Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
zille
in het Brugs niet echt de boordsteen maar de dorpel of drempel.
In uitdrukkingen :
- je lopt do de zille plat : hij komt er elke dag over de vloer
- j’is tegen ur zille kommen pissen : hij heeft haar het hof gemaakt
spuwen in het Brugs is trouwens speeëken (cfr speeksel)
gespuwd is te mooi standaardnederlands, in het Brugs wordt braken spuuggen (spuuh’n, spooh, hespoh’n)
waleeëre
in het Brugs wordt de wel een wal.
Waleeëre da wuuvetjie, zie ze goan : ocharme dat vrouwtje, zie ze toch gaan.
Ook om de juiste uitspraak van de lange èè (bijna een triftong) in het Oostends onder de knie te krijgen : waleeëre mijnheeër da beeëstje zijn beeën doe zeeër (ocharme mijnheer dat beestje heeft pijn aan zijn pootje)
't is gin karot
uitdrukking in het Brugs : ’t is gin karot, wi : ’t is zwaar werk, geen gezever.
In het Brugs is een karottentrekker een karotjee, een plantrekker. In datzelfde dialect is karootezwart roodharig.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.