Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door de Bon

    pompeloerke
    (het ~, ~s)

    Een kikkervisje, een dikkopje

    zie ook poempeloereken of poempeloereke
    uitspraak: de oe tamelijk kort uitspreken

    ook in de provincie Antwerpen

    Woordenboek der Nederlandsche Taal: POMPELOEN, POMPELOER —,
    in den zin van kikvorschlarve, zoowel als van populier (pompeljoenzalf); zie PAPELJOEN.

    WNT, bij papeljoen
    POPELJOEN — Daarnaast papioen. Eene thans verouderde benaming voor verschillende insecten. Waarschijnlijk uit frans papillon, latijn papilio, ofschoon dit alleen in de betekenis van: vlinder is opgeteekend. Oudfrans papion, middelnederlands papioen, is de benaming van een verscheurend dier.
    1. Zeker waterinsect.
    Papioen. bij Junius: popelioenken. Tinea fontana, Kiliaan.
    Popelioenken. Tinea, animalculum fontium, breve, et sese ut multipeda contrahens, Aldaar.
    2. De larve van den kikvorsch.
    Popelioenken. Foetus ranae caudatus, batrachis, gyrinus, Kiliaan.

    Kom we gaan naar de vijver pompeloerkes zoeken …

    Die vijver zit vol poempeloerekes …

    Provincie Vlaams Brabant
    Bewerking door de Bon op 02 Jan 2021 14:45
    0 reactie(s)

    pompeloerke
    (het ~, ~s)

    Een kikkervisje, een dikkopje

    zie ook poempeloereken of poempeloereke
    uitspraak: de oe tamelijk kort uitspreken

    ook in de provincie Antwerpen

    Woordenboek der Nederlandsche Taal: POMPELOEN, POMPELOER —,
    in den zin van kikvorschlarve, zoowel als van populier (pompeljoenzalf); zie PAPELJOEN.

    WNT, bij papeljoen
    POPELJOEN — Daarnaast papioen. Eene thans verouderde benaming voor verschillende insecten. Waarschijnlijk uit frans papillon, latijn papilio, ofschoon dit alleen in de betekenis van: vlinder is opgeteekend. Oudfrans papion, middelnederlands papioen, is de benaming van een verscheurend dier.
    1. Zeker waterinsect.
    Papioen. bij Junius: popelioenken. Tinea fontana, Kiliaan.
    Popelioenken. Tinea, animalculum fontium, breve, et sese ut multipeda contrahens, Aldaar.
    2. De larve van den kikvorsch.
    Popelioenken. Foetus ranae caudatus, batrachis, gyrinus, Kiliaan.

    Kom we gaan naar de vijver pompeloerkes zoeken …

    Die vijver zit vol poempeloerekes …

    Provincie Vlaams Brabant
    Bewerking door de Bon op 02 Jan 2021 14:43
    0 reactie(s)

    kees, zijne ~ laten
    (uitdr.)

    (grof) sterven, doodgaan, overlijden
    ook: zijne kop komen te leggen

    Woordenboek der Nederlandsche Taal: Er zijn kaas bij inschieten; zijn kaas aan iets laten; zijn kaas geven. In Vlaamsch-België: er ”zijn hachje” bij inschieten; er bij dood blijven.

    Hagelandsch Idioticon door J. Tuerlinckx (1886), bij kaas: – zegswijze. :Zijne keës oan iet louëte (laten), zijne
    keës ieverans louëte, het leven er bij inschieten.
    Zene keës geëve, sterven.

    Gisteren heeft zijne bompa op ’t onverwachts zijne kees gelegd.

    Regio Antwerpen
    Bewerking door de Bon op 02 Jan 2021 14:42
    6 reactie(s)

    sjaafelen
    (ww. sjaafelde, gesjaafeld)

    prullen, frullen, frutsen, frutselen
    zie sjaafelaar en sjaafelzjat

    Woordenboek der Nederlandsche Taal: schaffelen:
    Wellicht van den stam van Schaven, doch verg. Schoffelen en Schuifelen. Hetzelfde woord is blijkbaar SAFFELEN.
    1. Sloffen, slenteren, schuifelen (Hoeufft; Corn.-Vervl.).
    2. Moeite hebben met een of ander werk, scharrelen, morrelen, sukkelen.
    Hij meent da’ me’ werk gemakkelijk is, maar hij zou er mee sjaffelen, as hij ’t doen moest. Ik heb geschaffeld den eenen tijd op den anderen om ’t slot open te krijgen, maar ’t ging niet, Cornelissen-Vervliet (1899).

    Ze is zo stil, ze zit weer te sjaafelen met haar haar.

    > andere betekenis van sjaafelen

    Regio Antwerpse Kempen
    Bewerking door de Bon op 02 Jan 2021 14:41
    0 reactie(s)

    kemel, een ~ schieten
    (uitdr.)

    een fout maken, een flater begaan, blunderen
    in Nederland: een bok schieten

    Woordenboek der Nederlandsche Taal: Benaming voor: een flater, grove vergissing of fout, in daad, woord of schrift; ”bok”. Alleen in Vlaamsch België; in Noord-Nederland thans volkomen onbekend, maar in de 18de eeuw, als in Noord-Brabant gebruikelijk, opgeteekend: Een kemel begaan, doen, maken, schieten.

    Van Dale 2013 online: Belgisch-Nederlands, informeel

    Op het examen een ferme kemel geschoten en natuurlijk gebuisd.

    Hij kreeg er rode kaken (kaken, rode ~ krijgen) van. De kemel die hij geschoten had, was niet meer goed te maken.

    “De reviewcommissie heeft hier een serieuze kemel geschoten!”, zegt een boze Mathijssen. “Ze heeft in haar oproeping niet één maar drie scheidsrechters overruled.” (nieuwsblad.be)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 02 Jan 2021 14:40
    0 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.