Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
lijken op
vnl. in de uitdr. dat trekt op niets, dat lijkt nergens naar
Hij trekt helemaal niet op zijn vader
Die constructie van u trekt op niets (lijkt nergens naar)
Dat trekt op geen orgel, breek die rommel maar weer af (in dialect: dat trèk op geenen élger, brèèk dèè kêresêl mêr wir aof)
(verkeersterm) intermodaal karakter van een (openbaar) transport- of vervoerssysteem, m.a.w. het goed op elkaar afgestemd zijn van diverse vormen van vervoer
“intermodaliteit van het vervoer” is een leenvertaling van Fr. “intermodalité du transport” (Ned. intermodaal vervoer), al komt Engels “intermodality” in deze context intussen ook al wel voor; het woord is veel couranter in België dan in Nederland, wat pleit voor de genoemde stelling
Het Brusselse initiatief “Villo!-netwerk” ligt volledig in lijn met de opdracht van het Gewest om fietsen in de stad aan te moedigen en de intermodaliteit van de vervoerswijzen uit te bouwen.
Een fietspunt is een voorziening in Belgische stations ter bevordering van fietsverkeer en intermodaliteit. (wiki)
(dialectisch) meervoud van ‘bloën’ z. blaan
Goj ’t nèt mêr iëver de weimerestrauk, aanes zin de bliëns wir voert temèt (gooi het net maar over de bessenstruik, aanders zijn de merels er weer mee weg)
rode bes, aalbes
elders in Haspengouw wiemel en roj kroesel
De weimeren zijn nog zuur.
Gelei van weimeren.
De bliëns zin al mèt de dikste weimere gon loope. (de merels zijn al met de dikste aalbessen aan de haal)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.