Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent

    Woorden die beginnen met 'ha'

    1. haa (87)
    2. hab (3)
    3. hac (3)
    4. had (2)
    5. hae (1)
    6. haf (1)
    7. hag (4)
    8. hah (1)
    9. hak (16)
    10. hal (49)
    11. ham (9)
    12. han (91)
    13. hao (1)
    14. hap (3)
    15. har (35)
    16. has (3)
    17. hat (1)
    18. hau (2)
    19. hav (5)
    20. haz (2)

    De volgende 311 termen in onze databank beginnen met 'ha':

    haafkaaf
    haafkoopdag
    haag
    haag, achter de ~ lopen
    haag, een ~ vormen
    haag, zijn gat door de ~ steken
    haagdokter
    haagloper
    haagschaar
    haagschool
    haagschool doen
    haagschool houden
    haagweduwe
    haagweef
    haak, droog aan de ~
    haak, nat aan de ~
    haak, niet in de ~ zijn
    haak, niet in de ~ zitten
    haak, uit de ~ hangen
    haak, uit de ~ zijn
    haakfout
    haakjes, tussen ~ gezegd
    haakpuit
    haalbare, in de mate van het ~
    haantje-vooruit
    haantje, een engels ~
    haar
    haar doen
    haar eigen
    haar tot op zijn gat
    haar, bij het ~ getrokken zijn
    haar, bij zijn ~ getrokken
    haar, door zijn ~ gegroeid
    haar, een ~ in de boter
    haar, er is geen ~ op mijne kop dat daaraan denkt
    haar, Frans met ~ op
    haar, gelijk ~ op een hond
    haar, het ~ groeit door mijn klakke
    haar, het fijnste is ook zijn ~
    haar, hij heeft geen ~ op zijne kop dat deugt
    haar, iemand voor geen ~ vertrouwen
    haar, in zijn ~ krabben
    haar, m'n ~ doet pijn
    haar, met ~ op
    haar, met het ~ erbij gesleurd
    haar, met zijn ~ zijn
    haar, mijn ~ komt recht
    haar, op het ~ rijden
    haar, staat er nog geen ~ op uw tong
    haar, van ~ noch pluim kennen
    haar, zijn ~ goed leggen
    haarcement
    haard- of standplaatstoelage
    haard, moeder aan de ~
    haard, vrouw aan de ~
    haardrogerwind
    haardtoelage
    haardvergoeding
    haargetuig
    haarjas
    haarke pluk
    haarkepluk
    haarkliever
    haarpijn
    haarsnijden, het is allemaal geen ~
    haarsnijer
    haarstrijkijzer
    haartooi
    haarzak
    haarzakken
    haarzakker
    haarzakkerij
    haas
    haas, liever is een ~ die snel loopt
    haas, niet van een ~ gepoept zijn
    haas, van den ~ gepoept zijn
    haas, van kromme ~ gebaren
    haast en spoed is zelden goed
    haasten, in drie ~
    haasten, in zeven ~
    haastig
    haastigaard
    haastigheid
    haatboodschap
    habben
    habbezakkerig
    habgard
    hache
    hacht
    hachtje
    had geworden
    haddoch
    haer
    hafeltje
    hagelbol
    hagemuiten
    hagen, in ~ en kanten
    hagewinde
    haha, joh
    hak
    hak, zo stijf als een ~
    hakbijl
    hakbijlcomité
    haken en ogen, met ~ aaneen hangen
    haken en sloten, met ~ aan elkaar hangen
    haken, met ~ en ogen aaneenhangen
    hakerskappers
    hakhoutbeheer
    hakkelaar
    hakkelen
    hakkelgaren
    hakkeling
    haktol
    halen
    halen, het ~ van
    halen, iemand ~
    halen, komen ~
    half en half
    half soeke
    half zeven
    half zijn gat
    half, en ~
    halfhersteld zijn
    halfherstellende
    halfmaan
    halfmaandelijks parkeren
    halfnèze
    halfoest
    halfoogst
    halfopen
    halfopen bebouwing
    halfpan, zich een ~ voelen
    halfrond
    halfsegat
    halftijdse baan of job of ...
    halfvastenfoor
    halfweg
    halfzegat
    halketie
    hallo kroket
    hallo, goeiemorgen
    hallokes
    hallookes
    hallowkes
    hallucinant
    hals, aan de ~ laten komen
    hals, aan den - komen
    halt
    halteaanvraag
    halve duim
    halve fond
    halve gare
    halve gast
    halve intern
    halve trouwboek
    halve, een ~ gedraaide
    halvelings
    halvemaan
    halver
    halverlinge
    halvewitte
    hamac
    hamburgerjob
    hamel
    hamer, klop van de ~ krijgen
    hamerslingeren
    hamfel
    hammevlees
    hampelman
    hampeterre
    hand
    hand, 't was of ze met een kou ~ aan mijn gat kwamen
    hand, aan de ~ hebben
    hand, dat is tegen mijn ~
    hand, de ~ aan zijn eigen slagen
    hand, een vogel in de ~ is beter dan 10 in de kant
    hand, iets aan de ~ hebben
    hand, neemt uw ogen in uw ~ en zie door de kotters
    hand, ter ~ trekken
    hand, uit de ~ beslagen
    hand, van de ~ Gods geslagen
    hand, veel kosten van de ~
    hand, zijn twee ~en kussen
    handborstel
    handelaarsplaat
    handeling, een ~ stellen
    handelisatie
    handelsfonds
    handelsfoor
    handelshuis
    handelshuur
    handelshuurovereenkomst
    handelsingenieur
    handelsvlak, op ~
    handelswetenschappen
    handelszaak
    handen
    handen lijk kolenschoppen
    handen, varen en ~
    handen, zonder ~
    handenwasser
    handfrein
    handgeklap, bij ~
    handgift
    handhaaf
    handhave
    handigaard
    handikapé
    handje
    handje, een ~ toesteken
    handje, een ~ weg hebben van
    handje, op eigen ~
    handjes, waar zijn die ~
    handkaart
    handlanger
    handpop, de ~ van
    handrem, met de ~ op
    handschoe
    handschoenkastje
    handsvol
    handtas, in de ~
    handteef
    handteken
    handtekenen
    handvat, het ligt aan het ~
    handvleugel
    handvleugeltje
    handwerk
    hane
    hane, de vette ~
    hanekap
    hanen, vette ~
    hanenkappen
    hanenvlag
    hanenzetten
    hanenzingen
    hanestap
    hanestap, iemand de ~ leren
    Hanezoekers, de ~
    hangar
    hangbuikvarken
    hangbuikzwijn
    hangen, aan de toog ~
    hangen, het nogal laten ~
    hangen, met de lip in het bier ~
    hangerke
    hangmat
    hangplaaster
    hank
    hankeren
    hanne
    hannekesnest
    hannekla
    hannewuiten
    hannik
    hannoe
    hanske-vooraan
    Hanskroef
    hanteklaa
    haos
    happe
    hapsjaar
    hapsnap
    hard in zijn lijf
    hard labeur
    hard tegen onzacht
    harde duivel
    hardi
    hardwerkende Vlaming
    hare(n), zijne(n)
    harels trekken
    haren, met de ~ getrokken
    haring
    haring, die ~ braadt niet
    haring, zo mager als een ~
    harley trapson
    harley traptemzelf
    harmonica
    harnas
    hart, een ~ van koekebrood
    hart, een ~ van peperkoek
    hart, er het ~ van in zijn
    hart, iets niet aan zijn ~ laten komen
    hart, iets niet over zijn ~ krijgen
    hart, mijn jong ~ en mijn stijve ledematen
    hart, tegen zijn ~ spreken
    hart, van uw ~ een steen maken
    hart, zijn ~ op tafel leggen
    hart, zijn ~ opvreten
    hartaderbreuk
    hartbrekend
    hartcrisis
    hartelijk
    hartje; het ~ van de zomer
    hartloper
    hartsgrondig
    hartvreter
    hartvreterij
    Hasselaar
    Hasseltse speculaas
    hastel
    hatstiek
    haus
    haut-parleur
    haven
    havenkapitein
    havenschepen
    haveren
    haveres
    hazaard
    hazetukske

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.