Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
weg, verdwenen
~ zijn: (ook) zich snel uit de voeten maken
(mogelijk uit Bargoens “rip = dood” in combinatie met “de bie = de weg”)
als je begint over betalen, is hij ribbedebie
vervelend persoon, zagevent
Ojoj, daar komt die stritser weer, ik moet ineens dringend weg!
plassen, met kleine korte straaltjes, zoals een (mannelijke) hond gewoonlijk doet; (fig.) zeveren, zagen
(ook in het Hageland gebruikelijk, zegt Jiet: zie strits)
Hij heeft problemen met pissen, hij strits wij nen hond.
Och, hou toch op met uw gestrits den helen tijd!
riem om de broek op te houden
AN broekriem
VD
broek·riem (de m.)
1 riem die dient om een broek op te houden
Mijn bretellen zijn kapot, ik zal maar weer mijn broeksriem gebruiken.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.