Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
(eertijds) 19e-eeuws muntstuk met een kruis erop dat men in vieren kon breken
Lokale uitspraak: e kreisoëd (dim. -iëdsje)
Onzeker of er een etymologisch verband is met “vlojiëdsje”, een roostertje van metaaldraad dienend als onderlegger voor vlaaien; de overeenkomst in uitzicht is alleszins frappant.
E kreisoëd koste èn viere brèèke. (een kruisoord kon je in vieren breken)
-heid
(lokale uitspr. -ighèts)
Voorbeelden: sjaunighèts (schoonheid), kollèèrighèts (woede, gramschap), ambetantighèts (verveeldheid, wrevel), grienighèts (gierigheid), hêllighèts (hardheid), loempighèts (domheid), zjeloêzighèts (jaloersheid), verkaddighèts (verkoudheid) …
voortdurende aanwezigheid, doorlopend verzekerde dienst, permanent toezicht
Fr. permanence
De permanentie verzekeren.
Ik heb permanentie vanavond.
Tijdens permanenties is de Jeugddienst on line bereikbaar via MSN.
krachtterm (eigenlijk: godsgenade)
Godsgenojje nog nie! Es dat nau bekans gedond mèt oer gestechel! (verdomd nog an toe, hou eens eindelijk op met dat geruzie!)
(eertijds) godspenning
Etym.: Duits “Gottshalber” (?)
z. god(s)cent
De godshalver, da’s het oude woord voor godscent.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.