Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent
De onderstaande definities zijn de laatst gewijzigde definities van Vlaamse termen in ons woordenboek.
Deze lijst is ook beschikbaar als RSS Feed
(dim. van koel) kuil, kuiltje
zie ook: poolke, koeleke
Mèt de hak van de sjoon makde veer ein kuulke om te knikkere.
Met de hak van de schoen maakten we een kuiltje om te knikkeren.
kalf, lomperik
uitspraak met doffe u
Woordenboek der Nederlandsche Taal:
Een in Zuid-Nederland gewone naam voor een zeer jong kalf; wellicht is dit woord gevormd met het suffix ‘îna’, dat dikwijls voorkomt in namen van jonge dieren, waarbij men echter het onz. geslacht zou verwachten.
- “De muttekes staan in hun stal” De Cock en Teirlinck Kinderspel & Kinderlust in Zuid-Nederland (1902).
- Oneigenlijk, een klein kind; een dommerik, een sul (…)
- Samenst. Muttenstal (Joos (1900-1904), meuttentuischer, ”schacheraar in kalven” (Cornelissen-Vervliet (1899-1906)
Van Dale 2018: mutten
niet algemeen
1. kalf
2. domme jongen
Welke mutten heeft dat nu weer uitgevonden?
Inne minne mutten
10 pond grutten
10 pond kaas
inne minne mutten is de baas
1) melkkalf
2) idioot, kalf als scheldwoord
zie mutten
uitspraak: /m.e t.e/
1) In de wei lopen heel wat meutekes rond.
2) Sta daar niet zoals een onnozele meute te gapen.
sport e.d.: een overwinning stelen, onverdiend of verrassend winnen of presteren
Van Dale 2014 online: Belgisch-Nederlands
demorgen.be: Rouches winnen op een diefje van tien Carolo’s
gva.be: Spanjaarden winnen op een diefje van sterke Rode Duivels
nieuwsblad.be: Anderlecht klopt Lierse op een diefje
hbvl.be: Zwak Kroatië verslaat ongelukkig Oostenrijk op een diefje
sporza.be: Tien Club-spelers verslaan KVM op een diefje
iendracht.be: Verleden sezoen bennek op een diefken kampioen gespeljd mor in de kwali kwammek te kert mede deer een “Moons-foutje”.
tv-worstje, worstje, een nat ~
Zoals bic, gillette, tippex,… gaat het hier om een merknaam die veralgemeend wordt
Afbeelding zie hier
In “de jaren stillekes” getuigt Jan Verheyen dat ze destijds op zaterdagavond naar tv-keken met de zwanworstjes binnen bereik.
’t Schijnt dat ze dooien hond in de zwanworstjes draaien, zou ’t waar zijn?
De Vlaamse garderobe ziet er betrekkelijk anders uit dan de Nederlandse. In dit lemma bewaren we een lijst van allerlei Vlaamse kledingsstukken en gerelateerde terminologie, evenals uitdrukkingen die naar deze kledij verwijzen. Een aanzienlijk deel van deze terminologie is (duidelijk) geleend van de zuiderburen, maar er zijn ook verschillende gevallen waarbij de Hollander, en dus de Nederlandse standaardtaal, een Frans woord gebruikt, terwijl de Vlaming er zelf een woord voor heeft bedacht. Bij de gelinkte lemma’s zijn er bovendien nog talloze andere namen voor kledingsstukken te vinden.
kledij:
aanstekers
baai
bain de soleil
badkostuum
blokken
botten
bottinen
bovenlijfke
bretellen
broeksriem
centuur
cravat
debardeur
duffelcoat
frak
frennen
frulleke
gilet
golf
gordel
kap
kaptrui
kaspoesjeir
kepie
klak
kleed(je) (+ avondkleed, bloemekeskleed, communiekleed, doopkleed, slaapkleed, trouwkleed, zomerkleed, …)
kloef
kloon
knop
kostuum
kousen
k-way
lits
manchetknop
mantel
marcelleke
nestels
neuke
onderlijfke
onderpull
overal
palto
pantoffels
pelse frak
pitteleir
plastron
pots
pression
pull
regenscherm
rijkoord
sacoche
sjerp
sletsen
sloefen
sous-pull
swieter
tailleur
tallon
tiret
vellen frak
vest
veston
voorschoot
vriezebroek
zot
werkwoorden:
fronsen
opplooien
plooien
sletsen
tailleren
varia:
afgeborsteld
avondkledij
coupe regentes
droogkast
droogkuis
gele hesjes
hiel
kapstok
mottenbol
okselvijver
smink
solden
tent
wasmachien
uitdrukkingen:
broek, de ~ dragen
ene frak en twee schoenen
frak, amaai mijne ~
Jean met de klak
kiekens, de ~ zitten door den draad
klak, amai mijn ~
klak, er met de ~ naar gooien
kleedje, in een nieuw ~ steken
klonen, de ~ van iets aanhebben
kroon, de ~ ontbloten
met de klak rondgaan
nestel, zijnen ~ afdraaien
sloef, op zijn ~en afkomen
uit een doosje komen
voorschoot, een ~ groot
> andere betekenis van kledij
trui
verbastering van het Engels woord ‘sweater’
ook in Oost-Vlaanderen
prov. Antwerpen: swetter
zie ook verzamellemma kledij
Mijn lief heeft mij een nieuwe swieter gebreid.
1) aflikken
2) afkussen
in Antwerpen aflakken
zie ook duimen en vingers aflekken
1) Dat eten was zo lekker, dat ge uw vingers zou aflekken.
2) Dat jong verliefd koppeltje staat, achter de hoek, in een lieve knuffel mekander af te lekken.
Wie wilt bewijzen dat hij (de uitspraak van) een dialect of dialectgroep onder de knie heeft, wordt door (andere) moedertaalsprekers onverbiddelijk getest aan de hand van een – dikwijls razendsnel uitgesproken – sjibboletzin, die men dan vlekkeloos moet kunnen nabootsen en/of er het gepast antwoord op geven. Deze zinnen kunnen ook gebruikt worden om de verschillen tussen het eigen dialect en dat van enkele dorpen verder in de verf te zetten.
Ettalamoei? Dalammetoei attalamoeiéé. (Antwerpen)
Mie hao kaa, Mie hao kaa, Mia hao braa kaa. (Limburg)
t ee ’n rute uut ’t uus en ’t reint derin (West-Vlaanderen)
’k stoan mè men èène bèèn in e hèèle tèèle hèètevlèès en mè me klèène tèèn in de woaterstèèn mè zèèwoater (Oostende)
historisch:
schild en vriend
buurt, streek, kant
< F le côté (=de kant, de zijde, zijkant)
Ik herken hier veel dialecten, behalve het Westvlaams, dat is van een heel andere kotee. Je kunt net zo goed Chinees spreken, ik versta dat toch niet.
Hij woont aan de kotee van Lokeren.
Wie wilt bewijzen dat hij (de uitspraak van) een dialect of dialectgroep onder de knie heeft, wordt door (andere) moedertaalsprekers onverbiddellijk getest aan de hand van een – dikwijls razendsnel uitgesproken – sjibboletzin, die men dan vlekkeloos moet kunnen nabootsen en/of er het gepast antwoord op geven. Deze zinnen kunnen ook gebruikt worden om de verschillen tussen het eigen dialect en dat van enkele dorpen verder in de verf te zetten.
Ettalamoei? Dalammetoei attalamoeiéé. (Antwerpen)
Mie hao kaa, Mie hao kaa, Mia hao braa kaa. (Limburg)
t ee ’n rute uut ’t uus en ’t reint derin (West-Vlaanderen)
’k stoan mè men èène bèèn in e hèèle tèèle hèètevlèès en mè me klèène tèèn in de woaterstèèn mè zèèwoater (Oostende)
historisch:
schild en vriend
middageten of middag
Van Dale 2014 online: gewestelijk
Fakkel der Nederduitsche Taale: is van het latijnse nona, de negende uure. Novem waaruit de v weggelaten is. Dat was de tijd van het Romeinse avondmaal. Het veranderde gebruik heeft daar de noen van gemaakt. Het middagmaal heet dan noenmaal.
Ik maak deze noen gene noen, ’t is veel te warm voor aardappelen, vlees en groenten, ik zal wel ne koude pla maken.
> andere betekenis van noen
middag, van 12 uur tot 13 uur ’s noens
zie ook snoenes
Woordenboek der Nederlandsche Taal:
Middelnederlands noen en noene, gelijk thans nog in het West-Vlaams.
In de latere taal wordt met noen meer het eigenlijke middaguur bedoeld. In de noordelijke provinciën wordt noen niet meer gebruikt, in de zuidelijke is het nog altijd gewoon (een zeer gebruikelijke vorm is daar noenend: verg. avond, morgend). De middag, eigenlijk het tijdstip van 12 ure, maar in het dagelijksch leven de tijd ongeveer van 12 tot 1 ure, wanneer de voornaamste maaltijd wordt gehouden.
(noen wordt niet gebruikt in Antwerpen stad)
Deze noen eten we spineus me stoemp en spek, mmm.
Op de noen horen we altijd het kerkklokske van het begijnhof luiden.
> andere betekenis van noen
middageten of middag
Van Dale 2014 online: gewestelijk
Ik maak deze noen gene noen, ’t is veel te warm voor aardappelen, vlees en groenten, ik zal wel ne koude pla maken.
> andere betekenis van noen
middag, van 12 uur tot 13 uur ’s noens
zie ook snoenes
Woordenboek der Nederlandsche Taal:
Middelnederlands noen en noene, gelijk thans nog in het West-Vlaams.
In de latere taal wordt met noen meer het eigenlijke middaguur bedoeld. In de noordelijke provinciën wordt noen niet meer gebruikt, in de zuidelijke is het nog altijd gewoon (een zeer gebruikelijke vorm is daar noenend: verg. avond, morgend). De middag, eigenlijk het tijdstip van 12 ure, maar in het dagelijksch leven de tijd ongeveer van 12 tot 1 ure, wanneer de voornaamste maaltijd wordt gehouden.
Fakkel der Nederduitsche Taale: is van het latijnse nona, de negende uure. Novem waaruit de v weggelaten is. Dat was de tijd van het Romeinse avondmaal. Het veranderde gebruik heeft daar de noen van gemaakt. Het middagmaal heet dan noenmaal.
(noen wordt niet gebruikt in Antwerpen stad)
Deze noen eten we spineus me stoemp en spek, mmm.
Op de noen horen we altijd het kerkklokske van het begijnhof luiden.
> andere betekenis van noen
lade
< van ww. schuiven
NW-West-Vlaanderen: schof
In welke schuif ligt het bestek?
Wie wil bewijzen dat hij (de uitspraak van) een dialect of dialectgroep onder de knie heeft, wordt door (andere) moedertaalsprekers onverbiddellijk getest aan de hand van een – dikwijls razendsnel uitgesproken – sjibboletzin, die men dan vlekkeloos moet kunnen nabootsen en/of er het gepast antwoord op geven. Deze zinnen kunnen ook gebruikt worden om de verschillen tussen het eigen dialect en dat van enkele dorpen verder in de verf te zetten.
Ettalamoei? Dalammetoei attalamoeiéé. (Antwerpen)
Mie hao kaa, Mie hao kaa, Mia hao braa kaa. (Limburg)
t ee ’n rute uut ’t uus en ’t reint derin (West-Vlaanderen)
’k stoan mè men èène bèèn in e hèèle tèèle hèètevlèès en mè me klèène tèèn in de woaterstèèn mè zèèwoater (Oostende)
historisch:
schild en vriend
lade
regio kust + Westhoek
Woordenboek der Nederlandsche Taal: Middelnederlands scof. Van Schuiven. Thans nagenoeg alleen in Zuid-Nederland.
zie ook schuif
Het schof ligt wiesterkapeele (wiesterkapeele, het ligt ~).
Er is een ruit uit het huis en het regent binnen
té un ruite uit tus en ’treint terin
kroonluchter, maar ook een gewone hanglamp of zelfs een plafondarmatuur
< Frans: lustre
uitspraak met scherpe u
DS2015 geen standaardtaal (ondanks bloemlezing onder)
Het is niet duidelijk of we luster wel of niet tot de standaardtaal in België kunnen rekenen. Standaardtaal in het hele taalgebied is in ieder geval kroonluchter. (taaladvies.net)
zie ook kroonluster
’t Wordt al donker, se. Steek de luster eens aan, ik kan de gazet niet meer lezen.
Vergeet de luster niet uit te doen als ge gaat slapen.
“Ik heb op de rommelmarkt een mooie antieke luster met acht armen gekocht. (in België, status onduidelijk)” Taaladvies.net
De luster hangt vol stof, ik zal die nog eens moeten kuisen.
Bloemlezing De Standaard
In zijn atelier rijgt hij met verguld koperdraad kristallen aan elkaar, die hij vervolgens aan de armen van de luster bevestigt. (standaard.be)
Precies 85 lusters hangen aan evenveel kabels afgeboord met witte led- lampen, 170 stuks aan elke zijde van de luster.(standaard.be)
Een luster of een staande lamp kreeg je cadeau als huwelijksgeschenk en bleef vaak jarenlang nadrukkelijk aanwezig in het interieur. (standaard.be)
enz.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.