Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
gedurig, maar niet continu
“Dieë kleinen komt in één genâe op de blaffeturen (= vensterluiken) kloppen. Ge zult er de geburen toch ne keer iets moeten van zeggen.”
gemetseld verhoog (bank) tegen de muur van het schotelhuis, waarop het vaatwerk staat
“Ga eens nen aker (= emmer) water halen. En zet hem in ’t schotelhuis op de burrebank.”
Van het oude huis bleef er na de brand alleen de woonkamer, één slaapkamer en één kleine plaats met burrebank (aanrecht) over. (docplayer.nl/116194064-Jeugdherinneringen-roger-de-troyer.html)
gedurig, maar niet continu
“Dieë kleinen komt in één genâe op de venster kloppen. Ge zult er de geburen toch ne keer iets moeten van zeggen.”
1) plaats/putje in of bij de mestvaalt om het percolaat van de mest op te vangen
2) dat percolaat zelf
“Pas op, als ge de stal uittrekt (= het stro ververst), da-je niet in de mestpoel valt. We zouden hem moeten uitbuizen: hij loopt in één genâe (= gedurig) over.”
“Vraag aan de boer eens een wat (= wat) mestpoel voor bij de rozen.”
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.