Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent

    Woorden die beginnen met 'g'

    1. ga (319)
    2. ge (925)
    3. gg (1)
    4. gi (77)
    5. gl (42)
    6. gm (1)
    7. go (183)
    8. gp (1)
    9. gr (279)
    10. gs (2)
    11. gu (35)
    12. gv (1)
    13. gy (2)

    De volgende 1773 termen in onze databank beginnen met 'g':

    ga aan uw moeder haar mem hangen
    ga kakken
    ga samenwonen
    ga(at) daarmee naar de(n) oorlog
    gaaf, zijn kansen ~ houden
    gaai
    gaai, de ~ afschieten
    gaaien
    gaaischieten
    gaaischieting
    gaan
    gaan bakken
    gaan dienen
    gaan eten
    gaan gaan
    gaan wandelen
    gaan zien
    gaan zitten
    gaan, naar de 60 ~
    gaan, voor een beroep ~
    gaande Margreet
    gaande, een ~ man
    gaanderij
    gaanpad
    gaanstok
    gaard
    gaarne
    gaar­ne zien
    gaarnot
    gaas
    gaat het gaan
    gaatjesmachien
    gabardiene
    gabarit
    gabbe
    gabe
    gadeslaan
    gadeslaan, zichzelf ~
    gadeslagen
    gaer
    gaffel
    gaffelen
    gaffelwrat
    gagroot
    Gaia
    gaillard
    gaine
    Gainsbourg van de politiek
    gak(ske)
    gal
    galcrisis
    galerie
    galerie, voor de ~
    galerij
    galerijhouder
    galet
    galet, galetten
    galette
    galferen
    galg
    galg, aan de ~ praten
    galjaar
    galleneute
    gallicisme
    galoche
    galos
    galosch
    galosje
    gam
    gamellenboefer
    gamin
    gaminneke
    gamma
    gammen
    gang
    gang, de ~witten
    gang, een ~ gaan
    gang, in ~
    gang, in ~ brengen
    gang, in ~ schieten
    gang, in ~ steken
    gang, in ~ trappen
    gang, in ~ trekken
    gang, in ~ zijn met
    gang, op ~ gaan
    gang, op ~ trekken
    gang, op ~zijn
    gangen, zijn ~ gaan
    gangmaken
    gangsters, grijze ~
    gangzamig
    gank
    gans
    gans en gaar
    gans get
    gans, nog neet ~
    gansen
    ganser dagen
    ganzen, boer let op uw ~
    ganzenwijn
    gapen
    gaperke
    gapers
    garagebrol
    garagepoort
    garageverkoop
    garagist
    garant
    garant, aan zijn ~ komen
    garanti
    garçon
    garçonnen
    garde
    garde-boue
    garde, de ~ van
    gardeboe
    gardevil
    gareel
    garen geven
    garen, loopt zo niet achter mijn ~
    garendraad
    gareren
    garewij
    gargamel
    garing
    garnaal, grijze ~
    garnaal, kleine ~
    garnaalkroket
    garnaalkruien
    garnaalkruier
    garnierder
    garnieren
    garniersel
    garnizoenen, de verre
    garre
    garre, op een ~
    garreke
    gas
    gas planché
    GAS-boete
    GAS-vaststeller
    gas, van de ~ gepakt
    gas, volle ~
    gasbek
    gascommunale
    gascompteur
    gasconteur
    gasdarm
    gasintercommunale
    gaslagen
    gasreuk
    gassreerd
    gassreerde buzzesnijer
    gasstoof
    gast
    gast, kleine ~
    gast, halve ~
    gast, volle ~
    gasteller
    gasten
    gasten, de ~
    gasten, klein ~
    gasten, ons ~
    gasthuis
    gastprogramma
    gastrosnobie
    gasvuur
    gat
    gat, zijn ~ uitslaan
    gat, ’t ~ in zijn
    gat, achter uw ~
    gat, als gij iets in uwe kop hebt, dan hebt ge het ook niet in uw ~
    gat, blijf achter mijn ~ uit
    gat, dat weet mijn ~ ook wel
    gat, de benen vanonder zijn ~ lopen
    gat, de stront uit zijn ~ vragen
    gat, denken dat de nulmeridiaan door zijn ~ loopt
    gat, denken dat de wereld aan zijn ~ hangt
    gat, een ~ als een kandelaar
    gat, een ~ in de nacht
    gat, een ~ in uw cultuur
    gat, een ~ is een gat zei de boer en kroop op zijn varken
    gat, een stamp onder zijn ~
    gat, er een ~ in zien
    gat, er een ~ uit gaan
    gat, er een ~ vandoor gaan
    gat, er zijn ~ aan vegen
    gat, flauw ~
    gat, ge kunt er met uw bloot ~ op zitten
    gat, ge kunt mijn ~ kussen
    gat, geen stamp onder zijn ~ waard zijn
    gat, geen zittend ~ hebben
    gat, haar tot op zijn ~
    gat, half zijn ~
    gat, het ~ af
    gat, het ~ dichtrijden
    gat, het ~ klaar hebben
    gat, het ~ maken
    gat, het ~ uit zijn
    gat, het geluk aan uw ~ hebben hangen
    gat, het geluk hangt niet aan uw ~
    gat, het zal uw ~ varen
    gat, hetzelfde ~ uitgaan
    gat, hoger schijten dan zijn ~ staat
    gat, iets achter ’t ~ doen
    gat, ijle aan uw ~ hebben
    gat, ik kan hem met mijn ~ niet zien
    gat, ik viel wijd op mijn ~
    gat, ik zal uw ~ eens warmzetten
    gat, in ’t ~ steken
    gat, in iemand zijn ~ keuteren
    gat, in iemands ~ boren
    gat, in iemands ~ hangen
    gat, in iemands ~ zitten
    gat, in zijn ~ gebeten zijn
    gat, in zijn/haar ~ gebeten zijn
    gat, je hebt een ~ in je muts
    gat, klapt tegen mijn ~ want mijn kop doet zeer
    gat, kop en ~
    gat, kop over ~
    gat, kust mijn ~
    gat, met zijn ~ in de boter vallen
    gat, mijn ~
    gat, ogen op uw ~ hebben
    gat, steekt … in uw ~
    gat, te slecht om tegen den hond zijn ~ te smijten
    gat, tegen uw ~
    gat, uit een paard zijn ~ kruipen
    gat, uit zijn ~ krabben
    gat, uw ~ ergens binnendraaien
    gat, uw ~ niet kunnen keren
    gat, van kust mijn ~
    gat, van ze ~ geven
    gat, van zijn ~ geven
    gat, van zijn ~ maken
    gat, van zijn ~ schudden
    gat, wie zijn ~ verbrandt
    gat, wijd van uw ~
    gat, zijn ~ schuffelt
    gat, zijn ~ door de haag steken
    gat, zijn ~ draaien
    gat, zijn ~ onder zijn arm pakken
    gat, zijn ~ toenijpen
    gat, zijn bloot ~ laten zien
    gat, zijn bloot ~ tonen
    gat, zijn stomme muizen die maar een ~ hebben
    gat, zo zwart zien als molleke aan zijn ~
    gatachterlijk
    gatbol
    gaten, naar de ~ zijn
    gathanger
    gatjes
    gatkaramel
    gatkogel
    gatkruiper
    gatlakei
    gatlekker
    gatlelijk
    gatlikker
    gatlomp
    gatman
    gatneuker
    gatplakker
    gatrijder
    gats
    gatskaak
    gatstoemperke
    gatteklasjer
    gatvager
    gatveger
    gauw, op nen hik en ne ~
    gauwdiefstal
    gauwte, met de ~
    gazekont
    gazet
    gazet van antwerpen
    gazet, de ~ten staan er vol van
    gazet, ge kunt er uw ~ door lezen
    gazet, in de ~ komen of staan
    gazet, zet het in de ~
    gazette
    gazettencoureur
    gazettenman
    gazettenpapier
    gazettenpolitiek
    gazettenpraat
    gazettenronde
    gazettentoer
    gazettenwinkel
    gazon
    gazondolk
    gazonmaaisel
    gazonneke afrijden
    ge
    ge hebt rappe en ge hebt hele rappe en dan komt gij
    ge keunt 't nie al willen in't leven, veel beuter en een dikke maarte
    ge kunt hem deur ’t gotegat trekkn
    ge kunt of moogt op uw kop gaan staan
    ge kunt van een ezel geen koerspaard maken
    ge liegt dat ge stinkt
    ge moet geen leute zoeken
    ge moet niet zat zijn voor te zeveren
    ge zie van hier
    ge zijt gij zeker van hier niet
    ge zijt van ... als ...
    ge zijt van ~ als ~
    ge zoudt hem vijf centen geven
    ge, u
    geaccidenteerd
    geaccidenteerd parcours
    geachte
    geaffronteerd zijn
    geaggregeerde
    geapprecieerd
    geasreerd
    geassorteerd
    gebakken bokes
    gebakken scheten
    gebakken, ’t is ~
    gebald
    gebanaliseerd voertuig
    gebaren
    gebaren, van de stomme ~
    gebaren, van koo ~
    gebaren, van krommenaas ~
    gebaren, van niets ~
    gebaring
    gebarreerde cheque
    gebeld, het heeft ~
    gebeld, het is ~
    gebelde
    gebenedijd
    gebetonneerde
    gebeur
    gebeurd, het is ~
    gebeurlijk
    gebeurlijke ongevallen
    gebiedende wijs
    gebiedende wijs op -t
    geblaat, veel ~ en weinig wol
    geblazen, wat nu ~
    gebleit
    geblokstaart
    geblokt
    geblokte
    geblonden
    gebodder
    geboortebos
    geboortekostuum
    geboortelijst
    geboortepremie
    geboorteverlof
    geboortevlek
    gebraad
    gebrakt en gespogen
    gebreje
    gebrekelijk
    gebrekkelijk
    gebrevetteerd
    gebricoleer
    gebroebel
    gebroers
    gebroken armen en benen
    gebronzeerd
    gebruëk
    gebruik, dubbel ~
    gebuisd
    gebuisde politicus
    geburen
    geburen, dat de stukken in de ~ vliegen
    geburen, in de ~
    geburen, uit mijn ~
    gebuur
    gebuurte
    gebuurtekring
    gebuurvrouw
    gecarreaut
    gechareld
    gecharmeerd door
    gecomplexeerd
    geconventioneerd
    gecoöpteerde
    gecreveerd
    gecrispeerd
    gedaagd
    gedaan
    gedaan hebben
    gedaan zijn
    gedaan, van iets ~ zijn
    gedacht
    gedacht, een (goed) ~ van zijn eigen
    gedacht, een goed ~ is veel waard
    gedacht, er (g)een ~ van hebben
    gedacht, er een goed ~ van hebben
    gedacht, het ~ alleen al
    gedacht, iets van ~ zijn
    gedacht, in het ~ van
    gedacht, in het ~ verkeren
    gedacht, in het ~ zijn
    gedacht, mijn ~
    gedacht, naar iemands ~
    gedacht, van ~ veranderen
    gedacht, van het ~ zijn
    gedacht, zich ergens een ~ van maken
    gedacht, zijn ~ doen
    gedachtepiste
    gedaven
    gedderen
    gedecomplexeerd
    gedegouteerd
    gedegouteerd raken
    gedegouteerd van iets zijn
    gedekt zijn door de regering
    gederangeerd
    gedeuns
    gedevoueerd
    gediend, goed ~
    gediener
    geding, tergend en roekeloos ~
    gedjingeldjangel
    gedoe
    gedoefte
    gedoeme
    gedoemel
    gedoen
    gedome
    gedon
    gedonder
    gedong
    gedraaid
    gedraaide, een halve ~
    gedrieën
    gedronken, gegeten en ~ hebben
    gedrum
    gedruppel
    gedrupte espe
    geduchtegang
    gedukkelijk
    geduren
    gedurig aan
    gedwongen zijn
    geë leëger emmen
    geeën
    geefkast
    geefkeuken
    geefplein
    Geel
    geel, zo ~ als een pannenkoek
    geelogen
    geelverf
    geelzwart
    geen
    geen ... of niets
    geen bezwaar hebben dat
    geen cadeau zijn
    geen chique waard
    geen commentaar
    geen erg
    geen gremmeltje
    geen kat
    geen keure
    geen klein bier zijn
    geen kloten waard
    geen knijt
    geen niet meer
    geen nodige hebben
    geen rotte frank
    geen sik waard
    geen sjense hebben
    geen sjiek toebak waard zijn
    geen sou waard
    geen steke
    geen steke zien
    geen tijd hebben
    geen twee zonder drie
    geen uitstaans mee hebben
    geen vodje papier zijn
    geen waar
    geenéén
    geënsel
    geep, zo smal als ne ~
    geern
    geernaart
    geerne
    geestesarbeider
    geestesgestoord
    geesteshygiëne
    geestig
    geestigaard
    geëstomakeerd
    geet
    geëten
    geëvolueerde
    gefalleweerd
    gefezel
    geficheerd staan
    geflest zijn
    geflets
    gefoefel
    gefoemel
    gefolueerd
    gefoureerd
    gefrikkel
    gefumeerd
    gegaement
    gegeerd
    gegesticuleer
    gegeten en gedronken hebben
    gegeten, ~ en gedronken hebben
    gegeveld, goed ~ zijn
    gegevenheid, met graagte en ~
    gegibber
    gegoven
    gegoven is gegoven
    gegradueerd
    gegradueerde
    gegriepeerd
    gegrom en gegeeuw
    gehad hebben
    gehad, het ~ hebben
    gehandicaptenwerking
    geheel
    geheimstoker
    geheimstokerij
    geheimzinnigaard
    gehoffen
    gehomologeerd
    gehoopt en geknoopt
    gehucht
    gehukt gaan onder iets
    geilogen
    geïntegreerde politie
    geïnteresseerd zijn
    geïnterneerde
    geïntoxiceerd
    geir
    geire
    geire, er ~ bij zijn
    geirnaut
    geirnaut, zoveel goestingen as ne ~ poten
    geirnoar
    geit
    geit, hop met de ~
    geit, klein ~en regenen
    geiten, klein ~ regenen
    geitenkliske
    geitenpoot
    geitepoot
    geitje
    Gejank van Limburg
    gejogen zijn
    gejost hebben
    gejost zijn
    gekapt
    gekapt stro
    gekapte dienst
    gekeerde soep
    gekend
    gekend ten kadaster
    gekend zijn of staan voor iets
    geklasseerd
    geklept, het is ~
    geklonken
    geklonken zijn
    gekloot gelijk geen ander
    gekloven lip
    gekneld
    geknespel
    geknipte
    geknipte, de ~ man
    gekoksel
    gekonkelfoes
    gekooksel
    gekookte hesp
    gekort zijn
    gekort, wat is dat nu ~
    gekres
    gekribbel
    gekruist, met de armen ~
    gekuisen
    gekuld
    gekunnen
    gekunnen, het ~ hebben
    gekweddel
    gekwetst
    gekwetste
    geladen
    geladen zijn gelijk ne muilezel
    gelak
    gelakas
    gelassesnéér
    geld afhalen
    geld als slijk verdienen
    geld opdoen
    geld trekken
    geld versassen
    geld, ’t ~ jeukt in haar, zijn zak
    geld, de meujer van 't ~
    geld, geen twee missen voor hetzelfde ~
    geld, koken kost ~
    geld, liggend ~
    geld, we geven ons ~ niet aan de koning
    geld, wie ~ heeft mag kloppen, wie geen heeft moet zijn tote stoppen
    geldbeugel
    geldbeugel, diep in de ~ tasten
    geldgewin
    geldjode
    geldomhaling
    geldschuif
    gele boekje
    gele briefkaart
    gele brooddoos
    gele hesjes
    geleden van
    geleeg
    geleerd zijn
    gelegen, er ~ hebben
    gelegenheidsquizzer
    gelei
    geleid bezoek
    geleig
    geleigganger
    geleiwerk
    geleiwijk
    gelènd
    gelet dat
    gelettig
    gelettige
    gelieve
    gelijk
    gelijk als
    gelijk als dat
    gelijk als dat ge wilt
    gelijk als dat ze zeggen
    gelijk als zot
    gelijk alsof
    gelijk dat
    gelijk haar op een hond
    gelijk het komt
    gelijk of
    gelijk of dat
    gelijk of dat ge wilt
    gelijk of lijk
    gelijk wat
    gelijk welke
    gelijk wie
    gelijk zot
    gelijk, in ’t ~
    gelijk, zijn groot ~ halen
    gelijkaardig
    gelijkekansenbeleid
    gelijkekansencentrum
    gelijkertijd
    gelijkgronds
    gelijkig
    gelijks
    gelijkvloer
    gelijkvloers
    gelijkvormig
    gelijkvormig afschrift
    gelijkvormigheidsattest
    gelle
    gelle, welle, zelle
    gellen
    gelmen
    gelood
    geluchte
    geluidsmuur
    geluk is voor aardige mensen
    geluk, het ~ aan uw gat hebben hangen
    geluk, het ~ hangt niet aan uw gat
    gelukkige verjaardag
    gelukkigen, ne ~
    gelukkiglijk
    geluksprofessor
    gelukt zijn
    gelukzak
    gelule
    geluntig
    gelwe
    gemaan
    gemaat zijn met iemand
    gemacht
    gemachtigd opzichter
    gemak
    gemak van betaling
    gemak, met sprekend ~
    gemak, op zijn duizendste ~
    gemakkelijk
    gemakkelijkheidshalve
    gemakkelijkheidsoplossing
    gemakken, op zijn honderdduizendste ~
    gemandateerde
    gemaole
    gemeen erve
    gemeenschap
    gemeenschappelijk vakbondsfront
    gemeenschapsbevoegdheid
    gemeenschapsdienst
    gemeenschapsgerichte politiezorg
    gemeenschapshuis
    gemeenschapsinstelling
    gemeenschapsmaterie
    gemeenschapsonderwijs
    gemeenschapsraad
    gemeenschapsregering
    gemeenschapsschool
    gemeenschapssenator
    gemeenschapswacht
    gemeentebestuur
    Gemeentelijke Administratieve Sanctie
    gemeentelijke fase
    gemeentelijke holding
    gemeentenaar
    gemeentenamen Antwerpen
    gemeentenamen Limburg
    gemeentenamen Oost-Vlaanderen
    gemeentenamen Vlaams-Brabant
    gemeentenamen West-Vlaanderen
    gemeenteschool
    gemeentetaks
    gemeenteverkiezing
    gemeenteweg
    gemem
    gemengde intercommunale
    gemengde korf
    gemeubeld
    gemeubelde
    gemic
    gemist zijn
    gemoei
    gemoeial
    gemoês
    gemotst, ~ zijn
    gen
    genaaid
    genade
    genade, in één ~
    genadejaar
    genadelijk
    genaderecht
    genadeverzoek
    genaren
    gendarm
    gendarme
    gendarmekweker
    gendarmerie
    gene
    gene dikke draaien
    gene frang waard
    gene kattepis zijn
    gene klop
    gene misse
    gene moejeng
    gene pis
    gene vette
    gene worden, dat gaat er ~
    gene, er ~ zijn
    geneesheer, militair ~
    geneesheren, orde van ~
    geneeskunde
    Geneeskunde voor het Volk
    geneesmiddel, generisch ~
    geneesmiddel, wit ~
    genegerd zijn
    genen truut
    genepen, het heeft (er) ~
    generatiepact
    generatiestudent
    generen
    genereus
    generiek
    generisch
    generisch geneesmiddel
    genetisch gemodifieerde gewassen
    geneuk, klein ~
    gengig
    genie van de Karpaten
    geniepigaard
    geniept, in het ~
    geniet, ergens ~ van hebben
    genieten, van iets ~
    genitteld zitten
    genken
    genne vette
    genodderd, er niet mee ~ zijn
    genoeft
    genoeg
    genoeg, de winst ~
    genoffel
    genotsderving
    genoux, naar de ~ zijn
    genre, totaal zijn ~ zijn
    genster
    genster, de ~s springen eraf
    Gentenaars
    Gentse Feesten
    Gentse Floraliën
    genuchten, bonen van
    geoloket
    georganiseerd meningsverschil
    George Clooney
    gepakt
    gepakt en gezakt
    gepakt zijn
    gepakt, iets ~ zijn
    gepakt, van de gas ~ zijn
    gepalaber
    gepalaver
    gepasseerd
    gepateeld
    gepelde biefstuk
    geperkt
    gepermitteerd
    geperste kop
    gepiend
    gepiereld, eraan ~ zijn
    gepijnd
    gepijnd van eigen schauwe
    gepintig
    gepintigaard
    gepintighied
    gepistoneerd
    geplaatst, goed ~ zijn
    geplaatst, goed ~ zijn om iets te weten
    geplaatst, ideaal ~ zijn
    geplekt
    gepletterd
    geplogendheid
    geplogenheid
    gepluimd
    gepluimd kieken
    gepolitoerd
    ge­pol­lueerd
    gepresseerd
    geproes
    geproficiteerd
    gepruts
    geps
    geraadsel
    geraadzaam
    geraaktheid
    geraaktheid, dat is om een ~ van te krijgen
    geraaktheid, een floeren ~
    geraas
    geradbrokt
    geraddel
    geraken
    geraken, (niet) binnen ~
    geraken, het eens ~
    geran
    gerant
    gerar
    Gerard
    Gerard, teute ~
    gerarium
    gerateerde
    gere
    gerebij
    gerechtelijk akkoord
    gerechtelijk arrondissement
    gerechtelijk kanton
    gerechtelijk kantonnement
    gerechtelijke politie
    gerechterlijk
    gerechtsdeskundige
    gerechtsdeurwaarder meester Jo Van Backlé
    gerechtsdeurwaarder, onder toezicht van (een) ~
    gerechtskind
    gerechtswezen
    gerecycleerd
    gereddel
    gereed
    gereedmaken
    gereedmaken, zijn eigen ~
    gerei, klein ~
    gereie zijn
    gerellig
    geren zien
    geresweirds
    gerezen
    gerief
    gerief, dat is een ~
    gerief, goed ~ hangt onder een afdak
    gerieken
    geriekt
    gerieven
    gerij
    geringeld
    geringeld worden
    gerla
    gerlago
    germ
    Germaanse
    germanist
    germanistiek
    gernaat
    gernat
    gernoar
    gerokken
    gerokt
    gerompeld
    gerookte hesp
    gerre
    gerriks
    gers
    gersflakke
    gerstebrouw
    gerten
    geruchte
    gerust in zijn
    gerust laten
    gerust van zijn
    gerust, ergens ~ in zijn
    gerust, geen minuut ~ zijn
    gerust, geen vijf minuten ~ zijn
    gerust, zij(t) maar ~
    gerven
    gès
    gesappeerd
    geschalied
    geschampeerd
    geschandaliseerd zijn
    gescheed
    gescheir, klein ~
    geschenk, vergiftigd ~
    gescheten
    gescheten noch gespogen
    gescheten, dat is wat ~
    geschoept
    geschollen
    geschoren zijn met
    geschrankt parkeren
    geschrent
    geschrift
    geschuifel
    gesco
    gesdoikel
    geseind staan
    geseind worden
    geseind zijn
    geselen, andere katten te ~ hebben
    geseling, een kermis is een ~ waard
    gesfakken
    gesjareld
    gesjroeb
    geskeetn en gespoogn
    geslaan
    geslacht, het ~ der engelen
    geslagen, van de hand Gods ~
    geslegen
    geslokken
    gesloten bebouwing
    gesloten centrum
    gesloten, uitzonderlijk ~
    gesmaakt
    gesmaakt worden
    gesmachien
    gesmijig
    gesmos
    gesnaard zijn
    gesneden brood
    gesneden, uit iemand ~ zijn
    gesofisticeerd
    gesofistikeerd
    gespecialiseerde firma
    gespen, rare ~ trekken
    gespiekerde
    gespierde stylo
    gespoed zijn
    gespogen
    gesproken dagblad
    gessel
    gesseldop
    gesselen
    gest hebben
    gestaan en gelegen
    gestampt
    gestampt vol
    gestampte boer
    gestampte patatten
    gestechel
    gesteggel
    gesteïg
    gestekakkse
    gesteken brood
    gesteld zijn
    gesteld, aan iets of iemand ~ zijn
    gestelde lichamen
    gesten hebben
    gesteveld en gespoord
    gestevent
    gestipte ij
    gestipte y
    gestoffeerd
    gestofisticeerd
    gestoken
    gestoken fruit
    gestoppeleerde
    gestreken mastel
    gestresseerd
    gestructureerde mededeling
    gestructureerde overschrijving
    gestudeerd, daar moet ge voor ~ hebben
    gestueel
    gestuikt
    gestuikte
    gesubsidieerd officieel onderwijs
    gesubsidieerd vrij onderwijs
    gesyndikeerd
    gesyndikeerde
    geszaad
    get
    get
    get is get
    getaffel
    getallen, in grote ~
    getappeseerd zijn
    Getelands
    getelefoneerd
    geten
    geten, ni ~ , mo gefret
    geterte
    getetter
    getie
    getieketakt
    getienerte
    getikketakt
    getikte
    getjingeltjangel
    getnen, hetnen
    getoekt zijn
    getoetst of getutst
    getopt en gedraaid
    getoucheerd
    getoucheerd
    getouter
    getouw, op het ~ zetten
    getouwtrek
    getrokken
    getrouwd, zijt daarmee ~
    getrouwheidskaart
    getrouwheidspremie
    getsjingeltsjangel
    getten
    getteren
    getuig
    getuig, het ~ dragen
    getuige van Jehova
    getuigenheuvel
    getuigenis
    getuigschrift
    getuigschrift goed gedrag en zeden
    getuigschrift verstrekte hulp
    getwater
    getwee, gedrie, gevier, gevijf, gezes, …
    getweeën
    getweeëte
    geubbelen
    Geullands
    geunter
    geur, tegen de ~
    geuren
    geurhinder
    geus
    geut
    geut, in één ~
    geute
    geuze
    geuze lambiek
    geuzzen
    gevaar
    geval, in dergelijk ~
    geval, zijn ~ blootleggen
    gevang
    gevaren
    gevechtsport
    gevechtssport
    gevelrecht
    geveltaks, veel ~ betalen
    geven
    geven, al wat de hemel ~ kan
    geven, ene ~
    geven, het eraf ~
    geven, kunnen ~
    gevest
    gevieren
    gevijven
    gevoelen, zich laten ~
    gevoelig
    gevoelig aan
    gevolg, zonder ~ klasseren
    gevore, tegen ~
    gevrogen
    gewaar zijn
    gewaarborgd inkomen
    gewaere, loate ~
    gewagen
    gewagen van
    gewarig
    gewatched
    geweest
    geweest hebben
    geweest, er over ~
    geweijde
    geweld, intrafamiliaal ~
    geweld, met ~
    geweld, met hels ~
    geweldenaar
    geweldig
    geweldigaard
    gewemel
    gewent
    gewente
    geweren, zijn eigen ~
    gewest
    gewestelijk
    gewestplan
    gewestregering
    gewestvorming
    gewestweg
    geweten zijn
    geweten, niet willen ~ hebben
    gewettigde afwezigheid
    gewezzel
    gewicht, boven zijn ~ spelen
    gewichten, met twee maten en twee ~
    gewichtheffen
    gewijde geschiedenis
    gewijde geschiedenis, de rest is ~
    gewijde mastel
    gewijs, geen ... van ~
    gewijs, geen mens ~ zijn
    gewillig
    gewin
    gewisseld en gedraaid
    gewonnen brood
    gewonnen zijn
    gewonnen zijn voor
    gewoon
    gewoon zijn
    gewoonte, niet van zijn ~ zijn
    geworden
    geworden, laten ~
    geworeg
    gewrocht
    gewrongen tussen
    gewrongen zitten met iets
    gezaag
    gezakt, gepakt en ~
    gezee
    gezegd gehad
    gezegd, dient het nog ~
    gezegd, onder ons ~ en elders gezwegen
    gezellig zijn of niet zijn
    gezelschapsdienst
    gezet, erbij ~ worden
    gezet, wijd ~ zijn
    gezever
    gezicht, afgestreken ~
    gezicht, met zo´n ~ een bollenwinkel openhouden
    gezien
    gezien zijn
    gezien, graag of niet graag ~ zijn
    gezind
    gezinsbijslag
    gezinsbond
    gezinsverpleging
    gezinte
    gezjaard zitten met
    gezoden
    gezoden en gebraden
    gezondheid te koop hebben
    gezondheidsfactuur
    gezondheidsindex
    gezondheidswandeling, geen ~
    gezongen, wat nu ~
    gezouwen en gebrouwen
    gezusters
    gezwad
    gezwans
    gezzelen
    GGPZ
    gibbe
    gibber
    gibberen
    gibbergeit
    gibberzjat
    gidon
    gids
    giedong
    giele, zijne ~ zien
    gielegar
    gielis
    giepsen
    giër
    gierhonger
    gierigaard, we gaan langs de ~
    gierige pin
    gierigheid (de ~ bedriegt de wijsheid)
    gierogen
    gieten
    gietende regen
    gieter, afgaan als een ~
    gieter, zo fier als een ~
    gieterkesfuif
    gieze
    giezen
    gif
    giftig
    gij
    gij nie wé rostn
    gij schijt nog niet plat
    gij se frietketel
    gij vraagt, wij draaien
    gij wel!
    gij zijt (ook) (g)een ...
    gij zijt ne frisse
    gij zijt ne goeie, gij
    gijle
    gijlie
    gildenzaal
    gildig
    gilet
    gilet, een leger stuk in zijn ~ hebben
    gilet, iemand tegen zijn ~ trekken
    gilette
    giletzakje, iemand van het ~
    gilf
    Gilles
    gillette
    gilwe
    gin, gien, gen
    ginappel
    ginder
    ginderachter
    ginderachter, van ~
    ginderachter, van hier en ~
    Ginderachtergem
    ginien, gienien, genien
    ginne lach
    ginne niet, da's van ~
    ginne, giene, genne
    ginneniene, gieneniene, genneniene
    ginnins, (gènnèns)
    ginst
    ginter
    gipke
    gippenbeultje
    gipsplaaster
    girollen
    girten
    giscorrectie
    gisteren~
    gisterenavond
    gisterenmiddag
    gisterennamiddag
    gisterenvoormiddag
    glacé
    gladderig
    gladdig
    gladdigheid
    gladijzer
    gladplak
    glamoureus
    glansoverwinning
    glansprestatie
    glariën
    glas, een ~ uithebben
    glasbol
    glasbreuk
    glasraam
    glattig
    glattig gelijk een paling in een emmer snot
    glazen boterham
    Glazen Straatje
    glazenmaker
    glazer
    glazuurspeculaas
    gleier
    gleierwerk
    gleierwinkel
    gleizen
    glets
    gletsen
    glietsjbaan
    glietsjerig
    glijaf
    glipper
    gloazen, een ~ assuranske
    globaal
    globaal medisch dossier
    globaliseren
    globe
    gloeiendig
    gloeier
    glorie, zot van ~
    gloriol
    glummetig
    gmd
    goan
    goanewèè
    goar
    goase geven
    gocart
    God de vader niet zijn
    God den here
    God en klein Pierke
    God och Herekes!
    god weet wat nog allemaal
    god zegene en god beware je
    god zegene u met
    God, de bijbel
    God, er ~ geen erg in hebben
    god(s)cent
    godetrok
    godgansige
    godkind
    godmedderieje
    Godot, het was als wachten op ~
    Gods water over Gods akker laten lopen
    Gods water over Gods dijk laten lopen
    Gods, van de hand ~ geslagen
    godsblok
    godsgenoje
    godshalver
    godshuis
    godsjeugdig
    godsnaam, in ~
    godsvrucht, naar ~ en vermogen
    godtedekke
    godverdekke
    godverdikke
    godverdoemen
    godverdoemese
    Godverdoemme
    godverdommemiljaardenondedju
    godvergaemes
    godvergaemich
    godzjumenas
    godzjumes !
    goe
    goe besteld zijn
    goe bezig
    goe klappen
    goe-en-kwawere maren
    goë, iet ~ slaogen
    goe, van het ~ jaar
    goebe, zijn ~ gaan
    goeboter
    goed bewaard
    goed bewaard zijn
    goed bij de zaak zijn
    goed bij de zijne(n) zijn
    goed binnengaan
    goed gediend
    goed gedrag en zeden, bewijs van ~
    goed geladen
    goed geplaatst zijn
    goed gerief
    goed gij
    goed om weten
    goed volk
    goed voor Bokrijk
    goed voorzien van oren en poten
    goed zot
    goed, de sfeer is ~
    goed, het ~ stellen
    goed, nog ~ zijn
    goed, veel te ~ is half zot
    goed, voor ~ of voor kwaad?
    goed, voor ~ te zijn
    goed, voor je eigen ~
    goed, zo ~ als dat ik het heb gehad
    goed(e), slecht(e)
    goede, van het ~ teveel
    goedehuisvaderaandeel
    goedgezind
    goedgezindheid
    goedje
    goeds
    goei
    goei woorden geven
    goei ziel
    goei, allemaal ~
    goei, bij de ~ zijn
    goeiboter
    goeie
    goeie punten halen
    goeie sloeber
    goeie, gij zijt ne ~ gij!
    goeie, het is ne ~ die het zegt
    goeie, in uwe ~ zijn
    goeiemorgen, ook ne ~
    goeien bal
    goeike
    goeivrouw
    goele
    goemmer
    goemmer, in uwe ~ slagen
    goenk of gink
    goensdag
    goensdig
    goert
    goerte, uit m’n ~
    goes
    goeste
    goestendoender
    goesting
    goesting is koop
    goesting of geen goesting
    goesting, broek vol ~
    goesting, de ~ is over
    goesting, ge moet er maar ~ voor hebben
    goesting, met of tegen zijn ~
    goesting, naar de ~ zijn
    goesting, pijn aan zijn ~ hebben
    goesting, zijn ~ doen
    goesting, zijn ~ krijgen
    goestingdoener
    goestingske, goestinkje
    goeten
    goetsemoets
    goezak
    goezie
    gogget
    goiter
    gojslon
    gokchinees
    gokmidden
    gokmillieu
    golf
    golfbreker
    golfstok
    golge
    golle
    GOM
    gomgat
    Gomme begunn of oe skjeet da?
    gommeke
    gommela
    gommen
    gomscheur
    gone away
    googlement
    gooi wönsje
    gooien, alles dicht ~
    gooien, wat ~ ze nu weer binnen
    goonsdig
    goorslagen
    gordel
    Gordel, de ~
    Gordel, de groene ~
    gordelen
    Gordelfestival
    gorre
    gosselen
    gosset
    got het oech
    gotegat
    goud, het witte ~
    gouden elf
    Gouden Greg
    goudenwerk
    goudhaantje
    goudklompje, het ~ van
    goudstaafje
    gouvernement
    gouverneur
    GP
    graad
    graad, een zekere ~ van
    graadsklas
    graaf
    graag gezien zijn
    graag zien
    graag zien komen
    graag zijn pintje drinken
    graag, er niet ~ bij zijn
    graagte, met ~ en gegevenheid
    graai-ethiek
    graaien
    graaifie
    graaigabber
    graaipensioen
    graanmosterd
    Grabbelpas
    gracht
    gracht, niet in zeven ~en tegelijk lopen
    gracht, oude koeien uit de ~ halen
    grad
    graden
    graduaat
    graf van de onbekende soldaat
    grafconcessie
    grage
    gralijk
    gram, geen ~
    grammatica X met Y in
    grammatica: gebiedende wijs
    grammatica: gereduceerd lidwoord
    grammatica: infinitief zonder te
    grammatica: tussenvoegsel in een naam
    grammatica: zeker achteraan in de zin
    grampeer
    granaatcamera
    Grand Bazar
    grand chichi
    grap, kostelijke ~
    grappigaard
    graptjen
    gras afdoen
    gras afrijden
    gras, het ~ is altijd groener aan de andere kant
    grasbuikje
    grasduiker
    graskant
    graskant, de ~ afrijden
    graskeit
    grasmachien
    grat
    graten, ergens geen ~ in vinden
    graten, ergens geen ~ in zien
    gratie, in de ~ vallen
    gratisbeleid
    gratispolitiek
    gratisverhaal
    gratuit geweld
    graut
    grauw, het ziet er ~ van het volk
    grazeleir
    greep
    grein
    greit
    greiten
    greiter
    grellig
    grellig
    gremelen
    gremmeltje, geen ~
    grendelgrondwet
    greppe
    grèten
    grèttote
    greumel
    greun aat
    greusdikke
    greut genoeg
    greutst
    greutter
    gridsel
    Grieks brood
    Grieks Latijnse
    grielde
    griepaal
    griepcommissaris
    griepig
    griesbroead
    griessuiker
    Griet, de Dulle ~
    griete, ze tegen zijn ~ slaan
    grieventrommel
    grijpdiefstal
    grijper
    grijs brood
    grijsde
    grijze gangsters
    grijzen
    griks
    gril
    grille
    grilpoort
    grimelen
    grimmen
    grinsen
    grinspot
    grinta
    grippezeeker
    grispot
    grissen
    gritsel
    gritselen
    grobbeke
    groebbelen
    groebelen
    groeibon
    groeiende weer
    groeipad, het ~ milderen
    groeipakket
    groeischeut
    groeite
    groeizegen
    groemele
    groemelingen
    groemmelen
    groen
    groen achter de oren
    groen kieken
    groen lachen
    groen nummer
    groen zien van jaloezie
    groen zone
    groen, ~ haar hebben
    groen, in het ~
    groenafvalophaling
    groenarbeider
    groendak
    groendienst
    Groene Fietsers
    groene Michel
    groene nummerplaat
    groene sleutel, de ~
    groene warmte
    groene zone
    groene, last van een ~ hebben
    groene, ne ~
    groenestroombijdrage
    groenestroomcertificaat
    groenestroomquota
    groenigheid
    groenjob
    groenophaling
    groensel
    groenselier
    groenselmerchang
    groenteboer
    groentekes
    groenten en fruit
    groentenhof
    groentepap
    groentje
    groentjes
    groentjes en anciens
    groenwerker
    groenzone
    Groep Diane
    groep van tien
    groep, in ~
    groepsaankoop
    groes
    groeten overmaken
    groeve, de ~ bidden
    groeze
    grof brood
    groffe
    grojje
    grollen
    grond, de ~ in boren
    grond, een ~ kopen of verkopen
    grond, in de ~ zakken van schaamte
    grond, op Belgische ~
    grond, van de ~ gaan
    gronde, ten ~
    gronden
    grondenbank
    grondgebonden
    grondgebonden materie
    grondslag, aan de ~ liggen van
    grondsmaak
    grondstaal
    grondstofverklaring
    grondstroom
    Grondwettelijk Hof
    grondwitloof
    grons
    gronsig
    groof doen
    groot
    groot beschrijf
    groot blad, een ~ hebben
    groot bouwverlof
    groot laweit
    groot lot, het ~ winnen
    groot magazijn
    groot nazicht
    groot onderhoud
    groot spel
    groot verlof
    groot vuil
    groot woord
    groot, moet ge daar nu zo ~ voor geworden zijn
    grootbank
    grootnonkel
    grootouderdag
    grootpubliekskrant
    groots
    grootstad
    groottante
    grootteorde
    grootva
    grootwarenhuis
    grootwarenhuisketen
    grop
    groseel
    groseille
    groskes
    grosse caisse
    grossist
    grote
    grote baan
    grote backlijn
    grote jan uithangen
    grote klooi
    grote kommische
    grote kuis
    grote kuis houden
    grote legume
    grote lut
    grote markt
    grote mensen
    grote merci
    grote motor
    grote pint
    grote routepad
    grote va
    grote zwier maken
    grotemoe
    groteva
    groupetto
    grozel
    grozen
    gruetsj
    gruien
    grumel
    grummeling
    grumpie
    grus
    grusdikke
    gruun, een ~ zijn
    gruuntje
    gruwel
    gruwen
    gruzelmenten
    grwatbrìnge
    gsm
    gsm’en
    guddereejer
    guerre des flics
    guerre, à la ~ comme à la ~
    gueuze
    guichet
    guidon
    Guimardstraat, de ~
    guimauve
    guinguette
    guizen
    Guld, de ~
    Guldensporenslag
    gulder
    gulpenruiker
    gummiboot
    gunstbehandeling
    gunstdag
    gunstkoop
    gunstmaatregel
    gunstnormen
    gunstprijs
    gunstregime
    gunsttarief
    gunstvoorstel
    gunstvoorwaarde
    gunter
    gurde, uit mijn ~
    gurte
    gust
    gust, 1e ~
    guster
    gusting
    guts
    gutsename
    GV, de ~
    gyproc
    gyprocplaat

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.