Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Ik heb klokspijs persoonlijk nooit gehoord in Antwerpen. Ik ken alleen appelspijs.
Nee, mannen meugen direct naar den bureau hunne C4 gaan halen :D
Bij mijn weten toch niet in Antwerpen stad zenne, daar is het: de kapotte broek maken.
Een stukje uit mijn mansarde van Wannes Van de Velde. Zo schoon … ik kon het niet laten.
“ik heb de wereld laten staan
en ‘k woon wa dichter bij de maan
oep mijn mansarde
’t is oep het zevende verdiep
’t schijnt da Jan Breydel er nog sliep
oep mijn mansarde
’t is er bouwvallig en vergaan
ge ziet er paddestoelen staan
oep mijn mansarde
maar niemand houdt er mij in d’ oog
en als ’t ni regent zit ik droog
oep mijn mansarde
met mijne kop door ’t venstergat
heb ik een zicht over de stad
oep mijn mansarde
ik zie de kerk en de bank en d’ industrie met heure stank
oep mijn mansarde
ik zie de schepen oep de stroem
en hier en daar zelfs nen boem
oep mijn mansarde
en groeit er onkruid in de goot
dad is voor mij een tropisch woud
oep mijn mansarde"
(…)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.