Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
spijtig onderdeeltje, situatie
“Eens de marktstraten voorbij, hangt er voortdurend die weeë achtergrondgeur van warm afval, zelfs hier aan de kust. Visueel en olfactorisch is dat telkens een jammerke.” (Michael Van Peel, Van Peel tot Evenaar: Antwerpen-Dakar per Vespa 2016)
“Maar eens in de schriftuur, in de verhaallijn, dan zijde te laat. Dat vind ik wel een jammerke omdat ik heel graag trouw blijf aan het personage.” (Leen Dendievel in een interview over ‘Thuis’ 14/04/2019)
Een slagschroevendraaier wordt in garagetermen ook “mutten” genoemd. Zo heb je een “mutten voor links” en een “mutten voor rechts” om vastzittende grote schroeven resp. met linkse of met rechtse schroefdraad los te kloppen. Deze schroevendraaier is inwendig voorzien van een afgeschuind loszittend tussenstuk die bij het kloppen op het handvat de kop van de schroevendraaier enkele graden ronddraait in de losdraaiende richting. Zodoende kan men met enkele kloppen de schroef toch een kwart draai losdraaien om dan met een gewone schroevendraaier verder te werken.
Die linksdraaiende schroef van de bevestiging van het mes van mijn hakselaar zit muurvast! Breng mij eens de “mutten voor links”!
> andere betekenis van mutten
kalf, lomperik
Woordenboek der Nederlandsche Taal:
Een in Zuid-Nederland gewone naam voor een zeer jong kalf; wellicht is dit woord gevormd met het suffix ‘îna’, dat dikwijls voorkomt in namen van jonge dieren, waarbij men echter het onz. geslacht zou verwachten.
- “De muttekes staan in hun stal” De Cock en Teirlinck Kinderspel & Kinderlust in Zuid-Nederland (1902).
- Oneigenlijk, een klein kind; een dommerik, een sul (…)
- Samenst. Muttenstal (Joos (1900-1904), meuttentuischer, ”schacheraar in kalven” (Cornelissen-Vervliet (1899-1906)
Van Dale 2018: mutten
niet algemeen
1. kalf
2. domme jongen
Welke mutten heeft dat nu weer uitgevonden?
Inne minne mutten
10 pond grutten
10 pond kaas
inne minne mutten is de baas
uitgeholde vliertak om vlierbessen of wat anders al blazend mee weg te schieten (blaaspijp)
Woordenboek der Nederlandsche Taal: klak: Naam voor de klakkebus (De Bo (1873); De Cock en Teirlinck, Kinderspel (1905)).
Brussel: flokkebus
Haspengouw: krakkebuis
Sommige regio’s in de Antwerpse Kempen en Limburgse Kempen: flopbuis
Toen we nog jong waren was het maken van en spelen met klakkebuizen een zeer geliefd tijdverdrijf.
kalf, lomperik
Woordenboek der Nederlandsche Taal:
Een in Zuid-Ned. gewone naam voor een zeer jong kalf; wellicht is dit woord gevormd met het suffix ‘îna’, dat dikwijls voorkomt in namen van jonge dieren, waarbij men echter het onz. geslacht zou verwachten.
- “De muttekes staan in hun stal” De Cock en Teirlinck Kinderspel & Kinderlust in Zuid-Nederland (1902).
- Oneigenlijk, een klein kind; een dommerik, een sul (…)
- Samenst. Muttenstal (Joos (1900-1904), meuttentuischer, ”schacheraar in kalven” (Cornelissen-Vervliet (1899-1906)
Van Dale 2018: mutten
niet algemeen
1. kalf
2. domme jongen
Welke mutten heeft dat nu weer uitgevonden?
Inne minne mutten
10 pond grutten
10 pond kaas
inne minne mutten is de baas
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.