Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
- in een huis zonder verdieping: de trap die naar de ruimte onder het dak leidt;
- in een huis mét (één) verdieping: de trap die naar de verdieping leidt. De ruimte onder het dak heet daar ‘het opperste’.
“Onze zoldertrap heeft zeventien treeën; de trap naar ’t opperste heeft er maar twaalf.”
Wie te sterk beknibbelt, komt al eens bedrogen uit.
“Hij heeft zijn patotters (= aardappelen) op de markt gekocht: hij kon ze daar beterkoop (= goedkoper) krijgen, zei hij. Ze liggen in zijn kelder te rotten. De gierigheid bedriegt de wijsheid.”
Wie te sterk beknibbelt, komt al eens bedrogen uit.
“Hij heeft zijn patotters (= aardappelen) op de markt gekocht: hij kon ze daar beterkoop (= goedkoper) krijgen, zei hij. Ze liggen in zijn kelder te rotten. De gierigheid bedriegt de wijsheid.”
schrikken
“Waart ge verscheusjt, als de deur toesloeg?”
“Verscheusjtje d’er nog af (= ‘schrik je daar nog van’), in deze tijen?”
schrikken
“Waart ge verscheusjt, als de deur toesloeg?”
“Verscheusjtje d’er nog af (= ‘schrik je daar nog van’), in deze tijen?”
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.