dedderen

dedderen

(ww. dedderde, gededderd)

Prakken, het met een vork pletten van voedsel.

Joos, A. (1900). Waasch Idioticon:
DEDDEREN, werkw., overg. = Pletten, morzelen, kleinen. " Ge meugt uw patatten niet dedderen, ge moet ze in stukken doen."

Zie ook smoezen.

531

Al vraag ik mij af of kinderen dat nu nog leren, als nen banaan wa bruin/plattekes is geworden maar nog zeker niet rot en oneetbaar, me ne vork platdouwen en e lepelke confituur derdeur, lekker en ge zie nimeer dad uwen banan al bruin zag. Zo toch geleerd van mijn bomma en mijn vader.
Of gooien ze nu bruin bananen weg?

in Antw?

ik heb het persoonlijk nooit gehoord. Zo’n dagelijks woord zou ik toch moeten kennen…ben je zeker dat het algemeen gebruikt werd/wordt? Ik ken enkel pletteren.

Nee, ik ken et enkel van binnen mijn familie, en in de uitdrukking “gededderde banaan” (maar ik ken et gebruik van ’geplettebanaan’ook alleen maar van binnen de familie dus…). Maar mijn bomma komd wel uit Deure dus daar zou et ni aan meuge ligge.

+banaan:
http://www.google.co.uk/search?hl=en&q=gededderden&meta=
(onduidelijk welk dialect)

http://www.google.co.uk/search?hl=en&q=gededderde&start=0&sa=N
(vooral in comb. me ‘petetten’ hier, een verwijzing naar waaslands de rest onduidelijk welk dialect)

’kzal’t min vader is vrage

“Soms legden wij een geldstukje van vijf of tien centiemen op het spoor, dat door de zware trein ‘gededderd’ werd tot de grootte van een kwartje”

nog interessante vondst op google

Mysterie opgelost (smske van me vader):
“Da dedderen ken ik alleen maar van oma. Veronique hier kent het ook. Veronique en de moeder van oma komen allebei vant waasland. Zou dat de missinglink zijn?”

dus google had gelijk en waarsch. alleen waaslands

Diederik?

Was jij het die ergens naar de uitspraak van voorschoot vroeg?
In het Antwerps: vörschoei en vörschoet (oe is hier kort)
meervoud is altijd vörschoeien.

ah mercikes! vörschoeie als meervoud had ek ook al via haloewie en krommenaas, maar enkelvoud vörschoei was ek nnog ni tegegekome