Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door de Bon

    lee
    (de ~ (v.), leeën)

    scharnier, hengsel

    uitspraak: /lé/, /lé j.e/

    Woordenboek der Nederlandsche Taal, bij lee:
    voorheen LEDE —, Middelnederlands lede.
    ?Verwant met Lid. Hengsel, scharnier, van een deur, venster, deksel enz. In Zuid-Nederland.

    Ik heb nief leeën op mijn deur gestoken.

    > andere betekenis van lee

    Regio Antwerpse Kempen
    Bewerking door de Bon op 02 Jan 2021 14:39
    2 reactie(s)

    bol, bolleke
    (de ~ (m.), ~len; het ~, ~s)

    bolletje, kluwen

    zoals bijvoorbeeld een bolleke koord of een bolleke breiwol.

    Woordenboek der Nederlandsche Taal: In Zuid-Nederland ook in ruimer toepassing op eene prop, een kluwen (…) Een bolletje garen (…) bolleken katoen (…) bol saai

    De trui die ik wou breien is af en ik heb nog drie bollekes over!

    Met mijne vlieger en zijne steert.
    Hij gaat omhuge, ‘t is ‘t ziene weerd.
    ’k Geef hem maar kleiwe, op zijn gemak.
    ‘k Heb nog drij bollekes in mijne zak.
    (De Vlieger, K. Burgelman, A. De Kegel)

    Wij hebben 3 weken geleden onze mini maltezer Prutske bij jullie gekocht. een echt schatteke en zo speels en lief ik zeg altijd just een bolleke garen. (pupsenzo.be)

    “Een bolleke saai, daar kunde nen sok mee breien” zei m’n bebon altijd. (scoutswindeke.be)

    > zie andere betekenissen van bol, bolleke

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 02 Jan 2021 14:38
    0 reactie(s)

    galjaar
    (de ~, ~s man. zelfst. nw.)

    iets wat buitenmaatse, buitenproportionele, kolossale afmetingen heeft
    AN kanjer
    in gebruik met het voorzetsel ‘van’

    < Frans gaillard, waarschijnlijk van het Gallo-Romaans galia, kracht

    Woordenboek der Nederlandsche Taal, bij gaillard: Iets dat ongewone afmetingen heeft. Volgens Van Dale (1924) gewestelijk in Vlaams-België zoo in gebruik.

    zie ook kastaar, gust, kaljaster

    Dat trekpaard heeft galjaars van benen. Behaard als ze zijn, geven ze de indruk kolossen te zijn.

    Provincie Antwerpen
    Bewerking door de Bon op 02 Jan 2021 14:38
    2 reactie(s)

    ros
    (bijw. of bijv. nw.)

    roest

    Miene fiets zit onger de ros.
    Mijn fiets zit onder de roest.

    Zon vlekske ros wat geuf dat noe.
    Zo´n vlekje roest wat deert dat nu.

    > andere betekenis van ros

    Regio Maasland
    Bewerking door de Bon op 02 Jan 2021 14:31
    0 reactie(s)

    ros
    (de ~ (m), g. mv.)

    (een pak) slaag, een rammeling (als straf doorgaans)

    zie ook ruising en synoniemen bij pandoering

    De gees ros krijge aste nie oppas! (ge zult slagen krijgen als ge niet braaf zijt/u niet gedraagt/niet beter uw best doet)

    > andere betekenis van ros

    Regio Haspengouw
    Bewerking door de Bon op 02 Jan 2021 14:31
    1 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.