Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent
De beschrijving van deze term werd 13 keer aangepast.
overigens, bovendien, daarbij, trouwens
SN: ten andere: in de tweede plaats, ten tweede
Woordenboek der Nederlandsche Taal: In Z.-Nederl. wordt ten anderen gebezigd in den zin van trouwens, bovendien (joos (1900-1904); corn.-vervl.; teirl.).
Van Dale 2015 online: BE, spreektaal
DS2015 geen standaardtaal
Ze deed dat ze van niks wist. Ik had het haar ten andere nog zo gezegd!
Doe een jas aan. Het is koud en ten andere, ’t gaat sneeuwen.
’k Moest me ni meer spoeien (spoeien, zich ~), ik was toch al te laat en ten andere, den tram was ook al weg.
Deze eerste Trophy was ten andere ook voor hen bedoeld. (standaard.be)
overigens, bovendien, daarbij, trouwens
SN: ten andere: in de tweede plaats, ten tweede
Woordenboek der Nederlandsche Taal: In Z.-Nederl. wordt ten anderen gebezigd in den zin van trouwens, bovendien (joos (1900-1904); corn.-vervl.; teirl.).
Van Dale 2015 online: BE, spreektaal
Ze deed dat ze van niks wist. Ik had het haar ten andere nog zo gezegd!
Doe een jas aan. Het is koud en ten andere, ’t gaat sneeuwen.
’k Moest me ni meer spoeien (spoeien, zich ~), ik was toch al te laat en ten andere, den tram was ook al weg.
overigens, bovendien, daarbij, trouwens
SN: ten andere: in de tweede plaats, ten tweede
WNT: In Z.-Nederl. wordt ten anderen gebezigd in den zin van trouwens, bovendien (joos (1900-1904); corn.-vervl.; teirl.).
Van Dale 2015 online: BE, spreektaal
Ze deed dat ze van niks wist. Ik had het haar ten andere nog zo gezegd!
Doe een jas aan. Het is koud en ten andere, ’t gaat sneeuwen.
’k Moest me ni meer spoeien (spoeien, zich ~), ik was toch al te laat en ten andere, den tram was ook al weg.
overigens, bovendien, daarbij, trouwens
SN: ten andere: in de tweede plaats, ten tweede
Van Dale 2015 online: BE, spreektaal
WNT: In Z.-Nederl. wordt ten anderen gebezigd in den zin van trouwens, bovendien (joos (1900-1904); corn.-vervl.; teirl.).
Ze deed dat ze van niks wist. Ik had het haar ten andere nog zo gezegd!
Doe een jas aan. Het is koud en ten andere, ’t gaat sneeuwen.
’k Moest me ni meer spoeien (spoeien, zich ~), ik was toch al te laat en ten andere, den tram was ook al weg.
overigens, bovendien, daarbij, trouwens
SN: ten andere: in de tweede plaats, ten tweede
VD2015 online: BE, spreektaal
WNT: In Z.-Nederl. wordt ten anderen gebezigd in den zin van trouwens, bovendien (joos (1900-1904); corn.-vervl.; teirl.).
Ze deed dat ze van niks wist. Ik had het haar ten andere nog zo gezegd!
Doe een jas aan. Het is koud en ten andere, ’t gaat sneeuwen.
’k Moest me ni meer spoeien (spoeien, zich ~), ik was toch al te laat en ten andere, den tram was ook al weg.
overigens, bovendien, daarbij, trouwens
VD2015 online: BE, spreektaal
SN-NL: ten andere: in de tweede plaats, ten tweede
WNT: In Z.-Nederl. wordt ten anderen gebezigd in den zin van trouwens, bovendien (joos (1900-1904); corn.-vervl.; teirl.).
Ze deed dat ze van niks wist. Ik had het haar ten andere nog zo gezegd!
Doe een jas aan. Het is koud en ten andere, ’t gaat sneeuwen.
’k Moest me ni meer spoeien (spoeien, zich ~), ik was toch al te laat en ten andere, den tram was ook al weg.
overigens, bovendien, daarbij, trouwens
VD2015 online: BE, spreektaal
SN-NL: ten andere: in de tweede plaats, ten tweede
Ze deed dat ze van niks wist. Ik had het haar ten andere nog zo gezegd!
Doe een jas aan. Het is koud en ten andere, ’t gaat sneeuwen.
’k Moest me ni meer spoeien (spoeien, zich ~), ik was toch al te laat en ten andere, den tram was ook al weg.
overigens, bovendien, daarbij, trouwens
Ze deed dat ze van niks wist. Ik had het haar ten andere nog zo gezegd!
Doe een jas aan. Het is koud en ten andere, ’t gaat sneeuwen.
’k Moest me ni meer spoeien (spoeien, zich ~), ik was toch al te laat en ten andere, den tram was ook al weg.
overigens, bovendien, daarbij
Ze deed dat ze van niks wist. Ik had het haar ten andere nog zo gezegd!
Doe een jas aan. Het is koud en ten andere, ’t gaat sneeuwen.
’k Moest me ni meer spoeien (spoeien, zich ~), ik was toch al te laat en ten andere, den tram was ook al weg.
overigens, bovendien, daarbij
Ze deed dat ze van niks wist. Ik had het haar ten andere nog zo gezegd!
Doe een jas aan. Het is koud en ten andere, ’t gaat sneeuwen.
’k Moest me ni meer spoeien (spoeien, zich ~), ik was toch al te laat en ten andere, den tram was ook al weg.
overigens, bovendien, daarbij
Ze deed dat ze van niks wist. Ik had het haar ten andere nog zo gezegd!
Doe een jas aan. Het is koud en ten andere, ’t gaat sneeuwen.
’k Moest me ni meer spoeien, ik was toch al te laat en ten andere, den tram was ook al weg.
overigens, bovendien, daarbij
Ze deed dat ze van niks wist. Ik had het haar ten andere nog zo gezegd!
Doe een jas aan. Het is koud en ten andere, ’t gaat sneeuwen.
’k Moest me ni meer spoeien, ik was toch al te laat en ten andere, den tram was ook al weg.
Overigens
Ze deed dat ze van niks wist. Ik had het haar ten andere nog zo gezegd!
Doe een jas aan. Het is koud en ten andere, ’t gaat sneeuwen.
’k Moest me ni meer spoeien, ik was toch al te laat en ten andere, den tram was ook al weg.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.