Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent
De beschrijving van deze term werd 11 keer aangepast.
het uitmaken
Van Dale: afmaken:
1. een einde maken aan
2. (een reeds gewond of weerloos dier of mens) doden
3. vernietigend beoordelen, machteloos maken
Mijn lief heeget afgemaakt. (Mijn lief heeft het afgemaakt.)
‘Het is af tussen ons. En zij heeft het afgemaakt. Ik heb wel eens gelezen dat liefdesverdriet twee jaar duurt. (Patrick Janssens: ’De liefde tussen Antwerpen en mij is over nog niet voorbij.’ Knack)
> andere betekenis van afmaken
het uitmaken
Van Dale: afmaken:
1. een einde maken aan
2. (een reeds gewond of weerloos dier of mens) doden
3. vernietigend beoordelen, machteloos maken
Mijn lief heeget afgemaakt. (Mijn lief heeft het afgemaakt.)
‘Het is af tussen ons. En zij heeft het afgemaakt. Ik heb wel eens gelezen dat liefdesverdriet twee jaar duurt. (Patrick Janssens: ’De liefde tussen Antwerpen en mij is over nog niet voorbij.’ Knack)
het uitmaken
VD: af·ma·ken:
1. een einde maken aan
2. (een reeds gewond of weerloos dier of mens) doden
3. vernietigend beoordelen, machteloos maken
Mijn lief heeget afgemaakt. (Mijn lief heeft het afgemaakt.)
‘Het is af tussen ons. En zij heeft het afgemaakt. Ik heb wel eens gelezen dat liefdesverdriet twee jaar duurt. (Patrick Janssens: ’De liefde tussen Antwerpen en mij is over nog niet voorbij.’ Knack)
Het uitmaken
VD
af·ma·ken1 (overgankelijk werkwoord; maakte af, heeft afgemaakt; afmaker)
1 een einde maken aan
2 (een reeds gewond of weerloos dier of mens) doden
3 vernietigend beoordelen, machteloos maken
Mijn lief heeget afgemaakt.
(Mijn lief heeft het afgemaakt)
‘Het is af tussen ons. En zij heeft het afgemaakt. Ik heb wel eens gelezen dat liefdesverdriet twee jaar duurt. (Patrick Janssens: ’De liefde tussen Antwerpen en mij is over nog niet voorbij.’ Knack)
Het uitmaken
VD
af·ma·ken1 (overgankelijk werkwoord; maakte af, heeft afgemaakt; afmaker)
1 een einde maken aan
2 (een reeds gewond of weerloos dier of mens) doden
3 vernietigend beoordelen, machteloos maken
Mijn lief heeget afgemaakt.
(Mijn lief heeft het afgemaakt)
‘Het is af tussen ons. En zij heeft het afgemaakt. Ik heb wel eens gelezen dat liefdesverdriet twee jaar duurt. Die twee jaar is. (Patrick Janssens: ’De liefde tussen Antwerpen en mij is over nog niet voorbij.’ Knack)
Het uitmaken
VD
af·ma·ken1 (overgankelijk werkwoord; maakte af, heeft afgemaakt; afmaker)
1 een einde maken aan
2 (een reeds gewond of weerloos dier of mens) doden
3 vernietigend beoordelen, machteloos maken
Mijn lief heeget afgemaakt.
(Mijn lief heeft het afgemaakt)
Het uitmaken
VD
af·ma·ken1 (overgankelijk werkwoord; maakte af, heeft afgemaakt; afmaker)
1 een einde maken aan
2 (een reeds gewond of weerloos dier of mens) doden
3 vernietigend beoordelen, machteloos maken
Mijn lief heeget afgemaakt.
(Mijn lief heeft het afgemaakt)
Het uitmaken
VD
af·ma·ken1 (overgankelijk werkwoord; maakte af, heeft afgemaakt; afmaker)
1 een einde maken aan
2 (een reeds gewond of weerloos dier of mens) doden
3 vernietigend beoordelen, machteloos maken
Mijn lief heeget afgemaakt.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.