Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
hmm, ik en de jongere generatie (middelbare school) hier in het Antwerpse (Merksem) zeggen ook “de raam” ipv het raam, ook in het Alg. besch. vlaams.
Het vreemde is, mijn vader, opgevoed in het (Antw.) dialect hoewel geen actieve spreker meer, beweert met zekerheid dat “de raam” geen goed dialect is, dat het in het antwerps “het raam” heet.
Maar gezien haloewie’s bewering hier lijkt “de raam” dus wel een ‘correcte’ optie te zijn
(overigens zou ik persoonlijk wel “het telraam” en “het vliegenraam” zeggen, naar standaardnederlands voorbeeld. Maar “de vliegenraam” sluit ik daarom niet uit
wel, taalhistorisch gezien zou het “regelmatige” zijn vriezen, vroos, vroren, gevroren, het AN heeft vroos door vroor vervangen naar analogie met het meervoud (maar vgl. was – waren); het Antwerps heeft de -s overal gegeneraliseerd
een ander voorbeeld is verlieren, waar het antwerps dan weer de -s overal heeft ingevoegd
volgens t dialectkaartje onderaan
http://www.dbnl.org/tekst/goos003daas01_01/goos003daas01_01_0001.htm
(naar beneden scrollen)
komt DAAS/DAZE in heel het westen van’t land, tot en met west brabant voor
kan dit ook ‘dabberen’ heten? ik lijk me dit woord ook te herinneren
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.