Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent

    Woorden die beginnen met 'e'

    1. ea (1)
    2. ec (30)
    3. ed (6)
    4. ee (165)
    5. ef (28)
    6. eg (6)
    7. eh (1)
    8. ei (102)
    9. ek (6)
    10. el (49)
    11. em (19)
    12. en (99)
    13. ep (5)
    14. er (143)
    15. es (18)
    16. et (33)
    17. eu (24)
    18. ev (18)
    19. ew (7)
    20. ex (44)
    21. ey (1)
    22. ez (10)

    De volgende 793 termen in onze databank beginnen met 'e':

    e
    e (weekdag)
    e-attest
    e-thesis
    e-valven
    e.d.m.
    eau de javel
    echappement
    echel
    echt
    Echt Antwaarps Teater
    echt bedecht
    echt plecht doodzonde
    echte
    echteling
    echtgescheiden
    echtig
    echtig de waarheid
    echtig en techtig
    echtig, in het ~
    eclair
    ecobonus
    ecocheque
    ecofiscaliteit
    école-poubelle
    ecologist
    economaat
    economische zending
    economist
    econoom
    ecorealisme
    ecosèke
    ecotaks
    ecouteur
    ecovignet
    eczema
    edelbuk
    editoriaal
    editorialist
    edm
    edredon
    educatief verlof
    eeber
    eed, een ~ doen
    eel
    eemelst
    een
    een ~ leger
    een ~tal meter, liter, kilo, enz.
    een blaffende dief
    een corbillard heeft genen trekhaak
    een danske placeren
    een djoeftje doen
    een eind aan het leven stellen
    een eind geleden
    een erg
    een fikse kater
    een floeren aap schijten
    een gloazen assuranske
    een goed karakter hebben maar het hangt wat laag
    een goede hengst moet mager zijn
    een hart van koekebrood
    een hazaard vangen
    een heel verschil
    één iets, nog ~
    een keer dat
    een kei kunt ge niet vloan
    een kemel schieten
    een kermis is een geseling waard
    een klapke doen
    een kleine moeite voor * een wereld van verschil
    een koeterke slaan
    een koude hebben
    een lap opzetten
    een lege doos dreigen te worden
    een leger stuk in zijn gilet hebben
    een lep trekken
    een lief opdoen
    een lieke maken van iets
    een lodderke aan zijn tong hebben
    een man mag alles eten, maar niet alles weten
    een met ne keer
    een na een
    Een Nederbelg spreekt
    een olifant doodkloppen
    een om in te kaderen
    een oortje 't voer
    een orken naar zijn vorken hebben
    een puud in de keel
    een rijdende doodskist
    een schoon ding
    een snee in de portemonnee
    een snor op zijn piano hebben
    een sprei krosteren
    een steke te klein of te groot
    een stuk of ettelijk
    een stukske eten
    een terraske doen
    een vat geven
    een vogel in de hand is beter dan 10 in de kant
    een waske insteken
    een waske slagen
    een wiel afdraait
    een wijwatervat aan de kook klappen
    een wrong geven
    een zuur maag
    een zware voet hebben
    een zwart kruiske op uw kop hebben
    een-twee-drie, in ~
    een, 't ~ is 't een en 't ander is 't ander
    een, twee, drie, op ~
    een, twee, drie, piano
    een, voor meerv.
    eendagskoning
    eendagstoerisme
    eendagstoerist
    eendagsuitstap
    eender
    eender welke
    eenders
    eendert
    eendlijk
    eenenhalf
    eengalig
    eengemaakte
    eengemaakte politiezone
    eenhandig
    eenheidsloket
    eenheidspolitie
    eenheidsstatuut
    eenheidstussentaal
    Eenheidswet, de ~
    eenklank, in ~ met
    eenmaal
    eenmaal dat
    eenparig
    eenpersoonsgezin
    eenpersoonskamer
    eens
    eens dat
    eens te meer
    eens voor allemaal
    eens, het ~ raken
    eensdeels, anderdeels
    eentalig
    eenvoudik als een koedendak
    eenzaat
    eenzelfste
    eenzelvigheid
    eenzelvigheidskaart
    eer
    eer halen van
    eer, in ~ en geweten
    eer, op ~ verklaren
    eer, verklaring op ~
    eerappel
    eerbaar
    eerbiedigen, een reglement ~
    eerder
    èerdlijk
    eergisterenmiddag
    eergisterennamiddag
    eergisterenvoormiddag
    eerherstel
    eerlang
    eerroof
    eerst en vooral
    eerst, de twee ~e jaren
    eerst, van ~ af
    eerstaanwezend(e)
    eerstdaags
    eerste aanleg
    eerste burger
    eerste graad
    Eerste Hulp Bij Ongevallen
    eerste klas
    eerste minister
    eerste schepen
    eerste zit
    eerste, het ~
    eerstecommuniezieltje, op zijn ~
    eerstegraadsovertreding
    eersteklas begrafenis, een ~ krijgen
    eerstelingen
    eersten, ten ~
    eerstenationaler
    eersteprijsmerk
    eerstes, tweedes, derdes enz.
    eet, op zijn ~ zijn
    eet, uwen ~ zijn
    eetappel
    eetappelsien
    eetavond
    eetdag
    eetgerief
    eetkamer
    eetmaal
    eetpeer
    eetplaats
    eetplatse
    eetstand
    eeuwig en drie dagen
    eeuwling
    effectief
    effectief krijgen
    effectief worden
    effectieve
    effectieven
    effekes
    effen
    effen maken
    effen stik
    effen zijn
    effen, op zijn ~
    effen, op zijn ~ komen
    effen, op zijn of haar ~
    effenaan
    effenaf
    effendoor
    effenlegger
    effentel
    efficaciteit
    efforke
    effort
    efjes
    efkens
    efkes
    eftepie
    egaal
    ege
    egelwegel
    egesgemak, egesgemakde
    egger
    egij
    EHBO
    ei zo na
    ei, met een ~ zitten
    ei, zo rond als een ~
    ei, zo vol als een ~
    eID
    eid, jaar, jeir...
    eier
    eieren naar de Arme Klaren doen
    eieren of jong
    eieren onder iemand leggen
    eieren pellen en de top eraf bijten
    eieren, met uw ~ geen weg weten
    eieren, nog geen ~ breken
    eierenraap
    eierkoek
    eierplant
    eiers in hunder himde
    eierschelp
    eierspijs
    eiertak
    eierwessel
    eigen aan mekander zijn
    eigen kind, schoon kind
    eigen kweek
    eigen stoef stinkt
    eigen, in zijn ~
    eigen, niks in zijn ~
    eigen, op zijn ~
    eigen, uit zijn ~
    eigen, uw ~ kwijt moeten
    eigen, van ~ kweek
    eigen, van zijn ~
    eigen, vol van zijn ~ zijn
    eigen, voor zijn ~ beginnen
    eigen, voor zijn ~ werken
    eigen, zijn ~
    eigenares
    eigenlijk feitelijk
    eigenst
    eigenste moment, op het ~
    eigenste, op dit ~ ogenblik
    eijerdolleke
    eik
    eik, in de stijven ~ staan
    eik, in den ~ zetten
    eike, de mam haet dich ’n ~ gebakke
    eikeba
    eikelaar
    eikelenboom
    eikeling
    eikemeulder
    eikes
    eil
    eilandhopper
    eind, aan het ~ zijn
    eind, alles op een ~ zetten
    eind, een ~ aan iets stellen
    eind, uw ~ uitschijten
    eindbedoeling
    einde reeks
    einde seizoen
    einde serie
    einde van weireld
    einde, op het ~ van
    eindejaar
    eindejaars
    eindejaarsfeesten
    eindejaarspremie
    eindejaarspriem
    eindereeks
    eindgeneriek
    eindig veld
    eindjaar
    eindling
    eindmeet
    eindstatie
    eindterm
    eindtermen, vakoverschrijdende ~
    eindvordering
    eindwerk
    eine
    einmoal
    einsel
    eir
    eirappel
    eirbees
    eiremettig
    eiren
    eiren of jung
    eirpel
    eirpelsjellerke
    eischel
    eischelp
    eisenbundel
    eisselen
    eit
    eitje, een ~ met iemand te pellen hebben
    eivereksum
    eivol
    EK-dorp
    ekenis
    ekeronker
    ekik
    ekke
    eksterengetimmer
    el
    el, met iet ~ afkomen
    elantriek
    elastieken benen, op ~ staan
    elder
    electromecanicien
    electromechanieker
    elektriciteit, er hangt ~ in de lucht
    elektriciteitscabine
    elektriciteitsfactuur
    elektriciteitskast
    elektriciteitspanne
    elektriciteitsteller
    elektriek
    elektrieker
    elektrisch beentje
    elektromecanicien
    elektromechanieker
    elektronische overlast
    element
    elentriek
    elentrieken
    elentriekendraad
    elfendertig
    elfjes, de ~
    elfjuliviering
    elfnovemberviering
    elibut
    elitesoldaat
    Elixir d'Anvers
    elk kent zijne zot
    elk kind kost een huis
    elkeen
    elkeskeer
    elks
    elle
    ellende verkopen
    ellentrieker
    ellestekedoenker
    elletutte
    elletuute
    elletuutje
    elven
    elvendertig
    elver
    Elysette
    elzeflop
    elzegrip
    em
    emballeren
    embaucheren
    embetant
    embetanterik
    embeteren
    embrayage
    embrayeren
    emens
    emer
    emeritaat, op ~ gaan
    emes
    emes bekèns
    emmen
    emmer
    emmer, de ~ is vol
    emmer, gelijk een paling in een ~ snot
    emmer, in zijnen ~ kruipen
    emmets
    en
    en al
    en alles
    en andere tisten
    en avant, marche
    en cours de route
    en dan
    en danseuse
    en dat...
    en de wind kwam van Vilvoorde
    en half
    en half, één ~
    en honderd is geen één
    en plus
    en stoemelings
    en twaasten
    en wat is het allemaal
    en zo
    encrypteren
    ende
    ende-aan-ende
    endeklokke
    ene
    ene frak en twee schoenen
    ene geven
    ene is gene
    ene keer
    ene keer dat
    ene met de gene, den ~
    ene opdoen
    ene, wat ne ~ is dat voor ene
    ene, wat voor ~ is dat
    eneke
    enen
    energiepact
    energieprestatiecertificaat
    energieregulator
    energiesnoeier
    energiewaakhond
    enervant
    enerverend
    enfin
    enfin, m`~
    engagement
    engagementsverklaring
    engageren, zich ~
    engel, een gelukkige ~ gediend hebben
    engelen, het geslacht der ~
    engelkeskermis
    engels frakske
    Engelsdol
    Engelsdolheid
    Engelse kapoot
    Engelse leenwoorden met korte a
    engelse sleutel
    Engelse vijgen
    engeltjes, de ~ staan aan te schuiven voor de pissijnen
    enggeestig
    enggeestigaard
    enigste
    enigte
    enjolieveur
    enjoliveur
    enkel
    enkel geld
    enkel richting
    enkel, nog niet aan zijn ~ komen of reiken
    enkele tijd later
    enkelgeld
    enkelrichtingsbord
    enkelrichtingstraat
    enkelrichtingsverkeer
    enkelrichtingverkeer
    enni
    enselen
    enskaard
    enteraar
    enteren
    enthoe
    entig
    entourage, in zijn ~
    entraineuse
    entreprise, in ~ werken
    entrupteur
    entwaar
    entwaarten
    entwadde, ’t is toch ~
    entwat
    entwie
    enveloppe
    enveloppe, onder gesloten ~
    enveloppe, onder open ~
    enveloppefinanciering
    enzie
    EPC
    EPC-attest
    epidurale
    epistel, een heel ~
    epuratie
    er afgelekt uitzien
    er bescheten bijliggen
    er de kantjes (van) aflopen
    er de kantjes (van) afrijden
    er de pak van weg hebben
    er diep in zijn
    er dik tegen zitten
    er door komen
    er een boer mee van zijn paard kunnen kloppen
    er een handje van weg hebben
    er een olifant mee kunnen doodkloppen
    er een paard mee kunnen doodslaan
    er een slag van weg hebben
    er ene gaan drinken
    er ene gaan pakken
    er gaat veel spijt in een zakske voor het vol is
    er geen doekjes rond winden
    er geen windels om draaien
    er gelegen hebben
    er gene zijn
    er goed op staan
    er hangt een ballon boven Muizen
    er het (niet) `t akkoord mee zijn
    er het raden naar hebben
    er iets tegen zeggen
    er is geen doen aan
    er lopen meer zotten los dan dat er vastzitten
    er mee door zijn
    er met kop en nek bovenuit steken
    er mogen er veel achter komen
    er mot op zijn
    er neffe kloppen
    er neffe trappen
    er niet buiten kunnen
    er niet rond kunnen
    er niet uitzien
    er niet zijn doet geen pijn
    er over zijn
    er rond kunnen
    er schoon bij staan
    er tegen zitten
    er terug staan
    er zijn dit jaar geen stoute kinderen
    er zijn latten aan 't dak
    er zunt van maken
    eraan hangen
    eraan houden
    eraan kapot gaan
    eraan uit kunnen
    eraan zijn
    eraan zijn voor de moeite
    erachter
    erachter komen, gaan
    eraf gereden, ~ zijn
    erappel
    Erasmus Belgica
    erbij gezet worden
    erbij sleuren
    erdoor komen
    erdoor vallen
    ereconsul
    ereconsulaat
    eredame
    ereloon
    ereloonsupplement
    eremis
    ereschepen
    erfenisrecht
    erfenissprong
    erg
    erg, een ~
    erg, geen ~
    erg, zo'n ~
    erg, zonder ~
    ergens aan kunnen
    ergens komaf mee maken
    ergens lelijk over doen
    ergens ruiter thuis zijn
    erij
    erin klappen
    erin vliegen
    erin zitten
    erm zin
    ermee inzitten
    ermee te doen hebben
    ermee uitzien
    ermee weg zijn
    ermee zwibberen
    ermeuig
    ermood
    ernstig, iemand ~ nemen
    erop roepen
    erop uit zijn
    erop vliegen
    erop willen
    erop zitten
    erostaks
    erover zijn
    erpel
    erpelschelder
    erreke
    erreke, er een ~ van aan hebben
    errekederrie
    errem zin van kriege
    erremoei
    erremoei troef
    errenbol
    Errerahuis, het ~
    erretits
    errevol
    errezekes
    errond
    errondom
    ersatz
    ert
    erte
    ertefretter
    ertegen plakken
    ertegen zitten
    ertelijk
    eruit smeiren
    eruit vriezen
    eruitbonjouren
    eruitjassen
    eruitsmeiren
    eruittenen
    ervan
    ervan hebben
    ervan weten
    ervandeur
    ervanonder
    ervanonderdoor
    ervaringrijk
    ervoor aan uit kunnen
    ervoor staan en erdoor moeten
    erweet
    erwete
    erwtrijs
    es
    esbattement
    escaleren
    èselen
    eskader
    espanjollemit
    essentiële verplaatsing
    estaminet
    este
    esteswus
    estheticienne
    estimeren
    estremijn
    estrieën
    etagère
    etalagist
    état d’esprit
    état-major
    etatiseren
    etatisering
    etelijk
    eten buuk sta bie
    eten en drinken
    eten gelijk een mus
    eten maken maar niet koken
    eten tegen den honger die komt
    eten, een kleinigheid ~
    eten, een stukske ~
    eten, gaan ~
    eten, iets ~
    eten, niets anders doen dan ~ en kakken
    etensklaar
    etiketkind
    eting
    etinge
    etraazer
    etsbees
    ettalamoei
    ettefretter
    etteke
    ettekeis
    ettekeskop
    ettemenneke
    ettentet
    etwat
    etwien
    etwoasen
    euh
    eummekes
    euperusse
    eurazie
    eurk
    eurke
    euro
    euro, een ~ in twee bijten
    euro, op geen ~ kijken of zien
    eurocrisis
    euromaaltijd, 1 ~
    Europa zal belgisch zijn of niet zijn
    Europalia
    Europeeër
    Eurostadion
    eutgekeujelden
    euthanasieproces
    eutkeujelen
    euvernuuj
    euzendrup
    euzendrup, zoals een kiek in den ~
    euzie
    euzzel
    EVA
    evel
    even na zijn
    evenaar, denken dat de ~ door zijn gat loopt
    evenementencel
    evenementieel
    evennaaste
    eventail
    evenwaardig
    evenwicht, begroting in ~
    evenwichtsoefening, een moeilijke ~
    evidament
    evident
    evidentie
    eviee
    evoceren
    evolué
    evve(n)
    ewa
    ewa ja
    eweg
    eweg zijn
    ewel
    ewel t is proper
    ewelheere
    ex-cathedra
    ex-cathedraonderwijs
    exaam
    examenjury
    examenkopij
    examenrechtbank
    examenrechter
    examenzittijd
    excellent
    exclusieve
    exclusieven stellen
    excuseer
    excuseert u mij
    excuusvlaming
    Executief Comité
    executieve
    exempel, ~ nemen aan
    exhaustief
    expansie, in volle ~
    expertencommissie
    expliqueren
    exploitatieweg
    exploitatiezetel
    exploot
    expo
    Expo 58
    Expo, de(n) ~
    expobrood
    expojaar
    export
    expowijk
    expres, iets t ~ doen
    expressievrijheid, politieke ~
    expresweg
    Extern Verzelfstandigd Agentschap
    extra
    extra treinen naar de kust
    extra-baremiek
    extralegaal
    extralegaal voordeel
    extralegale voordelen
    extremis, in ~
    exwerknemer
    Ey poes, toerke doen
    ezel, de ~ uithangen
    ezel, een ~ verslijt het eerst aan zijn poten
    ezel, ge kunt van een ~ geen koerspaard maken
    ezel, nen ~ da geld schijt hebben
    ezelen
    ezeloore
    ezels en vossen
    ezelsdracht
    ezelsstamp
    ezelsvel

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.