Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
kastje opgebouwd uit een houten raamwerk met heel fijn gaas, waarin voedsel buiten het bereik van vliegen werd gehouden
“Leg het vlees in het vliegenkasken. En zie dat de deurkens goed toe zijn: er vliegt hier een Spaanse vlieg (= bromvlieg).”
kastje opgebouwd uit een houten raamwerk met heel fijn gaas, waarin voedsel buiten het bereik van vliegen werd gehouden
“Leg het vlees in het vliegenkasken. En doe de deurkens goed toe: er vliegt hier een Spaanse vlieg (= bromvlieg).”
bromvlieg
“Leg het vlees in het vliegenkasken. En zie dat de deurkens goed toe zijn: er vliegt hier een Spaanse vlieg.”
meikever
“Hoeveel ronkers hebt ge al gevangen?” “Twee mulders (meikever met witbestoven dekschilden) en een paster (meikever met donkere dekschilden)!”
zuurdesem
“De heve opgegeten hebben”: het bij iemand of ergens verkorven hebben. Vgl. “De boter gegeten hebben”.
“Dáár moet hij niet meer komen; hij heeft er d’eef opgegeten.”
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.