Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door de Bon

    affront, een ~ voor een compliment nemen
    (uitdr.)

    Doen alsof men niet beledigd wordt, doen alsof men niet gekwetst is door een belediging.

    Woordenboek der Nederlandsche Taal: In het Zuiden.

    zie ook affrontelijk, affronten, in ~ vallen, affronteren

    Maar, enfin, het is den moriaan gewasschen, en hij neemt een affront voor een compliment aan. (books.google.be)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 02 Jan 2021 14:49
    0 reactie(s)

    klippel
    (de ~ (m.), ~s)

    knuppel, een stuk hout om mee te kloppen

    Woordenboek der Nederlandsche Taal: klippel: bijvorm van kluppel, klepel
    Oost-, West-en Zeeuws Vlaanderen, Noorderkempen en andere delen van Vlaams Brabant en wellicht nog elders.

    Met een klippel kunnen we de noten uit de boom klippelen.

    Regio Waasland
    Bewerking door de Bon op 02 Jan 2021 14:48
    6 reactie(s)

    knôës
    (zn. mv. knôëzen)

    klokhuis

    Woordenboek der Nederlandsche Taal, bij knoes
    znw. Daarnaast knoos (met zachte en scherpe o: Cornelissen-Vervliet)
    Middelnederlands cnoes. Wellicht verwant met Knoest. Alleen gewestelijk nog bekend.
    1. Knoest, knobbel ( Tuerlinckx; Cornelissen-Vervliet)
    2. Afgeknaagde appel of peer, klokhuis (Corn.-Vervl).

    zie ook knos

    Smijt die knôês maar in het bos, d’as geen vervuiling!

    Regio Antwerpse Kempen
    Bewerking door de Bon op 02 Jan 2021 14:48
    0 reactie(s)

    rossing
    (de ~ (v.), geen mv.)

    een pak slaag, een rammeling
    synoniem: ruising

    Woordenboek der Nederlandsche Taal: Ros, rossing:
    in Z.-Nederl.: afrossing, afranseling, pak ros, pak ransel, pak slaag.

    zie ook pandoering

    Eigenlijk verdient dat ambetantig manneke een farm rossing.

    Regio Antwerpse Kempen
    Bewerking door de Bon op 02 Jan 2021 14:47
    0 reactie(s)

    pompeloerke
    (het ~, ~s)

    Een kikkervisje, een dikkopje

    zie ook poempeloereken of poempeloereke
    uitspraak: de oe tamelijk kort uitspreken

    ook in de provincie Antwerpen

    Woordenboek der Nederlandsche Taal: POMPELOEN, POMPELOER —,
    in den zin van kikvorschlarve, zoowel als van populier (pompeljoenzalf); zie PAPELJOEN.

    WNT, bij papeljoen
    POPELJOEN — Daarnaast papioen. Eene thans verouderde benaming voor verschillende insecten. Waarschijnlijk uit frans papillon, latijn papilio, ofschoon dit alleen in de betekenis van: vlinder is opgeteekend. Oudfrans papion, middelnederlands papioen, is de benaming van een verscheurend dier.
    1. Zeker waterinsect.
    Papioen. bij Junius: popelioenken. Tinea fontana, Kiliaan.
    Popelioenken. Tinea, animalculum fontium, breve, et sese ut multipeda contrahens, Aldaar.
    2. De larve van den kikvorsch.
    Popelioenken. Foetus ranae caudatus, batrachis, gyrinus, Kiliaan.

    Kom we gaan naar de vijver pompeloerkes zoeken …

    Die vijver zit vol poempeloerekes …

    Provincie Vlaams Brabant
    Bewerking door de Bon op 02 Jan 2021 14:45
    0 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.