Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Snoep
Smokkelen: (ww) snoepen vgl. sneukelen
“Gaan we smokkel kopen, ik heb goeste in een pakske zuur?” “Nee, we mogen niet smokkelen. ’t Is vasten.”
Snoep
Smokkelen: (ww) snoepen vl. sneukelen
“Gaan we smokkel kopen, ik heb goeste in een pakske zuur?” “Nee, we mogen niet smokkelen. ’t Is vasten.”
lolly
“Ik heb vandaag mijn pree gekregen, maar mee tweeë frank doe-je niet veel niet meer. Vroeger ho-je d’r nog tweeë zure stampers veur. Maar een muilentrekker (= zeer zure lolly) kost al vijf frank.”
lolly
“Ik heb vandaag mijn pree gekregen, maar mee tweeë frank doe-je niet veel niet meer. Vroeger ho-je d’r nog tweeë zure stampers voor. Maar een muilentrekker (= zeer zure lolly) kost al vijf frank.”
lolly
“Ik heb vandaag mijne pree gekregen, maar mee tweeë frank doe-je niet veel niet meer. Vroeger ho-je d’r nog tweeë zure stampers voor. Maar een muilentrekker (= zeer zure lolly) kost al vijf frank.”
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.