Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
1. snottebel
2. langwerpig, dun ding (bijv spaghetti), sliert
3. persoon
1. De drendels hangen uut zun neuze : het snot bengelt uit z’n neus
2. De sowse stoat ol ip tafel mo wo zien de drendels? De saus staat al op tafel, maar waar is de spaghetti?
3. een lange drendel, een vuule drendel
enkel in de uitdrukking : o je ’t nie verstoat moe je ’t mo verzitten
echt iets voor Gerrit Callewaert : als je’t niet verstaat moet je ’t maar verzitten
jodiumtinctuur. Wordt soms ook gewoon simpelweg ‘rood’ genoemd. < Frans : teinture d’iode. Zie ook roodsel
’k’aan mun knieë geschaafd en moeder deed er een bitje tentuurdjot/rood up voe ’t oentsmetten.
jodiumtinctuur. Wordt soms ook gewoon simpelweg ‘rood’ genoemd. < Frans : teinture d’iode
’k’aan mun knieë geschaafd en moeder deed er een bitje tentuurdjot/rood up voe ’t oentsmetten.
1. Iemand die niet stil kan zitten, ADHD-er
2. Iemand met veel kinderen
je moed e ki kieken no die keunepoeper, je zit oltied mè zun gat te droaien : kijk eens naar die druktemaker, hij kan niet stilzitten
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.