Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
knoest (resten van een ingegroeide tak) in een gezaagde plank
“Ge moet die nagel dáár niet slaan; ge zit in een ap.”
- in een huis zonder verdieping: de trap die naar de ruimte onder het dak leidt;
- in een huis mét (één) verdieping: de trap die naar de verdieping leidt. De ruimte onder het dak heet daar ‘het opperste’; de trap die ernaartoe leidt ‘de trap naar het opperste’.
“Onze zoldertrap heeft zeventien treeën; de trap naar ’t opperste heeft er maar twaalf.”
- in een huis zonder verdieping: de trap die naar de ruimte onder het dak leidt;
- in een huis mét (één) verdieping: de trap die naar de verdieping leidt. De ruimte onder het dak heet daar ‘het opperste’; de trap die ernaartoe leidt ‘de trap naar het opperste’.
“Onze zoldertrap heeft zeventien treeën; de trap naar ’t opperste heeft er maar twaalf.”
draaiboom
‘de balie spannnen’: (kindervertier) zonet gehuwden bij het buitenkomen van de kerk met een touw de weg versperren, waarbij ze hun ‘vrije doorgang’ moeten afkopen met een envelopje met geld
“De koeien zijn uitgebroken; de balie stond open.”
“De laatste keer dat ik hier de balie heb weten spannen was bij de trouw van de dochter van de doktoor.”
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.