Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
mannetjeseend, woerd; (ook) strontje op het oog
Van iemand met een weenderik zegt men “hij heeft in het karspoor gepist”.
achterste van een gans, ganzenkont; koket jong meisje, draaigat
Dat ès mich ’n gaazekont, daaj! (dat is een behaagziek wicht!)
eendengat, -kont; (eertijds) rugplooi of -strik in de soutane van geestelijken
uitspr: lange oe
Paters hadden vroeger een ‘onzjekoet’ op hun (onder)rug.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.