Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
bedekt café, plaats waar illegaal drank wordt geschonken
“Bij Manse was ’t kantien. Daar kwamen alle laveiers (= stropers) uit de omtrek.”
bedekt café, plaats waar illegaal drank wordt geschonken
“Bij Manse was ’t kantien. Daar kwamen alle laveiers (= stropers) uit de omtrek.”
Een overvloed van iets hebben, zoveel dat het hinderlijk wordt.
WNT: Het voltooid deelwoord van vergoren als bnw. gebruikt. Gewestelijk in Vlaams-België.
–3. In verschillende oneigenlijke verbindingen.
a. Vergoord zijn, zitten in —, overladen zijn met —, verzonken zijn in —, tot over zijn hoofd in (iets) zitten enz.
Schuermans (1865-1870).
Vergoord zijn in schulden (vol schulden steken, frans être abîmé de dettes), De Bo (1873).
Vergoord zijn in ‘t werk (overlast zijn van werk, frans être surchargé d’ouvrage), De Bo (1873).
De courgetten groeien zodanig goed dit jaar, we zitten vergoord in de courgetten.
“Ik ben d’r / ik heb mij d’r vergoord in gegeten.” (Denderstreek)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.