Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent

    belleman

    Dit is slechts 1 definitie voor "belleman." Bekijk alle definities.

    belleman
    (de ~ (m) mv: ~en)

    omroeper, aankondiger (met bel) in steden of gemeenten; o.a. in Gent waar de bellenman de Gentse feesten opent

    vr: bellevrouw, zie voorbeelden

    Van Dale 2013 online: Belgisch-Nederlands

    Klik op de afbeelding
    Gentse Belleman 2008
    Gentse belleman

    De parade werd traditioneel geopend door de Belleman, die het publiek voor de gelegenheid naast “Goeie Gentse Feesten” ook “droge” Gentse Feesten toewenste. “Regen of geen regen: nie pleuje”, klonk het. Ruim twee uur lang passeerden onder meer circusartiesten, orkesten en dans- en theatergroepen de revue.

    In Vlaanderen zijn er ook 2 bellevrouwen, maar zij nemen niet deel aan de wedstrijd: “Er zullen wel dames zijn in mooie klederdracht die hun belleman zullen bijstaan. Er is namelijk ook een wisselbeker voor best verklede escorte. Zij escorteert de belleman om deel te nemen aan de bellemanwedstrijd.” (vrt.be)

    1 reactie(s)  |  oudere versies
    Toegevoegd door LeGrognard en laatst gewijzigd door Georges Grootjans (09 Aug 2021 07:37)
    Dit woord was woord van de dag op 06 Mar 2020

    đź‘Ť
    334

    Reacties

    Indertijd hadden wij op het dorpsschooltje nog geen elektrische bel. Telkens wanneer het pauze was, zei de juffrouw in ’t vierde en ’t vijfde eenvoudigweg: „Bellenman!” of „Bellenvrouw!”. Dan moest de desbetreffende scholier de trappen afdalen, naar de vensterbank op de speelkoer, alwaar de bel stond. Dat was een gewone traditionele bel op een houten steel. De bellenman of bellenvrouw moest daarmee in het rond zwieren en een keer heen en weer over de koer lopen, onderwijl zo veel mogelijk lawaai makend; aldus wist elkeen dat het pauze was.
    In ’t zesde hebben ze dan uiteindelijk een elektrische, automatische bel geïnstalleerd teneinde de pauzes aan te kondigen, en zulks was onherroepelijk het eind van het nobele ambt van de bellenman. Sic transit gloria mundi.

    Toegevoegd door Rodomontade op 25 Jul 2013 14:08

    Voeg een reactie toe

    Ingelogde gebruikers kunnen reacties aan deze definitie toevoegen.

    Log in

    Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

    Uw gebruikersnaam
    Uw geheime paswoord

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.