Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
mier
’moê|mêt (lange oe, open e)
vgl. pismet
Zonder ’t te wiëte, wor ich rèèch èn ne moêmêttenès van roj moêmêtte gon zitte. Ich bèn nog nauts zoe rap opgewès, dènk ich! (Zonder het te weten, was ik recht in een nest rode mieren gaan zitten. Ik was nog nooit zo snel recht, geloof ik!)
mier
Zonder ’t te wiëte, wor ich rèèch èn ne moêmêttenès van roj moêmêtte gon zitte. Ich bèn nog nauts zoe rap opgewès, dènk ich! (Zonder het te weten, was ik recht in een nest rode mieren gaan zitten. Ik was nog nooit zo snel recht, geloof ik!
tamelijk, nogal, vrij
Fr. plutôt
De moeder van Hanna is ook eerder ongewoon: ze gaat eerder teruggetrokken door het leven, zwijgt halsstarrig over haar verleden tijdens de oorlogsjaren in Duitsland (zelfs haar man, Henry, komt daar niets over te weten). (uit boekbespreking op www.h-vv.be)
wesp
(In de provincie Vlaams-Brabant spreekt men van “peerwepsen” of “peerwespen”, dit zou te maken kunnen hebben met wespen die de perenoogst kwamen verpesten – opmerking van Dennoman)
Pas op voor die peeweps, sebiet wordt ge gestoken.
Rap, er zit een peeweps binnen, pakt de gazet!
(muren of gevels) bepleisteren, voegen
Ozze pa hee van de week gans de veegevel gekallejd.
(Onze pa heeft van de week gans de voorgevel gekalleid.)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.