Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent
Dit is slechts 1 definitie voor "fiesjow." Bekijk alle definities.
(ook fiesjouw, fissau, fissauw)
bunzing
Ook in de betekenis van: gewiekst persoon die zaken regelt die nog net wettelijk zijn.
< etymologie bij fis, zie ook fisch
D’r heeft een fiesjow in ’t kiekenkot zes hennen doodgebeten.
jow doe mij denken aan “jauw” in “kabeljauw”
zie VMNW en WNT bij: fissau, fissauw, fitsau, vissau, bunzing
aha!! goei vondst!
FISSAUW — FISJOUW —, znw. vr. Mnl. fissau, fitsau. Ontleend aan waalsch ficheau (verg. eng fichew), dat wellicht een verkleinwoord is van fis (zie ald. ). — Bunzing. || Vossen fissauwen fluwijnen doen zijn hoenders en ganssen stoot, Antw. Liedb. 311.
Ingelogde gebruikers kunnen reacties aan deze definitie toevoegen.
Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.