Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
door en door rot, (van hout) vermolmd; (ook fig.) verrot
Gooi dien ouwe borstelsteel nu maar weg, hij is potrot.
Dit land is potrot, degenen die hier verantwoordelijkheid moeten nemen zijn vaak zelf niet zuiver op de graat.
Voetbal is potrot, topvoetballers met voorbeeldfunctie zijn zelf de grootste bedriegers.
metalen hoedje aan een steel waarmee kaarsen kunnen worden gedoofd, (kaarsen)domper
Aan de ‘kaasendoemper’ zat dikwijls nog een wiek vast om kaarsen (bv. op een altaar in de kerk) aan te steken.
kaars
(in sommige streken van Limburg is de klinker kort: een kas)
De kaase aondoên (de kaarsen aansteken).
Ich zal vér dich e kèèske branne (vgl. keske).
dwars, tegendraads, koppig; omgekeerd
(bij veel sprekers valt de laatste r weg: terwees)
Och, let maar niet op hem, hij doet altijd terweers.
1. dwars, tegendraads, koppig; 2. averechts, omgekeerd
vgl. terweers
lokale uitspr. ter’wiës (onbetoonde e; korte ie met naslag)
Terwesen duivel waar gij daar loopt!
Die kerel is altijd al terwees gewees.
Een terweesdrijver van een kind.
Ge houdt de schiller terwees, het meske staat ondersteboven.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.