Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent
Dit is slechts 1 definitie voor "wat zijn we vandaag." Bekijk alle definities.
Welke weekdag is het vandaag?
Ook eventueel: De hoeveelste zijn we vandaag
Ook verkort: Wat zijn we?
NL: Wat voor dag zijn we
(zie reacties hieronder bij het oorspronkelijke lemma ‘we zijn’ + tijdstip (versie 1 bij oudere versies)
- Wat zijn we?
- We zijn vrijdag.
- Allee, hoe kan dat nu?
- Ja, als we gisteren donderdag waren en morgen zaterdag dan zal het vandaag wel vrijdag zijn zeker?
- Tiens, ik was ervan overtuigd dat het nog maar donderdag was.
Nee, AN is het volgens onze eigenste taalverbeteraar van de Vlaamse Radio en Tévé zeker niet:
taalmail:
Fout: We zijn 1 november, dat betekent Allerheiligen, herfstvakantie en boekenbeurs in Antwerpen.
Antwerpen.
Goed: Het is 1 november, dat betekent Allerheiligen, herfstvakantie en boekenbeurs in
Antwerpen.
We zijn 1 november klinkt als vertaald Frans.
Ik heb het uit: http://lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/786/736/RUG01-001786736_2012_0001_AC.pdf
En daarin wordt het voorbeeld vervolgd met:
‘Ruud Hendrickx verbetert deze uitdrukking omdat het een gallicisme is. Impliciet echter
gaat Hendrickx ervan uit dat dit vooral een zuidelijk verschijnsel is dat in het noorden van
ons taalgebied niet gebruikelijk is.’
Maar – en nu kunt gij gelijk hebben – vervolgens stelt de onderzoekster vast dat het typisch VL gebruik hiervan moeilijk te googelen is.
Als het niet typisch VL is kan ik het misschien vervangen door:
‘Wat zijn we vandaag?’ waarmee gevraagd wordt naar de datum.
Of ‘Wat dag zijn we vandaag?’ waarmee gevraagd wordt naar de weekdag.
Of is dat ook niet typisch VL?
Standaardnederlands voor “De hoeveelste zijn we vandaag?” is uiteraard het Hollandse “De hoeveelste hebben we vandaag?”. Geen kat die dat dat hier zegt natuurlijk, maar toch worden kinderen elke les ‘Nederlands’ op de vingers getikt, want hoe durven ze gelijk 7 miljoen anderen “de hoeveelste zijn we” te zeggen?
Trouwens merci voor die link, Georges, interessanten thesis met goed onderzoek, maar een stelling in haar besluit deed mij toch efkes steigeren: “Dit betekent echter allemaal niet dat de varianten die het meeste worden gebruikt zonder meer tot de norm behoren. Het is belangrijk dat we naar de taal van hogeropgeleiden kijken (zoals leerkrachten, journalisten, professoren). Niet alleen de corpora mogen tellen, maar alles moet zijn plaats hebben.” Da’s nu ne keer just hetzelfste paradoxaal zelfhatend elitarisme dat tot de huidige situatie heeft geleid.
Ook deze: “Onze taal heeft zonder twijfel nood aan normering” – de Noren hebben vier verschillende normen, genen enkele Noor trekt der hem in de praktijk iets van aan, op tv klapt iedereen gewoon zijn eigen dialect, en toch zijn ze het 8ste rijkste land ter wereld. Straks gaan die taalverbeteraars hier nog beweren dat de Noren nóg rijker zouden zijn moesten ze allemaal Nederlands spreken.
Zo mag ik het horen: fulmineren tegen het Standaard Nederlands in het Standaard Nederlands!
Ingelogde gebruikers kunnen reacties aan deze definitie toevoegen.
Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.