Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
naakt, bloot
èn z’ne nokse: in zijn bloot vel
ne nokse: iem. zonder kleren
z. ook poedelnoks
Èn z’ne nokse woster z’n peloês on ‘t aofraaje. (in zijn blote flikker was hij zijn grasperk aan het maaien)
’n Nokse dam (een blote dame, z. bloot)
Alles kan, mê ne nokse èn z’n maol sjijte, dat geet nie! (alles is mogelijk, maar een naakte in zijn zaken schijten, dat gaat niet)
(kaartt., m.n. in het hartenjagen) niet meer weggeraken; gezegd van een (ongunstige) kaart waar men niet van af geraakt, zodat men zelf de eraan verbonden strafpunten aangesmeerd krijgt
De harten dam’ sterft op haar kot.
(kaartt.) ongedekt, zonder andere (lagere) kaarten van dezelfde kleur
Ik zat met een blote dam’, ik moest die wel uitkomen.
koper van een (meestal tweedehands) goed, overnemer
Als ik een huis, dat ik verhuur, wil verkopen, is de overkoper dan gebonden aan het huurcontract?
frutselen, doelloos met iets bezig zijn
Kwas gisteren ne gansen avond op m’n kamer aan ‘t froesjelen.
Sommigen kunnen ’s morgens het huis niet uit zonder vijf keer met een wattenstokje in hun oren te ’froesjelen’.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.