Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
sardientje
leeft vooral verder in de uitdrukking ‘t stikt ip geen scharding’ ttz. het steekt zo nauw niet, het komt er niet op aan
Diminutief van ‘wuuf’, en vandaar minder pejoratief, soms zelfs als koosnaam gebruikt.
“Zeg, wuuvetje, weet je gie waar dat ’k die doze gezet ’én?”
- “Oh, nink, vintje, ’k zien ’t vergeten.”
overdreven opmaken, opdirken.
Verwant aan optutten en tooien?
E je gisteren Paris Gilton gezien ip den tv? Ze was were nog ol getuttematoaid!
overdreven opmaken, opdirken.
Verwant aan optutten en tooien?
E je gisteren Paris Gilton gezien ip de tv? Ze was were nog ol getuttematoaid!
1. iemand die overal blijft plakken
Mechelen, zuiderkempen: plekpleuster
Antwerpen: plakplëster
Antw. Kempen: plakpleuster
2. smerigaard, knoeier (ploasteren is bepleisteren)
3. een kind dat zijn moeder maar niet kan loslaten
Die plakploaster blùft overal plakken en zit dag en nacht op café (café, op ~).
Met plekpleusters een uur afspreken is onbegonnen werk.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.