Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent
Dit is slechts 1 definitie voor "wrochten ." Bekijk alle definities.
werken
Etymologie: ontstaan uit sterke verl. tijd van ‘werken’, oorspr. aanwezig in literaire taal, later in algemene en gewestelijk taal in Vla.
is da ni gewoon de verleden tijd van werken? werken, wrocht, gewrocht
wrochten
verleden tijd van werken: werkte, gewerkt
den ouwe verlejen tijd is wel “(ge)wrocht”, ze, gelijk in “doorgewrocht”
ik las namelijk is in Taal in Stad en Land voor west-vlaanderen da zij die verbuiging nog zouden gebruiken
hier worden dingen dooreen gehaald he. wrochten is als apart woord ontstaan (waarschijnlijk wel uit werken). Staat trouwens ook in de Van Dale, maar dan is het eerder iets plechtigers of schrijftaal.
Trouwens, dat wroeten/vruten hoort eigenlijk hier niet bij, maar in een apart lemma, want de vorm “wroeten” dat is weer een aparte groep woorden, die een eigen lemma op zich verdienen. Met een andere eigen etymologie. Ook wroeten staat in Van Dale, maar ook hier weer met andere invulling/context. Dit ik maak daar nog een apart lemma voor aan.
wrochten
als ‘wrochten’ de infinitief is, dan zou de verleden tijd ‘wrochtten’ moeten zijn.
In de huidige spreektaal heb ik altijd gehoord: werken ,wrochten, gewrocht.
bv: Die studenten werken goed. Gisteren wrochten ze ook goed. Ik ken ze goed: eigenlijk hebben ze altijd goed gewrocht.(dialect)
Ge hebt gelijk De Bouck. Het werkwoord is inderdaad met 2 ’t’s
Het is gewijzigd.
De Bouck, het is waarschijnlijk een kwestie van regio. Ik zal hier Brugge van maken ( = regio Flipper :)). Misschien kunt u een lemma maken van wrochte als verl. tijd van werken. Maar wrochten bestaat wel degelijk als infinitief zoals blijkt uit dit veelzeggend voorbeeld:
“Gelijk men zegt: ”Ik zoek, ik zocht, Ik breng, ik brocht,” Zoo zei men ook: ”Ik werk, ik wrocht,” Zoolang het volk zijn taal verstond. Thans hoor ik, uit geleerden mond: ”Ik wrocht, ik wrochtte, heb gewrocht” … Nu ja! — een wangedrocht! BEETS " (WNT bij wrochten)
Bon, hetgeen De Bouck bedoelde is dat de OVT oorspronkelijk met 1 ‘t’ werd geschreven in het lemma, terwijl het met dubbel ‘t’ moest zijn.
zoals in: lichten > lichtte – zweten > zweette enz
Een ‘doorwrocht’ artikel of stukje werk, is toch courant AN. Ook in VL neem ik aan?
Doorwrocht is in Antwerpen niet courant. Ik zou niet weten hoe ik het moet uitspreken, maar we weten wel wat het wilt zeggen :)
Volgens het WNT is doorwrocht het vd van doorwerken in de betekenis ‘grondig bewerken’. De infinitief is hier dus ook werken.
Zeldzaam, een ‘oud’ NL woord dat niet in VL gebruikt wordt!
Gebruik in NL meestal in literaire of journalistieke zin.
Uispraak: ‘doorvrocht’ gelijk ‘vreken’ (wreken).
Heel lang geleden, voor de allereerste keer, in het 4de studiejaar heb ik de werkwoorden werken en wrochten leren vervoegen. Wrochten was toen al een verouderde term voor werken. Het kreeg niet alleen de betekenis van werken maar ook wroeten, als zijnde hard werken.
Ingelogde gebruikers kunnen reacties aan deze definitie toevoegen.
Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.