Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent
De beschrijving van deze term werd 21 keer aangepast.
kortademig, onmachtig (meest in figuurlijke zin)
Woordenboek der Nederlandsche Taal:
‘A’ op zich is een verouderd ontkenningsvoorvoegsel, thans alleen nog over in het bnw. amechtig en oubollig, verbastering van abolgig.
Middelnederlands: amachtich, amechtich ‘machteloos, uitgeput, verslagen’.
Afleiding van het zelfstandig naamwoord middelnederlands amacht ‘onmacht’, gevormd uit het voorvoegsel ā- ‘zonder, niet’ en macht, met achtervoegsel – ig. De oorspronkelijke betekenis is dus ‘onmachtig’. De huidige betekenis ‘buiten adem’ heeft zich vernauwd uit het oorspronkelijke ‘uitgeput’ door volksetymologische associatie van het eerste lid, dat niet meer als ontkenningsvoorvoegsel werd begrepen, met aam, de samengetrokken vorm voor adem. Daar de betekenis vervolgens niets meer met machtig te maken had, kon de oorspronkelijke Brabantse vorm met – e- zich handhaven in de standaardtaal. Inmiddels is het woord echter verouderd. (M. Philippa e.a.)
Van Dale 2016 online: BE, niet algemeen
Ik was veel te snel vertrokken: al na twee minuten liep ik te puffen als een amechtig hangbuikvarken.
Hun gesprekken tonen aan dat hun eigen, verschillende spirituele tradities en geloofsovertuigingen het samenleven niet bemoeilijken maar dat ze juist het antwoord bieden om het spirituele vacuüm van een amechtig Europa opnieuw met zin te vervullen. (en nu gij!)
kortademig, onmachtig (meest in figuurlijke zin)
Woordenboek der Nederlandsche Taal:
‘A’ op zich is een verouderd ontkenningsvoorvoegsel, thans alleen nog over in het bnw. amechtig en oubollig, verbastering van abolgig.
Middelnederlands: amachtich, amechtich ‘machteloos, uitgeput, verslagen’.
Afleiding van het zelfstandig naamwoord middelnederlands amacht ‘onmacht’, gevormd uit het voorvoegsel ?- ‘zonder, niet’ en macht, met achtervoegsel – ig. De oorspronkelijke betekenis is dus ‘onmachtig’. De huidige betekenis ‘buiten adem’ heeft zich vernauwd uit het oorspronkelijke ‘uitgeput’ door volksetymologische associatie van het eerste lid, dat niet meer als ontkenningsvoorvoegsel werd begrepen, met aam, de samengetrokken vorm voor adem. Daar de betekenis vervolgens niets meer met machtig te maken had, kon de oorspronkelijke Brabantse vorm met – e- zich handhaven in de standaardtaal. Inmiddels is het woord echter verouderd. (M. Philippa e.a.)
Van Dale 2016 online: BE, niet algemeen
Ik was veel te snel vertrokken: al na twee minuten liep ik te puffen als een amechtig hangbuikvarken.
Hun gesprekken tonen aan dat hun eigen, verschillende spirituele tradities en geloofsovertuigingen het samenleven niet bemoeilijken maar dat ze juist het antwoord bieden om het spirituele vacuüm van een amechtig Europa opnieuw met zin te vervullen. (en nu gij!)
kortademig, onmachtig (meest in figuurlijke zin)
Woordenboek der Nederlandsche Taal:
‘A’ op zich is een verouderd ontkenningsvoorvoegsel, thans alleen nog over in het bnw. amechtig en oubollig, verbastering van abolgig.
Middelnederlands: amachtich, amechtich ‘machteloos, uitgeput, verslagen’.
Afleiding van het zelfstandig naamwoord middelnederlands amacht ‘onmacht’, gevormd uit het voorvoegsel ?- ‘zonder, niet’ en macht, met achtervoegsel – ig. De oorspronkelijke betekenis is dus ‘onmachtig’. De huidige betekenis ‘buiten adem’ heeft zich vernauwd uit het oorspronkelijke ‘uitgeput’ door volksetymologische associatie van het eerste lid, dat niet meer als ontkenningsvoorvoegsel werd begrepen, met aam, de samengetrokken vorm voor adem. Daar de betekenis vervolgens niets meer met machtig te maken had, kon de oorspronkelijke Brabantse vorm met e zich handhaven in de standaardtaal. Inmiddels is het woord echter verouderd. (M. Philippa e.a.)
Van Dale 2016 online: BE, niet algemeen
Ik was veel te snel vertrokken: al na twee minuten liep ik te puffen als een amechtig hangbuikvarken.
Hun gesprekken tonen aan dat hun eigen, verschillende spirituele tradities en geloofsovertuigingen het samenleven niet bemoeilijken maar dat ze juist het antwoord bieden om het spirituele vacuüm van een amechtig Europa opnieuw met zin te vervullen. (en nu gij!)
kortademig, onmachtig (meest in figuurlijke zin)
Woordenboek der Nederlandsche Taal:
‘A’ op zich is een verouderd voorvoegsel, thans alleen nog over in het bnw. amechtig en oubollig, verbastering van abolgig.
Middelnederlands: amachtich, amechtich ‘machteloos, uitgeput, verslagen’.
Afleiding van het zelfstandig naamwoord middelnederlands amacht ‘onmacht’, gevormd uit het voorvoegsel ?- ‘zonder, niet’ en macht, met achtervoegsel – ig. De oorspronkelijke betekenis is dus ‘onmachtig’. De huidige betekenis ‘buiten adem’ heeft zich vernauwd uit het oorspronkelijke ‘uitgeput’ door volksetymologische associatie van het eerste lid, dat niet meer als ontkenningsvoorvoegsel werd begrepen, met aam, de samengetrokken vorm voor adem. Daar de betekenis vervolgens niets meer met machtig te maken had, kon de oorspronkelijke Brabantse vorm met e zich handhaven in de standaardtaal. Inmiddels is het woord echter verouderd. (M. Philippa e.a.)
Van Dale 2016 online: BE, niet algemeen
Ik was veel te snel vertrokken: al na twee minuten liep ik te puffen als een amechtig hangbuikvarken.
Hun gesprekken tonen aan dat hun eigen, verschillende spirituele tradities en geloofsovertuigingen het samenleven niet bemoeilijken maar dat ze juist het antwoord bieden om het spirituele vacuüm van een amechtig Europa opnieuw met zin te vervullen. (en nu gij!)
kortademig, onmachtig (meest in figuurlijke zin)
Woordenboek der Nederlandsche Taal:
‘A’ op zich is een verouderd voorvoegsel, thans alleen nog over in het bnw. amechtig en oubollig, verbastering van abolgig.
Middelnederlands: amachtich, amechtich ‘machteloos, uitgeput, verslagen’.
Afleiding van het zelfstandig naamwoord middelnederlands amacht ‘onmacht’, gevormd uit het voorvoegsel ?- ‘zonder, niet’ en macht, met achtervoegsel – ig. De oorspronkelijke betekenis is dus ‘onmachtig’. De huidige betekenis ‘buiten adem’ heeft zich vernauwd uit het oorspronkelijke ‘uitgeput’ door volksetymologische associatie van het eerste lid, dat niet meer als ontkenningsvoorvoegsel werd begrepen, met aam, de samengetrokken vorm voor adem. Daar de betekenis vervolgens niets meer met machtig te maken had, kon de oorspronkelijke Brabantse vorm met e zich handhaven in de standaardtaal. Inmiddels is het woord echter verouderd.
Van Dale 2016 online: BE, niet algemeen
Ik was veel te snel vertrokken: al na twee minuten liep ik te puffen als een amechtig hangbuikvarken.
Hun gesprekken tonen aan dat hun eigen, verschillende spirituele tradities en geloofsovertuigingen het samenleven niet bemoeilijken maar dat ze juist het antwoord bieden om het spirituele vacuüm van een amechtig Europa opnieuw met zin te vervullen. (en nu gij!)
kortademig, onmachtig (meest in figuurlijke zin)
Woordenboek der Nederlandsche Taal:
‘A’ op zich is een verouderd voorvoegsel, thans alleen nog over in het bnw. amechtig en oubollig, verbastering van abolgig.
Middelnederlands: amachtich, amechtich ‘machteloos, uitgeput, verslagen’.
Afleiding van het zelfstandig naamwoord middelnederlands amacht ‘onmacht’, gevormd uit het voorvoegsel ?- ‘zonder, niet’ en macht, met achtervoegsel ig. De oorspronkelijke betekenis is dus ‘onmachtig’. De huidige betekenis ‘buiten adem’ heeft zich vernauwd uit het oorspronkelijke ‘uitgeput’ door volksetymologische associatie van het eerste lid, dat niet meer als ontkenningsvoorvoegsel werd begrepen, met aam, de samengetrokken vorm voor adem. Daar de betekenis vervolgens niets meer met machtig te maken had, kon de oorspronkelijke Brabantse vorm met -e zich handhaven in de standaardtaal. Inmiddels is het woord echter verouderd.
Van Dale 2016 online: BE, niet algemeen
Ik was veel te snel vertrokken: al na twee minuten liep ik te puffen als een amechtig hangbuikvarken.
Hun gesprekken tonen aan dat hun eigen, verschillende spirituele tradities en geloofsovertuigingen het samenleven niet bemoeilijken maar dat ze juist het antwoord bieden om het spirituele vacuüm van een amechtig Europa opnieuw met zin te vervullen. (en nu gij!)
kortademig, onmachtig (meest in figuurlijke zin)
Woordenboek der Nederlandsche Taal:
‘A’ op zich is een verouderd voorvoegsel, thans alleen nog over in het bnw. amechtig en oubollig, verbastering van abolgig
In het Middelnederlands. Behalve in abolge, gramschap, waarin a- de intensieve kracht heeft, kende het Middelnederlands het voorvoegsel alleen nog maar in ontkennenden zin, in amachtech of amechtech, onmachtig, machteloos, asage, onpraat, beuzelpraat.
Thans, nu a- bijna geheel in onbruik geraakt is en er slechts twee woorden zijn waarin het verscholen ligt, amechtig en het schier onkenbaar verbasterde oubollig (abolgig), is de miskenning van dit voorvoegsel volkomen geworden. Amechtig of amachtig werd in het volksbewustzijn als aâmechtig, ademechtig opgevat en voor eene samenstelling met adem gehouden, terwijl men het tweede lid op verschillende wijzen verklaarde.
Van Dale 2016 online: BE, niet algemeen
Ik was veel te snel vertrokken: al na twee minuten liep ik te puffen als een amechtig hangbuikvarken.
Hun gesprekken tonen aan dat hun eigen, verschillende spirituele tradities en geloofsovertuigingen het samenleven niet bemoeilijken maar dat ze juist het antwoord bieden om het spirituele vacuüm van een amechtig Europa opnieuw met zin te vervullen. (en nu gij!)
kortademig, onmachtig (meest in figuurlijke zin)
Woordenboek der Nederlandsche Taal:
‘A’ op zich is een verouderd voorvoegsel, thans alleen nog over in het bnw. amechtig en oubollig, verbastering van abolgig
In het Mnl. Behalve in abolge, gramschap, waarin a- de intensieve kracht heeft, kende het Mnl. het voorvoegsel alleen nog maar in ontkennenden zin, in amachtech of amechtech, onmachtig, machteloos, asage, onpraat, beuzelpraat.
Thans, nu a- bijna geheel in onbruik geraakt is en er slechts twee woorden zijn waarin het verscholen ligt, amechtig en het schier onkenbaar verbasterde oubollig (abolgig), is de miskenning van dit voorvoegsel volkomen geworden. Amechtig of amachtig werd in het volksbewustzijn als aâmechtig, ademechtig opgevat en voor eene samenstelling met adem gehouden, terwijl men het tweede lid op verschillende wijzen verklaarde.
Van Dale 2016 online: BE, niet algemeen
Ik was veel te snel vertrokken: al na twee minuten liep ik te puffen als een amechtig hangbuikvarken.
Hun gesprekken tonen aan dat hun eigen, verschillende spirituele tradities en geloofsovertuigingen het samenleven niet bemoeilijken maar dat ze juist het antwoord bieden om het spirituele vacuüm van een amechtig Europa opnieuw met zin te vervullen. (en nu gij!)
kortademig, onmachtig (meest in figuurlijke zin)
NL: kent alleen de overdrachtelijke betekenis: krampachtig, vertwijfeld. Een overdreven plechtige houding aannemend (Kijk haar gaan, het amechtig schaap)
Woordenboek der Nederlandsche Taal:
‘A’ op zich is een verouderd voorvoegsel, thans alleen nog over in het bnw. amechtig en oubollig, verbastering van abolgig
In het Mnl. Behalve in abolge, gramschap, waarin a- de intensieve kracht heeft, kende het Mnl. het voorvoegsel alleen nog maar in ontkennenden zin, in amachtech of amechtech, onmachtig, machteloos, asage, onpraat, beuzelpraat.
Thans, nu a- bijna geheel in onbruik geraakt is en er slechts twee woorden zijn waarin het verscholen ligt, amechtig en het schier onkenbaar verbasterde oubollig (abolgig), is de miskenning van dit voorvoegsel volkomen geworden. Amechtig of amachtig werd in het volksbewustzijn als aâmechtig, ademechtig opgevat en voor eene samenstelling met adem gehouden, terwijl men het tweede lid op verschillende wijzen verklaarde.
Van Dale 2016 online: BE, niet algemeen
Ik was veel te snel vertrokken: al na twee minuten liep ik te puffen als een amechtig hangbuikvarken.
Hun gesprekken tonen aan dat hun eigen, verschillende spirituele tradities en geloofsovertuigingen het samenleven niet bemoeilijken maar dat ze juist het antwoord bieden om het spirituele vacuüm van een amechtig Europa opnieuw met zin te vervullen. (en nu gij!)
kortademig, onmachtig (meest in figuurlijke zin)
NL: kent alleen de overdrachtelijke betekenis: krampachtig, vertwijfeld. Een overdreven plechtige houding aannemend (Kijk haar gaan, het amechtig schaap)
Woordenboek der Nederlandsche Taal:
‘A’ op zich is een verouderd voorvoegsel, thans alleen nog over in het bnw. amechtig en oubollig, verbastering van abolgig
In het Mnl. Behalve in abolge, gramschap, waarin a- de intensieve kracht heeft, kende het Mnl. het voorvoegsel alleen nog maar in ontkennenden zin, in amachtech of amechtech, onmachtig, machteloos, asage, onpraat, beuzelpraat.
Thans, nu a- bijna geheel in onbruik geraakt is en er slechts twee woorden zijn waarin het verscholen ligt, amechtig en het schier onkenbaar verbasterde oubollig (abolgig), is de miskenning van dit voorvoegsel volkomen geworden. Amechtig of amachtig werd in het volksbewustzijn als aâmechtig, ademechtig opgevat en voor eene samenstelling met adem gehouden, terwijl men het tweede lid op verschillende wijzen verklaarde.
VD2016 online: BE, niet algemeen
Ik was veel te snel vertrokken: al na twee minuten liep ik te puffen als een amechtig hangbuikvarken.
Hun gesprekken tonen aan dat hun eigen, verschillende spirituele tradities en geloofsovertuigingen het samenleven niet bemoeilijken maar dat ze juist het antwoord bieden om het spirituele vacuüm van een amechtig Europa opnieuw met zin te vervullen. (en nu gij!)
kortademig, onmachtig (meest in figuurlijke zin)
NL: kent alleen de overdrachtelijke betekenis: krampachtig, vertwijfeld. Een overdreven plechtige houding aannemend (Kijk haar gaan, het amechtig schaap)
WNT:
‘A’ op zich is een verouderd voorvoegsel, thans alleen nog over in het bnw. amechtig en oubollig, verbastering van abolgig
In het Mnl. Behalve in abolge, gramschap, waarin a- de intensieve kracht heeft, kende het Mnl. het voorvoegsel alleen nog maar in ontkennenden zin, in amachtech of amechtech, onmachtig, machteloos, asage, onpraat, beuzelpraat.
Thans, nu a- bijna geheel in onbruik geraakt is en er slechts twee woorden zijn waarin het verscholen ligt, amechtig en het schier onkenbaar verbasterde oubollig (abolgig), is de miskenning van dit voorvoegsel volkomen geworden. Amechtig of amachtig werd in het volksbewustzijn als aâmechtig, ademechtig opgevat en voor eene samenstelling met adem gehouden, terwijl men het tweede lid op verschillende wijzen verklaarde.
VD2016 online: BE, niet algemeen
Ik was veel te snel vertrokken: al na twee minuten liep ik te puffen als een amechtig hangbuikvarken.
Hun gesprekken tonen aan dat hun eigen, verschillende spirituele tradities en geloofsovertuigingen het samenleven niet bemoeilijken maar dat ze juist het antwoord bieden om het spirituele vacuüm van een amechtig Europa opnieuw met zin te vervullen. (en nu gij!)
kortademig, onmachtig (meest in figuurlijke zin)
NL: kent alleen de overdrachtelijke betekenis: krampachtig, vertwijfeld. Een overdreven plechtige houding aannemend (Kijk haar gaan, het amechtig schaap)
MNW:
het afgeleide bnw. amachtich (ons a-mechtig), later tot aelmachtig verbasterd
WNT:
A op zich is een verouderd voorvoegsel, thans alleen nog over in het bnw. amechtig en oubollig, verbastering van abolgig
In het Mnl. Behalve in abolge, gramschap, waarin a- de intensieve kracht heeft, kende het Mnl. het voorvoegsel alleen nog maar in ontkennenden zin, in amachtech of amechtech, onmachtig, machteloos, asage, onpraat, beuzelpraat.
Thans, nu a- bijna geheel in onbruik geraakt is en er slechts twee woorden zijn waarin het verscholen ligt, amechtig en het schier onkenbaar verbasterde oubollig (abolgig), is de miskenning van dit voorvoegsel volkomen geworden. Amechtig of amachtig werd in het volksbewustzijn als aâmechtig, ademechtig opgevat en voor eene samenstelling met adem gehouden, terwijl men het tweede lid op verschillende wijzen verklaarde.
VD2016 online: BE, niet algemeen
Ik was veel te snel vertrokken: al na twee minuten liep ik te puffen als een amechtig hangbuikvarken.
Hun gesprekken tonen aan dat hun eigen, verschillende spirituele tradities en geloofsovertuigingen het samenleven niet bemoeilijken maar dat ze juist het antwoord bieden om het spirituele vacuüm van een amechtig Europa opnieuw met zin te vervullen. (en nu gij!)
kortademig, onmachtig (meest in figuurlijke zin)
NL: kent alleen de overdrachtelijke betekenis: krampachtig, vertwijfeld. Een overdreven plechtige houding aannemend (Kijk haar gaan, het amechtig schaap)
MNW:
het afgeleide bnw. amachtich (ons a-mechtig), later tot aelmachtig verbasterd
WNT:
A op zich is een verouderd voorvoegsel, thans alleen nog over in het bnw. amechtig en oubollig, verbastering van abolgig
In het Mnl. Behalve in abolge, gramschap, waarin a- de intensieve kracht heeft, kende het Mnl. het voorvoegsel alleen nog maar in ontkennenden zin, in amachtech of amechtech, onmachtig, machteloos, asage, onpraat, beuzelpraat.
Thans, nu a- bijna geheel in onbruik geraakt is en er slechts twee woorden zijn waarin het verscholen ligt, amechtig en het schier onkenbaar verbasterde oubollig (abolgig), is de miskenning van dit voorvoegsel volkomen geworden. Amechtig of amachtig werd in het volksbewustzijn als aâmechtig, ademechtig opgevat en voor eene samenstelling met adem gehouden, terwijl men het tweede lid op verschillende wijzen verklaarde.
Ik was veel te snel vertrokken: al na twee minuten liep ik te puffen als een amechtig hangbuikvarken.
Hun gesprekken tonen aan dat hun eigen, verschillende spirituele tradities en geloofsovertuigingen het samenleven niet bemoeilijken maar dat ze juist het antwoord bieden om het spirituele vacuüm van een amechtig Europa opnieuw met zin te vervullen. (en nu gij!)
kortademig, onmachtig (meest in figuurlijke zin)
NL: kent alleen de overdrachtelijke betekenis: krampachtig, vertwijfeld. Een overdreven plechtige houding aannemend (Kijk haar gaan, het amechtig schaap)
MNW:
het afgeleide bnw. amachtich (ons a-mechtig), later tot aelmachtig verbasterd
WNT:
A op zich is een verouderd voorvoegsel, thans alleen nog over in het bnw. amechtig en oubollig, verbastering van abolgig
In het Mnl. Behalve in abolge, gramschap, waarin a- de intensieve kracht heeft, kende het Mnl. het voorvoegsel alleen nog maar in ontkennenden zin, in amachtech of amechtech, onmachtig, machteloos, asage, onpraat, beuzelpraat.
Thans, nu a- bijna geheel in onbruik geraakt is en er slechts twee woorden zijn waarin het verscholen ligt, amechtig en het schier onkenbaar verbasterde oubollig (abolgig), is de miskenning van dit voorvoegsel volkomen geworden. Amechtig of amachtig werd in het volksbewustzijn als aâmechtig, ademechtig opgevat en voor eene samenstelling met adem gehouden, terwijl men het tweede lid op verschillende wijzen verklaarde.
Ik was veel te snel vertrokken: al na twee minuten liep ik te puffen als een amechtig hangbuikvarken.
Hun gesprekken tonen aan dat hun eigen, verschillende spirituele tradities en geloofsovertuigingen het samenleven niet bemoeilijken maar dat ze juist het antwoord bieden om het spirituele vacuüm van een amechtig Europa opnieuw met zin te vervullen. (en nu gij!)
kortademig, onmachtig (meest in figuurlijke zin)
NL: kent alleen de overdrachtelijke betekenis: krampachtig, vertwijfeld. Een overdreven plechtige houding aannemend (Kijk haar gaan, het amechtig schaap)
MNW:
het afgeleide bnw. amachtich (ons a-mechtig), later tot aelmachtig verbasterd
WNT:
A op zich is een verouderd voorvoegsel, thans alleen nog over in het bnw. amechtig en oubollig, verbastering van abolgig
In het Mnl. Behalve in abolge, gramschap, waarin a- de intensieve kracht heeft, kende het Mnl. het voorvoegsel alleen nog maar in ontkennenden zin, in amachtech of amechtech, onmachtig, machteloos, asage, onpraat, beuzelpraat.
Ik was veel te snel vertrokken: al na twee minuten liep ik te puffen als een amechtig hangbuikvarken.
Hun gesprekken tonen aan dat hun eigen, verschillende spirituele tradities en geloofsovertuigingen het samenleven niet bemoeilijken maar dat ze juist het antwoord bieden om het spirituele vacuüm van een amechtig Europa opnieuw met zin te vervullen. (en nu gij!)
kortademig, onmachtig (meest in figuurlijke zin)
NL: kent alleen de overdrachtelijke betekenis: krampachtig, vertwijfeld. Een overdreven plechtige houding aannemend (Kijk haar gaan, het amechtig schaap)
MNW:
het afgeleide bnw. amachtich (ons a-mechtig), later tot aelmachtig verbasterd
WNT:
A op zich is een verouderd voorvoegsel, thans alleen nog over in het bnw. amechtig en oubollig, verbastering van abolgig
In het Mnl. Behalve in abolge, gramschap, waarin a- de intensieve kracht heeft, kende het Mnl. het voorvoegsel alleen nog maar in ontkennenden zin, in amachtech of amechtech, onmachtig, machteloos, asage, onpraat, beuzelpraat.
Ik was veel te snel vertrokken: al na twee minuten liep ik te puffen als een amechtig hangbuikvarken.
Hun gesprekken tonen aan dat hun eigen, verschillende spirituele tradities en geloofsovertuigingen het samenleven niet bemoeilijken maar dat ze juist het antwoord bieden om het spirituele vacuüm van een amechtig Europa opnieuw met zin te vervullen. (en nu gij!)
kortademig, onmachtig (meest in figuurlijke zin)
NL: kent alleen de overdrachtelijke betekenis: krampachtig, vertwijfeld. Een overdreven plechtige houding aannemend (Kijk haar gaan, het amechtig schaap)
MNW:
het afgeleide bnw. amachtich (ons a-mechtig), later tot aelmachtig verbasterd
Ik was veel te snel vertrokken: al na twee minuten liep ik te puffen als een amechtig hangbuikvarken.
Hun gesprekken tonen aan dat hun eigen, verschillende spirituele tradities en geloofsovertuigingen het samenleven niet bemoeilijken maar dat ze juist het antwoord bieden om het spirituele vacuüm van een amechtig Europa opnieuw met zin te vervullen. (en nu gij!)
kortademig, onmachtig (meest in figuurlijke zin)
NL: kent alleen de overdrachtelijke betekenis: krampachtig, vertwijfeld. Een overdreven plechtige houding aannemend(Kijk haar gaan, het amechtig schaap)
Ik was veel te snel vertrokken: al na twee minuten liep ik te puffen als een amechtig hangbuikvarken.
Hun gesprekken tonen aan dat hun eigen, verschillende spirituele tradities en geloofsovertuigingen het samenleven niet bemoeilijken maar dat ze juist het antwoord bieden om het spirituele vacuüm van een amechtig Europa opnieuw met zin te vervullen. (en nu gij!)
kortademig, onmachtig (meest in figuurlijke zin)
NL: kent alleen de overdrachtelijke betekenis: krampachtig, vertwijfeld. Een overdreven plechtige houding aannemend.
(Kijk haar gaan, het amechtig schaap)
Ik was veel te snel vertrokken: al na twee minuten liep ik te puffen als een amechtig hangbuikvarken.
Hun gesprekken tonen aan dat hun eigen, verschillende spirituele tradities en geloofsovertuigingen het samenleven niet bemoeilijken maar dat ze juist het antwoord bieden om het spirituele vacuüm van een amechtig Europa opnieuw met zin te vervullen. (en nu gij!)
kortademig, onmachtig (meest in figuurlijke zin)
Ik was veel te snel vertrokken: al na twee minuten liep ik te puffen als een amechtig hangbuikvarken.
Hun gesprekken tonen aan dat hun eigen, verschillende spirituele tradities en geloofsovertuigingen het samenleven niet bemoeilijken maar dat ze juist het antwoord bieden om het spirituele vacuüm van een amechtig Europa opnieuw met zin te vervullen. (en nu gij!)
kortademig, onmachtig (meest in figuurlijke zin)
Ik was veel te snel vertrokken: al na twee minuten liep ik te puffen als een amechtig hangbuikvarken.
Hun gesprekken tonen aan dat hun eigen, verschillende spirituele tradities en geloofsovertuigingen het samenleven niet bemoeilijken maar dat ze juist het antwoord bieden om het spirituele vacuüm van een amechtig Europa opnieuw met zin te vervullen. (en nu gij!)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.