Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
(verouderd) eetbord, “telloor”
Pak mich èns gauw e telderke aut de kas, aste wils!
stekelbes
Een kroenselenvlaai werd met suiker bestrooid om de zure smaak weg te krijgen.
zeker snoepgoed, suikerbol, meest zoet
’n zoêr kababbel = zuurbol (zoals die heerlijke napoleonnekes)
Ook: babbelwijf
Ik heb altijd wat kababbelen in een kommeke klaarliggen op de keukenkast, dan heb ik wat te sneuken.
Oei, daar hebt ge de vrouw van hierneven weer, die kababbel! Ik ben ermee weg!
knikker, (ook, enigszins eufemistisch) teelbal, kloot
Daar ging hij neer op zijn klitsen!
(eertijds) Willy Vannitsen kon niet fitsen, hij viel op zijn klitsen … (maar over de man zelf: niks dan goed!)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.