Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent
De beschrijving van deze term werd 27 keer aangepast.
objectsvorm en bezittelijk voornaamwoord van ‘gij’,
uitspraak in Antwerpen: /oe/
Antwerpen-stad: /a/
Kempen: /ou(w), aa, aaw, oew, aawe, oewe, ei, eive, eiwe/
ook in Vlaams-Brabant en oostelijk Oost-Vlaanderen
Zot van ou. Ik zing ou geire.
Verget ouwe frak ni.
Eive frak hangt on de kapstok. (Kempen)
objectsvorm en bezittelijk voornaamwoord van ‘gij’,
uitspraak in Antwerpen: /oe/
Kempen: /ou(w), aa, aaw, oew, aawe, oewe, ei, eive, eiwe/
in Antwerpen stad ook a
ook in Waas- en Scheldeland
Zot van ou. Ik zing ou geire.
Verget ouwe frak ni.
Eive frak hangt on de kapstok. (Kempen)
objectsvorm en bezittelijk voornaamwoord van ‘gij’,
uitspraak in Antwerpen: /oe/
Kempen: /ou(w), aa, aaw, oew, aawe, oewe, ei, eive, eiwe/
in Antwerpen stad ook a
Zot van ou. Ik zing ou geire.
Verget ouwe frak ni.
Eive frak hangt on de kapstok. (Kempen)
objectsvorm en bezittelijk voornaamwoord van ‘gij’,
uitspraak in Antwerpen: /oe/
Noorder- en Zuiderkempen: /ou(w), aa, aaw, oew, aawe, oewe, ei, eive, eiwe/
in Antwerpen stad ook a
Zot van ou. Ik zing ou geire.
Verget ouwe frak ni.
Eive frak hangt on de kapstok. (Kempen)
objectsvorm en bezittelijk voornaamwoord van ‘gij’,
uitspraak in Antwerpen: /oe/
Noorder- en Zuiderkempen: /ou(w), aa, aaw, oew, aawe, oewe, ei, eive, eiwe/
in Antwerpen stad ook a
Zot van ou. Ik zing ou geire.
Verget ouwe frak ni.
Eive frak hangt on de kapstok. (Kempen)
objectsvorm en bezittelijk voornaamwoord van ‘gij’,
uitspraak in Antwerpen: /oe/
Noorder- en Zuiderkempen: /ou(w), aa, aaw, oew, aawe, oewe, ei, eive, eiwe/
Zot van ou. Ik zing ou geire.
Verget ouwe frak ni.
Eive frak hangt on de kapstok. (Kempen)
objectsvorm en bezittelijk voornaamwoord van ‘gij’,
uitspraak in Antwerpen: /ou/
Noorder- en Zuiderkempen: /ou(w), aa, aaw, oew, aawe, oewe, ei, eive, eiwe/
Zot van ou. Ik zing ou geire.
Verget ouwe frak ni.
Eive frak hangt on de kapstok. (Kempen)
objectsvorm en bezittelijk voornaamwoord van ‘gij’,
uitspraak in Antwerpen: /ou/
Noorder- en Zuiderkempen: /ou(w), aa, aaw, oew, aawe, oewe, ei, eive, eiwe/
Zot van ou. Ik zing ou geire.
Verget ouwe frak ni.
Eive frak hangt on de kapstok. (Kempen)
dat zijt gij, als ik u aanspreek in een conversatie.
Het is het lijdend of meewerkend of voorzetselvoorwerp van ‘gij’, de Vlaamse tweede persoon enkelvoud van het persoonlijk voornaamwoord als voorwerpsvorm.
uitspraak in Antwerpen: klik op het luidsprekertje om het woord te beluisteren
Noorder- en zuiderkempen: ou(w), aa, aaw, oew, aawe, oewe, ei, eive, eiwe
Antw. Kempen: Antwerpse uitspraak: [oe?(w)], oewe, aave, aa
Zot van ou. Ik zing ou geire.
Verget ouwe frak ni.
Eive frak hangt on de kapstok. (Kempen)
dat zijt gij, als ik u aanspreek in een conversatie.
Het is het lijdend of meewerkend of voorzetselvoorwerp van ‘gij’, de Vlaamse tweede persoon enkelvoud van het persoonlijk voornaamwoord als voorwerpsvorm.
Noorder- en zuiderkempen: ou(w), aa, aaw, oew, aawe, oewe, ei, eive, eiwe
Antw. Kempen: Antwerpse uitspraak: [oe?(w)], oewe, aave, aa
Zot van a. Ik zieng a geiren. Da’s da van a.
Zot van ou. Ik zing ou geire.
Verget ouwe frak ni.
Eive frak hangt on de kapstok.
dat zijt gij, als ik u aanspreek in een conversatie.
Het is het lijdend of meewerkend of voorzetselvoorwerp van ‘gij’, de Vlaamse tweede persoon enkelvoud van het persoonlijk voornaamwoord als voorwerpsvorm.
Noorder- en zuiderkempen: ou(w), aa, aaw, oew, aawe, oewe, ei, eive, eiwe
Antw. Kempen: Antwerpse uitspraak: [oe?(w)], oewe, aave, aa
Zot van a. Ik zieng a geiren. Da’s da van a.
Zot van ou. Ik zing ou geire.
Verget ouwe frak ni.
dat zijt gij, als ik u aanspreek in een conversatie.
Het is het lijdend of meewerkend of voorzetselvoorwerp van ‘gij’, de Vlaamse tweede persoon enkelvoud van het persoonlijk voornaamwoord als voorwerpsvorm.
Noorder- en zuiderkempen: ou(w), aa, aaw, oew
Antw. Kempen: Antwerpse uitspraak: [oe?(w)], oewe, aave, aa
Zot van a. Ik zieng a geiren. Da’s da van a.
Zot van ou. Ik zing ou geire.
Verget ouwe frak ni.
dat zijt gij, als ik u aanspreek in een conversatie. Het is het lijdend of meewerkend of voorzetselvoorwerp van ‘gij’, de Vlaamse tweede persoon enkelvoud van het persoonlijk voornaamwoord als voorwerpsvorm.
Noorder- en zuiderkempen: ou(w), aa, aaw, oew
Antw. Kempen: Antwerpse uitspraak: [oe?(w)]
Zot van a. Ik zieng a geiren. Da’s da van a.
Zot van ou. Ik zing ou geire.
Verget ouwe frak ni.
dat zijt gij, als ik u aanspreek in een conversatie. Het is het lijdend of meewerkend of voorzetselvoorwerp van ‘gij’, de Vlaamse tweede persoon enkelvoud van het persoonlijk voornaamwoord als voorwerpsvorm.
Noorder- en zuiderkempen: ou(w), aa, aaw, oew
Antw. Kempen: Antwerpse uitspraak: [oe?(w)]
Zot van a. Ik zieng a geiren. Da’s da van a.
Zot van ou. Ik zing ou geire.
Verget ouwe frak ni.
dat zijt gij, als ik u aanspreek in een conversatie. Het is het lijdend of meewerkend of voorzetselvoorwerp van ‘gij’, de Vlaamse tweede persoon enkelvoud van het persoonlijk voornaamwoord als voorwerpsvorm.
Noorder- en een deel van de zuiderkempen: ou(w)
Antw. Kempen: Antwerpse uitspraak: [oe?(w)]
Zot van a. Ik zieng a geiren. Da’s da van a.
Zot van ou. Ik zing ou geire.
Verget ouwe frak ni.
dat zijt gij, als ik u aanspreek in een conversatie. Het is het lijdend of meewerkend of voorzetselvoorwerp van ‘gij’, de Vlaamse tweede persoon enkelvoud van het persoonlijk voornaamwoord als voorwerpsvorm.
Noorder- en zuiderkempen: ou(w)
Antw. Kempen: Antwerpse uitspraak: [oe?(w)]
Zot van a. Ik zieng a geiren. Da’s da van a.
Zot van ou. Ik zing ou geire.
Verget ouwe frak ni.
dat zijt gij, als ik u aanspreek in een conversatie. Het is het lijdend of meewerkend of voorzetselvoorwerp van ‘gij’, de Vlaamse tweede persoon enkelvoud van het persoonlijk voornaamwoord als voorwerpsvorm.
Noorderkempen: ou(w)
Antw. Kempen: Antwerpse uitspraak: [oe?(w)]
Zot van a. Ik zieng a geiren. Da’s da van a.
Zot van ou. Ik zing ou geire.
Verget ouwe frak ni.
dat zijt gij, als ik u aanspreek in een conversatie. Het is het lijdend of meewerkend of voorzetselvoorwerp van ‘gij’, de Vlaamse tweede persoon enkelvoud van het persoonlijk voornaamwoord als voorwerpsvorm.
Antwerpse uitspraak: [oe?(w)]
Zot van a. Ik zieng a geiren. Da’s da van a.
Zot van ou. Ik zing ou geire.
Verget ouwe frak ni.
dat zijt gij, als ik u aanspreek in een conversatie. Het is het lijdend of meewerkend of voorzetselvoorwerp van ‘gij’, de Vlaamse tweede persoon enkelvoud van het persoonlijk voornaamwoord als voorwerpsvorm.
Antwerpse uitspraak: [a?(w)]
Zot van a. Ik zieng a geiren. Da’s da van a.
dat zijt gij, als ik u aanspreek in een conversatie. Het is het lijdend of meewerkend of voorzetselvoorwerp van ‘gij’, de Vlaamse tweede persoon enkelvoud van het persoonlijk voornaamwoord als voorwerpsvorm.
Antwerpse uitspraak: [a?(w)]
Zot van a. Ik zieng a geiren. Da’s da van a.
dat zijt gij, als ik u aanspreek in een conversatie. Het is het lijdend of meewerkend of voorzetselvoorwerp van ‘gij’, de Vlaamse tweede persoon enkelvoud van het persoonlijk voornaamwoord als voorwerpsvorm.
Antwerpse uitspraak: [a?(w)]
Zot van a. Ik zieng a geiren. Da’s da van a.
dat zijt gij, als ik u aanspreek in een conversatie. Het is het lijdend of meewerkend of voorzetselvoorwerp van ‘gij’, de Vlaamse tweede persoon enkelvoud van het persoonlijk voornaamwoord als voorwerpsvorm.
Antwerpse uitspraak: a?(w)
Zot van a. Ik zieng a geiren. Da’s da van a.
a: dat zijt gij, als ik u aanspreek in een conversatie. Het is het lijdend of meewerkend of voorzetselvoorwerp van ‘gij’, de Vlaamse tweede persoon enkelvoud van het persoonlijk voornaamwoord als voorwerpsvorm.
Zot van a. Ik zieng a geiren. Da’s da van a.
a: dat zijt gij als ik u aanspreek in een conversatie. Het is het lijdend of meewerkend of voorzetselvoorwerp van ‘gij’, de Vlaamse tweede persoon enkelvoud van het persoonlijk voornaamwoord. Het is ook de tweede persoon enkelvoud van het bezittelijk voornaamwoord.
Dit is een antwerpse uitspraaksvariatie van “u”/“uw”. (haloewie?)
Zot van a. Ik zien a geiren. Da’s da van a. A boeken liggen hier.
a: dat zijt gij als ik u aanspreek in een conversatie. Het is het lijdend of meewerkend of voorzetselvoorwerp van ‘gij’, de Vlaamse tweede persoon enkelvoud van het persoonlijk voornaamwoord. Het is ook de tweede persoon enkelvoud van het bezittelijk voornaamwoord.
Dit is een antwerps uitspraaksvariatie van “u”/“uw”. (haloewie?)
Zot van a. Ik zien a geiren. Da’s da van a. A boeken liggen hier.
a: dat zijt gij als ik u aanspreek in een conversatie. Het is het lijdend of meewerkend of voorzetselvoorwerp van ‘gij’, de Vlaamse tweede persoon enkelvoud van het persoonlijk voornaamwoord. Het is ook de tweede persoon enkelvoud van het bezittelijk voornaamwoord.
Zot van a. Ik zien a geiren. Da’s da van a. A boeken liggen hier.
a: dat zijt gij als ik u aanspreek in een conversatie of er u vertel. Het is het lijdend of meewerkend of voorzetselvoorwerp van ‘gij’, de Vlaamse tweede persoon enkelvoud van het persoonlijk voornaamwoord. Het is ook de tweede persoon enkelvoud van het bezittelijk voornaamwoord.
Zot van a. Ik zien a geiren. Da’s da van a. A boeken liggen hier.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.