dossier: VL: dos·sier (fonetisch); NL: do·sjee (Frans)
    elixir: VL: ee·liek·sier/ee·lieg·zier (Arabisch, ‘g’ uitgesproken als in het Engelse ‘good’); NL: ee·lik·ser (‘lik’ uitgesproken als ‘dik’)
    encyclopedie: VL: en·cy·clo·pe·die (fonetisch); NL: aun·cy·clo·pe·die (Frans, de ‘aun’ is nasaal)
    energie: VL: e·ner·gie (fonetisch); NL: e·ner·zjie/e·ner·sjie (Frans)
    essay: VL: es· (Frans); NL: es·seej/es·seej (Engels)
    Europa: VL: eu·roo·pa; NL: eu·roo·paa
    flirten: VL: flir·ten (fonetisch); NL: fleur·ten (Engels)
    garantie: VL: ga·ran·tie (Frans; ook ga·ran·sie); NL: ga·ran·tsie
    gelijkvloers: VL: ge·lijk·vloers; NL: ge·lijk·vloers
    Gerard: VL: zjee·raar (Frans); NL: gee·rart (fonetisch)
    gilet: VL: zjie·lee; NL: zjie·lèt
    hifi: VL: haai·fi (Brits Engels); NL: haai·faai (Amerikaans Engels)
    hostess: VL: hos·tès; NL: hos·tes (Engels)
    hygiëne: VL: hy·gjee·ne; NL: hy·gjèè·ne (Frans)
    intrige: VL: in·trie·ge (fonetisch); NL: in·trie·zje/in·trie·sje (hypercorrecte uitspraak van intrige met /ž/ -Frans intrigue)
    Israël: VL: ies·ra·jel (‘i’ als in ‘kiwi’); NL: is·ra·‘el (‘i’ als in ‘dik’)
    jacuzzi: dja·koe·zi/zja·koe·zi; NL: ja·koe·zi
    jenever: VL: zje·nee·ver; NL: je·nee·ver (fonetisch)
    Jos: VL: zjos; NL: jos
    Koran: VL: koo·ran; NL: ko·raan
    lavabo: VL: la·va·boo; NL: la·vaa·boo/la·vaa·boo
    Lutgart: VL: lut·gart; NL: lutgart
    mammoet: VL: mam·moet; NL: mam·moet
    meteen: VL en NL: mè·teen (‘mè’ als in ‘bed’); VL media: me·teen (‘me’ als in ‘der’)
    Monaco: VL: Mo·na·coo; NL: Moo·naa·coo
    monopoly: VL: mo·no·poo·ly; NL: mo·noo·pe·ly (Engels)
    nasi (goreng): VL: naa·zi; NL: na·si
    Nobelprijs: VL: No·bel.prijs; NL: No.bèl·prijs
    nostalgie: VL: nos·tal·gie (fonetisch); NL: nos·tal·zjie/nos·tal·sjie (Frans)
    omwenteling: VL: om·wen·te·ling; NL: om·wen·te·ling
    onderhoud: VL: on·der·houd; NL: on·der·houd
    parameter: VL: pa·ra·mee·ter; NL: pa·raa·m?·ter
    parfum: VL: par·fui (Frans, de ‘ui’ is nasaal); NL: par·fum (fonetisch)
    passagier: VL: pas·sa·gier (fonetisch); NL: pas·sa·zjier/pas·sa·sjier
    per: VL: ‘per’ als ‘der’; NL: ‘per’ als ‘ver’
    percent: VL: per·cent (‘per’ als ‘der’); NL: per·cent (‘per’ als ‘ver’)
    per se: VL: per see (‘per’ als ‘der’); NL: pèr see (Latijn, ‘pèr’ als ‘ver’)
    pikken: VL: pi·ken; NL: p?·ken
    pistolet: VL: pis·to·lee; NL: pis·to·lèt
    platform: VL: plat·form; NL: plat·form
    pyjama: VL: pi·zja·ma; NL: pie·jaa·maa
    record: VL: re·kort (fonetisch); NL: ree·koor (Frans)
    reünie: VL: ree·ju·nie; NL: ree·u·nie (Franse klemtoon)
    Robert: VL: ro·beir (Frans); NL: ro(o)·bert (Engels)
    robot: VL: ro·bot; NL: roo·bot
    rondpunt: VL: rond·punt; NL: rond·punt
    Roodkapje: VL: rood·kap·je; NL: rood·kap·je
    salami: VL: sa·la·mi; NL: sa·laa·mi
    sceptisch: VL: sep·ties; NL: skep·ties
    Sneeuwwitje: VL: sneeuw·wi·tje; NL: sneeuw·wit·je
    stadhuis: VL: sta·tuis; NL: stad·huis
    steak: VL: stek/stik (Frans); NL: steek (Engels)
    super, hyper: VL én NL: su·per, hy·per; VL media: sup·per, hip·per
    tabak: VL: ta·bak (zie ook toebak); NL: ta·bak (Frans)
    Tenerife: VL: ·ne·rif ; NL: tee·nee·rie·fee
    tenzij: VL: ten·zij (‘e’ als in ‘der’, komt van "’t en zij’); NL: ten·zij, ten·zij (‘e’ in beide varianten als in ‘bed’)
    terras: VL: tèr·ras; NL: te ras
    ticket: VL: tie·kèt (Frans); NL: tik·ket (Engels)
    trainen: VL: trei·nen; NL: treej·nen (Engels)
    vanille: VL: va·nie·le (fonetisch); NL: va·nie·je (Frans)
    verkoop: VL: ver·koop; NL: vér·koop (tegen alle regels in)
    werkloosheid: VL: werk·loos·heid; NL: werk·loos·heid
    wodka: VL: vod·ka (Slavisch, de ‘d’ is eerder stemhebbend); NL: wot·kaa (de ‘t’ is stemloos)
    yoghurt: VL: joe·choert (soms joe·goert; ± Turks); NL: jo·chert, jo·ggert (fonetisch)
    zonsondergang: VL: zon·zon·der·gang; NL: zons·on·der·gang
    zonsopgang: VL: zon·zop·gang; NL: zons·op·gang

    woorden op —ist/—isme/—isch: VL: —ist/—isme/—isch (‘i’ als in ‘fiets’); NL: —?st/—?sme/—?sch (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —tie: VL: —sie; NL: —tsie
    woorden op —tje/—dje: VL: —tje (de t- en j-klanken komen samen zoals in ‘checken’); NL: —t·je (de t- en j-klanken worden apart uitgesproken)
    woorden met —ci— of —ti— (bv. ‘officieel’, ‘politioneel’): VL: —s·j— (de s- en j-klanken worden apart uitgesproken); NL: —sj—, —tsj— (de s- en j-klanken komen samen zoals in ‘sjaal’ of ‘checken’)
    woorden met dis—: VL: dis— (‘i’ als in ‘fiets’); NL: d?s— (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —achtig: VL: klemtoon op woord zelf; NL: klemtoon op achtig en adempauze tussen woord en achtig → bv. VL: ze·nu·wach·tig; NL: ze·nuw acht·ig

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 30 May 2019 23:22
    114 reactie(s)

    Versie 70

    Vlaamse uitspraak
    (uitspraakvarianten)

    Heel wat woorden worden in VL anders uitgesproken dan in NL. Dan gaat het niet zozeer over regelgebonden uitspraken zoals de zachte g, maar over woorden zoals pyjama dat in VL als pie-zja-ma en in NL als pie-jaa-maa uitgesproken wordt. Of over klemtonen zoals bij burgemeester waarbij in VL het accent op de eerste lettergreep valt en in NL op de derde. Bij leenwoorden hanteert men in NL zeer dikwijls een nabootsing volgens de Nederlandse klankwetten van de klanken in de oorspronkelijke taal (meestal Engels of Frans), terwijl de uitspraak in VL vervlaamst wordt. Soms wordt in VL een Franse uitspraak gehanteerd, dan volgt de uitspraak in NL meestal het Engels.

    Voor Engelse leenwoorden met korte a is er een afzonderlijk lemma waar deze gevallen ondergebracht kunnen worden.

    Het spijtige is dat de VL media voor deze woorden de NL uitspraak gebruiken ondanks dat de VL uitspraak in VL zeer algemeen is. Dit is een aanfluiting van de V die voor Vlaams staat in o.a. vrt en VTM.

    alfabetische lijst:

    ‘s anderendaags: VL: san·dren·da(a)gs; NL: san·de·ren·daags
    Afrika: VL: a·fri·ka; NL: aa·fri·kaa
    Amerika: VL: a·mee·ri·ka; NL: a·mee·ri·kaa
    Antarctica (idem Arctica): an·tarc·ti·ca; NL: an·tarc·ti·caa
    archipel: VL: ar·chi·pel; NL: ar·chi·pel
    asfalt: VL: as·falt; NL: as·falt
    Bernard: VL: ber·naar (Frans); NL: bern·(h)art (Engels)
    bijna: VL: bij·na(a)/be·na(a) (zie ook bekan); NL: bij·naa
    bikini: VL: bi·ki·ni; NL: bi·ki·ni
    burgemeester: VL: bur·ge·mees·ter; NL: bur·ge·mees·ter
    cacao: VL: ca·ca·oo; NL: ca·caa·oo
    carnaval: VL: kar·na·val (Frans); NL: kar·na·val (Engels)
    cichorei: VL: sjie·ko·rei; NL: sie·cho·rei (± fonetisch)
    clitoris: VL: cli·too·ris (beide i’s als in fiets); NL: cli·to·ris (beide i’s als in dik)
    conciërge: VL: kon·s·jer·zje (± Frans); NL: kon·zjer·zje
    coup: VL: koe (Frans); NL: koep (± fonetisch)
    dement: VL: dee·ment; NL: de ment
    detective: VL: de·tek·tie·ve/de·dek·tie·ve (fonetisch); NL: die·tek·tif (Engels)
    Doornroosje: VL: doo·rn·roo·sje; NL: doo·rn·roo·sje
    doorprikken: VL: door·prik·ken; NL: door·prik·ken
    dossier: VL: dos·sier (fonetisch); NL: do·sjee (Frans)
    elixir: VL: ee·liek·sier/ee·lieg·zier (Arabisch, ‘g’ uitgesproken als in het Engelse ‘good’); NL: ee·lik·ser (‘lik’ uitgesproken als ‘dik’)
    encyclopedie: VL: en·cy·clo·pe·die (fonetisch); NL: aun·cy·clo·pe·die (Frans, de ‘aun’ is nasaal)
    energie: VL: e·ner·gie (fonetisch); NL: e·ner·zjie/e·ner·sjie (Frans)
    essay: VL: es· (Frans); NL: es·seej/es·seej (Engels)
    Europa: VL: eu·roo·pa; NL: eu·roo·paa
    flirten: VL: flir·ten (fonetisch); NL: fleur·ten (Engels)
    garantie: VL: ga·ran·tie (Frans; ook ga·ran·sie); NL: ga·ran·tsie
    gelijkvloers: VL: ge·lijk·vloers; NL: ge·lijk·vloers
    Gerard: VL: zjee·raar (Frans); NL: gee·rart (fonetisch)
    gilet: VL: zjie·lee; NL: zjie·lèt
    hifi: VL: haai·fi (Brits Engels); NL: haai·faai (Amerikaans Engels)
    hostess: VL: hos·tès; NL: hos·tes (Engels)
    hygiëne: VL: hy·gjee·ne; NL: hy·gjèè·ne (Frans)
    intrige: VL: in·trie·ge (fonetisch); NL: in·trie·zje/in·trie·sje (hypercorrecte uitspraak van intrige met /ž/ -Frans intrigue)
    Israël: VL: ies·ra·jel (‘i’ als in ‘kiwi’); NL: is·ra·‘el (‘i’ als in ‘dik’)
    jacuzzi: dja·koe·zi/zja·koe·zi; NL: ja·koe·zi
    jenever: VL: zje·nee·ver; NL: je·nee·ver (fonetisch)
    Jos: VL: zjos; NL: jos
    Koran: VL: koo·ran; NL: ko·raan
    lavabo: VL: la·va·boo; NL: la·vaa·boo/la·vaa·boo
    Lutgart: VL: lut·gart; NL: lutgart
    mammoet: VL: mam·moet; NL: mam·moet
    meteen: VL en NL: mè·teen (‘mè’ als in ‘bed’); VL media: me·teen (‘me’ als in ‘der’)
    Monaco: VL: Mo·na·coo; NL: Moo·naa·coo
    monopoly: VL: mo·no·poo·ly; NL: mo·noo·pe·ly (Engels)
    nasi (goreng): VL: naa·zi; NL: na·si
    Nobelprijs: VL: No·bel.prijs; NL: No.bèl·prijs
    nostalgie: VL: nos·tal·gie (fonetisch); NL: nos·tal·zjie/nos·tal·sjie (Frans)
    omwenteling: VL: om·wen·te·ling; NL: om·wen·te·ling
    onderhoud: VL: on·der·houd; NL: on·der·houd
    parameter: VL: pa·ra·mee·ter; NL: pa·raa·m?·ter
    parfum: VL: par·fui (Frans, de ‘ui’ is nasaal); NL: par·fum (fonetisch)
    passagier: VL: pas·sa·gier (fonetisch); NL: pas·sa·zjier/pas·sa·sjier
    per: VL: ‘per’ als ‘der’; NL: ‘per’ als ‘ver’
    percent: VL: per·cent (‘per’ als ‘der’); NL: per·cent (‘per’ als ‘ver’)
    per se: VL: per see (‘per’ als ‘der’); NL: pèr see (Latijn, ‘pèr’ als ‘ver’)
    pikken: VL: pi·ken; NL: p?·ken
    pistolet: VL: pis·to·lee; NL: pis·to·lèt
    platform: VL: plat·form; NL: plat·form
    pyjama: VL: pi·zja·ma; NL: pie·jaa·maa
    record: VL: re·kort (fonetisch); NL: ree·koor (Frans)
    reünie: VL: ree·ju·nie; NL: ree·u·nie (Franse klemtoon)
    Robert: VL: ro·beir (Frans); NL: ro(o)·bert (Engels)
    robot: VL: ro·bot; NL: roo·bot
    rondpunt: VL: rond·punt; NL: rond·punt
    Roodkapje: VL: rood·kap·je; NL: rood·kap·je
    salami: VL: sa·la·mi; NL: sa·laa·mi
    sceptisch: VL: sep·ties; NL: skep·ties
    Sneeuwwitje: VL: sneeuw·wi·tje; NL: sneeuw·wit·je
    stadhuis: VL: sta·tuis; NL: stad·huis
    steak: VL: stek/stik (Frans); NL: steek (Engels)
    super, hyper: VL én NL: su·per, hy·per; VL media: sup·per, hip·per
    tabak: VL: ta·bak (zie ook toebak); NL: ta·bak (Frans)
    Tenerife: VL: ·ne·rif ; NL: tee·nee·rie·fee
    tenzij: VL: ten·zij (‘e’ als in ‘der’, komt van "’t en zij’); NL: ten·zij, ten·zij (‘e’ in beide varianten als in ‘bed’)
    terras: VL: tèr·ras; NL: te ras
    ticket: VL: tie·kèt (Frans); NL: tik·ket (Engels)
    trainen: VL: trei·nen; NL: treej·nen (Engels)
    vanille: VL: va·nie·le (fonetisch); NL: va·nie·je (Frans)
    verkoop: VL: ver·koop; NL: vér·koop (tegen alle regels in)
    werkloosheid: VL: werk·loos·heid; NL: werk·loos·heid
    wodka: VL: vod·ka (Slavisch, de ‘d’ is eerder stemhebbend); NL: wot·kaa (de ‘t’ is stemloos)
    yoghurt: VL: joe·choert (soms joe·goert; ± Turks); NL: jo·chert, jo·ggert (fonetisch)
    zonsondergang: VL: zon·zon·der·gang; NL: zons·on·der·gang
    zonsopgang: VL: zon·zop·gang; NL: zons·op·gang

    woorden op —ist/—isme/—isch: VL: —ist/—isme/—isch (‘i’ als in ‘fiets’); NL: —?st/—?sme/—?sch (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —tie: VL: —sie; NL: —tsie
    woorden op —tje/—dje: VL: —tje (de t- en j-klanken komen samen zoals in ‘checken’); NL: —t·je (de t- en j-klanken worden apart uitgesproken)
    woorden met —ci— of —ti— (bv. ‘officieel’, ‘politioneel’): VL: —s·j— (de s- en j-klanken worden apart uitgesproken); NL: —sj—, —tsj— (de s- en j-klanken komen samen zoals in ‘sjaal’ of ‘checken’)
    woorden met dis—: VL: dis— (‘i’ als in ‘fiets’); NL: d?s— (‘i’ als in ‘dik’)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 30 May 2019 20:20
    114 reactie(s)

    Versie 69

    Vlaamse uitspraak
    (uitspraakvarianten)

    Heel wat woorden worden in VL anders uitgesproken dan in NL. Dan gaat het niet zozeer over regelgebonden uitspraken zoals de zachte g, maar over woorden zoals pyjama dat in VL als pie-zja-ma en in NL als pie-jaa-maa uitgesproken wordt. Of over klemtonen zoals bij burgemeester waarbij in VL het accent op de eerste lettergreep valt en in NL op de derde. Bij leenwoorden hanteert men in NL zeer dikwijls een nabootsing volgens de Nederlandse klankwetten van de klanken in de oorspronkelijke taal (meestal Engels of Frans), terwijl de uitspraak in VL vervlaamst wordt. Soms wordt in VL een Franse uitspraak gehanteerd, dan volgt de uitspraak in NL meestal het Engels.

    Voor Engelse leenwoorden met korte a is er een afzonderlijk lemma waar deze gevallen ondergebracht kunnen worden.

    Het spijtige is dat de VL media voor deze woorden de NL uitspraak gebruiken ondanks dat de VL uitspraak in VL zeer algemeen is. Dit is een aanfluiting van de V die voor Vlaams staat in o.a. vrt en VTM.

    alfabetische lijst:

    ‘s anderendaags: VL: san·dren·da(a)gs; NL: san·de·ren·daags
    Afrika: VL: a·fri·ka; NL: aa·fri·kaa
    Amerika: VL: a·mee·ri·ka; NL: a·mee·ri·kaa
    Antarctica (idem Arctica): an·tarc·ti·ca; NL: an·tarc·ti·caa
    archipel: VL: ar·chi·pel; NL: ar·chi·pel
    asfalt: VL: as·falt; NL: as·falt
    bijna: VL: bij·na(a)/be·na(a) (zie ook bekan); NL: bij·naa
    bikini: VL: bi·ki·ni; NL: bi·ki·ni
    burgemeester: VL: bur·ge·mees·ter; NL: bur·ge·mees·ter
    cacao: VL: ca·ca·oo; NL: ca·caa·oo
    carnaval: VL: kar·na·val (Frans); NL: kar·na·val (Engels)
    cichorei: VL: sjie·ko·rei; NL: sie·cho·rei (± fonetisch)
    clitoris: VL: cli·too·ris (beide i’s als in fiets); NL: cli·to·ris (beide i’s als in dik)
    conciërge: VL: kon·s·jer·zje (± Frans); NL: kon·zjer·zje
    coup: VL: koe (Frans); NL: koep (± fonetisch)
    dement: VL: dee·ment; NL: de ment
    detective: VL: de·tek·tie·ve/de·dek·tie·ve (fonetisch); NL: die·tek·tif (Engels)
    Doornroosje: VL: doo·rn·roo·sje; NL: doo·rn·roo·sje
    doorprikken: VL: door·prik·ken; NL: door·prik·ken
    dossier: VL: dos·sier (fonetisch); NL: do·sjee (Frans)
    elixir: VL: ee·liek·sier/ee·lieg·zier (Arabisch, ‘g’ uitgesproken als in het Engelse ‘good’); NL: ee·lik·ser (‘lik’ uitgesproken als ‘dik’)
    encyclopedie: VL: en·cy·clo·pe·die (fonetisch); NL: aun·cy·clo·pe·die (Frans, de ‘aun’ is nasaal)
    energie: VL: e·ner·gie (fonetisch); NL: e·ner·zjie/e·ner·sjie (Frans)
    essay: VL: es· (Frans); NL: es·seej/es·seej (Engels)
    Europa: VL: eu·roo·pa; NL: eu·roo·paa
    flirten: VL: flir·ten (fonetisch); NL: fleur·ten (Engels)
    garantie: VL: ga·ran·tie (Frans; ook ga·ran·sie); NL: ga·ran·tsie
    gelijkvloers: VL: ge·lijk·vloers; NL: ge·lijk·vloers
    Gerard: VL: zjee·raar (Frans); NL: gee·rart (fonetisch)
    gilet: VL: zjie·lee; NL: zjie·lèt
    hifi: VL: haai·fi (Brits Engels); NL: haai·faai (Amerikaans Engels)
    hostess: VL: hos·tès; NL: hos·tes (Engels)
    hygiëne: VL: hy·gjee·ne; NL: hy·gjèè·ne (Frans)
    intrige: VL: in·trie·ge (fonetisch); NL: in·trie·zje/in·trie·sje (hypercorrecte uitspraak van intrige met /ž/ -Frans intrigue)
    Israël: VL: ies·ra·jel (‘i’ als in ‘kiwi’); NL: is·ra·‘el (‘i’ als in ‘dik’)
    jacuzzi: dja·koe·zi/zja·koe·zi; NL: ja·koe·zi
    jenever: VL: zje·nee·ver; NL: je·nee·ver (fonetisch)
    Jos: VL: zjos; NL: jos
    Koran: VL: koo·ran; NL: ko·raan
    lavabo: VL: la·va·boo; NL: la·vaa·boo/la·vaa·boo
    mammoet: VL: mam·moet; NL: mam·moet
    meteen: VL en NL: mè·teen (‘mè’ als in ‘bed’); VL media: me·teen (‘me’ als in ‘der’)
    Monaco: VL: Mo·na·coo; NL: Moo·naa·coo
    monopoly: VL: mo·no·poo·ly; NL: mo·noo·pe·ly (Engels)
    nasi (goreng): VL: naa·zi; NL: na·si
    Nobelprijs: VL: No·bel.prijs; NL: No.bèl·prijs
    nostalgie: VL: nos·tal·gie (fonetisch); NL: nos·tal·zjie/nos·tal·sjie (Frans)
    omwenteling: VL: om·wen·te·ling; NL: om·wen·te·ling
    onderhoud: VL: on·der·houd; NL: on·der·houd
    parameter: VL: pa·ra·mee·ter; NL: pa·raa·m?·ter
    parfum: VL: par·fui (Frans, de ‘ui’ is nasaal); NL: par·fum (fonetisch)
    passagier: VL: pas·sa·gier (fonetisch); NL: pas·sa·zjier/pas·sa·sjier
    per: VL: ‘per’ als ‘der’; NL: ‘per’ als ‘ver’
    percent: VL: per·cent (‘per’ als ‘der’); NL: per·cent (‘per’ als ‘ver’)
    per se: VL: per see (‘per’ als ‘der’); NL: pèr see (Latijn, ‘pèr’ als ‘ver’)
    pikken: VL: pi·ken; NL: p?·ken
    pistolet: VL: pis·to·lee; NL: pis·to·lèt
    platform: VL: plat·form; NL: plat·form
    pyjama: VL: pi·zja·ma; NL: pie·jaa·maa
    record: VL: re·kort (fonetisch); NL: ree·koor (Frans)
    reünie: VL: ree·ju·nie; NL: ree·u·nie (Franse klemtoon)
    robot: VL: ro·bot; NL: roo·bot
    rondpunt: VL: rond·punt; NL: rond·punt
    Roodkapje: VL: rood·kap·je; NL: rood·kap·je
    salami: VL: sa·la·mi; NL: sa·laa·mi
    sceptisch: VL: sep·ties; NL: skep·ties
    Sneeuwwitje: VL: sneeuw·wi·tje; NL: sneeuw·wit·je
    steak: VL: stek/stik (Frans); NL: steek (Engels)
    super, hyper: VL én NL: su·per, hy·per; VL media: sup·per, hip·per
    tabak: VL: ta·bak (zie ook toebak); NL: ta·bak (Frans)
    Tenerife: VL: ·ne·rif ; NL: tee·nee·rie·fee
    tenzij: VL: ten·zij (‘e’ als in ‘der’, komt van "’t en zij’); NL: ten·zij, ten·zij (‘e’ in beide varianten als in ‘bed’)
    terras: VL: tèr·ras; NL: te ras
    ticket: VL: tie·kèt (Frans); NL: tik·ket (Engels)
    trainen: VL: trei·nen; NL: treej·nen (Engels)
    vanille: VL: va·nie·le (fonetisch); NL: va·nie·je (Frans)
    verkoop: VL: ver·koop; NL: vér·koop (tegen alle regels in)
    werkloosheid: VL: werk·loos·heid; NL: werk·loos·heid
    wodka: VL: vod·ka (Slavisch, de ‘d’ is eerder stemhebbend); NL: wot·kaa (de ‘t’ is stemloos)
    yoghurt: VL: joe·choert (soms joe·goert; ± Turks); NL: jo·chert, jo·ggert (fonetisch)
    zonsondergang: VL: zon·zon·der·gang; NL: zons·on·der·gang
    zonsopgang: VL: zon·zop·gang; NL: zons·op·gang

    woorden op —ist/—isme/—isch: VL: —ist/—isme/—isch (‘i’ als in ‘fiets’); NL: —?st/—?sme/—?sch (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —tie: VL: —sie; NL: —tsie
    woorden op —tje/—dje: VL: —tje (de t- en j-klanken komen samen zoals in ‘checken’); NL: —t·je (de t- en j-klanken worden apart uitgesproken)
    woorden met —ci— of —ti— (bv. ‘officieel’, ‘politioneel’): VL: —s·j— (de s- en j-klanken worden apart uitgesproken); NL: —sj—, —tsj— (de s- en j-klanken komen samen zoals in ‘sjaal’ of ‘checken’)
    woorden met dis—: VL: dis— (‘i’ als in ‘fiets’); NL: d?s— (‘i’ als in ‘dik’)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 30 May 2019 19:53
    114 reactie(s)

    Versie 68

    Vlaamse uitspraak
    (uitspraakvarianten)

    Heel wat woorden worden in VL anders uitgesproken dan in NL. Dan gaat het niet zozeer over regelgebonden uitspraken zoals de zachte g, maar over woorden zoals pyjama dat in VL als pie-zja-ma en in NL als pie-jaa-maa uitgesproken wordt. Of over klemtonen zoals bij burgemeester waarbij in VL het accent op de eerste lettergreep valt en in NL op de derde. Bij leenwoorden hanteert men in NL zeer dikwijls een nabootsing volgens de Nederlandse klankwetten van de klanken in de oorspronkelijke taal (meestal Engels of Frans), terwijl de uitspraak in VL vervlaamst wordt. Soms wordt in VL een Franse uitspraak gehanteerd, dan volgt de uitspraak in NL meestal het Engels.

    Voor Engelse leenwoorden met korte a is er een afzonderlijk lemma waar deze gevallen ondergebracht kunnen worden.

    Het spijtige is dat de VL media voor deze woorden de NL uitspraak gebruiken ondanks dat de VL uitspraak in VL zeer algemeen is. Dit is een aanfluiting van de V die voor Vlaams staat in o.a. vrt en VTM.

    alfabetische lijst:

    ‘s anderendaags: VL: san·dren·da(a)gs; NL: san·de·ren·daags
    Afrika: VL: a·fri·ka; NL: aa·fri·kaa
    Amerika: VL: a·mee·ri·ka; NL: a·mee·ri·kaa
    Antarctica (idem Arctica): an·tarc·ti·ca; NL: an·tarc·ti·caa
    archipel: VL: ar·chi·pel; NL: ar·chi·pel
    asfalt: VL: as·falt; NL: as·falt
    bijna: VL: bij·na(a)/be·na(a) (zie ook bekan); NL: bij·naa
    bikini: VL: bi·ki·ni; NL: bi·ki·ni
    burgemeester: VL: bur·ge·mees·ter; NL: bur·ge·mees·ter
    cacao: VL: ca·ca·oo; NL: ca·caa·oo
    carnaval: VL: kar·na·val (Frans); NL: kar·na·val (Engels)
    cichorei: VL: sjie·ko·rei; NL: sie·cho·rei (± fonetisch)
    clitoris: VL: cli·too·ris (beide i’s als in fiets); NL: cli·to·ris (beide i’s als in dik)
    conciërge: VL: kon·s·jer·zje (± Frans); NL: kon·zjer·zje
    coup: VL: koe (Frans); NL: koep (± fonetisch)
    dement: VL: dee·ment; NL: de ment
    detective: VL: de·tek·tie·ve/de·dek·tie·ve (fonetisch); NL: die·tek·tif (Engels)
    Doornroosje: VL: doo·rn·roo·sje; NL: doo·rn·roo·sje
    doorprikken: VL: door·prik·ken; NL: door·prik·ken
    dossier: VL: dos·sier (fonetisch); NL: do·sjee (Frans)
    elixir: VL: ee·liek·sier/ee·lieg·zier (Arabisch, ‘g’ uitgesproken als in het Engelse ‘good’); NL: ee·lik·ser (‘lik’ uitgesproken als ‘dik’)
    encyclopedie: VL: en·cy·clo·pe·die (fonetisch); NL: aun·cy·clo·pe·die (Frans, de ‘aun’ is nasaal)
    energie: VL: e·ner·gie (fonetisch); NL: e·ner·zjie/e·ner·sjie (Frans)
    essay: VL: es· (Frans); NL: es·seej/es·seej (Engels)
    Europa: VL: eu·roo·pa; NL: eu·roo·paa
    flirten: VL: flir·ten (fonetisch); NL: fleur·ten (Engels)
    garantie: VL: ga·ran·tie (Frans; ook ga·ran·sie); NL: ga·ran·tsie
    gelijkvloers: VL: ge·lijk·vloers; NL: ge·lijk·vloers
    Gerard: VL: zjee·raar (Frans); NL: gee·rart (fonetisch)
    gilet: VL: zjie·lee; NL: zjie·lèt
    hifi: VL: haai·fi (Brits Engels); NL: haai·faai (Amerikaans Engels)
    hostess: VL: hos·tès; NL: hos·tes (Engels)
    hygiëne: VL: hy·gjee·ne; NL: hy·gjèè·ne (Frans)
    intrige: VL: in·trie·ge (fonetisch); NL: in·trie·zje/in·trie·sje (hypercorrecte uitspraak van intrige met /ž/ -Frans intrigue)
    Israël: VL: ies·ra·jel (‘i’ als in ‘kiwi’); NL: is·ra·‘el (‘i’ als in ‘dik’)
    jacuzzi: dja·koe·zi/zja·koe·zi; NL: ja·koe·zi
    jenever: VL: zje·nee·ver; NL: je·nee·ver (fonetisch)
    Jos: VL: zjos; NL: jos
    Koran: VL: koo·ran; NL: ko·raan
    lavabo: VL: la·va·boo; NL: la·vaa·boo/la·vaa·boo
    mammoet: VL: mam·moet; NL: mam·moet
    meteen: VL en NL: mè·teen (‘mè’ als in ‘bed’); VL media: me·teen (‘me’ als in ‘der’)
    Monaco: VL: Mo·na·coo; NL: Moo·naa·coo
    monopoly: VL: mo·no·poo·ly; NL: mo·noo·pe·ly (Engels)
    nasi (goreng): VL: naa·zi; NL: na·si
    Nobelprijs: VL: No·bel.prijs; NL: No.bèl·prijs
    nostalgie: VL: nos·tal·gie (fonetisch); NL: nos·tal·zjie/nos·tal·sjie (Frans)
    omwenteling: VL: om·wen·te·ling; NL: om·wen·te·ling
    onderhoud: VL: on·der·houd; NL: on·der·houd
    parameter: VL: pa·ra·mee·ter; NL: pa·raa·m?·ter
    parfum: VL: par·fui (Frans, de ‘ui’ is nasaal); NL: par·fum (fonetisch)
    passagier: VL: pas·sa·gier (fonetisch); NL: pas·sa·zjier/pas·sa·sjier
    per: VL: ‘per’ als ‘der’; NL: ‘per’ als ‘ver’
    percent: VL: per·cent (‘per’ als ‘der’); NL: per·cent (‘per’ als ‘ver’)
    per se: VL: per see (‘per’ als ‘der’); NL: pèr see (Latijn, ‘pèr’ als ‘ver’)
    pikken: VL: pi·ken; NL: p?·ken
    pistolet: VL: pis·to·lee; NL: pis·to·lèt
    platform: VL: plat·form; NL: plat·form
    pyjama: VL: pi·zja·ma; NL: pie·jaa·maa
    record: VL: re·kort (fonetisch); NL: ree·koor (Frans)
    reünie: VL: ree·ju·nie; NL: ree·u·nie (Franse klemtoon)
    rondpunt: VL: rond·punt; NL: rond·punt
    Roodkapje: VL: rood·kap·je; NL: rood·kap·je
    salami: VL: sa·la·mi; NL: sa·laa·mi
    sceptisch: VL: sep·ties; NL: skep·ties
    Sneeuwwitje: VL: sneeuw·wi·tje; NL: sneeuw·wit·je
    steak: VL: stek/stik (Frans); NL: steek (Engels)
    super, hyper: VL én NL: su·per, hy·per; VL media: sup·per, hip·per
    tabak: VL: ta·bak (zie ook toebak); NL: ta·bak (Frans)
    Tenerife: VL: ·ne·rif ; NL: tee·nee·rie·fee
    tenzij: VL: ten·zij (‘e’ als in ‘der’, komt van "’t en zij’); NL: ten·zij, ten·zij (‘e’ in beide varianten als in ‘bed’)
    terras: VL: tèr·ras; NL: te ras
    ticket: VL: tie·kèt (Frans); NL: tik·ket (Engels)
    trainen: VL: trei·nen; NL: treej·nen (Engels)
    vanille: VL: va·nie·le (fonetisch); NL: va·nie·je (Frans)
    verkoop: VL: ver·koop; NL: vér·koop (tegen alle regels in)
    werkloosheid: VL: werk·loos·heid; NL: werk·loos·heid
    wodka: VL: vod·ka (Slavisch, de ‘d’ is eerder stemhebbend); NL: wot·kaa (de ‘t’ is stemloos)
    yoghurt: VL: joe·choert (soms joe·goert; ± Turks); NL: jo·chert, jo·ggert (fonetisch)
    zonsondergang: VL: zon·zon·der·gang; NL: zons·on·der·gang
    zonsopgang: VL: zon·zop·gang; NL: zons·op·gang

    woorden op —ist/—isme/—isch: VL: —ist/—isme/—isch (‘i’ als in ‘fiets’); NL: —?st/—?sme/—?sch (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —tie: VL: —sie; NL: —tsie
    woorden op —tje/—dje: VL: —tje (de t- en j-klanken komen samen zoals in ‘checken’); NL: —t·je (de t- en j-klanken worden apart uitgesproken)
    woorden met —ci— of —ti— (bv. ‘officieel’, ‘politioneel’): VL: —s·j— (de s- en j-klanken worden apart uitgesproken); NL: —sj—, —tsj— (de s- en j-klanken komen samen zoals in ‘sjaal’ of ‘checken’)
    woorden met dis—: VL: dis— (‘i’ als in ‘fiets’); NL: d?s— (‘i’ als in ‘dik’)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 30 May 2019 19:52
    114 reactie(s)

    Versie 67

    Vlaamse uitspraak
    (uitspraakvarianten)

    Heel wat woorden worden in VL anders uitgesproken dan in NL. Dan gaat het niet zozeer over regelgebonden uitspraken zoals de zachte g, maar over woorden zoals pyjama dat in VL als pie-zja-ma en in NL als pie-jaa-maa uitgesproken wordt. Of over klemtonen zoals bij burgemeester waarbij in VL het accent op de eerste lettergreep valt en in NL op de derde. Bij leenwoorden hanteert men in NL zeer dikwijls een nabootsing volgens de Nederlandse klankwetten van de klanken in de oorspronkelijke taal (meestal Engels of Frans), terwijl de uitspraak in VL vervlaamst wordt. Soms wordt in VL een Franse uitspraak gehanteerd, dan volgt de uitspraak in NL meestal het Engels.

    Voor Engelse leenwoorden met korte a is er een afzonderlijk lemma waar deze gevallen ondergebracht kunnen worden.

    Het spijtige is dat de VL media voor deze woorden de NL uitspraak gebruiken ondanks dat de VL uitspraak in VL zeer algemeen is. Dit is een aanfluiting van de V die voor Vlaams staat in o.a. vrt en VTM.

    alfabetische lijst:

    ‘s anderendaags: VL: san·dren·da(a)gs; NL: san·de·ren·daags
    Afrika: VL: a·fri·ka; NL: aa·fri·kaa
    Amerika: VL: a·mee·ri·ka; NL: a·mee·ri·kaa
    Antarctica (idem Arctica): an·tarc·ti·ca; NL: an·tarc·ti·caa
    asfalt: VL: as·falt; NL: as·falt
    bijna: VL: bij·na(a)/be·na(a) (zie ook bekan); NL: bij·naa
    bikini: VL: bi·ki·ni; NL: bi·ki·ni
    burgemeester: VL: bur·ge·mees·ter; NL: bur·ge·mees·ter
    cacao: VL: ca·ca·oo; NL: ca·caa·oo
    carnaval: VL: kar·na·val (Frans); NL: kar·na·val (Engels)
    cichorei: VL: sjie·ko·rei; NL: sie·cho·rei (± fonetisch)
    conciërge: VL: kon·s·jer·zje (± Frans); NL: kon·zjer·zje
    coup: VL: koe (Frans); NL: koep (± fonetisch)
    detective: VL: de·tek·tie·ve/de·dek·tie·ve (fonetisch); NL: die·tek·tif (Engels)
    Doornroosje: VL: doo·rn·roo·sje; NL: doo·rn·roo·sje
    doorprikken: VL: door·prik·ken; NL: door·prik·ken
    dossier: VL: dos·sier (fonetisch); NL: do·sjee (Frans)
    elixir: VL: ee·liek·sier/ee·lieg·zier (Arabisch, ’g’ uitgesproken als in het Engelse ‘good’); NL: ee·lik·ser (‘lik’ uitgesproken als ‘dik’)
    encyclopedie: VL: en·cy·clo·pe·die (fonetisch); NL: aun·cy·clo·pe·die (Frans, de ‘aun’ is nasaal)
    energie: VL: e·ner·gie (fonetisch); NL: e·ner·zjie/e·ner·sjie (Frans)
    essay: VL: es· (Frans); NL: es·seej/es·seej (Engels)
    Europa: VL: eu·roo·pa; NL: eu·roo·paa
    flirten: VL: flir·ten (fonetisch); NL: fleur·ten (Engels)
    garantie: VL: ga·ran·tie (Frans; ook ga·ran·sie); NL: ga·ran·tsie
    gelijkvloers: VL: ge·lijk·vloers; NL: ge·lijk·vloers
    Gerard: VL: zjee·raar (Frans); NL: gee·rart (fonetisch)
    gilet: VL: zjie·lee; NL: zjie·lèt
    hifi: VL: haai·fi (Brits Engels); NL: haai·faai (Amerikaans Engels)
    hostess: VL: hos·tès; NL: hos·tes (Engels)
    hygiëne: VL: hy·gjee·ne; NL: hy·gjèè·ne (Frans)
    intrige: VL: in·trie·ge (fonetisch); NL: in·trie·zje/in·trie·sje (hypercorrecte uitspraak van intrige met /ž/ -Frans intrigue)
    Israël: VL: ies·ra·jel (‘i’ als in ‘kiwi’); NL: is·ra·‘el (‘i’ als in ‘dik’)
    jacuzzi: dja·koe·zi/zja·koe·zi; NL: ja·koe·zi
    jenever: VL: zje·nee·ver; NL: je·nee·ver (fonetisch)
    Jos: VL: zjos; NL: jos
    Koran: VL: koo·ran; NL: ko·raan
    lavabo: VL: la·va·boo; NL: la·vaa·boo/la·vaa·boo
    mammoet: VL: mam·moet; NL: mam·moet
    meteen: VL en NL: mè·teen (‘mè’ als in ‘bed’); VL media: me·teen (‘me’ als in ‘der’)
    Monaco: VL: Mo·na·coo; NL: Moo·naa·coo
    monopoly: VL: mo·no·poo·ly; NL: mo·noo·pe·ly (Engels)
    nasi (goreng): VL: naa·zi; NL: na·si
    Nobelprijs: VL: No·bel.prijs; NL: No.bèl·prijs
    nostalgie: VL: nos·tal·gie (fonetisch); NL: nos·tal·zjie/nos·tal·sjie (Frans)
    omwenteling: VL: om·wen·te·ling; NL: om·wen·te·ling
    onderhoud: VL: on·der·houd; NL: on·der·houd
    parameter: VL: pa·ra·mee·ter; NL: pa·raa·m?·ter
    parfum: VL: par·fui (Frans, de ‘ui’ is nasaal); NL: par·fum (fonetisch)
    passagier: VL: pas·sa·gier (fonetisch); NL: pas·sa·zjier/pas·sa·sjier
    per: VL: ‘per’ als ‘der’; NL: ‘per’ als ‘ver’
    percent: VL: per·cent (‘per’ als ‘der’); NL: per·cent (‘per’ als ‘ver’)
    per se: VL: per see (‘per’ als ‘der’); NL: pèr see (Latijn, ‘pèr’ als ‘ver’)
    pikken: VL: pi·ken; NL: p?·ken
    pistolet: VL: pis·to·lee; NL: pis·to·lèt
    pyjama: VL: pi·zja·ma; NL: pie·jaa·maa
    record: VL: re·kort (fonetisch); NL: ree·koor (Frans)
    reünie: VL: ree·ju·nie; NL: ree·u·nie (Franse klemtoon)
    rondpunt: VL: rond·punt; NL: rond·punt
    Roodkapje: VL: rood·kap·je; NL: rood·kap·je
    sceptisch: VL: sep·ties; NL: skep·ties
    Sneeuwwitje: VL: sneeuw·wi·tje; NL: sneeuw·wit·je
    steak: VL: stek/stik (Frans); NL: steek (Engels)
    super, hyper: VL én NL: su·per, hy·per; VL media: sup·per, hip·per
    tabak: VL: ta·bak (zie ook toebak); NL: ta·bak (Frans)
    Tenerife: VL: ·ne·rif ; NL: tee·nee·rie·fee
    tenzij: VL: ten·zij (‘e’ als in ‘der’, komt van "’t en zij’); NL: ten·zij, ten·zij (‘e’ in beide varianten als in ‘bed’)
    terras: VL: tèr·ras; NL: te ras
    ticket: VL: tie·kèt (Frans); NL: tik·ket (Engels)
    trainen: VL: trei·nen; NL: treej·nen (Engels)
    vanille: VL: va·nie·le (fonetisch); NL: va·nie·je (Frans)
    verkoop: VL: ver·koop; NL: vér·koop (tegen alle regels in)
    werkloosheid: VL: werk·loos·heid; NL: werk·loos·heid
    wodka: VL: vod·ka (Slavisch, de ‘d’ is eerder stemhebbend); NL: wot·kaa (de ‘t’ is stemloos)
    yoghurt: VL: joe·choert (soms joe·goert; ± Turks); NL: jo·chert, jo·ggert (fonetisch)
    zonsondergang: VL: zon·zon·der·gang; NL: zons·on·der·gang
    zonsopgang: VL: zon·zop·gang; NL: zons·op·gang

    woorden op —ist/—isme/—isch: VL: —ist/—isme/—isch (‘i’ als in ‘fiets’); NL: —?st/—?sme/—?sch (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —tie: VL: —sie; NL: —tsie
    woorden op —tje/—dje: VL: —tje (de t- en j-klanken komen samen zoals in ‘checken’); NL: —t·je (de t- en j-klanken worden apart uitgesproken)
    woorden met —ci— of —ti— (bv. ‘officieel’, ‘politioneel’): VL: —s·j— (de s- en j-klanken worden apart uitgesproken); NL: —sj—, —tsj— (de s- en j-klanken komen samen zoals in ‘sjaal’ of ‘checken’)
    woorden met dis—: VL: dis— (‘i’ als in ‘fiets’); NL: d?s— (‘i’ als in ‘dik’)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 27 May 2019 00:33
    114 reactie(s)

    Versie 66

    Vlaamse uitspraak
    (uitspraakvarianten)

    Heel wat woorden worden in VL anders uitgesproken dan in NL. Dan gaat het niet zozeer over regelgebonden uitspraken zoals de zachte g, maar over woorden zoals pyjama dat in VL als pie-zja-ma en in NL als pie-jaa-maa uitgesproken wordt. Of over klemtonen zoals bij burgemeester waarbij in VL het accent op de eerste lettergreep valt en in NL op de derde. Bij leenwoorden hanteert men in NL zeer dikwijls een nabootsing volgens de Nederlandse klankwetten van de klanken in de oorspronkelijke taal (meestal Engels of Frans), terwijl de uitspraak in VL vervlaamst wordt. Soms wordt in VL een Franse uitspraak gehanteerd, dan volgt de uitspraak in NL meestal het Engels.

    Voor Engelse leenwoorden met korte a is er een afzonderlijk lemma waar deze gevallen ondergebracht kunnen worden.

    Het spijtige is dat de VL media voor deze woorden de NL uitspraak gebruiken ondanks dat de VL uitspraak in VL zeer algemeen is. Dit is een aanfluiting van de V die voor Vlaams staat in o.a. vrt en VTM.

    alfabetische lijst:

    ‘s anderendaags: VL: san·dren·da(a)gs; NL: san·de·ren·daags
    Afrika: VL: a·fri·ka; NL: aa·fri·kaa
    Amerika: VL: a·mee·ri·ka; NL: a·mee·ri·kaa
    Antarctica (idem Arctica): an·tarc·ti·ca; NL: an·tarc·ti·caa
    asfalt: VL: as·falt; NL: as·falt
    bijna: VL: bij·na(a)/be·na(a) (zie ook bekan); NL: bij·naa
    bikini: VL: bi·ki·ni; NL: bi·ki·ni
    burgemeester: VL: bur·ge·mees·ter; NL: bur·ge·mees·ter
    cacao: VL: ca·ca·oo; NL: ca·caa·oo
    carnaval: VL: kar·na·val (Frans); NL: kar·na·val (Engels)
    cichorei: VL: sjie·ko·rei; NL: sie·cho·rei (± fonetisch)
    conciërge: VL: kon·s·jer·zje (± Frans); NL: kon·zjer·zje
    coup: VL: koe (Frans); NL: koep (± fonetisch)
    detective: VL: de·tek·tie·ve/de·dek·tie·ve (fonetisch); NL: die·tek·tif (Engels)
    Doornroosje: VL: doo·rn·roo·sje; NL: doo·rn·roo·sje
    doorprikken: VL: door·prik·ken; NL: door·prik·ken
    dossier: VL: dos·sier (fonetisch); NL: do·sjee (Frans)
    elixir: VL: ee·liek·sier/ee·lieg·zier (Arabisch, ’g’ uitgesproken als in het Engelse ‘good’); NL: ee·lik·ser (‘lik’ uitgesproken als ‘dik’)
    encyclopedie: VL: en·cy·clo·pe·die (fonetisch); NL: aun·cy·clo·pe·die (Frans, de ‘aun’ is nasaal)
    energie: VL: e·ner·gie (fonetisch); NL: e·ner·zjie/e·ner·sjie (Frans)
    essay: VL: es· (Frans); NL: es·seej/es·seej (Engels)
    Europa: VL: eu·roo·pa; NL: eu·roo·paa
    flirten: VL: flir·ten (fonetisch); NL: fleur·ten (Engels)
    garantie: VL: ga·ran·tie (Frans; ook ga·ran·sie); NL: ga·ran·tsie
    gelijkvloers: VL: ge·lijk·vloers; NL: ge·lijk·vloers
    Gerard: VL: zjee·raar (Frans); NL: gee·rart (fonetisch)
    gilet: VL: zjie·lee; NL: zjie·lèt
    hifi: VL: haai·fi (Brits Engels); NL: haai·faai (Amerikaans Engels)
    hostess: VL: hos·tès; NL: hos·tes (Engels)
    hygiëne: VL: hy·gjee·ne; NL: hy·gjèè·ne (Frans)
    intrige: VL: in·trie·ge (fonetisch); NL: in·trie·zje/in·trie·sje (hypercorrecte uitspraak van intrige met /ž/ -Frans intrigue)
    Israël: VL: ies·ra·jel (‘i’ als in ‘kiwi’); NL: is·ra·‘el (‘i’ als in ‘dik’)
    jacuzzi: dja·koe·zi/zja·koe·zi; NL: ja·koe·zi
    jenever: VL: zje·nee·ver; NL: je·nee·ver (fonetisch)
    Jos: VL: zjos; NL: jos
    Koran: VL: koo·ran; NL: ko·raan
    lavabo: VL: la·va·boo; NL: la·vaa·boo/la·vaa·boo
    mammoet: VL: mam·moet; NL: mam·moet
    meteen: VL en NL: mè·teen (‘mè’ als in ‘bed’); VL media: me·teen (‘me’ als in ‘der’)
    Monaco: VL: Mo·na·coo; NL: Moo·naa·coo
    monopoly: VL: mo·no·poo·ly; NL: mo·noo·pe·ly (Engels)
    nasi (goreng): VL: naa·zi; NL: na·si
    Nobelprijs: VL: No·bel.prijs; NL: No.bèl·prijs
    nostalgie: VL: nos·tal·gie (fonetisch); NL: nos·tal·zjie/nos·tal·sjie (Frans)
    omwenteling: VL: om·wen·te·ling; NL: om·wen·te·ling
    onderhoud: VL: on·der·houd; NL: on·der·houd
    parameter: VL: pa·ra·mee·ter; NL: pa·raa·m?·ter
    parfum: VL: par·fui (Frans, de ‘ui’ is nasaal); NL: par·fum (fonetisch)
    passagier: VL: pas·sa·gier (fonetisch); NL: pas·sa·zjier/pas·sa·sjier
    per: VL: ‘per’ als ‘der’; NL: ‘per’ als ‘ver’
    percent: VL: per·cent (‘per’ als ‘der’); NL: per·cent (‘per’ als ‘ver’)
    per se: VL: per see (‘per’ als ‘der’); NL: pèr see (Latijn, ‘pèr’ als ‘ver’)
    pikken: VL: pi·ken; NL: p?·ken
    pistolet: VL: pis·to·lee; NL: pis·to·lèt
    pyjama: VL: pi·zja·ma; NL: pie·jaa·maa
    record: VL: re·kort (fonetisch); NL: ree·koor (Frans)
    reünie: VL: ree·ju·nie; NL: ree·u·nie (Franse klemtoon)
    rondpunt: VL: rond·punt; NL: rond·punt
    Roodkapje: VL: rood·kap·je; NL: rood·kap·je
    sceptisch: VL: sep·ties; NL: skep·ties
    Sneeuwwitje: VL: sneeuw·wi·tje; NL: sneeuw·wit·je
    steak: VL: stek/stik (Frans); NL: steek (Engels)
    super, hyper: VL én NL: su·per, hy·per; VL media: sup·per, hip·per
    tabak: VL: ta·bak (zie ook toebak); NL: ta·bak (Frans)
    Tenerife: VL: ·ne·rif ; NL: tee·nee·rie·fee
    tenzij: VL: ten·zij (‘e’ als in ‘der’, komt van "’t en zij’); NL: ten·zij, ten·zij (‘e’ in beide varianten als in ‘bed’)
    terras: VL: tèr·ras; NL: te ras
    ticket: VL: tie·kèt (Frans); NL: tik·ket (Engels)
    trainen: VL: trei·nen; NL: treej·nen (Engels)
    vanille: VL: va·nie·le (fonetisch); NL: va·nie·je (Frans)
    verkoop: VL: ver·koop; NL: vér·koop (tegen alle regels in)
    werkloosheid: VL: werk·loos·heid; NL: werk·loos·heid
    wodka: VL: vod·ka (Slavisch, de ‘d’ is eerder stemhebbend); NL: wot·kaa (de ‘t’ is stemloos)
    yoghurt: VL: joe·choert (soms joe·goert; ± Turks); NL: jo·chert, jo·ggert (fonetisch)

    woorden op —ist/—isme/—isch: VL: —ist/—isme/—isch (‘i’ als in ‘fiets’); NL: —?st/—?sme/—?sch (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —tie: VL: —sie; NL: —tsie
    woorden op —tje/—dje: VL: —tje (de t- en j-klanken komen samen zoals in ‘checken’); NL: —t·je (de t- en j-klanken worden apart uitgesproken)
    woorden met —ci— of —ti— (bv. ‘officieel’, ‘politioneel’): VL: —s·j— (de s- en j-klanken worden apart uitgesproken); NL: —sj—, —tsj— (de s- en j-klanken komen samen zoals in ‘sjaal’ of ‘checken’)
    woorden met dis—: VL: dis— (‘i’ als in ‘fiets’); NL: d?s— (‘i’ als in ‘dik’)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 26 May 2019 23:35
    114 reactie(s)

    Versie 65

    Vlaamse uitspraak
    (uitspraakvarianten)

    Heel wat woorden worden in VL anders uitgesproken dan in NL. Dan gaat het niet zozeer over regelgebonden uitspraken zoals de zachte g, maar over woorden zoals pyjama dat in VL als pie-zja-ma en in NL als pie-jaa-maa uitgesproken wordt. Of over klemtonen zoals bij burgemeester waarbij in VL het accent op de eerste lettergreep valt en in NL op de derde. Bij leenwoorden hanteert men in NL zeer dikwijls een nabootsing volgens de Nederlandse klankwetten van de klanken in de oorspronkelijke taal (meestal Engels of Frans), terwijl de uitspraak in VL vervlaamst wordt. Soms wordt in VL een Franse uitspraak gehanteerd, dan volgt de uitspraak in NL meestal het Engels.

    Voor Engelse leenwoorden met korte a is er een afzonderlijk lemma waar deze gevallen ondergebracht kunnen worden.

    Het spijtige is dat de VL media voor deze woorden de NL uitspraak gebruiken ondanks dat de VL uitspraak in VL zeer algemeen is. Dit is een aanfluiting van de V die voor Vlaams staat in o.a. vrt en VTM.

    alfabetische lijst:

    ‘s anderendaags: VL: san·dren·da(a)gs; NL: san·de·ren·daags
    Afrika: VL: a·fri·ka; NL: aa·fri·kaa
    Amerika: VL: a·mee·ri·ka; NL: a·mee·ri·kaa
    Antarctica (idem Arctica): an·tarc·ti·ca; NL: an·tarc·ti·caa
    asfalt: VL: as·falt; NL: as·falt
    bijna: VL: bij·na(a)/be·na(a) (zie ook bekan); NL: bij·naa
    bikini: VL: bi·ki·ni; NL: bi·ki·ni
    burgemeester: VL: bur·ge·mees·ter; NL: bur·ge·mees·ter
    cacao: VL: ca·ca·oo; NL: ca·caa·oo
    carnaval: VL: kar·na·val (Frans); NL: kar·na·val (Engels)
    cichorei: VL: sjie·ko·rei; NL: sie·cho·rei (± fonetisch)
    conciërge: VL: kon·s·jer·zje (± Frans); NL: kon·zjer·zje
    coup: VL: koe (Frans); NL: koep (± fonetisch)
    detective: VL: de·tek·tie·ve/de·dek·tie·ve (fonetisch); NL: die·tek·tif (Engels)
    Doornroosje: VL: doo·rn·roo·sje; NL: doo·rn·roo·sje
    doorprikken: VL: door·prik·ken; NL: door·prik·ken
    dossier: VL: dos·sier (fonetisch); NL: do·sjee (Frans)
    elixir: VL: ee·liek·sier/ee·lieg·zier (Arabisch, ’g’ uitgesproken als in het Engelse ‘good’); NL: ee·lik·ser (‘lik’ uitgesproken als ‘dik’)
    encyclopedie: VL: en·cy·clo·pe·die (fonetisch); NL: aun·cy·clo·pe·die (Frans, de ‘aun’ is nasaal)
    energie: VL: e·ner·gie (fonetisch); NL: e·ner·zjie/e·ner·sjie (Frans)
    essay: VL: es· (Frans); NL: es·seej/es·seej (Engels)
    Europa: VL: eu·roo·pa; NL: eu·roo·paa
    flirten: VL: flir·ten (fonetisch); NL: fleur·ten (Engels)
    garantie: VL: ga·ran·tie (Frans; ook ga·ran·sie); NL: ga·ran·tsie
    gelijkvloers: VL: ge·lijk·vloers; NL: ge·lijk·vloers
    Gerard: VL: zjee·raar (Frans); NL: gee·rart (fonetisch)
    gilet: VL: zjie·lee; NL: zjie·lèt
    hifi: VL: haai·fi (Brits Engels); NL: haai·faai (Amerikaans Engels)
    hostess: VL: hos·tès; NL: hos·tes (Engels)
    hygiëne: VL: hy·gjee·ne; NL: hy·gjèè·ne (Frans)
    intrige: VL: in·trie·ge (fonetisch); NL: in·trie·zje/in·trie·sje (hypercorrecte uitspraak van intrige met /ž/ -Frans intrigue)
    Israël: VL: ies·ra·jel (‘i’ als in ‘kiwi’); NL: is·ra·‘el (‘i’ als in ‘dik’)
    jacuzzi: dja·koe·zi/zja·koe·zi; NL: ja·koe·zi
    jenever: VL: zje·nee·ver; NL: je·nee·ver (fonetisch)
    Jos: VL: zjos; NL: jos
    Koran: VL: koo·ran; NL: ko·raan
    lavabo: VL: la·va·boo; NL: la·vaa·boo/la·vaa·boo
    mammoet: VL: mam·moet; NL: mam·moet
    meteen: VL en NL: mè·teen (‘mè’ als in ‘bed’); VL media: me·teen (‘me’ als in ‘der’)
    Monaco: VL: Mo·na·coo; NL: Moo·naa·coo
    monopoly: VL: mo·no·poo·ly; NL: mo·noo·pe·ly (Engels)
    nasi (goreng): VL: naa·zi; NL: na·si
    Nobelprijs: VL: No·bel.prijs; NL: No.bèl·prijs
    nostalgie: VL: nos·tal·gie (fonetisch); NL: nos·tal·zjie/nos·tal·sjie (Frans)
    omwenteling: VL: om·wen·te·ling; NL: om·wen·te·ling
    onderhoud: VL: on·der·houd; NL: on·der·houd
    parameter: VL: pa·ra·mee·ter; NL: pa·raa·m?·ter
    parfum: VL: par·fui (Frans, de ‘ui’ is nasaal); NL: par·fum (fonetisch)
    passagier: VL: pas·sa·gier (fonetisch); NL: pas·sa·zjier/pas·sa·sjier
    per: VL: ‘per’ als ‘der’; NL: ‘per’ als ‘ver’
    percent: VL: per·cent (‘per’ als ‘der’); NL: per·cent (‘per’ als ‘ver’)
    per se: VL: per see (‘per’ als ‘der’); NL: pèr see (Latijn, ‘pèr’ als ‘ver’)
    pikken: VL: pi·ken; NL: p?·ken
    pistolet: VL: pis·to·lee; NL: pis·to·lèt
    pyjama: VL: pi·zja·ma; NL: pie·jaa·maa
    record: VL: re·kort (fonetisch); NL: ree·koor (Frans)
    reünie: VL: ree·ju·nie; NL: ree·u·nie (Franse klemtoon)
    rondpunt: VL: rond·punt; NL: rond·punt
    Roodkapje: VL: rood·kap·je; NL: rood·kap·je
    sceptisch: VL: sep·ties; NL: skep·ties
    Sneeuwwitje: VL: sneeuw·wi·tje; NL: sneeuw·wit·je
    steak: VL: stek/stik (Frans); NL: steek (Engels)
    super, hyper: VL én NL: su·per, hy·per; VL media: sup·per, hip·per
    tabak: VL: ta·bak (zie ook toebak); NL: ta·bak (Frans)
    Tenerife: VL: ·ne·rif ; NL: tee·nee·rie·fee
    tenzij: VL: ten·zij (‘e’ als in ‘der’, komt van "’t en zij’); NL: ten·zij, ten·zij (‘e’ in beide varianten als in ‘bed’)
    terras: VL: tèr·ras; NL: te ras
    ticket: VL: tie·kèt (Frans); NL: tik·ket (Engels)
    trainen: VL: trei·nen; NL: treej·nen (Engels)
    vanille: VL: va·nie·le (fonetisch); NL: va·nie·je (Frans)
    verkoop: VL: ver·koop; NL: vér·koop (tegen alle regels in)
    wodka: VL: vod·ka (Slavisch, de ‘d’ is eerder stemhebbend); NL: wot·kaa (de ‘t’ is stemloos)
    yoghurt: VL: joe·choert (soms joe·goert; ± Turks); NL: jo·chert, jo·ggert (fonetisch)

    woorden op —ist/—isme/—isch: VL: —ist/—isme/—isch (‘i’ als in ‘fiets’); NL: —?st/—?sme/—?sch (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —tie: VL: —sie; NL: —tsie
    woorden op —tje/—dje: VL: —tje (de t- en j-klanken komen samen zoals in ‘checken’); NL: —t·je (de t- en j-klanken worden apart uitgesproken)
    woorden met —ci— of —ti— (bv. ‘officieel’, ‘politioneel’): VL: —s·j— (de s- en j-klanken worden apart uitgesproken); NL: —sj—, —tsj— (de s- en j-klanken komen samen zoals in ‘sjaal’ of ‘checken’)
    woorden met dis—: VL: dis— (‘i’ als in ‘fiets’); NL: d?s— (‘i’ als in ‘dik’)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 26 May 2019 23:33
    114 reactie(s)

    Versie 64

    Vlaamse uitspraak
    (uitspraakvarianten)

    Heel wat woorden worden in VL anders uitgesproken dan in NL. Dan gaat het niet zozeer over regelgebonden uitspraken zoals de zachte g, maar over woorden zoals pyjama dat in VL als pie-zja-ma en in NL als pie-jaa-maa uitgesproken wordt. Of over klemtonen zoals bij burgemeester waarbij in VL het accent op de eerste lettergreep valt en in NL op de derde. Bij leenwoorden hanteert men in NL zeer dikwijls een nabootsing volgens de Nederlandse klankwetten van de klanken in de oorspronkelijke taal (meestal Engels of Frans), terwijl de uitspraak in VL vervlaamst wordt. Soms wordt in VL een Franse uitspraak gehanteerd, dan volgt de uitspraak in NL meestal het Engels.

    Voor Engelse leenwoorden met korte a is er een afzonderlijk lemma waar deze gevallen ondergebracht kunnen worden.

    Het spijtige is dat de VL media voor deze woorden de NL uitspraak gebruiken ondanks dat de VL uitspraak in VL zeer algemeen is. Dit is een aanfluiting van de V die voor Vlaams staat in o.a. vrt en VTM.

    alfabetische lijst:

    ‘s anderendaags: VL: san·dren·da(a)gs; NL: san·de·ren·daags
    Afrika: VL: a·fri·ka; NL: aa·fri·kaa
    Amerika: VL: a·mee·ri·ka; NL: a·mee·ri·kaa
    Antarctica (idem Arctica): an·tarc·ti·ca; NL: an·tarc·ti·caa
    asfalt: VL: as·falt; NL: as·falt
    bijna: VL: bij·na(a)/be·na(a) (zie ook bekan); NL: bij·naa
    bikini: VL: bi·ki·ni; NL: bi·ki·ni
    burgemeester: VL: bur·ge·mees·ter; NL: bur·ge·mees·ter
    cacao: VL: ca·ca·oo; NL: ca·caa·oo
    carnaval: VL: kar·na·val (Frans); NL: kar·na·val (Engels)
    cichorei: VL: sjie·ko·rei; NL: sie·cho·rei (± fonetisch)
    conciërge: VL: kon·s·jer·zje (± Frans); NL: kon·zjer·zje
    coup: VL: koe (Frans); NL: koep (± fonetisch)
    detective: VL: de·tek·tie·ve/de·dek·tie·ve (fonetisch); NL: die·tek·tif (Engels)
    Doornroosje: VL: doo·rn·roo·sje; NL: doo·rn·roo·sje
    dossier: VL: dos·sier (fonetisch); NL: do·sjee (Frans)
    elixir: VL: ee·liek·sier/ee·lieg·zier (Arabisch, ’g’ uitgesproken als in het Engelse ‘good’); NL: ee·lik·ser (‘lik’ uitgesproken als ‘dik’)
    encyclopedie: VL: en·cy·clo·pe·die (fonetisch); NL: aun·cy·clo·pe·die (Frans, de ‘aun’ is nasaal)
    energie: VL: e·ner·gie (fonetisch); NL: e·ner·zjie/e·ner·sjie (Frans)
    essay: VL: es· (Frans); NL: es·seej/es·seej (Engels)
    Europa: VL: eu·roo·pa; NL: eu·roo·paa
    flirten: VL: flir·ten (fonetisch); NL: fleur·ten (Engels)
    garantie: VL: ga·ran·tie (Frans; ook ga·ran·sie); NL: ga·ran·tsie
    gelijkvloers: VL: ge·lijk·vloers; NL: ge·lijk·vloers
    Gerard: VL: zjee·raar (Frans); NL: gee·rart (fonetisch)
    gilet: VL: zjie·lee; NL: zjie·lèt
    hifi: VL: haai·fi (Brits Engels); NL: haai·faai (Amerikaans Engels)
    hostess: VL: hos·tès; NL: hos·tes (Engels)
    hygiëne: VL: hy·gjee·ne; NL: hy·gjèè·ne (Frans)
    intrige: VL: in·trie·ge (fonetisch); NL: in·trie·zje/in·trie·sje (hypercorrecte uitspraak van intrige met /ž/ -Frans intrigue)
    Israël: VL: ies·ra·jel (‘i’ als in ‘kiwi’); NL: is·ra·‘el (‘i’ als in ‘dik’)
    jacuzzi: dja·koe·zi/zja·koe·zi; NL: ja·koe·zi
    jenever: VL: zje·nee·ver; NL: je·nee·ver (fonetisch)
    Jos: VL: zjos; NL: jos
    Koran: VL: koo·ran; NL: ko·raan
    lavabo: VL: la·va·boo; NL: la·vaa·boo/la·vaa·boo
    mammoet: VL: mam·moet; NL: mam·moet
    meteen: VL en NL: mè·teen (‘mè’ als in ‘bed’); VL media: me·teen (‘me’ als in ‘der’)
    Monaco: VL: Mo·na·coo; NL: Moo·naa·coo
    monopoly: VL: mo·no·poo·ly; NL: mo·noo·pe·ly (Engels)
    nasi (goreng): VL: naa·zi; NL: na·si
    Nobelprijs: VL: No·bel.prijs; NL: No.bèl·prijs
    nostalgie: VL: nos·tal·gie (fonetisch); NL: nos·tal·zjie/nos·tal·sjie (Frans)
    omwenteling: VL: om·wen·te·ling; NL: om·wen·te·ling
    onderhoud: VL: on·der·houd; NL: on·der·houd
    parameter: VL: pa·ra·mee·ter; NL: pa·raa·m?·ter
    parfum: VL: par·fui (Frans, de ‘ui’ is nasaal); NL: par·fum (fonetisch)
    passagier: VL: pas·sa·gier (fonetisch); NL: pas·sa·zjier/pas·sa·sjier
    per: VL: ‘per’ als ‘der’; NL: ‘per’ als ‘ver’
    percent: VL: per·cent (‘per’ als ‘der’); NL: per·cent (‘per’ als ‘ver’)
    per se: VL: per see (‘per’ als ‘der’); NL: pèr see (Latijn, ‘pèr’ als ‘ver’)
    pikken: VL: pi·ken; NL: p?·ken
    pistolet: VL: pis·to·lee; NL: pis·to·lèt
    pyjama: VL: pi·zja·ma; NL: pie·jaa·maa
    record: VL: re·kort (fonetisch); NL: ree·koor (Frans)
    reünie: VL: ree·ju·nie; NL: ree·u·nie (Franse klemtoon)
    rondpunt: VL: rond·punt; NL: rond·punt
    Roodkapje: VL: rood·kap·je; NL: rood·kap·je
    sceptisch: VL: sep·ties; NL: skep·ties
    Sneeuwwitje: VL: sneeuw·wi·tje; NL: sneeuw·wit·je
    steak: VL: stek/stik (Frans); NL: steek (Engels)
    super, hyper: VL én NL: su·per, hy·per; VL media: sup·per, hip·per
    tabak: VL: ta·bak (zie ook toebak); NL: ta·bak (Frans)
    Tenerife: VL: ·ne·rif ; NL: tee·nee·rie·fee
    tenzij: VL: ten·zij (‘e’ als in ‘der’, komt van "’t en zij’); NL: ten·zij, ten·zij (‘e’ in beide varianten als in ‘bed’)
    terras: VL: tèr·ras; NL: te ras
    ticket: VL: tie·kèt (Frans); NL: tik·ket (Engels)
    trainen: VL: trei·nen; NL: treej·nen (Engels)
    vanille: VL: va·nie·le (fonetisch); NL: va·nie·je (Frans)
    verkoop: VL: ver·koop; NL: vér·koop (tegen alle regels in)
    wodka: VL: vod·ka (Slavisch, de ‘d’ is eerder stemhebbend); NL: wot·kaa (de ‘t’ is stemloos)
    yoghurt: VL: joe·choert (soms joe·goert; ± Turks); NL: jo·chert, jo·ggert (fonetisch)

    woorden op —ist/—isme/—isch: VL: —ist/—isme/—isch (‘i’ als in ‘fiets’); NL: —?st/—?sme/—?sch (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —tie: VL: —sie; NL: —tsie
    woorden op —tje/—dje: VL: —tje (de t- en j-klanken komen samen zoals in ‘checken’); NL: —t·je (de t- en j-klanken worden apart uitgesproken)
    woorden met —ci— of —ti— (bv. ‘officieel’, ‘politioneel’): VL: —s·j— (de s- en j-klanken worden apart uitgesproken); NL: —sj—, —tsj— (de s- en j-klanken komen samen zoals in ‘sjaal’ of ‘checken’)
    woorden met dis—: VL: dis— (‘i’ als in ‘fiets’); NL: d?s— (‘i’ als in ‘dik’)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 13 May 2019 01:59
    114 reactie(s)

    Versie 63

    Vlaamse uitspraak
    (uitspraakvarianten)

    Heel wat woorden worden in VL anders uitgesproken dan in NL. Dan gaat het niet zozeer over regelgebonden uitspraken zoals de zachte g, maar over woorden zoals pyjama dat in VL als pie-zja-ma en in NL als pie-jaa-maa uitgesproken wordt. Of over klemtonen zoals bij burgemeester waarbij in VL het accent op de eerste lettergreep valt en in NL op de derde. Bij leenwoorden hanteert men in NL zeer dikwijls een nabootsing volgens de Nederlandse klankwetten van de klanken in de oorspronkelijke taal (meestal Engels of Frans), terwijl de uitspraak in VL vervlaamst wordt. Soms wordt in VL een Franse uitspraak gehanteerd, dan volgt de uitspraak in NL meestal het Engels.

    Voor Engelse leenwoorden met korte a is er een afzonderlijk lemma waar deze gevallen ondergebracht kunnen worden.

    Het spijtige is dat de VL media voor deze woorden de NL uitspraak gebruiken ondanks dat de VL uitspraak in VL zeer algemeen is. Dit is een aanfluiting van de V die voor Vlaams staat in o.a. vrt en VTM.

    alfabetische lijst:

    ‘s anderendaags: VL: san·dren·da(a)gs; NL: san·de·ren·daags
    Afrika: VL: a·fri·ka; NL: aa·fri·kaa
    Amerika: VL: a·mee·ri·ka; NL: a·mee·ri·kaa
    Antarctica (idem Arctica): an·tarc·ti·ca; NL: an·tarc·ti·caa
    asfalt: VL: as·falt; NL: as·falt
    bijna: VL: bij·na(a)/be·na(a) (zie ook bekan); NL: bij·naa
    bikini: VL: bi·ki·ni; NL: bi·ki·ni
    burgemeester: VL: bur·ge·mees·ter; NL: bur·ge·mees·ter
    cacao: VL: ca·ca·oo; NL: ca·caa·oo
    carnaval: VL: kar·na·val (Frans); NL: kar·na·val (Engels)
    cichorei: VL: sjie·ko·rei; NL: sie·cho·rei (± fonetisch)
    conciërge: VL: kon·s·jer·zje (± Frans); NL: kon·zjer·zje
    coup: VL: koe (Frans); NL: koep (± fonetisch)
    detective: VL: de·tek·tie·ve/de·dek·tie·ve (fonetisch); NL: die·tek·tif (Engels)
    Doornroosje: VL: doo·rn·roo·sje; NL: doo·rn·roo·sje
    dossier: VL: dos·sier (fonetisch); NL: do·sjee (Frans)
    elixir: VL: ee·liek·sier/ee·lieg·zier (Arabisch, ’g’ uitgesproken als in het Engelse ‘good’); NL: ee·lik·ser (‘lik’ uitgesproken als ‘dik’)
    energie: VL: e·ner·gie (fonetisch); NL: e·ner·zjie/e·ner·sjie (Frans)
    essay: VL: es· (Frans); NL: es·seej/es·seej (Engels)
    Europa: VL: eu·roo·pa; NL: eu·roo·paa
    flirten: VL: flir·ten (fonetisch); NL: fleur·ten (Engels)
    garantie: VL: ga·ran·tie (Frans; ook ga·ran·sie); NL: ga·ran·tsie
    gelijkvloers: VL: ge·lijk·vloers; NL: ge·lijk·vloers
    Gerard: VL: zjee·raar (Frans); NL: gee·rart (fonetisch)
    gilet: VL: zjie·lee; NL: zjie·lèt
    hifi: VL: haai·fi (Brits Engels); NL: haai·faai (Amerikaans Engels)
    hostess: VL: hos·tès; NL: hos·tes (Engels)
    hygiëne: VL: hy·gjee·ne; NL: hy·gjèè·ne (Frans)
    intrige: VL: in·trie·ge (fonetisch); NL: in·trie·zje/in·trie·sje (hypercorrecte uitspraak van intrige met /ž/ -Frans intrigue)
    Israël: VL: ies·ra·jel (‘i’ als in ‘kiwi’); NL: is·ra·‘el (‘i’ als in ‘dik’)
    jacuzzi: dja·koe·zi/zja·koe·zi; NL: ja·koe·zi
    jenever: VL: zje·nee·ver; NL: je·nee·ver (fonetisch)
    Jos: VL: zjos; NL: jos
    Koran: VL: koo·ran; NL: ko·raan
    lavabo: VL: la·va·boo; NL: la·vaa·boo/la·vaa·boo
    mammoet: VL: mam·moet; NL: mam·moet
    meteen: VL en NL: mè·teen (‘mè’ als in ‘bed’); VL media: me·teen (‘me’ als in ‘der’)
    Monaco: VL: Mo·na·coo; NL: Moo·naa·coo
    monopoly: VL: mo·no·poo·ly; NL: mo·noo·pe·ly (Engels)
    nasi (goreng): VL: naa·zi; NL: na·si
    Nobelprijs: VL: No·bel.prijs; NL: No.bèl·prijs
    nostalgie: VL: nos·tal·gie (fonetisch); NL: nos·tal·zjie/nos·tal·sjie (Frans)
    omwenteling: VL: om·wen·te·ling; NL: om·wen·te·ling
    onderhoud: VL: on·der·houd; NL: on·der·houd
    parameter: VL: pa·ra·mee·ter; NL: pa·raa·m?·ter
    parfum: VL: par·fui (Frans, de ‘ui’ is nasaal); NL: par·fum (fonetisch)
    passagier: VL: pas·sa·gier (fonetisch); NL: pas·sa·zjier/pas·sa·sjier
    per: VL: ‘per’ als ‘der’; NL: ‘per’ als ‘ver’
    percent: VL: per·cent (‘per’ als ‘der’); NL: per·cent (‘per’ als ‘ver’)
    per se: VL: per see (‘per’ als ‘der’); NL: pèr see (Latijn, ‘pèr’ als ‘ver’)
    pikken: VL: pi·ken; NL: p?·ken
    pistolet: VL: pis·to·lee; NL: pis·to·lèt
    pyjama: VL: pi·zja·ma; NL: pie·jaa·maa
    record: VL: re·kort (fonetisch); NL: ree·koor (Frans)
    reünie: VL: ree·ju·nie; NL: ree·u·nie (Franse klemtoon)
    rondpunt: VL: rond·punt; NL: rond·punt
    Roodkapje: VL: rood·kap·je; NL: rood·kap·je
    sceptisch: VL: sep·ties; NL: skep·ties
    Sneeuwwitje: VL: sneeuw·wi·tje; NL: sneeuw·wit·je
    steak: VL: stek/stik (Frans); NL: steek (Engels)
    super, hyper: VL én NL: su·per, hy·per; VL media: sup·per, hip·per
    tabak: VL: ta·bak (zie ook toebak); NL: ta·bak (Frans)
    Tenerife: VL: ·ne·rif ; NL: tee·nee·rie·fee
    tenzij: VL: ten·zij (‘e’ als in ‘der’, komt van "’t en zij’); NL: ten·zij, ten·zij (‘e’ in beide varianten als in ‘bed’)
    terras: VL: tèr·ras; NL: te ras
    ticket: VL: tie·kèt (Frans); NL: tik·ket (Engels)
    trainen: VL: trei·nen; NL: treej·nen (Engels)
    vanille: VL: va·nie·le (fonetisch); NL: va·nie·je (Frans)
    verkoop: VL: ver·koop; NL: vér·koop (tegen alle regels in)
    wodka: VL: vod·ka (Slavisch, de ‘d’ is eerder stemhebbend); NL: wot·kaa (de ‘t’ is stemloos)
    yoghurt: VL: joe·choert (soms joe·goert; ± Turks); NL: jo·chert, jo·ggert (fonetisch)

    woorden op —ist/—isme/—isch: VL: —ist/—isme/—isch (‘i’ als in ‘fiets’); NL: —?st/—?sme/—?sch (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —tie: VL: —sie; NL: —tsie
    woorden op —tje/—dje: VL: —tje (de t- en j-klanken komen samen zoals in ‘checken’); NL: —t·je (de t- en j-klanken worden apart uitgesproken)
    woorden met —ci— of —ti— (bv. ‘officieel’, ‘politioneel’): VL: —s·j— (de s- en j-klanken worden apart uitgesproken); NL: —sj—, —tsj— (de s- en j-klanken komen samen zoals in ‘sjaal’ of ‘checken’)
    woorden met dis—: VL: dis— (‘i’ als in ‘fiets’); NL: d?s— (‘i’ als in ‘dik’)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 11 May 2019 23:37
    114 reactie(s)

    Versie 62

    Vlaamse uitspraak
    (uitspraakvarianten)

    Heel wat woorden worden in VL anders uitgesproken dan in NL. Dan gaat het niet zozeer over regelgebonden uitspraken zoals de zachte g, maar over woorden zoals pyjama dat in VL als pie-zja-ma en in NL als pie-jaa-maa uitgesproken wordt. Of over klemtonen zoals bij burgemeester waarbij in VL het accent op de eerste lettergreep valt en in NL op de derde. Bij leenwoorden hanteert men in NL zeer dikwijls een nabootsing volgens de Nederlandse klankwetten van de klanken in de oorspronkelijke taal (meestal Engels of Frans), terwijl de uitspraak in VL vervlaamst wordt. Soms wordt in VL een Franse uitspraak gehanteerd, dan volgt de uitspraak in NL meestal het Engels.

    Voor Engelse leenwoorden met korte a is er een afzonderlijk lemma waar deze gevallen ondergebracht kunnen worden.

    Het spijtige is dat de VL media voor deze woorden de NL uitspraak gebruiken ondanks dat de VL uitspraak in VL zeer algemeen is. Dit is een aanfluiting van de V die voor Vlaams staat in o.a. vrt en VTM.

    alfabetische lijst:

    ‘s anderendaags: VL: san·dren·da(a)gs; NL: san·de·ren·daags
    Afrika: VL: a·fri·ka; NL: aa·fri·kaa
    Amerika: VL: a·mee·ri·ka; NL: a·mee·ri·kaa
    Antarctica (idem Arctica): an·tarc·ti·ca; NL: an·tarc·ti·caa
    asfalt: VL: as·falt; NL: as·falt
    bijna: VL: bij·na(a)/be·na(a) (zie ook bekan); NL: bij·naa
    bikini: VL: bi·ki·ni; NL: bi·ki·ni
    burgemeester: VL: bur·ge·mees·ter; NL: bur·ge·mees·ter
    cacao: VL: ca·ca·oo; NL: ca·caa·oo
    carnaval: VL: kar·na·val (Frans); NL: kar·na·val (Engels)
    cichorei: VL: sjie·ko·rei; NL: sie·cho·rei (± fonetisch)
    conciërge: VL: kon·s·jer·zje (± Frans); NL: kon·zjer·zje
    coup: VL: koe (Frans); NL: koep (± fonetisch)
    detective: VL: de·tek·tie·ve/de·dek·tie·ve (fonetisch); NL: die·tek·tif (Engels)
    Doornroosje: VL: doo·rn·roo·sje; NL: doo·rn·roo·sje
    dossier: VL: dos·sier (fonetisch); NL: do·sjee (Frans)
    elixir: VL: ee·liek·sier/ee·lieg·zier (Arabisch, ’g’ uitgesproken als in het Engelse ‘good’); NL: ee·lik·ser (‘lik’ uitgesproken als ‘dik’)
    energie: VL: e·ner·gie (fonetisch); NL: e·ner·zjie/e·ner·sjie (Frans)
    essay: VL: es· (Frans); NL: es·seej/es·seej (Engels)
    Europa: VL: eu·roo·pa; NL: eu·roo·paa
    flirten: VL: flir·ten (fonetisch); NL: fleur·ten (Engels)
    garantie: VL: ga·ran·tie (Frans; ook ga·ran·sie); NL: ga·ran·tsie
    gelijkvloers: VL: ge·lijk·vloers; NL: ge·lijk·vloers
    Gerard: VL: zjee·raar (Frans); NL: gee·rart (fonetisch)
    gilet: VL: zjie·lee; NL: zjie·lèt
    hifi: VL: haai·fi (Brits Engels); NL: haai·faai (Amerikaans Engels)
    hostess: VL: hos·tès; NL: hos·tes (Engels)
    hygiëne: VL: hy·gjee·ne; NL: hy·gjèè·ne (Frans)
    intrige: VL: in·trie·ge (fonetisch); NL: in·trie·zje/in·trie·sje (hypercorrecte uitspraak van intrige met /ž/ -Frans intrigue)
    Israël: VL: ies·ra·jel (‘i’ als in ‘kiwi’); NL: is·ra·‘el (‘i’ als in ‘dik’)
    jacuzzi: dja·koe·zi/zja·koe·zi; NL: ja·koe·zi
    jenever: VL: zje·nee·ver; NL: je·nee·ver (fonetisch)
    Jos: VL: zjos; NL: jos
    Koran: VL: koo·ran; NL: ko·raan
    lavabo: VL: la·va·boo; NL: la·vaa·boo/la·vaa·boo
    mammoet: VL: mam·moet; NL: mam·moet
    meteen: VL en NL: mè·teen (‘mè’ als in ‘bed’); VL media: me·teen (‘me’ als in ‘der’)
    Monaco: VL: Mo·na·coo; NL: Moo·naa·coo
    monopoly: VL: mo·no·poo·ly; NL: mo·noo·pe·ly (Engels)
    nasi (goreng): VL: naa·zi; NL: na·si
    Nobelprijs: VL: No·bel.prijs; NL: No.bèl·prijs
    nostalgie: VL: nos·tal·gie (fonetisch); NL: nos·tal·zjie/nos·tal·sjie (Frans)
    omwenteling: VL: om·wen·te·ling; NL: om·wen·te·ling
    onderhoud: VL: on·der·houd; NL: on·der·houd
    parameter: VL: pa·ra·mee·ter; NL: pa·raa·m?·ter
    parfum: VL: par·fui (Frans, de ‘ui’ is nasaal); NL: par·fum (fonetisch)
    passagier: VL: pas·sa·gier (fonetisch); NL: pas·sa·zjier/pas·sa·sjier
    per: VL: ‘per’ als ‘der’; NL: ‘per’ als ‘ver’
    percent: VL: per·cent (‘per’ als ‘der’); NL: per·cent (‘per’ als ‘ver’)
    per se: VL: per see (‘per’ als ‘der’); NL: pèr see (Latijn, ‘pèr’ als ‘ver’)
    pikken: VL: pi·ken; NL: p?·ken
    pistolet: VL: pis·to·lee; NL: pis·to·lèt
    pyjama: VL: pi·zja·ma; NL: pie·jaa·maa
    record: VL: re·kort (fonetisch); NL: ree·koor (Frans)
    reünie: VL: ree·ju·nie; NL: ree·u·nie (Franse klemtoon)
    rondpunt: VL: rond·punt; NL: rond·punt
    Roodkapje: VL: rood·kap·je; NL: rood·kap·je
    sceptisch: VL: sep·ties; NL: skep·ties
    Sneeuwwitje: VL: sneeuw·wi·tje; NL: sneeuw·wit·je
    steak: VL: stek/stik (Frans); NL: steek (Engels)
    super, hyper: VL én NL: su·per, hy·per; VL media: sup·per, hip·per
    tabak: VL: ta·bak (zie ook toebak); NL: ta·bak (Frans)
    Tenerife: VL: ·ne·rif ; NL: tee·nee·rie·fee
    tenzij: VL: ten·zij (‘e’ als in ‘der’, komt van "’t en zij’); NL: ten·zij, ten·zij (‘e’ in beide varianten als in ‘bed’)
    terras: VL: tèr·ras; NL: te ras
    ticket: VL: tie·kèt (Frans); NL: tik·ket (Engels)
    trainen: VL: trei·nen; NL: treej·nen (Engels)
    vanille: VL: va·nie·le (fonetisch); NL: va·nie·je (Frans)
    verkoop: VL: ver·koop; NL: vér·koop (tegen alle regels in)
    wodka: VL: vod·ka (Slavisch, de ‘d’ is eerder stemhebbend); NL: wot·kaa (de ‘t’ is stemloos)
    yoghurt: VL: joe·choert (soms joe·goert; ± Turks); NL: jo·chert, jo·ggert (fonetisch)

    woorden op —ist/—isme/—isch: VL: —ist/—isme/—isch (‘i’ als in ‘fiets’); NL: —?st/—?sme/—?sch (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —tie: VL: —sie; NL: —tsie
    woorden op —tje/—dje: VL: —tje (de t- en j-klanken komen samen zoals in ‘checken’); NL: —t·je (de t- en j-klanken worden apart uitgesproken)
    woorden met —ci— of —ti— (bv. ‘officieel’, ‘politioneel’): VL: —s·j— (de s- en j-klanken worden apart uitgesproken); NL: —sj—, —tsj— (de s- en j-klanken komen samen zoals in ‘sjaal’ of ‘checken’)
    woorden met dis—: VL: dis— (‘i’ als in ‘fiets’); NL: d?s— (‘i’ als in ‘dik’)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 11 May 2019 23:36
    114 reactie(s)

    Versie 61

    Vlaamse uitspraak
    (uitspraakvarianten)

    Heel wat woorden worden in VL anders uitgesproken dan in NL. Dan gaat het niet zozeer over regelgebonden uitspraken zoals de zachte g, maar over woorden zoals pyjama dat in VL als pie-zja-ma en in NL als pie-jaa-maa uitgesproken wordt. Of over klemtonen zoals bij burgemeester waarbij in VL het accent op de eerste lettergreep valt en in NL op de derde. Bij leenwoorden hanteert men in NL zeer dikwijls een nabootsing volgens de Nederlandse klankwetten van de klanken in de oorspronkelijke taal (meestal Engels of Frans), terwijl de uitspraak in VL vervlaamst wordt. Soms wordt in VL een Franse uitspraak gehanteerd, dan volgt de uitspraak in NL meestal het Engels.

    Voor Engelse leenwoorden met korte a is er een afzonderlijk lemma waar deze gevallen ondergebracht kunnen worden.

    Het spijtige is dat de VL media voor deze woorden de NL uitspraak gebruiken ondanks dat de VL uitspraak in VL zeer algemeen is. Dit is een aanfluiting van de V die voor Vlaams staat in o.a. vrt en VTM.

    alfabetische lijst:

    ‘s anderendaags: VL: san·dren·da(a)gs; NL: san·de·ren·daags
    Afrika: VL: a·fri·ka; NL: aa·fri·kaa
    Amerika: VL: a·mee·ri·ka; NL: a·mee·ri·kaa
    Antarctica (idem Arctica): an·tarc·ti·ca; NL: an·tarc·ti·caa
    asfalt: VL: as·falt; NL: as·falt
    bijna: VL: bij·na(a)/be·na(a) (zie ook bekan); NL: bij·naa
    bikini: VL: bi·ki·ni; NL: bi·ki·ni
    burgemeester: VL: bur·ge·mees·ter; NL: bur·ge·mees·ter
    cacao: VL: ca·ca·oo; NL: ca·caa·oo
    carnaval: VL: kar·na·val (Frans); NL: kar·na·val (Engels)
    cichorei: VL: sjie·ko·rei; NL: sie·cho·rei (± fonetisch)
    conciërge: VL: kon·s·jer·zje (± Frans); NL: kon·zjer·zje
    coup: VL: koe (Frans); NL: koep (± fonetisch)
    detective: VL: de·tek·tie·ve/de·dek·tie·ve (fonetisch); NL: die·tek·tif (Engels)
    Doornroosje: VL: doo·rn·roo·sje; NL: doo·rn·roo·sje
    dossier: VL: dos·sier (fonetisch); NL: do·sjee (Frans)
    elixir: VL: ee·liek·sier/ee·lieg·zier (Arabisch, ’g’ uitgesproken als in het Engelse ‘good’); NL: ee·lik·ser (‘lik’ uitgesproken als ‘dik’)
    energie: VL: e·ner·gie (fonetisch); NL: e·ner·zjie/e·ner·sjie (Frans)
    essay: VL: es· (Frans); NL: es·seej/es·seej (Engels)
    Europa: VL: eu·roo·pa; NL: eu·roo·paa
    flirten: VL: flir·ten (fonetisch); NL: fleur·ten (Engels)
    garantie: VL: ga·ran·tie (Frans; ook ga·ran·sie); NL: ga·ran·tsie
    gelijkvloers: VL: ge·lijk·vloers; NL: ge·lijk·vloers
    Gerard: VL: zjee·raar (Frans); NL: gee·rart (fonetisch)
    gilet: VL: zjie·lee; NL: zjie·lèt
    hifi: VL: haai·fi (Brits Engels); NL: haai·faai (Amerikaans Engels)
    hostess: VL: hos·tès; NL: hos·tes (Engels)
    hygiëne: VL: hy·gjee·ne; NL: hy·gjèè·ne (Frans)
    intrige: VL: in·trie·ge (fonetisch); NL: in·trie·zje/in·trie·sje (hypercorrecte uitspraak van intrige met /ž/ -Frans intrigue)
    Israël: VL: ies·ra·jel (‘i’ als in ‘kiwi’); NL: is·ra·‘el (‘i’ als in ‘dik’)
    jacuzzi: dja·koe·zi/zja·koe·zi; NL: ja·koe·zi
    jenever: VL: zje·nee·ver; NL: je·nee·ver (fonetisch)
    Jos: VL: zjos; NL: jos
    Koran: VL: koo·ran; NL: ko·raan
    lavabo: VL: la·va·boo; NL: la·vaa·boo/la·vaa·boo
    mammoet: VL: mam·moet; NL: mam·moet
    meteen: VL en NL: mè·teen (‘mè’ als in ‘bed’); VL media: me·teen (‘me’ als in ‘der’)
    Monaco: VL: Mo·na·coo; NL: Moo·naa·coo
    monopoly: VL: mo·no·poo·ly; NL: mo·noo·pe·ly (Engels)
    nasi (goreng): VL: naa·zi; NL: na·si
    Nobelprijs: VL: No·bel.prijs; NL: No.bèl·prijs
    nostalgie: VL: nos·tal·gie (fonetisch); NL: nos·tal·zjie/nos·tal·sjie (Frans)
    omwenteling: VL: om·wen·te·ling; NL: om·wen·te·ling
    onderhoud: VL: on·der·houd; NL: on·der·houd
    parameter: VL: pa·ra·mee·ter; NL: pa·raa·m?·ter
    parfum: VL: par·fui (Frans, de ‘ui’ is nasaal); NL: par·fum (fonetisch)
    passagier: VL: pas·sa·gier (fonetisch); NL: pas·sa·zjier/pas·sa·sjier
    per: VL: ‘per’ als ‘der’; NL: ‘per’ als ‘ver’
    percent: VL: per·cent (‘per’ als ‘der’); NL: per·cent (‘per’ als ‘ver’)
    per se: VL: per see (‘per’ als ‘der’); NL: pèr see (Latijn, ‘pèr’ als ‘ver’)
    pistolet: VL: pis·to·lee; NL: pis·to·lèt
    pyjama: VL: pi·zja·ma; NL: pie·jaa·maa
    record: VL: re·kort (fonetisch); NL: ree·koor (Frans)
    reünie: VL: ree·ju·nie; NL: ree·u·nie (Franse klemtoon)
    rondpunt: VL: rond·punt; NL: rond·punt
    Roodkapje: VL: rood·kap·je; NL: rood·kap·je
    sceptisch: VL: sep·ties; NL: skep·ties
    Sneeuwwitje: VL: sneeuw·wi·tje; NL: sneeuw·wit·je
    steak: VL: stek/stik (Frans); NL: steek (Engels)
    super, hyper: VL én NL: su·per, hy·per; VL media: sup·per, hip·per
    tabak: VL: ta·bak (zie ook toebak); NL: ta·bak (Frans)
    Tenerife: VL: ·ne·rif ; NL: tee·nee·rie·fee
    tenzij: VL: ten·zij (‘e’ als in ‘der’, komt van "’t en zij’); NL: ten·zij, ten·zij (‘e’ in beide varianten als in ‘bed’)
    terras: VL: tèr·ras; NL: te ras
    ticket: VL: tie·kèt (Frans); NL: tik·ket (Engels)
    trainen: VL: trei·nen; NL: treej·nen (Engels)
    vanille: VL: va·nie·le (fonetisch); NL: va·nie·je (Frans)
    verkoop: VL: ver·koop; NL: vér·koop (tegen alle regels in)
    wodka: VL: vod·ka (Slavisch, de ‘d’ is eerder stemhebbend); NL: wot·kaa (de ‘t’ is stemloos)
    yoghurt: VL: joe·choert (soms joe·goert; ± Turks); NL: jo·chert, jo·ggert (fonetisch)

    woorden op —ist/—isme/—isch: VL: —ist/—isme/—isch (‘i’ als in ‘fiets’); NL: —?st/—?sme/—?sch (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —tie: VL: —sie; NL: —tsie
    woorden op —tje/—dje: VL: —tje (de t- en j-klanken komen samen zoals in ‘checken’); NL: —t·je (de t- en j-klanken worden apart uitgesproken)
    woorden met —ci— of —ti— (bv. ‘officieel’, ‘politioneel’): VL: —s·j— (de s- en j-klanken worden apart uitgesproken); NL: —sj—, —tsj— (de s- en j-klanken komen samen zoals in ‘sjaal’ of ‘checken’)
    woorden met dis—: VL: dis— (‘i’ als in ‘fiets’); NL: d?s— (‘i’ als in ‘dik’)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 06 May 2019 12:47
    114 reactie(s)

    Versie 60

    Vlaamse uitspraak
    (uitspraakvarianten)

    Heel wat woorden worden in VL anders uitgesproken dan in NL. Dan gaat het niet zozeer over regelgebonden uitspraken zoals de zachte g, maar over woorden zoals pyjama dat in VL als pie-zja-ma en in NL als pie-jaa-maa uitgesproken wordt. Of over klemtonen zoals bij burgemeester waarbij in VL het accent op de eerste lettergreep valt en in NL op de derde. Bij leenwoorden hanteert men in NL zeer dikwijls een nabootsing volgens de Nederlandse klankwetten van de klanken in de oorspronkelijke taal (meestal Engels of Frans), terwijl de uitspraak in VL vervlaamst wordt. Soms wordt in VL een Franse uitspraak gehanteerd, dan volgt de uitspraak in NL meestal het Engels.

    Voor Engelse leenwoorden met korte a is er een afzonderlijk lemma waar deze gevallen ondergebracht kunnen worden.

    Het spijtige is dat de VL media voor deze woorden de NL uitspraak gebruiken ondanks dat de VL uitspraak in VL zeer algemeen is. Dit is een aanfluiting van de V die voor Vlaams staat in o.a. vrt en VTM.

    alfabetische lijst:

    ‘s anderendaags: VL: san·dren·da(a)gs; NL: san·de·ren·daags
    Afrika: VL: a·fri·ka; NL: aa·fri·kaa
    Amerika: VL: a·mee·ri·ka; NL: a·mee·ri·kaa
    Antarctica (idem Arctica): an·tarc·ti·ca; NL: an·tarc·ti·caa
    asfalt: VL: as·falt; NL: as·falt
    bijna: VL: bij·na(a)/be·na(a) (zie ook bekan); NL: bij·naa
    bikini: VL: bi·ki·ni; NL: bi·ki·ni
    burgemeester: VL: bur·ge·mees·ter; NL: bur·ge·mees·ter
    cacao: VL: ca·ca·oo; NL: ca·caa·oo
    carnaval: VL: kar·na·val (Frans); NL: kar·na·val (Engels)
    cichorei: VL: sjie·ko·rei; NL: sie·cho·rei (± fonetisch)
    conciërge: VL: kon·s·jer·zje (± Frans); NL: kon·zjer·zje
    coup: VL: koe (Frans); NL: koep (± fonetisch)
    detective: VL: de·tek·tie·ve/de·dek·tie·ve (fonetisch); NL: die·tek·tif (Engels)
    Doornroosje: VL: doo·rn·roo·sje; NL: doo·rn·roo·sje
    dossier: VL: dos·sier (fonetisch); NL: do·sjee (Frans)
    elixir: VL: ee·liek·sier/ee·lieg·zier (Arabisch, ’g’ uitgesproken als in het Engelse ‘good’); NL: ee·lik·ser (‘lik’ uitgesproken als ‘dik’)
    energie: VL: e·ner·gie (fonetisch); NL: e·ner·zjie/e·ner·sjie (Frans)
    essay: VL: es· (Frans); NL: es·seej/es·seej (Engels)
    Europa: VL: eu·roo·pa; NL: eu·roo·paa
    flirten: VL: flir·ten (fonetisch); NL: fleur·ten (Engels)
    garantie: VL: ga·ran·tie (Frans; ook ga·ran·sie); NL: ga·ran·tsie
    gelijkvloers: VL: ge·lijk·vloers; NL: ge·lijk·vloers
    Gerard: VL: zjee·raar (Frans); NL: gee·rart (fonetisch)
    gilet: VL: zjie·lee; NL: zjie·lèt
    hifi: VL: haai·fi (Brits Engels); NL: haai·faai (Amerikaans Engels)
    hostess: VL: hos·tès; NL: hos·tes (Engels)
    hygiëne: VL: hy·gjee·ne; NL: hy·gjèè·ne (Frans)
    intrige: VL: in·trie·ge (fonetisch); NL: in·trie·zje/in·trie·sje (hypercorrecte uitspraak van intrige met /ž/ -Frans intrigue)
    Israël: VL: ies·ra·jel (‘i’ als in ‘kiwi’); NL: is·ra·‘el (‘i’ als in ‘dik’)
    jacuzzi: dja·koe·zi/zja·koe·zi; NL: ja·koe·zi
    jenever: VL: zje·nee·ver; NL: je·nee·ver (fonetisch)
    Jos: VL: zjos; NL: jos
    Koran: VL: koo·ran; NL: ko·raan
    lavabo: VL: la·va·boo; NL: la·vaa·boo/la·vaa·boo
    mammoet: VL: mam·moet; NL: mam·moet
    meteen: VL en NL: mè·teen (‘mè’ als in ‘bed’); VL media: me·teen (‘me’ als in ‘der’)
    Monaco: VL: Mo·na·coo; NL: Moo·naa·coo
    monopoly: VL: mo·no·poo·ly; NL: mo·noo·pe·ly (Engels)
    nasi (goreng): VL: naa·zi; NL: na·si
    Nobelprijs: VL: No·bel.prijs; NL: No.bèl·prijs
    nostalgie: VL: nos·tal·gie (fonetisch); NL: nos·tal·zjie/nos·tal·sjie (Frans)
    omwenteling: VL: om·wen·te·ling; NL: om·wen·te·ling
    parameter: VL: pa·ra·mee·ter; NL: pa·raa·m?·ter
    parfum: VL: par·fui (Frans, de ‘ui’ is nasaal); NL: par·fum (fonetisch)
    passagier: VL: pas·sa·gier (fonetisch); NL: pas·sa·zjier/pas·sa·sjier
    per: VL: ‘per’ als ‘der’; NL: ‘per’ als ‘ver’
    percent: VL: per·cent (‘per’ als ‘der’); NL: per·cent (‘per’ als ‘ver’)
    per se: VL: per see (‘per’ als ‘der’); NL: pèr see (Latijn, ‘pèr’ als ‘ver’)
    pistolet: VL: pis·to·lee; NL: pis·to·lèt
    pyjama: VL: pi·zja·ma; NL: pie·jaa·maa
    record: VL: re·kort (fonetisch); NL: ree·koor (Frans)
    reünie: VL: ree·ju·nie; NL: ree·u·nie (Franse klemtoon)
    rondpunt: VL: rond·punt; NL: rond·punt
    Roodkapje: VL: rood·kap·je; NL: rood·kap·je
    sceptisch: VL: sep·ties; NL: skep·ties
    Sneeuwwitje: VL: sneeuw·wi·tje; NL: sneeuw·wit·je
    steak: VL: stek/stik (Frans); NL: steek (Engels)
    super, hyper: VL én NL: su·per, hy·per; VL media: sup·per, hip·per
    tabak: VL: ta·bak (zie ook toebak); NL: ta·bak (Frans)
    Tenerife: VL: ·ne·rif ; NL: tee·nee·rie·fee
    tenzij: VL: ten·zij (‘e’ als in ‘der’, komt van "’t en zij’); NL: ten·zij, ten·zij (‘e’ in beide varianten als in ‘bed’)
    terras: VL: tèr·ras; NL: te ras
    ticket: VL: tie·kèt (Frans); NL: tik·ket (Engels)
    trainen: VL: trei·nen; NL: treej·nen (Engels)
    vanille: VL: va·nie·le (fonetisch); NL: va·nie·je (Frans)
    verkoop: VL: ver·koop; NL: vér·koop (tegen alle regels in)
    wodka: VL: vod·ka (Slavisch, de ‘d’ is eerder stemhebbend); NL: wot·kaa (de ‘t’ is stemloos)
    yoghurt: VL: joe·choert (soms joe·goert; ± Turks); NL: jo·chert, jo·ggert (fonetisch)

    woorden op —ist/—isme/—isch: VL: —ist/—isme/—isch (‘i’ als in ‘fiets’); NL: —?st/—?sme/—?sch (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —tie: VL: —sie; NL: —tsie
    woorden op —tje/—dje: VL: —tje (de t- en j-klanken komen samen zoals in ‘checken’); NL: —t·je (de t- en j-klanken worden apart uitgesproken)
    woorden met —ci— of —ti— (bv. ‘officieel’, ‘politioneel’): VL: —s·j— (de s- en j-klanken worden apart uitgesproken); NL: —sj—, —tsj— (de s- en j-klanken komen samen zoals in ‘sjaal’ of ‘checken’)
    woorden met dis—: VL: dis— (‘i’ als in ‘fiets’); NL: d?s— (‘i’ als in ‘dik’)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 05 May 2019 13:33
    114 reactie(s)

    Versie 59

    Vlaamse uitspraak
    (uitspraakvarianten)

    Heel wat woorden worden in VL anders uitgesproken dan in NL. Dan gaat het niet zozeer over regelgebonden uitspraken zoals de zachte g, maar over woorden zoals pyjama dat in VL als pie-zja-ma en in NL als pie-jaa-maa uitgesproken wordt. Of over klemtonen zoals bij burgemeester waarbij in VL het accent op de eerste lettergreep valt en in NL op de derde. Bij leenwoorden hanteert men in NL zeer dikwijls een nabootsing volgens de Nederlandse klankwetten van de klanken in de oorspronkelijke taal (meestal Engels of Frans), terwijl de uitspraak in VL vervlaamst wordt. Soms wordt in VL een Franse uitspraak gehanteerd, dan volgt de uitspraak in NL meestal het Engels.

    Voor Engelse leenwoorden met korte a is er een afzonderlijk lemma waar deze gevallen ondergebracht kunnen worden.

    Het spijtige is dat de VL media voor deze woorden de NL uitspraak gebruiken ondanks dat de VL uitspraak in VL zeer algemeen is. Dit is een aanfluiting van de V die voor Vlaams staat in o.a. vrt en VTM.

    alfabetische lijst:

    ‘s anderendaags: VL: san·dren·da(a)gs; NL: san·de·ren·daags
    Afrika: VL: a·fri·ka; NL: aa·fri·kaa
    Amerika: VL: a·mee·ri·ka; NL: a·mee·ri·kaa
    Antarctica (idem Arctica): an·tarc·ti·ca; NL: an·tarc·ti·caa
    asfalt: VL: as·falt; NL: as·falt
    bijna: VL: bij·na(a)/be·na(a) (zie ook bekan); NL: bij·naa
    bikini: VL: bi·ki·ni; NL: bi·ki·ni
    burgemeester: VL: bur·ge·mees·ter; NL: bur·ge·mees·ter
    cacao: VL: ca·ca·oo; NL: ca·caa·oo
    carnaval: VL: kar·na·val (Frans); NL: kar·na·val (Engels)
    cichorei: VL: sjie·ko·rei; NL: sie·cho·rei (± fonetisch)
    conciërge: VL: kon·s·jer·zje (± Frans); NL: kon·zjer·zje
    coup: VL: koe (Frans); NL: koep (± fonetisch)
    detective: VL: de·tek·tie·ve/de·dek·tie·ve (fonetisch); NL: die·tek·tif (Engels)
    Doornroosje: VL: doo·rn·roo·sje; NL: doo·rn·roo·sje
    dossier: VL: dos·sier (fonetisch); NL: do·sjee (Frans)
    elixir: VL: ee·liek·sier/ee·lieg·zier (Arabisch, ’g’ uitgesproken als in het Engelse ‘good’); NL: ee·lik·ser (‘lik’ uitgesproken als ‘dik’)
    energie: VL: e·ner·gie (fonetisch); NL: e·ner·zjie/e·ner·sjie (Frans)
    essay: VL: es· (Frans); NL: es·seej/es·seej (Engels)
    Europa: VL: eu·roo·pa; NL: eu·roo·paa
    flirten: VL: flir·ten (fonetisch); NL: fleur·ten (Engels)
    garantie: VL: ga·ran·tie (Frans; ook ga·ran·sie); NL: ga·ran·tsie
    gelijkvloers: VL: ge·lijk·vloers; NL: ge·lijk·vloers
    Gerard: VL: zjee·raar (Frans); NL: gee·rart (fonetisch)
    gilet: VL: zjie·lee; NL: zjie·lèt
    hifi: VL: haai·fi (Brits Engels); NL: haai·faai (Amerikaans Engels)
    hostess: VL: hos·tès; NL: hos·tes (Engels)
    hygiëne: VL: hy·gjee·ne; NL: hy·gjèè·ne (Frans)
    intrige: VL: in·trie·ge (fonetisch); NL: in·trie·zje/in·trie·sje (hypercorrecte uitspraak van intrige met /ž/ -Frans intrigue)
    Israël: VL: ies·ra·jel (‘i’ als in ‘kiwi’); NL: is·ra·‘el (‘i’ als in ‘dik’)
    jacuzzi: dja·koe·zi/zja·koe·zi; NL: ja·koe·zi
    jenever: VL: zje·nee·ver; NL: je·nee·ver (fonetisch)
    Jos: VL: zjos; NL: jos
    Koran: VL: koo·ran; NL: ko·raan
    lavabo: VL: la·va·boo; NL: la·vaa·boo/la·vaa·boo
    mammoet: VL: mam·moet; NL: mam·moet
    meteen: VL en NL: mè·teen (‘mè’ als in ‘bed’); VL media: me·teen (‘me’ als in ‘der’)
    Monaco: VL: Mo·na·coo; NL: Moo·naa·coo
    monopoly: VL: mo·no·poo·ly; NL: mo·noo·pe·ly (Engels)
    nasi (goreng): VL: naa·zi; NL: na·si
    Nobelprijs: VL: No·bel.prijs; NL: No.bèl·prijs
    nostalgie: VL: nos·tal·gie (fonetisch); NL: nos·tal·zjie/nos·tal·sjie (Frans)
    omwenteling: VL: om·wen·te·ling; NL: om·wen·te·ling
    parameter: VL: pa·ra·mee·ter; NL: pa·raa·m?·ter
    parfum: VL: par·fui (Frans, de ‘ui’ is nasaal); NL: par·fum (fonetisch)
    passagier: VL: pas·sa·gier (fonetisch); NL: pas·sa·zjier/pas·sa·sjier
    per: VL: ‘per’ als ‘der’; NL: ‘per’ als ‘ver’
    percent: VL: per·cent (‘per’ als ‘der’); NL: per·cent (‘per’ als ‘ver’)
    per se: VL: per see (‘per’ als ‘der’); NL: pèr see (Latijn, ‘pèr’ als ‘ver’)
    pistolet: VL: pis·to·lee; NL: pis·to·lèt
    pyjama: VL: pi·zja·ma; NL: pie·jaa·maa
    record: VL: re·kort (fonetisch); NL: ree·koor (Frans)
    reünie: VL: ree·ju·nie; NL: ree·u·nie (Franse klemtoon)
    rondpunt: VL: rond·punt; NL: rond·punt
    Roodkapje: VL: rood·kap·je; NL: rood·kap·je
    sceptisch: VL: sep·ties; NL: skep·ties
    Sneeuwwitje: VL: sneeuw·wi·tje; NL: sneeuw·wit·je
    steak: VL: stek/stik (Frans); NL: steek (Engels)
    super, hyper: VL én NL: su·per, hy·per; VL media: sup·per, hip·per
    tabak: VL: ta·bak (zie ook toebak); NL: ta·bak (Frans)
    Tenerife: VL: ·ne·rif ; NL: tee·nee·rie·fee
    tenzij: VL: ten·zij (‘e’ als in ‘der’, komt van "’t en zij’); NL: ten·zij, ten·zij (‘e’ in beide varianten als in ‘bed’)
    terras: VL: tèr·ras; NL: te ras
    ticket: VL: tie·kèt (Frans); NL: tik·ket (Engels)
    trainen: VL: trei·nen; NL: treej·nen (Engels)
    vanille: VL: va·nie·le (fonetisch); NL: va·nie·je (Frans)
    verkoop: VL: ver·koop; NL: vér·koop (tegen alle regels in)
    wodka: VL: vod·ka (Slavisch, de ‘d’ is eerder stemhebbend); NL: wot·kaa (de ‘t’ is stemloos)
    yoghurt: VL: joe·choert (soms joe·goert; ± Turks); NL: jo·chert, jo·ggert (fonetisch)

    woorden op —ist/—isme: VL: —ist/—isme (‘i’ als in ‘fiets’); NL: —?st/—?sme (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —tie: VL: —sie; NL: —tsie
    woorden op —tje/—dje: VL: —tje (de t- en j-klanken komen samen zoals in ‘checken’); NL: —t·je (de t- en j-klanken worden apart uitgesproken)
    woorden met —ci— of —ti— (bv. ‘officieel’, ‘politioneel’): VL: —s·j— (de s- en j-klanken worden apart uitgesproken); NL: —sj—, —tsj— (de s- en j-klanken komen samen zoals in ‘sjaal’ of ‘checken’)
    woorden met dis—: VL: dis— (‘i’ als in ‘fiets’); NL: d?s— (‘i’ als in ‘dik’)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 03 May 2019 16:08
    114 reactie(s)

    Versie 58

    Vlaamse uitspraak
    (uitspraakvarianten)

    Heel wat woorden worden in VL anders uitgesproken dan in NL. Dan gaat het niet zozeer over regelgebonden uitspraken zoals de zachte g, maar over woorden zoals pyjama dat in VL als pie-zja-ma en in NL als pie-jaa-maa uitgesproken wordt. Of over klemtonen zoals bij burgemeester waarbij in VL het accent op de eerste lettergreep valt en in NL op de derde. Bij leenwoorden hanteert men in NL zeer dikwijls een nabootsing volgens de Nederlandse klankwetten van de klanken in de oorspronkelijke taal (meestal Engels of Frans), terwijl de uitspraak in VL vervlaamst wordt. Soms wordt in VL een Franse uitspraak gehanteerd, dan volgt de uitspraak in NL meestal het Engels.

    Voor Engelse leenwoorden met korte a is er een afzonderlijk lemma waar deze gevallen ondergebracht kunnen worden.

    Het spijtige is dat de VL media voor deze woorden de NL uitspraak gebruiken ondanks dat de VL uitspraak in VL zeer algemeen is. Dit is een aanfluiting van de V die voor Vlaams staat in o.a. vrt en VTM.

    alfabetische lijst:

    ‘s anderendaags: VL: san·dren·da(a)gs; NL: san·de·ren·daags
    Afrika: VL: a·fri·ka; NL: aa·fri·kaa
    Amerika: VL: a·mee·ri·ka; NL: a·mee·ri·kaa
    Antarctica (idem Arctica): an·tarc·ti·ca; NL: an·tarc·ti·caa
    asfalt: VL: as·falt; NL: as·falt
    bijna: VL: bij·na(a)/be·na(a) (zie ook bekan); NL: bij·naa
    bikini: VL: bi·ki·ni; NL: bi·ki·ni
    burgemeester: VL: bur·ge·mees·ter; NL: bur·ge·mees·ter
    cacao: VL: ca·ca·oo; NL: ca·caa·oo
    carnaval: VL: kar·na·val (Frans); NL: kar·na·val (Engels)
    cichorei: VL: sjie·ko·rei; NL: sie·cho·rei (± fonetisch)
    conciërge: VL: kon·s·jer·zje (± Frans); NL: kon·zjer·zje
    coup: VL: koe (Frans); NL: koep (± fonetisch)
    detective: VL: de·tek·tie·ve/de·dek·tie·ve (fonetisch); NL: die·tek·tif (Engels)
    Doornroosje: VL: doo·rn·roo·sje; NL: doo·rn·roo·sje
    dossier: VL: dos·sier (fonetisch); NL: do·sjee (Frans)
    elixir: VL: ee·liek·sier/ee·lieg·zier (Arabisch, ’g’ uitgesproken als in het Engelse ‘good’); NL: ee·lik·ser (‘lik’ uitgesproken als ‘dik’)
    energie: VL: e·ner·gie (fonetisch); NL: e·ner·zjie/e·ner·sjie (Frans)
    essay: VL: es· (Frans); NL: es·seej/es·seej (Engels)
    Europa: VL: eu·roo·pa; NL: eu·roo·paa
    flirten: VL: flir·ten (fonetisch); NL: fleur·ten (Engels)
    garantie: VL: ga·ran·tie (Frans; ook ga·ran·sie); NL: ga·ran·tsie
    gelijkvloers: VL: ge·lijk·vloers; NL: ge·lijk·vloers
    Gerard: VL: zjee·raar (Frans); NL: gee·rart (fonetisch)
    gilet: VL: zjie·lee; NL: zjie·lèt
    hifi: VL: haai·fi (Brits Engels); NL: haai·faai (Amerikaans Engels)
    hostess: VL: hos·tès; NL: hos·tes (Engels)
    hygiëne: VL: hy·gjee·ne; NL: hy·gjèè·ne (Frans)
    intrige: VL: in·trie·ge (fonetisch); NL: in·trie·zje/in·trie·sje (hypercorrecte uitspraak van intrige met /ž/ -Frans intrigue)
    Israël: VL: ies·ra·jel (‘i’ als in ‘kiwi’); NL: is·ra·‘el (‘i’ als in ‘dik’)
    jacuzzi: dja·koe·zi/zja·koe·zi; NL: ja·koe·zi
    jenever: VL: zje·nee·ver; NL: je·nee·ver (fonetisch)
    Jos: VL: zjos; NL: jos
    Koran: VL: koo·ran; NL: ko·raan
    lavabo: VL: la·va·boo; NL: la·vaa·boo/la·vaa·boo
    mammoet: VL: mam·moet; NL: mam·moet
    meteen: VL en NL: mè·teen (‘mè’ als in ‘bed’); VL media: me·teen (‘me’ als in ‘der’)
    Monaco: VL: Mo·na·coo; NL: Moo·naa·coo
    monopoly: VL: mo·no·poo·ly; NL: mo·noo·pe·ly (Engels)
    nasi (goreng): VL: naa·zi; NL: na·si
    Nobelprijs: VL: No·bel.prijs; NL: No.bèl·prijs
    nostalgie: VL: nos·tal·gie (fonetisch); NL: nos·tal·zjie/nos·tal·sjie (Frans)
    omwenteling: VL: om·wen·te·ling; NL: om·wen·te·ling
    parameter: VL: pa·ra·mee·ter; NL: pa·raa·m?·ter
    parfum: VL: par·fui (Frans, de ‘ui’ is nasaal); NL: par·fum (fonetisch)
    passagier: VL: pas·sa·gier (fonetisch); NL: pas·sa·zjier/pas·sa·sjier
    per: VL: ‘per’ als ‘der’; NL: ‘per’ als ‘ver’
    percent: VL: per·cent (‘per’ als ‘der’); NL: per·cent (‘per’ als ‘ver’)
    per se: VL: per see (‘per’ als ‘der’); NL: pèr see (Latijn, ‘pèr’ als ‘ver’)
    pistolet: VL: pis·to·lee; NL: pis·to·lèt
    pyjama: VL: pi·zja·ma; NL: pie·jaa·maa
    record: VL: re·kort (fonetisch); NL: ree·koor (Frans)
    reünie: VL: ree·ju·nie; NL: ree·u·nie (Franse klemtoon)
    rondpunt: VL: rond·punt; NL: rond·punt
    Roodkapje: VL: rood·kap·je; NL: rood·kap·je
    sceptisch: VL: sep·ties; NL: skep·ties
    Sneeuwwitje: VL: sneeuw·wi·tje; NL: sneeuw·wit·je
    steak: VL: stek/stik (Frans); NL: steek (Engels)
    super, hyper: VL én NL: su·per, hy·per; VL media: sup·per, hip·per
    tabak: VL: ta·bak (zie ook toebak); NL: ta·bak (Frans)
    Tenerife: VL: ·ne·rif ; NL: tee·nee·rie·fee
    tenzij: VL: ten·zij (‘e’ als in ‘der’, komt van "’t en zij’); NL: ten·zij, ten·zij (‘e’ in beide varianten als in ‘bed’)
    terras: VL: tèr·ras; NL: te ras
    ticket: VL: tie·kèt (Frans); NL: tik·ket (Engels)
    trainen: VL: trei·nen; NL: treej·nen (Engels)
    vanille: VL: va·nie·le (fonetisch); NL: va·nie·je (Frans)
    verkoop: VL: ver·koop; NL: vér·koop (tegen alle regels in)
    wodka: VL: vod·ka (Slavisch, de ‘d’ is eerder stemhebbend); NL: wot·kaa (de ‘t’ is stemloos)
    yoghurt: VL: joe·choert (soms joe·goert; ± Turks); NL: jo·chert, jo·ggert (fonetisch)

    woorden op —ist/—isme: VL: —ist/—isme (‘i’ als in ‘fiets’); NL: —?st/—?sme (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —tie: VL: —sie; NL: —tsie
    woorden op —tje/—dje: VL: —tje (de t- en j-klanken komen samen zoals in ‘checken’); NL: —t·je (de t- en j-klanken worden apart uitgesproken)
    woorden met —ci— of —ti— (bv. ‘officieel’, ‘politioneel’): VL: —s·j— (de s- en j-klanken worden apart uitgesproken); NL: —sj—, —tsj— (de s- en j-klanken komen samen zoals in ‘sjaal’ of ‘checken’)
    woorden met dis-: VL: dis- (‘i’ als in ‘fiets’); NL: d?s- (‘i’ als in ‘dik’)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 03 May 2019 16:04
    114 reactie(s)

    Versie 57

    Vlaamse uitspraak
    (uitspraakvarianten)

    Heel wat woorden worden in VL anders uitgesproken dan in NL. Dan gaat het niet zozeer over regelgebonden uitspraken zoals de zachte g, maar over woorden zoals pyjama dat in VL als pie-zja-ma en in NL als pie-jaa-maa uitgesproken wordt. Of over klemtonen zoals bij burgemeester waarbij in VL het accent op de eerste lettergreep valt en in NL op de derde. Bij leenwoorden hanteert men in NL zeer dikwijls een nabootsing volgens de Nederlandse klankwetten van de klanken in de oorspronkelijke taal (meestal Engels of Frans), terwijl de uitspraak in VL vervlaamst wordt. Soms wordt in VL een Franse uitspraak gehanteerd, dan volgt de uitspraak in NL meestal het Engels.

    Voor Engelse leenwoorden met korte a is er een afzonderlijk lemma waar deze gevallen ondergebracht kunnen worden.

    Het spijtige is dat de VL media voor deze woorden de NL uitspraak gebruiken ondanks dat de VL uitspraak in VL zeer algemeen is. Dit is een aanfluiting van de V die voor Vlaams staat in o.a. vrt en VTM.

    alfabetische lijst:

    ‘s anderendaags: VL: san·dren·da(a)gs; NL: san·de·ren·daags
    Afrika: VL: a·fri·ka; NL: aa·fri·kaa
    Amerika: VL: a·mee·ri·ka; NL: a·mee·ri·kaa
    Antarctica (idem Arctica): an·tarc·ti·ca; NL: an·tarc·ti·caa
    asfalt: VL: as·falt; NL: as·falt
    bijna: VL: bij·na(a)/be·na(a) (zie ook bekan); NL: bij·naa
    bikini: VL: bi·ki·ni; NL: bi·ki·ni
    burgemeester: VL: bur·ge·mees·ter; NL: bur·ge·mees·ter
    cacao: VL: ca·ca·oo; NL: ca·caa·oo
    carnaval: VL: kar·na·val (Frans); NL: kar·na·val (Engels)
    cichorei: VL: sjie·ko·rei; NL: sie·cho·rei (± fonetisch)
    conciërge: VL: kon·s·jer·zje (± Frans); NL: kon·zjer·zje
    coup: VL: koe (Frans); NL: koep (± fonetisch)
    detective: VL: de·tek·tie·ve/de·dek·tie·ve (fonetisch); NL: die·tek·tif (Engels)
    Doornroosje: VL: doo·rn·roo·sje; NL: doo·rn·roo·sje
    dossier: VL: dos·sier (fonetisch); NL: do·sjee (Frans)
    elixir: VL: ee·liek·sier/ee·lieg·zier (Arabisch, ’g’ uitgesproken als in het Engelse ‘good’); NL: ee·lik·ser (‘lik’ uitgesproken als ‘dik’)
    energie: VL: e·ner·gie (fonetisch); NL: e·ner·zjie/e·ner·sjie (Frans)
    essay: VL: es· (Frans); NL: es·seej/es·seej (Engels)
    Europa: VL: eu·roo·pa; NL: eu·roo·paa
    flirten: VL: flir·ten (fonetisch); NL: fleur·ten (Engels)
    garantie: VL: ga·ran·tie (Frans; ook ga·ran·sie); NL: ga·ran·tsie
    gelijkvloers: VL: ge·lijk·vloers; NL: ge·lijk·vloers
    Gerard: VL: zjee·raar (Frans); NL: gee·rart (fonetisch)
    gilet: VL: zjie·lee; NL: zjie·lèt
    hifi: VL: haai·fi (Brits Engels); NL: haai·faai (Amerikaans Engels)
    hostess: VL: hos·tès; NL: hos·tes (Engels)
    hygiëne: VL: hy·gjee·ne; NL: hy·gjèè·ne (Frans)
    intrige: VL: in·trie·ge (fonetisch); NL: in·trie·zje/in·trie·sje (hypercorrecte uitspraak van intrige met /ž/ -Frans intrigue)
    Israël: VL: ies·ra·jel (‘i’ als in ‘kiwi’); NL: is·ra·‘el (‘i’ als in ‘dik’)
    jacuzzi: dja·koe·zi/zja·koe·zi; NL: ja·koe·zi
    jenever: VL: zje·nee·ver; NL: je·nee·ver (fonetisch)
    Jos: VL: zjos; NL: jos
    Koran: VL: koo·ran; NL: ko·raan
    lavabo: VL: la·va·boo; NL: la·vaa·boo/la·vaa·boo
    mammoet: VL: mam·moet; NL: mam·moet
    meteen: VL en NL: mè·teen (‘mè’ als in ‘bed’); VL media: me·teen (‘me’ als in ‘der’)
    Monaco: VL: Mo·na·coo; NL: Moo·naa·coo
    monopoly: VL: mo·no·poo·ly; NL: mo·noo·pe·ly (Engels)
    nasi (goreng): VL: naa·zi; NL: na·si
    Nobelprijs: VL: No·bel.prijs; NL: No.bèl·prijs
    nostalgie: VL: nos·tal·gie (fonetisch); NL: nos·tal·zjie/nos·tal·sjie (Frans)
    omwenteling: VL: om·wen·te·ling; NL: om·wen·te·ling
    parameter: VL: pa·ra·mee·ter; NL: pa·raa·m?·ter
    parfum: VL: par·fui (Frans, de ‘ui’ is nasaal); NL: par·fum (fonetisch)
    passagier: VL: pas·sa·gier (fonetisch); NL: pas·sa·zjier/pas·sa·sjier
    per: VL: ‘per’ als ‘der’; NL: ‘per’ als ‘ver’
    percent: VL: per·cent (‘per’ als ‘der’); NL: per·cent (‘per’ als ‘ver’)
    per se: VL: per see (‘per’ als ‘der’); NL: pèr see (Latijn, ‘pèr’ als ‘ver’)
    pistolet: VL: pis·to·lee; NL: pis·to·lèt
    pyjama: VL: pi·zja·ma; NL: pie·jaa·maa
    record: VL: re·kort (fonetisch); NL: ree·koor (Frans)
    reünie: VL: ree·ju·nie; NL: ree·u·nie (Franse klemtoon)
    rondpunt: VL: rond·punt; NL: rond·punt
    Roodkapje: VL: rood·kap·je; NL: rood·kap·je
    sceptisch: VL: sep·ties; NL: skep·ties
    Sneeuwwitje: VL: sneeuw·wi·tje; NL: sneeuw·wit·je
    steak: VL: stek/stik (Frans); NL: steek (Engels)
    super, hyper: VL én NL: su·per, hy·per; VL media: sup·per, hip·per
    tabak: VL: ta·bak (zie ook toebak); NL: ta·bak (Frans)
    Tenerife: VL: ·ne·rif ; NL: tee·nee·rie·fee
    tenzij: VL: ten·zij (‘e’ als in ‘der’, komt van "’t en zij’); NL: ten·zij, ten·zij (‘e’ in beide varianten als in ‘bed’)
    terras: VL: tèr·ras; NL: te ras
    ticket: VL: tie·kèt (Frans); NL: tik·ket (Engels)
    trainen: VL: trei·nen; NL: treej·nen (Engels)
    vanille: VL: va·nie·le (fonetisch); NL: va·nie·je (Frans)
    verkoop: VL: ver·koop; NL: vér·koop (tegen alle regels in)
    wodka: VL: vod·ka (Slavisch, de ‘d’ is eerder stemhebbend); NL: wot·kaa (de ‘t’ is stemloos)
    yoghurt: VL: joe·choert (soms joe·goert; ± Turks); NL: jo·chert, jo·ggert (fonetisch)

    woorden op —ist/—isme: VL: —ist/—isme (‘i’ als in ‘fiets’); NL: —?st/—?sme (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —tie: VL: —sie; NL: —tsie
    woorden op —tje/—dje: VL: —tje (de t- en j-klanken komen samen zoals in ‘checken’); NL: —t·je (de t- en j-klanken worden apart uitgesproken)
    woorden met —ci— of —ti— (bv. ‘officieel’, ‘politioneel’): VL: —s·j— (de s- en j-klanken worden apart uitgesproken); NL: —sj—, —tsj— (de s- en j-klanken komen samen zoals in ‘sjaal’ of ‘checken’)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 28 Apr 2019 22:52
    114 reactie(s)

    Versie 56

    Vlaamse uitspraak
    (uitspraakvarianten)

    Heel wat woorden worden in VL anders uitgesproken dan in NL. Dan gaat het niet zozeer over regelgebonden uitspraken zoals de zachte g, maar over woorden zoals pyjama dat in VL als pie-zja-ma en in NL als pie-jaa-maa uitgesproken wordt. Of over klemtonen zoals bij burgemeester waarbij in VL het accent op de eerste lettergreep valt en in NL op de derde. Bij leenwoorden hanteert men in NL zeer dikwijls een nabootsing volgens de Nederlandse klankwetten van de klanken in de oorspronkelijke taal (meestal Engels of Frans), terwijl de uitspraak in VL vervlaamst wordt. Soms wordt in VL een Franse uitspraak gehanteerd, dan volgt de uitspraak in NL meestal het Engels.

    Voor Engelse leenwoorden met korte a is er een afzonderlijk lemma waar deze gevallen ondergebracht kunnen worden.

    Het spijtige is dat de VL media voor deze woorden de NL uitspraak gebruiken ondanks dat de VL uitspraak in VL zeer algemeen is. Dit is een aanfluiting van de V die voor Vlaams staat in o.a. vrt en VTM.

    alfabetische lijst:

    ‘s anderendaags: VL: san·dren·da(a)gs; NL: san·de·ren·daags
    Afrika: VL: a·fri·ka; NL: aa·fri·kaa
    Amerika: VL: a·mee·ri·ka; NL: a·mee·ri·kaa
    Antarctica (idem Arctica): an·tarc·ti·ca; NL: an·tarc·ti·caa
    asfalt: VL: as·falt; NL: as·falt
    bijna: VL: bij·na(a)/be·na(a) (zie ook bekan); NL: bij·naa
    bikini: VL: bi·ki·ni; NL: bi·ki·ni
    burgemeester: VL: bur·ge·mees·ter; NL: bur·ge·mees·ter
    cacao: VL: ca·ca·oo; NL: ca·caa·oo
    carnaval: VL: kar·na·val (Frans); NL: kar·na·val (Engels)
    cichorei: VL: sjie·ko·rei; NL: sie·cho·rei (± fonetisch)
    conciërge: VL: kon·s·jer·zje (± Frans); NL: kon·zjer·zje
    coup: VL: koe (Frans); NL: koep (± fonetisch)
    detective: VL: de·tek·tie·ve/de·dek·tie·ve (fonetisch); NL: die·tek·tif (Engels)
    Doornroosje: VL: doo·rn·roo·sje; NL: doo·rn·roo·sje
    dossier: VL: dos·sier (fonetisch); NL: do·sjee (Frans)
    elixir: VL: ee·liek·sier/ee·lieg·zier (Arabisch, ’g’ uitgesproken als in het Engelse ‘good’); NL: ee·lik·ser (‘lik’ uitgesproken als ‘dik’)
    energie: VL: e·ner·gie (fonetisch); NL: e·ner·zjie/e·ner·sjie (Frans)
    essay: VL: es· (Frans); NL: es·seej/es·seej (Engels)
    Europa: VL: eu·roo·pa; NL: eu·roo·paa
    flirten: VL: flir·ten (fonetisch); NL: fleur·ten (Engels)
    garantie: VL: ga·ran·tie (Frans; ook ga·ran·sie); NL: ga·ran·tsie
    gelijkvloers: VL: ge·lijk·vloers; NL: ge·lijk·vloers
    Gerard: VL: zjee·raar (Frans); NL: gee·rart (fonetisch)
    gilet: VL: zjie·lee; NL: zjie·lèt
    hifi: VL: haai·fi (Brits Engels); NL: haai·faai (Amerikaans Engels)
    hostess: VL: hos·tès; NL: hos·tes (Engels)
    hygiëne: VL: hy·gjee·ne; NL: hy·gjèè·ne (Frans)
    intrige: VL: in·trie·ge (fonetisch); NL: in·trie·zje/in·trie·sje (hypercorrecte uitspraak van intrige met /ž/ -Frans intrigue)
    Israël: VL: ies·ra·jel (‘i’ als in ‘kiwi’); NL: is·ra·‘el (‘i’ als in ‘dik’)
    jacuzzi: dja·koe·zi/zja·koe·zi; NL: ja·koe·zi
    jenever: VL: zje·nee·ver; NL: je·nee·ver (fonetisch)
    Jos: VL: zjos; NL: jos
    Koran: VL: koo·ran; NL: ko·raan
    lavabo: VL: la·va·boo; NL: la·vaa·boo/la·vaa·boo
    mammoet: VL: mam·moet; NL: mam·moet
    meteen: VL en NL: mè·teen (‘mè’ als in ‘bed’); VL media: me·teen (‘me’ als in ‘der’)
    Monaco: VL: Mo·na·coo; NL: Moo·naa·coo
    monopoly: VL: mo·no·poo·ly; NL: mo·noo·pe·ly (Engels)
    nasi (goreng): VL: naa·zi; NL: na·si
    Nobelprijs: VL: No·bel.prijs; NL: No.bèl·prijs
    nostalgie: VL: nos·tal·gie (fonetisch); NL: nos·tal·zjie/nos·tal·sjie (Frans)
    omwenteling: VL: om·wen·te·ling; NL: om·wen·te·ling
    parameter: VL: pa·ra·mee·ter; NL: pa·raa·m?·ter
    parfum: VL: par·fui (Frans, de ‘ui’ is nasaal); NL: par·fum (fonetisch)
    passagier: VL: pas·sa·gier (fonetisch); NL: pas·sa·zjier/pas·sa·sjier
    per se: VL: per see (‘per’ als ‘der’); NL: pèr see (Latijn, ‘pèr’ als ‘ver’)
    pistolet: VL: pis·to·lee; NL: pis·to·lèt
    pyjama: VL: pi·zja·ma; NL: pie·jaa·maa
    record: VL: re·kort (fonetisch); NL: ree·koor (Frans)
    reünie: VL: ree·ju·nie; NL: ree·u·nie (Franse klemtoon)
    rondpunt: VL: rond·punt; NL: rond·punt
    Roodkapje: VL: rood·kap·je; NL: rood·kap·je
    sceptisch: VL: sep·ties; NL: skep·ties
    Sneeuwwitje: VL: sneeuw·wi·tje; NL: sneeuw·wit·je
    steak: VL: stek/stik (Frans); NL: steek (Engels)
    super, hyper: VL én NL: su·per, hy·per; VL media: sup·per, hip·per
    tabak: VL: ta·bak (zie ook toebak); NL: ta·bak (Frans)
    Tenerife: VL: ·ne·rif ; NL: tee·nee·rie·fee
    tenzij: VL: ten·zij (‘e’ als in ‘der’, komt van "’t en zij’); NL: ten·zij, ten·zij (‘e’ in beide varianten als in ‘bed’)
    terras: VL: tèr·ras; NL: te ras
    ticket: VL: tie·kèt (Frans); NL: tik·ket (Engels)
    trainen: VL: trei·nen; NL: treej·nen (Engels)
    vanille: VL: va·nie·le (fonetisch); NL: va·nie·je (Frans)
    verkoop: VL: ver·koop; NL: vér·koop (tegen alle regels in)
    wodka: VL: vod·ka (Slavisch, de ‘d’ is eerder stemhebbend); NL: wot·kaa (de ‘t’ is stemloos)
    yoghurt: VL: joe·choert (soms joe·goert; ± Turks); NL: jo·chert, jo·ggert (fonetisch)

    woorden op —ist/—isme: VL: —ist/—isme (‘i’ als in ‘fiets’); NL: —?st/—?sme (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —tie: VL: —sie; NL: —tsie
    woorden op —tje/—dje: VL: —tje (de t- en j-klanken komen samen zoals in ‘checken’); NL: —t·je (de t- en j-klanken worden apart uitgesproken)
    woorden met —ci— of —ti— (bv. ‘officieel’, ‘politioneel’): VL: —s·j— (de s- en j-klanken worden apart uitgesproken); NL: —sj—, —tsj— (de s- en j-klanken komen samen zoals in ‘sjaal’ of ‘checken’)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 27 Apr 2019 15:59
    114 reactie(s)

    Versie 55

    Vlaamse uitspraak
    (uitspraakvarianten)

    Heel wat woorden worden in VL anders uitgesproken dan in NL. Dan gaat het niet zozeer over regelgebonden uitspraken zoals de zachte g, maar over woorden zoals pyjama dat in VL als pie-zja-ma en in NL als pie-jaa-maa uitgesproken wordt. Of over klemtonen zoals bij burgemeester waarbij in VL het accent op de eerste lettergreep valt en in NL op de derde. Bij leenwoorden hanteert men in NL zeer dikwijls een nabootsing volgens de Nederlandse klankwetten van de klanken in de oorspronkelijke taal (meestal Engels of Frans), terwijl de uitspraak in VL vervlaamst wordt. Soms wordt in VL een Franse uitspraak gehanteerd, dan volgt de uitspraak in NL meestal het Engels.

    Voor Engelse leenwoorden met korte a is er een afzonderlijk lemma waar deze gevallen ondergebracht kunnen worden.

    Het spijtige is dat de VL media voor deze woorden de NL uitspraak gebruiken ondanks dat de VL uitspraak in VL zeer algemeen is. Dit is een aanfluiting van de V die voor Vlaams staat in o.a. vrt en VTM.

    alfabetische lijst:

    ‘s anderendaags: VL: san·dren·da(a)gs; NL: san·de·ren·daags
    Afrika: VL: a·fri·ka; NL: aa·fri·kaa
    Amerika: VL: a·mee·ri·ka; NL: a·mee·ri·kaa
    Antarctica (idem Arctica): an·tarc·ti·ca; NL: an·tarc·ti·caa
    asfalt: VL: as·falt; NL: as·falt
    bijna: VL: bij·na(a)/be·na(a) (zie ook bekan); NL: bij·naa
    bikini: VL: bi·ki·ni; NL: bi·ki·ni
    burgemeester: VL: bur·ge·mees·ter; NL: bur·ge·mees·ter
    cacao: VL: ca·ca·oo; NL: ca·caa·oo
    carnaval: VL: kar·na·val (Frans); NL: kar·na·val (Engels)
    cichorei: VL: sjie·ko·rei; NL: sie·cho·rei (± fonetisch)
    conciërge: VL: kon·s·jer·zje (± Frans); NL: kon·zjer·zje
    coup: VL: koe (Frans); NL: koep (± fonetisch)
    detective: VL: de·tek·tie·ve/de·dek·tie·ve (fonetisch); NL: die·tek·tif (Engels)
    Doornroosje: VL: doo·rn·roo·sje; NL: doo·rn·roo·sje
    dossier: VL: dos·sier (fonetisch); NL: do·sjee (Frans)
    elixir: VL: ee·liek·sier/ee·lieg·zier (Arabisch, ’g’ uitgesproken als in het Engelse ‘good’); NL: ee·lik·ser (‘lik’ uitgesproken als ‘dik’)
    energie: VL: e·ner·gie (fonetisch); NL: e·ner·zjie/e·ner·sjie (Frans)
    essay: VL: es· (Frans); NL: es·seej/es·seej (Engels)
    Europa: VL: eu·roo·pa; NL: eu·roo·paa
    flirten: VL: flir·ten (fonetisch); NL: fleur·ten (Engels)
    garantie: VL: ga·ran·tie (Frans; ook ga·ran·sie); NL: ga·ran·tsie
    gelijkvloers: VL: ge·lijk·vloers; NL: ge·lijk·vloers
    Gerard: VL: zjee·raar (Frans); NL: gee·rart (fonetisch)
    gilet: VL: zjie·lee; NL: zjie·lèt
    hifi: VL: haai·fi (Brits Engels); NL: haai·faai (Amerikaans Engels)
    hostess: VL: hos·tès; NL: hos·tes (Engels)
    hygiëne: VL: hy·gjee·ne; NL: hy·gjèè·ne (Frans)
    intrige: VL: in·trie·ge (fonetisch); NL: in·trie·zje/in·trie·sje (hypercorrecte uitspraak van intrige met /ž/ -Frans intrigue)
    Israël: VL: ies·ra·jel (‘i’ als in ‘kiwi’); NL: is·ra·‘el (‘i’ als in ‘dik’)
    jacuzzi: dja·koe·zi/zja·koe·zi; NL: ja·koe·zi
    jenever: VL: zje·nee·ver; NL: je·nee·ver (fonetisch)
    Jos: VL: zjos; NL: jos
    Koran: VL: koo·ran; NL: ko·raan
    lavabo: VL: la·va·boo; NL: la·vaa·boo/la·vaa·boo
    mammoet: VL: mam·moet; NL: mam·moet
    meteen: VL en NL: mè·teen (‘mè’ als in ‘bed’); VL media: me·teen (‘me’ als in ‘der’)
    Monaco: VL: Mo·na·coo; NL: Moo·naa·coo
    monopoly: VL: mo·no·poo·ly; NL: mo·noo·pe·ly (Engels)
    nasi (goreng): VL: naa·zi; NL: na·si
    Nobelprijs: VL: No·bel.prijs; NL: No.bèl·prijs
    nostalgie: VL: nos·tal·gie (fonetisch); NL: nos·tal·zjie/nos·tal·sjie (Frans)
    omwenteling: VL: om·wen·te·ling; NL: om·wen·te·ling
    parameter: VL: pa·ra·mee·ter; NL: pa·raa·m?·ter
    parfum: VL: par·fui (Frans, de ‘ui’ is nasaal); NL: par·fum (fonetisch)
    passagier: VL: pas·sa·gier (fonetisch); NL: pas·sa·zjier/pas·sa·sjier
    per se: VL: per see (‘per’ als ‘der’); NL: pèr see (Latijn, ‘pèr’ als ‘ver’)
    pistolet: VL: pis·to·lee; NL: pis·to·lèt
    pyjama: VL: pi·zja·ma; NL: pie·jaa·maa
    record: VL: re·kort (fonetisch); NL: ree·koor (Frans)
    reünie: VL: ree·ju·nie; NL: ree·u·nie (Franse klemtoon)
    rondpunt: VL: rond·punt; NL: rond·punt
    Roodkapje: VL: rood·kap·je; NL: rood·kap·je
    sceptisch: VL: sep·ties; NL: skep·ties
    Sneeuwwitje: VL: sneeuw·wi·tje; NL: sneeuw·wit·je
    steak: VL: stek/stik (Frans); NL: steek (Engels)
    super, hyper: VL én NL: su·per, hy·per; VL media: sup·per, hip·per
    tabak: VL: ta·bak (zie ook toebak); NL: ta·bak (Frans)
    Tenerife: VL: ·ne·rif ; NL: tee·nee·rie·fee
    tenzij: VL: ten·zij (‘e’ als in ‘der’, komt van "’t en zij’); NL: ten·zij, ten·zij (‘e’ in beide varianten als in ‘bed’)
    terras: VL: tèr·ras; NL: te ras
    ticket: VL: tie·kèt (Frans); NL: tik·ket (Engels)
    trainen: VL: trei·nen; NL: treej·nen (Engels)
    vanille: VL: va·nie·le (fonetisch); NL: va·nie·je (Frans)
    verkoop: VL: ver·koop; NL: vér·koop (tegen alle regels in)
    wodka: VL: vod·ka (Slavisch, de ‘d’ is eerder stemhebbend); NL: wot·kaa (de ‘t’ is stemloos)
    yoghurt: VL: joe·choert (soms joe·goert; ± Turks); NL: jo·chert, jo·ggert (fonetisch)

    woorden op —ist/—isme: VL: —ist/—isme (‘i’ als in ‘fiets’); NL: —?st/—?sme (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —tie: VL: —sie; NL: —tsie
    woorden op —tje/—dje: VL: —tje (de t- en j-klanken komen samen zoals in ‘checken’); NL: —t·je (de t- en j-klanken worden apart uitgesproken)
    woorden met —ci— of —ti— (bv. ‘officieel’, ‘politioneel’): VL: —s·j— (de s- en j-klanken worden apart uitgesproken); NL: —sj—, —tsj— (de s- en j-klanken komen samen zoals in ‘sjaal’ of ‘checken’)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 27 Apr 2019 15:58
    114 reactie(s)

    Versie 54

    Vlaamse uitspraak
    (uitspraakvarianten)

    Heel wat woorden worden in VL anders uitgesproken dan in NL. Dan gaat het niet zozeer over regelgebonden uitspraken zoals de zachte g, maar over woorden zoals pyjama dat in VL als pie-zja-ma en in NL als pie-jaa-maa uitgesproken wordt. Of over klemtonen zoals bij burgemeester waarbij in VL het accent op de eerste lettergreep valt en in NL op de derde. Bij leenwoorden hanteert men in NL zeer dikwijls een nabootsing volgens de Nederlandse klankwetten van de klanken in de oorspronkelijke taal (meestal Engels of Frans), terwijl de uitspraak in VL vervlaamst wordt. Soms wordt in VL een Franse uitspraak gehanteerd, dan volgt de uitspraak in NL meestal het Engels.

    Voor Engelse leenwoorden met korte a is er een afzonderlijk lemma waar deze gevallen ondergebracht kunnen worden.

    Het spijtige is dat de VL media voor deze woorden de NL uitspraak gebruiken ondanks dat de VL uitspraak in VL zeer algemeen is. Dit is een aanfluiting van de V die voor Vlaams staat in o.a. vrt en VTM.

    alfabetische lijst:

    ‘s anderendaags: VL: san·dren·da(a)gs; NL: san·de·ren·daags
    Afrika: VL: a·fri·ka; NL: aa·fri·kaa
    Amerika: VL: a·mee·ri·ka; NL: a·mee·ri·kaa
    Antarctica (idem Arctica): an·tarc·ti·ca; NL: an·tarc·ti·caa
    asfalt: VL: as·falt; NL: as·falt
    bijna: VL: bij·na(a)/be·na(a) (zie ook bekan); NL: bij·naa
    bikini: VL: bi·ki·ni; NL: bi·ki·ni
    burgemeester: VL: bur·ge·mees·ter; NL: bur·ge·mees·ter
    cacao: VL: ca·ca·oo; NL: ca·caa·oo
    carnaval: VL: kar·na·val (Frans); NL: kar·na·val (Engels)
    cichorei: VL: sjie·ko·rei; NL: sie·cho·rei (± fonetisch)
    conciërge: VL: kon·s·jer·zje (± Frans); NL: kon·zjer·zje
    coup: VL: koe (Frans); NL: koep (± fonetisch)
    detective: VL: de·tek·tie·ve/de·dek·tie·ve (fonetisch); NL: die·tek·tif (Engels)
    Doornroosje: VL: doo·rn·roo·sje; NL: doo·rn·roo·sje
    dossier: VL: dos·sier (fonetisch); NL: do·sjee (Frans)
    elixir: VL: ee·liek·sier/ee·lieg·zier (Arabisch, ’g’ uitgesproken als in het Engelse ‘good’); NL: ee·lik·ser (‘lik’ uitgesproken als ‘dik’)
    energie: VL: e·ner·gie (fonetisch); NL: e·ner·zjie/e·ner·sjie (Frans)
    essay: VL: es· (Frans); NL: es·seej/es·seej (Engels)
    Europa: VL: eu·roo·pa; NL: eu·roo·paa
    flirten: VL: flir·ten (fonetisch); NL: fleur·ten (Engels)
    garantie: VL: ga·ran·tie (Frans; ook ga·ran·sie); NL: ga·ran·tsie
    gelijkvloers: VL: ge·lijk·vloers; NL: ge·lijk·vloers
    Gerard: VL: zjee·raar (Frans); NL: gee·rart (fonetisch)
    gilet: VL: zjie·lee; NL: zjie·lèt
    hifi: VL: haai·fi (Brits Engels); NL: haai·faai (Amerikaans Engels)
    hostess: VL: hos·tès; NL: hos·tes (Engels)
    hygiëne: VL: hy·gjee·ne; NL: hy·gjèè·ne (Frans)
    intrige: VL: in·trie·ge (fonetisch); NL: in·trie·zje/in·trie·sje (hypercorrecte uitspraak van intrige met /ž/ -Frans intrigue)
    Israël: VL: ies·ra·jel (‘i’ als in ‘kiwi’); NL: is·ra·‘el (‘i’ als in ‘dik’)
    jacuzzi: dja·koe·zi/zja·koe·zi; NL: ja·koe·zi
    jenever: VL: zje·nee·ver; NL: je·nee·ver (fonetisch)
    Jos: VL: zjos; NL: jos
    Koran: VL: koo·ran; NL: ko·raan
    lavabo: VL: la·va·boo; NL: la·vaa·boo/la·vaa·boo
    mammoet: VL: mam·moet; NL: mam·moet
    Monaco: VL: Mo·na·coo; NL: Moo·naa·coo
    monopoly: VL: mo·no·poo·ly; NL: mo·noo·pe·ly (Engels)
    nasi (goreng): VL: naa·zi; NL: na·si
    Nobelprijs: VL: No·bel.prijs; NL: No.bèl·prijs
    nostalgie: VL: nos·tal·gie (fonetisch); NL: nos·tal·zjie/nos·tal·sjie (Frans)
    omwenteling: VL: om·wen·te·ling; NL: om·wen·te·ling
    parameter: VL: pa·ra·mee·ter; NL: pa·raa·m?·ter
    parfum: VL: par·fui (Frans, de ‘ui’ is nasaal); NL: par·fum (fonetisch)
    passagier: VL: pas·sa·gier (fonetisch); NL: pas·sa·zjier/pas·sa·sjier
    per se: VL: per see (‘per’ als ‘der’); NL: pèr see (Latijn, ‘pèr’ als ‘ver’)
    pistolet: VL: pis·to·lee; NL: pis·to·lèt
    pyjama: VL: pi·zja·ma; NL: pie·jaa·maa
    record: VL: re·kort (fonetisch); NL: ree·koor (Frans)
    reünie: VL: ree·ju·nie; NL: ree·u·nie (Franse klemtoon)
    rondpunt: VL: rond·punt; NL: rond·punt
    Roodkapje: VL: rood·kap·je; NL: rood·kap·je
    sceptisch: VL: sep·ties; NL: skep·ties
    Sneeuwwitje: VL: sneeuw·wi·tje; NL: sneeuw·wit·je
    steak: VL: stek/stik (Frans); NL: steek (Engels)
    super, hyper: VL én NL: su·per, hy·per; VL media: sup·per, hip·per
    tabak: VL: ta·bak (zie ook toebak); NL: ta·bak (Frans)
    Tenerife: VL: ·ne·rif ; NL: tee·nee·rie·fee
    tenzij: VL: ten·zij (‘e’ als in ‘der’, komt van "’t en zij’); NL: ten·zij, ten·zij (‘e’ in beide varianten als in ‘bed’)
    terras: VL: tèr·ras; NL: te ras
    ticket: VL: tie·kèt (Frans); NL: tik·ket (Engels)
    trainen: VL: trei·nen; NL: treej·nen (Engels)
    vanille: VL: va·nie·le (fonetisch); NL: va·nie·je (Frans)
    verkoop: VL: ver·koop; NL: vér·koop (tegen alle regels in)
    wodka: VL: vod·ka (Slavisch, de ‘d’ is eerder stemhebbend); NL: wot·kaa (de ‘t’ is stemloos)
    yoghurt: VL: joe·choert (soms joe·goert; ± Turks); NL: jo·chert, jo·ggert (fonetisch)

    woorden op —ist/—isme: VL: —ist/—isme (‘i’ als in ‘fiets’); NL: —?st/—?sme (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —tie: VL: —sie; NL: —tsie
    woorden op —tje/—dje: VL: —tje (de t- en j-klanken komen samen zoals in ‘checken’); NL: —t·je (de t- en j-klanken worden apart uitgesproken)
    woorden met —ci— of —ti— (bv. ‘officieel’, ‘politioneel’): VL: —s·j— (de s- en j-klanken worden apart uitgesproken); NL: —sj—, —tsj— (de s- en j-klanken komen samen zoals in ‘sjaal’ of ‘checken’)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 27 Apr 2019 15:55
    114 reactie(s)

    Versie 53

    Vlaamse uitspraak
    (uitspraakvarianten)

    Heel wat woorden worden in VL anders uitgesproken dan in NL. Dan gaat het niet zozeer over regelgebonden uitspraken zoals de zachte g, maar over woorden zoals pyjama dat in VL als pie-zja-ma en in NL als pie-jaa-maa uitgesproken wordt. Of over klemtonen zoals bij burgemeester waarbij in VL het accent op de eerste lettergreep valt en in NL op de derde. Bij leenwoorden hanteert men in NL zeer dikwijls een nabootsing volgens de Nederlandse klankwetten van de klanken in de oorspronkelijke taal (meestal Engels of Frans), terwijl de uitspraak in VL vervlaamst wordt. Soms wordt in VL een Franse uitspraak gehanteerd, dan volgt de uitspraak in NL meestal het Engels.

    Voor Engelse leenwoorden met korte a is er een afzonderlijk lemma waar deze gevallen ondergebracht kunnen worden.

    Het spijtige is dat de VL media voor deze woorden de NL uitspraak gebruiken ondanks dat de VL uitspraak in VL zeer algemeen is. Dit is een aanfluiting van de V die voor Vlaams staat in o.a. vrt en VTM.

    alfabetische lijst:

    ‘s anderendaags: VL: san·dren·da(a)gs; NL: san·de·ren·daags
    Afrika: VL: a·fri·ka; NL: aa·fri·kaa
    Amerika: VL: a·mee·ri·ka; NL: a·mee·ri·kaa
    Antarctica (idem Arctica): an·tarc·ti·ca; NL: an·tarc·ti·caa
    asfalt: VL: as·falt; NL: as·falt
    bijna: VL: bij·na(a)/be·na(a) (zie ook bekan); NL: bij·naa
    bikini: VL: bi·ki·ni; NL: bi·ki·ni
    burgemeester: VL: bur·ge·mees·ter; NL: bur·ge·mees·ter
    cacao: VL: ca·ca·oo; NL: ca·caa·oo
    carnaval: VL: kar·na·val (Frans); NL: kar·na·val (Engels)
    cichorei: VL: sjie·ko·rei; NL: sie·cho·rei (± fonetisch)
    conciërge: VL: kon·s·jer·zje (± Frans); NL: kon·zjer·zje
    coup: VL: koe (Frans); NL: koep (± fonetisch)
    detective: VL: de·tek·tie·ve/de·dek·tie·ve (fonetisch); NL: die·tek·tif (Engels)
    Doornroosje: VL: doo·rn·roo·sje; NL: doo·rn·roo·sje
    dossier: VL: dos·sier (fonetisch); NL: do·sjee (Frans)
    elixir: VL: ee·liek·sier/ee·lieg·zier (Arabisch, ’g’ uitgesproken als in het Engelse ‘good’); NL: ee·lik·ser (‘lik’ uitgesproken als ‘dik’)
    energie: VL: e·ner·gie (fonetisch); NL: e·ner·zjie/e·ner·sjie (Frans)
    essay: VL: es· (Frans); NL: es·seej/es·seej (Engels)
    Europa: VL: eu·roo·pa; NL: eu·roo·paa
    flirten: VL: flir·ten (fonetisch); NL: fleur·ten (Engels)
    garantie: VL: ga·ran·tie (Frans; ook ga·ran·sie); NL: ga·ran·tsie
    gelijkvloers: VL: ge·lijk·vloers; NL: ge·lijk·vloers
    Gerard: VL: zjee·raar (Frans); NL: gee·rart (fonetisch)
    gilet: VL: zjie·lee; NL: zjie·lèt
    hifi: VL: haai·fi (Brits Engels); NL: haai·faai (Amerikaans Engels)
    hostess: VL: hos·tès; NL: hos·tes (Engels)
    hygiëne: VL: hy·gjee·ne; NL: hy·gjèè·ne (Frans)
    intrige: VL: in·trie·ge (fonetisch); NL: in·trie·zje/in·trie·sje (hypercorrecte uitspraak van intrige met /ž/ -Frans intrigue)
    Israël: VL: ies·ra·jel (‘i’ als in ‘kiwi’); NL: is·ra·‘el (‘i’ als in ‘dik’)
    jacuzzi: dja·koe·zi/zja·koe·zi; NL: ja·koe·zi
    jenever: VL: zje·nee·ver; NL: je·nee·ver (fonetisch)
    Jos: VL: zjos; NL: jos
    Koran: VL: koo·ran; NL: ko·raan
    lavabo: VL: la·va·boo; NL: la·vaa·boo/la·vaa·boo
    mammoet: VL: mam·moet; NL: mam·moet
    Monaco: VL: Mo·na·coo; NL: Moo·naa·coo
    monopoly: VL: mo·no·poo·ly; NL: mo·noo·pe·ly (Engels)
    nasi (goreng): VL: naa·zi; NL: na·si
    Nobelprijs: VL: No·bel.prijs; NL: No.bèl·prijs
    nostalgie: VL: nos·tal·gie (fonetisch); NL: nos·tal·zjie/nos·tal·sjie (Frans)
    omwenteling: VL: om·wen·te·ling; NL: om·wen·te·ling
    parameter: VL: pa·ra·mee·ter; NL: pa·raa·m?·ter
    parfum: VL: par·fui (Frans, de ‘ui’ is nasaal); NL: par·fum (fonetisch)
    passagier: VL: pas·sa·gier (fonetisch); NL: pas·sa·zjier/pas·sa·sjier
    per se: VL: per see (‘per’ als ‘der’); NL: pèr see (Latijn, ‘pèr’ als ‘ver’)
    pistolet: VL: pis·to·lee; NL: pis·to·lèt
    pyjama: VL: pi·zja·ma; NL: pie·jaa·maa
    record: VL: re·kort (fonetisch); NL: ree·koor (Frans)
    reünie: VL: ree·ju·nie; NL: ree·u·nie (Franse klemtoon)
    rondpunt: VL: rond·punt; NL: rond·punt
    Roodkapje: VL: rood·kap·je; NL: rood·kap·je
    sceptisch: VL: sep·ties; NL: skep·ties
    Sneeuwwitje: VL: sneeuw·wi·tje; NL: sneeuw·wit·je
    steak: VL: stek/stik (Frans); NL: steek (Engels)
    super, hyper: VL én NL: su·per, hy·per; VL media: sup·per, hip·per
    tabak: VL: ta·bak (zie ook toebak); NL: ta·bak (Frans)
    Tenerife: VL: ·ne·rif ; NL: tee·nee·rie·fee
    terras: VL: tèr·ras; NL: te ras
    ticket: VL: tie·kèt (Frans); NL: tik·ket (Engels)
    trainen: VL: trei·nen; NL: treej·nen (Engels)
    vanille: VL: va·nie·le (fonetisch); NL: va·nie·je (Frans)
    verkoop: VL: ver·koop; NL: vér·koop (tegen alle regels in)
    wodka: VL: vod·ka (Slavisch, de ‘d’ is eerder stemhebbend); NL: wot·kaa (de ‘t’ is stemloos)
    yoghurt: VL: joe·choert (soms joe·goert; ± Turks); NL: jo·chert, jo·ggert (fonetisch)

    woorden op —ist/—isme: VL: —ist/—isme (‘i’ als in ‘fiets’); NL: —?st/—?sme (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —tie: VL: —sie; NL: —tsie
    woorden op —tje/—dje: VL: —tje (de t- en j-klanken komen samen zoals in ‘checken’); NL: —t·je (de t- en j-klanken worden apart uitgesproken)
    woorden met —ci— of —ti— (bv. ‘officieel’, ‘politioneel’): VL: —s·j— (de s- en j-klanken worden apart uitgesproken); NL: —sj—, —tsj— (de s- en j-klanken komen samen zoals in ‘sjaal’ of ‘checken’)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 25 Apr 2019 20:25
    114 reactie(s)

    Versie 52

    Vlaamse uitspraak
    (uitspraakvarianten)

    Heel wat woorden worden in VL anders uitgesproken dan in NL. Dan gaat het niet zozeer over regelgebonden uitspraken zoals de zachte g, maar over woorden zoals pyjama dat in VL als pie-zja-ma en in NL als pie-jaa-maa uitgesproken wordt. Of over klemtonen zoals bij burgemeester waarbij in VL het accent op de eerste lettergreep valt en in NL op de derde. Bij leenwoorden hanteert men in NL zeer dikwijls een nabootsing volgens de Nederlandse klankwetten van de klanken in de oorspronkelijke taal (meestal Engels of Frans), terwijl de uitspraak in VL vervlaamst wordt. Soms wordt in VL een Franse uitspraak gehanteerd, dan volgt de uitspraak in NL meestal het Engels.

    Voor Engelse leenwoorden met korte a is er een afzonderlijk lemma waar deze gevallen ondergebracht kunnen worden.

    Het spijtige is dat de VL media voor deze woorden de NL uitspraak gebruiken ondanks dat de VL uitspraak in VL zeer algemeen is. Dit is een aanfluiting van de V die voor Vlaams staat in o.a. vrt en VTM.

    alfabetische lijst:

    ‘s anderendaags: VL: san·dren·da(a)gs; NL: san·de·ren·daags
    Afrika: VL: a·fri·ka; NL: aa·fri·kaa
    Amerika: VL: a·mee·ri·ka; NL: a·mee·ri·kaa
    Antarctica (idem Arctica): an·tarc·ti·ca; NL: an·tarc·ti·caa
    asfalt: VL: as·falt; NL: as·falt
    bijna: VL: bij·na(a)/be·na(a) (zie ook bekan); NL: bij·naa
    bikini: VL: bi·ki·ni; NL: bi·ki·ni
    burgemeester: VL: bur·ge·mees·ter; NL: bur·ge·mees·ter
    cacao: VL: ca·ca·oo; NL: ca·caa·oo
    carnaval: VL: kar·na·val (Frans); NL: kar·na·val (Engels)
    cichorei: VL: sjie·ko·rei; NL: sie·cho·rei (± fonetisch)
    conciërge: VL: kon·s·jer·zje (± Frans); NL: kon·zjer·zje
    coup: VL: koe (Frans); NL: koep (± fonetisch)
    detective: VL: de·tek·tie·ve/de·dek·tie·ve (fonetisch); NL: die·tek·tif (Engels)
    Doornroosje: VL: doo·rn·roo·sje; NL: doo·rn·roo·sje
    dossier: VL: dos·sier (fonetisch); NL: do·sjee (Frans)
    elixir: VL: ee·liek·sier/ee·lieg·zier (Arabisch, ’g’ uitgesproken als in het Engelse ‘good’); NL: ee·lik·ser (‘lik’ uitgesproken als ‘dik’)
    energie: VL: e·ner·gie (fonetisch); NL: e·ner·zjie/e·ner·sjie (Frans)
    essay: VL: es· (Frans); NL: es·seej/es·seej (Engels)
    Europa: VL: eu·roo·pa; NL: eu·roo·paa
    flirten: VL: flir·ten (fonetisch); NL: fleur·ten (Engels)
    garantie: VL: ga·ran·tie (Frans; ook ga·ran·sie); NL: ga·ran·tsie
    gelijkvloers: VL: ge·lijk·vloers; NL: ge·lijk·vloers
    Gerard: VL: zjee·raar (Frans); NL: gee·rart (fonetisch)
    gilet: VL: zjie·lee; NL: zjie·lèt
    hifi: VL: haai·fi (Brits Engels); NL: haai·faai (Amerikaans Engels)
    hostess: VL: hos·tès; NL: hos·tes (Engels)
    hygiëne: VL: hy·gjee·ne; NL: hy·gjèè·ne (Frans)
    intrige: VL: in·trie·ge (fonetisch); NL: in·trie·zje/in·trie·sje (hypercorrecte uitspraak van intrige met /ž/ -Frans intrigue)
    Israël: VL: ies·ra·jel (‘i’ als in ‘kiwi’); NL: is·ra·‘el (‘i’ als in ‘dik’)
    jacuzzi: dja·koe·zi/zja·koe·zi; NL: ja·koe·zi
    jenever: VL: zje·nee·ver; NL: je·nee·ver (fonetisch)
    Jos: VL: zjos; NL: jos
    Koran: VL: koo·ran; NL: ko·raan
    lavabo: VL: la·va·boo; NL: la·vaa·boo/la·vaa·boo
    mammoet: VL: mam·moet; NL: mam·moet
    Monaco: VL: Mo·na·coo; NL: Moo·naa·coo
    monopoly: VL: mo·no·poo·ly; NL: mo·noo·pe·ly (Engels)
    nasi (goreng): VL: naa·zi; NL: na·si
    Nobelprijs: VL: No·bel.prijs; NL: No.bèl·prijs
    nostalgie: VL: nos·tal·gie (fonetisch); NL: nos·tal·zjie/nos·tal·sjie (Frans)
    omwenteling: VL: om·wen·te·ling; NL: om·wen·te·ling
    parameter: VL: pa·ra·mee·ter; NL: pa·raa·m?·ter
    parfum: VL: par·fui (Frans, de ‘ui’ is nasaal); NL: par·fum (fonetisch)
    passagier: VL: pas·sa·gier (fonetisch); NL: pas·sa·zjier/pas·sa·sjier
    per se: VL: per see (‘per’ als ‘der’); NL: pèr see (Latijn, ‘pèr’ als ‘ver’)
    pistolet: VL: pis·to·lee; NL: pis·to·lèt
    pyjama: VL: pi·zja·ma; NL: pie·jaa·maa
    record: VL: re·kort (fonetisch); NL: ree·koor (Frans)
    reünie: VL: ree·ju·nie; NL: ree·u·nie (Franse klemtoon)
    rondpunt: VL: rond·punt; NL: rond·punt
    Roodkapje: VL: rood·kap·je; NL: rood·kap·je
    sceptisch: VL: sep·ties; NL: skep·ties
    Sneeuwwitje: VL: sneeuw·wi·tje; NL: sneeuw·wit·je
    steak: VL: stek/stik (Frans); NL: steek (Engels)
    super, hyper: VL én NL: su·per, hy·per; VL media: sup·per, hip·per
    tabak: VL: ta·bak (zie ook toebak); NL: ta·bak (Frans)
    Tenerife: VL: ·ne·rif ; NL: tee·nee·rie·fee
    terras: VL: tèr·ras; NL: te ras
    ticket: VL: tie·kèt (Frans); NL: tik·ket (Engels)
    trainen: VL: trei·nen; NL: treej·nen (Engels)
    vanille: VL: va·nie·le (fonetisch); NL: va·nie·je (Frans)
    verkoop: VL: ver·koop; NL: vér·koop (tegen alle regels in)
    wodka: VL: vod·ka (Slavisch, de ‘d’ is eerder stemhebbend); NL: wot·kaa (de ‘t’ is stemloos)
    yoghurt: VL: joe·choert (soms joe·goert; ± Turks); NL: jo·chert, jo·ggert (fonetisch)

    woorden op —ist/—isme: VL: —ist/—isme (‘i’ als in ‘fiets’); NL: —?st/—?sme (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —tie: VL: —sie; NL: —tsie
    woorden op —tje/—dje: VL: —tje (de t- en j-klanken komen samen zoals in ‘checken’); NL: —t·je (de t- en j-klanken worden apart uitgesproken)
    woorden met —ci— of —ti— (bv. ‘officieel’, ‘politioneel’): VL: —s·j— (de s- en j-klanken worden apart uitgesproken); NL: —sj—, —tsj— (de s- en j-klanken komen samen zoals in ‘sjaal’ of ‘checken’)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 25 Apr 2019 20:24
    114 reactie(s)

    Versie 51

    Vlaamse uitspraak
    (uitspraakvarianten)

    Heel wat woorden worden in VL anders uitgesproken dan in NL. Dan gaat het niet zozeer over regelgebonden uitspraken zoals de zachte g, maar over woorden zoals pyjama dat in VL als pie-zja-ma en in NL als pie-jaa-maa uitgesproken wordt. Of over klemtonen zoals bij burgemeester waarbij in VL het accent op de eerste lettergreep valt en in NL op de derde. Bij leenwoorden hanteert men in NL zeer dikwijls een nabootsing volgens de Nederlandse klankwetten van de klanken in de oorspronkelijke taal (meestal Engels of Frans), terwijl de uitspraak in VL vervlaamst wordt. Soms wordt in VL een Franse uitspraak gehanteerd, dan volgt de uitspraak in NL meestal het Engels.

    Voor Engelse leenwoorden met korte a is er een afzonderlijk lemma waar deze gevallen ondergebracht kunnen worden.

    Het spijtige is dat de VL media voor deze woorden de NL uitspraak gebruiken ondanks dat de VL uitspraak in VL zeer algemeen is. Dit is een aanfluiting van de V die voor Vlaams staat in o.a. vrt en VTM.

    alfabetische lijst:

    ‘s anderendaags: VL: san·dren·da(a)gs; NL: san·de·ren·daags
    Afrika: VL: a·fri·ka; NL: aa·fri·kaa
    Amerika: VL: a·mee·ri·ka; NL: a·mee·ri·kaa
    Antarctica (idem Arctica): an·tarc·ti·ca; NL: an·tarc·ti·caa
    asfalt: VL: as·falt; NL: as·falt
    bijna: VL: bij·na(a)/be·na(a) (zie ook bekan); NL: bij·naa
    bikini: VL: bi·ki·ni; NL: bi·ki·ni
    burgemeester: VL: bur·ge·mees·ter; NL: bur·ge·mees·ter
    cacao: VL: ca·ca·oo; NL: ca·caa·oo
    carnaval: VL: kar·na·val (Frans); NL: kar·na·val (Engels)
    cichorei: VL: sjie·ko·rei; NL: sie·cho·rei (± fonetisch)
    coup: VL: koe (Frans); NL: koep (± fonetisch)
    detective: VL: de·tek·tie·ve/de·dek·tie·ve (fonetisch); NL: die·tek·tif (Engels)
    Doornroosje: VL: doo·rn·roo·sje; NL: doo·rn·roo·sje
    dossier: VL: dos·sier (fonetisch); NL: do·sjee (Frans)
    elixir: VL: ee·liek·sier/ee·lieg·zier (Arabisch, ’g’ uitgesproken als in het Engelse ‘good’); NL: ee·lik·ser (‘lik’ uitgesproken als ‘dik’)
    energie: VL: e·ner·gie (fonetisch); NL: e·ner·zjie/e·ner·sjie (Frans)
    essay: VL: es· (Frans); NL: es·seej/es·seej (Engels)
    Europa: VL: eu·roo·pa; NL: eu·roo·paa
    flirten: VL: flir·ten (fonetisch); NL: fleur·ten (Engels)
    garantie: VL: ga·ran·tie (Frans; ook ga·ran·sie); NL: ga·ran·tsie
    gelijkvloers: VL: ge·lijk·vloers; NL: ge·lijk·vloers
    Gerard: VL: zjee·raar (Frans); NL: gee·rart (fonetisch)
    gilet: VL: zjie·lee; NL: zjie·lèt
    hifi: VL: haai·fi (Brits Engels); NL: haai·faai (Amerikaans Engels)
    hostess: VL: hos·tès; NL: hos·tes (Engels)
    hygiëne: VL: hy·gjee·ne; NL: hy·gjèè·ne (Frans)
    intrige: VL: in·trie·ge (fonetisch); NL: in·trie·zje/in·trie·sje (hypercorrecte uitspraak van intrige met /ž/ -Frans intrigue)
    Israël: VL: ies·ra·jel (‘i’ als in ‘kiwi’); NL: is·ra·‘el (‘i’ als in ‘dik’)
    jacuzzi: dja·koe·zi/zja·koe·zi; NL: ja·koe·zi
    jenever: VL: zje·nee·ver; NL: je·nee·ver (fonetisch)
    Jos: VL: zjos; NL: jos
    Koran: VL: koo·ran; NL: ko·raan
    lavabo: VL: la·va·boo; NL: la·vaa·boo/la·vaa·boo
    mammoet: VL: mam·moet; NL: mam·moet
    Monaco: VL: Mo·na·coo; NL: Moo·naa·coo
    monopoly: VL: mo·no·poo·ly; NL: mo·noo·pe·ly (Engels)
    nasi (goreng): VL: naa·zi; NL: na·si
    Nobelprijs: VL: No·bel.prijs; NL: No.bèl·prijs
    nostalgie: VL: nos·tal·gie (fonetisch); NL: nos·tal·zjie/nos·tal·sjie (Frans)
    omwenteling: VL: om·wen·te·ling; NL: om·wen·te·ling
    parameter: VL: pa·ra·mee·ter; NL: pa·raa·m?·ter
    parfum: VL: par·fui (Frans, de ‘ui’ is nasaal); NL: par·fum (fonetisch)
    passagier: VL: pas·sa·gier (fonetisch); NL: pas·sa·zjier/pas·sa·sjier
    per se: VL: per see (‘per’ als ‘der’); NL: pèr see (Latijn, ‘pèr’ als ‘ver’)
    pistolet: VL: pis·to·lee; NL: pis·to·lèt
    pyjama: VL: pi·zja·ma; NL: pie·jaa·maa
    record: VL: re·kort (fonetisch); NL: ree·koor (Frans)
    reünie: VL: ree·ju·nie; NL: ree·u·nie (Franse klemtoon)
    rondpunt: VL: rond·punt; NL: rond·punt
    Roodkapje: VL: rood·kap·je; NL: rood·kap·je
    sceptisch: VL: sep·ties; NL: skep·ties
    Sneeuwwitje: VL: sneeuw·wi·tje; NL: sneeuw·wit·je
    steak: VL: stek/stik (Frans); NL: steek (Engels)
    super, hyper: VL én NL: su·per, hy·per; VL media: sup·per, hip·per
    tabak: VL: ta·bak (zie ook toebak); NL: ta·bak (Frans)
    Tenerife: VL: ·ne·rif ; NL: tee·nee·rie·fee
    terras: VL: tèr·ras; NL: te ras
    ticket: VL: tie·kèt (Frans); NL: tik·ket (Engels)
    trainen: VL: trei·nen; NL: treej·nen (Engels)
    vanille: VL: va·nie·le (fonetisch); NL: va·nie·je (Frans)
    verkoop: VL: ver·koop; NL: vér·koop (tegen alle regels in)
    wodka: VL: vod·ka (Slavisch, de ‘d’ is eerder stemhebbend); NL: wot·kaa (de ‘t’ is stemloos)
    yoghurt: VL: joe·choert (soms joe·goert; ± Turks); NL: jo·chert, jo·ggert (fonetisch)

    woorden op —ist/—isme: VL: —ist/—isme (‘i’ als in ‘fiets’); NL: —?st/—?sme (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —tie: VL: —sie; NL: —tsie
    woorden op —tje/—dje: VL: —tje (de t- en j-klanken komen samen zoals in ‘checken’); NL: —t·je (de t- en j-klanken worden apart uitgesproken)
    woorden met —ci— of —ti— (bv. ‘officieel’, ‘politioneel’): VL: —s·j— (de s- en j-klanken worden apart uitgesproken); NL: —sj—, —tsj— (de s- en j-klanken komen samen zoals in ‘sjaal’ of ‘checken’)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 20 Apr 2019 23:23
    114 reactie(s)

    Versie 50

    Vlaamse uitspraak
    (uitspraakvarianten)

    Heel wat woorden worden in VL anders uitgesproken dan in NL. Dan gaat het niet zozeer over regelgebonden uitspraken zoals de zachte g, maar over woorden zoals pyjama dat in VL als pie-zja-ma en in NL als pie-jaa-maa uitgesproken wordt. Of over klemtonen zoals bij burgemeester waarbij in VL het accent op de eerste lettergreep valt en in NL op de derde. Bij leenwoorden hanteert men in NL zeer dikwijls een nabootsing volgens de Nederlandse klankwetten van de klanken in de oorspronkelijke taal (meestal Engels of Frans), terwijl de uitspraak in VL vervlaamst wordt. Soms wordt in VL een Franse uitspraak gehanteerd, dan volgt de uitspraak in NL meestal het Engels.

    Voor Engelse leenwoorden met korte a is er een afzonderlijk lemma waar deze gevallen ondergebracht kunnen worden.

    Het spijtige is dat de VL media voor deze woorden de NL uitspraak gebruiken ondanks dat de VL uitspraak in VL zeer algemeen is. Dit is een aanfluiting van de V die voor Vlaams staat in o.a. vrt en VTM.

    alfabetische lijst:

    ‘s anderendaags: VL: san·dren·da(a)gs; NL: san·de·ren·daags
    Afrika: VL: a·fri·ka; NL: aa·fri·kaa
    Amerika: VL: a·mee·ri·ka; NL: a·mee·ri·kaa
    Antarctica (idem Arctica): an·tarc·ti·ca; NL: an·tarc·ti·caa
    asfalt: VL: as·falt; NL: as·falt
    bijna: VL: bij·na(a)/be·na(a) (zie ook bekan); NL: bij·naa
    bikini: VL: bi·ki·ni; NL: bi·ki·ni
    burgemeester: VL: bur·ge·mees·ter; NL: bur·ge·mees·ter
    cacao: VL: ca·ca·oo; NL: ca·caa·oo
    carnaval: VL: kar·na·val (Frans); NL: kar·na·val (Engels)
    cichorei: VL: sjie·ko·rei; NL: sie·cho·rei (± fonetisch)
    coup: VL: koe (Frans); NL: koep (± fonetisch)
    detective: VL: de·tek·tie·ve/de·dek·tie·ve (fonetisch); NL: die·tek·tif (Engels)
    Doornroosje: VL: doo·rn·roo·sje; NL: doo·rn·roo·sje
    dossier: VL: dos·sier (fonetisch); NL: do·sjee (Frans)
    elixir: VL: ee·liek·sier/ee·lieg·zier (Arabisch, ’g’ uitgesproken als in het Engelse ‘good’); NL: ee·lik·ser (‘lik’ uitgesproken als ‘dik’)
    energie: VL: e·ner·gie (fonetisch); NL: e·ner·zjie/e·ner·sjie (Frans)
    essay: VL: es· (Frans); NL: es·seej/es·seej (Engels)
    Europa: VL: eu·roo·pa; NL: eu·roo·paa
    flirten: VL: flir·ten (fonetisch); NL: fleur·ten (Engels)
    garantie: VL: ga·ran·tie (Frans; ook ga·ran·sie); NL: ga·ran·tsie
    gelijkvloers: VL: ge·lijk·vloers; NL: ge·lijk·vloers
    Gerard: VL: zjee·raar (Frans); NL: gee·rart (fonetisch)
    gilet: VL: zjie·lee; NL: zjie·lèt
    hifi: VL: haai·fi (Brits Engels); NL: haai·faai (Amerikaans Engels)
    hostess: VL: hos·tès; NL: hos·tes (Engels)
    hygiëne: VL: hy·gjee·ne; NL: hy·gjèè·ne (Frans)
    intrige: VL: in·trie·ge (fonetisch); NL: in·trie·zje/in·trie·sje (hypercorrecte uitspraak van intrige met /ž/ -Frans intrigue)
    Israël: VL: ies·ra·jel (‘i’ als in ‘kiwi’); NL: is·ra·‘el (‘i’ als in ‘dik’)
    jacuzzi: dja·koe·zi/zja·koe·zi; NL: ja·koe·zi
    jenever: VL: zje·nee·ver; NL: je·nee·ver (fonetisch)
    Jos: VL: zjos; NL: jos
    Koran: VL: koo·ran; NL: ko·raan
    lavabo: VL: la·va·boo; NL: la·vaa·boo/la·vaa·boo
    mammoet: VL: mam·moet; NL: mam·moet
    Monaco: VL: Mo·na·coo; NL: Moo·naa·coo
    monopoly: VL: mo·no·poo·ly; NL: mo·noo·pe·ly (Engels)
    nasi (goreng): VL: naa·zi; NL: na·si
    Nobelprijs: VL: No·bel.prijs; NL: No.bèl·prijs
    nostalgie: VL: nos·tal·gie (fonetisch); NL: nos·tal·zjie/nos·tal·sjie (Frans)
    omwenteling: VL: om·wen·te·ling; NL: om·wen·te·ling
    parameter: VL: pa·ra·mee·ter; NL: pa·raa·m?·ter
    parfum: VL: par·fui (Frans, de ‘ui’ is nasaal); NL: par·fum (fonetisch)
    passagier: VL: pas·sa·gier (fonetisch); NL: pas·sa·zjier/pas·sa·sjier
    per se: VL: per see (‘per’ als ‘der’); NL: pèr see (Latijn, ‘pèr’ als ‘ver’)
    pistolet: VL: pis·to·lee; NL: pis·to·lèt
    pyjama: VL: pi·zja·ma; NL: pie·jaa·maa
    record: VL: re·kort (fonetisch); NL: ree·koor (Frans)
    reünie: VL: ree·ju·nie; NL: ree·u·nie (Franse klemtoon)
    rondpunt: VL: rond·punt; NL: rond·punt
    Roodkapje: VL: rood·kap·je; NL: rood·kap·je
    sceptisch: VL: sep·ties; NL: skep·ties
    Sneeuwwitje: VL: sneeuw·wi·tje; NL: sneeuw·wit·je
    steak: VL: stek/stik (Frans); NL: steek (Engels)
    super, hyper: VL én NL: su·per, hy·per; VL media: sup·per, hip·per
    tabak: VL: ta·bak (zie ook toebak); NL: ta·bak (Frans)
    Tenerife: VL: ·ne·rif ; NL: tee·nee·rie·fee
    terras: VL: tèr·ras; NL: te ras
    ticket: VL: tie·kèt (Frans); NL: tik·ket (Engels)
    trainen: VL: trei·nen; NL: treej·nen (Engels)
    vanille: VL: va·nie·le (fonetisch); NL: va·nie·je (Frans)
    verkoop: VL: ver·koop; NL: vér·koop (tegen alle regels in)
    wodka: VL: vod·ka (Slavisch, de ‘d’ is eerder stemhebbend); NL: wot·kaa (de ‘t’ is stemloos)
    yoghurt: VL: joe·choert (soms joe·goert; ± Turks); NL: jo·chert, jo·ggert (fonetisch)

    woorden op —ist/—isme: VL: —ist/—isme (‘i’ als in ‘fiets’); NL: —?st/—?sme (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —tie: VL: —sie; NL: —tsie
    woorden met —ci— of —ti— (bv. ‘officieel’, ‘politioneel’): VL: —s·j— (de s- en j-klanken worden apart uitgesproken); NL: —sj—, —tsj— (de s- en j-klanken komen samen zoals in ‘sjaal’ of ‘checken’)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 20 Apr 2019 16:51
    114 reactie(s)

    Versie 49

    Vlaamse uitspraak
    (uitspraakvarianten)

    Heel wat woorden worden in VL anders uitgesproken dan in NL. Dan gaat het niet zozeer over regelgebonden uitspraken zoals de zachte g, maar over woorden zoals pyjama dat in VL als pie-zja-ma en in NL als pie-jaa-maa uitgesproken wordt. Of over klemtonen zoals bij burgemeester waarbij in VL het accent op de eerste lettergreep valt en in NL op de derde. Bij leenwoorden hanteert men in NL zeer dikwijls een nabootsing volgens de Nederlandse klankwetten van de klanken in de oorspronkelijke taal (meestal Engels of Frans), terwijl de uitspraak in VL vervlaamst wordt. Soms wordt in VL een Franse uitspraak gehanteerd, dan volgt de uitspraak in NL meestal het Engels.

    Voor Engelse leenwoorden met korte a is er een afzonderlijk lemma waar deze gevallen ondergebracht kunnen worden.

    Het spijtige is dat de VL media voor deze woorden de NL uitspraak gebruiken ondanks dat de VL uitspraak in VL zeer algemeen is. Dit is een aanfluiting van de V die voor Vlaams staat in o.a. vrt en VTM.

    alfabetische lijst:

    ‘s anderendaags: VL: san·dren·da(a)gs; NL: san·de·ren·daags
    Afrika: VL: a·fri·ka; NL: aa·fri·kaa
    Amerika: VL: a·mee·ri·ka; NL: a·mee·ri·kaa
    Antarctica (idem Arctica): an·tarc·ti·ca; NL: an·tarc·ti·caa
    asfalt: VL: as·falt; NL: as·falt
    bijna: VL: bij·na(a)/be·na(a) (zie ook bekan); NL: bij·naa
    bikini: VL: bi·ki·ni; NL: bi·ki·ni
    burgemeester: VL: bur·ge·mees·ter; NL: bur·ge·mees·ter
    cacao: VL: ca·ca·oo; NL: ca·caa·oo
    carnaval: VL: kar·na·val (Frans); NL: kar·na·val (Engels)
    cichorei: VL: sjie·ko·rei; NL: sie·cho·rei (± fonetisch)
    coup: VL: koe (Frans); NL: koep (± fonetisch)
    detective: VL: de·tek·tie·ve/de·dek·tie·ve (fonetisch); NL: die·tek·tif (Engels)
    Doornroosje: VL: doo·rn·roo·sje; NL: doo·rn·roo·sje
    dossier: VL: dos·sier (fonetisch); NL: do·sjee (Frans)
    elixir: VL: ee·liek·sier/ee·lieg·zier (Arabisch, ’g’ uitgesproken als in het Engelse ‘good’); NL: ee·lik·ser (‘lik’ uitgesproken als ‘dik’)
    energie: VL: e·ner·gie (fonetisch); NL: e·ner·zjie/e·ner·sjie (Frans)
    essay: VL: es· (Frans); NL: es·seej/es·seej (Engels)
    Europa: VL: eu·roo·pa; NL: eu·roo·paa
    flirten: VL: flir·ten (fonetisch); NL: fleur·ten (Engels)
    garantie: VL: ga·ran·tie (Frans; ook ga·ran·sie); NL: ga·ran·tsie
    gelijkvloers: VL: ge·lijk·vloers; NL: ge·lijk·vloers
    Gerard: VL: zjee·raar (Frans); NL: gee·rart (fonetisch)
    gilet: VL: zjie·lee; NL: zjie·lèt
    hifi: VL: haai·fi (Brits Engels); NL: haai·faai (Amerikaans Engels)
    hostess: VL: hos·tès; NL: hos·tes (Engels)
    hygiëne: VL: hy·gjee·ne; NL: hy·gjèè·ne (Frans)
    intrige: VL: in·trie·ge (fonetisch); NL: in·trie·zje/in·trie·sje (hypercorrecte uitspraak van intrige met /ž/ -Frans intrigue)
    jacuzzi: dja·koe·zi/zja·koe·zi; NL: ja·koe·zi
    jenever: VL: zje·nee·ver; NL: je·nee·ver (fonetisch)
    Jos: VL: zjos; NL: jos
    Koran: VL: koo·ran; NL: ko·raan
    lavabo: VL: la·va·boo; NL: la·vaa·boo/la·vaa·boo
    mammoet: VL: mam·moet; NL: mam·moet
    Monaco: VL: Mo·na·coo; NL: Moo·naa·coo
    monopoly: VL: mo·no·poo·ly; NL: mo·noo·pe·ly (Engels)
    nasi (goreng): VL: naa·zi; NL: na·si
    Nobelprijs: VL: No·bel.prijs; NL: No.bèl·prijs
    nostalgie: VL: nos·tal·gie (fonetisch); NL: nos·tal·zjie/nos·tal·sjie (Frans)
    omwenteling: VL: om·wen·te·ling; NL: om·wen·te·ling
    parameter: VL: pa·ra·mee·ter; NL: pa·raa·m?·ter
    parfum: VL: par·fui (Frans, de ‘ui’ is nasaal); NL: par·fum (fonetisch)
    passagier: VL: pas·sa·gier (fonetisch); NL: pas·sa·zjier/pas·sa·sjier
    per se: VL: per see (‘per’ als ‘der’); NL: pèr see (Latijn, ‘pèr’ als ‘ver’)
    pistolet: VL: pis·to·lee; NL: pis·to·lèt
    pyjama: VL: pi·zja·ma; NL: pie·jaa·maa
    record: VL: re·kort (fonetisch); NL: ree·koor (Frans)
    reünie: VL: ree·ju·nie; NL: ree·u·nie (Franse klemtoon)
    rondpunt: VL: rond·punt; NL: rond·punt
    Roodkapje: VL: rood·kap·je; NL: rood·kap·je
    sceptisch: VL: sep·ties; NL: skep·ties
    Sneeuwwitje: VL: sneeuw·wi·tje; NL: sneeuw·wit·je
    steak: VL: stek/stik (Frans); NL: steek (Engels)
    super, hyper: VL én NL: su·per, hy·per; VL media: sup·per, hip·per
    tabak: VL: ta·bak (zie ook toebak); NL: ta·bak (Frans)
    Tenerife: VL: ·ne·rif ; NL: tee·nee·rie·fee
    terras: VL: tèr·ras; NL: te ras
    ticket: VL: tie·kèt (Frans); NL: tik·ket (Engels)
    trainen: VL: trei·nen; NL: treej·nen (Engels)
    vanille: VL: va·nie·le (fonetisch); NL: va·nie·je (Frans)
    verkoop: VL: ver·koop; NL: vér·koop (tegen alle regels in)
    wodka: VL: vod·ka (Slavisch, de ‘d’ is eerder stemhebbend); NL: wot·kaa (de ‘t’ is stemloos)
    yoghurt: VL: joe·choert (soms joe·goert; ± Turks); NL: jo·chert, jo·ggert (fonetisch)

    woorden op —ist/—isme: VL: —ist/—isme (‘i’ als in ‘fiets’); NL: —?st/—?sme (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —tie: VL: —sie; NL: —tsie
    woorden met —ci— of —ti— (bv. ‘officieel’, ‘politioneel’): VL: —s·j— (de s- en j-klanken worden apart uitgesproken); NL: —sj—, —tsj— (de s- en j-klanken komen samen zoals in ‘sjaal’ of ‘checken’)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 20 Apr 2019 16:45
    114 reactie(s)

    Versie 48

    Vlaamse uitspraak
    (uitspraakvarianten)

    Heel wat woorden worden in VL anders uitgesproken dan in NL. Dan gaat het niet zozeer over regelgebonden uitspraken zoals de zachte g, maar over woorden zoals pyjama dat in VL als pie-zja-ma en in NL als pie-jaa-maa uitgesproken wordt. Of over klemtonen zoals bij burgemeester waarbij in VL het accent op de eerste lettergreep valt en in NL op de derde. Bij leenwoorden hanteert men in NL zeer dikwijls een nabootsing volgens de Nederlandse klankwetten van de klanken in de oorspronkelijke taal (meestal Engels of Frans), terwijl de uitspraak in VL vervlaamst wordt. Soms wordt in VL een Franse uitspraak gehanteerd, dan volgt de uitspraak in NL meestal het Engels.

    Voor Engelse leenwoorden met korte a is er een afzonderlijk lemma waar deze gevallen ondergebracht kunnen worden.

    Het spijtige is dat de VL media voor deze woorden de NL uitspraak gebruiken ondanks dat de VL uitspraak in VL zeer algemeen is. Dit is een aanfluiting van de V die voor Vlaams staat in o.a. vrt en VTM.

    alfabetische lijst:

    ‘s anderendaags: VL: san·dren·da(a)gs; NL: san·de·ren·daags
    Afrika: VL: a·fri·ka; NL: aa·fri·kaa
    Amerika: VL: a·mee·ri·ka; NL: a·mee·ri·kaa
    Antarctica (idem Arctica): an·tarc·ti·ca; NL: an·tarc·ti·caa
    asfalt: VL: as·falt; NL: as·falt
    bijna: VL: bij·na(a)/be·na(a) (zie ook bekan); NL: bij·naa
    bikini: VL: bi·ki·ni; NL: bi·ki·ni
    burgemeester: VL: bur·ge·mees·ter; NL: bur·ge·mees·ter
    cacao: VL: ca·ca·oo; NL: ca·caa·oo
    carnaval: VL: kar·na·val (Frans); NL: kar·na·val (Engels)
    cichorei: VL: sjie·ko·rei; NL: sie·cho·rei (± fonetisch)
    coup: VL: koe (Frans); NL: koep (± fonetisch)
    detective: VL: de·tek·tie·ve/de·dek·tie·ve (fonetisch); NL: die·tek·tif (Engels)
    Doornroosje: VL: doo·rn·roo·sje; NL: doo·rn·roo·sje
    dossier: VL: dos·sier (fonetisch); NL: do·sjee (Frans)
    elixir: VL: ee·liek·sier/ee·lieg·zier (Arabisch, ’g’ uitgesproken als in het Engelse ‘good’); NL: ee·lik·ser (‘lik’ uitgesproken als ‘dik’)
    energie: VL: e·ner·gie (fonetisch); NL: e·ner·zjie/e·ner·sjie (Frans)
    essay: VL: es· (Frans); NL: es·seej/es·seej (Engels)
    Europa: VL: eu·roo·pa; NL: eu·roo·paa
    flirten: VL: flir·ten (fonetisch); NL: fleur·ten (Engels)
    garantie: VL: ga·ran·tie (Frans; ook ga·ran·sie); NL: ga·ran·tsie
    gelijkvloers: VL: ge·lijk·vloers; NL: ge·lijk·vloers
    Gerard: VL: zjee·raar (Frans); NL: gee·rart (fonetisch)
    gilet: VL: zjie·lee; NL: zjie·lèt
    hifi: VL: haai·fi (Brits Engels); NL: haai·faai (Amerikaans Engels)
    hostess: VL: hos·tès; NL: hos·tes (Engels)
    hygiëne: VL: hy·gjee·ne; NL: hy·gjèè·ne (Frans)
    intrige: VL: in·trie·ge (fonetisch); NL: in·trie·zje/in·trie·sje (hypercorrecte uitspraak van intrige met /ž/ -Frans intrigue)
    jacuzzi: dja·koe·zi/zja·koe·zi; NL: ja·koe·zi
    jenever: VL: zje·nee·ver; NL: je·nee·ver (fonetisch)
    Jos: VL: zjos; NL: jos
    Koran: VL: koo·ran; NL: ko·raan
    lavabo: VL: la·va·boo; NL: la·vaa·boo/la·vaa·boo
    mammoet: VL: mam·moet; NL: mam·moet
    Monaco: VL: Mo·na·coo; NL: Moo·naa·coo
    monopoly: VL: mo·no·poo·ly; NL: mo·noo·pe·ly (Engels)
    nasi (goreng): VL: naa·zi; NL: na·si
    Nobelprijs: VL: No·bel.prijs; NL: No.bèl·prijs
    nostalgie: VL: nos·tal·gie (fonetisch); NL: nos·tal·zjie/nos·tal·sjie (Frans)
    omwenteling: VL: om·wen·te·ling; NL: om·wen·te·ling
    parameter: VL: pa·ra·mee·ter; NL: pa·raa·m?·ter
    parfum: VL: par·fui (Frans, de ‘ui’ is nasaal); NL: par·fum (fonetisch)
    passagier: VL: pas·sa·gier (fonetisch); NL: pas·sa·zjier/pas·sa·sjier
    per se: VL: per see (‘per’ als ‘der’); NL: pèr see (Latijn, ‘pèr’ als ‘ver’)
    pistolet: VL: pis·to·lee; NL: pis·to·lèt
    pyjama: VL: pi·zja·ma; NL: pie·jaa·maa
    record: VL: re·kort (fonetisch); NL: ree·koor (Frans)
    reünie: VL: ree·ju·nie; NL: ree·u·nie (Franse klemtoon)
    rondpunt: VL: rond·punt; NL: rond·punt
    Roodkapje: VL: rood·kap·je; NL: rood·kap·je
    sceptisch: VL: sep·ties; NL: skep·ties
    Sneeuwwitje: VL: sneeuw·wi·tje; NL: sneeuw·wit·je
    steak: VL: stek/stik (Frans); NL: steek (Engels)
    super, hyper: VL én NL: su·per, hy·per; VL media: sup·per, hip·per
    tabak: VL: ta·bak (zie ook toebak); NL: ta·bak (Frans)
    Tenerife: VL: ·ne·rif ; NL: tee·nee·rie·fee
    terras: VL: tèr·ras; NL: te ras
    ticket: VL: tie·kèt (Frans); NL: tik·ket (Engels)
    trainen: VL: trei·nen; NL: treej·nen (Engels)
    vanille: VL: va·nie·le (fonetisch); NL: va·nie·je (Frans)
    verkoop: VL: ver·koop; NL: vér·koop (tegen alle regels in)
    wodka: VL: vod·ka (Slavisch, de ‘d’ is eerder stemhebbend); NL: wot·kaa (de ‘t’ is stemloos)
    yoghurt: VL: joe·choert (soms joe·goert; ± Turks); NL: jo·chert, jo·ggert (fonetisch)

    woorden op ist/-isme: VL: -ist/-isme (‘i’ als in ‘fiets’); NL: -?st/?sme (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op tie: VL: -sie; NL: -tsie
    woorden met -ci
    of ti (bv. ‘officieel’, ‘politioneel’): VL: s·j (de s- en j-klanken worden apart uitgesproken); NL: sj, tsj (de s- en j-klanken komen samen zoals in ‘sjaal’ of ‘checken’)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 20 Apr 2019 16:42
    114 reactie(s)

    Versie 47

    Vlaamse uitspraak
    (uitspraakvarianten)

    Heel wat woorden worden in VL anders uitgesproken dan in NL. Dan gaat het niet zozeer over regelgebonden uitspraken zoals de zachte g, maar over woorden zoals pyjama dat in VL als pie-zja-ma en in NL als pie-jaa-maa uitgesproken wordt. Of over klemtonen zoals bij burgemeester waarbij in VL het accent op de eerste lettergreep valt en in NL op de derde. Bij leenwoorden hanteert men in NL zeer dikwijls een nabootsing volgens de Nederlandse klankwetten van de klanken in de oorspronkelijke taal (meestal Engels of Frans), terwijl de uitspraak in VL vervlaamst wordt. Soms wordt in VL een Franse uitspraak gehanteerd, dan volgt de uitspraak in NL meestal het Engels.

    Voor Engelse leenwoorden met korte a is er een afzonderlijk lemma waar deze gevallen ondergebracht kunnen worden.

    Het spijtige is dat de VL media voor deze woorden de NL uitspraak gebruiken ondanks dat de VL uitspraak in VL zeer algemeen is. Dit is een aanfluiting van de V die voor Vlaams staat in o.a. vrt en VTM.

    alfabetische lijst:

    ‘s anderendaags: VL: san·dren·da(a)gs; NL: san·de·ren·daags
    Afrika: VL: a·fri·ka; NL: aa·fri·kaa
    Amerika: VL: a·mee·ri·ka; NL: a·mee·ri·kaa
    Antarctica (idem Arctica): an·tarc·ti·ca; NL: an·tarc·ti·caa
    asfalt: VL: as·falt; NL: as·falt
    bijna: VL: bij·na(a)/be·na(a) (zie ook bekan); NL: bij·naa
    bikini: VL: bi·ki·ni; NL: bi·ki·ni
    burgemeester: VL: bur·ge·mees·ter; NL: bur·ge·mees·ter
    carnaval: VL: kar·na·val (Frans); NL: kar·na·val (Engels)
    cichorei: VL: sjie·ko·rei; NL: sie·cho·rei (± fonetisch)
    coup: VL: koe (Frans); NL: koep (± fonetisch)
    detective: VL: de·tek·tie·ve/de·dek·tie·ve (fonetisch); NL: die·tek·tif (Engels)
    Doornroosje: VL: doo·rn·roo·sje; NL: doo·rn·roo·sje
    dossier: VL: dos·sier (fonetisch); NL: do·sjee (Frans)
    elixir: VL: ee·liek·sier/ee·lieg·zier (Arabisch, ’g’ uitgesproken als in het Engelse ‘good’); NL: ee·lik·ser (‘lik’ uitgesproken als ‘dik’)
    energie: VL: e·ner·gie (fonetisch); NL: e·ner·zjie/e·ner·sjie (Frans)
    essay: VL: es· (Frans); NL: es·seej/es·seej (Engels)
    Europa: VL: eu·roo·pa; NL: eu·roo·paa
    flirten: VL: flir·ten (fonetisch); NL: fleur·ten (Engels)
    garantie: VL: ga·ran·tie (Frans; ook ga·ran·sie); NL: ga·ran·tsie
    gelijkvloers: VL: ge·lijk·vloers; NL: ge·lijk·vloers
    Gerard: VL: zjee·raar (Frans); NL: gee·rart (fonetisch)
    gilet: VL: zjie·lee; NL: zjie·lèt
    hifi: VL: haai·fi (Brits Engels); NL: haai·faai (Amerikaans Engels)
    hostess: VL: hos·tès; NL: hos·tes (Engels)
    intrige: VL: in·trie·ge (fonetisch); NL: in·trie·zje/in·trie·sje (hypercorrecte uitspraak van intrige met /ž/ -Frans intrigue)
    jacuzzi: dja·koe·zi/zja·koe·zi; NL: ja·koe·zi
    jenever: VL: zje·nee·ver; NL: je·nee·ver (fonetisch)
    Jos: VL: zjos; NL: jos
    Koran: VL: koo·ran; NL: ko·raan
    lavabo: VL: la·va·boo; NL: la·vaa·boo/la·vaa·boo
    mammoet: VL: mam·moet; NL: mam·moet
    Monaco: VL: Mo·na·coo; NL: Moo·naa·coo
    monopoly: VL: mo·no·poo·ly; NL: mo·noo·pe·ly (Engels)
    nasi (goreng): VL: naa·zi; NL: na·si
    Nobelprijs: VL: No·bel.prijs; NL: No.bèl·prijs
    nostalgie: VL: nos·tal·gie (fonetisch); NL: nos·tal·zjie/nos·tal·sjie (Frans)
    omwenteling: VL: om·wen·te·ling; NL: om·wen·te·ling
    parameter: VL: pa·ra·mee·ter; NL: pa·raa·m?·ter
    parfum: VL: par·fui (Frans, de ‘ui’ is nasaal); NL: par·fum (fonetisch)
    passagier: VL: pas·sa·gier (fonetisch); NL: pas·sa·zjier/pas·sa·sjier
    per se: VL: per see (‘per’ als ‘der’); NL: pèr see (Latijn, ‘pèr’ als ‘ver’)
    pistolet: VL: pis·to·lee; NL: pis·to·lèt
    pyjama: VL: pi·zja·ma; NL: pie·jaa·maa
    record: VL: re·kort (fonetisch); NL: ree·koor (Frans)
    reünie: VL: ree·ju·nie; NL: ree·u·nie (Franse klemtoon)
    rondpunt: VL: rond·punt; NL: rond·punt
    Roodkapje: VL: rood·kap·je; NL: rood·kap·je
    sceptisch: VL: sep·ties; NL: skep·ties
    Sneeuwwitje: VL: sneeuw·wi·tje; NL: sneeuw·wit·je
    steak: VL: stek/stik (Frans); NL: steek (Engels)
    super, hyper: VL én NL: su·per, hy·per; VL media: sup·per, hip·per
    tabak: VL: ta·bak (zie ook toebak); NL: ta·bak (Frans)
    Tenerife: VL: ·ne·rif ; NL: tee·nee·rie·fee
    terras: VL: tèr·ras; NL: te ras
    ticket: VL: tie·kèt (Frans); NL: tik·ket (Engels)
    trainen: VL: trei·nen; NL: treej·nen (Engels)
    vanille: VL: va·nie·le (fonetisch); NL: va·nie·je (Frans)
    verkoop: VL: ver·koop; NL: vér·koop (tegen alle regels in)
    wodka: VL: vod·ka (Slavisch, de ‘d’ is eerder stemhebbend); NL: wot·kaa (de ‘t’ is stemloos)
    yoghurt: VL: joe·choert (soms joe·goert; ± Turks); NL: jo·chert, jo·ggert (fonetisch)

    woorden op ist/-isme: VL: -ist/-isme (‘i’ als in ‘fiets’); NL: -?st/?sme (‘i’ als in ‘dik’)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 20 Apr 2019 16:33
    114 reactie(s)

    Versie 46

    Vlaamse uitspraak
    (uitspraakvarianten)

    Heel wat woorden worden in VL anders uitgesproken dan in NL. Dan gaat het niet zozeer over regelgebonden uitspraken zoals de zachte g, maar over woorden zoals pyjama dat in VL als pie-zja-ma en in NL als pie-jaa-maa uitgesproken wordt. Of over klemtonen zoals bij burgemeester waarbij in VL het accent op de eerste lettergreep valt en in NL op de derde. Bij leenwoorden hanteert men in NL zeer dikwijls een nabootsing volgens de Nederlandse klankwetten van de klanken in de oorspronkelijke taal (meestal Engels of Frans), terwijl de uitspraak in VL vervlaamst wordt. Soms wordt in VL een Franse uitspraak gehanteerd, dan volgt de uitspraak in NL meestal het Engels.

    Voor Engelse leenwoorden met korte a is er een afzonderlijk lemma waar deze gevallen ondergebracht kunnen worden.

    Het spijtige is dat de VL media voor deze woorden de NL uitspraak gebruiken ondanks dat de VL uitspraak in VL zeer algemeen is. Dit is een aanfluiting van de V die voor Vlaams staat in o.a. vrt en VTM.

    alfabetische lijst:

    ‘s anderendaags: VL: san·dren·da(a)gs; NL: san·de·ren·daags
    Afrika: VL: a·fri·ka; NL: aa·fri·kaa
    Amerika: VL: a·mee·ri·ka; NL: a·mee·ri·kaa
    Antarctica (idem Arctica): an·tarc·ti·ca; NL: an·tarc·ti·caa
    bijna: VL: bij·na(a)/be·na(a) (zie ook bekan); NL: bij·naa
    bikini: VL: bi·ki·ni; NL: bi·ki·ni
    burgemeester: VL: bur·ge·mees·ter; NL: bur·ge·mees·ter
    carnaval: VL: kar·na·val (Frans); NL: kar·na·val (Engels)
    cichorei: VL: sjie·ko·rei; NL: sie·cho·rei (± fonetisch)
    coup: VL: koe (Frans); NL: koep (± fonetisch)
    detective: VL: de·tek·tie·ve/de·dek·tie·ve (fonetisch); NL: die·tek·tif (Engels)
    Doornroosje: VL: doo·rn·roo·sje; NL: doo·rn·roo·sje
    dossier: VL: dos·sier (fonetisch); NL: do·sjee (Frans)
    elixir: VL: ee·liek·sier/ee·lieg·zier (Arabisch, ’g’ uitgesproken als in het Engelse ‘good’); NL: ee·lik·ser (‘lik’ uitgesproken als ‘dik’)
    energie: VL: e·ner·gie (fonetisch); NL: e·ner·zjie/e·ner·sjie (Frans)
    essay: VL: es· (Frans); NL: es·seej/es·seej (Engels)
    Europa: VL: eu·roo·pa; NL: eu·roo·paa
    flirten: VL: flir·ten (fonetisch); NL: fleur·ten (Engels)
    garantie: VL: ga·ran·tie (Frans; ook ga·ran·sie); NL: ga·ran·tsie
    gelijkvloers: VL: ge·lijk·vloers; NL: ge·lijk·vloers
    Gerard: VL: zjee·raar (Frans); NL: gee·rart (fonetisch)
    gilet: VL: zjie·lee; NL: zjie·lèt
    hifi: VL: haai·fi (Brits Engels); NL: haai·faai (Amerikaans Engels)
    hostess: VL: hos·tès; NL: hos·tes (Engels)
    intrige: VL: in·trie·ge (fonetisch); NL: in·trie·zje/in·trie·sje (hypercorrecte uitspraak van intrige met /ž/ -Frans intrigue)
    jacuzzi: dja·koe·zi/zja·koe·zi; NL: ja·koe·zi
    jenever: VL: zje·nee·ver; NL: je·nee·ver (fonetisch)
    Jos: VL: zjos; NL: jos
    Koran: VL: koo·ran; NL: ko·raan
    lavabo: VL: la·va·boo; NL: la·vaa·boo/la·vaa·boo
    mammoet: VL: mam·moet; NL: mam·moet
    Monaco: VL: Mo·na·coo; NL: Moo·naa·coo
    monopoly: VL: mo·no·poo·ly; NL: mo·noo·pe·ly (Engels)
    nasi (goreng): VL: naa·zi; NL: na·si
    Nobelprijs: VL: No·bel.prijs; NL: No.bèl·prijs
    nostalgie: VL: nos·tal·gie (fonetisch); NL: nos·tal·zjie/nos·tal·sjie (Frans)
    omwenteling: VL: om·wen·te·ling; NL: om·wen·te·ling
    parameter: VL: pa·ra·mee·ter; NL: pa·raa·m?·ter
    parfum: VL: par·fui (Frans, de ‘ui’ is nasaal); NL: par·fum (fonetisch)
    passagier: VL: pas·sa·gier (fonetisch); NL: pas·sa·zjier/pas·sa·sjier
    per se: VL: per see (‘per’ als ‘der’); NL: pèr see (Latijn, ‘pèr’ als ‘ver’)
    pistolet: VL: pis·to·lee; NL: pis·to·lèt
    pyjama: VL: pi·zja·ma; NL: pie·jaa·maa
    record: VL: re·kort (fonetisch); NL: ree·koor (Frans)
    rondpunt: VL: rond·punt; NL: rond·punt
    Roodkapje: VL: rood·kap·je; NL: rood·kap·je
    sceptisch: VL: sep·ties; NL: skep·ties
    Sneeuwwitje: VL: sneeuw·wi·tje; NL: sneeuw·wit·je
    steak: VL: stek/stik (Frans); NL: steek (Engels)
    super, hyper: VL én NL: su·per, hy·per; VL media: sup·per, hip·per
    tabak: VL: ta·bak (zie ook toebak); NL: ta·bak (Frans)
    Tenerife: VL: ·ne·rif ; NL: tee·nee·rie·fee
    terras: VL: tèr·ras; NL: te ras
    ticket: VL: tie·kèt (Frans); NL: tik·ket (Engels)
    trainen: VL: trei·nen; NL: treej·nen (Engels)
    verkoop: VL: ver·koop; NL: vér·koop (tegen alle regels in)
    wodka: VL: vod·ka (Slavisch, de ‘d’ is eerder stemhebbend); NL: wot·kaa (de ‘t’ is stemloos)
    yoghurt: VL: joe·choert (soms joe·goert; ± Turks); NL: jo·chert, jo·ggert (fonetisch)

    woorden op ist/-isme: VL: -ist/-isme (‘i’ als in ‘fiets’); NL: -?st/?sme (‘i’ als in ‘dik’)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 20 Apr 2019 16:23
    114 reactie(s)

    Versie 45

    Vlaamse uitspraak
    (uitspraakvarianten)

    Heel wat woorden worden in VL anders uitgesproken dan in NL. Dan gaat het niet zozeer over regelgebonden uitspraken zoals de zachte g, maar over woorden zoals pyjama dat in VL als pie-zja-ma en in NL als pie-jaa-maa uitgesproken wordt. Of over klemtonen zoals bij burgemeester waarbij in VL het accent op de eerste lettergreep valt en in NL op de derde. Bij leenwoorden hanteert men in NL zeer dikwijls een nabootsing volgens de Nederlandse klankwetten van de klanken in de oorspronkelijke taal (meestal Engels of Frans), terwijl de uitspraak in VL vervlaamst wordt. Soms wordt in VL een Franse uitspraak gehanteerd, dan volgt de uitspraak in NL meestal het Engels.

    Voor Engelse leenwoorden met korte a is er een afzonderlijk lemma waar deze gevallen ondergebracht kunnen worden.

    Het spijtige is dat de VL media voor deze woorden de NL uitspraak gebruiken ondanks dat de VL uitspraak in VL zeer algemeen is. Dit is een aanfluiting van de V die voor Vlaams staat in o.a. vrt en VTM.

    alfabetische lijst:

    ‘s anderendaags: VL: san·dren·da(a)gs; NL: san·de·ren·daags
    Afrika: VL: a·fri·ka; NL: aa·fri·kaa
    Amerika: VL: a·mee·ri·ka; NL: a·mee·ri·kaa
    Antarctica (idem Arctica): an·tarc·ti·ca; NL: an·tarc·ti·caa
    bijna: VL: bij·na(a)/be·na(a) (zie ook bekan); NL: bij·naa
    bikini: VL: bi·ki·ni; NL: bi·ki·ni
    burgemeester: VL: bur·ge·mees·ter; NL: bur·ge·mees·ter
    carnaval: VL: kar·na·val (Frans); NL: kar·na·val (Engels)
    cichorei: VL: sjie·ko·rei; NL: sie·cho·rei (± fonetisch)
    coup: VL: koe (Frans); NL: koep (± fonetisch)
    detective: VL: de·tek·tie·ve/de·dek·tie·ve (fonetisch); NL: die·tek·tif (Engels)
    Doornroosje: VL: doo·rn·roo·sje; NL: doo·rn·roo·sje
    dossier: VL: dos·sier (fonetisch); NL: do·sjee (Frans)
    elixir: VL: ee·liek·sier/ee·lieg·zier (Arabisch, ’g’ uitgesproken als in het Engelse ‘good’); NL: ee·lik·ser (‘lik’ uitgesproken als ‘dik’)
    energie: VL: e·ner·gie (fonetisch); NL: e·ner·zjie/e·ner·sjie (Frans)
    essay: VL: es· (Frans); NL: es·seej/es·seej (Engels)
    Europa: VL: eu·roo·pa; NL: eu·roo·paa
    flirten: VL: flir·ten (fonetisch); NL: fleur·ten (Engels)
    garantie: VL: ga·ran·tie (Frans; ook ga·ran·sie); NL: ga·ran·tsie
    gelijkvloers: VL: ge·lijk·vloers; NL: ge·lijk·vloers
    Gerard: VL: zjee·raar (Frans); NL: gee·rart (fonetisch)
    gilet: VL: zjie·lee; NL: zjie·lèt
    hifi: VL: haai·fi (Brits Engels); NL: haai·faai (Amerikaans Engels)
    hostess: VL: hos·tès; NL: hos·tes (Engels)
    intrige: VL: in·trie·ge (fonetisch); NL: in·trie·zje/in·trie·sje (hypercorrecte uitspraak van intrige met /ž/ -Frans intrigue)
    jacuzzi: dja·koe·zi/zja·koe·zi; NL: ja·koe·zi
    jenever: VL: zje·nee·ver; NL: je·nee·ver (fonetisch)
    Jos: VL: zjos; NL: jos
    Koran: VL: koo·ran; NL: ko·raan
    lavabo: VL: la·va·boo; NL: la·vaa·boo/la·vaa·boo
    mammoet: VL: mam·moet; NL: mam·moet
    Monaco: VL: Mo·na·coo; NL: Moo·naa·coo
    monopoly: VL: mo·no·poo·ly; NL: mo·noo·pe·ly (Engels)
    nasi (goreng): VL: naa·zi; NL: na·si
    Nobelprijs: VL: No·bel.prijs; NL: No.bèl·prijs
    nostalgie: VL: nos·tal·gie (fonetisch); NL: nos·tal·zjie/nos·tal·sjie (Frans)
    omwenteling: VL: om·wen·te·ling; NL: om·wen·te·ling
    parameter: VL: pa·ra·mee·ter; NL: pa·raa·m?·ter
    parfum: VL: par·fui (Frans, de ‘ui’ is nasaal); NL: par·fum (fonetisch)
    passagier: VL: pas·sa·gier (fonetisch); NL: pas·sa·zjier/pas·sa·sjier
    per se: VL: per see (‘per’ als ‘der’); NL: pèr see (Latijn, ‘pèr’ als ‘ver’)
    pistolet: VL: pis·to·lee; NL: pis·to·lèt
    pyjama: VL: pi·zja·ma; NL: pie·jaa·maa
    record: VL: re·kort (fonetisch); NL: ree·koor (Frans)
    rondpunt: VL: rond·punt; NL: rond·punt
    Roodkapje: VL: rood·kap·je; NL: rood·kap·je
    sceptisch: VL: sep·ties; NL: skep·ties
    Sneeuwwitje: VL: sneeuw·wi·tje; NL: sneeuw·wit·je
    steak: VL: stek/stik (Frans); NL: steek (Engels)
    super, hyper: VL én NL: su·per, hy·per; VL media: sup·per, hip·per
    tabak: VL: ta·bak (zie ook toebak); NL: ta·bak (Frans)
    Tenerife: VL: ·ne·rif ; NL: tee·nee·rie·fee
    terras: VL: tèr·ras; NL: te ras
    ticket: VL: tie·kèt (Frans); NL: tik·ket (Engels)
    trainen: VL: trei·nen; NL: treej·nen (Engels)
    verkoop: VL: ver·koop; NL: vér·koop (tegen alle regels in)
    wodka: VL: vod·ka (Slavisch, de ‘d’ is eerder stemhebbend); NL: wot·kaa (de ‘t’ is stemloos)
    yoghurt: VL: joe·choert (soms joe·goert; ± Turks); NL: jo·chert, jo·ggert (fonetisch)

    woorden op ist/-isme: VL: -ist/-isme (‘i’ als in ‘fiets’); NL: -?st/?sme (‘i’ als in ‘dik’)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 20 Apr 2019 16:20
    114 reactie(s)

    Versie 44

    Vlaamse uitspraak
    (uitspraakvarianten)

    Heel wat woorden worden in VL anders uitgesproken dan in NL. Dan gaat het niet zozeer over regelgebonden uitspraken zoals de zachte g, maar over woorden zoals pyjama dat in VL als pie-zja-ma en in NL als pie-jaa-maa uitgesproken wordt. Of over klemtonen zoals bij burgemeester waarbij in VL het accent op de eerste lettergreep valt en in NL op de derde. Bij leenwoorden hanteert men in NL zeer dikwijls een nabootsing volgens de Nederlandse klankwetten van de klanken in de oorspronkelijke taal (meestal Engels of Frans), terwijl de uitspraak in VL vervlaamst wordt. Soms wordt in VL een Franse uitspraak gehanteerd, dan volgt de uitspraak in NL meestal het Engels.

    Voor Engelse leenwoorden met korte a is er een afzonderlijk lemma waar deze gevallen ondergebracht kunnen worden.

    Het spijtige is dat de VL media voor deze woorden de NL uitspraak gebruiken ondanks dat de VL uitspraak in VL zeer algemeen is. Dit is een aanfluiting van de V die voor Vlaams staat in o.a. vrt en VTM.

    alfabetische lijst:

    ‘s anderendaags: VL: san·dren·da(a)gs; NL: san·de·ren·daags
    Afrika: VL: a·fri·ka; NL: aa·fri·kaa
    Amerika: VL: a·mee·ri·ka; NL: a·mee·ri·kaa
    Antarctica (idem Arctica): an·tarc·ti·ca; NL: an·tarc·ti·caa
    bijna: VL: bij·na(a)/be·na(a) (zie ook bekan); NL: bij·naa
    bikini: VL: bi·ki·ni; NL: bi·ki·ni
    burgemeester: VL: bur·ge·mees·ter; NL: bur·ge·mees·ter
    carnaval: VL: kar·na·val (Frans); NL: kar·na·val (Engels)
    cichorei: VL: sjie·ko·rei; NL: sie·cho·rei (± fonetisch)
    coup: VL: koe (Frans); NL: koep (± fonetisch)
    detective: VL: de·tek·tie·ve/de·dek·tie·ve (fonetisch); NL: die·tek·tif (Engels)
    Doornroosje: VL: doo·rn·roo·sje; NL: doo·rn·roo·sje
    dossier: VL: dos·sier (fonetisch); NL: do·sjee (Frans)
    elixir: VL: ee·liek·sier/ee·lieg·zier (Arabisch, ’g’ uitgesproken als in het Engelse ‘good’); NL: ee·lik·ser (‘lik’ uitgesproken als ‘dik’)
    energie: VL: e·ner·gie (fonetisch); NL: e·ner·zjie/e·ner·sjie (Frans)
    essay: VL: es· (Frans); NL: es·seej/es·seej (Engels)
    Europa: VL: eu·roo·pa; NL: eu·roo·paa
    flirten: VL: flir·ten (fonetisch); NL: fleur·ten (Engels)
    garantie: VL: ga·ran·tie (Frans; ook ga·ran·sie); NL: ga·ran·tsie
    gelijkvloers: VL: ge·lijk·vloers; NL: ge·lijk·vloers
    Gerard: VL: zjee·raar (Frans); NL: gee·rart (fonetisch)
    gilet: VL: zjie·lee; NL: zjie·lèt
    hifi: VL: haai·fi (Brits Engels); NL: haai·faai (Amerikaans Engels)
    hostess: VL: hos·tès; NL: hos·tes (Engels)
    intrige: VL: in·trie·ge (fonetisch); NL: in·trie·zje/in·trie·sje (hypercorrecte uitspraak van intrige met /ž/ -Frans intrigue)
    jacuzzi: dja·koe·zi/zja·koe·zi; NL: ja·koe·zi
    jenever: VL: zje·nee·ver; NL: je·nee·ver (fonetisch)
    Jos: VL: zjos; NL: jos
    Koran: VL: koo·ran; NL: ko·raan
    lavabo: VL: la·va·boo; NL: la·vaa·boo/la·vaa·boo
    monopoly: VL: mo·no·poo·ly; NL: mo·noo·pe·ly (Engels)
    nasi (goreng): VL: naa·zi; NL: na·si
    Nobelprijs: VL: No·bel.prijs; NL: No.bèl·prijs
    nostalgie: VL: nos·tal·gie (fonetisch); NL: nos·tal·zjie/nos·tal·sjie (Frans)
    omwenteling: VL: om·wen·te·ling; NL: om·wen·te·ling
    parfum: VL: par·fui (Frans, de ‘ui’ is nasaal); NL: par·fum (fonetisch)
    passagier: VL: pas·sa·gier (fonetisch); NL: pas·sa·zjier/pas·sa·sjier
    per se: VL: per see (‘per’ als ‘der’); NL: pèr see (Latijn, ‘pèr’ als ‘ver’)
    pistolet: VL: pis·to·lee; NL: pis·to·lèt
    pyjama: VL: pi·zja·ma; NL: pie·jaa·maa
    record: VL: re·kort (fonetisch); NL: ree·koor (Frans)
    rondpunt: VL: rond·punt; NL: rond·punt
    Roodkapje: VL: rood·kap·je; NL: rood·kap·je
    sceptisch: VL: sep·ties; NL: skep·ties
    Sneeuwwitje: VL: sneeuw·wi·tje; NL: sneeuw·wit·je
    steak: VL: stek/stik (Frans); NL: steek (Engels)
    super, hyper: VL én NL: su·per, hy·per; VL media: sup·per, hip·per
    tabak: VL: ta·bak (zie ook toebak); NL: ta·bak (Frans)
    Tenerife: VL: ·ne·rif ; NL: tee·nee·rie·fee
    terras: VL: tèr·ras; NL: te ras
    ticket: VL: tie·kèt (Frans); NL: tik·ket (Engels)
    trainen: VL: trei·nen; NL: treej·nen (Engels)
    verkoop: VL: ver·koop; NL: vér·koop (tegen alle regels in)
    wodka: VL: vod·ka (de ‘d’ is eerder stemhebbend); NL: wot·kaa (de ‘t’ is stemloos)
    yoghurt: VL: joe·choert (soms joe·goert); NL: jo·chert, jo·ggert

    woorden op ist/-isme: VL: -ist/-isme (‘i’ als in ‘fiets’); NL: -?st/?sme (‘i’ als in ‘dik’)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 13 Apr 2019 21:55
    114 reactie(s)

    Versie 43

    Vlaamse uitspraak
    (uitspraakvarianten)

    Heel wat woorden worden in VL anders uitgesproken dan in NL. Dan gaat het niet zozeer over regelgebonden uitspraken zoals de zachte g, maar over woorden zoals pyjama dat in VL als pie-zja-ma en in NL als pie-jaa-maa uitgesproken wordt. Of over klemtonen zoals bij burgemeester waarbij in VL het accent op de eerste lettergreep valt en in NL op de derde. Bij leenwoorden hanteert men in NL zeer dikwijls een nabootsing volgens de Nederlandse klankwetten van de klanken in de oorspronkelijke taal (meestal Engels of Frans), terwijl de uitspraak in VL vervlaamst wordt. Soms wordt in VL een Franse uitspraak gehanteerd, dan volgt de uitspraak in NL meestal het Engels.

    Voor Engelse leenwoorden met korte a is er een afzonderlijk lemma waar deze gevallen ondergebracht kunnen worden.

    Het spijtige is dat de VL media voor deze woorden de NL uitspraak gebruiken ondanks dat de VL uitspraak in VL zeer algemeen is. Dit is een aanfluiting van de V die voor Vlaams staat in o.a. vrt en VTM.

    alfabetische lijst:

    ‘s anderendaags: VL: san·dren·da(a)gs; NL: san·de·ren·daags
    Afrika: VL: a·fri·ka; NL: aa·fri·kaa
    Amerika: VL: a·mee·ri·ka; NL: a·mee·ri·kaa
    Antarctica (idem Arctica): an·tarc·ti·ca; NL: an·tarc·ti·caa
    bijna: VL: bij·na(a)/be·na(a) (zie ook bekan); NL: bij·naa
    bikini: VL: bi·ki·ni; NL: bi·ki·ni
    burgemeester: VL: bur·ge·mees·ter; NL: bur·ge·mees·ter
    carnaval: VL: kar·na·val (Frans); NL: kar·na·val (Engels)
    cichorei: VL: sjie·ko·rei; NL: sie·cho·rei (± fonetisch)
    coup: VL: koe (Frans); NL: koep (± fonetisch)
    detective: VL: de·tek·tie·ve/de·dek·tie·ve (fonetisch); NL: die·tek·tif (Engels)
    Doornroosje: VL: doo·rn·roo·sje; NL: doo·rn·roo·sje
    dossier: VL: dos·sier (fonetisch); NL: do·sjee (Frans)
    elixir: VL: ee·liek·sier/ee·lieg·zier (Arabisch, ’g’ uitgesproken als in het Engelse ‘good’); NL: ee·lik·ser (‘lik’ uitgesproken als ‘dik’)
    energie: VL: e·ner·gie (fonetisch); NL: e·ner·zjie/e·ner·sjie (Frans)
    essay: VL: es· (Frans); NL: es·seej/es·seej (Engels)
    Europa: VL: eu·roo·pa; NL: eu·roo·paa
    flirten: VL: flir·ten (fonetisch); NL: fleur·ten (Engels)
    garantie: VL: ga·ran·tie (Frans; ook ga·ran·sie); NL: ga·ran·tsie
    Gerard: VL: zjee·raar (Frans); NL: gee·rart (fonetisch)
    gilet: VL: zjie·lee; NL: zjie·lèt
    hifi: VL: haai·fi (Brits Engels); NL: haai·faai (Amerikaans Engels)
    hostess: VL: hos·tès; NL: hos·tes (Engels)
    intrige: VL: in·trie·ge (fonetisch); NL: in·trie·zje/in·trie·sje (hypercorrecte uitspraak van intrige met /ž/ -Frans intrigue)
    jacuzzi: dja·koe·zi/zja·koe·zi; NL: ja·koe·zi
    jenever: VL: zje·nee·ver; NL: je·nee·ver (fonetisch)
    Jos: VL: zjos; NL: jos
    Koran: VL: koo·ran; NL: ko·raan
    lavabo: VL: la·va·boo; NL: la·vaa·boo/la·vaa·boo
    monopoly: VL: mo·no·poo·ly; NL: mo·noo·pe·ly (Engels)
    nasi (goreng): VL: naa·zi; NL: na·si
    Nobelprijs: VL: No·bel.prijs; NL: No.bèl·prijs
    nostalgie: VL: nos·tal·gie (fonetisch); NL: nos·tal·zjie/nos·tal·sjie (Frans)
    omwenteling: VL: om·wen·te·ling; NL: om·wen·te·ling
    parfum: VL: par·fui (Frans, de ‘ui’ is nasaal); NL: par·fum (fonetisch)
    passagier: VL: pas·sa·gier (fonetisch); NL: pas·sa·zjier/pas·sa·sjier
    per se: VL: per see (‘per’ als ‘der’); NL: pèr see (Latijn, ‘pèr’ als ‘ver’)
    pistolet: VL: pis·to·lee; NL: pis·to·lèt
    pyjama: VL: pi·zja·ma; NL: pie·jaa·maa
    record: VL: re·kort (fonetisch); NL: ree·koor (Frans)
    rondpunt: VL: rond·punt; NL: rond·punt
    Roodkapje: VL: rood·kap·je; NL: rood·kap·je
    sceptisch: VL: sep·ties; NL: skep·ties
    Sneeuwwitje: VL: sneeuw·wi·tje; NL: sneeuw·wit·je
    steak: VL: stek/stik (Frans); NL: steek (Engels)
    super, hyper: VL én NL: su·per, hy·per; VL media: sup·per, hip·per
    tabak: VL: ta·bak (zie ook toebak); NL: ta·bak (Frans)
    Tenerife: VL: ·ne·rif ; NL: tee·nee·rie·fee
    terras: VL: tèr·ras; NL: te ras
    ticket: VL: tie·kèt (Frans); NL: tik·ket (Engels)
    trainen: VL: trei·nen; NL: treej·nen (Engels)
    verkoop: VL: ver·koop; NL: vér·koop (tegen alle regels in)
    wodka: VL: vod·ka (de ‘d’ is eerder stemhebbend); NL: wot·kaa (de ‘t’ is stemloos)
    yoghurt: VL: joe·choert (soms joe·goert); NL: jo·chert, jo·ggert

    woorden op ist/-isme: VL: -ist/-isme (‘i’ als in ‘fiets’); NL: -?st/?sme (‘i’ als in ‘dik’)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Georges Grootjans op 02 Apr 2019 21:31
    114 reactie(s)

    Versie 42

    Vlaamse uitspraak
    (uitspraakvarianten)

    Heel wat woorden worden in VL anders uitgesproken dan in NL. Dan gaat het niet zozeer over regelgebonden uitspraken zoals de zachte g, maar over woorden zoals pyjama dat in VL als pie-zja-ma en in NL als pie-jaa-maa uitgesproken wordt. Of over klemtonen zoals bij burgemeester waarbij in VL het accent op de eerste lettergreep valt en in NL op de derde. Bij leenwoorden hanteert men in NL zeer dikwijls een nabootsing volgens de Nederlandse klankwetten van de klanken in de oorspronkelijke taal (meestal Engels of Frans), terwijl de uitspraak in VL vervlaamst wordt. Soms wordt in VL een Franse uitspraak gehanteerd, dan volgt de uitspraak in NL meestal het Engels.

    Voor Engelse leenwoorden met korte a is er een afzonderlijk lemma waar deze gevallen ondergebracht kunnen worden.

    Het spijtige is dat de VL media voor deze woorden de NL uitspraak gebruiken ondanks dat de VL uitspraak in VL zeer algemeen is. Dit is een aanfluiting van de V die voor Vlaams staat in o.a. vrt en VTM.

    alfabetische lijst:

    ‘s anderendaags: VL: san·dren·da(a)gs; NL: san·de·ren·daags
    Afrika: VL: a·fri·ka; NL: aa·fri·kaa
    Amerika: VL: a·mee·ri·ka; NL: a·mee·ri·kaa
    Antarctica (idem Arctica): an·tarc·ti·ca; NL: an·tarc·ti·caa
    bijna: VL: bij·na(a)/be·na(a) (zie ook bekan); NL: bij·naa
    bikini: VL: bi·ki·ni; NL: bi·ki·ni
    burgemeester: VL: bur·ge·mees·ter; NL: bur·ge·mees·ter
    carnaval: VL: kar·na·val (Frans); NL: kar·na·val (Engels)
    cichorei: VL: sjie·ko·rei; NL: sie·cho·rei (± fonetisch)
    coup: VL: koe (Frans); NL: koep (± fonetisch)
    detective: VL: de·tek·tie·ve/de·dek·tie·ve (fonetisch); NL: die·tek·tif (Engels)
    Doornroosje: VL: doo·rn·roo·sje; NL: doo·rn·roo·sje
    dossier: VL: dos·sier (fonetisch); NL: do·sjee (Frans)
    elixir: VL: ee·liek·sier/ee·lieg·zier (Arabisch, ’g’ uitgesproken als in het Engelse ‘good’); NL: ee·lik·ser (‘lik’ uitgesproken als ‘dik’)
    energie: VL: e·ner·gie (fonetisch); NL: e·ner·zjie/e·ner·sjie (Frans)
    essay: VL: es· (Frans); NL: es·seej/es·seej (Engels)
    Europa: VL: eu·roo·pa; NL: eu·roo·paa
    flirten: VL: flir·ten (fonetisch); NL: fleur·ten (Engels)
    garantie: VL: ga·ran·tie (Frans; ook ga·ran·sie); NL: ga·ran·tsie
    Gerard: VL: zjee·raar (Frans); NL: gee·rart (fonetisch)
    gilet: VL: zjie·lee; NL: zjie·lèt
    hifi: VL: haai·fi (Brits Engels); NL: haai·faai (Amerikaans Engels)
    hostess: VL: hos·tès; NL: hos·tes (Engels)
    intrige: VL: in·trie·ge (fonetisch); NL: in·trie·zje/in·trie·sje (hypercorrecte uitspraak van intrige met /ž/ -Frans intrigue)
    jacuzzi: dja·koe·zi/zja·koe·zi; NL: ja·koe·zi
    jenever: VL: zje·nee·ver; NL: je·nee·ver (fonetisch)
    Jos: VL: zjos; NL: jos
    Koran: VL: koo·ran; NL: ko·raan
    lavabo: VL: la·va·boo; NL: la·vaa·boo/la·vaa·boo
    monopoly: VL: mo·no·poo·ly; NL: mo·noo·pe·ly (Engels)
    nasi (goreng): VL: naa·zi; NL: na·si
    nostalgie: VL: nos·tal·gie (fonetisch); NL: nos·tal·zjie/nos·tal·sjie (Frans)
    omwenteling: VL: om·wen·te·ling; NL: om·wen·te·ling
    parfum: VL: par·fui (Frans, de ‘ui’ is nasaal); NL: par·fum (fonetisch)
    passagier: VL: pas·sa·gier (fonetisch); NL: pas·sa·zjier/pas·sa·sjier
    per se: VL: per see (‘per’ als ‘der’); NL: pèr see (Latijn, ‘pèr’ als ‘ver’)
    pistolet: VL: pis·to·lee; NL: pis·to·lèt
    pyjama: VL: pi·zja·ma; NL: pie·jaa·maa
    record: VL: re·kort (fonetisch); NL: ree·koor (Frans)
    rondpunt: VL: rond·punt; NL: rond·punt
    Roodkapje: VL: rood·kap·je; NL: rood·kap·je
    sceptisch: VL: sep·ties; NL: skep·ties
    Sneeuwwitje: VL: sneeuw·wi·tje; NL: sneeuw·wit·je
    steak: VL: stek/stik (Frans); NL: steek (Engels)
    super, hyper: VL én NL: su·per, hy·per; VL media: sup·per, hip·per
    tabak: VL: ta·bak (zie ook toebak); NL: ta·bak (Frans)
    Tenerife: VL: ·ne·rif ; NL: tee·nee·rie·fee
    terras: VL: tèr·ras; NL: te ras
    ticket: VL: tie·kèt (Frans); NL: tik·ket (Engels)
    trainen: VL: trei·nen; NL: treej·nen (Engels)
    verkoop: VL: ver·koop; NL: vér·koop (tegen alle regels in)
    wodka: VL: vod·ka (de ‘d’ is eerder stemhebbend); NL: wot·kaa (de ‘t’ is stemloos)
    yoghurt: VL: joe·choert (soms joe·goert); NL: jo·chert, jo·ggert

    woorden op ist/-isme: VL: -ist/-isme (‘i’ als in ‘fiets’); NL: -?st/?sme (‘i’ als in ‘dik’)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 25 Mar 2019 21:02
    114 reactie(s)

    Versie 41

    Vlaamse uitspraak
    (uitspraakvarianten)

    Heel wat woorden worden in VL anders uitgesproken dan in NL. Dan gaat het niet zozeer over regelgebonden uitspraken zoals de zachte g, maar over woorden zoals pyjama dat in VL als pie-zja-ma en in NL als pie-jaa-maa uitgesproken wordt. Of over klemtonen zoals bij burgemeester waarbij in VL het accent op de eerste lettergreep valt en in NL op de derde. Bij leenwoorden hanteert men in NL zeer dikwijls een nabootsing volgens de Nederlandse klankwetten van de klanken in de oorspronkelijke taal (meestal Engels of Frans), terwijl de uitspraak in VL vervlaamst wordt. Soms wordt in VL een Franse uitspraak gehanteerd, dan volgt de uitspraak in NL meestal het Engels.

    Voor Engelse leenwoorden met korte a is er een afzonderlijk lemma waar deze gevallen ondergebracht kunnen worden.

    Het spijtige is dat de VL media voor deze woorden de NL uitspraak gebruiken ondanks dat de VL uitspraak in VL zeer algemeen is. Dit is een aanfluiting van de V die voor Vlaams staat in o.a. vrt en VTM.

    alfabetische lijst:

    ‘s anderendaags: VL: san·dren·da(a)gs; NL: san·de·ren·daags
    Afrika: VL: a·fri·ka; NL: aa·fri·kaa
    Amerika: VL: a·mee·ri·ka; NL: a·mee·ri·kaa
    Antarctica (idem Arctica): an·tarc·ti·ca; NL: an·tarc·ti·caa
    bijna: VL: bij·na(a)/be·na(a) (zie ook bekan); NL: bij·naa
    bikini: VL: bi·ki·ni; NL: bi·ki·ni
    burgemeester: VL: bur·ge·mees·ter; NL: bur·ge·mees·ter
    carnaval: VL: kar·na·val (Frans); NL: kar·na·val (Engels)
    cichorei: VL: sjie·ko·rei; NL: sie·cho·rei (± fonetisch)
    coup: VL: koe (Frans); NL: koep (± fonetisch)
    detective: VL: de·tek·tie·ve/de·dek·tie·ve (fonetisch); NL: die·tek·tif (Engels)
    Doornroosje: VL: doo·rn·roo·sje; NL: doo·rn·roo·sje
    dossier: VL: dos·sier (fonetisch); NL: do·sjee (Frans)
    elixir: VL: ee·liek·sier/ee·lieg·zier (Arabisch, ’g’ uitgesproken als in het Engelse ‘good’); NL: ee·lik·ser (‘lik’ uitgesproken als ‘dik’)
    energie: VL: e·ner·gie (fonetisch); NL: e·ner·zjie/e·ner·sjie (Frans)
    essay: VL: es· (Frans); NL: es·seej/es·seej (Engels)
    Europa: VL: eu·roo·pa; NL: eu·roo·paa
    flirten: VL: flir·ten (fonetisch); NL: fleur·ten (Engels)
    garantie: VL: ga·ran·tie (Frans; ook ga·ran·sie); NL: ga·ran·tsie
    Gerard: VL: zjee·raar (Frans); NL: gee·rart (fonetisch)
    gilet: VL: zjie·lee; NL: zjie·lèt
    hifi: VL: haai·fi (Brits Engels); NL: haai·faai (Amerikaans Engels)
    hostess: VL: hos·tès; NL: hos·tes (Engels)
    intrige: VL: in·trie·ge (fonetisch); NL: in·trie·zje/in·trie·sje (hypercorrecte uitspraak van intrige met /ž/ -Frans intrigue)
    jenever: VL: zje·nee·ver; NL: je·nee·ver (fonetisch)
    Jos: VL: zjos; NL: jos
    Koran: VL: koo·ran; NL: ko·raan
    lavabo: VL: la·va·boo; NL: la·vaa·boo/la·vaa·boo
    monopoly: VL: mo·no·poo·ly; NL: mo·noo·pe·ly (Engels)
    nasi (goreng): VL: naa·zi; NL: na·si
    nostalgie: VL: nos·tal·gie (fonetisch); NL: nos·tal·zjie/nos·tal·sjie (Frans)
    omwenteling: VL: om·wen·te·ling; NL: om·wen·te·ling
    parfum: VL: par·fui (Frans, de ‘ui’ is nasaal); NL: par·fum (fonetisch)
    passagier: VL: pas·sa·gier (fonetisch); NL: pas·sa·zjier/pas·sa·sjier
    per se: VL: per see (‘per’ als ‘der’); NL: pèr see (Latijn, ‘pèr’ als ‘ver’)
    pistolet: VL: pis·to·lee; NL: pis·to·lèt
    pyjama: VL: pi·zja·ma; NL: pie·jaa·maa
    record: VL: re·kort (fonetisch); NL: ree·koor (Frans)
    rondpunt: VL: rond·punt; NL: rond·punt
    Roodkapje: VL: rood·kap·je; NL: rood·kap·je
    sceptisch: VL: sep·ties; NL: skep·ties
    Sneeuwwitje: VL: sneeuw·wi·tje; NL: sneeuw·wit·je
    steak: VL: stek/stik (Frans); NL: steek (Engels)
    super, hyper: VL én NL: su·per, hy·per; VL media: sup·per, hip·per
    tabak: VL: ta·bak (zie ook toebak); NL: ta·bak (Frans)
    Tenerife: VL: ·ne·rif ; NL: tee·nee·rie·fee
    terras: VL: tèr·ras; NL: te ras
    ticket: VL: tie·kèt (Frans); NL: tik·ket (Engels)
    trainen: VL: trei·nen; NL: treej·nen (Engels)
    verkoop: VL: ver·koop; NL: vér·koop (tegen alle regels in)
    wodka: VL: vod·ka (de ‘d’ is eerder stemhebbend); NL: wot·kaa (de ‘t’ is stemloos)
    yoghurt: VL: joe·choert (soms joe·goert); NL: jo·chert, jo·ggert

    woorden op ist/-isme: VL: -ist/-isme (‘i’ als in ‘fiets’); NL: -?st/?sme (‘i’ als in ‘dik’)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 24 Mar 2019 12:57
    114 reactie(s)

    Versie 40

    Vlaamse uitspraak
    (uitspraakvarianten)

    Heel wat woorden worden in VL anders uitgesproken dan in NL. Dan gaat het niet zozeer over regelgebonden uitspraken zoals de zachte g, maar over woorden zoals pyjama dat in VL als pie-zja-ma en in NL als pie-jaa-maa uitgesproken wordt. Of over klemtonen zoals bij burgemeester waarbij in VL het accent op de eerste lettergreep valt en in NL op de derde. Bij leenwoorden hanteert men in NL zeer dikwijls een nabootsing volgens de Nederlandse klankwetten van de klanken in de oorspronkelijke taal (meestal Engels of Frans), terwijl de uitspraak in VL vervlaamst wordt. Soms wordt in VL een Franse uitspraak gehanteerd, dan volgt de uitspraak in NL meestal het Engels.

    Voor Engelse leenwoorden met korte a is er een afzonderlijk lemma waar deze gevallen ondergebracht kunnen worden.

    Het spijtige is dat de VL media voor deze woorden de NL uitspraak gebruiken ondanks dat de VL uitspraak in VL zeer algemeen is. Dit is een aanfluiting van de V die voor Vlaams staat in o.a. vrt en VTM.

    alfabetische lijst:

    ‘s anderendaags: VL: san·dren·da(a)gs; NL: san·de·ren·daags
    Afrika: VL: a·fri·ka; NL: aa·fri·kaa
    Amerika: VL: a·mee·ri·ka; NL: a·mee·ri·kaa
    Antarctica (idem Arctica): an·tarc·ti·ca; NL: an·tarc·ti·caa
    bijna: VL: bij·na(a)/be·na(a) (zie ook bekan); NL: bij·naa
    bikini: VL: bi·ki·ni; NL: bi·ki·ni
    burgemeester: VL: bur·ge·mees·ter; NL: bur·ge·mees·ter
    carnaval: VL: kar·na·val (Frans); NL: kar·na·val (Engels)
    cichorei: VL: sjie·ko·rei; NL: sie·cho·rei (± fonetisch)
    coup: VL: koe (Frans); NL: koep (± fonetisch)
    detective: VL: de·tek·tie·ve/de·dek·tie·ve (fonetisch); NL: die·tek·tif (Engels)
    Doornroosje: VL: doo·rn·roo·sje; NL: doo·rn·roo·sje
    dossier: VL: dos·sier (fonetisch); NL: do·sjee (Frans)
    elixir: VL: ee·liek·sier/ee·lieg·zier (Arabisch, ’g’ uitgesproken als in het Engelse ‘good’); NL: ee·lik·ser (‘lik’ uitgesproken als ‘dik’)
    energie: VL: e·ner·gie (fonetisch); NL: e·ner·zjie/e·ner·sjie (Frans)
    essay: VL: es· (Frans); NL: es·seej/es·seej (Engels)
    Europa: VL: eu·roo·pa; NL: eu·roo·paa
    flirten: VL: flir·ten (fonetisch); NL: fleur·ten (Engels)
    garantie: VL: ga·ran·tie (Frans; ook ga·ran·sie); NL: ga·ran·tsie
    Gerard: VL: zjee·raar (Frans); NL: gee·rart (fonetisch)
    gilet: VL: zjie·lee; NL: zjie·lèt
    hifi: VL: haai·fi (Brits Engels); NL: haai·faai (Amerikaans Engels)
    hostess: VL: hos·tès; NL: hos·tes (Engels)
    intrige: VL: in·trie·ge (fonetisch); NL: in·trie·zje/in·trie·sje (hypercorrecte uitspraak van intrige met /ž/ -Frans intrigue)
    jenever: VL: zje·nee·ver; NL: je·nee·ver (fonetisch)
    Koran: VL: koo·ran; NL: ko·raan
    lavabo: VL: la·va·boo; NL: la·vaa·boo/la·vaa·boo
    monopoly: VL: mo·no·poo·ly; NL: mo·noo·pe·ly (Engels)
    nasi (goreng): VL: naa·zi; NL: na·si
    nostalgie: VL: nos·tal·gie (fonetisch); NL: nos·tal·zjie/nos·tal·sjie (Frans)
    omwenteling: VL: om·wen·te·ling; NL: om·wen·te·ling
    parfum: VL: par·fui (Frans, de ‘ui’ is nasaal); NL: par·fum (fonetisch)
    passagier: VL: pas·sa·gier (fonetisch); NL: pas·sa·zjier/pas·sa·sjier
    per se: VL: per see (‘per’ als ‘der’); NL: pèr see (Latijn, ‘pèr’ als ‘ver’)
    pistolet: VL: pis·to·lee; NL: pis·to·lèt
    pyjama: VL: pi·zja·ma; NL: pie·jaa·maa
    record: VL: re·kort (fonetisch); NL: ree·koor (Frans)
    rondpunt: VL: rond·punt; NL: rond·punt
    Roodkapje: VL: rood·kap·je; NL: rood·kap·je
    sceptisch: VL: sep·ties; NL: skep·ties
    Sneeuwwitje: VL: sneeuw·wi·tje; NL: sneeuw·wit·je
    steak: VL: stek/stik (Frans); NL: steek (Engels)
    super, hyper: VL én NL: su·per, hy·per; VL media: sup·per, hip·per
    tabak: VL: ta·bak (zie ook toebak); NL: ta·bak (Frans)
    Tenerife: VL: ·ne·rif ; NL: tee·nee·rie·fee
    terras: VL: tèr·ras; NL: te ras
    ticket: VL: tie·kèt (Frans); NL: tik·ket (Engels)
    trainen: VL: trei·nen; NL: treej·nen (Engels)
    verkoop: VL: ver·koop; NL: vér·koop (tegen alle regels in)
    wodka: VL: vod·ka (de ‘d’ is eerder stemhebbend); NL: wot·kaa (de ‘t’ is stemloos)
    yoghurt: VL: joe·choert (soms joe·goert); NL: jo·chert, jo·ggert

    woorden op ist/-isme: VL: -ist/-isme (‘i’ als in ‘fiets’); NL: -?st/?sme (‘i’ als in ‘dik’)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 24 Mar 2019 12:56
    114 reactie(s)

    Versie 39

    Vlaamse uitspraak
    (uitspraakvarianten)

    Heel wat woorden worden in VL anders uitgesproken dan in NL. Dan gaat het niet zozeer over regelgebonden uitspraken zoals de zachte g, maar over woorden zoals pyjama dat in VL als pie-zja-ma en in NL als pie-jaa-maa uitgesproken wordt. Of over klemtonen zoals bij burgemeester waarbij in VL het accent op de eerste lettergreep valt en in NL op de derde. Bij leenwoorden hanteert men in NL zeer dikwijls een nabootsing volgens de Nederlandse klankwetten van de klanken in de oorspronkelijke taal (meestal Engels of Frans), terwijl de uitspraak in VL vervlaamst wordt. Soms wordt in VL een Franse uitspraak gehanteerd, dan volgt de uitspraak in NL meestal het Engels.

    Voor Engelse leenwoorden met korte a is er een afzonderlijk lemma waar deze gevallen ondergebracht kunnen worden.

    Het spijtige is dat de VL media voor deze woorden de NL uitspraak gebruiken ondanks dat de VL uitspraak in VL zeer algemeen is. Dit is een aanfluiting van de V die voor Vlaams staat in o.a. vrt en VTM.

    alfabetische lijst:

    ‘s anderendaags: VL: san·dren·da(a)gs; NL: san·de·ren·daags
    Afrika: VL: a·fri·ka; NL: aa·fri·kaa
    Amerika: VL: a·mee·ri·ka; NL: a·mee·ri·kaa
    Antarctica (idem Arctica): an·tarc·ti·ca; NL: an·tarc·ti·caa
    bijna: VL: bij·na(a)/be·na(a) (zie ook bekan); NL: bij·naa
    bikini: VL: bi·ki·ni; NL: bi·ki·ni
    burgemeester: VL: bur·ge·mees·ter; NL: bur·ge·mees·ter
    carnaval: VL: kar·na·val (Frans); NL: kar·na·val (Engels)
    cichorei: VL: sjie·ko·rei; NL: sie·cho·rei (± fonetisch)
    coup: VL: koe (Frans); NL: koep (± fonetisch)
    detective: VL: de·tek·tie·ve/de·dek·tie·ve (fonetisch); NL: die·tek·tif (Engels)
    Doornroosje: VL: doo·rn·roo·sje; NL: doo·rn·roo·sje
    dossier: VL: dos·sier (fonetisch); NL: do·sjee (Frans)
    elixir: VL: ee·liek·sier/ee·lieg·zier (Arabisch, ’g’ uitgesproken als in het Engelse ‘good’); NL: ee·lik·ser (‘lik’ uitgesproken als ‘dik’)
    energie: VL: e·ner·gie (fonetisch); NL: e·ner·zjie/e·ner·sjie (Frans)
    essay: VL: es· (Frans); NL: es·seej/es·seej (Engels)
    Europa: VL: eu·roo·pa; NL: eu·roo·paa
    flirten: VL: flir·ten (fonetisch); NL: fleur·ten (Engels)
    garantie: VL: ga·ran·tie (Frans; ook ga·ran·sie); NL: ga·ran·tsie
    Gerard: VL: zjee·raar (Frans); NL: gee·rart (fonetisch)
    gilet: VL: zjie·lee; NL: zjie·lèt
    hifi: VL: haai·fi (Brits Engels); NL: haai·faai (Amerikaans Engels)
    hostess: VL: hos·tès; NL: hos·tes (Engels)
    intrige: VL: in·trie·ge (fonetisch); NL: in·trie·zje/in·trie·sje (hypercorrecte uitspraak van intrige met /ž/ -Frans intrigue)
    jenever: VL: zje·nee·ver; NL: je·nee·ver (fonetisch)
    Koran: VL: koo·ran; NL: ko·raan
    lavabo: VL: la·va·boo; NL: la·vaa·boo/la·vaa·boo
    monopoly: VL: mo·no·poo·ly; NL: mo·noo·pe·ly (Engels)
    nasi (goreng): VL: naa·zi; NL: na·si
    nostalgie: VL: nos·tal·gie (fonetisch); NL: nos·tal·zjie/nos·tal·sjie (Frans)
    omwenteling: VL: om·wen·te·ling; NL: om·wen·te·ling
    parfum: VL: par·fui (Frans, de ‘ui’ is nasaal); NL: par·fum (fonetisch)
    passagier: VL: pas·sa·gier (fonetisch); NL: pas·sa·zjier/pas·sa·sjier
    per se: VL: per see (‘per’ als ‘der’); NL: pèr see (‘pèr’ als ‘ver’)
    pistolet: VL: pis·to·lee; NL: pis·to·lèt
    pyjama: VL: pi·zja·ma; NL: pie·jaa·maa
    record: VL: re·kort (fonetisch); NL: ree·koor (Frans)
    rondpunt: VL: rond·punt; NL: rond·punt
    Roodkapje: VL: rood·kap·je; NL: rood·kap·je
    sceptisch: VL: sep·ties; NL: skep·ties
    Sneeuwwitje: VL: sneeuw·wi·tje; NL: sneeuw·wit·je
    steak: VL: stek/stik (Frans); NL: steek (Engels)
    super, hyper: VL én NL: su·per, hy·per; VL media: sup·per, hip·per
    tabak: VL: ta·bak (zie ook toebak); NL: ta·bak (Frans)
    Tenerife: VL: ·ne·rif ; NL: tee·nee·rie·fee
    terras: VL: tèr·ras; NL: te ras
    ticket: VL: tie·kèt (Frans); NL: tik·ket (Engels)
    trainen: VL: trei·nen; NL: treej·nen (Engels)
    verkoop: VL: ver·koop; NL: vér·koop (tegen alle regels in)
    wodka: VL: vod·ka (de ‘d’ is eerder stemhebbend); NL: wot·kaa (de ‘t’ is stemloos)
    yoghurt: VL: joe·choert (soms joe·goert); NL: jo·chert, jo·ggert

    woorden op ist/-isme: VL: -ist/-isme (‘i’ als in ‘fiets’); NL: -?st/?sme (‘i’ als in ‘dik’)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 24 Mar 2019 12:56
    114 reactie(s)

    Versie 38

    Vlaamse uitspraak
    (uitspraakvarianten)

    Heel wat woorden worden in VL anders uitgesproken dan in NL. Dan gaat het niet zozeer over regelgebonden uitspraken zoals de zachte g, maar over woorden zoals pyjama dat in VL als pie-zja-ma en in NL als pie-jaa-maa uitgesproken wordt. Of over klemtonen zoals bij burgemeester waarbij in VL het accent op de eerste lettergreep valt en in NL op de derde. Bij leenwoorden hanteert men in NL zeer dikwijls een nabootsing volgens de Nederlandse klankwetten van de klanken in de oorspronkelijke taal (meestal Engels of Frans), terwijl de uitspraak in VL vervlaamst wordt. Soms wordt in VL een Franse uitspraak gehanteerd, dan volgt de uitspraak in NL meestal het Engels.

    Voor Engelse leenwoorden met korte a is er een afzonderlijk lemma waar deze gevallen ondergebracht kunnen worden.

    Het spijtige is dat de VL media voor deze woorden de NL uitspraak gebruiken ondanks dat de VL uitspraak in VL zeer algemeen is. Dit is een aanfluiting van de V die voor Vlaams staat in o.a. vrt en VTM.

    alfabetische lijst:

    ‘s anderendaags: VL: san·dren·da(a)gs; NL: san·de·ren·daags
    Afrika: VL: a·fri·ka; NL: aa·fri·kaa
    Amerika: VL: a·mee·ri·ka; NL: a·mee·ri·kaa
    Antarctica (idem Arctica): an·tarc·ti·ca; NL: an·tarc·ti·caa
    bijna: VL: bij·na(a)/be·na(a) (zie ook bekan); NL: bij·naa
    bikini: VL: bi·ki·ni; NL: bi·ki·ni
    burgemeester: VL: bur·ge·mees·ter; NL: bur·ge·mees·ter
    carnaval: VL: kar·na·val (Frans); NL: kar·na·val (Engels)
    cichorei: VL: sjie·ko·rei; NL: sie·cho·rei (± fonetisch)
    coup: VL: koe (Frans); NL: koep (± fonetisch)
    detective: VL: de·tek·tie·ve/de·dek·tie·ve (fonetisch); NL: die·tek·tif (Engels)
    Doornroosje: VL: doo·rn·roo·sje; NL: doo·rn·roo·sje
    dossier: VL: dos·sier (fonetisch); NL: do·sjee (Frans)
    elixir: VL: ee·liek·sier/ee·lieg·zier (Arabisch, ’g’ uitgesproken als in het Engelse ‘good’); NL: ee·lik·ser (‘lik’ uitgesproken als ‘dik’)
    energie: VL: e·ner·gie (fonetisch); NL: e·ner·zjie/e·ner·sjie (Frans)
    essay: VL: es· (Frans); NL: es·seej/es·seej (Engels)
    Europa: VL: eu·roo·pa; NL: eu·roo·paa
    flirten: VL: flir·ten (fonetisch); NL: fleur·ten (Engels)
    garantie: VL: ga·ran·tie (Frans; ook ga·ran·sie); NL: ga·ran·tsie
    Gerard: VL: zjee·raar (Frans); NL: gee·rart (fonetisch)
    gilet: VL: zjie·lee; NL: zjie·lèt
    hifi: VL: haai·fi (Brits Engels); NL: haai·faai (Amerikaans Engels)
    hostess: VL: hos·tès; NL: hos·tes (Engels)
    intrige: VL: in·trie·ge (fonetisch); NL: in·trie·zje/in·trie·sje (hypercorrecte uitspraak van intrige met /ž/ -Frans intrigue)
    jenever: VL: zje·nee·ver; NL: je·nee·ver (fonetisch)
    Koran: VL: koo·ran; NL: ko·raan
    lavabo: VL: la·va·boo; NL: la·vaa·boo/la·vaa·boo
    monopoly: VL: mo·no·poo·ly; NL: mo·noo·pe·ly (Engels)
    nasi (goreng): VL: naa·zi; NL: na·si
    nostalgie: VL: nos·tal·gie (fonetisch); NL: nos·tal·zjie/nos·tal·sjie (Frans)
    omwenteling: VL: om·wen·te·ling; NL: om·wen·te·ling
    parfum: VL: par·fui (Frans, de ‘ui’ is nasaal); NL: par·fum (fonetisch)
    passagier: VL: pas·sa·gier (fonetisch); NL: pas·sa·zjier/pas·sa·sjier
    pistolet: VL: pis·to·lee; NL: pis·to·lèt
    pyjama: VL: pi·zja·ma; NL: pie·jaa·maa
    record: VL: re·kort (fonetisch); NL: ree·koor (Frans)
    rondpunt: VL: rond·punt; NL: rond·punt
    Roodkapje: VL: rood·kap·je; NL: rood·kap·je
    sceptisch: VL: sep·ties; NL: skep·ties
    Sneeuwwitje: VL: sneeuw·wi·tje; NL: sneeuw·wit·je
    steak: VL: stek/stik (Frans); NL: steek (Engels)
    super, hyper: VL én NL: su·per, hy·per; VL media: sup·per, hip·per
    tabak: VL: ta·bak (zie ook toebak); NL: ta·bak (Frans)
    Tenerife: VL: ·ne·rif ; NL: tee·nee·rie·fee
    terras: VL: tèr·ras; NL: te ras
    ticket: VL: tie·kèt (Frans); NL: tik·ket (Engels)
    trainen: VL: trei·nen; NL: treej·nen (Engels)
    verkoop: VL: ver·koop; NL: vér·koop (tegen alle regels in)
    wodka: VL: vod·ka (de ‘d’ is eerder stemhebbend); NL: wot·kaa (de ‘t’ is stemloos)
    yoghurt: VL: joe·choert (soms joe·goert); NL: jo·chert, jo·ggert

    woorden op ist/-isme: VL: -ist/-isme (‘i’ als in ‘fiets’); NL: -?st/?sme (‘i’ als in ‘dik’)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 22 Mar 2019 12:03
    114 reactie(s)

    Versie 37

    Vlaamse uitspraak
    (uitspraakvarianten)

    Heel wat woorden worden in VL anders uitgesproken dan in NL. Dan gaat het niet zozeer over regelgebonden uitspraken zoals de zachte g, maar over woorden zoals pyjama dat in VL als pie-zja-ma en in NL als pie-jaa-maa uitgesproken wordt. Of over klemtonen zoals bij burgemeester waarbij in VL het accent op de eerste lettergreep valt en in NL op de derde. Bij leenwoorden hanteert men in NL zeer dikwijls een nabootsing volgens de Nederlandse klankwetten van de klanken in de oorspronkelijke taal (meestal Engels of Frans), terwijl de uitspraak in VL vervlaamst wordt. Soms wordt in VL een Franse uitspraak gehanteerd, dan volgt de uitspraak in NL meestal het Engels.

    Voor Engelse leenwoorden met korte a is er een afzonderlijk lemma waar deze gevallen ondergebracht kunnen worden.

    Het spijtige is dat de VL media voor deze woorden de NL uitspraak gebruiken ondanks dat de VL uitspraak in VL zeer algemeen is. Dit is een aanfluiting van de V die voor Vlaams staat in o.a. vrt en VTM.

    alfabetische lijst:

    ‘s anderendaags: VL: san·dren·da(a)gs; NL: san·de·ren·daags
    Afrika: VL: a·fri·ka; NL: aa·fri·kaa
    Amerika: VL: a·mee·ri·ka; NL: a·mee·ri·kaa
    Antarctica (idem Arctica): an·tarc·ti·ca; NL: an·tarc·ti·caa
    bijna: VL: bij·na(a)/be·na(a) (zie ook bekan); NL: bij·naa
    bikini: VL: bi·ki·ni; NL: bi·ki·ni
    burgemeester: VL: bur·ge·mees·ter; NL: bur·ge·mees·ter
    carnaval: VL: kar·na·val (Frans); NL: kar·na·val (Engels)
    cichorei: VL: sjie·ko·rei; NL: sie·cho·rei (± fonetisch)
    coup: VL: koe (Frans); NL: koep (± fonetisch)
    detective: VL: de·tek·tie·ve (fonetisch); NL: die·tek·tif (Engels)
    Doornroosje: VL: doo·rn·roo·sje; NL: doo·rn·roo·sje
    dossier: VL: dos·sier (fonetisch); NL: do·sjee (Frans)
    elixir: VL: ee·liek·sier/ee·lieg·zier (Arabisch, ’g’ uitgesproken als in het Engelse ‘good’); NL: ee·lik·ser (‘lik’ uitgesproken als ‘dik’)
    energie: VL: e·ner·gie (fonetisch); NL: e·ner·zjie/e·ner·sjie (Frans)
    essay: VL: es· (Frans); NL: es·seej/es·seej (Engels)
    Europa: VL: eu·roo·pa; NL: eu·roo·paa
    flirten: VL: flir·ten (fonetisch); NL: fleur·ten (Engels)
    garantie: VL: ga·ran·tie (Frans; ook ga·ran·sie); NL: ga·ran·tsie
    Gerard: VL: zjee·raar (Frans); NL: gee·rart (fonetisch)
    gilet: VL: zjie·lee; NL: zjie·lèt
    hifi: VL: haai·fi (Brits Engels); NL: haai·faai (Amerikaans Engels)
    hostess: VL: hos·tès; NL: hos·tes (Engels)
    intrige: VL: in·trie·ge (fonetisch); NL: in·trie·zje/in·trie·sje (hypercorrecte uitspraak van intrige met /ž/ -Frans intrigue)
    jenever: VL: zje·nee·ver; NL: je·nee·ver (fonetisch)
    Koran: VL: koo·ran; NL: ko·raan
    lavabo: VL: la·va·boo; NL: la·vaa·boo/la·vaa·boo
    monopoly: VL: mo·no·poo·ly; NL: mo·noo·pe·ly (Engels)
    nasi (goreng): VL: naa·zi; NL: na·si
    nostalgie: VL: nos·tal·gie (fonetisch); NL: nos·tal·zjie/nos·tal·sjie (Frans)
    omwenteling: VL: om·wen·te·ling; NL: om·wen·te·ling
    parfum: VL: par·fui (Frans, de ‘ui’ is nasaal); NL: par·fum (fonetisch)
    passagier: VL: pas·sa·gier (fonetisch); NL: pas·sa·zjier/pas·sa·sjier
    pistolet: VL: pis·to·lee; NL: pis·to·lèt
    pyjama: VL: pi·zja·ma; NL: pie·jaa·maa
    rondpunt: VL: rond·punt; NL: rond·punt
    Roodkapje: VL: rood·kap·je; NL: rood·kap·je
    sceptisch: VL: sep·ties; NL: skep·ties
    Sneeuwwitje: VL: sneeuw·wi·tje; NL: sneeuw·wit·je
    steak: VL: stek/stik (Frans); NL: steek (Engels)
    super, hyper: VL én NL: su·per, hy·per; VL media: sup·per, hip·per
    tabak: VL: ta·bak (zie ook toebak); NL: ta·bak (Frans)
    Tenerife: VL: ·ne·rif ; NL: tee·nee·rie·fee
    terras: VL: tèr·ras; NL: te ras
    ticket: VL: tie·kèt (Frans); NL: tik·ket (Engels)
    trainen: VL: trei·nen; NL: treej·nen (Engels)
    verkoop: VL: ver·koop; NL: vér·koop (tegen alle regels in)
    wodka: VL: vod·ka (de ‘d’ is eerder stemhebbend); NL: wot·kaa (de ‘t’ is stemloos)
    yoghurt: VL: joe·choert (soms joe·goert); NL: jo·chert, jo·ggert

    woorden op ist/-isme: VL: -ist/-isme (‘i’ als in ‘fiets’); NL: -?st/?sme (‘i’ als in ‘dik’)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 22 Mar 2019 00:05
    114 reactie(s)

    Versie 36

    Vlaamse uitspraak
    (uitspraakvarianten)

    Heel wat woorden worden in VL anders uitgesproken dan in NL. Dan gaat het niet zozeer over regelgebonden uitspraken zoals de zachte g, maar over woorden zoals pyjama dat in VL als pie-zja-ma en in NL als pie-jaa-maa uitgesproken wordt. Of over klemtonen zoals bij burgemeester waarbij in VL het accent op de eerste lettergreep valt en in NL op de derde. Bij leenwoorden hanteert men in NL zeer dikwijls een nabootsing volgens de Nederlandse klankwetten van de klanken in de oorspronkelijke taal (meestal Engels of Frans), terwijl de uitspraak in VL vervlaamst wordt. Soms wordt in VL een Franse uitspraak gehanteerd, dan volgt de uitspraak in NL meestal het Engels.

    Voor Engelse leenwoorden met korte a is er een afzonderlijk lemma waar deze gevallen ondergebracht kunnen worden.

    Het spijtige is dat de VL media voor deze woorden de NL uitspraak gebruiken ondanks dat de VL uitspraak in VL zeer algemeen is. Dit is een aanfluiting van de V die voor Vlaams staat in o.a. vrt en VTM.

    alfabetische lijst:

    ‘s anderendaags: VL: san·dren·da(a)gs; NL: san·de·ren·daags
    Afrika: VL: a·fri·ka; NL: aa·fri·kaa
    Amerika: VL: a·mee·ri·ka; NL: a·mee·ri·kaa
    Antarctica (idem Arctica): an·tarc·ti·ca; NL: an·tarc·ti·caa
    bijna: VL: bij·na(a)/be·na(a) (zie ook bekan); NL: bij·naa
    bikini: VL: bi·ki·ni; NL: bi·ki·ni
    burgemeester: VL: bur·ge·mees·ter; NL: bur·ge·mees·ter
    carnaval: VL: kar·na·val (Frans); NL: kar·na·val (Engels)
    cichorei: VL: sjie·ko·rei; NL: sie·cho·rei (± fonetisch)
    coup: VL: koe (Frans); NL: koep (± fonetisch)
    detective: VL: de·tek·tie·ve (fonetisch); NL: die·tek·tif (Engels)
    Doornroosje: VL: doo·rn·roo·sje; NL: doo·rn·roo·sje
    dossier: VL: dos·sier (fonetisch); NL: do·sjee (Frans)
    elixir: VL: ee·liek·sier/ee·lieg·zier (Arabisch, ’g’ uitgesproken als in het Engelse ‘good’); NL: ee·lik·ser (‘lik’ uitgesproken als ‘dik’)
    energie: VL: e·ner·gie (fonetisch); NL: e·ner·zjie/e·ner·sjie (Frans)
    essay: VL: es· (Frans); NL: es·seej/es·seej (Engels)
    Europa: VL: eu·roo·pa; NL: eu·roo·paa
    flirten: VL: flir·ten (fonetisch); NL: fleur·ten (Engels)
    garantie: VL: ga·ran·tie (Frans; ook ga·ran·sie); NL: ga·ran·tsie
    Gerard: VL: zjee·raar (Frans); NL: gee·rart (fonetisch)
    gilet: VL: zjie·lee; NL: zjie·lèt
    hifi: VL: haai·fi (Brits Engels); NL: haai·faai (Amerikaans Engels)
    hostess: VL: hos·tès; NL: hos·tes (Engels)
    intrige: VL: in·trie·ge (fonetisch); NL: in·trie·zje/in·trie·sje (hypercorrecte uitspraak van intrige met /ž/ -Frans intrigue)
    jenever: VL: zje·nee·ver; NL: je·nee·ver (fonetisch)
    Koran: VL: koo·ran; NL: ko·raan
    lavabo: VL: la·va·boo; NL: la·vaa·boo/la·vaa·boo
    monopoly: VL: mo·no·poo·ly; NL: mo·noo·pe·ly (Engels)
    nasi (goreng): VL: naa·zi; NL: na·si
    omwenteling: VL: om·wen·te·ling; NL: om·wen·te·ling
    parfum: VL: par·fui (Frans, de ‘ui’ is nasaal); NL: par·fum (fonetisch)
    passagier: VL: pas·sa·gier (fonetisch); NL: pas·sa·zjier/pas·sa·sjier
    pistolet: VL: pis·to·lee; NL: pis·to·lèt
    pyjama: VL: pi·zja·ma; NL: pie·jaa·maa
    rondpunt: VL: rond·punt; NL: rond·punt
    Roodkapje: VL: rood·kap·je; NL: rood·kap·je
    sceptisch: VL: sep·ties; NL: skep·ties
    Sneeuwwitje: VL: sneeuw·wi·tje; NL: sneeuw·wit·je
    steak: VL: stek/stik (Frans); NL: steek (Engels)
    super, hyper: VL én NL: su·per, hy·per; VL media: sup·per, hip·per
    tabak: VL: ta·bak (zie ook toebak); NL: ta·bak (Frans)
    Tenerife: VL: ·ne·rif ; NL: tee·nee·rie·fee
    terras: VL: tèr·ras; NL: te ras
    ticket: VL: tie·kèt (Frans); NL: tik·ket (Engels)
    trainen: VL: trei·nen; NL: treej·nen (Engels)
    verkoop: VL: ver·koop; NL: vér·koop (tegen alle regels in)
    wodka: VL: vod·ka (de ‘d’ is eerder stemhebbend); NL: wot·kaa (de ‘t’ is stemloos)
    yoghurt: VL: joe·choert (soms joe·goert); NL: jo·chert, jo·ggert

    woorden op ist/-isme: VL: -ist/-isme (‘i’ als in ‘fiets’); NL: -?st/?sme (‘i’ als in ‘dik’)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 21 Mar 2019 14:48
    114 reactie(s)

    Versie 35

    Vlaamse uitspraak
    (uitspraakvarianten)

    Heel wat woorden worden in VL anders uitgesproken dan in NL. Dan gaat het niet zozeer over regelgebonden uitspraken zoals de zachte g, maar over woorden zoals pyjama dat in VL als pie-zja-ma en in NL als pie-jaa-maa uitgesproken wordt. Of over klemtonen zoals bij burgemeester waarbij in VL het accent op de eerste lettergreep valt en in NL op de derde. Bij leenwoorden hanteert men in NL zeer dikwijls een nabootsing volgens de Nederlandse klankwetten van de klanken in de oorspronkelijke taal (meestal Engels of Frans), terwijl de uitspraak in VL vervlaamst wordt. Soms wordt in VL een Franse uitspraak gehanteerd, dan volgt de uitspraak in NL meestal het Engels.

    Voor Engelse leenwoorden met korte a is er een afzonderlijk lemma waar deze gevallen ondergebracht kunnen worden.

    Het spijtige is dat de VL media voor deze woorden de NL uitspraak gebruiken ondanks dat de VL uitspraak in VL zeer algemeen is. Dit is een aanfluiting van de V die voor Vlaams staat in o.a. vrt en VTM.

    alfabetische lijst:

    ‘s anderendaags: VL: san·dren·da(a)gs; NL: san·de·ren·daags
    Afrika: VL: a·fri·ka; NL: aa·fri·kaa
    Amerika: VL: a·mee·ri·ka; NL: a·mee·ri·kaa
    Antarctica (idem Arctica): an·tarc·ti·ca; NL: an·tarc·ti·caa
    bijna: VL: bij·na(a)/be·na(a) (zie ook bekan); NL: bij·naa
    bikini: VL: bi·ki·ni; NL: bi·ki·ni
    burgemeester: VL: bur·ge·mees·ter; NL: bur·ge·mees·ter
    carnaval: VL: kar·na·val (Frans); NL: kar·na·val (Engels)
    cichorei: VL: sjie·ko·rei; NL: sie·cho·rei (± fonetisch)
    coup: VL: koe (Frans); NL: koep (± fonetisch)
    detective: VL: de·tek·tie·ve (fonetisch); NL: die·tek·tif (Engels)
    Doornroosje: VL: doo·rn·roo·sje; NL: doo·rn·roo·sje
    dossier: VL: dos·sier (fonetisch); NL: do·sjee (Frans)
    elixir: VL: ee·liek·sier/ee·lieg·zier (Arabisch, ’g’ uitgesproken als in het Engelse ‘good’); NL: ee·lik·ser (‘lik’ uitgesproken als ‘dik’)
    energie: VL: e·ner·gie (fonetisch); NL: e·ner·zjie/e·ner·sjie (Frans)
    essay: VL: es· (Frans); NL: es·seej/es·seej (Engels)
    Europa: VL: eu·roo·pa; NL: eu·roo·paa
    flirten: VL: flir·ten (fonetisch); NL: fleur·ten (Engels)
    garantie: VL: ga·ran·tie (Frans; ook ga·ran·sie); NL: ga·ran·tsie
    Gerard: VL: zjee·raar (Frans); NL: gee·rart (fonetisch)
    gilet: VL: zjie·lee; NL: zjie·lèt
    hifi: VL: haai·fi (Brits Engels); NL: haai·faai (Amerikaans Engels)
    hostess: VL: hos·tès; NL: hos·tes (Engels)
    intrige: VL: in·trie·ge (fonetisch); NL: in·trie·zje/in·trie·sje (hypercorrecte uitspraak van intrige met /ž/ -Frans intrigue)
    jenever: VL: zje·nee·ver; NL: je·nee·ver (fonetisch)
    Koran: VL: koo·ran; NL: ko·raan
    lavabo: VL: la·va·boo; NL: la·vaa·boo/la·vaa·boo
    monopoly: VL: mo·no·poo·ly; NL: mo·noo·pe·ly (Engels)
    nasi (goreng): VL: naa·zi; NL: na·si
    omwenteling: VL: om·wen·te·ling; NL: om·wen·te·ling
    parfum: VL: par·fui (Frans, de ‘ui’ is nasaal); NL: par·fum (fonetisch)
    passagier: VL: pas·sa·gier (fonetisch); NL: pas·sa·zjier/pas·sa·sjier
    pistolet: VL: pis·to·lee; NL: pis·to·lèt
    pyjama: VL: pi·zja·ma; NL: pie·jaa·maa
    rondpunt: VL: rond·punt; NL: rond·punt
    Roodkapje: VL: rood·kap·je; NL: rood·kap·je
    sceptisch: VL: sep·ties; NL: skep·ties
    Sneeuwwitje: VL: sneeuw·wi·tje; NL: sneeuw·wit·je
    steak: VL: stek/stik (Frans); NL: steek (Engels)
    super, hyper: VL én NL: su·per, hy·per; VL media: sup·per, hip·per
    tabak: VL: ta·bak (zie ook toebak); NL: ta·bak (Frans)
    Tenerife: VL: ·ne·rif ; NL: tee·nee·rie·fee
    terras: VL: tèr·ras; NL: te ras
    ticket: VL: tie·kèt (Frans); NL: tik·ket (Engels)
    trainen: VL: trei·nen; NL: treej·nen (Engels)
    verkoop: VL: ver·koop; NL: vér·koop (tegen alle regels in)
    wodka: VL: vod·ka (de ‘d’ is eerder stemhebbend); NL: wot·kaa (de ‘t’ is stemloos)
    yoghurt: VL: joe·choert (soms joe·goert); NL: jo·chert, jo·ggert

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 21 Mar 2019 00:58
    114 reactie(s)

    Versie 34

    Vlaamse uitspraak
    (uitspraakvarianten)

    Heel wat woorden worden in VL anders uitgesproken dan in NL. Dan gaat het niet zozeer over regelgebonden uitspraken zoals de zachte g, maar over woorden zoals pyjama dat in VL als pie-zja-ma en in NL als pie-jaa-maa uitgesproken wordt. Of over klemtonen zoals bij burgemeester waarbij in VL het accent op de eerste lettergreep valt en in NL op de derde. Bij leenwoorden hanteert men in NL zeer dikwijls een nabootsing volgens de Nederlandse klankwetten van de klanken in de oorspronkelijke taal (meestal Engels of Frans), terwijl de uitspraak in VL vervlaamst wordt. Soms wordt in VL een Franse uitspraak gehanteerd, dan volgt de uitspraak in NL meestal het Engels.

    Voor Engelse leenwoorden met korte a is er een afzonderlijk lemma waar deze gevallen ondergebracht kunnen worden.

    Het spijtige is dat de VL media voor deze woorden de NL uitspraak gebruiken ondanks dat de VL uitspraak in VL zeer algemeen is. Dit is een aanfluiting van de V die voor Vlaams staat in o.a. vrt en VTM.

    alfabetische lijst:

    ‘s anderendaags: VL: san·dren·da(a)gs; NL: san·de·ren·daags
    Afrika: VL: a·fri·ka; NL: aa·fri·kaa
    Amerika: VL: a·mee·ri·ka; NL: a·mee·ri·kaa
    Antarctica (idem Arctica): an·tarc·ti·ca; NL: an·tarc·ti·caa
    bijna: VL: bij·na(a)/be·na(a) (zie ook bekan); NL: bij·naa
    bikini: VL: bi·ki·ni; NL: bi·ki·ni
    burgemeester: VL: bur·ge·mees·ter; NL: bur·ge·mees·ter
    carnaval: VL: kar·na·val (Frans); NL: kar·na·val (Engels)
    cichorei: VL: sjie·ko·rei; NL: sie·cho·rei (± fonetisch)
    coup: VL: koe (Frans); NL: koep (± fonetisch)
    detective: VL: de·tek·tie·ve (fonetisch); NL: die·tek·tif (Engels)
    Doornroosje: VL: doo·rn·roo·sje; NL: doo·rn·roo·sje
    dossier: VL: dos·sier (fonetisch); NL: do·sjee (Frans)
    elixir: VL: ee·liek·sier/ee·lieg·zier (Arabisch, ’g’ uitgesproken als in het Engelse ‘good’); NL: ee·lik·ser (‘lik’ uitgesproken als ‘dik’)
    energie: VL: e·ner·gie (fonetisch); NL: e·ner·zjie/e·ner·sjie (Frans)
    essay: VL: es· (Frans); NL: es·seej/es·seej (Engels)
    Europa: VL: eu·roo·pa; NL: eu·roo·paa
    flirten: VL: flir·ten (fonetisch); NL: fleur·ten (Engels)
    garantie: VL: ga·ran·tie (Frans; ook ga·ran·sie); NL: ga·ran·tsie
    Gerard: VL: zjee·raar (Frans); NL: gee·rart (fonetisch)
    gilet: VL: zjie·lee; NL: zjie·lèt
    hifi: VL: haai·fi (Brits Engels); NL: haai·faai (Amerikaans Engels)
    hostess: VL: hos·tès; NL: hos·tes (Engels)
    intrige: VL: in·trie·ge (fonetisch); NL: in·trie·zje/in·trie·sje (Frans)
    jenever: VL: zje·nee·ver; NL: je·nee·ver (fonetisch)
    Koran: VL: koo·ran; NL: ko·raan
    lavabo: VL: la·va·boo; NL: la·vaa·boo/la·vaa·boo
    monopoly: VL: mo·no·poo·ly; NL: mo·noo·pe·ly (Engels)
    nasi (goreng): VL: naa·zi; NL: na·si
    omwenteling: VL: om·wen·te·ling; NL: om·wen·te·ling
    parfum: VL: par·fui (Frans, de ‘ui’ is nasaal); NL: par·fum (fonetisch)
    passagier: VL: pas·sa·gier (fonetisch); NL: pas·sa·zjier/pas·sa·sjier
    pistolet: VL: pis·to·lee; NL: pis·to·lèt
    pyjama: VL: pi·zja·ma; NL: pie·jaa·maa
    rondpunt: VL: rond·punt; NL: rond·punt
    Roodkapje: VL: rood·kap·je; NL: rood·kap·je
    sceptisch: VL: sep·ties; NL: skep·ties
    Sneeuwwitje: VL: sneeuw·wi·tje; NL: sneeuw·wit·je
    steak: VL: stek/stik (Frans); NL: steek (Engels)
    super, hyper: VL én NL: su·per, hy·per; VL media: sup·per, hip·per
    tabak: VL: ta·bak (zie ook toebak); NL: ta·bak (Frans)
    Tenerife: VL: ·ne·rif ; NL: tee·nee·rie·fee
    terras: VL: tèr·ras; NL: te ras
    ticket: VL: tie·kèt (Frans); NL: tik·ket (Engels)
    trainen: VL: trei·nen; NL: treej·nen (Engels)
    verkoop: VL: ver·koop; NL: vér·koop (tegen alle regels in)
    wodka: VL: vod·ka (de ‘d’ is eerder stemhebbend); NL: wot·kaa (de ‘t’ is stemloos)
    yoghurt: VL: joe·choert (soms joe·goert); NL: jo·chert, jo·ggert

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 20 Mar 2019 18:31
    114 reactie(s)

    Versie 33

    Vlaamse uitspraak
    (uitspraakvarianten)

    Heel wat woorden worden in VL anders uitgesproken dan in NL. Dan gaat het niet zozeer over regelgebonden uitspraken zoals de zachte g, maar over woorden zoals pyjama dat in VL als pie-zja-ma en in NL als pie-jaa-maa uitgesproken wordt. Of over klemtonen zoals bij burgemeester waarbij in VL het accent op de eerste lettergreep valt en in NL op de derde. Bij leenwoorden hanteert men in NL zeer dikwijls een nabootsing volgens de Nederlandse klankwetten van de klanken in de oorspronkelijke taal (meestal Engels of Frans), terwijl de uitspraak in VL vervlaamst wordt. Soms wordt in VL een Franse uitspraak gehanteerd, dan volgt de uitspraak in NL meestal het Engels.

    Voor Engelse leenwoorden met korte a is er een afzonderlijk lemma waar deze gevallen ondergebracht kunnen worden.

    Het spijtige is dat de VL media voor deze woorden de NL uitspraak gebruiken ondanks dat de VL uitspraak in VL zeer algemeen is. Dit is een aanfluiting van de V die voor Vlaams staat in o.a. vrt en VTM.

    alfabetische lijst:

    ‘s anderendaags: VL: san·dren·da(a)gs; NL: san·de·ren·daags
    Afrika: VL: a·fri·ka; NL: aa·fri·kaa
    Amerika: VL: a·mee·ri·ka; NL: a·mee·ri·kaa
    Antarctica (idem Arctica): an·tarc·ti·ca; NL: an·tarc·ti·caa
    bijna: VL: bij·na(a)/be·na(a) (zie ook bekan); NL: bij·naa
    bikini: VL: bi·ki·ni; NL: bi·ki·ni
    burgemeester: VL: bur·ge·mees·ter; NL: bur·ge·mees·ter
    carnaval: VL: kar·na·val (Frans); NL: kar·na·val (Engels)
    cichorei: VL: sjie·ko·rei; NL: sie·cho·rei (± fonetisch)
    coup: VL: koe (Frans); NL: koep (± fonetisch)
    detective: VL: de·tek·tie·ve (fonetisch); NL: die·tek·tif (Engels)
    Doornroosje: VL: doo·rn·roo·sje; NL: doo·rn·roo·sje
    dossier: VL: dos·sier (fonetisch); NL: do·sjee (Frans)
    elixir: VL: ee·liek·sier/ee·lieg·zier (Arabisch, ’g’ uitgesproken als in het Engelse ‘good’); NL: ee·lik·ser (‘lik’ uitgesproken als ‘dik’)
    energie: VL: e·ner·gie (fonetisch); NL: e·ner·zjie/e·ner·sjie (Frans)
    essay: VL: es· (Frans); NL: es·seej/es·seej (Engels)
    Europa: VL: eu·roo·pa; NL: eu·roo·paa
    flirten: VL: flir·ten (fonetisch); NL: fleur·ten (Engels)
    Gerard: VL: zjee·raar (Frans); NL: gee·rart (fonetisch)
    gilet: VL: zjie·lee; NL: zjie·lèt
    hifi: VL: haai·fi (Brits Engels); NL: haai·faai (Amerikaans Engels)
    hostess: VL: hos·tès; NL: hos·tes (Engels)
    intrige: VL: in·trie·ge (fonetisch); NL: in·trie·zje/in·trie·sje (Frans)
    jenever: VL: zje·nee·ver; NL: je·nee·ver (fonetisch)
    Koran: VL: koo·ran; NL: ko·raan
    lavabo: VL: la·va·boo; NL: la·vaa·boo/la·vaa·boo
    monopoly: VL: mo·no·poo·ly; NL: mo·noo·pe·ly (Engels)
    nasi (goreng): VL: naa·zi; NL: na·si
    omwenteling: VL: om·wen·te·ling; NL: om·wen·te·ling
    parfum: VL: par·fui (Frans, de ‘ui’ is nasaal); NL: par·fum (fonetisch)
    passagier: VL: pas·sa·gier (fonetisch); NL: pas·sa·zjier/pas·sa·sjier
    pistolet: VL: pis·to·lee; NL: pis·to·lèt
    pyjama: VL: pi·zja·ma; NL: pie·jaa·maa
    rondpunt: VL: rond·punt; NL: rond·punt
    Roodkapje: VL: rood·kap·je; NL: rood·kap·je
    sceptisch: VL: sep·ties; NL: skep·ties
    Sneeuwwitje: VL: sneeuw·wi·tje; NL: sneeuw·wit·je
    steak: VL: stek/stik (Frans); NL: steek (Engels)
    super, hyper: VL én NL: su·per, hy·per; VL media: sup·per, hip·per
    tabak: VL: ta·bak (zie ook toebak); NL: ta·bak (Frans)
    Tenerife: VL: ·ne·rif ; NL: tee·nee·rie·fee
    terras: VL: tèr·ras; NL: te ras
    ticket: VL: tie·kèt (Frans); NL: tik·ket (Engels)
    trainen: VL: trei·nen; NL: treej·nen (Engels)
    verkoop: VL: ver·koop; NL: vér·koop (tegen alle regels in)
    wodka: VL: vod·ka (de ‘d’ is eerder stemhebbend); NL: wot·kaa (de ‘t’ is stemloos)
    yoghurt: VL: joe·choert (soms joe·goert); NL: jo·chert, jo·ggert

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 19 Mar 2019 18:30
    114 reactie(s)

    Versie 32

    Vlaamse uitspraak
    (uitspraakvarianten)

    Heel wat woorden worden in VL anders uitgesproken dan in NL. Dan gaat het niet zozeer over regelgebonden uitspraken zoals de zachte g, maar over woorden zoals pyjama dat in VL als pie-zja-ma en in NL als pie-jaa-maa uitgesproken wordt. Of over klemtonen zoals bij burgemeester waarbij in VL het accent op de eerste lettergreep valt en in NL op de derde. Bij leenwoorden hanteert men in NL zeer dikwijls een nabootsing volgens de Nederlandse klankwetten van de klanken in de oorspronkelijke taal (meestal Engels of Frans), terwijl de uitspraak in VL vervlaamst wordt. Soms wordt in VL een Franse uitspraak gehanteerd, dan volgt de uitspraak in NL meestal het Engels.

    Voor Engelse leenwoorden met korte a is er een afzonderlijk lemma waar deze gevallen ondergebracht kunnen worden.

    Het spijtige is dat de VL media voor deze woorden de NL uitspraak gebruiken ondanks dat de VL uitspraak in VL zeer algemeen is. Dit is een aanfluiting van de V die voor Vlaams staat in o.a. vrt en VTM.

    alfabetische lijst:

    ‘s anderendaags: VL: san·de·ren·da(a)gs; NL: san·de·ren·daags
    Afrika: VL: a·fri·ka; NL: aa·fri·kaa
    Amerika: VL: a·mee·ri·ka; NL: a·mee·ri·kaa
    Antarctica (idem Arctica): an·tarc·ti·ca; NL: an·tarc·ti·caa
    bijna: VL: bij·na(a)/be·na(a) (zie ook bekan); NL: bij·naa
    bikini: VL: bi·ki·ni; NL: bi·ki·ni
    burgemeester: VL: bur·ge·mees·ter; NL: bur·ge·mees·ter
    carnaval: VL: kar·na·val (Frans); NL: kar·na·val (Engels)
    cichorei: VL: sjie·ko·rei; NL: sie·cho·rei (± fonetisch)
    coup: VL: koe (Frans); NL: koep (± fonetisch)
    detective: VL: de·tek·tie·ve (fonetisch); NL: die·tek·tif (Engels)
    Doornroosje: VL: doo·rn·roo·sje; NL: doo·rn·roo·sje
    dossier: VL: dos·sier (fonetisch); NL: do·sjee (Frans)
    elixir: VL: ee·liek·sier/ee·lieg·zier (Arabisch, ’g’ uitgesproken als in het Engelse ‘good’); NL: ee·lik·ser (‘lik’ uitgesproken als ‘dik’)
    energie: VL: e·ner·gie (fonetisch); NL: e·ner·zjie/e·ner·sjie (Frans)
    essay: VL: es· (Frans); NL: es·seej/es·seej (Engels)
    Europa: VL: eu·roo·pa; NL: eu·roo·paa
    flirten: VL: flir·ten (fonetisch); NL: fleur·ten (Engels)
    Gerard: VL: zjee·raar (Frans); NL: gee·rart (fonetisch)
    gilet: VL: zjie·lee; NL: zjie·lèt
    hifi: VL: haai·fi (Brits Engels); NL: haai·faai (Amerikaans Engels)
    hostess: VL: hos·tès; NL: hos·tes (Engels)
    intrige: VL: in·trie·ge (fonetisch); NL: in·trie·zje/in·trie·sje (Frans)
    jenever: VL: zje·nee·ver; NL: je·nee·ver (fonetisch)
    Koran: VL: koo·ran; NL: ko·raan
    lavabo: VL: la·va·boo; NL: la·vaa·boo/la·vaa·boo
    monopoly: VL: mo·no·poo·ly; NL: mo·noo·pe·ly (Engels)
    nasi (goreng): VL: naa·zi; NL: na·si
    omwenteling: VL: om·wen·te·ling; NL: om·wen·te·ling
    parfum: VL: par·fui (Frans, de ‘ui’ is nasaal); NL: par·fum (fonetisch)
    passagier: VL: pas·sa·gier (fonetisch); NL: pas·sa·zjier/pas·sa·sjier
    pistolet: VL: pis·to·lee; NL: pis·to·lèt
    pyjama: VL: pi·zja·ma; NL: pie·jaa·maa
    rondpunt: VL: rond·punt; NL: rond·punt
    Roodkapje: VL: rood·kap·je; NL: rood·kap·je
    sceptisch: VL: sep·ties; NL: skep·ties
    Sneeuwwitje: VL: sneeuw·wi·tje; NL: sneeuw·wit·je
    steak: VL: stek/stik (Frans); NL: steek (Engels)
    super, hyper: VL én NL: su·per, hy·per; VL media: sup·per, hip·per
    tabak: VL: ta·bak (zie ook toebak); NL: ta·bak (Frans)
    Tenerife: VL: ·ne·rif ; NL: tee·nee·rie·fee
    terras: VL: tèr·ras; NL: te ras
    ticket: VL: tie·kèt (Frans); NL: tik·ket (Engels)
    trainen: VL: trei·nen; NL: treej·nen (Engels)
    verkoop: VL: ver·koop; NL: vér·koop (tegen alle regels in)
    wodka: VL: vod·ka (de ‘d’ is eerder stemhebbend); NL: wot·kaa (de ‘t’ is stemloos)
    yoghurt: VL: joe·choert (soms joe·goert); NL: jo·chert, jo·ggert

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 19 Mar 2019 18:30
    114 reactie(s)

    Versie 31

    Vlaamse uitspraak
    (uitspraakvarianten)

    Heel wat woorden worden in VL anders uitgesproken dan in NL. Dan gaat het niet zozeer over regelgebonden uitspraken zoals de zachte g, maar over woorden zoals pyjama dat in VL als pie-zja-ma en in NL als pie-jaa-maa uitgesproken wordt. Of over klemtonen zoals bij burgemeester waarbij in VL het accent op de eerste lettergreep valt en in NL op de derde. Bij leenwoorden hanteert men in NL zeer dikwijls een nabootsing volgens de Nederlandse klankwetten van de klanken in de oorspronkelijke taal (meestal Engels of Frans), terwijl de uitspraak in VL vervlaamst wordt. Soms wordt in VL een Franse uitspraak gehanteerd, dan volgt de uitspraak in NL meestal het Engels.

    Voor Engelse leenwoorden met korte a is er een afzonderlijk lemma waar deze gevallen ondergebracht kunnen worden.

    Het spijtige is dat de VL media voor deze woorden de NL uitspraak gebruiken ondanks dat de VL uitspraak in VL zeer algemeen is. Dit is een aanfluiting van de V die voor Vlaams staat in o.a. vrt en VTM.

    alfabetische lijst:

    ‘s anderendaags: VL: san·de·ren·da(a)gs; NL: san·de·ren·daags
    Afrika: VL: a·fri·ka; NL: aa·fri·kaa
    Amerika: VL: a·mee·ri·ka; NL: a·mee·ri·kaa
    Antarctica (idem Arctica): an·tarc·ti·ca; NL: an·tarc·ti·caa
    bikini: VL: bi·ki·ni; NL: bi·ki·ni
    burgemeester: VL: bur·ge·mees·ter; NL: bur·ge·mees·ter
    carnaval: VL: kar·na·val (Frans); NL: kar·na·val (Engels)
    cichorei: VL: sjie·ko·rei; NL: sie·cho·rei (± fonetisch)
    coup: VL: koe (Frans); NL: koep (± fonetisch)
    detective: VL: de·tek·tie·ve (fonetisch); NL: die·tek·tif (Engels)
    Doornroosje: VL: doo·rn·roo·sje; NL: doo·rn·roo·sje
    dossier: VL: dos·sier (fonetisch); NL: do·sjee (Frans)
    elixir: VL: ee·liek·sier/ee·lieg·zier (Arabisch, ’g’ uitgesproken als in het Engelse ‘good’); NL: ee·lik·ser (‘lik’ uitgesproken als ‘dik’)
    energie: VL: e·ner·gie (fonetisch); NL: e·ner·zjie/e·ner·sjie (Frans)
    essay: VL: es· (Frans); NL: es·seej/es·seej (Engels)
    Europa: VL: eu·roo·pa; NL: eu·roo·paa
    flirten: VL: flir·ten (fonetisch); NL: fleur·ten (Engels)
    Gerard: VL: zjee·raar (Frans); NL: gee·rart (fonetisch)
    gilet: VL: zjie·lee; NL: zjie·lèt
    hifi: VL: haai·fi (Brits Engels); NL: haai·faai (Amerikaans Engels)
    hostess: VL: hos·tès; NL: hos·tes (Engels)
    intrige: VL: in·trie·ge (fonetisch); NL: in·trie·zje/in·trie·sje (Frans)
    jenever: VL: zje·nee·ver; NL: je·nee·ver (fonetisch)
    Koran: VL: koo·ran; NL: ko·raan
    lavabo: VL: la·va·boo; NL: la·vaa·boo/la·vaa·boo
    monopoly: VL: mo·no·poo·ly; NL: mo·noo·pe·ly (Engels)
    nasi (goreng): VL: naa·zi; NL: na·si
    omwenteling: VL: om·wen·te·ling; NL: om·wen·te·ling
    parfum: VL: par·fui (Frans, de ‘ui’ is nasaal); NL: par·fum (fonetisch)
    passagier: VL: pas·sa·gier (fonetisch); NL: pas·sa·zjier/pas·sa·sjier
    pistolet: VL: pis·to·lee; NL: pis·to·lèt
    pyjama: VL: pi·zja·ma; NL: pie·jaa·maa
    rondpunt: VL: rond·punt; NL: rond·punt
    Roodkapje: VL: rood·kap·je; NL: rood·kap·je
    sceptisch: VL: sep·ties; NL: skep·ties
    Sneeuwwitje: VL: sneeuw·wi·tje; NL: sneeuw·wit·je
    steak: VL: stek/stik (Frans); NL: steek (Engels)
    super, hyper: VL én NL: su·per, hy·per; VL media: sup·per, hip·per
    tabak: VL: ta·bak (zie ook toebak); NL: ta·bak (Frans)
    Tenerife: VL: ·ne·rif ; NL: tee·nee·rie·fee
    terras: VL: tèr·ras; NL: te ras
    ticket: VL: tie·kèt (Frans); NL: tik·ket (Engels)
    trainen: VL: trei·nen; NL: treej·nen (Engels)
    verkoop: VL: ver·koop; NL: vér·koop (tegen alle regels in)
    wodka: VL: vod·ka (de ‘d’ is eerder stemhebbend); NL: wot·kaa (de ‘t’ is stemloos)
    yoghurt: VL: joe·choert (soms joe·goert); NL: jo·chert, jo·ggert

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 17 Mar 2019 22:08
    114 reactie(s)

    Versie 30

    Vlaamse uitspraak
    (uitspraakvarianten)

    Heel wat woorden worden in VL anders uitgesproken dan in NL. Dan gaat het niet zozeer over regelgebonden uitspraken zoals de zachte g, maar over woorden zoals pyjama dat in VL als pie-zja-ma en in NL als pie-jaa-maa uitgesproken wordt. Of over klemtonen zoals bij burgemeester waarbij in VL het accent op de eerste lettergreep valt en in NL op de derde. Bij leenwoorden hanteert men in NL zeer dikwijls een nabootsing volgens de Nederlandse klankwetten van de klanken in de oorspronkelijke taal (meestal Engels of Frans), terwijl de uitspraak in VL vervlaamst wordt. Soms wordt in VL een Franse uitspraak gehanteerd, dan volgt de uitspraak in NL meestal het Engels.

    Voor Engelse leenwoorden met korte a is er een afzonderlijk lemma waar deze gevallen ondergebracht kunnen worden.

    Het spijtige is dat de VL media voor deze woorden de NL uitspraak gebruiken ondanks dat de VL uitspraak in VL zeer algemeen is. Dit is een aanfluiting van de V die voor Vlaams staat in o.a. vrt en VTM.

    alfabetische lijst:

    ‘s anderendaags: VL: san·de·ren·daags; NL: san·de·ren·daags
    Afrika: VL: a·fri·ka; NL: aa·fri·kaa
    Amerika: VL: a·mee·ri·ka; NL: a·mee·ri·kaa
    Antarctica (idem Arctica): an·tarc·ti·ca; NL: an·tarc·ti·caa
    bikini: VL: bi·ki·ni; NL: bi·ki·ni
    burgemeester: VL: bur·ge·mees·ter; NL: bur·ge·mees·ter
    carnaval: VL: kar·na·val (Frans); NL: kar·na·val (Engels)
    cichorei: VL: sjie·ko·rei; NL: sie·cho·rei (± fonetisch)
    coup: VL: koe (Frans); NL: koep (± fonetisch)
    detective: VL: de·tek·tie·ve (fonetisch); NL: die·tek·tif (Engels)
    Doornroosje: VL: doo·rn·roo·sje; NL: doo·rn·roo·sje
    dossier: VL: dos·sier (fonetisch); NL: do·sjee (Frans)
    elixir: VL: ee·liek·sier/ee·lieg·zier (Arabisch, ’g’ uitgesproken als in het Engelse ‘good’); NL: ee·lik·ser (‘lik’ uitgesproken als ‘dik’)
    energie: VL: e·ner·gie (fonetisch); NL: e·ner·zjie/e·ner·sjie (Frans)
    essay: VL: es· (Frans); NL: es·seej/es·seej (Engels)
    Europa: VL: eu·roo·pa; NL: eu·roo·paa
    flirten: VL: flir·ten (fonetisch); NL: fleur·ten (Engels)
    Gerard: VL: zjee·raar (Frans); NL: gee·rart (fonetisch)
    gilet: VL: zjie·lee; NL: zjie·lèt
    hifi: VL: haai·fi (Brits Engels); NL: haai·faai (Amerikaans Engels)
    hostess: VL: hos·tès; NL: hos·tes (Engels)
    intrige: VL: in·trie·ge (fonetisch); NL: in·trie·zje/in·trie·sje (Frans)
    jenever: VL: zje·nee·ver; NL: je·nee·ver (fonetisch)
    Koran: VL: koo·ran; NL: ko·raan
    lavabo: VL: la·va·boo; NL: la·vaa·boo/la·vaa·boo
    monopoly: VL: mo·no·poo·ly; NL: mo·noo·pe·ly (Engels)
    nasi (goreng): VL: naa·zi; NL: na·si
    omwenteling: VL: om·wen·te·ling; NL: om·wen·te·ling
    parfum: VL: par·fui (Frans, de ‘ui’ is nasaal); NL: par·fum (fonetisch)
    passagier: VL: pas·sa·gier (fonetisch); NL: pas·sa·zjier/pas·sa·sjier
    pistolet: VL: pis·to·lee; NL: pis·to·lèt
    pyjama: VL: pi·zja·ma; NL: pie·jaa·maa
    rondpunt: VL: rond·punt; NL: rond·punt
    Roodkapje: VL: rood·kap·je; NL: rood·kap·je
    sceptisch: VL: sep·ties; NL: skep·ties
    Sneeuwwitje: VL: sneeuw·wi·tje; NL: sneeuw·wit·je
    steak: VL: stek/stik (Frans); NL: steek (Engels)
    super, hyper: VL én NL: su·per, hy·per; VL media: sup·per, hip·per
    tabak: VL: ta·bak (zie ook toebak); NL: ta·bak (Frans)
    Tenerife: VL: ·ne·rif ; NL: tee·nee·rie·fee
    terras: VL: tèr·ras; NL: te ras
    ticket: VL: tie·kèt (Frans); NL: tik·ket (Engels)
    trainen: VL: trei·nen; NL: treej·nen (Engels)
    verkoop: VL: ver·koop; NL: vér·koop (tegen alle regels in)
    wodka: VL: vod·ka (de ‘d’ is eerder stemhebbend); NL: wot·kaa (de ‘t’ is stemloos)
    yoghurt: VL: joe·choert (soms joe·goert); NL: jo·chert, jo·ggert

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 17 Mar 2019 16:46
    114 reactie(s)

    Versie 29

    Vlaamse uitspraak
    (uitspraakvarianten)

    Heel wat woorden worden in VL anders uitgesproken dan in NL. Dan gaat het niet zozeer over regelgebonden uitspraken zoals de zachte g, maar over woorden zoals pyjama dat in VL als pie-zja-ma en in NL als pie-jaa-maa uitgesproken wordt. Of over klemtonen zoals bij burgemeester waarbij in VL het accent op de eerste lettergreep valt en in NL op de derde. Bij leenwoorden hanteert men in NL zeer dikwijls een nabootsing volgens de Nederlandse klankwetten van de klanken in de oorspronkelijke taal (meestal Engels of Frans), terwijl de uitspraak in VL vervlaamst wordt. Soms wordt in VL een Franse uitspraak gehanteerd, dan volgt de uitspraak in NL meestal het Engels.

    Voor Engelse leenwoorden met korte a is er een afzonderlijk lemma waar deze gevallen ondergebracht kunnen worden.

    Het spijtige is dat de VL media voor deze woorden de NL uitspraak gebruiken ondanks dat de VL uitspraak in VL zeer algemeen is. Dit is een aanfluiting van de V die voor Vlaams staat in o.a. vrt en VTM.

    alfabetische lijst:

    Afrika: VL: a·fri·ka; NL: aa·fri·kaa
    Amerika: VL: a·mee·ri·ka; NL: a·mee·ri·kaa
    Antarctica (idem Arctica): an·tarc·ti·ca; NL: an·tarc·ti·caa
    bikini: VL: bi·ki·ni; NL: bi·ki·ni
    burgemeester: VL: bur·ge·mees·ter; NL: bur·ge·mees·ter
    carnaval: VL: kar·na·val (Frans); NL: kar·na·val (Engels)
    cichorei: VL: sjie·ko·rei; NL: sie·cho·rei (± fonetisch)
    coup: VL: koe (Frans); NL: koep (± fonetisch)
    detective: VL: de·tek·tie·ve (fonetisch); NL: die·tek·tif (Engels)
    Doornroosje: VL: doo·rn·roo·sje; NL: doo·rn·roo·sje
    dossier: VL: dos·sier (fonetisch); NL: do·sjee (Frans)
    elixir: VL: ee·liek·sier/ee·lieg·zier (Arabisch, ‘g’ uitgesproken als in het Engelse ‘good’); NL: ee·lik·ser (‘lik’ uitgesproken als ‘dik’)
    energie: VL: e·ner·gie (fonetisch); NL: e·ner·zjie/e·ner·sjie (Frans)
    essay: VL: es· (Frans); NL: es·seej/es·seej (Engels)
    Europa: VL: eu·roo·pa; NL: eu·roo·paa
    flirten: VL: flir·ten (fonetisch); NL: fleur·ten (Engels)
    Gerard: VL: zjee·raar (Frans); NL: gee·rart (fonetisch)
    gilet: VL: zjie·lee; NL: zjie·lèt
    hifi: VL: haai·fi (Brits Engels); NL: haai·faai (Amerikaans Engels)
    hostess: VL: hos·tès; NL: hos·tes (Engels)
    intrige: VL: in·trie·ge (fonetisch); NL: in·trie·zje/in·trie·sje (Frans)
    jenever: VL: zje·nee·ver; NL: je·nee·ver (fonetisch)
    Koran: VL: koo·ran; NL: ko·raan
    lavabo: VL: la·va·boo; NL: la·vaa·boo/la·vaa·boo
    monopoly: VL: mo·no·poo·ly; NL: mo·noo·pe·ly (Engels)
    nasi (goreng): VL: naa·zi; NL: na·si
    omwenteling: VL: om·wen·te·ling; NL: om·wen·te·ling
    parfum: VL: par·fui (Frans, de ‘ui’ is nasaal); NL: par·fum (fonetisch)
    passagier: VL: pas·sa·gier (fonetisch); NL: pas·sa·zjier/pas·sa·sjier
    pistolet: VL: pis·to·lee; NL: pis·to·lèt
    pyjama: VL: pi·zja·ma; NL: pie·jaa·maa
    rondpunt: VL: rond·punt; NL: rond·punt
    Roodkapje: VL: rood·kap·je; NL: rood·kap·je
    sceptisch: VL: sep·ties; NL: skep·ties
    Sneeuwwitje: VL: sneeuw·wi·tje; NL: sneeuw·wit·je
    steak: VL: stek/stik (Frans); NL: steek (Engels)
    super, hyper: VL én NL: su·per, hy·per; VL media: sup·per, hip·per
    tabak: VL: ta·bak (zie ook toebak); NL: ta·bak (Frans)
    Tenerife: VL: ·ne·rif ; NL: tee·nee·rie·fee
    terras: VL: tèr·ras; NL: te ras
    ticket: VL: tie·kèt (Frans); NL: tik·ket (Engels)
    trainen: VL: trei·nen; NL: treej·nen (Engels)
    verkoop: VL: ver·koop; NL: vér·koop (tegen alle regels in)
    wodka: VL: vod·ka (de ‘d’ is eerder stemhebbend); NL: wot·kaa (de ‘t’ is stemloos)
    yoghurt: VL: joe·choert (soms joe·goert); NL: jo·chert, jo·ggert

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 17 Mar 2019 16:44
    114 reactie(s)

    Versie 28

    Vlaamse uitspraak
    (uitspraakvarianten)

    Heel wat woorden worden in VL anders uitgesproken dan in NL. Dan gaat het niet zozeer over regelgebonden uitspraken zoals de zachte g, maar over woorden zoals pyjama dat in VL als pie-zja-ma en in NL als pie-jaa-maa uitgesproken wordt. Of over klemtonen zoals bij burgemeester waarbij in VL het accent op de eerste lettergreep valt en in NL op de derde. Bij leenwoorden hanteert men in NL zeer dikwijls een nabootsing volgens de Nederlandse klankwetten van de klanken in de oorspronkelijke taal (meestal Engels of Frans), terwijl de uitspraak in VL vervlaamst wordt. Soms wordt in VL een Franse uitspraak gehanteerd, dan volgt de uitspraak in NL meestal het Engels.

    Voor Engelse leenwoorden met korte a is er een afzonderlijk lemma waar deze gevallen ondergebracht kunnen worden.

    Het spijtige is dat de VL media voor deze woorden de NL uitspraak gebruiken ondanks dat de VL uitspraak in VL zeer algemeen is. Dit is een aanfluiting van de V die voor Vlaams staat in o.a. vrt en VTM.

    alfabetische lijst:

    Afrika: VL: a·fri·ka; NL: aa·fri·kaa
    Amerika: VL: a·mee·ri·ka; NL: a·mee·ri·kaa
    bikini: VL: bi·ki·ni; NL: bi·ki·ni
    burgemeester: VL: bur·ge·mees·ter; NL: bur·ge·mees·ter
    carnaval: VL: kar·na·val (Frans); NL: kar·na·val (Engels)
    cichorei: VL: sjie·ko·rei; NL: sie·cho·rei (± fonetisch)
    coup: VL: koe (Frans); NL: koep (± fonetisch)
    detective: VL: de·tek·tie·ve (fonetisch); NL: die·tek·tif (Engels)
    Doornroosje: VL: doo·rn·roo·sje; NL: doo·rn·roo·sje
    dossier: VL: dos·sier (fonetisch); NL: do·sjee (Frans)
    elixir: VL: ee·liek·sier/ee·lieg·zier (Arabisch, ‘g’ uitgesproken als in het Engelse ‘good’); NL: ee·lik·ser (‘lik’ uitgesproken als ‘dik’)
    energie: VL: e·ner·gie (fonetisch); NL: e·ner·zjie/e·ner·sjie (Frans)
    essay: VL: es· (Frans); NL: es·seej/es·seej (Engels)
    flirten: VL: flir·ten (fonetisch); NL: fleur·ten (Engels)
    Gerard: VL: zjee·raar (Frans); NL: gee·rart (fonetisch)
    gilet: VL: zjie·lee; NL: zjie·lèt
    hifi: VL: haai·fi (Brits Engels); NL: haai·faai (Amerikaans Engels)
    hostess: VL: hos·tès; NL: hos·tes (Engels)
    intrige: VL: in·trie·ge (fonetisch); NL: in·trie·zje/in·trie·sje (Frans)
    jenever: VL: zje·nee·ver; NL: je·nee·ver (fonetisch)
    Koran: VL: koo·ran; NL: ko·raan
    lavabo: VL: la·va·boo; NL: la·vaa·boo/la·vaa·boo
    monopoly: VL: mo·no·poo·ly; NL: mo·noo·pe·ly (Engels)
    nasi (goreng): VL: naa·zi; NL: na·si
    omwenteling: VL: om·wen·te·ling; NL: om·wen·te·ling
    parfum: VL: par·fui (Frans, de ‘ui’ is nasaal); NL: par·fum (fonetisch)
    passagier: VL: pas·sa·gier (fonetisch); NL: pas·sa·zjier/pas·sa·sjier
    pistolet: VL: pis·to·lee; NL: pis·to·lèt
    pyjama: VL: pi·zja·ma; NL: pie·jaa·maa
    rondpunt: VL: rond·punt; NL: rond·punt
    Roodkapje: VL: rood·kap·je; NL: rood·kap·je
    sceptisch: VL: sep·ties; NL: skep·ties
    Sneeuwwitje: VL: sneeuw·wi·tje; NL: sneeuw·wit·je
    steak: VL: stek/stik (Frans); NL: steek (Engels)
    super, hyper: VL én NL: su·per, hy·per; VL media: sup·per, hip·per
    tabak: VL: ta·bak (zie ook toebak); NL: ta·bak (Frans)
    Tenerife: VL: ·ne·rif ; NL: tee·nee·rie·fee
    terras: VL: tèr·ras; NL: te ras
    ticket: VL: tie·kèt (Frans); NL: tik·ket (Engels)
    trainen: VL: trei·nen; NL: treej·nen (Engels)
    verkoop: VL: ver·koop; NL: vér·koop (tegen alle regels in)
    wodka: VL: vod·ka (de ‘d’ is eerder stemhebbend); NL: wot·kaa (de ‘t’ is stemloos)
    yoghurt: VL: joe·choert (soms joe·goert); NL: jo·chert, jo·ggert

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 17 Mar 2019 16:41
    114 reactie(s)

    Versie 27

    Vlaamse uitspraak
    (uitspraakvarianten)

    Heel wat woorden worden in VL anders uitgesproken dan in NL. Dan gaat het niet zozeer over regelgebonden uitspraken zoals de zachte g, maar over woorden zoals pyjama dat in VL als pie-zja-ma en in NL als pie-jaa-maa uitgesproken wordt. Of over klemtonen zoals bij burgemeester waarbij in VL het accent op de eerste lettergreep valt en in NL op de derde. Bij leenwoorden hanteert men in NL zeer dikwijls een nabootsing volgens de Nederlandse klankwetten van de klanken in de oorspronkelijke taal (meestal Engels of Frans), terwijl de uitspraak in VL vervlaamst wordt. Soms wordt in VL een Franse uitspraak gehanteerd, dan volgt de uitspraak in NL meestal het Engels.

    Voor Engelse leenwoorden met korte a is er een afzonderlijk lemma waar deze gevallen ondergebracht kunnen worden.

    Het spijtige is dat de VL media voor deze woorden de NL uitspraak gebruiken ondanks dat de VL uitspraak in VL zeer algemeen is. Dit is een aanfluiting van de V die voor Vlaams staat in o.a. vrt en VTM.

    alfabetische lijst:

    Afrika: VL: a·fri·ka; NL: aa·fri·kaa
    Amerika: VL: a·mee·ri·ka; NL: a·mee·ri·kaa
    bikini: VL: bi·ki·ni; NL: bi·ki·ni
    burgemeester: VL: bur·ge·mees·ter; NL: bur·ge·mees·ter
    carnaval: VL: kar·na·val (Frans); NL: kar·na·val (Engels)
    cichorei: VL: sjie·ko·rei; NL: sie·cho·rei (± fonetisch)
    coup: VL: koe (Frans); NL: koep (± fonetisch)
    detective: VL: de·tek·tie·ve (fonetisch); NL: die·tek·tif (Engels)
    Doornroosje: VL: doorn·roo·sje; NL: doorn·roo·sje
    dossier: VL: dos·sier (fonetisch); NL: do·sjee (Frans)
    elixir: VL: ee·liek·sier/ee·lieg·zier (Arabisch, ‘g’ uitgesproken als in het Engelse ‘good’); NL: ee·lik·ser (‘lik’ uitgesproken als ‘dik’)
    energie: VL: e·ner·gie (fonetisch); NL: e·ner·zjie/e·ner·sjie (Frans)
    essay: VL: es· (Frans); NL: es·seej/es·seej (Engels)
    flirten: VL: flir·ten (fonetisch); NL: fleur·ten (Engels)
    Gerard: VL: zjee·raar (Frans); NL: gee·rart (fonetisch)
    gilet: VL: zjie·lee; NL: zjie·lèt
    hifi: VL: haai·fi (Brits Engels); NL: haai·faai (Amerikaans Engels)
    hostess: VL: hos·tès; NL: hos·tes (Engels)
    intrige: VL: in·trie·ge (fonetisch); NL: in·trie·zje/in·trie·sje (Frans)
    jenever: VL: zje·nee·ver; NL: je·nee·ver (fonetisch)
    Koran: VL: koo·ran; NL: ko·raan
    lavabo: VL: la·va·boo; NL: la·vaa·boo/la·vaa·boo
    monopoly: VL: mo·no·poo·ly; NL: mo·noo·pe·ly (Engels)
    nasi (goreng): VL: naa·zi; NL: na·si
    omwenteling: VL: om·wen·te·ling; NL: om·wen·te·ling
    parfum: VL: par·fui (Frans, de ‘ui’ is nasaal); NL: par·fum (fonetisch)
    passagier: VL: pas·sa·gier (fonetisch); NL: pas·sa·zjier/pas·sa·sjier
    pistolet: VL: pis·to·lee; NL: pis·to·lèt
    pyjama: VL: pi·zja·ma; NL: pie·jaa·maa
    rondpunt: VL: rond·punt; NL: rond·punt
    Roodkapje: VL: rood·kap·je; NL: rood·kap·je
    sceptisch: VL: sep·ties; NL: skep·ties
    Sneeuwwitje: VL: sneeuw·wi·tje; NL: sneeuw·wit·je
    steak: VL: stek/stik (Frans); NL: steek (Engels)
    super, hyper: VL én NL: su·per, hy·per; VL media: sup·per, hip·per
    tabak: VL: ta·bak (zie ook toebak); NL: ta·bak (Frans)
    Tenerife: VL: ·ne·rif ; NL: tee·nee·rie·fee
    terras: VL: tèr·ras; NL: te ras
    ticket: VL: tie·kèt (Frans); NL: tik·ket (Engels)
    trainen: VL: trei·nen; NL: treej·nen (Engels)
    verkoop: VL: ver·koop; NL: vér·koop (tegen alle regels in)
    wodka: VL: vod·ka (de ‘d’ is eerder stemhebbend); NL: wot·kaa (de ‘t’ is stemloos)
    yoghurt: VL: joe·choert (soms joe·goert); NL: jo·chert, jo·ggert

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 17 Mar 2019 16:37
    114 reactie(s)

    Versie 26

    Vlaamse uitspraak
    (uitspraakvarianten)

    Heel wat woorden worden in VL anders uitgesproken dan in NL. Dan gaat het niet zozeer over regelgebonden uitspraken zoals de zachte g, maar over woorden zoals pyjama dat in VL als pie-zja-ma en in NL als pie-jaa-maa uitgesproken wordt. Of over klemtonen zoals bij burgemeester waarbij in VL het accent op de eerste lettergreep valt en in NL op de derde. Bij leenwoorden hanteert men in NL zeer dikwijls een nabootsing volgens de Nederlandse klankwetten van de klanken in de oorspronkelijke taal (meestal Engels of Frans), terwijl de uitspraak in VL vervlaamst wordt. Soms wordt in VL een Franse uitspraak gehanteerd, dan volgt de uitspraak in NL meestal het Engels.

    Voor Engelse leenwoorden met korte a is er een afzonderlijk lemma waar deze gevallen ondergebracht kunnen worden.

    Het spijtige is dat de VL media voor deze woorden de NL uitspraak gebruiken ondanks dat de VL uitspraak in VL zeer algemeen is. Dit is een aanfluiting van de V die voor Vlaams staat in o.a. vrt en VTM.

    alfabetische lijst:

    Afrika: VL: a·fri·ka; NL: aa·fri·kaa
    Amerika: VL: a·mee·ri·ka; NL: a·mee·ri·kaa
    bikini: VL: bi·ki·ni; NL: bi·ki·ni
    burgemeester: VL: bur·ge·mees·ter; NL: bur·ge·mees·ter
    carnaval: VL: kar·na·val (Frans); NL: kar·na·val (Engels)
    cichorei: VL: sjie·ko·rei; NL: sie·cho·rei (± fonetisch)
    coup: VL: koe (Frans); NL: koep (± fonetisch)
    detective: VL: de·tek·tie·ve (fonetisch); NL: die·tek·tif (Engels)
    Doornroosje: VL: doorn·roo·sje; NL: doorn·roo·sje
    dossier: VL: dos·sier (fonetisch); NL: do·sjee (Frans)
    elixir: VL: ee·liek·sier/ee·lieg·zier (Arabisch, ‘g’ uitgesproken als in het Engelse ‘good’); NL: ee·lik·ser (‘lik’ uitgesproken als ‘dik’)
    energie: VL: e·ner·gie (fonetisch); NL: e·ner·zjie/e·ner·sjie (Frans)
    essay: VL: es· (Frans); NL: es·seej/es·seej (Engels)
    flirten: VL: flir·ten (fonetisch); NL: fleur·ten (Engels)
    Gerard: VL: zjee·raar; NL: gee·rart
    gilet: VL: zjie·lee; NL: zjie·lèt
    hifi: VL: haai·fi (Brits Engels); NL: haai·faai (Amerikaans Engels)
    hostess: VL: hos·tès; NL: hos·tes (Engels)
    intrige: VL: in·trie·ge (fonetisch); NL: in·trie·zje/in·trie·sje (Frans)
    jenever: VL: zje·nee·ver; NL: je·nee·ver (fonetisch)
    Koran: VL: koo·ran; NL: ko·raan
    lavabo: VL: la·va·boo; NL: la·vaa·boo/la·vaa·boo
    monopoly: VL: mo·no·poo·ly; NL: mo·noo·pe·ly (Engels)
    nasi (goreng): VL: naa·zi; NL: na·si
    omwenteling: VL: om·wen·te·ling; NL: om·wen·te·ling
    parfum: VL: par·fui (Frans, de ‘ui’ is nasaal); NL: par·fum (fonetisch)
    passagier: VL: pas·sa·gier (fonetisch); NL: pas·sa·zjier/pas·sa·sjier
    pistolet: VL: pis·to·lee; NL: pis·to·lèt
    pyjama: VL: pi·zja·ma; NL: pie·jaa·maa
    rondpunt: VL: rond·punt; NL: rond·punt
    Roodkapje: VL: rood·kap·je; NL: rood·kap·je
    sceptisch: VL: sep·ties; NL: skep·ties
    Sneeuwwitje: VL: sneeuw·wi·tje; NL: sneeuw·wit·je
    steak: VL: stek/stik (Frans); NL: steek (Engels)
    super, hyper: VL én NL: su·per, hy·per; VL media: sup·per, hip·per
    tabak: VL: ta·bak (zie ook toebak); NL: ta·bak (Frans)
    Tenerife: VL: ·ne·rif ; NL: tee·nee·rie·fee
    terras: VL: tèr·ras; NL: te ras
    ticket: VL: tie·kèt (Frans); NL: tik·ket (Engels)
    trainen: VL: trei·nen; NL: treej·nen (Engels)
    verkoop: VL: ver·koop; NL: vér·koop (tegen alle regels in)
    wodka: VL: vod·ka (de ‘d’ is eerder stemhebbend); NL: wot·kaa (de ‘t’ is stemloos)
    yoghurt: VL: joe·choert (soms joe·goert); NL: jo·chert, jo·ggert

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 17 Mar 2019 16:34
    114 reactie(s)

    Versie 25

    Vlaamse uitspraak
    (uitspraakvarianten)

    Heel wat woorden worden in VL anders uitgesproken dan in NL. Dan gaat het niet zozeer over regelgebonden uitspraken zoals de zachte g, maar over woorden zoals pyjama dat in VL als pie-zja-ma en in NL als pie-jaa-maa uitgesproken wordt. Of over klemtonen zoals bij burgemeester waarbij in VL het accent op de eerste lettergreep valt en in NL op de derde. Bij leenwoorden hanteert men in NL zeer dikwijls een nabootsing volgens de Nederlandse klankwetten van de klanken in de oorspronkelijke taal (meestal Engels of Frans), terwijl de uitspraak in VL vervlaamst wordt. Soms wordt in VL een Franse uitspraak gehanteerd, dan volgt de uitspraak in NL meestal het Engels.

    Voor Engelse leenwoorden met korte a is er een afzonderlijk lemma waar deze gevallen ondergebracht kunnen worden.

    Het spijtige is dat de VL media voor deze woorden de NL uitspraak gebruiken ondanks dat de VL uitspraak in VL zeer algemeen is. Dit is een aanfluiting van de V die voor Vlaams staat in o.a. vrt en VTM.

    alfabetische lijst:

    Afrika: VL: a·fri·ka; NL: aa·fri·kaa
    Amerika: VL: a·mee·ri·ka; NL: a·mee·ri·kaa
    bikini: VL: bi·ki·ni; NL: bi·ki·ni
    burgemeester: VL: bur·ge·mees·ter; NL: bur·ge·mees·ter
    carnaval: VL: kar·na·val (Frans); NL: kar·na·val (Engels)
    cichorei: VL: sjie·ko·rei; NL: sie·cho·rei (± fonetisch)
    coup: VL: koe (Frans); NL: koep (± fonetisch)
    detective: VL: de·tek·tie·ve (fonetisch); NL: die·tek·tif (Engels)
    Doornroosje: VL: doorn·roo·sje; NL: doorn·roo·sje
    dossier: VL: dos·sier (fonetisch); NL: do·sjee (Frans)
    elixir: VL: ee·liek·sier/ee·lieg·zier (Arabisch, ‘g’ uitgesproken als in het Engelse ‘good’); NL: ee·lik·ser (‘lik’ uitgesproken als ‘dik’)
    energie: VL: e·ner·gie (fonetisch); NL: e·ner·zjie/e·ner·sjie (Frans)
    essay: VL: es· (Frans); NL: es·seej/es·seej (Engels)
    flirten: VL: flir·ten (fonetisch); NL: fleur·ten (Engels)
    Gerard: VL: zjee·raar; NL: gee·rart
    gilet: VL: zjie·lee; NL: zjie·lèt
    hifi: VL: haai·fi (Brits Engels); NL: haai·faai (Amerikaans Engels)
    hostess: VL: hos·tès; NL: hos·tes (Engels)
    intrige: VL: in·trie·ge (fonetisch); NL: in·trie·zje/in·trie·sje (Frans)
    jenever: VL: zje·nee·ver; NL: je·nee·ver (fonetisch)
    Koran: VL: koo·ran; NL: ko·raan
    lavabo: VL: la·va·boo; NL: la·vaa·boo/la·vaa·boo
    monopoly: VL: mo·no·poo·ly; NL: mo·noo·pe·ly (Engels)
    nasi (goreng): VL: naa·zi; NL: na·si
    omwenteling: VL: om·wen·te·ling; NL: om·wen·te·ling
    parfum: VL: par·fui (Frans, de ‘ui’ is nasaal); NL: par·fum (fonetisch)
    passagier: VL: pas·sa·gier (fonetisch); NL: pas·sa·zjier/pas·sa·sjier
    pistolet: VL: pis·to·lee; NL: pis·to·lèt
    pyjama: VL: pi·zja·ma; NL: pie·jaa·maa
    rondpunt: VL: rond·punt; NL: rond·punt
    Roodkapje: VL: rood·kap·je; NL: rood·kap·je
    sceptisch: VL: sep·ties; NL: skep·ties
    Sneeuwwitje: VL: sneeuw·wi·tje; NL: sneeuw·wit·je
    steak: VL: stek/stik (Frans); NL: steek (Engels)
    super, hyper: VL én NL: su·per, hy·per; VL media: sup·per, hip·per
    tabak: VL: ta·bak (zie ook toebak); NL: ta·bak (Frans)
    Tenerife: VL: ·ne·rif ; NL: tee·nee·rie·fee
    terras: VL: tèr·ras; NL: te ras
    ticket: VL: tie·kèt (Frans); NL: tik·ket (Engels)
    verkoop: VL: ver·koop; NL: vér·koop (tegen alle regels in)
    wodka: VL: vod·ka (de ‘d’ is eerder stemhebbend); NL: wot·kaa (de ‘t’ is stemloos)
    yoghurt: VL: joe·choert (soms joe·goert); NL: jo·chert, jo·ggert

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 17 Mar 2019 16:30
    114 reactie(s)

    Versie 24

    Vlaamse uitspraak
    (uitspraakvarianten)

    Heel wat woorden worden in VL anders uitgesproken dan in NL. Dan gaat het niet zozeer over regelgebonden uitspraken zoals de zachte g, maar over woorden zoals pyjama dat in VL als pie-zja-ma en in NL als pie-jaa-maa uitgesproken wordt. Of over klemtonen zoals bij burgemeester waarbij in VL het accent op de eerste lettergreep valt en in NL op de derde. Bij leenwoorden hanteert men in NL zeer dikwijls een nabootsing volgens de Nederlandse klankwetten van de klanken in de oorspronkelijke taal (meestal Engels of Frans), terwijl de uitspraak in VL vervlaamst wordt. Soms wordt in VL een Franse uitspraak gehanteerd, dan volgt de uitspraak in NL meestal het Engels.

    Voor Engelse leenwoorden met korte a is er een afzonderlijk lemma waar deze gevallen ondergebracht kunnen worden.

    Het spijtige is dat de VL media voor deze woorden de NL uitspraak gebruiken ondanks dat de VL uitspraak in VL zeer algemeen is. Dit is een aanfluiting van de V die voor Vlaams staat in o.a. vrt en VTM.

    alfabetische lijst:

    Afrika: VL: a·fri·ka; NL: aa·fri·kaa
    Amerika: VL: a·mee·ri·ka; NL: a·mee·ri·kaa
    bikini: VL: bi·ki·ni; NL: bi·ki·ni
    burgemeester: VL: bur·ge·mees·ter; NL: bur·ge·mees·ter
    carnaval: VL: kar·na·val (Frans); NL: kar·na·val (Engels)
    cichorei: VL: sjie·ko·rei; NL: sie·cho·rei (± fonetisch)
    coup: VL: koe (Frans); NL: koep (± fonetisch)
    detective: VL: de·tek·tie·ve (fonetisch); NL: die·tek·tif (Engels)
    Doornroosje: VL: doorn·roo·sje; NL: doorn·roo·sje
    dossier: VL: dos·sier (fonetisch); NL: do·sjee (Frans)
    elixir: VL: ee·liek·sier/ee·lieg·zier (Arabisch, ‘g’ uitgesproken als in het Engelse ‘good’); NL: ee·lik·ser (‘lik’ uitgesproken als ‘dik’)
    energie: VL: e·ner·gie (fonetisch); NL: e·ner·zjie/e·ner·sjie (Frans)
    essay: VL: es· (Frans); NL: es·seej/es·seej (Engels)
    flirten: VL: flir·ten (fonetisch); NL: fleur·ten (Engels)
    gilet: VL: zjie·lee; NL: zjie·lèt
    hifi: VL: haai·fi (Brits Engels); NL: haai·faai (Amerikaans Engels)
    hostess: VL: hos·tès; NL: hos·tes (Engels)
    intrige: VL: in·trie·ge (fonetisch); NL: in·trie·zje/in·trie·sje (Frans)
    jenever: VL: zje·nee·ver; NL: je·nee·ver (fonetisch)
    Koran: VL: koo·ran; NL: ko·raan
    lavabo: VL: la·va·boo; NL: la·vaa·boo/la·vaa·boo
    monopoly: VL: mo·no·poo·ly; NL: mo·noo·pe·ly (Engels)
    nasi (goreng): VL: naa·zi; NL: na·si
    omwenteling: VL: om·wen·te·ling; NL: om·wen·te·ling
    parfum: VL: par·fui (Frans, de ‘ui’ is nasaal); NL: par·fum (fonetisch)
    passagier: VL: pas·sa·gier (fonetisch); NL: pas·sa·zjier/pas·sa·sjier
    pistolet: VL: pis·to·lee; NL: pis·to·lèt
    pyjama: VL: pi·zja·ma; NL: pie·jaa·maa
    rondpunt: VL: rond·punt; NL: rond·punt
    Roodkapje: VL: rood·kap·je; NL: rood·kap·je
    sceptisch: VL: sep·ties; NL: skep·ties
    Sneeuwwitje: VL: sneeuw·wi·tje; NL: sneeuw·wit·je
    steak: VL: stek/stik (Frans); NL: steek (Engels)
    super, hyper: VL én NL: su·per, hy·per; VL media: sup·per, hip·per
    tabak: VL: ta·bak (zie ook toebak); NL: ta·bak (Frans)
    Tenerife: VL: ·ne·rif ; NL: tee·nee·rie·fee
    terras: VL: tèr·ras; NL: te ras
    ticket: VL: tie·kèt (Frans); NL: tik·ket (Engels)
    verkoop: VL: ver·koop; NL: vér·koop (tegen alle regels in)
    wodka: VL: vod·ka (de ‘d’ is eerder stemhebbend); NL: wot·kaa (de ‘t’ is stemloos)
    yoghurt: VL: joe·choert (soms joe·goert); NL: jo·chert, jo·ggert

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 17 Mar 2019 16:27
    114 reactie(s)

    Versie 23

    Vlaamse uitspraak
    (uitspraakvarianten)

    Heel wat woorden worden in VL anders uitgesproken dan in NL. Dan gaat het niet zozeer over regelgebonden uitspraken zoals de zachte g, maar over woorden zoals pyjama dat in VL als pie-zja-ma en in NL als pie-jaa-maa uitgesproken wordt. Of over klemtonen zoals bij burgemeester waarbij in VL het accent op de eerste lettergreep valt en in NL op de derde. Bij leenwoorden hanteert men in NL zeer dikwijls een nabootsing volgens de Nederlandse klankwetten van de klanken in de oorspronkelijke taal (meestal Engels of Frans), terwijl de uitspraak in VL vervlaamst wordt. Soms wordt in VL een Franse uitspraak gehanteerd, dan volgt de uitspraak in NL meestal het Engels.

    Voor Engelse leenwoorden met korte a is er een afzonderlijk lemma waar deze gevallen ondergebracht kunnen worden.

    Het spijtige is dat de VL media voor deze woorden de NL uitspraak gebruiken ondanks dat de VL uitspraak in VL zeer algemeen is. Dit is een aanfluiting van de V die voor Vlaams staat in o.a. vrt en VTM.

    alfabetische lijst:

    Afrika: VL: a·fri·ka; NL: aa·fri·kaa
    Amerika: VL: a·mee·ri·ka; NL: a·mee·ri·kaa
    bikini: VL: bi·ki·ni; NL: bi·ki·ni
    burgemeester: VL: bur·ge·mees·ter; NL: bur·ge·mees·ter
    carnaval: VL: kar·na·val (Frans); NL: kar·na·val (Engels)
    cichorei: VL: sjie·ko·rei; NL: sie·cho·rei (± fonetisch)
    coup: VL: koe (Frans); NL: koep (± fonetisch)
    detective: VL: de·tek·tie·ve (fonetisch); NL: die·tek·tif (Engels)
    Doornroosje: VL: doorn·roo·sje; NL: doorn·roo·sje
    dossier: VL: dos·sier (fonetisch); NL: do·sjee (Frans)
    elixir: VL: ee·liek·sier/ee·lieg·zier (Arabisch, ‘g’ uitgesproken als in het Engelse ‘good’); NL: ee·lik·ser (‘lik’ uitgesproken als ‘dik’)
    energie: VL: e·ner·gie (fonetisch); NL: e·ner·zjie/e·ner·sjie (Frans)
    essay: VL: es· (Frans); NL: es·seej/es·seej (Engels)
    flirten: VL: flir·ten (fonetisch); NL: fleur·ten (Engels)
    gilet: VL: zjie·lee; NL: zjie·lèt
    hifi: VL: haai·fi (Brits Engels); NL: haai·faai (Amerikaans Engels)
    hostess: VL: hos·tès; NL: hos·tes (Engels)
    intrige: VL: in·trie·ge (fonetisch); NL: in·trie·zje/in·trie·sje (Frans)
    jenever: VL: zje·nee·ver; NL: je·nee·ver (fonetisch)
    Koran: VL: koo·ran; NL: ko·raan
    lavabo: VL: la·va·boo; NL: la·vaa·boo/la·vaa·boo
    monopoly: VL: mo·no·poo·ly; NL: mo·noo·pe·ly (Engels)
    nasi (goreng): VL: naa·zi; NL: na·si
    omwenteling: VL: om·wen·te·ling; NL: om·wen·te·ling
    parfum: VL: par·fui (Frans, de ‘ui’ is nasaal); NL: par·fum (fonetisch)
    passagier: VL: pas·sa·gier (fonetisch); NL: pas·sa·zjier/pas·sa·sjier
    pyjama: VL: pi·zja·ma; NL: pie·jaa·maa
    rondpunt: VL: rond·punt; NL: rond·punt
    Roodkapje: VL: rood·kap·je; NL: rood·kap·je
    sceptisch: VL: sep·ties; NL: skep·ties
    Sneeuwwitje: VL: sneeuw·wi·tje; NL: sneeuw·wit·je
    steak: VL: stek/stik (Frans); NL: steek (Engels)
    super, hyper: VL én NL: su·per, hy·per; VL media: sup·per, hip·per
    tabak: VL: ta·bak (zie ook toebak); NL: ta·bak (Frans)
    Tenerife: VL: ·ne·rif ; NL: tee·nee·rie·fee
    terras: VL: tèr·ras; NL: te ras
    ticket: VL: tie·kèt (Frans); NL: tik·ket (Engels)
    verkoop: VL: ver·koop; NL: vér·koop (tegen alle regels in)
    wodka: VL: vod·ka (de ‘d’ is eerder stemhebbend); NL: wot·kaa (de ‘t’ is stemloos)
    yoghurt: VL: joe·choert (soms joe·goert); NL: jo·chert, jo·ggert

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 17 Mar 2019 16:25
    114 reactie(s)

    Versie 22

    Vlaamse uitspraak
    (uitspraakvarianten)

    Heel wat woorden worden in VL anders uitgesproken dan in NL. Dan gaat het niet zozeer over regelgebonden uitspraken zoals de zachte g, maar over woorden zoals pyjama dat in VL als pie-zja-ma en in NL als pie-jaa-maa uitgesproken wordt. Of over klemtonen zoals bij burgemeester waarbij in VL het accent op de eerste lettergreep valt en in NL op de derde. Bij leenwoorden hanteert men in NL zeer dikwijls een nabootsing volgens de Nederlandse klankwetten van de klanken in de oorspronkelijke taal (meestal Engels of Frans), terwijl de uitspraak in VL vervlaamst wordt. Soms wordt in VL een Franse uitspraak gehanteerd, dan volgt de uitspraak in NL meestal het Engels.

    Voor Engelse leenwoorden met korte a is er een afzonderlijk lemma waar deze gevallen ondergebracht kunnen worden.

    Het spijtige is dat de VL media voor deze woorden de NL uitspraak gebruiken ondanks dat de VL uitspraak in VL zeer algemeen is. Dit is een aanfluiting van de V die voor Vlaams staat in o.a. vrt en VTM.

    alfabetische lijst:

    Afrika: VL: a·fri·ka; NL: aa·fri·kaa
    Amerika: VL: a·mee·ri·ka; NL: a·mee·ri·kaa
    bikini: VL: bi·ki·ni; NL: bi·ki·ni
    burgemeester: VL: bur·ge·mees·ter; NL: bur·ge·mees·ter
    carnaval: VL: kar·na·val (Frans); NL: kar·na·val (Engels)
    cichorei: VL: sjie·ko·rei; NL: sie·cho·rei (± fonetisch)
    coup: VL: koe (Frans); NL: koep (± fonetisch)
    detective: VL: de·tek·tie·ve (fonetisch); NL: die·tek·tif (Engels)
    Doornroosje: VL: doorn·roo·sje; NL: doorn·roo·sje
    dossier: VL: dos·sier (fonetisch); NL: do·sjee (Frans)
    elixir: VL: ee·liek·sier/ee·lieg·zier (Arabisch, ‘g’ uitgesproken als in het Engelse ‘good’); NL: ee·lik·ser (‘lik’ uitgesproken als ‘dik’)
    energie: VL: e·ner·gie (fonetisch); NL: e·ner·zjie/e·ner·sjie (Frans)
    essay: VL: es· (Frans); NL: es·seej/es·seej (Engels)
    flirten: VL: flir·ten (fonetisch); NL: fleur·ten (Engels)
    gilet: VL: zjie·lee; NL: zjie·lèt
    hifi: VL: haai·fi (Brits Engels); NL: haai·faai (Amerikaans Engels)
    hostess: VL: hos·tès; NL: hos·tes (Engels)
    intrige: VL: in·trie·ge (fonetisch); NL: in·trie·zje/in·trie·sje (Frans)
    jenever: VL: zje·nee·ver; NL: je·nee·ver (fonetisch)
    Koran: VL: koo·ran; NL: ko·raan
    lavabo: VL: la·va·boo; NL: la·vaa·boo/la·vaa·boo
    monopoly: VL: mo·no·poo·ly; NL: mo·noo·pe·ly (Engels)
    omwenteling: VL: om·wen·te·ling; NL: om·wen·te·ling
    parfum: VL: par·fui (Frans, de ‘ui’ is nasaal); NL: par·fum (fonetisch)
    passagier: VL: pas·sa·gier (fonetisch); NL: pas·sa·zjier/pas·sa·sjier
    pyjama: VL: pi·zja·ma; NL: pie·jaa·maa
    rondpunt: VL: rond·punt; NL: rond·punt
    Roodkapje: VL: rood·kap·je; NL: rood·kap·je
    sceptisch: VL: sep·ties; NL: skep·ties
    Sneeuwwitje: VL: sneeuw·wi·tje; NL: sneeuw·wit·je
    steak: VL: stek/stik (Frans); NL: steek (Engels)
    super, hyper: VL én NL: su·per, hy·per; VL media: sup·per, hip·per
    tabak: VL: ta·bak (zie ook toebak); NL: ta·bak (Frans)
    Tenerife: VL: ·ne·rif ; NL: tee·nee·rie·fee
    terras: VL: tèr·ras; NL: te ras
    ticket: VL: tie·kèt (Frans); NL: tik·ket (Engels)
    verkoop: VL: ver·koop; NL: vér·koop (tegen alle regels in)
    wodka: VL: vod·ka (de ‘d’ is eerder stemhebbend); NL: wot·kaa (de ‘t’ is stemloos)
    yoghurt: VL: joe·choert (soms joe·goert); NL: jo·chert, jo·ggert

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 17 Mar 2019 16:21
    114 reactie(s)

    Versie 21

    Vlaamse uitspraak
    (uitspraakvarianten)

    Heel wat woorden worden in VL anders uitgesproken dan in NL. Dan gaat het niet zozeer over regelgebonden uitspraken zoals de zachte g, maar over woorden zoals pyjama dat in VL als pie-zja-ma en in NL als pie-jaa-maa uitgesproken wordt. Of over klemtonen zoals bij burgemeester waarbij in VL het accent op de eerste lettergreep valt en in NL op de derde. Bij leenwoorden hanteert men in NL zeer dikwijls een nabootsing volgens de Nederlandse klankwetten van de klanken in de oorspronkelijke taal (meestal Engels of Frans), terwijl de uitspraak in VL vervlaamst wordt. Soms wordt in VL een Franse uitspraak gehanteerd, dan volgt de uitspraak in NL meestal het Engels.

    Voor Engelse leenwoorden met korte a is er een afzonderlijk lemma waar deze gevallen ondergebracht kunnen worden.

    Het spijtige is dat de VL media voor deze woorden de NL uitspraak gebruiken ondanks dat de VL uitspraak in VL zeer algemeen is. Dit is een aanfluiting van de V die voor Vlaams staat in o.a. vrt en VTM.

    alfabetische lijst:

    Afrika: VL: a·fri·ka; NL: aa·fri·kaa
    Amerika: VL: a·mee·ri·ka; NL: a·mee·ri·kaa
    bikini: VL: bi·ki·ni; NL: bi·ki·ni
    burgemeester: VL: bur·ge·mees·ter; NL: bur·ge·mees·ter
    carnaval: VL: kar·na·val (Frans); NL: kar·na·val (Engels)
    cichorei: VL: sjie·ko·rei; NL: sie·cho·rei (± fonetisch)
    coup: VL: koe (Frans); NL: koep (± fonetisch)
    detective: VL: de·tek·tie·ve (fonetisch); NL: die·tek·tif (Engels)
    Doornroosje: VL: doorn·roo·sje; NL: doorn·roo·sje
    dossier: VL: dos·sier (fonetisch); NL: do·sjee (Frans)
    elixir: VL: ee·liek·sier/ee·lieg·zier (Arabisch, ‘g’ uitgesproken als in het Engelse ‘good’); NL: ee·lik·ser (‘lik’ uitgesproken als ‘dik’)
    energie: VL: e·ner·gie (fonetisch); NL: e·ner·zjie/e·ner·sjie (Frans)
    essay: VL: es· (Frans); NL: es·seej/es·seej (Engels)
    flirten: VL: flir·ten (fonetisch); NL: fleur·ten (Engels)
    gilet: VL: zjie·lee; NL: zjie·lèt
    hifi: VL: haai·fi (Brits Engels); NL: haai·faai (Amerikaans Engels)
    hostess: VL: hos·tès; NL: hos·tes (Engels)
    intrige: VL: in·trie·ge (fonetisch); NL: in·trie·zje/in·trie·sje (Frans)
    jenever: VL: zje·nee·ver; NL: je·nee·ver (fonetisch)
    Koran: VL: koo·ran; NL: ko·raan
    monopoly: VL: mo·no·poo·ly; NL: mo·noo·pe·ly (Engels)
    omwenteling: VL: om·wen·te·ling; NL: om·wen·te·ling
    parfum: VL: par·fui (Frans, de ‘ui’ is nasaal); NL: par·fum (fonetisch)
    passagier: VL: pas·sa·gier (fonetisch); NL: pas·sa·zjier/pas·sa·sjier
    pyjama: VL: pi·zja·ma; NL: pie·jaa·maa
    rondpunt: VL: rond·punt; NL: rond·punt
    Roodkapje: VL: rood·kap·je; NL: rood·kap·je
    sceptisch: VL: sep·ties; NL: skep·ties
    Sneeuwwitje: VL: sneeuw·wi·tje; NL: sneeuw·wit·je
    steak: VL: stek/stik (Frans); NL: steek (Engels)
    super, hyper: VL én NL: su·per, hy·per; VL media: sup·per, hip·per
    tabak: VL: ta·bak (zie ook toebak); NL: ta·bak (Frans)
    Tenerife: VL: ·ne·rif ; NL: tee·nee·rie·fee
    terras: VL: tèr·ras; NL: te ras
    ticket: VL: tie·kèt (Frans); NL: tik·ket (Engels)
    verkoop: VL: ver·koop; NL: vér·koop (tegen alle regels in)
    wodka: VL: vod·ka (de ‘d’ is eerder stemhebbend); NL: wot·kaa (de ‘t’ is stemloos)
    yoghurt: VL: joe·choert (soms joe·goert); NL: jo·chert, jo·ggert

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 17 Mar 2019 16:18
    114 reactie(s)

    Versie 20

    Vlaamse uitspraak
    (uitspraakvarianten)

    Heel wat woorden worden in VL anders uitgesproken dan in NL. Dan gaat het niet zozeer over regelgebonden uitspraken zoals de zachte g, maar over woorden zoals pyjama dat in VL als pie-zja-ma en in NL als pie-jaa-maa uitgesproken wordt. Of over klemtonen zoals bij burgemeester waarbij in VL het accent op de eerste lettergreep valt en in NL op de derde. Bij leenwoorden hanteert men in NL zeer dikwijls een nabootsing volgens de Nederlandse klankwetten van de klanken in de oorspronkelijke taal (meestal Engels of Frans), terwijl de uitspraak in VL vervlaamst wordt. Soms wordt in VL een Franse uitspraak gehanteerd, dan volgt de uitspraak in NL meestal het Engels.

    Voor Engelse leenwoorden met korte a is er een afzonderlijk lemma waar deze gevallen ondergebracht kunnen worden.

    Het spijtige is dat de VL media voor deze woorden de NL uitspraak gebruiken ondanks dat de VL uitspraak in VL zeer algemeen is. Dit is een aanfluiting van de V die voor Vlaams staat in o.a. vrt en VTM.

    alfabetische lijst:

    Afrika: VL: a·fri·ka; NL: aa·fri·kaa
    Amerika: VL: a·mee·ri·ka; NL: a·mee·ri·kaa
    bikini: VL: bi·ki·ni; NL: bi·ki·ni
    burgemeester: VL: bur·ge·mees·ter; NL: bur·ge·mees·ter
    carnaval: VL: kar·na·val (Frans); NL: kar·na·val (Engels)
    cichorei: VL: sjie·ko·rei; NL: sie·cho·rei (± fonetisch)
    coup: VL: koe (Frans); NL: koep (± fonetisch)
    detective: VL: de·tek·tie·ve (fonetisch); NL: die·tek·tif (Engels)
    Doornroosje: VL: doorn·roo·sje; NL: doorn·roo·sje
    dossier: VL: dos·sier (fonetisch); NL: do·sjee (Frans)
    elixir: VL: ee·liek·sier/ee·lieg·zier (Arabisch, ‘g’ uitgesproken als in het Engelse ‘good’); NL: ee·lik·ser (‘lik’ uitgesproken als ‘dik’)
    energie: VL: e·ner·gie (fonetisch); NL: e·ner·zjie/e·ner·sjie (Frans)
    essay: VL: es· (Frans); NL: es·seej/es·seej (Engels)
    flirten: VL: flir·ten (fonetisch); NL: fleur·ten (Engels)
    hifi: VL: haai·fi (Brits Engels); NL: haai·faai (Amerikaans Engels)
    hostess: VL: hos·tès; NL: hos·tes (Engels)
    intrige: VL: in·trie·ge (fonetisch); NL: in·trie·zje/in·trie·sje (Frans)
    jenever: VL: zje·nee·ver; NL: je·nee·ver (fonetisch)
    Koran: VL: koo·ran; NL: ko·raan
    monopoly: VL: mo·no·poo·ly; NL: mo·noo·pe·ly (Engels)
    omwenteling: VL: om·wen·te·ling; NL: om·wen·te·ling
    parfum: VL: par·fui (Frans, de ‘ui’ is nasaal); NL: par·fum (fonetisch)
    passagier: VL: pas·sa·gier (fonetisch); NL: pas·sa·zjier/pas·sa·sjier
    pyjama: VL: pi·zja·ma; NL: pie·jaa·maa
    rondpunt: VL: rond·punt; NL: rond·punt
    Roodkapje: VL: rood·kap·je; NL: rood·kap·je
    sceptisch: VL: sep·ties; NL: skep·ties
    Sneeuwwitje: VL: sneeuw·wi·tje; NL: sneeuw·wit·je
    steak: VL: stek/stik (Frans); NL: steek (Engels)
    super, hyper: VL én NL: su·per, hy·per; VL media: sup·per, hip·per
    tabak: VL: ta·bak (zie ook toebak); NL: ta·bak (Frans)
    Tenerife: VL: ·ne·rif ; NL: tee·nee·rie·fee
    terras: VL: tèr·ras; NL: te ras
    ticket: VL: tie·kèt (Frans); NL: tik·ket (Engels)
    verkoop: VL: ver·koop; NL: vér·koop (tegen alle regels in)
    wodka: VL: vod·ka (de ‘d’ is eerder stemhebbend); NL: wot·kaa (de ‘t’ is stemloos)
    yoghurt: VL: joe·choert (soms joe·goert); NL: jo·chert, jo·ggert

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 17 Mar 2019 16:15
    114 reactie(s)

    Versie 19

    Vlaamse uitspraak
    (uitspraakvarianten)

    Heel wat woorden worden in VL anders uitgesproken dan in NL. Dan gaat het niet zozeer over regelgebonden uitspraken zoals de zachte g, maar over woorden zoals pyjama dat in VL als pie-zja-ma en in NL als pie-jaa-maa uitgesproken wordt. Of over klemtonen zoals bij burgemeester waarbij in VL het accent op de eerste lettergreep valt en in NL op de derde. Bij leenwoorden hanteert men in NL zeer dikwijls een nabootsing volgens de Nederlandse klankwetten van de klanken in de oorspronkelijke taal (meestal Engels of Frans), terwijl de uitspraak in VL vervlaamst wordt. Soms wordt in VL een Franse uitspraak gehanteerd, dan volgt de uitspraak in NL meestal het Engels.

    Voor Engelse leenwoorden met korte a is er een afzonderlijk lemma waar deze gevallen ondergebracht kunnen worden.

    Het spijtige is dat de VL media voor deze woorden de NL uitspraak gebruiken ondanks dat de VL uitspraak in VL zeer algemeen is. Dit is een aanfluiting van de V die voor Vlaams staat in o.a. vrt en VTM.

    alfabetische lijst:

    Afrika: VL: a·fri·ka; NL: aa·fri·kaa
    Amerika: VL: a·mee·ri·ka; NL: a·mee·ri·kaa
    bikini: VL: bi·ki·ni; NL: bi·ki·ni
    burgemeester: VL: bur·ge·mees·ter; NL: bur·ge·mees·ter
    carnaval: VL: kar·na·val (Frans); NL: kar·na·val (Engels)
    cichorei: VL: sjie·ko·rei; NL: sie·cho·rei (± fonetisch)
    coup: VL: koe (Frans); NL: koep (± fonetisch)
    detective: VL: de·tek·tie·ve (fonetisch); NL: die·tek·tif (Engels)
    Doornroosje: VL: doorn·roo·sje; NL: doorn·roo·sje
    dossier: VL: dos·sier (fonetisch); NL: do·sjee (Frans)
    elixir: VL: ee·liek·sier/ee·lieg·zier (Arabisch, ‘g’ uitgesproken als in het Engelse ‘good’); NL: ee·lik·ser (‘lik’ uitgesproken als ‘dik’)
    energie: VL: e·ner·gie (fonetisch); NL: e·ner·zjie/e·ner·sjie (Frans)
    essay: VL: es· (Frans); NL: es·seej/es·seej (Engels)
    flirten: VL: flir·ten (fonetisch); NL: fleur·ten (Engels)
    hifi: VL: haai·fi (Brits Engels); NL: haai·faai (Amerikaans Engels)
    hostess: VL: hos·tès; NL: hos·tes (Engels)
    intrige: VL: in·trie·ge (fonetisch); NL: in·trie·zje/in·trie·sje (Frans)
    jenever: VL: zje·nee·ver; NL: je·nee·ver (fonetisch)
    Koran: VL: koo·ran; NL: ko·raan
    monopoly: VL: mo·no·poo·ly; NL: mo·noo·pe·ly (Engels)
    omwenteling: VL: om·wen·te·ling; NL: om·wen·te·ling
    parfum: VL: par·fui (Frans, de ‘ui’ is nasaal); NL: par·fum (fonetisch)
    passagier: VL: pas·sa·gier (fonetisch); NL: pas·sa·zjier/pas·sa·sjier
    pyjama: VL: pi·zja·ma; NL: pie·jaa·maa
    rondpunt: VL: rond·punt; NL: rond·punt
    Roodkapje: VL: rood·kap·je; NL: rood·kap·je
    sceptisch: VL: sep·ties; NL: skep·ties
    Sneeuwwitje: VL: sneeuwwi·tje; NL: sneeuw·wit·je
    steak: VL: stek/stik (Frans); NL: steek (Engels)
    super, hyper: VL én NL: su·per, hy·per; VL media: sup·per, hip·per
    tabak: VL: ta·bak (zie ook toebak); NL: ta·bak (Frans)
    Tenerife: VL: ·ne·rif ; NL: tee·nee·rie·fee
    terras: VL: tèr·ras; NL: te ras
    ticket: VL: tie·kèt (Frans); NL: tik·ket (Engels)
    verkoop: VL: ver·koop; NL: vér·koop (tegen alle regels in)
    wodka: VL: vod·ka (de ‘d’ is eerder stemhebbend); NL: wot·kaa (de ‘t’ is stemloos)
    yoghurt: VL: joe·choert (soms joe·goert); NL: jo·chert, jo·ggert

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 17 Mar 2019 16:11
    114 reactie(s)

    Versie 18

    Vlaamse uitspraak
    (uitspraakvarianten)

    Heel wat woorden worden in VL anders uitgesproken dan in NL. Dan gaat het niet zozeer over regelgebonden uitspraken zoals de zachte g, maar over woorden zoals pyjama dat in VL als pie-zja-ma en in NL als pie-jaa-maa uitgesproken wordt. Of over klemtonen zoals bij burgemeester waarbij in VL het accent op de eerste lettergreep valt en in NL op de derde. Bij leenwoorden hanteert men in NL zeer dikwijls een nabootsing volgens de Nederlandse klankwetten van de klanken in de oorspronkelijke taal (meestal Engels of Frans), terwijl de uitspraak in VL vervlaamst wordt. Soms wordt in VL een Franse uitspraak gehanteerd, dan volgt de uitspraak in NL meestal het Engels.

    Voor Engelse leenwoorden met korte a is er een afzonderlijk lemma waar deze gevallen ondergebracht kunnen worden.

    Het spijtige is dat de VL media voor deze woorden de NL uitspraak gebruiken ondanks dat de VL uitspraak in VL zeer algemeen is. Dit is een aanfluiting van de V die voor Vlaams staat in o.a. vrt en VTM.

    alfabetische lijst:

    Afrika: VL: a·fri·ka; NL: aa·fri·kaa
    Amerika: VL: a·mee·ri·ka; NL: a·mee·ri·kaa
    bikini: VL: bi·ki·ni; NL: bi·ki·ni
    burgemeester: VL: bur·ge·mees·ter; NL: bur·ge·mees·ter
    detective: VL: de·tek·tie·ve (fonetisch); NL: die·tek·tif (Engels)
    dossier: VL: dos·sier (fonetisch); NL: do·sjee (Frans)
    energie: VL: e·ner·gie (fonetisch); NL: e·ner·zjie/e·ner·sjie (Frans)
    flirten: VL: flir·ten (fonetisch); NL: fleur·ten (Engels)
    Koran: VL: koo·ran; NL: ko·raan
    passagier: VL: pas·sa·gier (fonetisch); NL: pas·sa·zjier/pas·sa·sjier
    pyjama: VL: pi·zja·ma; NL: pie·jaa·maa
    steak: VL: stek/stik (Frans); NL: steek (Engels)
    super, hyper: VL én NL: su·per, hy·per; VL media: sup·per, hip·per
    Tenerife: VL: ·ne·rif ; NL: tee·nee·rie·fee
    terras: VL: tèr·ras; NL: te ras
    ticket: VL: tie·kèt (Frans); NL: tik·ket (Engels)
    verkoop: VL: ver·koop; NL: vér·koop (tegen alle regels in)
    yoghurt: VL: joe·choert (soms joe·goert); NL: jo·chert, jo·ggert

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 17 Mar 2019 13:27
    114 reactie(s)

    Versie 17

    Vlaamse uitspraak
    (uitspraakvarianten)

    Heel wat woorden worden in VL anders uitgesproken dan in NL. Dan gaat het niet zozeer over regelgebonden uitspraken zoals de zachte g, maar over woorden zoals pyjama dat in VL als pie-zja-ma en in NL als pie-jaa-maa uitgesproken wordt. Of over klemtonen zoals bij burgemeester waarbij in VL het accent op de eerste lettergreep valt en in NL op de derde. Bij leenwoorden hanteert men in NL zeer dikwijls een nabootsing volgens de Nederlandse klankwetten van de klanken in de oorspronkelijke taal (meestal Engels of Frans), terwijl de uitspraak in VL vervlaamst wordt. Soms wordt in VL een Franse uitspraak gehanteerd, dan volgt de uitspraak in NL meestal het Engels.

    Voor Engelse leenwoorden met korte a is er een afzonderlijk lemma waar deze gevallen ondergebracht kunnen worden.

    Het spijtige is dat de VL media voor deze woorden de NL uitspraak gebruiken ondanks dat de VL uitspraak in VL zeer algemeen is. Dit is een aanfluiting van de V die voor Vlaams staat in o.a. vrt en VTM.

    alfabetische lijst:

    Afrika: VL: A·fri·ka; NL: Aa·fri·kaa
    Amerika: VL: A·mee·ri·ka; NL: A·mee·ri·kaa
    bikini: VL: bi·ki·ni; NL: bi·ki·ni
    burgemeester: VL: bur·ge·mees·ter; NL: bur·ge·mees·ter
    detective: VL: de·tek·tie·ve (fonetisch); NL: die·tek·tif (Engels)
    dossier: VL: dos·sier (fonetisch); NL: do·sjee (Frans)
    energie: VL: e·ner·gie (fonetisch); NL: e·ner·zjie/e·ner·sjie (Frans)
    flirten: VL: flir·ten (fonetisch); NL: fleur·ten (Engels)
    Koran: VL: koo·ran; NL: ko·raan
    passagier: VL: pas·sa·gier (fonetisch); NL: pas·sa·zjier/pas·sa·sjier
    pyjama: VL: pi·zja·ma; NL: pie·jaa·maa
    steak: VL: stek/stik (Frans); NL: steek (Engels)
    super, hyper: VL én NL: su·per, hy·per; VL media: sup·per, hip·per
    Tenerife: VL: ·ne·rif ; NL: tee·nee·rie·fee
    terras: VL: tèr·ras; NL: te ras
    ticket: VL: tie·kèt (Frans); NL: tik·ket (Engels)
    verkoop: VL: ver·koop; NL: vér·koop (tegen alle regels in)
    yoghurt: VL: joe·choert (soms joe·goert); NL: jo·chert, jo·ggert

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 17 Mar 2019 13:27
    114 reactie(s)

    Versie 16

    Vlaamse uitspraak
    (uitspraakvarianten)

    Heel wat woorden worden in VL anders uitgesproken dan in NL. Dan gaat het niet zozeer over regelgebonden uitspraken zoals de zachte g, maar over woorden zoals pyjama dat in VL als pie-zja-ma en in NL als pie-jaa-maa uitgesproken wordt. Of over klemtonen zoals bij burgemeester waarbij in VL het accent op de eerste lettergreep valt en in NL op de derde. Bij leenwoorden hanteert men in NL zeer dikwijls een nabootsing volgens de Nederlandse klankwetten van de klanken in de oorspronkelijke taal (meestal Engels of Frans), terwijl de uitspraak in VL vervlaamst wordt. Soms wordt in VL een Franse uitspraak gehanteerd, dan volgt de uitspraak in NL meestal het Engels.

    Voor Engelse leenwoorden met korte a is er een afzonderlijk lemma waar deze gevallen ondergebracht kunnen worden.

    Het spijtige is dat de VL media voor deze woorden de NL uitspraak gebruiken ondanks dat de VL uitspraak in VL zeer algemeen is. Dit is een aanfluiting van de V die voor Vlaams staat in o.a. vrt en VTM.

    alfabetische lijst:

    Afrika: VL: Afrika; NL: Aafrikaa
    Amerika: VL: Amerika; NL: Amerikaa
    bikini: VL: bikini; NL: bikini
    burgemeester: VL: burgemeester; NL: burgemeester
    detective: VL: detektieve (fonetisch); NL: dietektif (Engels)
    dossier: VL: dossier (fonetisch); NL: dosjee (Frans)
    energie: VL: energie (fonetisch); NL: enerzjie/enersjie (Frans)
    flirten: VL: flirten (fonetisch); NL: fleurten (Engels)
    Koran: VL: kooran; NL: koraan
    passagier: VL: passagier (fonetisch); NL: passazjier/passasjier
    pyjama: VL: pi-zja-ma; NL: pie-jaa-maa
    steak: VL: stek/stik (Frans); NL: steek (Engels)
    super, hyper: VL én NL: super, hyper; VL media: supper, hipper
    Tenerife: VL: .ne.rif ; NL: tee·nee·rie·fee
    terras: VL: tèrras; NL: te ras
    ticket: VL: tiekèt (Frans); NL: tikket (Engels)
    verkoop: VL: verkoop; NL: vérkoop (tegen alle regels in)
    yoghurt: VL: joechoert (soms joegoert); NL: jochert, joggert

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 17 Mar 2019 13:23
    114 reactie(s)

    Versie 15

    Vlaamse uitspraak
    (uitspraakvarianten)

    Heel wat woorden worden in VL anders uitgesproken dan in NL. Dan gaat het niet zozeer over regelgebonden uitspraken zoals de zachte g, maar over woorden zoals pyjama dat in VL als pie-zja-ma en in NL als pie-jaa-maa uitgesproken wordt. Of over klemtonen zoals bij burgemeester waarbij in VL het accent op de eerste lettergreep valt en in NL op de derde. Bij leenwoorden hanteert men in NL zeer dikwijls een nabootsing volgens de Nederlandse klankwetten van de klanken in de oorspronkelijke taal (meestal Engels of Frans), terwijl de uitspraak in VL vervlaamst wordt. Soms wordt in VL een Franse uitspraak gehanteerd, dan volgt de uitspraak in NL meestal het Engels.

    Voor Engelse leenwoorden met korte a is er een afzonderlijk lemma waar deze gevallen ondergebracht kunnen worden.

    Het spijtige is dat de VL media voor deze woorden de NL uitspraak gebruiken ondanks dat de VL uitspraak in VL zeer algemeen is. Dit is een aanfluiting van de V die voor Vlaams staat in o.a. vrt en VTM.

    alfabetische lijst:

    Afrika: VL: Afrika; NL: Aafrikaa
    Amerika: VL: Amerika; NL: Amerikaa
    bikini: VL: bikini; NL: bikini
    burgemeester: VL: burgemeester; NL: burgemeester
    detective: VL: detektieve (fonetisch); NL: dietektif (Engels)
    dossier: VL: dossier (fonetisch); NL: dosjee (Frans)
    energie: VL: energie (fonetisch); NL: enerzjie/enersjie (Frans)
    flirten: VL: flirten (fonetisch); NL: fleurten (Engels)
    Koran: VL: kooran; NL: koraan
    passagier: VL: passagier (fonetisch); NL: passazjier/passasjier
    pyjama: VL: pi-zja-ma; NL: pie-jaa-maa
    steak: VL: stek/stik (Frans); NL: steek (Engels)
    super, hyper: VL én NL: super, hyper; VL media: supper, hipper
    Tenerife: VL: .ne.rif ; NL: tee·nee·rie·fee
    terras: VL: tèrras/b>; NL: te ras
    ticket: VL: tiekèt (Frans); NL: tikket (Engels)
    verkoop: VL: verkoop; NL: vérkoop (tegen alle regels in)
    yoghurt: VL: joechoert (soms joegoert); NL: jochert, joggert

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 17 Mar 2019 13:23
    114 reactie(s)

    Versie 14

    Vlaamse uitspraak
    (uitspraakvarianten)

    Heel wat woorden worden in VL anders uitgesproken dan in NL. Dan gaat het niet zozeer over regelgebonden uitspraken zoals de zachte g, maar over woorden zoals pyjama dat in VL als pie-zja-ma en in NL als pie-jaa-maa uitgesproken wordt. Of over klemtonen zoals bij burgemeester waarbij in VL het accent op de eerste lettergreep valt en in NL op de derde. Bij leenwoorden hanteert men in NL zeer dikwijls een nabootsing volgens de Nederlandse klankwetten van de klanken in de oorspronkelijke taal (meestal Engels of Frans), terwijl de uitspraak in VL vervlaamst wordt. Soms wordt in VL een Franse uitspraak gehanteerd, dan volgt de uitspraak in NL meestal het Engels.

    Voor Engelse leenwoorden met korte a is er een afzonderlijk lemma waar deze gevallen ondergebracht kunnen worden.

    Het spijtige is dat de VL media voor deze woorden de NL uitspraak gebruiken ondanks dat de VL uitspraak in VL zeer algemeen is. Dit is een aanfluiting van de V die voor Vlaams staat in o.a. vrt en VTM.

    alfabetische lijst:

    Afrika: VL: Afrika; NL: Aafrikaa
    Amerika: VL: Amerika; NL: Amerikaa
    bikini: VL: bikini; NL: bikini
    burgemeester: VL: burgemeester; NL: burgemeester
    detective: VL: detektieve (fonetisch); NL: dietektif (Engels)
    dossier: VL: dossier (fonetisch); NL: dosjee (Frans)
    energie: VL: energie (fonetisch); NL: enerzjie/enersjie (Frans)
    flirten: VL: flirten (fonetisch); NL: fleurten (Engels)
    Koran: VL: kooran; NL: koraan
    passagier: VL: passagier (fonetisch); NL: passazjier/passasjier
    pyjama: VL: pi-zja-ma; NL: pie-jaa-maa
    steak: VL: stek/stik (Frans); NL: steek (Engels)
    super, hyper: VL én NL: super, hyper; VL media: supper, hipper
    Tenerife: VL: .ne.rif ; NL: tee·nee·rie·fee
    terras: VL: tèrras/b>; NL: te ras
    ticket: VL: tiekèt (Frans); NL: tikket (Engels)
    verkoop: VL: verkoop; NL: vérkoop (tegen alle regels in)
    yoghurt: VL: joechoert (soms joegoert); NL: jochert, joggert

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 17 Mar 2019 13:22
    114 reactie(s)

    Versie 13

    Vlaamse uitspraak
    (uitspraakvarianten)

    Heel wat woorden worden in VL anders uitgesproken dan in NL. Dan gaat het niet zozeer over regelgebonden uitspraken zoals de zachte g, maar over woorden zoals pyjama dat in VL als pie-zja-ma en in NL als pie-jaa-maa uitgesproken wordt. Of over klemtonen zoals bij burgemeester waarbij in VL het accent op de eerste lettergreep valt en in NL op de derde. Bij leenwoorden hanteert men in NL zeer dikwijls een nabootsing volgens de Nederlandse klankwetten van de klanken in de oorspronkelijke taal (meestal Engels of Frans), terwijl de uitspraak in VL vervlaamst wordt. Soms wordt in VL een Franse uitspraak gehanteerd, dan volgt de uitspraak in NL meestal het Engels.

    Voor Engelse leenwoorden met korte a is er een afzonderlijk lemma waar deze gevallen ondergebracht kunnen worden.

    Het spijtige is dat de VL media voor deze woorden de NL uitspraak gebruiken ondanks dat de VL uitspraak in VL zeer algemeen is. Dit is een aanfluiting van de V die voor Vlaams staat in o.a. vrt en VTM.

    alfabetische lijst:

    bikini: VL: klemtoon eerste lettergreep; NL: klemtoon tweede lettergreep
    burgemeester: VL: klemtoon eerste lettergreep; NL: klemtoon derde lettergreep
    detective: VL: detek*tie*ve (fonetisch); NL: die*tek*tif (Engels)
    dossier: VL: dossier (fonetisch); NL: dosjee (Frans)
    energie: VL: energie (fonetisch); NL: enerzjie/enersjie (Frans)
    flirten: VL: flirten (fonetisch); NL: fleurten (Engels)
    Koran: VL: *koo*ran (klemtoon eerste lettergreep); NL: ko*raan* (klemtoon tweede lettergreep)
    passagier: VL: passagier (fonetisch); NL: passazjier/passasjier
    pyjama: VL: pi-zja-ma (klemtoon eerste lettergreep); NL: pie-jaa-maa (klemtoon tweede lettergreep)
    steak: VL: stek/stik (Frans); NL: steek (Engels)
    Tenerife: VL: .ne.rif ; NL: tee·nee·rie·fee
    terras: VL: tèrras (klemtoon tweede lettergreep); NL: te ras (klemtoon tweede lettergreep)
    ticket: VL: tiekèt (klemtoon tweede lettergreep, Frans); NL: tikket (klemtoon eerste lettergreep, Engels)
    verkoop: VL: verkoop; NL: vérkoop (tegen alle regels in)
    yoghurt: VL: joechoert (soms joegoert); NL: jochert, joggert

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Georges Grootjans op 17 Mar 2019 09:48
    114 reactie(s)

    Versie 12

    Vlaamse uitspraak
    (uitspraakvarianten)

    Heel wat woorden worden in VL anders uitgesproken dan in NL. Dan gaat het niet zozeer over regelgebonden uitspraken zoals de zachte g, maar over woorden zoals pyjama dat in VL als pie-zja-ma en in NL als pie-jaa-maa uitgesproken wordt. Of over klemtonen zoals bij burgemeester waarbij in VL het accent op de eerste lettergreep valt en in NL op de derde. Bij leenwoorden hanteert men in NL zeer dikwijls een nabootsing volgens de Nederlandse klankwetten van de klanken in de oorspronkelijke taal (meestal Engels of Frans), terwijl de uitspraak in VL vervlaamst wordt. Soms wordt in VL een Franse uitspraak gehanteerd, dan volgt de uitspraak in NL meestal het Engels.

    Voor Engelse leenwoorden met korte a is er een afzonderlijk lemma waar deze gevallen ondergebracht kunnen worden.

    Het spijtige is dat de VL media voor deze woorden de NL uitspraak gebruiken ondanks dat de VL uitspraak in VL zeer algemeen is. Dit is een aanfluiting van de V die voor Vlaams staat in o.a. vrt en VTM.

    alfabetische lijst:

    bikini: VL: klemtoon eerste lettergreep; NL: klemtoon tweede lettergreep
    burgemeester: VL: klemtoon eerste lettergreep; NL: klemtoon derde lettergreep
    detective: VL: detek*tie*ve (fonetisch); NL: die*tek*tif (Engels)
    dossier: VL: dossier (fonetisch); NL: dosjee (Frans)
    energie: VL: energie (fonetisch); NL: enerzjie/enersjie (Frans)
    flirten: VL: flirten (fonetisch); NL: fleurten (Engels)
    Koran: VL: *koo*ran (klemtoon eerste lettergreep); NL: ko*raan* (klemtoon tweede lettergreep)
    passagier: VL: passagier (fonetisch); NL: passazjier/passasjier
    pyjama: VL: pi-zja-ma (klemtoon eerste lettergreep); NL: pie-jaa-maa (klemtoon tweede lettergreep)
    steak: VL: stek/stik (Frans); NL: steek (Engels)
    terras: VL: tèrras (klemtoon tweede lettergreep); NL: te ras (klemtoon tweede lettergreep)
    ticket: VL: tiekèt (klemtoon tweede lettergreep, Frans); NL: tikket (klemtoon eerste lettergreep, Engels)
    verkoop: VL: verkoop; NL: vérkoop (tegen alle regels in)
    yoghurt: VL: joechoert (soms joegoert); NL: jochert, joggert

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Georges Grootjans op 17 Mar 2019 09:40
    114 reactie(s)

    Versie 11

    Vlaamse uitspraak
    (uitspraakvarianten)

    Heel wat woorden worden in VL anders uitgesproken dan in NL. Dan gaat het niet zozeer over regelgebonden uitspraken zoals de zachte g, maar over woorden zoals pyjama dat in VL als pie-zja-ma en in NL als pie-jaa-maa uitgesproken wordt. Of over klemtonen zoals bij burgemeester waarbij in VL het accent op de eerste lettergreep valt en in NL op de derde. Bij leenwoorden hanteert men in NL zeer dikwijls een nabootsing volgens de Nederlandse klankwetten van de klanken in de oorspronkelijke taal (meestal Engels of Frans), terwijl de uitspraak in VL vervlaamst wordt. Soms wordt in VL een Franse uitspraak gehanteerd, dan volgt de uitspraak in NL meestal het Engels.

    Voor Engelse leenwoorden met korte a is er een afzonderlijk lemma waar deze gevallen ondergebracht kunnen worden.

    Het spijtige is dat de VL media voor deze woorden de NL uitspraak gebruiken ondanks dat de VL uitspraak in VL zeer algemeen is. Dit is een aanfluiting van de V die voor Vlaams staat in o.a. vrt en VTM.

    alfabetische lijst:

    bikini: VL: klemtoon eerste lettergreep; NL: klemtoon tweede lettergreep
    burgemeester: VL: klemtoon eerste lettergreep; NL: klemtoon derde lettergreep
    detective: VL: detek*tie*ve (fonetisch); NL: die*tek*tif (Engels)
    dossier: VL: dossier (fonetisch); NL: dosjee (Frans)
    energie: VL: energie (fonetisch); NL: enerzjie/enersjie (Frans)
    flirten: VL: flirten (fonetisch); NL: fleurten (Engels)
    Koran: VL: *koo*ran (klemtoon eerste lettergreep); NL: ko*raan* (klemtoon tweede lettergreep)
    passagier: VL: passagier (fonetisch); NL: passazjier/passasjier
    pyjama: VL: pi-zja-ma (klemtoon eerste lettergreep); NL: pie-jaa-maa (klemtoon tweede lettergreep)
    steak: VL: stek/stik (Frans); NL: steek (Engels)
    terras: VL: tèrras (klemtoon tweede lettergreep); NL: te ras (klemtoon tweede lettergreep)
    ticket: VL: tiekèt (klemtoon tweede lettergreep, Frans); NL: tikket (klemtoon eerste lettergreep, Engels)
    verkoop: VL: klemtoon tweede lettergreep; NL: klemtoon eerste lettergreep: vér-koop (tegen alle regels in)
    yoghurt: VL: joechoert (soms joegoert); NL: jochert, joggert

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Georges Grootjans op 16 Mar 2019 23:51
    114 reactie(s)

    Versie 10

    Vlaamse uitspraak
    (uitspraakvarianten)

    Heel wat woorden worden in VL anders uitgesproken dan in NL. Dan gaat het niet zozeer over regelgebonden uitspraken zoals de zachte g, maar over woorden zoals pyjama dat in VL als pie-zja-ma en in NL als pie-jaa-maa uitgesproken wordt. Of over klemtonen zoals bij burgemeester waarbij in VL het accent op de eerste lettergreep valt en in NL op de derde. Bij leenwoorden hanteert men in NL zeer dikwijls een nabootsing volgens de Nederlandse klankwetten van de klanken in de oorspronkelijke taal (meestal Engels of Frans), terwijl de uitspraak in VL vervlaamst wordt. Soms wordt in VL een Franse uitspraak gehanteerd, dan volgt de uitspraak in NL meestal het Engels.

    Voor Engelse leenwoorden met korte a is er een afzonderlijk lemma waar deze gevallen ondergebracht kunnen worden.

    Het spijtige is dat de VL media voor deze woorden de NL uitspraak gebruiken ondanks dat de VL uitspraak in VL zeer algemeen is. Dit is een aanfluiting van de V die voor Vlaams staat in o.a. vrt en VTM.

    alfabetische lijst:

    bikini: VL: klemtoon eerste lettergreep; NL: klemtoon tweede lettergreep
    burgemeester: VL: klemtoon eerste lettergreep; NL: klemtoon derde lettergreep
    detective: VL: detek*tie*ve (fonetisch); NL: die*tek*tif (Engels)
    dossier: VL: dossier (fonetisch); NL: dosjee (Frans)
    energie: VL: energie (fonetisch); NL: enerzjie/enersjie (Frans)
    flirten: VL: flirten (fonetisch); NL: fleurten (Engels)
    Koran: VL: *koo*ran (klemtoon eerste lettergreep); NL: ko*raan* (klemtoon tweede lettergreep)
    passagier: VL: passagier (fonetisch); NL: passazjier/passasjier
    pyjama: VL: pi-zja-ma (klemtoon eerste lettergreep); NL: pie-jaa-maa (klemtoon tweede lettergreep)
    steak: VL: stek/stik (Frans); NL: steek (Engels)
    terras: VL: tèrras (klemtoon tweede lettergreep); NL: te ras (klemtoon tweede lettergreep)
    ticket: VL: tiekèt (klemtoon tweede lettergreep, Frans); NL: tikket (klemtoon eerste lettergreep, Engels)
    verkoop: VL: klemtoon tweede lettergreep; NL: klemtoon eerste lettergreep (tegen alle regels in)
    yoghurt: VL: joechoert (soms joegoert); NL: jochert, joggert

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 16 Mar 2019 23:12
    114 reactie(s)

    Versie 9

    Vlaamse uitspraak
    (uitspraakvarianten)

    Heel wat woorden worden in VL anders uitgesproken dan in NL. Dan gaat het niet zozeer over regelgebonden uitspraken zoals de zachte g, maar over woorden zoals pyjama dat in VL als pie-zja-ma en in NL als pie-jaa-maa uitgesproken wordt. Of over klemtonen zoals bij burgemeester waarbij in VL het accent op de eerste lettergreep valt en in NL op de derde. Bij leenwoorden hanteert men in NL zeer dikwijls een nabootsing volgens de Nederlandse klankwetten van de klanken in de oorspronkelijke taal (meestal Engels of Frans), terwijl de uitspraak in VL vervlaamst wordt. Soms wordt in VL een Franse uitspraak gehanteerd, dan volgt de uitspraak in NL meestal het Engels.

    Voor Engelse leenwoorden met korte a is er een afzonderlijk lemma waar deze gevallen ondergebracht kunnen worden.

    Het spijtige is dat de VL media voor deze woorden de NL uitspraak gebruiken ondanks dat de VL uitspraak in VL zeer algemeen is. Dit is een aanfluiting van de V die voor Vlaams staat in o.a. vrt en VTM.

    alfabetische lijst:

    bikini: VL: klemtoon eerste lettergreep; NL: klemtoon tweede lettergreep
    burgemeester: VL: klemtoon eerste lettergreep; NL: klemtoon derde lettergreep
    detective: VL: detek*tie*ve (fonetisch); NL: die*tek*tif (Engels)
    dossier: VL: dossier (fonetisch); NL: dosjee (Frans)
    energie: VL: energie (fonetisch); NL: enerzjie/enersjie (Frans)
    flirten: VL: flirten (fonetisch); NL: fleurten (Engels)
    Koran: VL: *koo*ran (klemtoon eerste lettergreep); NL: ko*raan* (klemtoon tweede lettergreep)
    passagier: VL: passagier (fonetisch); NL: passazjier/passasjier
    pyjama: VL: pi-zja-ma (klemtoon eerste lettergreep); NL: pie-jaa-maa (klemtoon tweede lettergreep)
    steak: VL: stek/stik (Frans); NL: steek (Engels)
    terras: VL: tèrras (klemtoon tweede lettergreep); NL: te ras (klemtoon tweede lettergreep)
    ticket: VL: tiekèt (klemtoon tweede lettergreep, Frans); NL: tikket (klemtoon eerste lettergreep, Engels)
    verkoop: VL: klemtoon tweede lettergreep; NL: klemtoon eerste lettergreep (tegen alle regels in)
    yoghurt: VL: joechoert (soms joegoert); NL: jochert, joggert

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 16 Mar 2019 22:52
    114 reactie(s)

    Versie 8

    Vlaamse uitspraak
    (uitspraakvarianten)

    Heel wat woorden worden in VL anders uitgesproken dan in NL. Dan gaat het niet zozeer over regelgebonden uitspraken zoals de zachte g, maar over woorden zoals pyjama dat in VL als pie-zja-ma en in NL als pie-jaa-maa uitgesproken wordt. Of over klemtonen zoals bij burgemeester waarbij in VL het accent op de eerste lettergreep valt en in NL op de derde. Bij leenwoorden hanteert men in NL zeer dikwijls een nabootsing volgens de Nederlandse klankwetten van de klanken in de oorspronkelijke taal (meestal Engels of Frans), terwijl de uitspraak in VL vervlaamst wordt. Soms wordt in VL een Franse uitspraak gehanteerd, dan volgt de uitspraak in NL meestal het Engels.

    Voor Engelse leenwoorden met korte a is er een afzonderlijk lemma waar deze gevallen ondergebracht kunnen worden.

    Het spijtige is dat de VL media voor deze woorden de NL uitspraak gebruiken ondanks dat de VL uitspraak in VL zeer algemeen is. Dit is een aanfluiting van de V die voor Vlaams staat in o.a. vrt en VTM.

    alfabetische lijst:

    bikini: VL: klemtoon eerste lettergreep; NL: klemtoon tweede lettergreep
    burgemeester: VL: klemtoon eerste lettergreep; NL: klemtoon derde lettergreep
    detective: VL: detek_tie_ve (fonetisch); NL: die_tek_tif (Engels)
    dossier: VL: dossier (fonetisch); NL: dosjee (Frans)
    energie: VL: energie (fonetisch); NL: enerzjie/enersjie (Frans)
    flirten: VL: flirten (fonetisch); NL: fleurten (Engels)
    Koran: VL: koo_ran (klemtoon eerste lettergreep); NL: ko_raan (klemtoon tweede lettergreep)
    passagier: VL: passagier (fonetisch); NL: passazjier/passasjier
    pyjama: VL: pi-zja-ma (klemtoon eerste lettergreep); NL: pie-jaa-maa (klemtoon tweede lettergreep)
    steak: VL: stek/stik (Frans); NL: steek (Engels)
    terras: VL: tèrras (klemtoon tweede lettergreep); NL: te ras (klemtoon tweede lettergreep)
    ticket: VL: tiekèt (klemtoon tweede lettergreep, Frans); NL: tikket (klemtoon eerste lettergreep, Engels)
    verkoop: VL: klemtoon tweede lettergreep; NL: klemtoon eerste lettergreep (tegen alle regels in)
    yoghurt: VL: joechoert (soms joegoert); NL: jochert, joggert

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 16 Mar 2019 22:51
    114 reactie(s)

    Versie 7

    Vlaamse uitspraak
    (uitspraakvarianten)

    Heel wat woorden worden in VL anders uitgesproken dan in NL. Dan gaat het niet zozeer over regelgebonden uitspraken zoals de zachte g, maar over woorden zoals pyjama dat in VL als pie-zja-ma en in NL als pie-jaa-maa uitgesproken wordt. Of over klemtonen zoals bij burgemeester waarbij in VL het accent op de eerste lettergreep valt en in NL op de derde.

    Voor Engelse leenwoorden met korte a is er een afzonderlijk lemma waar deze gevallen ondergebracht kunnen worden.

    Het spijtige is dat de VL media voor deze woorden de NL uitspraak gebruiken ondanks dat de VL uitspraak in VL zeer algemeen is. Dit is een aanfluiting van de V die voor Vlaams staat in o.a. vrt en VTM.

    alfabetische lijst:

    bikini: VL: klemtoon eerste lettergreep; NL: klemtoon tweede lettergreep
    burgemeester: VL: klemtoon eerste lettergreep; NL: klemtoon derde lettergreep
    dossier: VL: dossier (fonetisch); NL: dosjee (Frans)
    pyjama: VL: pi-zja-ma; NL: pie-jaa-maa
    verkoop: VL: klemtoon tweede lettergreep; NL: klemtoon eerste lettergreep (tegen alle regels in)
    yoghurt: VL: joechoert (soms joegoert); NL: jochert, joggert

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 16 Mar 2019 22:33
    114 reactie(s)

    Versie 6

    Vlaamse uitspraak
    (uitspraakvarianten)

    Heel wat woorden worden in VL anders uitgesproken dan in NL. Dan gaat het niet zozeer over regelgebonden uitspraken zoals de zachte g, maar over woorden zoals pyjama dat in VL als pie-zja-ma en in NL als pie-jaa-maa uitgesproken wordt. Of over klemtonen zoals bij burgemeester waarbij in VL het accent op de eerste lettergreep valt en in NL op de derde.

    Voor Engelse leenwoorden met korte a is er een afzonderlijk lemma waar deze gevallen ondergebracht kunnen worden.

    Het spijtige is dat de VL media voor deze woorden de NL uitspraak gebruiken ondanks dat de VL uitspraak in VL zeer algemeen is. Dit is een aanfluiting van de V die voor Vlaams staat in o.a. vrt en VTM.

    alfabetische lijst:

    burgemeester: VL: klemtoon eerste lettergreep; NL: klemtoon derde lettergreep
    pyjama: VL: pi-zja-ma; NL: pie-jaa-maa

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Georges Grootjans op 16 Mar 2019 18:06
    114 reactie(s)

    Versie 5

    Vlaamse uitspraak

    Heel wat woorden worden in VL anders uitgesproken dan in NL. Dan gaat het niet zozeer over regelgebonden uitspraken zoals de zachte g, maar over woorden zoals pyjama dat in VL als pie-zja-ma en in NL als pie-jaa-maa uitgesproken wordt. Of over klemtonen zoals bij burgemeester waarbij in VL het accent op de eerste lettergreep valt en in NL op de derde.

    Voor Engelse leenwoorden met korte a is er een afzonderlijk lemma waar deze gevallen ondergebracht kunnen worden.

    Het spijtige is dat de VL media voor deze woorden de NL uitspraak gebruiken ondanks dat de VL uitspraak in VL zeer algemeen is. Dit is een aanfluiting van de V die voor Vlaams staat in o.a. vrt en VTM.

    alfabetische lijst:

    burgemeester: VL: klemtoon eerste lettergreep; NL: klemtoon derde lettergreep
    pyjama: VL: pi-zja-ma; NL: pie-jaa-maa

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Georges Grootjans op 16 Mar 2019 17:54
    114 reactie(s)

    Versie 4

    Vlaamse uitspraak

    Heel wat woorden worden in VL anders uitgesproken dan in NL. Dan gaat het niet zozeer over regelgebonden uitspraken zoals de zachte g, maar over woorden zoals pyjama dat in VL als pie-zja-ma en in NL als pie-jaa-maa uitgesproken wordt. Of over klemtonen zoals bij burgemeester waarbij in VL het accent op de eerste lettergreep valt en in NL op de derde.

    Voor Engelse leenwoorden met korte a is er een afzonderlijk lemma waar deze gevallen ondergebracht kunnen worden.

    Het spijtige is dat de VL media voor deze woorden de NL uitspraak gebruiken ondanks dat de VL uitspraak in VL zeer algemeen is. Die is een aanfluiting van de V die voor Vlaams staat in o.a. vrt en VTM.

    alfabetische lijst:

    burgemeester: VL: klemtoon eerste lettergreep; NL: klemtoon derde lettergreep
    pyjama: VL: pi-zja-ma; NL: pie-jaa-maa

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Georges Grootjans op 16 Mar 2019 17:53
    114 reactie(s)

    Versie 3

    Vlaamse uitspraak

    Heel wat woorden worden in VL anders uitgesproken dan in NL. Dan gaat het niet zozeer over regelgebonden uitspraken zoals de zachte g, maar over woorden zoals pyjama dat in VL als pie-zja-ma en in NL als pie-jaa-maa uitgesproken wordt. Of over klemtonen zoals bij burgemeester waarbij in VL het accent op de eerste lettergreep valt en in NL op de derde.

    Voor Engelse leenwoorden met korte a is er een afzonderlijk lemma waar deze gevallen ondergebracht kunnen worden.

    Het spijtige is dat de VL media voor deze woorden de NL uitspraak gebruiken ondanks dat de VL uitspraak in VL zeer algemeen is. Die is een aanfluiting van de V die voor Vlaams staat in o.a. vrt en VTM.

    alfabetische lijst:

    burgemeester: VL: klemtoon eerste lettergreep; NL: klemtoon derde lettergreep
    pyjama: VL: pie-zja-ma; NL: pie-jaa-maa

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Georges Grootjans op 16 Mar 2019 17:52
    114 reactie(s)

    Versie 2

    Vlaamse uitspraak

    Heel wat woorden worden in VL anders uitgesproken dan in NL. Dan gaat het niet zozeer over regelgebonden uitspraken zoals de zachte g, maar over woorden zoals pyjama dat in VL als pie-zja-ma en in NL als pie-jaa-maa uitgesproken wordt. Of over klemtonen zoals bij burgemeester waarbij in VL het accent op de eerste lettergreep valt en in NL op de derde.

    Voor Engelse leenwoorden met korte a is er een afzonderlijk lemma waar deze gevallen ondergebracht kunnen worden.

    Het spijtige is dat de VL media voor deze woorden de NL uitspraak gebruiken ondanks dat de VL uitspraak in VL zeer algemeen is. Die is een aanfluiting van de V die voor Vlaams staat in o.a. vrt en VTM.

    alfabetische lijst:

    burgemeester: VL: klemtoon eerste lettergreep; NL: klemtoon derde lettergreep
    pyjama: VL: pie-zja-ma; NL: pie-jaa-maa

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Georges Grootjans op 16 Mar 2019 17:47
    114 reactie(s)

    Versie 1

    Vlaamse uitspraak

    Heel wat woorden worden in VL anders uitgesproken dan in NL. Dan gaat het niet zozeer over regelgebonden uitspraken zoals de zachte g, maar over woorden zoals pyjama dat in VL als pie-zja-ma en in NL als pie-jaa-maa uitgesporken wordt. Of over klemtonen zoals bij burgemeester waarbij in VL het accent op de eerste lettergreep valt en in NL op de derde.

    Voor Engelse leenwoorden met korte a is er een afzonderlijk lemma waar deze gevallen ondergebracht kunnen worden.

    Het spijtige is dat de VL media voor deze woorden de NL uitspraak gebruiken ondanks dat de VL uitspraak in VL zeer algemeen is. Die is een aanfluiting van de V die voor Vlaams staat in o.a. vrt en VTM.

    alfabetische lijst:

    burgemeester: VL: klemtoon eerste lettergreep; NL: klemtoon derde lettergreep
    pyjama: VL: pie-zja-ma; NL: pie-jaa-maa

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Georges Grootjans op 16 Mar 2019 17:46
    114 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.