Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
sabbelen, zabberen
Sotsen op een foets (= fopspeen).
De kleine zit al een kwartier op den hoek van het tafellaken te sotsen.
(voor geldtransport gebruikte) ‘getruukte’ geldkoffer, plofkoffer
Fr. coffre intelligent
Geld verdienen met een zogenaamde intelligente koffer is niet noodzakelijk bevorderlijk voor de veiligheid van de begeleiders. (De Morgen)
ze niet alle vijf hebben, een slag van de molen hebben, van lotje getikt zijn
Een zielig vrouwtje, dat blijkbaar een ‘kwint kwijt’ was, bleef maar Engels tegen ons praten.
Een politicus die van bij communisten naar ordoliberalen overstapt, is een kwint kwijt.
Dr. Kwintkwijt, de directeur van de psychiatrische kliniek, is een woordspeling op de uitdrukking “een kwint kwijt zijn” (gek zijn).
(van vee gezegd) tweeslachtig dier, ongeschikt voor de voortplanting
vgl. kween
Fr. quinte = gril (van de natuur) (?)
Ich gon m’n koe verkopen. Ze het mich wier een kwint gekalf.
traag en weinig kordaat persoon, treuzelaar, keutelaar
Wo ne ziëmelekneeper! Ich kraajg êrmzin tevan! (Wat een beuzelaar, het werkt op mijn zenuwen)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.