Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
muilband, muilkorf
Etym.: uitg. -el vermoedelijk diminutief; de i is ontronde umlaut bij mond (denk ik)
Den hond de mintel aandoen.
heer (in het kaartspel)
zie ook: zot
Welke vunzigaard sleept hier schuppen koning?
De koning vangen. (=zorgen dat hij geen slag maakt)
(overg.) maaien (met gras of een grasperk als object)
Ik moet straks het gras nog afrijden, want voor morgen geven ze weer regen.
moedernaakt, paddenbloot
Hèè loêg doë poêdelnoks, zoe lang atter gewasse wor op de ligstoêl (hij lag daar poedelnaakt in zijn volle lengte op de tuinstoel)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.