Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
eendengat, -kont; (eertijds) rugplooi of -strik in de soutane van geestelijken
uitspr: lange oe
Paters hadden vroeger een ‘onzjekoet’ op hun (onder)rug.
leeuwerik, zie ook leiwerk
Ge moet de liewerken vangen terwijl zij trekken. (het ijzer smeden als het heet is)
leeuwerik
ook liewerk
De leiwêrk hink te baeë (hangt ‘biddend’ in de lucht)
sperwer, (ook) roofvogel, stootvogel
De hinne hébbe bang at ze ne spelver zien (de kippen zijn angstig als zij een roofvogel zien)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.