Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent
Dit is slechts 1 definitie voor "witloof." Bekijk alle definities.
bittersmakende witte grondgroente, Brussels lof
NL: witlof
Van Dale 2013 online: Belgisch-Nederlands: witlof
uitspraak Brussel: witluuf
zie ook verzamellemma groenten en fruit
zie ook grondwitloof, witloofdriehoek, de ~
We eten vanavond hesperollekes met witloof en kaas.
Onzijdig? Echt? Ik zag daarstraks in Komen Eten iets over witloof ondertiteld worden met “dat witlof” en dacht “amai, dat moet wel nen Hollander geweest zijn die dat dat ondertiteld heeft, ’t is witloof en witloof is niet onzijdig”.
Ik zou bijvoorbeeld zeggen: “’t eten was lekker, ma die witloof daarbij trok op niks”, dus ik gok dat witloof vrouwelijk is. Voor mij dan toch. Ik ga eens navraag moeten doen.
Witloof is wel degelijk onzijdig voor mij. Het loof, het gebladerte. Het groene loof van de prei snijdt ge er best eerst vanaf.
Ik zou zeggen: âât eten was lekker, mor da witloof daarbij trok op niksâ. Anderzijds moet ik zeggen dat âât eten was lekker, ma die witloof daarbij trok op niksâ, niet echt vloekt in mijn oren. Maar in dat geval zou dieje witloof toch mannelijk zijn.
Nogmaals op Komen Eten: een Limburgse zei “gene witloof”, dus mannelijk. Misschien ben ’kik gewoon mis, maar “diene witloof” klinkt mij toch wel raar. Tenzij als scheldwoord of zo.
Witloof of âBrussels lofâ is een 19de-eeuwse creatie. Hoe witloof precies ontstaan is, is niet helemaal zeker. De meest aannemelijke hypothese schrijft de ontdekking toe aan François Breziers, de toenmalige hoofdtuinier van de botanische tuin in Sint-Joost-ten Node. Via veredeling en kruising zou hij rond 1840 het Brusselse witloof zoals we dat nu kennen geteeld hebben.
Door de groeiende vraag en de snelle verstedelijking moesten de landbouwers gronden buiten Brussel zoeken, zoals in Schaarbeek, Evere en Haren. Uiteindelijk breidde deze erg specifieke teelt zich uit tot het gebied Brussel-Mechelen-Leuven, dat kort nadien de bijnaam âwitloofdriehoekâ zou krijgen.
(nieuwsblad.be)
Ingelogde gebruikers kunnen reacties aan deze definitie toevoegen.
Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.