Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
bleken
Bleik of Blijk is inderdaad afgeleid van bleken, linnen na het weven op halflang gras leggen in de zon, en begieten met water om het te laten bleken. Gezelle heeft hierover trouwens een mooi gedicht geschreven (De Blekersgast: ’t ververscht mij, in ’ geweld gestaan, der hooge zonnekrachten, te zien van verre, aan ’t water slaan, vols arems, uit de grachten,…). Bleken gebeurde op grote grasvelden vlakbij een beek, zodat men gemakkelijk grote hoeveelheden water ter beschikking had, om met een werpemmer over het “goed” te gooien. Ook na de was werd linnengoed nog gebleekt door de wasvrouwen.
Killiaan kende reeds het woord bleken, als zijnde de velden waarop gebleekt werd. Bleken zelf is afgeleid zoals reeds bij het woord Blak (de blakke zon) is uitgelegd.
Ook in Limburg, en ik denk in gans Vlaanderen algemeen.
enkelvoud?
fansy, leg die vervoegingsregel eens een beke uit.
vierde leerjaar
Toen we de aard van de werkwoorden aanleerden (sterk of zwak) hebben we de hoofdtijden van klagen nog aangeleerd als : klagen, kloeg, geklaagd. Sterke vervoeging dus. Zo ook varen, voer, gevaren; jagen, joeg, gejaagd; wegen, woog gewogen (dat laatste is ongewijzigd gebleven).
even diep
Ik ken het woord “taats” in drie betekenissen:
de tol, maar dan de grotere houten met metalen pin
een kepernagel, zeer groot formaat
en een slag met de hamer, overdrachtelijk elke harde klap die men al vechtend uitdeelde (of incasseerde)
Ik moet er eerst nog eens met mijn familie over spreken alvorens iets te schrijven daarover.
oei,
ik heb hier gemorst. Of moet ik zeggen gesmodderd? Een dubbel lemma gecreƫerd. Kan iemand dat wegkrijgen?
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.